INGEZONDEN.
Binnenlandse!! Nieuws.
Wieringen.
Zijpe, 14 April.
Zijpe, 14 April.
ZIJPE, 15 April. Het be
stuur van de Zijpe en Hazepolder heeft
op het adres der Noorderstoomtramver-
eeniging, houdende verzoek om deel te
nemen in het aandeelen-kapitaal voor
den aanleg eener stoomtram van Schagen
door de Zijpe tot Alkmaar tot een be
drag van f 15.000, of garantie van
renten daarvan, besloten tot het ne
men van aandeelen tot een bedrag
f 10.000.
Anna Paulowna, 15 April.
Heer Hugowaard.
Heer Hugowaard.
Heer Hugowaard. Den 14en
hield de afdeeling v. „Het Witte Kruis"
eene vergadering onder leiding van den
heer G. Smit Az. als voorzitter.
Egmond aan Zee, 14 April.
Egmond-Binnen, 12 April.
Een matig gebruiker.
Eenige vredelievenden
te Kolhorn.
G. W. Melchers.
PLAATSELIJK NIEUWS.
De heer W. Schermerhorn»
ting met de bajonet er uit. De Der-
wischen leden groote verliezenduizen
den werden in de loopgraven door gra
naat-vuur gedood, ruim 2000 werden
gevangen genomen, waaronder ook hun'
aanvoerder, commandant Mahmoed. Van
het Engelsch-Egyptische leger werden 51
man gedood, ouder wie 9 officieren, en
B19 gewond, onder wie 14 officieren.
Van de boorden van den Nijl wenden zich
onwillekeuaig onze blikken naar den
West-Indischen archipel. Wat zal de
naaste toekomst baren, oorlog of Yreae
Ziedaar een vraag, die reeds heden
opgelost kan zijn. De Spaansch-Ame-
rikaansche kwestie heeft langzamerhand
zulk een scherp karakter aangenomen,
dat eene uitbarsting thans, vrij zeker,
elk oogenblik tegemoet kan worden ge
zien. Het is tenminste niet denkbaar,
dat de Spaansche trots de eischen der
Am6rikaansche Jingo's zal inwilligen.
Door de Senaats-commissie is bij dit
lichaam een rapport ingediend, waarbij
van Spanje den afstand van de souve-
reiniteit over Cuba wordt geëischt,
terwijl de commissie voor buitenlandsche
zaken bovendien verlangt, dat Spanje
zijne strijdkrachten te land en te water
op en om Cuba zal terugtrekken. Ver
een igt de Senaat zich met de conclusies van
de commissie, wier samenstelling eene
afspiegeling is van de partijverhouding
in den Senaat, dan staat dit besluit fei
telijk met eene oorlogsverklaring gelijk.
Amerika bezit een dubbel stelsel van
vertegenwoordiging. De Senaat is sa
mengesteld uit de afgevaardigden der
verschillende Staten, van eiken staat twee;
de Kamer wordt door verkiezingen over
het geheele land gevormd, De Kamer
nu heeft reeds eene resolutie aangeno
men, waarin den president wordt verzocht
te zorgen, dat de rust op Cuba wordt
hersteld, dat de vijandelijkheden worden
gestaakt en dat Cuba in het bezit van
een eigen, onafhankelijke regeering wor
de gesteld. Waar beide regeeringslicha-
men zich zoo beslist uitspreken, zal het
president Mac Kinley niet mogelijk zijn,
den vrede langer te bewaren, tenzij Span
je toegeeft. Daar de oorlog tusschen
Spanje en de Vereenigde Staten hoofd
zakelijk een zeeoorlog zal zijn, geven wij
hier een overzicht van beider krachten
Spanje. Amerika,
gereed, in aanb. gereed, in aanb.
Ie kl. slagschepen 11 4 5
Kustverdedigingssch. 1 20
le kl. gepantserde kr. 9 2 3
le kl. ongepantserde kr. 1 2
2e k!. kruisers 7 11
3e kl. kruisers 11 11
Kanonneerbooten 80 12 8 1
le kl, torpedobooten 20 6 18 7
2e kl. 3 5
3e kl, 4 1
Wat de sterkte van de zeemacht
betreft, verschillen Amerika en Spanje
zeer weinig.
Amerika heeft 1031 officieren, 226
machinisten en 12800 andere zeelieden,
terwijl Spanje 1002 officieren, 725 ma
chinisten en 14000 mindere schepelin
gen heeft. Het corps mariniers der
Vereenigde Staten telt 74 officieren en
1939 soldaten, dat van Spanje 212 of
ficieren en 9000 minderen.
Vergadering van den
Raad der gemeente Wieringen, ge
houden op dinsdag 12 April 1898, des
namiddags 2 ure.
Voorzitter de EdelAchtbare heer
L. C. Kolf.
Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering door den
voorzitter, leest de secretaris, de heer
Foei, de notulen der vorige bijeenkomst,
welke zonder op- of aanmerking worden
goedgekeurd.
1. Wordt gelezen een Koninkl. Besluit
van 30 Maart j. 1. no. 30, vermeldende
dat aan den heer Mr. Büchnerschoolop
ziener, eervol ontslag is verleend.
2. Was ingekomen een schrijven van
mej. A. Zwiepgem. vroedvrouw, waar
in adressante verzoekt eervol te worden
ontslagen, wegens benoeming als verlos
kundige te Nieuwerkerk a./d. IJsel,
(Z. HOp voorstel van den voorzittei
wordt met algemeene stemmen besloten,
Mej. Zwiep op de meest eervolle wijze
te ontslaan.
3. De voorzitter deelt mede, dat door
Mej. de Wed. C. Engel vergunning is
verleend tot het aanhechten Yan ijze
ren armen aan haar huis voor 't plaat
sen van een lantaarn, ten dienste der
straatverlichting. Idem door Mej. de Wed.
L. Asjes-Koorn. Doch Mej. I). Asjes was
er niet toe genegen, om ze aan 't huis, be
woond door den heer C. Rijkeboer, te laten
hechten, om reden de muur nogal zwak is
(één steen), zoodat aldaar weder een nieu
we lantaarnpaal zal worden geplaatst.
4. Was ingekomen een verzoek van
den heer J. F. Wigbout, om verminde
ring van Honden-belasting. De raad be
sluit, >/2 jaar ontheffing te verleenen.
5. Een verzoek van den heer L.
Timmerman, om evenals vorige jaren in
den Hoofd. Omslag te mogen betalen
f 1.10 in plaats van f 3.931/2. Afwijzend
beschikt.
6. Wordt gelezen een missive van
heeren Gedeputeerde Staten van Noord -
Holland, waarin wordt verzocht den
Hoofd. Omslag van den heer A. Hoves
te Westerland nader te regelen. Na
deliberatie wordt besloten, den aanslag
van Hoves te blijven handhaven.
7. Wordt gelezen een adres van de
afdeeling Schagen der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw, houdende ver
zoek om, tot ondersteuning van de po
gingen tot veredeling van het schapen
ras, een jaarlijksche subsidie te willen
verleenen van ten hoogste f 10.uit
sluitend tot uitbreiding en verhooging
der prijzen op de jaarlijksohe keuringen
van wolvee vanwege de afdeeling Schagen.
De Voorzitter meent, dat, indien het
geld alleen voor keuringen wordt besteed,
het beter is, dat Wieringen bij een of
andere gelegenheid zelve een som uit
trekt en pogingen aanwendt, om goede
fokdieren te krijgen. Na eenige woor
denwisseling wordt besloten, de subsidie
niet te verleenen.
8. Was ingekomen een schrijven van
mej. W. J. Pool-Winterwerp, vermel
dende, dat zij op 6 Juli a. s. haar
S-jarig verblijf in de gemeente heeft en
meende aanspraak te kunnen maken op de
bij de benoeming bepaalde instructies, lui
dende: dat een onderwijzeres na een verblijf
van 3 jaren in de gemeente, aanspraak
heeft op f 50.verhooging vantracte-
ment.
De heer Obreen is het hiermede niet eens,
daar onder die driejaar één jaar is begre
pen, dat zij waarnemend is benoemd,
terwijl zij later hare definitieve aanstelling
bekwam. De raad besluit, haar een grati
ficatie te verleenen van f 25.
9. Wordt aangeboden het verslag
van den toestand der gemeente over den
jare 1897, hetwelk na voorlezing wordt
vastgesteld.
10. De Voorzitter deelt mede, dat
de besteding van grint, enz. heeft plaats
gehad; hiervoor verwijzen wij naar vorig
nummer.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit
de voorzitter de vergadering.
Tot heemraad van den
polder Waard en Groet is benoemd de
heer R. Kaan De. te Sloten in den Grooten
IJpolder en tot dijkgraaf van den Waard-
Nieuwland-polder op Wieringen de
heer J. Breebaart Kz. te Winkel.
J.l. dinsdagnamiddag is alhier gesta-
tionneerd de bekroonde stier van de
Erven Kaan te Wieringerwaard en staat
ter dekking beschikbaar bij den land
bouwer Jb. Kort te Zandburen.
Gistermorgen had de zoon van den
landbouwer P. P. bij het oprijden van
de brug te St. Maartensbrug het onge
luk, de voor de fabriek bestemde melk
geheel te verliezen, Het bovenste gedeel
te van de melkkar was losgeraakt, wip
te achterover en het witte vocht stroomde
in de Groote Sloot. Gelukkig zijn er
geen verdere ongelukken bij voorgevallen.
De eerste spinazie van den kouden
grond is deze week reeds door den heer
Smit te Schagerbrug aan zijne verkoopers
afgeleverd.
Donderdag per fiets van
Schagen naar Schagerbrug rijdende,
had de heer L. het ongeluk, in een
sloot te Lagedijk te recht te komen. Dit
bad schijnt voor den heer L. nadee-
lige gevolgen te hebben gehad, daar hij
vrij ernstig ongesteld is.
Donderdag raakte het
paard van den heer K. Hopman nabij het
Armenhuis op hol. Het liep in een on-
stuimigen draf tot de kaasfabriek aan
de Stolpervlotbrug, en werd daar
door eenige personen gegrepen. Onge
lukken kwamen niet voor.
De gevraagde bijdrage in de voor-
loopige kosten ad f 200 werd verleend.
In plaats van den briga
dier-titulair K. de Vries te Anna Pau-
lowna, aan wien met ingang van 1 Mei
a.s. eervol ontslag is verleend, is te
dier plaatse benoemd de hr. L. Hessen van
Bussum.
Naar wij met zekerheid vernemen,
zal de zangvereeniging Crescendonog
maals het programma van jl. Maandag
opvoeren en wel op Zondag 24 April.
Deze uitvoering geschiedt op verzoek
en tegen verminderde entrée, nl. 25
ets. de persoon.
Onze plaatsgenoot, de onbezoldigde
rijksveldwachter A. Boot is te Hilver
sum benoemd tot gemeente-veldwachter
op een salaris van f 550.plus f 60.
voor bovenkleedingen vrije geneeskundi
ge hulp voor hem en zijn gezin.
In de den 12den gehouden vergadering
van het polderbestuur zijn de heeren
J. Winkel en G. Bos Wz. herbenoemd,
de eerste als heemraad, de tweede als
penningmeester van den polder.
Een bijvoegsel tot de
Staatscourant (no. 87) bevat een staat
van de gevallen van besmettelijke vee
ziekten in Nederland, voorgekomen ge
durende de maand Maart. Daaraan ont-
leenen wij de volgende opgave (de cij
fers tusschen haakjes duiden het aantal
eigenaren aan, onder wier vee de ziekte
voorkwam) mond- en klauwzeer 208 (9),
kwade droes en huidworm bij de een
hoevige dieren 6 (3), schurft bij de een
hoevige dieren en de schapen 503 (89),
rotkreupel bij schapen 3 (1), vlekziekte
bij varkens 5 (5), miltvuur bij allo vee
35 (34).
Onder ingekomen stukken was een
schrijven van den Burgemeester van
St. PaDkras, vermeldende dat het
ZEA. mislukt was, het vereischte aan
tal leden in zijne gemeente te verkrij
gen, om te kunnen toetreden tot deze
afdeeling.
Door bedanken van de twee benoem
de bestuursleden in de Januarivergade
ring werden thans benoemd de heeren
K. Snel en D. de Boer.
Bij de bespreking van den beschrijvings
brief voor de algemeene vergadering
werd den afgevaardigden een vrij
mandaat verleend, uitgezonderd voor het
voorstel Nieuwe Niedorp c. a. Werd
besloten, dit te steunen en voor lid
van het Hoofdbestuur de candidatuur,
van den heer van Eden te Nieuwe
Niedorp mede te helpen steunen. Als
afgevaardigden werden benoemd de
heeren A. C. G. Post en A. Wonder Pz.
Optreden tegenover eene wanbetaling
over 1897 kwam daarna aan de orde.
Bij de gevoerde debatten kwam aan
het licht, dat dit geval niet op zich
zelf stond, hetgeen helaas bij groote
vereenigingen zich meermalen voordoet.
Besloten werd, de contributie kwijt te
schelden en het Bestuur dank te zeggen,
aldus in deze zaak te hebben gehandeld.
In het vervolg zullen voor leden en
hunne gezinnen de hulpmiddelen gratis
te verkrijgen zijn, terwijl voor niet-le-
den, die geacht worden lid te kunnen
zijn, de hulpmiddelen tegen vergoeding
zijn te verkrijgen
Na dij»,^esluit' was de vergadering
afgeloopen."
T e Wieringer waard heeft
zich een commissie gevormd voor het
aanstaande kroningsfeest. Het bestuur
bestaat uit de heeren C. D. Rezslman,
burgemeester,eere-voorzitter; J P. Backx
notaris, voorzitter en C. Haringbuizen,
secretaris, penningmeester. De commis
sie zal de medewerking verzoeken van
het onderwijzend personeel. Het plan
bestaat, een school- en volksfeest te
organiseeren. Op de lijst, welke den in
gezetenen zal worden gepresenteerd, is
reeds voor een aanzienlijk bedrag ge-
teekend.
Niettegenstaande het nog vroeg is
en de gure wind ons nog om de ooren
blaast, zijn hier bij particulieren reeds
verschillende kamers verhuurd aan
gasten voor het a. s. badseizoen.
Een verblijdend verschijnsel en het
verwachte gevolg van de pogingen, die
hier werden en nog worden ingesteld,
om te zien, wat „der badplaats" is.
Ten koffiehuize van Mej. de Wed.
Borst had heden de gewone jaarlijksche
algemeene vergadering plaats van de
vereeniging ter bevordering van ge
trouw schoolbezoek te Egmond aan
den Hoef.
Na afloop der huishoudelijke werk
zaamheden werden als bestuursleden
herkozen de h. h. J. Groot en C. Kieft,
terwijl tot secretaris werd benoemd de
heer J. M. Scheliekens. In verband
met het te houden kinderfeest ter ge
legenheid der inhuldigingsfeesten, be
sloot de vereeniging dienaangaande ee
ne afwachtende houding aan te nemen.
Met een kort, doch krachtig woord
van opwekking sloot de voorzitter, de
heer H. Zwart, deze vergadering.
(Niet geplaatste ingezonden stukken
worden nimmer teruggegeven
Mijnheer de Redacteur
In laatste antwoord op het ingezon
dens van den geheel-onthouder, den
heer D. Kruit, verzoek ik U het vol
gende te plaatsen
Ik ken den heer D. Kruit niet en het
kan den heer Kruit in zijn strijd niet
baten, als hij mijn naam kent, want
het betreft niet de bespreking var. een
persoon, maar eene z a a k de ge
heel-onthouding. Of kopstuk A of on
dereind B overdrijft is nog precies het
zelfde, ik wijs op de overdrijving
Daarom ook beteekent de uitspraak
„hij is bang" voor de onderhavige zaak
niets, zij meent slechts m ij daarmee
te kwalificeeren, maar dient de geheel
onthouding in geenen deele.
Yan openbare bespreking moet ik om
reeds genoemde redenen afstand doen
ik heb mijn oordeel geschreven en over
het oordeel kan ieder lezer zijne ge
dachten laten gaan. Dat is het nut van
„al het geschrijf!"
De grens van matig gebruik is niet
juist te bepalenzij hangt af van de
omstandigheden, waarin iemand leeft,
van zijne lichamelijke gesteldheid, enz.,
enz.
Kan de heer Kruit soms de grens be
palen tusschen zuinigheid en gierigheid
Een ieder bepale de grens van matig
heid in alle dingen voor zich zelf en
dan ik herhaal het voor de laatste
maal dan heelt hij zich niet geheel
te onthouden van drank, b. v. om ze
delijk en lichamelijk recht te blijven
gaan en staan. Fini.
Aan een geheelonthouder-abonne
Waar wa togen opkwamen niet
tegen de geheel-onthouding; alleen tegen
de wijze van optreden van eenige ge
heel-onthouders.
En waarom niet omdat we zul
ke borrelmannen zijn, alleen omdat de
tweedracht hier te Kolhorn met do op
richting uwer afdeeling grooter is dau
ooit. Daarom nog eens, aan de onthouders
zij gezegd wij willen g e 1 o o v e n,
dat z ij de verstandigen en w ij do dom
koppen zijnmaar niet elkeen wil dat
telkens en telkens hooren, zelfs niet
van geheel-onthouders.
Staak dus die uitingen, opdat de
vrede en eensgezindheid in ons klein
dorpje moge wederkeeren.
De redactie dezer courant beleefd
dankzeggende voor de plaatsing" van
dit en het vorige, noemen we ons
Geachte Redacteur!
Voortdurend beziggehouden door allerlei werkzaam
heden, had ik tot heden geene gelegenheid in te gaan
op het schrijven van den matigen gebruiker in uwe
courant. Waarschijnlijk zon ik, omdat zijn schrijven
niet onderteekend is, er nog niet op ingegaan zijn,
indien hij ziet in zjju antwoord op het protest der
N. Niedorper geheelonthouders een toon had aange
slagen, die verder zwijgen verbood en het mij tot een
dringende noodzakelijkheid maakte hem op verschil
lende zaken te wijzen, wier kennis hem moge aan
sporen in het vervolg tegenstanders niet alleen meer
zakeljjk, maar ook meer waardeerend te woord te
staan.
Tegenover den ernst van ons streven, toegestemd
door allen die ons onbevooroordeeld hoorden, past
niet die spottende, uit de hoogte gevoerde taal, ie
minder, omdat hij zijn naam verbergt en zijn
stuk niet onderteekent. Waarom noemt hij zijn naam
niet? Vreest hij door het noemen daarvan bloot te
staan aan eene uitnoodiging tot een eerlijk en zake
lijk debat Of wil hij op die wijze de gelegenheid
behouden, om aan alles, wat hem maar voor den mond
komt, rijp en groen, lucht te geven, overtuigd dat als
hij zijn naam onder zijn schrijven plaatst, hij, zijn
naam kunnende verliezen, zou moeten waarmaken
wat hjj zei?
Ik weet het niet, maar ik wenschte wei, dat men-
schen, die hun naam niet onder hun beweringen
zetten, werden behandeld als honden, die voorbijgangers
aanblaffen: men debatteert of polemiseert daar niet
mede, maar loopt gewoonweg door.
Wat zijne beweringen betreft: de geheele redeneer
trant kenmerkt den schrijver als iemand, die zoo min
studie gemaakt heeft van het onderwerp, als ooit
behoorlijk eene vergadering bijgewoond. Bewijs. Al
zijne praatjes raken de kern der zaak niet, weer
leggen of bespreken geen enkel der door ons gebruikte
argumenten. Hij schijnt die argumenten niet eens te
kennen. Het eenige, wat hij misschien uit de tweede
of derde hand gehoord heeft, is ons beweren, dat de
matigen de verleiders zijn en dat heeft hjj zich zoo
aangetrokken, dat hij aan het praktiseeren is gegaan
over zijn matig drinken. Hij heeft daarbjj de voor iemand
die in een krant wil schrijven, onvergeeflijke naïveteit,
zich uitsluitend te beroepen op persoonlijke
ervaring, alsof die voldoende ware, om daarop eene
wetenschappelijke, voor den eisch des levens berekende
zienswijze te bouwen. Waarlijk, als op die wjjze de
wetenschap moest worden gediend, dan'zag het er slecht
met haar uit. Om tot wetenschap te komen, moet
men de geschiedenis raadplegen en uit de ervaringen
van zoovelen mogelijk komen tot algemeene waar
heden.
Hij beweert, dat hij nooit iemand tot dronkaard
heeft gemaakt, maar eilieve, waar hebben wij beweerd,
dat hij het alléén doet, hij doet het als matige drin
ker in gezelschap van duizenden. Het eenige, dat
hij kan zeggeD, is, dat hij zijn aandeel in de ge
meenschappelijke schuld niet bepalen kan. Omdat de
drankverleiding en drinkdwang een gevolg is van
veler samenwerking, ligt de mogelijkheid voor de
hand, dat de eerste de beste matige drinker zijn per
soonlijk aandeel niet opmerkt. Daarom spreken wij,
om der menschen oogen te openen voor hunne in onkunde
begane zonde. Best mogelijk, dat deze matigedrinker
eerst nu, nadat wij hem hebben wakker geschud, is
gaan denken en nu het verleden natuurlijk niet meer
contiólearen kan. In plaats van zijn verstand te ge
bruiken om de zaak ernstig te onderzoeken, gebruikt
hij het om uilvluchtjes te zoeken ter rechtvaardiging
van eigen lusten.
Ik geef dezen matigen drinker ernstig den raad,
eerst eens enkele argumenten voor de geheel-onthouding
te overwegen en dan eerst zich af te vragen, welke
rol de matige drinkers in deze samenleving vervullen.
Hij hlijve dan niet in het kleine bekrompen kringetje
van persoonlijke waarneming staan, maar lette op den
maatschappelijken invloed, die uit de gewoonten der
individuen ontstaat.
Hij moet, om het matige gebruik te verdedigen, zich
niet bepalen tot insinuaties aangaande ons optreden,
wat niets bewijst.
Tot praatjes over het verschil tusschen matig en
onmatig gebruik, wat niets bewijst, tot mede
lij denbetuigingen met de slachtoffers der drinkgewoontte,
wat niets haat en niets bewijst voor de zuiverheid
zijner gevoelens, want indien werkelijk zijn gevoelen
zuiver sprak, zou hij een afkeer hebben van een vocht,
dat velen ten verderve is en van zelf onthouding als
gewetenseisch voelen.
Hij weerlegge veeleer de volgende bewering:
1. Dat de eisch der matigheid is uitgesproken
in een tijd, waarin men de werking van den alcohol
nog niet voldoende kende.
Hij bewijze verder.-
2. Dat alcohol verwarmt, wat niet het ge
val is j
8. Dat alcohol versterkt, wat niet het ge
val isj
4. Dat alcohol den levensduur verlengt wat
niet het geval is;
5. Dat alcohol vreugde verwekt, wat niet het
geval is; zelfs geen levensvreugde, zoodat wij
onthouders door de matige drinker» ook dezen tegen
hunne dwalingen beschermen.
6. Dat alcohol geen invloed heeft op krankzin
nigheid, misdadigheid, ontucht, lichamelijke en zede
lijke ontaarding, w a t niet het geval is.
7. Dat ook geringe verdooving van de hersenen
(matig gebruik) den mensch niet geestelijk en zedelijk
doet dalen (wat niet het geval is.)
8. Dat een genot, dat de hersenen verdooft, de
zelfbeheersching vermindert, velen tot misdaad brengt
een voor het geweten geiechtvanrdi'gd genot maé
heeten, wat niet het geval is.
9. Dat een mensch, die bij verlies van hersens-
Helderheid toon nog van levensvreugde spreekt het
recht heeft over het streven van ernstige menschen
te oordeelen, (wat niet het geval is.)
Als hij dit alles zal hebben bewezen en dus de resulta
ten van de onderzoekingen der laatste jaren zal heb
ben te niet gedaan, er dus meer van weet dan man
nen als Richardsen, Bnnge, Forel, Kraepeliën, van
Rees, etc., dan zou ik hem nog raden, de geschiede
nis van den eersten den besten dronkaard te bestu-
deeren.
Waarom is die man dronkaard geworden?
Gij matigen zegt natnuripomdat hij zijn maat
met weet te houden. Wij onthouders gaan een beetie
verder, en ik zal het U bewijzen, redoneeren wat
minder oppervlakkig. Wij vragen.- waarom kon die
man zjjn maat niet houden?
En dan zijn er verschillende redenen.
De eerste en voornaamste: Omdat hij erfelijk be
last is (dat wist men niet, o matige drinker, in den
tjjd, toen de matigheidsprediking begon I)
Dan, omdat hij van nature zwak van wil is De
derde, die een bijzondere heteekenis heeft in verband
met de twee eerste, is dat de verleiding zoo sterk is
We hebben dns allereerst te doen met die zwakken.
Moeten wij hun die zwakheid, die veolal een stiafis
voor de zonde der ouders, kwalijk nemen; moeten we
hen daarom verachten, of moeten we medelijden met
heil hebben en ons leven met het oog op hun zwakte
inrichten, door de verleiding uit de samenloving
wegnemen? Zjjn wij sterkeren niet schuldig, de
zwakheden der zwakkeren te dragen? 01 wilt gjj,
uwe lusten hooger stellende dan den liefdeplicht, niet
volle bewustzijn wreed zijn tegenover de zwakke
ren en hunne gezinnen
Want die menschen met zwakken wil vinden do
verleiding op hun levensweg. Wat doen do matige
drinkers anders, dan aan hun scheepje op de levenszee
een koers wijzen naar een vaarwater, waarin zij
stranden zullen.
De dronkaards doen in elk geval nog het nut, wat
gestrande schepen ook doen zij wijzen de plaatsen aan,
waarop men stranden kan; in dit geval de drinkge
woonte.
Dc matige drinkers met elkaar weven een net dat
ligt over onze geheele samenleving, een net met
nauwe mazen, waarover geen erfelijk belaste, geen
zwakke, zoo zij niet door dc onthouders zijn
gewaarschuwd, ontkomen kan. Zelfs sterken van wil,
door de natuur bevoorrechten, vallen als slachtoffers
der verleiding, dankzij den drinkdwang.
Die drinkdwang en drinkverleiding moeten weg.
Waar de onthouding gepredikt wordt, begint gelukkig
de drinkdwang te verminderen, ook bij niet-onthouders,
maar de verleiding verdwijnt eerst, waar men met de
gewoonte breekt.
Sedert eeuwen heeft men de matigheid hooren
prediken zonder dat de ellende, voortkomende uit de
drinkgewoonte, verminderde. Treurige moed voorwaar,
en een bewij», dat men niet op de hoogte is vnn wat er in
de laatste jaren in de kringen van onderzoeker» en
drankbestrijder» is omgegnan, indien men nu nog de
„matigheid" dnrft verdedigen.
Zoo iemand is minstens 80 jaar bij zijn tijd ten achter.
En hoe wordt die matigheid ten opzichte van de
drinkgewoonte verdedigd I
In plaats van een bewijs eene vergelijkingAldus;
Matigheid staat tot onmatigheid al gevoel van
eigenwaarde staat tot hoogmoedswaanzin, als zuinig
heid staat tot gierigheid, als liberalisme staat tot
anarchisme. Het tweede is telkens de overdrijving
van het eerste.
Vooreerst is dit geen bewijs, maar dan is de
stelling niet juist. Zuinigheid, gevoel van eigenwaarde
(om „liberaal" maar buiten bespreking te laten) zijn
deugden, maar matigheid zonder dat men zegt
waarin, kan zoo maar niet als deugd worden aange
merkt. Matig stelen, matig moorden yijn ook
slecht. Wil deze „matigedrinker" soms deze stelling
ook verdedigen
Onmatig moorden veldslag, is slecht, maar
matig moorden moord op een mensch door een
mensch, is goed We weten wel, dat de gangbare
opvatting is, dat de moord in massa heldhaftig is,
terwijl de enkele moord veroordeeld wordt, maar ons
geweten zegt ons, dat beide verkeerd ziju en uit onze
samenleving moeten. Omdat zuinigheid beter is dan
gierigheid, daarom is matigheid in het drinken van
vergif niet beter dan onmatigheid daarin. Dat moet
juist bewezen worden. Deze matige drinker
verzuimt te bewijzen wat hij beweert.
Wij zeggen, dat het matige gebruik van een zoo
verderflijk vocht verkeerd is. Alcohol-gebruik kan
niet matig zijn. Het vermogen der zelfbeheersching
verdwijnt het eerst onder den invloed van den alcohol.
Ik geef daarom dezen matigen drinker in ernstige
overweging, eerst eens de zaak te onderzoeken, waar
hij over oordeelt, en als hij er over schrijft, geen
redekunstenarij, geen woordspeling te geven in plaats
van een bewijs; zoo doet geen ernstig mensch.
Hij poge veeleer te bewijzen, wat ik hem in die
9 punten opgaf.
U, mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaats
ruimte, heb ik de eer te zijn
Uw Dw.
Zuid-Scharwoude, 18/4 '98.
Schagen, 16 April 1898.
De muzikanten in Hol-
lands Noorden hebben behoefte gevoeld,
zich nader aaneen te sluiten. Te ver
wonderen is dit niet, daar zij bij het
verleenen van hunne diensten feitelijk
afhangen van de welwillendheid van het
publiek. Ten einde in eene meer billij
ke conditie te komen, hebben zij ge
meend, de spreuk onzer vaderen in toe
passing te moeten brengen Eendracht
maakt macht. Op de vergadering,
in Schagen gehouden, zijn tot bestuurs
leden der opgerichte vereeniging geko
zen de heeren C. Bijpost, Schagen, voorz,;
Olie, N. Niedorp, secr. en Koster, Scha
gerbrug, penn.
Aan het bestuur is opgedragen, een
reglement voor de vereeniging te ont
werpen.
Donderdag jl. werden in
het openbaar verkocht de voorwerpen,
die tot dien dag niet waren afgehaald,
afkomstig van de jongst gehouden ver
loting der Paaschtentoon stellings-
vereeniging.
Yerkocht werden2 zweepen, 1 pe-
troleumtoestel, 1 koperen ketel, 1 melk
bus, 1 bietensnijder, 1 veevoederketel
en 1 schoffel met mesthaler, tezamen
voor de som van f 58.
IndeAfdeeling YARKENS
op onze Paaschtentoon stel 1 in g trok
ken zeker de „zes" st., ingezonden door den
heer J. Stammes alhier, veler aandacht.
De jury kende aan dit No. dan ook
een eersten prijs toe.
Gewogen aan de Waag alhier, bleek,
dat onze knorrende dikhuidigen gemiddeld
500K.G. wogen,wel een bewijs, dat men een
geschikt soort bij doelmatige bemesting
tot een respectabele zwaarte kan bren
gen.
De leerlinge Anna Henijs van
onze openbare lagere school is
als kweekelinge aan de Rijkskweek
school voor Onderwijzeressen te Apel
doorn toegelaten en geniet als zoodanig
eeue jaarlijksche rijkstoelage.
-Naar wij vernemen hoopt
men, dq,t de tram Scbagen-Wognum
met 1 Augustus a. s. voor het vervoer
van personen en goederen geopend zal
zijn.
burgemeester van St. Maarten, i9 woens*
dag j. 1. op de vergadering der Noorder-
vereeniging van B. en S., alhier gehou
den, benoemd tot voorzitter dier veree-
in plaats van wijlen den heer
D. v. d. Stok.
D O 0 r d e Westfriesche Ka-
naalvereeniging is aan de ingenieurs
Bevorsen en van Heurn te 's-Gravenha-
ge opgedragen het maken van een ont
werp en begrooting van een kanaal van
Kolhorn tot aan het Noord-Hollandsch