GEMENGD NIEUWS.
D.
i. 1»#1
Wl HlOUlIl ïpill^ V|J Ulj IC lij"
rag zitten, niet tehuis.
Zijn Frsnsche gevatheid zag het ridicule
van het geval heel gauw in, hij stak het
conecientiense doen van zijn' collega niet
onder stoelen of banken en bij bezorgde
de sociëteit veel plezier met zijn vertel
lingen. De Duitsche conenle-vrouw, haar
man gehoorzaam, zei het avondje bij zijne
vrouw op, groette haar niet meer op
■traat en ging haar dochter alleen dan
bezoeken, al» schoonzoon onmogelijk thuis
kon wezen. De Duitacher, die zich met
zijn ernat bespottelijk maakte en dan ook
allerlei opmerkingen te verduren had, bleef
beginseltrouw desondanks en, sis ik mij
wel herinner, is na het sluiten van den
vrede, waarin Frankrijk toch een onaan
gename partij vervulde, de Dnitscke con
sul niet meer de yriend van rijn' Eran-
schen collega geworden. Die had hem te
veel bespotting bezorgd.
Zoo gaf de oorlog tusschen hen een
totale breHk.
Yan de Amerikaansche en Spaansche
consnls is dit gelukkig niet te verwach
ten. De heeren, toevallig beiden hande
laren, nemen het geval blijkbaar volstrekt
niet zoo serieus op, zij domincereu en
borrelen als was het vredestijd.
Ook in onze havens, die zoowel Spaan
sche als Amerikaansche schepen bevat,
zijn geen conflicten te verwachten. Toch
zal de havenpolitie goed doen, op haar
hoede te blijven, want het is zeer wel
mogelijk, dat na een zege van Spanje op
Amerika, de Amerikaansche matrozen in
onze havena hun wrevel uitslaan op de
koppen dsr Spaansche collega's. Of om
gekeerd. En in onze havens mogen we
toch tenminste wel vrede hebben.
Een menschenredder,
In Denemarken heeft dezer dagen een ze
kere Christian Langer een jubilenm ge
vierd, dat voorzeker wel de vermelding
waard is. Sedert 50 jaren toch is hij in
dienst bij het Deensche Reddingswezen en
wel op een der gewichtigste en voor de
scheepvaart gevaarlijkste puDten der
Deensche kast, n.1, bij Harboöre aan de
noordkust van Jntland, waar de meeste
strandingen plaats hebben en de woeste
zee jaarlijks zeer vele cfiers eischt.
Daar weid Langer in het j'aar 1848 als
jonge man geplaatst en ofschoon hij nu
74 jaren telt, neemt hij nog altijd aan het
reddingswerk een persoonlijk aandeel, ter
wijl hij steeds vooraan is waar het geldt
om het woedende element een offer te ont
rukken.
klinkt dat. Laten we aan deze domme ge-
sebiedenis eens beel spoedig een eind maken.
En John Berger zond om zijne dochter.
Helen», zijn eenig kind, zat intusschen
met kloppend hart aan het venster van haar
kamer en luisterde angstig naar ieder ge
druis. Zjj wist reeds, hoe het komen moest
zjj had het soo dikwijls gelezen, en nog
meer doordroomd 1 Men liet haar roepen, eg
viel Otto om den hals, baar vader zegende
hnn verbond en daarbij trok zij ze
nuwachtig een lok lichtblond haar over
hals en Behouders en de groote blauwe oo-
gen, zoo zacht, zoo vertrouwend en geloo-
vend, staarden teeder naar een btt'gzamen tak
van een groenen berk zjj dacht aan haar ge
liefde, zjj gevoelde angst voor hem, zij her
haalde het zieb telkens, dat tjj sterven zon
zonder dat zij hem zon kannen opgeven.
Hij was zoo mooi, zoo jong, zoo goed
en zjj hadden elkander zoo lief.
Waarom bleef nn alles stil Helena
hoorde haar hart kloppen, maar anders
hoorde zg niets, zij voawde hare handen,
een traan hing aan haar wimpers en dan
daar kwam hg eindelgk, zg zag zgne
slanke gestalte door den tuin naar het bek
gaanzg zag hem zich omdraaien en een
kns naar hasr venster werpen maar wat
was dat hg ging wegp
Buiten ziobzelve van sohrik snelde Eelena
naar de bibliotheek, waar haar vader haar
met gefronate wenkbrauwen tegenkwam.
Nooit was de gelgkenis minder tusschen
hen geweest dan juist op dit oogenblik; het
meisje saoht, schuchter en blond, als een
iee, hg norseb en hoekig, een „selfmade
man" van zgn hoofd tot de voeten.
.Mooie dingen doe je," begon hg barieh,
.beeldt ge u werkelgk io, dat ik den eersten den
besten, die tin in mjjn geld heeft, n maar om
den hals zal laten vliegen P"
.Papa," zeide zg ernstig en zzg kern vol
vertrouwen aan, .Otto heeft mg evenzeer
liet als ik hem, hg denkt niet aan nw geld,
wg willen trouwen
.Dochters van millionnairs wii men steeds
trouwen,* viel hg haar grof in de rede,
„maar ik heb dat jongmensch reeds de waar
heid gezegd.*
Gedurende zijn lange werkzaamheid
heeft hij niet minder dan 536 menschen
van een wissen dood gered een aantal
reddingen, waarop weinigen, misschien nie
mand, zich zullen kunnen beroemen. Lan
ger nam in 1868 ook deel aan de red
ding der bemanning van het Russische
oorlogsschip Alexander Rewsky, dat
bij Harboöre schipbreuk leed, bij welke
gelegenheid de Russische regeering hem
al» belooning een groote som gelds en
een medaille deed toekomen.
Toen Tsaar Alexander III eenige jaren
later Jutland bezocht, deed hij Lïnger de
zeldzame eer aan, om hem ïu zijne kleine,
bescheiden visscherswouing te gaan zien ea
hem persoonlijk te bedanken.
Nog nauwelijks een goede week geleden
heeft de brave zeeman aan het hootd van
zijn manschappen een uiterst moeilijke
redding volbracht. De Deensche regeering
erkende Langer's verdiensten door hem te
benoemen tot ridder in de Dannebrog-orde.
Dekeizerin van Rusland
bezit een salonfontein, die naar verkiezing
27 verschillende odeurs kan verspreiden.
Door een kraan om te draaien, gesnerkt
met den naam van het begeerde reukwerk,
en op een knop te drukken, springt oo-
genblikkelijk een straal omhoog.
Groote brand te Glasgow.
Dezer dagen brak in een groot, vier
verdiepingen hoog gebonw te Glasgow een
hevige brand nit, die weldra zulke afme
tingen aannam, dat het niet meer moge
lijk was, niettegenstaande de brandweer
onmiddellijk aanwezig was, om de belen
dende pereeelen te redden. De kathedraal
van St. Andries, in de onmiddellijke na
bijheid werd, ook ernstig bedreigd en
heeft eenige schade geleden. Ware de
wind uit de noordelijke richting blijven
wanen, dan was deze kerk ook een prooi
der vlammen geworden. Op verzoek van
de priesters knielde de katholieke gemeen
te op straat neder en bad voor een gun
stige verandering van den wind. De bede
werd verhoord, tegen 12 nar des nachts
draaide de wind naar het zuiden, waarop
de vlammen in noordelijke richting hun
vernielingswerk voortzetten en de Katho
lieke kerk ongemoeid lieten.
Bij het uitbreken van den brand was
het Metropole-Theater geheel gevuld en
was men aan het laatste bedrijf der voor
stelling, toen een man onder het geroep
van brand, brand 1 binnen kwam stormen.
Een paniek was onvermijdelijk, doch op
het geroep van .geen brand, geeu brand!"
van den schouwburg-directeur en eenige
der spelers, bleef het publiek toch nog
kalm Daast de zitplaatsen staan, terwijl de
„Gij wilt dus niet toegeven P* vroeg zij
ontsteld, „ja, maar wat zullen we dan be
ginnen, wij hebben elkander zoo lief 1" Een
traan rolde langzaam over baar gezichtje,
dat geheel bleek geworden was.
.Geen karen, Helena, er zgn nog meer
mannen op de wereld behalve deze ecne;
gij znlt kens genoeg hebben, of, om je de
waarheid maar te zeggen, ik heb groote
plannen met jevan welken aard, dat hebt
ge nog niet te weten maar denk er wel
om, ik verbied je ten strengste allen verde
ren omgang met dien windbuil kom ik daar
achter, dan zal het voor je beiden heel
zlecht afloopen, en ik ben een man met een
jjzeren wil.*
Helena snikte Inid: .Papa, lieve papa,
maak mij tocb niet ongelukkig, ik sterf van
angst en kommer.*
Berger knikte„Ja, dat ken ik, daarover
zult ge later wel wat verstandiger denken,
als gij wat onder geworden zjjt. Wij zien
de wereld met geheel andere oogen aan,
dan dat gij dat doet. Ga nu heen en laat
je tranen vlieten zoolang het je aangenaam
is."
Innerlijk kwam haar hart (egen dien spot
op, zij wendde zich evenwel zwijgend naar
de deur.
„Na zal zij zioh eerst de oogen rood wee-
nen en eindelgk tooh gravin Schorn worden,
dat is altoos nog zoo gegaan 1" dacht Berger,
tevreden over zichzelf, „het mag niet al te
lang nitgesfeld worden, want op die meis
jes is maar heel lastig te passen.*
Helena eehter ging handenwringende
het park in en gaf zioh daar aan haar
verdriet over.
.Ik zal van verdriet sterven,* daoht zjj
vei vertwjjfeling,„dan zal Otto zien, hoe
ik hem boven alle* heb liefgehad en mijn
vader cal dat ookzien dan zal bjj berouw
hebben over zijne hardvoehtigheid, maar
dan is bet te laat.*
Maar zjj stierf niet- In plaats daarvan
kwam graaf Wolfgang Schorn meer en meer
op Rotenbnrg en bewees de lieve joffronw
Berger allerlei attenties, die zg met de groot
ste koelheid in ontvangst nam. Zeker was
de graaf geen bijzonder innemende persoon
auteurs voortgingen met spelen. Daar ech
ter wel eenig gevaar was, liet de direc
teur de voorstelling eindigen, het orkest
het volkslied spelen en verzocht den tos
schouwers kalm de zaal te verlaten. Op
het laatst ontstond toch nog eenig gedrang,
toen da roode gloed van den brand door
de vensters zichtbaar werd. Alles liep zon
der ongelukken at.
Die brand is de grootste, die sinds ja
ren in Glasgow heeft gewoed en de schade be
draagt naar gissing twee millioen gulden.
Van de kerk van 8t. Andries werd alleen
het dak gedeeltelijk vernield.
Een paar dagen nadat Zo-
Is veroordeeld was, stelde de kleine Z.
zijn medescholieren van de zesde klas ee-
nei lagere school te Genre voor, den
grooten romancier een sympathie-adres te
zenden. Zoo gezegd zoo gedaan. De brief
werd, prachtig mooi geschreven en vrij
goed gesteld, verzonden, zonder medewe
ten van de onderwijzer»27 jongetjes on
derteekenden mee. De moeder van Z.
moest 25 rappen voor port geven.
De heele zaak was al hasst vergeten,
toen kort geleden Zola's antwoord kwam.
De vader van den kleinen Z., een eerzaam
schoolmeester, die van het geval niets ge
weten had, zat er erg mee inen al vond
hij goed, dat aan de zeveu-en-twintig scho
lieren het antwoord werd meegedeeld, hij
wilde volstrekt het handschrift van den
gevreesden natnralist niet in kinderviDgeri
geren. En de man was doodelijk benauwd,
dat hij en lijn zoontje en de 27 andere
onderparen eii hun kinderen door een be
richt ervan in de krant te schande zou
den worden gemaakt- Hij verbood dan ook
streng, om er iets van te vertellen. Maar
toch kwam de zaak een jonrnalist ter eo-
rehij onderzocht, hij ondervroeg de vrien-
deD, de dienstbode van meester Z., tever
geefs. Totdat 't tienjarige dochtertje van
den onderwijzer argeloos de zaak verklapte.
Door allerlei praatjes wist de verslaggever
haar het geheim te ontlokken, ja, ze ken
de den brief zelfs van buiten. Ylug gedic
teerd, en nu staat hij in alle Zwitaersche
bladen
„Mijn lieve, kleine Trienden I Niet
tegenstaande de zorgen van de laatste da
gen, wil ik uw treffend adres niet onbe
antwoord laten. Ik wist wel, dat ik in
Gecève warme vrienden heb maar ik
kon niet vermoedeD, dat daar zulke jonge
vrienden onder waren. Moge gij steeds de
zen mooien geestdrift voor de edele zaak be
houden. Ernile Zola.*
De kleine Z., de ontwerper van het hee
le plan, een intelligente, opgewekte jongen,
is zóó van streek door het opzien, door
zijn adres gewekt, dat hij er ziek van ge
lijkheid in de oogen van de jonge dame,
wie het volstrekt niet toelaohle, gravin te
worden, en daarom waa het niet te verwon
deren dat zjj hem onhenseh behandelde
doch de graaf was zoo met zichzelf ingeno
men, dat bjj dat alles aan schnohterheid
toeschreef, wat direct trgenzin in zgn per
soon was.
Berger deed, als merkte hjj van dat alles
niets, tot hij op een zekeren dag Helena bjj
zich liet roepen en hjj droogjes verklaarde,
dat zij zich van nu af had te beschouwen
als de verloofde van den jongen graaf, wien
hij zijn woord bad gegeven.
„Yader, dat kan u geen ernst zgn,* zei-
de zjj sidderend en bevend, „nooit, nooit
fronw ik een van ben, die mjjne afkomst
als schande besehonwen en mg sleehfa
ter wille van mgn geld nemen.*
„Kind 1* meende hg en streek naar over
bet blonde haar, „gjj hebt n tooh niet voor
gesteld, dat ik iets anders verwacht heb P
Neen, daartoe is John Berger (e verstandig
maar nochtans wil ik, dat ge in een rjjtnig
met een grafeljjk wapen door het teven
zult gaan, en ik zal dien wagen betalen, och,
dat is de loop.*
„Nooit, nooit 1* herhaalde Helena.
„Gjj znlt gehoorzamen,* antwoordde hjj
kalm. „'t Is niet de eerste maai, dat ik een
weerspannig vronwenboord tot reden braeht 1
Gij sjjt de verloofde van den graaf en daar
mee uit-'1
„Ik wil niet ongelukkig met hem worden,*
hield sg hardnekkig vol, en in deze tegen
spraak had hjj zjjn eigen vlecsch en bloed
kannen herkennen.
„Waart ge een jongen, ge zondt mijnent
wege nw hoofd volgen en zien, hoever ge
daarmee kwaamt; als meisje doet ge, wat
ik wil! Wat drommel 1 ge lamenteert, alsof
ik je naar de hel wil cxpediëeren,en ik wil
je gelak.*
„Lsmt mij daar zelve maar voor zorgen,
lieve papa," verzocht zjj met tranen in de
cogen en met gevonwen banden.
Hij fronste het voorhoofd, een beang
stigend donkerrood klenrde zijne wangen en
hg donderde
„Nu is het genoeg nu» Ja malligheid, gjj
worden is. Yader's boosheid over het com
promittante geval zal daar wel niet kal
meerend op hebben gewerkt.
De Spaansche kroon en
Willem van Oranje.
De uitdagei de trots, waarmede de ko
ningin-regentes van Spinje de Cortes bij
het uitbreken van den oorlog heeft toege
sproken, zou Isabella van Cattilië, Karei
V of Philips II geen oneer hebben aan-
gedasn. Toch waren deze vorsten geen
voorvaderen van de koningin-regentes,
een leit, waar Erederic Harrison in de „Ti
mes" de aandacht op vestigt. Daarente
gen stamt de koningen-regentes van Span
je in rechte lijn af zoowel van Willem
den Zwijger (Hoor Charlolte van Bourbon),
als van Èlisabeth Stuart eD van Maria
Thereza.
Yreernd, da een afstammelinge van on
zen grooten Willem van Orüije nu het
wereldrijk r»n Philips II moet verdedigen
tegen afstammelingen van Engelsche en
Nederlandsche protestanten, die haar door
oorlog en slechte regeering uitgeputte ko-
loniëa vrij willen maken van de verdruk
king van het moederland.
In zeker gezin vormde
tusschen Pa en Ma de pas uitge
broken Spaansch-Amerikaansche oorlog een
onderwerp van levendig gesprek.
De kinderen haddeu bij het woord oor
log de ooreu gespitst en luisterden aan
dachtig toe.
Een van heD, een lief keteltje, zat met
open mond de woorden uit papa's mond
te kijken.
Zijn gelaat drukte deernis en angat uit.
Nauwelijks had pa uitgesproken, of het
venije riep uit
Oorlog in Spanje, pa P als ze
dan Sinterklaas maar niet doodschieten
Een moordenares van vijf
jaren.Een bijna ongelooflijk bericht
komt uit Napels. Een vijfjarig meisjs stak
n. 1. een knaapje van vier jaren, waarmee
het onder het spelen twist had gekregen,
met een spijker in deu buik, waardoor de
lever doorboord werd. Korten tijd daarna
was het knaapje een lijk.
H onoraria van Sarah Bom
bar d t.
In den loop ran 25 jaar heeft Sarah
Bernhardt voor haar optreden in schouw
burgen niet minder dan 2.400.768 gulden
ontvangsn en haar tegenwoordig engage
ment zal dit bedrag nog met 980.000
gulden vermeerderen. In de laatste 10
jaren bed.oeg haar honorarium 144.000
gulden, in de laatste 5 jaren 240.000, ter
wijl zij in 1872 in den aanvang van kaar
doet wat ik ja beveel, en laat dat ge
jammer, of Hjj aarzelde met dat
„of" maar een handbeweging naar de deur,
toocda baar den naasten weg, dien zg anders
te nemen had.
Zg ging heen, naar haar kamer, hart en
voeten wogen haar zwaar Wanneer bare
goede, lieve moeder maar had geleefd, die
zon wel medeljjden met haar hebben gehad.
Helena verlangde in dit nor zoozeer naar
haar, als nog nooit het geval was geweest.
En dan dacht zg aan Otto Herbaob,
dien zij sedert dat troostelooze uur niet had
weergezien, dien zjj eohter meer dan ooit
liefhad en plotseling wist zij, waarheen zjj
moest met haar verdrietaan de borst ran
den eenigen menseh, die haar liefhad, die
haar ontzetting, haar smart begrjjpen kon,
't Waa avond. De zon was reeds
ter ruste gegaan en de vogels met hem.
Als een gejaagd wild liep Helena door het
donkere park. Zjj kon het wagen, want
haar vader was ergens in de bnnrt op
heerenbezoek genoodigd en keerde zeker
eerst laat terog.
De bladeren rnisohten onder hare voeten,
een vleermuis fladderde bijna onhoorbaar
heen en weer, toen zjj eindelgk voor de
poort van Löhn stond. Maar hoe na ver
der te handelen P Onmogelijk koD zjj de
stad ingaan en Otto welliohi nit het midden
zijner kameraden halen. Ea zonder hem
gezien en gespreken te hebben was bet
baar onmogeljjk terug te gaan.
Radeloos als zij zioh gevoelde, zette zjj
zich op een steen aen den weg neer en
weende bit'erljjk.
„No, joffertje, wat is er gebeurd, waarom
weent ge zoo klonk weldra een ruwe,
onbeschaafde stem in haar nabijheid en opzien
de, ontwaarde tjj een zoldaat, die niet ver
van haar af op den kant van den weg zat
en gemoedelijk een pijp rookte. Een blos
van vrengde klenrde hare wangen, tg
droogde hare tranen.
„Ik weet niet, hoe ik iemand in de stad
te spreken krijgen zal, en toch is het zoo
gewichtig zoo verbazend gewichtig, dat
ik een heel eind geloopen heb, oa hier te
komen.*
loopbaan aan'l Odéon te Parijs, een maan-
de lijk scha gage van 96 gulden ontving.
A f s c h u w e 1 ij k.
Een gruwelijke gebeurtenis heeft in de
laatste dagen de opmerkzaamheid gevestigd
op de onverantwoordelijke wijze, waarop in
Kroatië en Slavonië tal van gemeenten
voor haar armen zorgen. In Ledince in
Syrmië (Slavonië) welke plaats van het
verkeer afgesloten ligt, leefde een oude
man, die rsrda sedert j*ren als bedelaar
met de aalmoezen der inwoners zgn leven
rekte. De gemeente had hem een slaap
plaats in den gemeente-stal aangewe
zen. De arme onde man moeit zjjn wo
ning met deo gemeente-stier en het ge
meente-varken deelen. Op een Grieksch-
Orthodoxen feestdag waa de man ziek op
zijn alroo blijven liggen. Op dezen dag
had men evenwel vergeten, den stier en
het varken op da weide te drijven. Het
varken viel na den zieken man aan,
schenrde stokken vleesch nit zijn lichaam
en trok hem de ingewanden nit den buik,
waarmede hij lijn honger atilde. Toen de
stier het bloed zag, begon hij zoo te
brullen, dat de burgemeester in den stal
kwam en hef varken van zijn slachtoffer
weg joeg. De oude man leefde nog, doch
overleed na weinige minuten.
Grootmoeder: Kom, jon-
gen, wil jij je niet laten waaschen Toen
ik klein was, werd mijn gezicht driemaal
daags gewasaen.
jantje: Daarom is het ook zoo rim
pelig geworden.
Lantaarnaansteker. Ga
weg daar 1
Beschoükene. "Waarom P
Lantaarnaansteker. Ik ben de lantaarn-
aansteker,
Beschonkene. Nu, wat «ou dat P
Lantaarnaansteker. Ik moet de lantaarn
uitdoen
Beschonkene. Maar als gij de lantasru-
aansteker zijt, waarom wilt gij haar dan
uitdoen P
Zij mochten het niet ze g-
g en.
Een dokter in eene kleine stad komt
een groepje kinderen tegen, die naar school
gaan. Zoo kindertjes, zegt de vriende
lijke dokter, hoe gaat het met jelui
Dat durven we u niet te zeggen,
antwoordde de oudste, een knaap van
acht jaren.
Zoo, waarom niet, ventje?
Omdat papa heeft gezegd, dat het
honderd vijftig galden heeft gekoat voor
al de keeren, die n verleden jaar is komen
vragen hoe 't met ona ging.
,Herejé, herejé," «eide de ander weder,
„dat is zeer treurig.*
„Kunt ge mij niet helpen P* vroeg
Helena aarzelend.
„Jawel, naar wien wilt ge dan P*
„Naar luitenant Herbaeh, kent ge hem P*
O, boe schaamde sg zich sg zon wel
door den grond hebben willen verzinken
voor dezen man, aan wien «jj haar heiligat
geheim reeds meende te hebben prijsgege
ven.
,No, of ik, 't is mjjn eigen loitenant, wat
sal ik hem zeggen jufjeP*
„Zeg hem s leohts Helena moet n spre
ken verstaat ge, He-te-na, maar seg het
hem vooral zaehtkeDs, begrijpt ge P*
De soldaat stond lachend op. aIk sal
dat zaakje wel opknappen."
De kalmte, waarmede hjj ten uitvoer bracht,
wat haar zoo wanhopig had gemaakt, had
haar wel nadenkend kannen stemmen, maar
daaraan dacht ijj niet; zjj zat met inid
kloppend hart en waohtte tot ja, tot
dat zjj, trots de avondsohemering en de
tranen in hare oogen, Otto Herbacb's slanke
gestalte herkende, die haastig op haar toe
snelde.
„Helena, mjjne lieveling, wat voert n om
Godswil hierheen f* Zjj wierp zioh aan
zgne borst en snikte krampachtig, terwjjl
zjj daartnssehen zeide:
„Ik wist geen raad meer, Otto, ik moet
graaf Schorn trouwen, mgn vader heeft dat
bevolen.*
»®n 80i wat wilt gg doen P" Zgne stem
sidderde, hjj gevoelde weder, hoe oneindig
lief deze slanke meisjesgestalte hem was,
„Liever stervenzeide zjj, „maar weet
ge dan geen nitweg, Otto 1"
Hg trok baar hand door zgn ara en ging
met haar naar het park terug.
„Laat ons eens overleggen,* seide hjj.
„Soborn moogt geingean gevel trouwen.*
„Maar wat moet er dan geschieden. Otto,
ik wil alles doen, wat ge verlangtZij
zag zoo vertrouwend en geloovend tot hem
op, als hing het gelnk harer toekomst aan
zjjne lippon, het besef zjjner meerderheid ont
waakte onder dezen blik, dat hem plotseling
auideljjk maakte, hoezeer tooh de vronwen de