GEMENGD NIEUWS. Het Balletdanseresje. Haringcarspel, Pinkstergeest. wijziging der commissie en van den Minister overnemen. Het amendement bedoelt ook de arbeiders, door den heer van Van Kempen bedoeld, daaronder te begrijpen. De minister van oorlog zegt, dat de HegeeriDg, ter besparing van stemming, het amendement overneemt. Art. 127 bis wordt goedgekeurd. Thans wordt behandeld het aangehonden art 61 (vrijstelling wegens broederdienst) waarop de heer Van Karnebeek voorstelt, niet als broederdienst te doen gelden den dienst van loteling, die voor de tweede maal ontheven is van dienst. Het amendement-Van Karnebeek wordt aangenomen met 51 tegen 39 stemmen. Art. 136 Uitbreiding der gevallen van toestemming tot verblijf buitenslands van den verlofganger met vrijstelling van jaarlijksch ondersoekvan de herhalingsoefeningen en van Of komst in geval van mobilisatie). De heer \an Karnebeek, het beginsel van dit artikel in het belang van handel, nijverheid en landbouw toejuichende, vindt evenwel, dat de bepaling te ver gaat, door de verlofgangers zelfs vrij te stellen van opkomst hij mobilisatie, wanneer het vaderland in gevaar verkeert. zoodat zij aangemoedigd zouden worden, hun voordeel te zoeken in tabak en petroleum. De minister van oorlog stelt spr. gerust. De Regeer ing wenscht alleen in buitengewone gevallen bij zeer groote afstanden en moeilijke verkeersmiddelen van de bevoegdheid gebruik te maken. De heer Van Karnebeek wijst op de mogelijkheid, dat bij mobilisatie de verlofgangers naar een andere plaats, aan de spoorlijnen gelegen, vertrokken zijn. De minister van oorlog verzekert te zullen zorgen, dat niemand aan den militiedienst ontsnapt. De heer Van Karnebeek vergenoegt zich thans met de verklaring, dat alleen in de uiterste noodzakelijkheid van bevoegdheid zal gebruik worden gemaakt Na goedkeuring der overige onderdeelsn wordt het gelieele artikel 1, bevattende het beginsel van den persoonlijken dienstplicht, in stemming gebracht en aangenomen met 71 tegen 19 stemmen. Bij de overgangsbepaling komt in behandeling de Regeeringswijziging om de lotelingen, die nog in 1898 voor den dieast opgeroepen worden voor de lichting van dit jaar, gelegenheid te geven zich alsnog te vervangen. Art. 8, bepalende dat de wet met 1 September a.s. in werking treedt, wordt zonder stemming aangenomen. Daarna wenscht de heer Schaepman een verklaring af te leggen ware het beginsel van art. 1 afzonderlijk in stemming gebracht, dan zou spr. zich tegen den persoonlijken dienstplicht hebben verklaard, hij heeft zich thans verklaard vóór art. 1, omdat hij was voor de ontheffingen saamgevat in een artikel met persoonlijken dienstplicht. 's Voorzitters voorstel om de eindstemming Woensdag a s. te houden, aangenomen met 73 tegen 13st. Thans wordt aan de orde gesteld het wetsontwerp tot bekrachtiging van den aankoop van den Spoorweg Batavia naar Krawang voor f 4.429.000 en aangenomen Het daarmede verband houdende wetsontwerp tot verhooging der Indische begrootiug wordt aangenomen Daarna wordt behandeld en aangenomen hst ont werp geldleening ten laste van den Staat (55 millioen u3 pet Vervolgens worden behandeld en aangenomen de wetsontwerpen internationale sanitaire conventie en Rekening Suriname 1894 en verhooging justitie- begrooting (stichting van een huis van bewaring te Haarlem) en na goedkeuring van nog een vijftal zaken wordt de vergadering verdaagd tot den volgenden dag 11 uur. Vergadering van den Raad der gemeente den 24 Mei 1898. Tegenwoordig alle leden, en één vacature. 1. De notulen van het verhandelde in de laatstgehouden vergadering worden na ope ning der vergadering door den voorzitter,voor gelszen en door heeren raadsleden goedgek. 2. De voorzitter doelt mede, dat het besluit tot verkoop van grond aan den hr. S. K r u \j e r b(j beschikking van Ged. Staten dato 18 de zer No. 32 is goedgekeurd. Voor kennisge ving aangenomen. 3. De voorzitter brengt ter tafel een schrgven van den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid dato 12 Mei 1898 No. 1466, inhoudende: „dat tegen de vestiging van een Rijkstele- „phoonlcantoor te Haringcarspel op den voet „van het Koninklijk besluit van 15 September „1886 (Staatsblad No. 164), gewijzigd b(j „Koninklijk besluit van 16 October 1897, „(Staatsblad No. 205) geen bezwaar bestaat „dat indien het personeel en de localiteit was, mij dat te leenen, schreef daarvoor zijn naam onder een wissel, die mg het geld bjj de bank zon verschaften. Hij deed het met het zekere geloof, dat ik ter rech ter tijd den wissel zon kannen inlossen en ook ik meende dat. Nd hebben verscheidene omstandigheden zich voorgedaan, die dat zeer onwaarschijnlijk maken, en om na niet gedwongen te worden om te betalen, verklaart bij mg heden, in tegenwoordig heid van directeur Soherer, dat bg niets geteekend heelt, kortom bg klaagt mg aan wegens valscbheid in geschrifte.* „U, papa 1* steunt Eva, die het laafste deel van dit bericht uitstekend begrepen heeft, „u, papa P" „Ja, mg, wiens eer tot dasverre zoo smette loos is geweest, dat er zelfs het minste smetje niet aan kleefde, en alleen gg, mijne lieveling, knnt mg voor een ontzettend lot bewaren." „Zeker, papa," zeide Eva beslist, en het bloed keerde naar hare wangen terug, „ik zal naar mgnheer von Eickhoff gaan, hem bidden, dat bg zich alles herinneren moge en ge zalt dan tieD, dat het hem langer geen ernst met de saak zal zijn". In stil te hoopte Eva op zgne genegenheid voor haar en daarom voegde zij er troostend bg: „Hg was mg altijd goed gezind, papa De overste hief afwerend de handen op en schudde het hooid. „Hoe kan ik u anders redden P» vrosg zij bekommerd, „seg mg slechts, wat ik te doen heb „Ja, ja, ik weet het, gg zult doen, wat ik u vraag. Toen namelijk Eickbofl zoo beslist verklaarde, dat hg het papier niet geteekend had, verklaarde ik hem, dat ik hem de zaak zou bewgzen, daar gg in de kamer waart geweest." „Hoe onaangenaam, papa," viel Eva hem in de rede, „gg hebt u vergist „Het is nu eenmaal geschied, ik seide, dat gg getuige bg het teekenen waart ge weest, en het dus meer dan dwaasheid van hem was, de zaak te loochenen. Wellicht herin nerde hg zich alles beter van hetgeen toen gebeurd is dan ik, want hg riep triomfee- rend uit„bet zal mg zeer aangenaam zga, van juffrouw Herbach zelve te hooren, dat zg gezien heeft, dat ik mgn naam onder dien wissel gezet heb." „Wanneer gg morgen komen wilt, zal zg thuis zgn,* was mgn antwoord en zoodoende, Eva, zullen de beide heeren morgen terugkomen.» Om mg te spreken riep Eva ontzet. „Wat kan ik dan zeggen P Wat zal ik doen P* Gg moot bet met nwe waarheidsliefde op het oogenblik niet zoo nauw nemen," antwoordde haar vader, die ongeduldig be merkte, dat ag zijne aanduidingen niet be- „voor den telephoondienst, waaromtrent „voorstellen worden ingewacht, geschikt „zjjn bevonden, tot die vestiging zal worden „overgegaan, zoodra daartoe, in verband met „meerdere aanvragen om vestiging van een „telephoonkantoor, gelegenheid bestaat en „voorts, dat de kosten voor aanschaffing en „onderhoud van de telephoonplank met „lessenaar voor rekening van de gemeente „komen". In verband hiermede wordt ook nog voor gelezen een aan den Burgemeester gericht schrijven van den Inspecteur der Posterijen en Telegrapbia, dato 23 dezer, no. 961/3, lui dende als volgt „In verband met de beslissing van Z. E. „den Minister van Waterstaat, Handel en „Nijverheid, dat in uwe gemeente een Rijks- „telephoonkantoor zal worden gevestigd, heb ;)ik de eer U.E.A. mede te deelen, dat het in „het algemeen aanbeveling verdient, om het „beheer van telephoonkantoren op te dragen „aan de brievengaarders. Om die reden zou ,het mij aangenaam zijn, indien daartoe ook „te Dirkshorn werd besloten. Naar ik meen „is de brievengaarder A. Smit alleszins ge schikt, om als kantoorhouder voor den te- „lephoondienst op te treden. Ook biedt zijn „kantoorlokaal goede gelegenheid aan, om „voor dien tak van dienst te worden inge licht. De Voorzitter erkent, dat het wenschelijk zou zijn, in den geest van dit schrijven te handelen, doch moet echter mededeelen, dat de brievengaarder uiet genegen is, voor een salaris van f 100-als telephonist op te treden, waarom hij het noodzakelijk acht, sollicitanten voor die betrekking op te roe pen, in de veronderstelling, dat zich wel andere gegadigden zullen aanmelden. Dien overeenkomstig wordt besloten. 4. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling van den voorzitter, dat reeds voor 827 ratten de premie ad 10 et. is uitbetaald. 5. De verkiezing van een lid van den gemeenteraad, noodig tot voorziening in de vacature, ontstaan door het vertrek van den heer A. Borst, wordt bepaald op Dinsdag 14 Juni a. s., en de stemming en herstem ming zoo noodig op Dinsdagen 21 en 28 Juni d. a. v. Tot leden van het stembureau worden neyens den voorzitter benoemd de heeren C. Bjj post en C. Groot, en de overige leden tot plaatsvervangers. Voor de stemming en herstemming voor de Provinciale Staten zal het stembureau bestaan nevens den voorzitter uit de heeren W. Govers, J. Schoorl en C. Bjjpost, eveneens met de overige leden als plaats vervangers. 6. Hierna wordt overgegaan tot de be noeming van een armenvoogd in de plaats van den heer A. Borst. Van de zes uitge brachte stemmen vereenigden zich vier op den heer C. B jj p o s t en twee op den heer W. Kees om, zoodat eerstgenoemde be noemd was, die zich deze benoeming liet welgevallen. 7. De voorzitter deelt mede, dat zich nog geen enkele sollicitant heett aangemeld naar de betrekking van onderwijzeres te Waar land, hoewel de tijd van inlevering der stuk ken (1 Juni a- s.) spoedig verstreken zal zijn. Wat moeten wij nu doen, zegt spreker, wan neer niemand zich aanmeldt? en als ant woord daarop wordt, op voorstel van de heeren B ij p o st en Kees om, besloten, in dat geval de jaarwedde met f 50.— te ver- lioogen en wederom eene oproeping voor eene onderwijzeres te doen. 8. Aan Burgemeester en Wethouders wordt de vereischte toestemming verlebnd, om uit den post voor onvoorziene uitgaven der begrooting van 1897 een bedrag van t 235.12' over te schrijven op enkele overschreden posten. Voorts wordt, behoudens goedkeuring van Ged. Staten, besloten, uit den post voor on voorziene uitgaven te betalen een bedrag van f 42.80 voor diverse uitgaven, waarvoor op de begrooting geene posten voorkomen en uit dien post over te schrijven een bedrag van f 22.— op den post; jaarwedde van den opzichter der algemeene begraafplaats. 9. De Voorzitter deelt mede, dat in de greep en het koude zweet stond hem gedarende zgne redeneering op het voorhoofd„gij zegt, dat gij 't gezien hebt, dat Eickhoff het papier onderteekonde. „Maar papa, dat is een bepaalde lengen, ik heb het niet gezien," herbaalde sg ang stig sidderend, terwijl zij aan Kduard's ern stige oogen dacht, die zich op haar zonden richten en onder welken blik zij weldra zou verstommen. „Naar de hel met de waarheid," riep de overste woedend uit. Toen hi) echter de ontzetting aanduidende oogen van zgn kind op zich gericht gevoelde, matigde hij zieh en giog voort „Gij moogt de zaak niet zoo angstig op nemen, kind. Zeggen wij dagelijks geen onwaarheden en is dat niet noodwendig om goed met de mensehen te knnnen omgaan Niemand vindt daar eenig kwaad in en ik verlang van n niet eens, dat ge eene onwaar heid bevestigen zult, alleen maar, dat ge zegt gezien te hebben, wat werkelijk ia geschied." „Zij begreep deD zin der woorden immer nog maar niet geheel, sleohts iets werd haar telkens helderder en helderder en vervulde haar met out setting. „Eval" zeide haar vader, na een lange poos vergeefs op antwoord gewacht te heb ben. „Waarom spreekt ge niet P" Zij zweeg nog altoos, het gelaat van hem afgewend; toon hij het zacht naar zich toa- draaide, zag bij tronen in haar oogen en een harden, gespannen trek van leed en smart om haar mond. Wat had hij op dit oogen blik niet willen geven, om die laatste maan den terng te kunnen koopen. Nochtans be sloot bjj vrij en zonder terugbonding met haar te sproken. De liefde voor hem zou het middel zgn, waardoor hij haar tot de euveldaad dwingen zou. Terug kon hg niet meer, dus voorwaarts,— den afgrond tege moet, en omdat Eva sijn kind was, moest zij medegesleurd worden den weg op, die naar de ellende voerde. Hoe vertwgfelder zijn toestand was, hoe vaster besloten hij ook w«s, om niet te wijken, voor niets. Liever zondigen en haar met zieh medesleepen, dan bekennen. Bekennen! Liever ware hij gestorven 1 „Eva,* seide hij eindelijk weder, „het dient nergens toe, de saak met den mantel der liefde te bedekken; wanneer gij die kleine onwaarheid niet zeggen wilt, kom ik in de gevangenis.'' „Papa I* schreeuwde Eva, als door een ad der gestoken, de handen boven het hoold ineen slaande en hem ais verwilderd aanstarende. „Zeg dat tooh niet, nw woord is toch evengoed als dat van voa Eickhoff." WORDT VERVOLGD- laatst gehouden vergadering van het Witte Kruis is ter sprake gebracht de onreinheid van enkele slooten in Dirkshorn en in 't b(jzonder die ten noorden van de pastorie en die achter de kaasfabriek en dat alstoen het idéé is geopperd, om voor rekening van Gemeente, Witte Kruis en Herv. Kerk door het leggen van een duiker onder den weg althans de eerstgenoemde sloot te verbeteren. Spr. is echter thans van oordeel, dat de ge meente hiervoor geen gelden kan toestaan, wjjl er wel meerdere slooten worden aange troffen, die juist niet uitmunten door zinde lijkheid- De heer Schoorl meent, dat er zeer weinig aan verbeterd kan worden; wat men ook doet, 't blijft stil water en dat is juist de oorzaak van de onreinheid. De Voorzitter bestrijdt deze meening met de bewering, dat door het verschil in den waterstand aan weerszoden van den weg na het leggen van een duiker eene zekere strooming zal ontstaan. De toestand ook in deze sloot zou mijns inziens, zegt spreker, vrijwat verbeteren, wanneer de dam achter het huis van L. Doekes werd vervangen door een brug, doch 't zou belangrijke kosten medebrengen. Ook de heer B ij p o s t is van oordeel, dat een brug aldaar veel ver betering zou aanbrengen. De heer Keesoin zegt„een brug zal wel veel kosten, doch Doekes zal in 't belang van de openbare gezondheid wel tot opruiming van den dam kunnen worden verplicht." Alvorens hieromtrent eene beslissing te nemen, wordt aan Burgemeester en Wet houders opgedragen, aen nader onderzoek in te stellen. 10. Andermaal komt ter tafel het in eene vorige vergadering aangehouden adres van de Commissie voor de aanstaande Kronings feesten om subsidie uit de gemeentekas. Dit adres is, zegt de voorzitter, gelijk bekend is, destijds aangehouden totdat bekend zou zijn, over welk bedrag de Commissie zal kunnen beschikken als opbrengst van de inteekening door de ingezetenen, en hoewel door omstandigheden het juiste cijfer nog niet bekend is, kan toch met zekerheid worden aangenomen,dat het ongeveer f 400 zal worden. In 1874, vervolgt spr-, is voor de feesten f 80 gulden toegestaan; doch toen waren de tijden beter er. daarom zou ik nu willen voorstellen, een subsidie van f 50 te geven, welk voorstel met algemeene stem men werd aangenomen. 11. Tenslotte wordt nog voorgelezen een schrijven van de kiesvereeniging Harenkar spel aan den Burgemeester, houdende ver zoek, één of meer gedelegeerden te willen zenden naar eene op Donderdag 2 Juni a. s. te Schagen te houden vergadering tot bespre king van de veranderingen, welke gewenscht worden in den treinenloop op het traject Alkmaar—Helder, Ais afgevaardigde wordt aangewezen de heer J. Swan. 12. De lijst van personen, die gerekend kunnen worden aanspraak te hebben op geneeskundige hulp voor rekening der ge meente wordt vastgesteld, met bepaling, dat een afschrift daarvan aan den gemeente-ge- neesheer zal worden uitgereikt. 13. Ter behandeling van een drietal re clames tegen den hoofdelijken omslag, gaat de Raad in comité en na heropening der vergadering wordt deze, nadat de rondvraag niets opleverde, gesloten. Plotseling stond de elegante cabriolet stil voor een der meest bekende Ber- lijnsche nacht-caié's. Het pottier werd door een krachtige hand opengestooten en een man van even twintig jaar, met bruin krulhaar en levendige, donkere oo gen, steeg uit. Het was een slanke man, met manieren, die slechts door jarenlang vrrkeer in de beste kringen worden verkregen. Ongeduldig riep bij naar binnen „Mizzi, wees nn niet dwaas en kom mee 1" Snel hief hij met vaste hand iets, dat in een langen, witten zijden man tel gehuld was, nit het rijtuig. „Kurt, wat zal mama er van zeggen P" „Wel niets I" Week en teer klonk Kurt Geldern's melodiense stem, terwijl zijn oogen zich gloeiend en verterend richtten op het zachte, zuidelijke gezichtje zijner schoone vriendin. „Wees maar Diet banger zal niets gebeuren, je bent bij je Kurt8. En Mizzi Spinelli, de kleine Italiaansche, zag er in 't geheel niet ang stig meer uit. Wat was het hier mooi in dat café, zoo stralend van licht en ele gant 1 Mizzi verheugde zich als een kind en trok tal van nieuwsgierige bewonde rende blikken tot zich. Maar als men haar eens herkende I Zoo onmogelijk was het niet. Het kleine balletdanseresje van het Bergtheater kenden zoo velen. Haas tig liet eg haar dichte voile zakken. In het geheele corps de ballet van het Bergtheater heerschte groote opgewonden heid, toen Mizzi Spinelli op een avond met groote brillanten in de ooren en in het haar verscheen. De balletdanseresjes waren buiten zichzelfzelfs de prima ballerina barstte van nijd. En wat het merkwaar digste was, de diamanten waren werkelijk echt, dat zagen de kennersblikken der collega's terstond. Wat Wat zegt zij Een gillend gelach deed de lichte coulissen trillen. Haar bruigom En weer verhief zich eeD Homerisch gelach. En wat zag de kleine er ernstig uit, wat schitterden haar schoone donkere oogen, toen zij be merkte, dat haar woorden geen geloof von den en men haar uitlachte. Neen, zij was werkelijk te mooi, men kon niet boos op haar zijn. „Kinderen, laat haar met vrede", besloot eindelijk de prima ballerina, „de kleine weent bijna". Drie maanden waren verloopen. Mizzi Spin.lli was nog mooier, nog bekoorlijker geworden. Haar vriendelijk gezichtje straalde van geluk sedert een paar weken versierde haar kleine, roze vingers een breede, gouden ring, en op de borst droeg zij een medaljon, waarin zij evenwel niemand liat kijken, ook haar moeder niet, van wie eg, sedert er hooge woorden waren geweest over baar laat thuiskomen, gescheiden leefde. Zij wilde haar niet verstaan, zij misgunde haar eenjge dochter het onmetelijke, sprookjesachtige geluk, de eebtgenoote van een geliefden man te worden, den zoon nit een aanzienlijke bur gerfamilie. Ia blinden toorn ijverde de moeder tegen bet geluk bsrer boven alles beminde Mizzi. Dat was de eenige bittere droppel in Mizzi's tot den rand gevulden vreugdebeker. VaD avond wilde zij schooD zijn, zeer schoou, en dat alles slechts voor hem, den beminden man, die hsar beloofd bad, nog yóór het einde des jaats met zijn ouders te spreken, opdat zij met open armen als bruid in het idyllisch gelegen huis aan de Neckar zon worden ontvangen, waarvan bij haar zoo vaak had verteld. Ja, dan zouden zij allen, alle collega's komen eu haar vergeving vragen en inzien, hoe zij haar kleine Mizzi onrecht hadden gedaan gedarende deze vier erge maanden, waarin zij haar op onrechtvaardige wijze hadden geplaagd en getergd met den „grooten onbekende." Tranen van vreugde kwamen haar irf de oogen, terwijl zij voer den spiegel de laatste band aan haar toilet legde. Hoor, daar is Knrt's rijtuig. Zij keek uit het venster. Daar zat de koetsier, die Kurt altijd reed, en lachte haar een beetje on beschaamd toe. Die koetsier had haar eigenlijk nooit recht willen bevallen. Eens had hij zich de grap veroorloofd, haar flinken Kurt, die binnenkort zou jpromo- veeren, met Doorluchtigheid* aan te spre ken. Wel is waar was het heel zicht geschied, maar gsmerkt had Mizzi het toch, en Kurt had hem voor de ongepaste scherts flink den mantel uitgeveegd. „Kinderen, morgen is het Kerstmis, van daag kunt ge vroeger naar huis gaan je hebt zeker nog voor heel wat te zorgen." Jubelend lieten zich de balletdanseresjes dit niet tweemaal zeggen. „Weet je wat," riep de dikke Theodora, „van daag trouwt vorst N in de Nienwe Kerk, daar gaan wij in ieder geval heen. Hoera, kinderen, daar kunnen wij nog eens toiletten zien en bewonderen. Wel is waar," voegde zij er weemoedig bij, „bet is een dure reis naar het Westen; laten wij wat hij elkaar leggen. Prachtig, Mizzi heelt een kwartje gegeven, nog een dubbeltje en dan kannen wij er allea per tram heen gaan." „Zeg eens, nu heb ik al 45 rijtuigen geteld en nog komt het bruidspaar niet wat een pracht van briljanten es diaman ten, uniformen en ordes," fluisterde een balletdanseresje Mizzi in 't oordeze keek vrij onverschillig naar den glanzenden bruidstoet. Wat ging haar, Mizzi Spinelli, de „kleine, lieflijke bruid van een zeke ren Kvrt Geldern", eigenlijk de bruiloft van vorst von N met de gravin von Y aan Haar huwelijk zou zoo recht stil en plechtig gevierd woiden dat had zij al vastgesteld en Kurt was het er mede eens geweest. „Pst I Daar komen zij. Wat een mooi paar, hij zoo voornaam, zoo statig, zie maar eens, Mizzi Een gillende, merg en been doordrin gende kreet, antwoordde het praatzieke vriendinnetje. De doodelijk verschrikte ving in haar armen een oomachtige op. De dikke Theodora, die uog altijd be wonderend bij de kerkdenr stond, was het niet eens met de lange Ottilie. „En ik zeg je", riep zij, „op eens werd de jonge vorst zoo wit als een doek, en juist toen „Toen hij jou aanzag," voltooide de lange Ottilie, spottend 7 iervondige terechtstelling. Te Daisburg is aan drie mannen en een vrouw, die wegens moord ter dood ver oordeeld waren, het vonnis voltrokken. De fabrieksarbeiders Graat, Schmitz en Santen vermoordden op aansporing van vrouw Schula den 2Sst<?n Augustus 1896 den man van laatstgenoemde. Na het volvoeren der misdaad spoorden alle vier naar Aken en trokken zij de Belgische grens over om zich vervolgens nasr Amerika te begeven. In BelgiS werden zij echter gearresteerd en aan de justitie in Duisburg overgele verd, waar zij door het gerechtshof alle vier ter dood werden veroordeeld. In hooger beruep werd dat vonnis bevestigd. Des avonds voor de voltrekking van het vonnis werden de veroordeelden in kennis gesteld van het voornemen des keizers om aan de gerechtigheid haar loop te laten. Al spoedig verbreidde zich het gerucht der terechtstelling door de stad zoodat den volgenden morgen een groote menscheo- menigte zich voor de gevangenis, in de aangrenzende straten en op de daken der n&barige haizen had verzameld. Op de binnenplaats was het schavot opgericht, daarachter stond een tafel, waarop een cru cifix met brandende kaarsen. De man nen waren tamelijk kalm, doch de vrouw was een toonbeeld van wanhoop en jam mer. Bevend en met wankelende schreden ging zij naar het crncifixop haar jeug dig, mooi gelaat spiegelden zich de vrees en afschuw 70or den dood af. Steunend bracht zij den scherprechter haar laatste groeten voor haar verwanten over. Toen de helpers van den benl haar naar het schavot wilden voeren, wierp zij zich nog eenmaal voor het crucifix neder en zei met luider stem een gebed. Terwijl de mannen zich willoos naar het blok lieten brengen, moest de vrouw er bijna naar toe gesleept wordeD. Doch ook haar hoofd viel en dadelijk daarop weerklonken voor de vierde maal de woor den van den beul„Het vonnis is vol trokken 1" Van een manufacturier et een boer. Ia 't Friesche dorp J. kwam een psr- mantig jong manufacturiertje bij een boer, die druk bezig was met mest naar het land te menneD. Ons koopmannetje wilde gaarne zaken met den boer doen, want deze was soliede, terwijl er zeker wel wat noodig zou zijn, omdat een dochter van den boer zou trouwen. Out nu een praat je met deu boer aan te knoopen, pochte het koopmannetje op een varken van den boer en vroeg „Hoeveel vraag je daar voor Onze boer een leukerd antwoordde f 60. 't Koopmannetje wilde toch eens bieden ook en zeide„veertig gulden geef ik." Hij kreeg „geluk" eu schrikte niet weinig, toen de boer hem mededeelde, dat het varken een beer was. Wat zou hij toch met het varken doen, wat zonden zijne oaders er vsn zeggen en door meer jeremiaden trachtte hij den boer te vermnrven, hem van den koop te ont slaan. Maar deze zeide„Eens gekocht, blijft gekocht", tot hij eindelijk het waan wijze ventje den voorslag deed „Gij laadt een wageu met mest, terwijl ik den ande ren wagen op het land ledig; is de wagen bij mijne terugkomst vol, dan zijt gs van den koop ontslagen." Dit nam het ventje aan, hij legde zga pak van den rug, deed de jas uit en ging nu zoo hard hij kon aan 't werk, coodat de wagen met mest beladen was, toen de boer vaa 't land terugkeerde. Dat de boer in zijn vuistje lachte, ie te begrijpen. Nadat dezer dagen de familie Van Uffelen, wonende Steeabrug te Antwerpen, zich ter ruste had begeven, werd de zoon wakker door den rook, die in zijn kamer drong. Geholpen door een bioer spoedde hij zich naar beBeden om water te halen ter blnsscbing van het vnur, doch vergat twee broertjes, onder scheidenlijk 10 en 11 jaar, eveneens te wekken. Iutusschen had de brand zich zoo snel verspreid, dat het onmogelgk was in de slaapkamer terng te keeren. Toen eindelijk het vuur gebluscht was, vond men de verkoolle lijken der beide knaapjes. Een manier om met de linkerhand te schrijven. De proef, die aan de attentie van onze jeugdige lezers wordt onderworpen, be rust op de waarneming, dat de linker hand, ten opzichte van de rechterhand steeds geneigd is, dezelfde beweging ia tegenovergestelde richting te maken. Wan neer we dus op vrij gemakkelijke wijze met de linkerhand willen leeren schrijven en teekeneD, dan nemen we het potlood in de linker- en een puntig bont je, of eenig ander niet-schrijvend stiftje, in de rechterhand, dat over het papier bewogen wordt, alsof we werkelgk schre ven of teekeDden. Met verbazing zien we dan, hoe de linkerhand bijna geheel onafhankelijk van onzen wil, zich in tegenovergestelde rich ting over het papier beweegt en een figunr maakt, die, wanneer we haar spiegelbeeld vergelijken met de figuur, die de rechter band maakte, van deze slechts weinig ver schilt. Op deze wijze zou men brieven kun nen schrijven, die slschts met behulp vaa een spiegel vlot leesbaar zijn. Een stoomboot gezonken. Calcutta, 26 Mei. De Ehtgelache stoomboot Lindnla van de British India Steam and Navigation Cj. te Glasgow, kwam bij Sandheads in botsing met de stoomboot Meccs, van dezelfde maatschap pij. De Mecca zonkde kapitein en vijf tig passagiers en leden der bemanning verdronken. De botsing ontstond, toen de Mecca de Lindula, die haar as gebroken had, boegseerde. Op het punt van be dwelmd te wordeD, teneinde een tandope- ratie zonder pijn te ondergaan, vraagt de patiënt aan den dentist Maar hoe werkt dat gas nu eigenlijk P Het maakt n eenvoudig geheel gevoel loos is het antwoord. D merkt niets vaa wat er gebeurt. Hierop haait de patiënt ign portemon- naie nit. De tandarts wil ieeda ztggea, dat men dit later wel tal vinden 1 als tot zgn verbazing de klant bedaard daa inhoud natelt, de benrs weer opsteekt ei tevreden commandeert Zie zoo, laten we nu dan maar beginnen 1 Er is een heiige geest gedaald, In lang vervlogen dagen, Die de aarde glansrijk heef bestraald. Nog weet men te gewagen Van 't heerlijk feit nit onden tijd; En als in 't grijs verleden, Klinkt nog een Godsstem wijd en lijd Voor 't hoogste alleen gestreden I Geen heil'ge geest woont in 't gemoed Van hen, die liefd'loos strijden Zich Diel met onuitwischbren gloed Aan heel de menschheid wijden. Niet anderen naar omlaag gesleurd Maar wie er ooit mocht vallen, Met ernst en zachtheid opgebeurd Die geest beziele ons allen Een Fiukstergeest dale op ons neer, Eu biode ons hechter samen Herstelle 't oud vertroawen weer, Dat wij elkaar ontnameD. Vervulle ons toch een heiige geest De geest van liefde en vrede Dit zij ook op dit Pinksterfeest Ouze algemeene bede W. M. T*.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 7