GEMENGD NIEUWS.
Het Balletdanseresje.
Haringcarspel,
Pinkstergeest.
wijziging der commissie en van den Minister overnemen.
Het amendement bedoelt ook de arbeiders, door den
heer van Van Kempen bedoeld, daaronder te begrijpen.
De minister van oorlog zegt, dat de
HegeeriDg, ter besparing van stemming, het amendement
overneemt.
Art. 127 bis wordt goedgekeurd.
Thans wordt behandeld het aangehonden art 61
(vrijstelling wegens broederdienst) waarop de heer Van
Karnebeek voorstelt, niet als broederdienst te doen
gelden den dienst van loteling, die voor de tweede
maal ontheven is van dienst.
Het amendement-Van Karnebeek wordt aangenomen
met 51 tegen 39 stemmen.
Art. 136 Uitbreiding der gevallen van toestemming
tot verblijf buitenslands van den verlofganger met
vrijstelling van jaarlijksch ondersoekvan de
herhalingsoefeningen en van Of komst in geval van
mobilisatie).
De heer \an Karnebeek, het beginsel van
dit artikel in het belang van handel, nijverheid en
landbouw toejuichende, vindt evenwel, dat de
bepaling te ver gaat, door de verlofgangers zelfs vrij
te stellen van opkomst hij mobilisatie, wanneer het
vaderland in gevaar verkeert. zoodat zij aangemoedigd
zouden worden, hun voordeel te zoeken in tabak en
petroleum.
De minister van oorlog stelt spr. gerust.
De Regeer ing wenscht alleen in buitengewone gevallen
bij zeer groote afstanden en moeilijke verkeersmiddelen
van de bevoegdheid gebruik te maken.
De heer Van Karnebeek wijst op de
mogelijkheid, dat bij mobilisatie de verlofgangers
naar een andere plaats, aan de spoorlijnen gelegen,
vertrokken zijn.
De minister van oorlog verzekert te zullen
zorgen, dat niemand aan den militiedienst ontsnapt.
De heer Van Karnebeek vergenoegt zich thans
met de verklaring, dat alleen in de uiterste
noodzakelijkheid van bevoegdheid zal gebruik worden
gemaakt
Na goedkeuring der overige onderdeelsn wordt het
gelieele artikel 1, bevattende het beginsel van den
persoonlijken dienstplicht, in stemming gebracht en
aangenomen met 71 tegen 19 stemmen.
Bij de overgangsbepaling komt in behandeling de
Regeeringswijziging om de lotelingen, die nog in
1898 voor den dieast opgeroepen worden voor de
lichting van dit jaar, gelegenheid te geven zich alsnog
te vervangen.
Art. 8, bepalende dat de wet met 1 September a.s.
in werking treedt, wordt zonder stemming aangenomen.
Daarna wenscht de heer Schaepman een
verklaring af te leggen ware het beginsel van art.
1 afzonderlijk in stemming gebracht, dan zou spr.
zich tegen den persoonlijken dienstplicht hebben
verklaard, hij heeft zich thans verklaard
vóór art. 1, omdat hij was voor de ontheffingen
saamgevat in een artikel met persoonlijken
dienstplicht.
's Voorzitters voorstel om de eindstemming
Woensdag a s. te houden, aangenomen met 73 tegen 13st.
Thans wordt aan de orde gesteld het wetsontwerp tot
bekrachtiging van den aankoop van den Spoorweg
Batavia naar Krawang voor f 4.429.000 en aangenomen
Het daarmede verband houdende wetsontwerp tot
verhooging der Indische begrootiug wordt aangenomen
Daarna wordt behandeld en aangenomen hst ont
werp geldleening ten laste van den Staat (55 millioen
u3 pet Vervolgens worden behandeld en aangenomen
de wetsontwerpen internationale sanitaire conventie en
Rekening Suriname 1894 en verhooging justitie-
begrooting (stichting van een huis van bewaring te
Haarlem) en na goedkeuring van nog een vijftal
zaken wordt de vergadering verdaagd tot den volgenden
dag 11 uur.
Vergadering van den Raad
der gemeente
den 24 Mei 1898.
Tegenwoordig alle leden, en één vacature.
1. De notulen van het verhandelde in de
laatstgehouden vergadering worden na ope
ning der vergadering door den voorzitter,voor
gelszen en door heeren raadsleden goedgek.
2. De voorzitter doelt mede, dat het besluit
tot verkoop van grond aan den hr. S. K r u \j e r
b(j beschikking van Ged. Staten dato 18 de
zer No. 32 is goedgekeurd. Voor kennisge
ving aangenomen.
3. De voorzitter brengt ter tafel een
schrgven van den minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid dato 12 Mei 1898 No.
1466, inhoudende:
„dat tegen de vestiging van een Rijkstele-
„phoonlcantoor te Haringcarspel op den voet
„van het Koninklijk besluit van 15 September
„1886 (Staatsblad No. 164), gewijzigd b(j
„Koninklijk besluit van 16 October 1897,
„(Staatsblad No. 205) geen bezwaar bestaat
„dat indien het personeel en de localiteit
was, mij dat te leenen, schreef daarvoor
zijn naam onder een wissel, die mg het
geld bjj de bank zon verschaften. Hij deed
het met het zekere geloof, dat ik ter rech
ter tijd den wissel zon kannen inlossen en
ook ik meende dat. Nd hebben verscheidene
omstandigheden zich voorgedaan, die
dat zeer onwaarschijnlijk maken, en om na
niet gedwongen te worden om te betalen,
verklaart bij mg heden, in tegenwoordig
heid van directeur Soherer, dat bg niets
geteekend heelt, kortom bg klaagt mg
aan wegens valscbheid in geschrifte.*
„U, papa 1* steunt Eva, die het laafste
deel van dit bericht uitstekend begrepen
heeft, „u, papa P"
„Ja, mg, wiens eer tot dasverre zoo smette
loos is geweest, dat er zelfs het minste
smetje niet aan kleefde, en alleen gg, mijne
lieveling, knnt mg voor een ontzettend lot
bewaren."
„Zeker, papa," zeide Eva beslist, en het
bloed keerde naar hare wangen terug, „ik
zal naar mgnheer von Eickhoff gaan, hem
bidden, dat bg zich alles herinneren moge
en ge zalt dan tieD, dat het hem langer
geen ernst met de saak zal zijn". In stil
te hoopte Eva op zgne genegenheid voor
haar en daarom voegde zij er troostend bg:
„Hg was mg altijd goed gezind, papa
De overste hief afwerend de handen op
en schudde het hooid.
„Hoe kan ik u anders redden P» vrosg zij
bekommerd, „seg mg slechts, wat ik te doen
heb
„Ja, ja, ik weet het, gg zult doen, wat
ik u vraag. Toen namelijk Eickbofl zoo
beslist verklaarde, dat hg het papier niet
geteekend had, verklaarde ik hem, dat ik
hem de zaak zou bewgzen, daar gg in de
kamer waart geweest."
„Hoe onaangenaam, papa," viel Eva hem
in de rede, „gg hebt u vergist
„Het is nu eenmaal geschied, ik seide,
dat gg getuige bg het teekenen waart ge
weest, en het dus meer dan dwaasheid van
hem was, de zaak te loochenen. Wellicht herin
nerde hg zich alles beter van hetgeen toen
gebeurd is dan ik, want hg riep triomfee-
rend uit„bet zal mg zeer aangenaam
zga, van juffrouw Herbach zelve te
hooren, dat zg gezien heeft, dat ik mgn naam
onder dien wissel gezet heb." „Wanneer gg
morgen komen wilt, zal zg thuis zgn,* was
mgn antwoord en zoodoende, Eva, zullen de
beide heeren morgen terugkomen.»
Om mg te spreken riep Eva ontzet.
„Wat kan ik dan zeggen P Wat zal ik doen P*
Gg moot bet met nwe waarheidsliefde
op het oogenblik niet zoo nauw nemen,"
antwoordde haar vader, die ongeduldig be
merkte, dat ag zijne aanduidingen niet be-
„voor den telephoondienst, waaromtrent
„voorstellen worden ingewacht, geschikt
„zjjn bevonden, tot die vestiging zal worden
„overgegaan, zoodra daartoe, in verband met
„meerdere aanvragen om vestiging van een
„telephoonkantoor, gelegenheid bestaat en
„voorts, dat de kosten voor aanschaffing en
„onderhoud van de telephoonplank met
„lessenaar voor rekening van de gemeente
„komen".
In verband hiermede wordt ook nog voor
gelezen een aan den Burgemeester gericht
schrijven van den Inspecteur der Posterijen
en Telegrapbia, dato 23 dezer, no. 961/3, lui
dende als volgt
„In verband met de beslissing van Z. E.
„den Minister van Waterstaat, Handel en
„Nijverheid, dat in uwe gemeente een Rijks-
„telephoonkantoor zal worden gevestigd, heb
;)ik de eer U.E.A. mede te deelen, dat het in
„het algemeen aanbeveling verdient, om het
„beheer van telephoonkantoren op te dragen
„aan de brievengaarders. Om die reden zou
,het mij aangenaam zijn, indien daartoe ook
„te Dirkshorn werd besloten. Naar ik meen
„is de brievengaarder A. Smit alleszins ge
schikt, om als kantoorhouder voor den te-
„lephoondienst op te treden. Ook biedt zijn
„kantoorlokaal goede gelegenheid aan, om
„voor dien tak van dienst te worden inge
licht.
De Voorzitter erkent, dat het wenschelijk
zou zijn, in den geest van dit schrijven te
handelen, doch moet echter mededeelen, dat
de brievengaarder uiet genegen is, voor een
salaris van f 100-als telephonist op te
treden, waarom hij het noodzakelijk acht,
sollicitanten voor die betrekking op te roe
pen, in de veronderstelling, dat zich wel
andere gegadigden zullen aanmelden. Dien
overeenkomstig wordt besloten.
4. Voor kennisgeving wordt aangenomen
de mededeeling van den voorzitter, dat
reeds voor 827 ratten de premie ad 10 et. is
uitbetaald.
5. De verkiezing van een lid van den
gemeenteraad, noodig tot voorziening in de
vacature, ontstaan door het vertrek van den
heer A. Borst, wordt bepaald op Dinsdag
14 Juni a. s., en de stemming en herstem
ming zoo noodig op Dinsdagen 21 en 28
Juni d. a. v.
Tot leden van het stembureau worden
neyens den voorzitter benoemd de heeren
C. Bjj post en C. Groot, en de overige
leden tot plaatsvervangers.
Voor de stemming en herstemming voor
de Provinciale Staten zal het stembureau
bestaan nevens den voorzitter uit de heeren
W. Govers, J. Schoorl en C. Bjjpost,
eveneens met de overige leden als plaats
vervangers.
6. Hierna wordt overgegaan tot de be
noeming van een armenvoogd in de plaats
van den heer A. Borst. Van de zes uitge
brachte stemmen vereenigden zich vier op
den heer C. B jj p o s t en twee op den heer
W. Kees om, zoodat eerstgenoemde be
noemd was, die zich deze benoeming liet
welgevallen.
7. De voorzitter deelt mede, dat zich nog
geen enkele sollicitant heett aangemeld naar
de betrekking van onderwijzeres te Waar
land, hoewel de tijd van inlevering der stuk
ken (1 Juni a- s.) spoedig verstreken zal zijn.
Wat moeten wij nu doen, zegt spreker, wan
neer niemand zich aanmeldt? en als ant
woord daarop wordt, op voorstel van de
heeren B ij p o st en Kees om, besloten, in
dat geval de jaarwedde met f 50.— te ver-
lioogen en wederom eene oproeping voor
eene onderwijzeres te doen.
8. Aan Burgemeester en Wethouders wordt
de vereischte toestemming verlebnd, om uit
den post voor onvoorziene uitgaven der
begrooting van 1897 een bedrag van t 235.12'
over te schrijven op enkele overschreden
posten.
Voorts wordt, behoudens goedkeuring van
Ged. Staten, besloten, uit den post voor on
voorziene uitgaven te betalen een bedrag
van f 42.80 voor diverse uitgaven, waarvoor
op de begrooting geene posten voorkomen
en uit dien post over te schrijven een bedrag
van f 22.— op den post; jaarwedde van den
opzichter der algemeene begraafplaats.
9. De Voorzitter deelt mede, dat in de
greep en het koude zweet stond hem gedarende
zgne redeneering op het voorhoofd„gij
zegt, dat gij 't gezien hebt, dat Eickhoff het
papier onderteekonde.
„Maar papa, dat is een bepaalde lengen,
ik heb het niet gezien," herbaalde sg ang
stig sidderend, terwijl zij aan Kduard's ern
stige oogen dacht, die zich op haar zonden
richten en onder welken blik zij weldra zou
verstommen.
„Naar de hel met de waarheid," riep de
overste woedend uit. Toen hi) echter de
ontzetting aanduidende oogen van zgn kind op
zich gericht gevoelde, matigde hij zieh en
giog voort
„Gij moogt de zaak niet zoo angstig op
nemen, kind. Zeggen wij dagelijks geen
onwaarheden en is dat niet noodwendig om
goed met de mensehen te knnnen omgaan
Niemand vindt daar eenig kwaad in en ik
verlang van n niet eens, dat ge eene onwaar
heid bevestigen zult, alleen maar, dat ge zegt
gezien te hebben, wat werkelijk ia geschied."
„Zij begreep deD zin der woorden immer nog
maar niet geheel, sleohts iets werd haar
telkens helderder en helderder en vervulde
haar met out setting.
„Eval" zeide haar vader, na een lange
poos vergeefs op antwoord gewacht te heb
ben. „Waarom spreekt ge niet P"
Zij zweeg nog altoos, het gelaat van hem
afgewend; toon hij het zacht naar zich toa-
draaide, zag bij tronen in haar oogen en een
harden, gespannen trek van leed en smart
om haar mond. Wat had hij op dit oogen
blik niet willen geven, om die laatste maan
den terng te kunnen koopen. Nochtans be
sloot bjj vrij en zonder terugbonding met
haar te sproken. De liefde voor hem zou
het middel zgn, waardoor hij haar tot de
euveldaad dwingen zou. Terug kon hg niet
meer, dus voorwaarts,— den afgrond tege
moet, en omdat Eva sijn kind was, moest
zij medegesleurd worden den weg
op, die naar de ellende voerde. Hoe
vertwgfelder zijn toestand was, hoe vaster
besloten hij ook w«s, om niet te wijken, voor
niets. Liever zondigen en haar met zieh
medesleepen, dan bekennen. Bekennen!
Liever ware hij gestorven 1
„Eva,* seide hij eindelijk weder, „het
dient nergens toe, de saak met den mantel
der liefde te bedekken; wanneer gij die
kleine onwaarheid niet zeggen wilt, kom ik
in de gevangenis.''
„Papa I* schreeuwde Eva, als door een ad
der gestoken, de handen boven het hoold
ineen slaande en hem ais verwilderd
aanstarende. „Zeg dat tooh niet, nw woord
is toch evengoed als dat van voa Eickhoff."
WORDT VERVOLGD-
laatst gehouden vergadering van het Witte
Kruis is ter sprake gebracht de onreinheid
van enkele slooten in Dirkshorn en in 't
b(jzonder die ten noorden van de pastorie
en die achter de kaasfabriek en dat alstoen
het idéé is geopperd, om voor rekening van
Gemeente, Witte Kruis en Herv. Kerk door
het leggen van een duiker onder den weg
althans de eerstgenoemde sloot te verbeteren.
Spr. is echter thans van oordeel, dat de ge
meente hiervoor geen gelden kan toestaan,
wjjl er wel meerdere slooten worden aange
troffen, die juist niet uitmunten door zinde
lijkheid-
De heer Schoorl meent, dat er zeer
weinig aan verbeterd kan worden; wat men
ook doet, 't blijft stil water en dat is juist
de oorzaak van de onreinheid.
De Voorzitter bestrijdt deze meening met
de bewering, dat door het verschil in den
waterstand aan weerszoden van den weg
na het leggen van een duiker eene zekere
strooming zal ontstaan. De toestand ook in
deze sloot zou mijns inziens, zegt spreker,
vrijwat verbeteren, wanneer de dam achter
het huis van L. Doekes werd vervangen
door een brug, doch 't zou belangrijke
kosten medebrengen. Ook de heer B ij p o s t
is van oordeel, dat een brug aldaar veel ver
betering zou aanbrengen. De heer Keesoin
zegt„een brug zal wel veel kosten, doch
Doekes zal in 't belang van de openbare
gezondheid wel tot opruiming van den dam
kunnen worden verplicht."
Alvorens hieromtrent eene beslissing te
nemen, wordt aan Burgemeester en Wet
houders opgedragen, aen nader onderzoek in
te stellen.
10. Andermaal komt ter tafel het in eene
vorige vergadering aangehouden adres van
de Commissie voor de aanstaande Kronings
feesten om subsidie uit de gemeentekas.
Dit adres is, zegt de voorzitter, gelijk bekend
is, destijds aangehouden totdat bekend zou
zijn, over welk bedrag de Commissie zal
kunnen beschikken als opbrengst van de
inteekening door de ingezetenen, en hoewel
door omstandigheden het juiste cijfer nog
niet bekend is, kan toch met zekerheid
worden aangenomen,dat het ongeveer f 400
zal worden. In 1874, vervolgt spr-, is voor
de feesten f 80 gulden toegestaan; doch toen
waren de tijden beter er. daarom zou ik nu
willen voorstellen, een subsidie van f 50 te
geven, welk voorstel met algemeene stem
men werd aangenomen.
11. Tenslotte wordt nog voorgelezen een
schrijven van de kiesvereeniging Harenkar
spel aan den Burgemeester, houdende ver
zoek, één of meer gedelegeerden te willen
zenden naar eene op Donderdag 2 Juni a. s.
te Schagen te houden vergadering tot bespre
king van de veranderingen, welke gewenscht
worden in den treinenloop op het traject
Alkmaar—Helder, Ais afgevaardigde wordt
aangewezen de heer J. Swan.
12. De lijst van personen, die gerekend
kunnen worden aanspraak te hebben op
geneeskundige hulp voor rekening der ge
meente wordt vastgesteld, met bepaling, dat
een afschrift daarvan aan den gemeente-ge-
neesheer zal worden uitgereikt.
13. Ter behandeling van een drietal re
clames tegen den hoofdelijken omslag, gaat
de Raad in comité en na heropening der
vergadering wordt deze, nadat de rondvraag
niets opleverde, gesloten.
Plotseling stond de elegante cabriolet
stil voor een der meest bekende Ber-
lijnsche nacht-caié's. Het pottier werd
door een krachtige hand opengestooten
en een man van even twintig jaar, met
bruin krulhaar en levendige, donkere oo
gen, steeg uit. Het was een slanke man,
met manieren, die slechts door jarenlang
vrrkeer in de beste kringen worden
verkregen. Ongeduldig riep bij naar
binnen „Mizzi, wees nn niet dwaas en
kom mee 1" Snel hief hij met vaste hand
iets, dat in een langen, witten zijden man
tel gehuld was, nit het rijtuig.
„Kurt, wat zal mama er van zeggen P"
„Wel niets I" Week en teer klonk
Kurt Geldern's melodiense stem, terwijl
zijn oogen zich gloeiend en verterend
richtten op het zachte, zuidelijke gezichtje
zijner schoone vriendin. „Wees maar Diet
banger zal niets gebeuren, je bent bij
je Kurt8. En Mizzi Spinelli, de kleine
Italiaansche, zag er in 't geheel niet ang
stig meer uit. Wat was het hier mooi
in dat café, zoo stralend van licht en ele
gant 1 Mizzi verheugde zich als een kind
en trok tal van nieuwsgierige bewonde
rende blikken tot zich. Maar als men
haar eens herkende I Zoo onmogelijk was
het niet. Het kleine balletdanseresje van
het Bergtheater kenden zoo velen. Haas
tig liet eg haar dichte voile zakken.
In het geheele corps de ballet van het
Bergtheater heerschte groote opgewonden
heid, toen Mizzi Spinelli op een avond met
groote brillanten in de ooren en in het
haar verscheen. De balletdanseresjes waren
buiten zichzelfzelfs de prima ballerina
barstte van nijd. En wat het merkwaar
digste was, de diamanten waren werkelijk
echt, dat zagen de kennersblikken der
collega's terstond. Wat Wat zegt zij
Een gillend gelach deed de lichte coulissen
trillen. Haar bruigom En weer verhief
zich eeD Homerisch gelach. En wat zag
de kleine er ernstig uit, wat schitterden
haar schoone donkere oogen, toen zij be
merkte, dat haar woorden geen geloof von
den en men haar uitlachte. Neen, zij was
werkelijk te mooi, men kon niet boos op
haar zijn. „Kinderen, laat haar met vrede",
besloot eindelijk de prima ballerina, „de
kleine weent bijna".
Drie maanden waren verloopen. Mizzi
Spin.lli was nog mooier, nog bekoorlijker
geworden. Haar vriendelijk gezichtje
straalde van geluk sedert een paar
weken versierde haar kleine, roze vingers
een breede, gouden ring, en op de borst
droeg zij een medaljon, waarin zij evenwel
niemand liat kijken, ook haar moeder
niet, van wie eg, sedert er hooge woorden
waren geweest over baar laat thuiskomen,
gescheiden leefde. Zij wilde haar niet
verstaan, zij misgunde haar eenjge dochter
het onmetelijke, sprookjesachtige geluk,
de eebtgenoote van een geliefden man te
worden, den zoon nit een aanzienlijke bur
gerfamilie. Ia blinden toorn ijverde de
moeder tegen bet geluk bsrer boven alles
beminde Mizzi. Dat was de eenige bittere
droppel in Mizzi's tot den rand gevulden
vreugdebeker. VaD avond wilde zij schooD
zijn, zeer schoou, en dat alles slechts voor
hem, den beminden man, die hsar beloofd
bad, nog yóór het einde des jaats met zijn
ouders te spreken, opdat zij met open
armen als bruid in het idyllisch gelegen
huis aan de Neckar zon worden ontvangen,
waarvan bij haar zoo vaak had verteld.
Ja, dan zouden zij allen, alle collega's
komen eu haar vergeving vragen en inzien,
hoe zij haar kleine Mizzi onrecht hadden
gedaan gedarende deze vier erge maanden,
waarin zij haar op onrechtvaardige wijze
hadden geplaagd en getergd met den
„grooten onbekende."
Tranen van vreugde kwamen haar irf de
oogen, terwijl zij voer den spiegel de
laatste band aan haar toilet legde. Hoor,
daar is Knrt's rijtuig. Zij keek uit het
venster. Daar zat de koetsier, die Kurt
altijd reed, en lachte haar een beetje on
beschaamd toe. Die koetsier had haar
eigenlijk nooit recht willen bevallen. Eens
had hij zich de grap veroorloofd, haar
flinken Kurt, die binnenkort zou jpromo-
veeren, met Doorluchtigheid* aan te spre
ken. Wel is waar was het heel zicht
geschied, maar gsmerkt had Mizzi het
toch, en Kurt had hem voor de ongepaste
scherts flink den mantel uitgeveegd.
„Kinderen, morgen is het Kerstmis, van
daag kunt ge vroeger naar huis gaan je
hebt zeker nog voor heel wat te zorgen."
Jubelend lieten zich de balletdanseresjes
dit niet tweemaal zeggen.
„Weet je wat," riep de dikke Theodora,
„van daag trouwt vorst N in de Nienwe
Kerk, daar gaan wij in ieder geval heen.
Hoera, kinderen, daar kunnen wij nog
eens toiletten zien en bewonderen. Wel
is waar," voegde zij er weemoedig bij,
„bet is een dure reis naar het Westen;
laten wij wat hij elkaar leggen. Prachtig,
Mizzi heelt een kwartje gegeven, nog een
dubbeltje en dan kannen wij er allea per
tram heen gaan."
„Zeg eens, nu heb ik al 45 rijtuigen
geteld en nog komt het bruidspaar niet
wat een pracht van briljanten es diaman
ten, uniformen en ordes," fluisterde een
balletdanseresje Mizzi in 't oordeze keek
vrij onverschillig naar den glanzenden
bruidstoet. Wat ging haar, Mizzi Spinelli,
de „kleine, lieflijke bruid van een zeke
ren Kvrt Geldern", eigenlijk de bruiloft
van vorst von N met de gravin von Y
aan Haar huwelijk zou zoo recht stil
en plechtig gevierd woiden dat had zij
al vastgesteld en Kurt was het er mede
eens geweest.
„Pst I Daar komen zij. Wat een
mooi paar, hij zoo voornaam, zoo statig,
zie maar eens, Mizzi
Een gillende, merg en been doordrin
gende kreet, antwoordde het praatzieke
vriendinnetje. De doodelijk verschrikte
ving in haar armen een oomachtige op.
De dikke Theodora, die uog altijd be
wonderend bij de kerkdenr stond, was het
niet eens met de lange Ottilie.
„En ik zeg je", riep zij, „op eens werd
de jonge vorst zoo wit als een doek, en
juist toen
„Toen hij jou aanzag," voltooide de
lange Ottilie, spottend
7 iervondige terechtstelling.
Te Daisburg is aan drie mannen en een
vrouw, die wegens moord ter dood ver
oordeeld waren, het vonnis voltrokken.
De fabrieksarbeiders Graat, Schmitz en
Santen vermoordden op aansporing van vrouw
Schula den 2Sst<?n Augustus 1896 den man
van laatstgenoemde. Na het volvoeren der
misdaad spoorden alle vier naar Aken en
trokken zij de Belgische grens over om
zich vervolgens nasr Amerika te begeven.
In BelgiS werden zij echter gearresteerd
en aan de justitie in Duisburg overgele
verd, waar zij door het gerechtshof alle
vier ter dood werden veroordeeld. In
hooger beruep werd dat vonnis bevestigd.
Des avonds voor de voltrekking van het
vonnis werden de veroordeelden in kennis
gesteld van het voornemen des keizers om
aan de gerechtigheid haar loop te laten.
Al spoedig verbreidde zich het gerucht
der terechtstelling door de stad zoodat den
volgenden morgen een groote menscheo-
menigte zich voor de gevangenis, in de
aangrenzende straten en op de daken der
n&barige haizen had verzameld. Op de
binnenplaats was het schavot opgericht,
daarachter stond een tafel, waarop een cru
cifix met brandende kaarsen. De man
nen waren tamelijk kalm, doch de vrouw
was een toonbeeld van wanhoop en jam
mer.
Bevend en met wankelende schreden
ging zij naar het crncifixop haar jeug
dig, mooi gelaat spiegelden zich de vrees
en afschuw 70or den dood af. Steunend
bracht zij den scherprechter haar laatste
groeten voor haar verwanten over.
Toen de helpers van den benl haar naar
het schavot wilden voeren, wierp zij zich
nog eenmaal voor het crucifix neder en
zei met luider stem een gebed.
Terwijl de mannen zich willoos naar
het blok lieten brengen, moest de vrouw
er bijna naar toe gesleept wordeD. Doch
ook haar hoofd viel en dadelijk daarop
weerklonken voor de vierde maal de woor
den van den beul„Het vonnis is vol
trokken 1"
Van een manufacturier et
een boer.
Ia 't Friesche dorp J. kwam een psr-
mantig jong manufacturiertje bij een boer,
die druk bezig was met mest naar het
land te menneD. Ons koopmannetje wilde
gaarne zaken met den boer doen, want
deze was soliede, terwijl er zeker wel wat
noodig zou zijn, omdat een dochter van
den boer zou trouwen. Out nu een praat
je met deu boer aan te knoopen, pochte
het koopmannetje op een varken van den
boer en vroeg „Hoeveel vraag je daar
voor Onze boer een leukerd
antwoordde f 60. 't Koopmannetje wilde
toch eens bieden ook en zeide„veertig
gulden geef ik." Hij kreeg „geluk" eu
schrikte niet weinig, toen de boer hem
mededeelde, dat het varken een beer was.
Wat zou hij toch met het varken doen,
wat zonden zijne oaders er vsn zeggen en
door meer jeremiaden trachtte hij den boer
te vermnrven, hem van den koop te ont
slaan. Maar deze zeide„Eens gekocht,
blijft gekocht", tot hij eindelijk het waan
wijze ventje den voorslag deed „Gij laadt
een wageu met mest, terwijl ik den ande
ren wagen op het land ledig; is de wagen
bij mijne terugkomst vol, dan zijt gs van
den koop ontslagen."
Dit nam het ventje aan, hij legde zga
pak van den rug, deed de jas uit en ging
nu zoo hard hij kon aan 't werk, coodat
de wagen met mest beladen was, toen de
boer vaa 't land terugkeerde.
Dat de boer in zijn vuistje lachte, ie te
begrijpen.
Nadat dezer dagen de
familie Van Uffelen, wonende Steeabrug
te Antwerpen, zich ter ruste had begeven,
werd de zoon wakker door den rook, die
in zijn kamer drong. Geholpen door een
bioer spoedde hij zich naar beBeden om
water te halen ter blnsscbing van het
vnur, doch vergat twee broertjes, onder
scheidenlijk 10 en 11 jaar, eveneens te
wekken. Iutusschen had de brand zich
zoo snel verspreid, dat het onmogelgk
was in de slaapkamer terng te keeren.
Toen eindelijk het vuur gebluscht was,
vond men de verkoolle lijken der beide
knaapjes.
Een manier om met de
linkerhand te schrijven.
De proef, die aan de attentie van onze
jeugdige lezers wordt onderworpen, be
rust op de waarneming, dat de linker
hand, ten opzichte van de rechterhand
steeds geneigd is, dezelfde beweging ia
tegenovergestelde richting te maken. Wan
neer we dus op vrij gemakkelijke wijze
met de linkerhand willen leeren schrijven
en teekeneD, dan nemen we het
potlood in de linker- en een puntig bont
je, of eenig ander niet-schrijvend stiftje,
in de rechterhand, dat over het papier
bewogen wordt, alsof we werkelgk schre
ven of teekeDden.
Met verbazing zien we dan, hoe de
linkerhand bijna geheel onafhankelijk van
onzen wil, zich in tegenovergestelde rich
ting over het papier beweegt en een figunr
maakt, die, wanneer we haar spiegelbeeld
vergelijken met de figuur, die de rechter
band maakte, van deze slechts weinig ver
schilt. Op deze wijze zou men brieven kun
nen schrijven, die slschts met behulp vaa
een spiegel vlot leesbaar zijn.
Een stoomboot gezonken.
Calcutta, 26 Mei. De Ehtgelache
stoomboot Lindnla van de British India
Steam and Navigation Cj. te Glasgow,
kwam bij Sandheads in botsing met de
stoomboot Meccs, van dezelfde maatschap
pij. De Mecca zonkde kapitein en vijf
tig passagiers en leden der bemanning
verdronken.
De botsing ontstond, toen de Mecca
de Lindula, die haar as gebroken had,
boegseerde.
Op het punt van be
dwelmd te wordeD, teneinde een tandope-
ratie zonder pijn te ondergaan, vraagt de
patiënt aan den dentist
Maar hoe werkt dat gas nu eigenlijk P
Het maakt n eenvoudig geheel gevoel
loos is het antwoord. D merkt niets vaa
wat er gebeurt.
Hierop haait de patiënt ign portemon-
naie nit. De tandarts wil ieeda ztggea,
dat men dit later wel tal vinden 1 als
tot zgn verbazing de klant bedaard daa
inhoud natelt, de benrs weer opsteekt ei
tevreden commandeert
Zie zoo, laten we nu dan maar beginnen 1
Er is een heiige geest gedaald,
In lang vervlogen dagen,
Die de aarde glansrijk heef bestraald.
Nog weet men te gewagen
Van 't heerlijk feit nit onden tijd;
En als in 't grijs verleden,
Klinkt nog een Godsstem wijd en lijd
Voor 't hoogste alleen gestreden I
Geen heil'ge geest woont in 't gemoed
Van hen, die liefd'loos strijden
Zich Diel met onuitwischbren gloed
Aan heel de menschheid wijden.
Niet anderen naar omlaag gesleurd
Maar wie er ooit mocht vallen,
Met ernst en zachtheid opgebeurd
Die geest beziele ons allen
Een Fiukstergeest dale op ons neer,
Eu biode ons hechter samen
Herstelle 't oud vertroawen weer,
Dat wij elkaar ontnameD.
Vervulle ons toch een heiige geest
De geest van liefde en vrede
Dit zij ook op dit Pinksterfeest
Ouze algemeene bede
W. M. T*.