Aangifte mrlzini.
kifijig voor k Sclnlterij.
Donderdag 28 April 1898.
42ste Jaargang No. 3305.
GemeenteSchagen.
FEUILLETON.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst,.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: S€MAÖ^S. Laan, JD 4.
UilgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WINKEL.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 6 Cents.
ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bekendmakingen.
Belasting op bedrijfs- en
andere inkomsten.
KENNISGEVING.
Binnerilandsch Nieuws.
Heer Hugowaard. De heet
r
IIisiesi HieiTt-,
AÜHttltit- k LHlIllTllaL
Burgsmeester rn Wethouders van Scha-
gen brengen, voor zooveel noodig, met het
oog op verzuim, betrekkelijk het doeu ven
aangifte ter Secretarie bij verhuizing bin
nen de gemeente, asn de ingezetenen in
herinnering het bepaalde bij art, 5 van
de Politieverordening dezer gemeente, lui
dende als volgt
„Ingeval van verhuizing binten de ge
meente zal daarvan tienen acht dagen be-
hooren te worden kennis gegeven ter Se
cretarie der gemeente, te weten
„Voor een geheel gezin, inwonende
„dienst- en werk boden daaronder begre-
„pen, door het hoofd van dat gezin.
„Voor afzonderlijk levende personen
„door hen zelf. Voor de geheele bevol-
„king van gestichten of andere inrichtin-
„gen, waar personen onder eenig bestuur
„te zamen wonen, door de bestuurders.
„Overtreding wordt gestraft met een
„geldboete van ten hoogste een gulden."
Schsgen, 15 April 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
8. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders der gemeen
te Schagen, daartoe van regeeringswege uit-
genoodigd, brengen ter algemeene kennis,
dat met de uitreiking der beschjjvingsbiljet-
ten voor de belasting op bedrits- en andere
inkomsten over het dienstjaar 1898—1899 in
deze gemeente een aanvang zal worden
gemaakt den 4den Mei a. s. Verder vestigen
zij de aandacht van het publiek op enkele
der voornaamste verplichtingen, welke het
ingevolge de bovengenoemde wet van 2 Oct.
1893 (Staatsbl. No. 149), met 1 Mei 1894 in
werking getreden, heeft te vervullen.
t ei lielde.
19.
SLOT.
„Vergeef mij, mijnheer," soo wendde de
jager siob vervolgens tot den vreemdeling
doch de woorden bestierven bem op de
lippen; met uitgestrekte handen snelde hij
op hem toe:
„Mijnbeer von Bressnitz, zijt ge 't wer
kelijk
„Ik ben het inderdaad, mijn waarde Mad
lung," antwoordde Walter hartelijk, .en ik
▼erbeng mij er zeer over, bg den eersten
stap bijna reeds een vriend te ontmoeten.
Doctor Glandorff schreef mij, dat ge door
sijne bemiddeling op het slot Sponeck waart
aaDgesteld."
„En ik ben er den doctor ook heel dank
baar voor. Ik zeg u, mijnheer, het is hier
een heel wat beter leven dan in da wilder
nissen van Nieuw-Mexico. Er gaat niets
boven zoo'n mooi Duitsch bosch.*
„Gij sjjt dus tevreden ia uw betrekking P"
„Van ganscher barte I De graaf is een
sielsgoed heet en de aangenaamste gebie
der dien men zich wensohen kan, En me-
vroaw de gravin nu, g{j zult baar leeren
keonen I Een prachtige dame. Gij gaat
immers naar bet slot Sponeck
„Zeker gij weet, Madlnng, dat ik mij
nog van een opdracht moet kwijten."
Ja, ja, van Fred Griswold dat was
een harde slag voor den onden man. Hij is
stil en ingetogeB geworden, maar anders
een goed mensch. Gij komt te voet van
het station f
„Ja, men zeide mij, dat de weg door bet
woud zeer mooi was en wanneer men se
dert drie jaar geen Duilscben boom gezien
heelt, dan voelt men een zeker verlangen,
weder eens door heg en steg te
kruipen."
„Ziet ge, zoo ging bet mg eveneens I
Doch ga nn mee. Deze weg leidt naar het
park en vervolgens door eeD laan naar de
veranda, waarop de familie 't meest ver
toeft."
„Maar mag ik zoo onaangemeld
„O, seker bovendien zal ik u aan
melden. Ga maar mede."
Een zonderling gevoel deed Walter'z
hart vlogger kloppen, toen bij naast Mad
lnng door de prachtige lanen stapte en vroo-
lijk met den jongen j»ger babbelde.
Dus hier was bet nieawe thuis van Edith P
Hier haar nieuwe wereld P Of «ij bet geluk
Die verplichtingen zfjn vervat in de hierna
volgende artikelen:
Artikel 15, 2.
Ieder die optreedt als bestuurder of be
boerend vennoot van eene hier te lande ge
vestigde vennootschap, onderlinge verzeke-
ringmaatschappjj, coöperatieve vereeniging,
of vpn eene vereeniging of stichting, die een
bedrpf of beroep uitoefent, of als boekhouder
eener hier te lande gevestigde reederjj, is
gehouden daarvan schriftelijk binnen óóne
maand kennis te geven bij het bestuur der
gemeente waar hij woont.
Artikel 16.
Hier te lande wonende beheerende ven-
nooten van Nederlandsche vennootschappen
en maatschappijen, als bedoeld in art. 6,
2, en van de in art. lb bedoelde comman
ditaire vennootschappen op aandeelen, be
stuurders van hief te lande gevestigde
naamlooze vennootschappen, coöperatieve
en andere vereenigingen en onderlinge
verzekeringmaatschappijen, alsook boekhou
ders van hier te lande gevestigde reedertjen,
mogen niet tot het doen van uitdeelingen
of uitkeeringon, waarover volgens art. 5,
1 en 2 en art. 6, 2 belasting verschuldigd
is, overgaan, alvorens daarvan aangifte ge
daan en de over vroegere uitdeelingen of
uitkeeringen verschuldigde belasting betaald
te hebben.
Bij liquidatie mogen de bedoelde uitdee
lingen of uitkeeringen niet geschieden,
alvorens de daarover verschuldigde belasting
is voldaan.
Artikel 45.
Bestuurders van de bij art. lb en c bedoelde
naamlooze vennootschappen, coöperatieve
vereenigingen, andere vereenigingen en
stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefe
nen, onderlinge verzekeringmaatschappijen
en sociëteiten, alsook beheerende vennooten
van hier te lande gevestigde commanditaire
vennootschappen op aandeelen en boekhou
ders van hier te lande gevestigde reederijen,
zijn gehouden binnen veertien dagen na de
vaststelling van balans of rekening een zoo
danig uittreksel als noodig is tot toelichting
der winst, uitkeeringen of uitdeelingen, te
doen toekomen aan den voorzitter der com
missie van aanslag, bedoeld bjj art. 19, lb
of 2, die den aanslag moet regelen.
Artikel 47, 5.
Hjj, die, daartoe gehouden, nalaat de ver
plichtingen na te komen, bedoeld bjj art. 15,
1 eerste lid, en art. 15, 2 eerste lid, wordt
gestraft met eene geldboete van ten hoogste
t 25.-.
Geljjke straf wordt opgelegd in geval van
overtreding van art. 45.
zou hebben gevonden, waarvan zij eens aan
zijne zijde, op dien dag in do Vogezen, bad
gedroomd Hoe lang wai dat reeds geleden
Yier jaar hoe kort nog, en toch scheen
het hem reeds een menschenlceftijd toe.
Nu weken de boomsn vaneen, om een
grooten halven cirkel te beschrijven, in welks
midden een groote grasvlakte was. Daar
achter verhief zich het grijze, met klimop
rozen getooide slot, waarombeen zich een
mime veranda bevond.
„Ik zie da gravin op de veranda," zeide
Madlung. „Wilt ge een oogenblik wach
ten
Madlung ging vooruit om Walter aan te
melden.
Met hevig kloppend hart stond Walter
daar. Hoe zou Edith hem onivangon
Terwijl Walter stond te wachten, weer
klonk plotseling een lichte kreet een slan
ke, wolgekleede vrouwengestalte snelde de
veranda af en met nitgostrekte banden op
Walter toe. Da booge, eenigszins gebogen
gestalte van mister Griswold volgde lang
zaam.
„Mijnheer von Bressnitz, eindelijk komt
ge wees hartelijk welkom sedert een
jaar wachten wij u bijna dagelijks
Zij reikte hem beide handenin bare
oogen stonden tranen, en om hare lippen
speelde een lachje.
Walter boog zich, diep bewogen, over ha
re handen.
„Mevrouw de gravin dit wederzien
ik geloofde niet, dat ik u ooit weer zon
ontmoeten.
.Kom kom, ga meeBegroet mijn
vader ach, we hebben zoo dikwijls over
u gesproken. In uw armen is mijn broeder
gestorven gij hebt zijne laatste woorden
gehooidzijn laatsten blik opgevangen
De zenuwen overweldigden haarsij legde
baar hand voor de oogen, om hare tranen
te verbergen.
Mister Qriswold schudde Walter de hand.
„Wees ook mij welkom, gij brengt mij
den laatsten groet van mijn zoon een jaar
heb ik daar op gewacht gij kondt seker
niet eerder komen
„Ik bleef nog eenigen tijd in Amerika."
„Ja, ja, dat weet ik, Glandorff schreef het
ons. Wellicht is het ook beter, de eerste
smart is voorbij ik heb mij naar het
onveranderlijke gevoegd."
Mister Griswold was zeer verouderd, zijn
straffe, flinke gestalte was ineeogezonken,
zijn haar bijna sneeuwwit geworden. Maar
in zijne oogen straalde een warm, mild
licht en een zachte uitdrukking had de
hardheid en strengheid van het galaat weg
genomen.
Roep den graaf," wendde Edith sich tot
den jongen jager. ,,Ik geloof, dat hij met
den kapitein bij de paarden is."
Artikel 47, 6.
Overtreding van art. 16 wordt gestraft met
eene geldboete van ten hoogste f 400.—.
Artikel 34, le lid.
Handelsreizigers, kramers en alle verdere
personen, die hun bedrijf of beroep rond
trekkende uitoefenen, voor zoover zjj behoo-
ren tot de bedoelden by art. la, h enk, zjjn
gehouden, onverminderd hunne verplichtin
gen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter
plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het
begin van het belastingjaar het eerst bevinden,
bi) het gemeentebestuur schriftelijk aan te
melden, met opgaaf van hun naam, hunne
woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten
blijke dat zi) hieraan voldaan hebben, ontvan
gen zij kosteloos een door of vanwege het
hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs,
dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen
en op aanvraag aan ambtenaren der directe
belastingen te vertoonen.
Artikel 47, 7.
Personen, die van een bewijs voorzien
moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in
gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan
bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden
gestraft met eene geldboete van ten hoogste
f 25.-.
Geven zij ter bekoming van dat bewijs
aan het bevoegd gezag een valschen naam,
woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken
zij gebruik van het aan een ander afgege
ven bewijs, dan worden zjj gestraft met
eene geldboete van ten hoogste f 150.—.
Voorts wordt r.og bijzonder gewezen op
de in art. 12, 2, 2e lid, lo. d, aan de inge
zetenen van het Rijk verleende bevoegdheid,
om zich, by de aanstaande beschrijving, de
uitreiking van een beschrijvingshiljet B te
verzekeren, door vóór of op 15 Mei a. s.
het verzoek daartoe schriftelijk te richten
tot den Ontvanger der directe belastingen
over hunne woonplaats.
Afgekondigd en aangeplakt te Schagen,
den 22 April 1898.
De Burgemeester,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en "Wethouders van
Schagen brengen ter algemeene kennis,
dat vergunning voor de uitoefening van
den kleinhandel in sterken drank is
verzocht door TRIJNTJE YADER,
wed. Cornelis Stöve, voor perceel No.
44 van Wijk B, aan de Marktplaats,
en door JAN CORNELIS de VRIES,
voor perceel No. 64 van Wijk B, aan
Madlung snelde heem. Edith gxleidde
Walter naar de veranda en nu moest bij
vertellen van de laatste oogenblikken van
Fred, diens laatste woorden herhalen en
vertellen van zijn berouw.
Walter meldde alles zoo verscboonend
mogelijk en wijdde in bet breede uit over
de liefde, die de jonge man bij zijn dood
aan den dag bad gelegd voor zijn' vader
en zuster-
Een ernstig, weemoedig zwijgen volgde
op zijne mededeelingen. Diep treurig en
met bet boold op de borst zat mister Gris
wold daar, over zijne magere, bleeke wangen
rolden tranen. Vervolgens baalde hij zwaar
adem en stond op.
„Verontschuldig mij, mijnbeer von Bress
nitz ik moet alleen zijn mijn bedaard
heid terug sieD te krijgen er is niets
meer aan te veranderen."
Terstond ging hij been, als wilde hij zijne
smart voor anderen verbergen.
„Het helpt ,niet zeide Edith na een
poos, „het moet gedragen worden, zooals
menig ander in het leven
„Uwe woorden klinken seer weemoedig
mevrouw de gravin," antwoordde Walter met
ernstig gelaat. „En toch geloof ik, dat ge
geen reden tot klagen hebt
Een vlugge, ernstige blik barer oogen
trof hem.
„En hebt gij reden tot klagen P" vroeg zij.
„Hebt ge niet bereikt, waarnaar ge gestreefd
hebt P Zijt gjj niet kalm, tevreden geworden P"
„Ja ik ben kalm ik ben tevreden.
Ik heb ervaren, dat de waarde van bet leven
bestaat in eeu plichtvervnllenden werkkring.
De arbeid helpt ons over alles heen, over
ontgoochelingen, over teleurgestelde hoop,
zelfs over een verloren leven."
„En was uw leven verloren Een rijke tijd
ligt achter u. Uw naam wordt reeds in
de wereld der wetenschap met eer genoemd
gij zult verder gaaD, verder werken en
niet slechts rustig en tevreden, maar ook
gelukkig worden."
.Gelukkig wat is geluk
In hare oogen flikkerde een vrooljjke
straal.
„Het gelak wil bestreden worden, Walter
gij zijt een man, gij moet kracht en
moed hebbeD, bet geluk te overwinnen
zooals ik dat gedaan heb."
„Gij, Edith
„Zie mjj niet zoo verwonderd aan, mijn
vriend 1 Wat ocs in onze jeugd, in een
schoonen droom, het geluk toescheen, wel
licht was het 't geluk niet. Misschien was
het maar een vluchtige droom, die door on
ze harten trok, terwjjl bet ware geluk op
den bodem daarvaD lag verscholen. Aeh,
mijn vriond, ook ik heb eeu smartvolleu strijd
gehad ik wachtte op bet geluk," voegde
sij er met een weemoedig lachje aan toe,
de Laagzijde alhier.
Schagen, 22 April 1898.
Burgemeester en "Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente SCHAGEN noodigen bij deze uit:
1°. alle manneljjke ingezetenen, geboren in het
jaar 1873;
alle mannelijke ingezetenen, geboren in de
jaren 1864 tot en met 1872, die, ofschoon in andere
gemeenten reeds ingeschreven, sedert de inschrijving
van het vorig jaar in deze Gemeente zijn komen wo
nen
3°. alle vreemdelingen, die sedert de laatste inschrij
ving in de termen zijn gevallen, om als ingezetenen
te worden beschouwd
om, met overlegging van een extract
geboorte-akte, zoo zij elders geboren zijn,
zich ter inschrijving voor de schutterij aan te mel
den ter Gemeente-Secretarie, tusschen den löden en
den 31sten Mei e. k.terwijl voorts wordt medege
deeld, dat voor die inschrijving meer bepaaldelijk
zitting zal worden gehouden op alle werkdagen, des
voormiddags van 9 tot 12 ure.
Wordende hierbij, ter voldoening aan art. 8 van
het Koninklijk besluit van den 21sten Maart 1828,
Staatsblad N®. 6, nog medegedeeld eenige bepalingen,
vastgesteld bij het IJde hooldstuk der Schutterijwet,
betrekkelijk de inschrijving voor de Schutterij, lui
dende
Artikel 6. Elk jaar, vóór den eersten Juni, zul
len de ingezetenen, die op den lsten Januari van
het jaar hnn 25ste jaar van ouderdom zullen zjjn
ingetreden, zonder onderscheid of zij vermeenen moch
ten al of niet tot de vrijgestelden of nitgeslotenen te
behooren, verplicht zijn, zich bij het bestuur der
gemeente, in welke zij wonen, voor de schutterij te
doeu inschrijven.
Artikel 7. Zij, die in meer dan eene Gemeente
hnn gewoon verblijt houden, of den zetel van hun
vermogen hebben gevestigd, zullen tot de inschrij
ving verplicht zijn binnen die Gemeente, alwaar oen
dienstdoende schutterij aanwezig is.
Bijaldien in die verschillende Gemeenten alleen
dienstdoende of alleen rustende schutterijen bestaan,
zullen zij zich doen inschrijven in de Gemeente,
alwaar zij voor de personeele belasting zijn aangeslagen,
en de ambtenaren in die Gemeente, alw.ar zij ambts
halve verplicht zijn hun verbljjf te houden.
Artikel 8. Die van hunnen onderdom geen vol
doend bewijs geven, zullen door het plaatselijk
bestuur worden ingeschreven, naar deszelfs oordeel,
onverminderd de bevoegdheid van den ingeschrevene,
om van zijn jnisten ouderdom nader te doen blijken.
Artikel 9. Die bevonden zullen worden zich niet
vóór 1 Juni te hebben doen inschrijven, zullen door
,en toen bot niet kwam, toen werd mijn hart
trotseh en boos en ik reikte mijn hand aan
•en man, dien ik meende nooit te kannen
liefhebben ik reikte hem mijn band, ik werd
ïijoe vrouw nit trots en hoogmoed, alleen
pm een schitterende positie te kannen
innemen
„Edith mevrouw de gravin 1*
„Noem mjj bij mijn naam, tooals voor
jaren, toen wij een «e'aoonen droom droom
den. Maar Walter, herinner n dien
tijd denkt ge niet, dat, trots dien droom,
die, ais een zonnestraal over een bruisend
beekje, over ons hart streelde, diep in onze
ziel een geheim verlangen, een geheim ge-
lak rastte, dat dien droom niet in vervulling
kon doen gaan P Denk eens aan die eenza
me, stille oren daar buiten in die wijde we
reld heeft die korte droom vsn dien
dag nog macht over nw hart?"
Hij sloeg de oogen neer en zweeg. Yoor
zijn geest stoud op eenmaal weder de ge
stalte van Marianne; dat liefljjke gelaat,
die groote blauwe oogen schenen hem zacht
lachend aan te sien en hij haalde diep
adem. Ook die hoop was verdwenenhij
wist niets van baar, van de vriendin, de
geliefde zijner jengd; hij wist niet eens,
waar zij op dit oogenblik was. Hoe kon,
hoe durfde bij hopen, dat zij sich sijner nog
zou gedenken, na jarenlang zwijgen, daar hg
zonder afscheid van haar was heenge
gaan P
„En wanneer ge gelijk hadt, gravin P"
zeide hij zacht, „was ik dan gelukkiger P
Ik heb het geluk verloren voor mg is
het te laat."
Zij lachte sohelnssch. „Wie weet P® zei
de «g. „Om gelukkig te worden ii het
Dooit te Iaat. Ook ik geloofde eerst
het is te laat voor mij. Eu ziedaar, het
geiuk bloeit nu welig op mijn levenspad."
„En syl gj gelakkig geworden Pi*
„Wilt ge eenbewijsvan mijn geluk zien?'
vroeg zy met schitterenden blik. „Zie,
daar komt het I*
Op de grasvlakte voor het slot huppelde
aan de hand eener vrouw een kleine knaap.
De kleine beentjes konden den jongen nog
niet best dragen, maar juichend strekte bij
de armpjes naar Edith uit en deze snelde
op hem toe, tilde hem juichend omboog en
kuste en lielkoosde den kleine. De jongen
sloeg zijn armpjes om beur hals en vleide
zijn zacht kopje tegen de wang zyncr moeder.
„Hier is myn geluk", sprak zij sidderend,
terwijl rij den knaap zacht tegen zich. aan
drukte „myn geluk myn toon, mgn
hartlapje Met schuwe oogen zag de
knaap tot den vreemdeo man op.
Ia 't harte geroerd stond Walter daar.
Yervolgens zeide by zacht„Ja, Editb,
dat is het geluk en ik geloof u, dat ge
gelukkig zijc eu dank God daarvoor. Eu
het plaatselijk bestuur ambtshalve ingeschreven
worden, en door den schuttersraad worden verwezen
tot eene geldboete, terwijl zij daarenboven, zonder
loting, bij de schutterij zullen worden ingelijfd, in
dien het zal blijken, dat er, tijden» de verzuimde
inschrijving, geen redenen tot de uitsluiting of
vrijstelling te hunDen aanzien bestonden.
Afgekondigd en aangeplakt te Schagen, dsn 34
April 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
de Burgemeester,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat het toelaten van nieuwe leerlingen tot
de gemeenteschool alhier zal plaats hebben
op Maandag 2 Mei a. s., des morgens ten
9 ure.
Schagen, 26 April 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris.
DENIJS.
Door de Vr ij zinnige k i e s-
vereenigiDg te Wieringerwaard,
zijn tot candidaten voor de Provinciale
Staten gesteld de heeren Th. J. Waller
en J. Zijp Hz.
Da. A. Weeder heeft den 24en voor een
talrijk opgekomen schare afscheid van de
gemeente genomen met eane pleehtige re
de naar aanleiding der woorden„De
Heer doe aan u weldadigheid, gelijk gjj
weldadigheid aan mij hebt gedaan."
Uitslag der ten overstaan
van den notaris B a c k x gehouden vei
ling aan 't Zand, in de Zijpe, op Maan
dag 25 April jl.„ van een Woon- en Win-
keihuis, waarin broodbakkerij, met boet,
eif en tuiD, aldaar, sectie H, no». 658
en 572, samen groot 11 aren, 50 centi
aren aangekocht door den heer t.H. Veul
te Zijpe voor f 2500.
no, daar ik hot gelok zie, nn voel ik het
eerst met smartelijk geweld, dat Ik niet
gelukkig ben vaarwel Edith
„Walter, waar wilt ge heen P"
„Ik moet weder weg, Edith ik wil
werken, weder de wereld in wellicht
dat ik daD het gelak ook nog eens vind,
ik zal zoeken
„Maar het is hier bet is dicht bg u
gij behoeft er de band maor naar nit te
strekken I*
„Edith
„Zie dan toch om, droomer, dwaas, ge
lukkige droomer
Een lichte kreet klonk er aohter hem,
Verwonderd, verrast draaide hg sich om.
„Marianne I*
In de deur, die naar het inwendige van
het slot leidde, stond Marianne in een een
voudig zomerkleed. De handen had *y voor
bet gelaat geslagen en zij weende de zonne
stralen slopen door het loof der veranda en
kosten het blonde haar van het meisje, wier
gestalte sidderde, als de joege stans van eets
slanken ijp wanneer de lentewind hens
liefkoest.
.Marianne gij gg hier?"
Zg liet de handen van het gelaat zinken
en zag bem, door hare tranen heen,
lachend aan.
„Ik boorde van Madlung, dat gg er
waart, Walter en snelde hierheen o
Walter, hoe lang, hoe oneindig lang is
het ge
Hij greep haar handen en kaste die in
groote opgewondenheid. Ja, ja, Edith had
gelyk hier was immers het geluk, dat hg
zjjn gansche leven had gewacht, waarvan
hij had gedroomd alle jaren lang nit ha
re oogen lichtte het hem tegemoet, in ha
re trekken las hg het, in haar zaohten, war
men handdruk voelde bg het hier, hier was
vgn geluk „Marianne, jjj hebt aan mg ge
dacht jg hebt me niet vergeten
Hg wist het niet, dat hg het vertrouwe
lijke „jg" had gebruikt. Bg had op dit oo
genblik het styve „n" niet over de lippen
kannen brengen. Eu Marianne sloeg de
oogen niet neder voor zijn vragenden blik,
diep zagen eg elkander in de oogen, een
roso gloed klearde hunne wangen en met
warme oprechtheid antwoordde zij„Ik heb
dag aan dag, nar aan uur aan jon gedacht
Walter
Een lnide jnbel werd gehoord en 't vol
gende oogenblik lag zij aan zgn borst
hg had bet geluk in zgn arm en drukte
het aan zgn hart en het zag bem lachend
uit de blaowe oogen van Marianne aan.
Toen zg nit den roes van het gelak, dat
hnnne harien vervolde, ontwaakten en naar
Edith omzagen, waren zg alleen Editb
bad stil de veranda verlaten, het geluk
heeft geen getuigen noodig. EINDE.