Politiet oraziclit der week.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Wieringen.
Wieringen.
Egmond aan Zee.
Dirkshorn.
Verkiezing Prov. Staten.
Helder. Gekozen de heeren dr. P.
P. C. Hoek met 1845, G. J. O. D.
Dikkers met 1774 st. Beiden aftredend
liberaal. De heer A. P. Staalman had
1399 en de heer N. Oosterbaan 1164 st.
(beiden antirev.).
Enkhuizen. Herkozen de heeren
Z ij p met 2807 en Sluis met 2806 st.
De heer v. d. Steen verkreeg 2757,
de heer Buis 2658 stemmen.
Mieniemum-lijders magere
varkens. Een gemeenteraadslid van
een plaats benoorden Alkmaar zit in de
trein in een gezelschap, dat het druk
heeft over de verhoging van de brood
prijzen en het drukkende daarvan, voor
al voor de boerenwerkman, die 6 a 7
gulden in de week verdient.
Prijsvraag Veeverloskunde.
Buitenlandsch .Nieuws.
Citslag der op Donderdag 23 J
een Lid van de Prov. State» van
funi ^elionden herstemming voor
i!.-II., Hoofdkiesdistrict Schagen.
KERMIS.
Gewest „Noord-HollaiuFAmstok
Kracht en Vriendschap", „Olympia",
„Sparta", „Spartacus", „1'lato", van
Amsterdam„Beverwijksche G. V.",
Beverwijk „Westfries", Barsingerhorn
„Jahn", Edam„Sparta", Haarlem
„Uitsp. d. Insp.", Hoorn„Simson",
Koog-Zaandijk„Volharding", Purmer-
end„Lycurgus", Schagen„Voor
waarts", Nd.-Schermer„Kracht door
Oefening", Weesp „Olympia", Wisrin-
gerwaard; „Hercules", Wormerveer
„Concordia", Zaandam.
Door 't bestuur van 't Heemraadschap
alhier werd publiek aanbesteed het los
sen van grint op 3 plaatsen. Laagste
inschrijvers waren: voor den Oever de hr.P.
Everts a f 0.46 per M3., voor Wester-
land de hr. J. v.Duin f 0.44 per M3en
voor Polder Waard-Nieuwland de hr. C. v.
Schoorl f 0.49 per M3. Allen gegund.
Tot heemraad van het Heemraadschap
Wieringen is herbenoemd de heer P.
J. Koom.
Beroepen tot predikant bij de Neder-
landsch Hervormde Gemeente alhier de
Eerw. heer J. Vissercandidaat te Leer-
sum (Er.).
Onze lezers worden at-
tent gemaakt op de in dit nummer voor
komende advertentie der Hollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij, waarin
het publiek gelegenheid geboden wordt
om tegen veel lager prijzen dan
die van de gewone goedkoops uitstap-
biljetten, een uitstapje langs de lijnen
dier Maatsohappij, de door haar geëx
ploiteerde tramwegen en het Stoomboot-
veer Enkhuizen-Stavoren te maken,
mits een reis worde gemaakt van min
stens 180 kilometers.
Dinsdagavond had in de nabijheid van
deze plaats een droevig ongeluk plaats.
Een meisje van twee en een halfjaar,
dat bij tijdelijke afwezigheid van de
moeder, die met en ten behoeve van
een ander dochtertje naar Amsterdam
was, vader den geheelen dag gezelschap
had gehouden in 't hooiland, geraakte,
terwijl het alleen naar huis terugkeerde,
in de nabijheid der woning in een sloot
en werd na eenige oogenblikken leven
loos opgehaald.
Uitslag der aanbeste-
ding, gehouden te Alkmaar den 22
Juni 1898, wegens de werken van het
Ambacht van Westlriesland, genaamd
„Geestmer-Ambacht", als
Perceel no. 1 Huigen- en Zuider-Re-
kerdijk raming kf 250.aangenomen
door Ja. Oldenburg te Bergen voor
f 225.Perceel no. 2: Omloopdijk; ra
ming f 60.aangenomen door P. Breg-
man te Oudorp voor f 50.Perceel
no. 3Noorder-Rekerdijkraming
i 2000. aangenomen door G. Blom te
Schoorl voor f 1425.Perceel no. 4
Verschillende werken raming f 135.
aangenomen door P. Without te Ha-
riDgcarspel voor f 125.Perceel no.
5: Zeedijk; raming f 1700.aangenomen
door G. Blom te Schoorl voor f 1300.
Perceel no. 6 Ursemmerdijk of Zeedijk
bij Winkelraming f 40.aangenomen
door P. Komen te Winkel voor 1 34.
Perceel no. 7 Walingsdijk te Ursem
raming f 650.aangenomen door Joh.
Hille te Ursem voor f 600.
Idem als boven van de Geestmer-
Ambacht-werken te Veenhuizen.
Perceel no.1; raming f 1630.aan
genomen door O. Kuin te Veenhuizen
voor f 1560. Perceel no. 2 raming
f 50.aangenomen door D. Kriller te
Oude Niedorp vooi f 43.
Door den Geneeskundi
gen Raad voor de provinciën Friesland
en Groningen is eene aanbeveling aan
het publiek gericht, met het oog op de
gevaren voor de gezondheid, die uit het
gebruik van melk en zuivelproducten
kunnen voortspruiten. Daarbij wordt de
naleving van de volgende eischen aan
bevolen
1°. De leverancier drage zorg, dat bij
het melken het gebezigde vaatwerk, de
over- en rondbrenging der melk uit het
eogpunt van zindelijkheid niets te wen-
schen over laat.
2°. Zoo in het gezin van den melk-
leverancier of bij diens personeel een
besmettelijke ziekte, hieronder tubercu
lose begrepen, voorkomt, wordt de melk
niet anders gebruikt dan als veevoeder.
(Met het oog op dezen eisch is aan
sluiting bij eene maatschappij tot ver
zekering tegen de financieele nadeelen
van besmettelijke ziekten wenschelijk.)
8°. Het aan het vee toegediende drink
water zij van goede qualiteit. Ander
water, b. v. tot het reinigen van het
benoodigde vaatwerk, eveneens, of worde
slechts in gekookten toestand gebruikt.
4°. De melk zij afkomstig van ten
hoogste vijf jaar oud zijnde koeien, die
gezond zijn en bij inspuiting van tuber-
culine geen vermoeden op tuberculose
doen ontstaan.
5°. De stalling en voeding van het
vee voldoen aan de daaraan te stellen
eischen.
Te MADE (N.-B.) heeft men
eene zeer vreemdsoortige afkondiging
van de pui van het Raadhuis kunnen
hooren. Een der veldwachters maakte
den volke op die officiëele wijze bekend,
dat bij den burgemeester dier gemeente
te koop iseen oude fiets.
Kersen. De correspon
dent van de N. R. Ct. te Andelst schrijft
Zie zoo, manneke nou weet ik 't krek.
De groote kerseverkoopinge zijn veur-
bij en nou za'k oe is vertelle, dat de kans,
om ons buekske ins goed dik te ête,
glad verkeke is. We zulle al arg blij
zijn, as we'n henjevol wrak of 'n kweks-
ke musschepikkers vur ons eiges over-
hauwe.
Da kunne de minse buite de Betu
we nou mar nie begrijpedie denke,
gleuf ik, da wij in de kersetijd mar niks
ête als kerse en dan de moiste en
beste.
Och, melleve minse, wat zij de de
plank mis, die kerse en de fruit over
's geheel genomen, da's hier goud, daor
mot de schorsteen van rooke, en denkte
dan, da wij eiges het beste zouwe ge-
bruike Jao, dat kunde begrijpe.
Nee man het beste is vur de
groote lui in stad, die kunne 't betaole
en die zien op geen paor cente meer
vur 'n pond, as 't mar mooie zijn en
't ütschot is vur ons. En toch, van 't
jaor, nou der zoo weinig zijn 't is
nog geen vierde gewas nou kunne
wij vège mit de spons van Blaones.
En gebleuidGebleuidnee mar,
daor kunde oe gin adee van vurme.
Ze hebbe van 't jaor merakel mooi
gebleuid, zóó da we al tege mekaore
zeejepas op, jongvléje jaor mit de
appels, nou mit de kerse, da zal der her
gaon. Mar kek nou is aon daor
komt op ins 'n sturmweind mit régen en
veul kauw en weg vloge de bluusems
en weg vloog al onze hoop op 'n goed
kersejaor. Zie de, zoo kan 't in 'n om
mezientje glad verkeere, en zoo kwam
mijn weer 't versje in de kop, da 'k
vroeger op schol geleerd ha
Réken niet te veul op goed,
Da ge nog ontvange moet
Veultijds valt 't ut de gis
En dan is oew rèkening mis.
Nou, zoo is onze rèkening ok mis, en
ik zij bang, da de kersebaoze ok 'n mis
se rèkening zulle maoke. Ze hebbe de
overgeschote kerse gekocht tegen zeuve,
acht oente per pond op den boom. Nou
hoef ik oe niks meer te zegge. Réken
daorbij nou de koste vur de mandes
vur plukke vur keere want kee-
re motte nou net zoo veul, jao mis-
schiens nog meer, as dat er 'n vol ge
was is dan kunde op oe vijf vingers
wel fittelle, da ze op z'n minst vijftien
of twentig cente moete gelde, wil 't vur
de baoze wa werd zijn.
't Is verduveld jammer, dat is 't. De
kersetijd is anders vur deze streke zu'n
plezierige tijd, en as ter veul zijn, hoeve
we der zelf nie zoo zuinig op te zijn,
ok nie, We zullen nou êvel mar zoo
denkewe hebbe ze zien bleue en
greuie, zien rood worde en zien rijpe
ze zien plukke en inpakke enze onze
neus veurbij zien gaon we hebbe er
dus alles van gezien en dan zegge we
mit Gremer:
Maor wa'k er van heb, kek da heb ik
Mijn ooge, die hebben 't rejaol.
Gelukkig nog mar, dat er van 't jaor
alderiesends veul pruime en stekbesse
zijn. Nou neme we mar 'n prumke en
'n knoeperke, dan hewwe toch ok wa,
wü gij
Ten gevolge der hevige
wolkbreuken in de naburige Belgische
gemeenten, zijn vele weilanden te Groot-
en Klein-Zundert (N.-B.) overstroomd.
Al het hooigras is bedorvende schade
bedraagt voor de boeren ruim f 50.000.
Een orkaan.
Men schrijft uit GULPEN d. d. 23
Juni:
Gistermiddag kwamen hier zware on-
weders, gevolgd door hevige stortbuien
en hagelslag, onze streken teisteren en
onze prachtig verschenen en welig groeien
de veldvruchten vernielen.
De regen was zoo hevig, dat in wei
nige oogenblikken tijds de veldwegen en
grintwegen geheel overstroomd waren,
karrevrachten slijk en aarde, tot zelfs
gekorte boomstammen medevoerende. De
wegen waren als 't ware in rivieren her
schapen. 't Leek wel of er een plotse
ling invallende overstrooming plaats had.
Op een pachthoeve werden niet minder
dan 70 boomen omvergeslingerd, eens
deels door den stroom van het water,
anderdeels door den hevigen storm,
die welhaast een orkaan moet
geweest zijn, die tijdens het on
weer woede. Op sommige plaatsen
zijn de appelboomen door den hagel
ontbladerd, en de schors der takken ge
deeltelijk verbrijzeld. Niet één menschen-
leven stond op 't spel, ten gevolge van
den watervloed, maar meerdere.
Yan tarwe, rogge en boonen heeft het
noodweer niet alleen de Btengels gebro
ken, maar zelfs te gronde geslagen. De
aardappelen zijn van de akkers met
wortel en al weggespoeld.
Men trof er hagelkorrels als duiven
eieren.
Wij lezen in do Volks-
onderwijzer het volgende
„Ja", zegt hij, „'t is wel onaange
naam, maar een ander wordt er toch
weer beter van, en plezier doet het mij,
dat de onderwijzers, die toch een ho
ger traktement hebben, er ook aan be
talen."
„Nou," replieseert een ander, „die
traktementen zijn over 't algemeen ook
niet zoo schitterend."
„Och wat," klinkt het nu van 's mans
lippen, „al geef je ze meer, ze schreeu
wen toch als magere varkens!"
Dit vriendelijke gemeenteraadslid is
geen oude konservatieve boer 't is
een jong man, die beweert alles van
Multatulie te hebben gelezen (P) en on
der liberale vlag gekozen tot lid van de
raad, indertijd als kandidaat geprokla-
meerd en verdedigd werd door een
onderwijzer.
De Vereeniging tot ontwikkeling van
den landbouw in Hollands Noorderkwar
tier vraagt een beknopte handleiding,
waaruit de veehouder zal kunnen leeren:
1. welke maatregelen hij kan nemen
om het veelvuldig voorkomen van moei
lijke verlossingen of van verwerpen der
kalveren in zijnen veestapel te vermij
den
2. hoe hij voor, tijdens en na eene
verlossing heeft te handelen, ten einde
de bereikbare zekerheid te hebben, dat
deze zonder nadeelige gevolgen zal plaats
hebben en wat hij daarbij zal kunnen
doen om mogelijke gevaarlijke besmetting
of verwonding van moederdier en vrucht
te voorkomen, of om de gezondheid
van beide te bevorderen
3. hoe hij kan beoordeelen, of de vrucht
eene normale dan wel eene abnormale
ligging heeft, en hoe hij ook, bij ver
schillende abnormale liggingen, eene goe
de verlossing zal kunnen bewerkstelli
gen.
Yoor deze prijsvraag wordt een be
drag van f 100 beschikbaar gesteld. De
al of niet toekenning behoudt het be
stuur zich voor.
Antwoorden worden ingewacht, vóór
1 Mei 1899, bij den secretaris der Ver
eeniging, den heer W. T e e n g s, te
Alkmaar. Zij moeten geschreven zijn in
de Nederlandsche taal, met een andere
hand dan die van den inzender, niet
onderteekend worden en voorzien zijn
van een kenmerk, dat zich ook bevindt
op een begeleidend, verzegeld couvert,
bevattende den naam van den inzender.
Bij gebrek aan werkelijk oorlogsnieuws
houden de meeste bladen zich met al
lerlei beschouwingen bezig, die even
wel alle werkelijke waarde mis
sen. Wij zullen dan ook hun voetspoor
niet volgen, doch liever eenige regels
wijden aan de Philippijnen, de eilanden
groep ten noord-westen van Nieuw-Gui-
nea, die in dezen oorlog tot heden de
belangrijkste plaats heeft ingenomen.
De oorspronkelijke bewoners van dezen Ar
chipel zijn de Negritos, een klein ras
van negers, dat vele overeenkomsten
met de Boschjesmannen van Zuid-Afrika
bezit. Hunne gelaatstrekken zijn zeer
goed, behalve dat hun neus breed en
plat is en zij bijna geen kin hebben.
Evenals andere Papoea's hebben zij wol
lig haar, dat door hen in een verwar
den bos wordt gedragen. Verder hebben
zij een vooruitstekenden buik en inge
vallen rug; hunne geheele kleeding be
staat uit een van boombast gevlochten
gordel.
Zij leven van de jacht en 'tgeen zij
kunnen stelen. Lansen van bamboe
en bogen met vergiftige pijlen zijn hun
ne weermiddelen. Zij zijn handige boog
schutters, waardoor zij zelden hun doel
missen. Zij zijn van nature zeer aan
het leven te midden hunner bosschen
en bergen gehecht; vandaar, dat men ze
in de door de Spanjaarden en Maleiers
bewoonde steden zelden aantreft. De
Negritos hebben geene vaste woonplaats,
doch zwerven in troepen van 50 tot 60
personen door het land. In naam aan de
Spanjaarden onderworpen, hebben zij
geen bepaalden regeeringsvormde
oudste man wordt bij iederen kleinen
stam tot opperhoofd gekozen. In één
opzicht staan ze ver boven vele andere
wilde of half-wilde volkenelke
man heeft slechts ééne vrouw
en beiden zijn elkander in het huwelijk
zeer getrouw. Als een jonkman trouwen
wil, vraagt hij de toestemming der ou
ders van het meisje. Zij wordt op een
bepaalden dag voor zonsopgang in het
bosch gezonden en een uur later gaat
de jongeling haar achterna. Kan hij
haar vinden en brengt hij haar voor
zonsondergang terug, dan wordt in het
huwelijk toegestemd is zijn zoeken te-
vergeefsch geweest, dan moet hij al zijne
aanspraken opgeven. Hieruit volgt, dat
de eigenlijke keus berust bij bet meisje,
daar dat zich altijd wel kan verbergen,
zoo zij voor haren aanbidder een afkeer
heeft. Hun godsdienst bestaat in een
fetisch-dienst, dat wil zeggen, dat hun-
Aantal
Geldig uitgebr
kiezers.
stemmen.
Schagen
453
246
Zijpe
610
156
Barsingerhorn
322
122
Wieringcrwaard
184
136
Anna Paulowna
130
Wieringen
4G7
78
W inkel
267
197
Haringcarspol
297
102
Heerhngowaard
512
177
St. Maarten
146
47
Callantsoog
82
21
Warmenhuizen
246
57
O. Niedorp
179
101
N. Niedorp
274
117
N. Scharwoude
223
151
Z. Scharwoude
244
133
Oudcarspel
283
122
Br. op Langend.
314
127
St. Pancras
125
54
Bergen
259
66
Koedijk
187
CO
Schoorl
226
100
Petten
27
15
2515
Gekozen dus de
ne goden met den dag verwisselen. Groo-
ten eerbied koesteren zij voor hun ge
vallen krijgers.
Boven elk graf van een krijgsman han
gen zijn boog en pijlen. De wilden ver
beelden zich, dat hij des nacht zijn graf
verlaat, om zich tot den morgen op het
jachtveld te vermeien. Als een krijgs
man sterft, zijn zijne metgezelion ver
plicht, hunne wapenen op te nemen en
het land af te loopen, ten einde het
eerste levende wezen, dat zij ontmoeten,
te doodon. Met de Negritos worden de
eilanden nog bewoond door van elders
aangekomen Maleiers. Op sommige ei
landen hebben de nakomelingen van de
Spanjaarden zich met de Maleiers en
Negritos vermengd, waaruit feitelijk een
nieuwe stam is ontstaande Tagalen.
De kern der opstandelingen bestaat
uit deze Tagalen. Zij werden door de
Spanjaarden tot heden, evenals de kleur
lingen, Mestiezen en Mulatten op Cuba,
van alle bestuur uitgesloten, terwijl nog
bovendien de wereldlijke en geestelijke
macht hun binnen streng afgebaken
de perken van maatschappelijke, eco
nomische en godsdienstige vrijheid hield.
Vooral de vele monnikenorden, die sinds
eeuwen op de Philippijnen zijn geves
tigd, hebben zich door hunne heersch- en
hebzucht bij de Tagalen zeer gehaat
gemaakt.
In navolging der Cubanen, begon
nen de Tagaleezen voor een paar
jaar de wapenen tegen hunne onder
drukkers op te vatten. Met afwisse
lend geluk werd de krijg door beide
partijen gevoerd, totdat voor eenige
maanden de nieuwbenoemde gouver
neur-generaal Primo de Riviera eene
overeenkomst met de opstandelingen
wist te treffen. Bij het verdrag van
Biacnabato, dat tusschen genoemden
gouverneur en den aanvoerder der
opstandelingen gesloten werd, kwam
men overeen, dat het belastingstelsel
op de Philippijnen zou worden her
zien, dat de ambten en betrekkingen
op de eilanden ook voor Tagaleezen
verkrijgbaar zouden zijndat het
rechtswezen en het onderwijs, in o-
vereenstemming met de eischen des
tijds zouden worden gebracht en dat
de monnikenorden den archipel zouden
verlaten. Aquinaldo en andere chefs
verplichtten zich daarentegen, tegen
eene financieele vergoeding het l»nd
te verlaten. Zij werden door een
Spaansch oorlogsschip naar China ge
bracht. Toen hield men in Spanje
den opstand voor geëindigd en Primo
de Riviera vergat natuurlijk de be
loofde hervormingen in te voeren. Tot
aan den oorlog bleef die toestand
bestaan. Eerst toen de oorlog was
uitgebroken, toen admiraal Dewey naar
Hongkong ging en zich met Aquinaldo
in verbinding stelde, besefte men te
laat hot gevaar. De Spaansche vloot
werd in de baai van Cavite ver
nield, Aquinaldo aan land gezet, en
de inboorlingen, die hadden ingezien,
dat op Spanje's woord niet viel te
rekenen, schaarden zich opnieuw om
hunnen aanvoerder.
In korten tijd hebben de opstandelingen
uit bijna alle versterkte stellingen de Span
jaarden verdreven, waarbij zij duizenden
krijgsgevangenen maakten. Thans hebben
zij het beleg voor Manilla geslagen. Het
staat te vreezen, dat de Spanjaarden zich
niet lang in deze positie kunnen hand
haven. De toestand in de stad en op de
forten moet zeer treurig zijn. De levens
middelen ontbreken, terwijl de citadel
zich onmogelijk lang tegen de moderne
kanonnen van den vijand zal kunnen
verdedigen. De Amerikaansche vloot ziet
vanuit de baai van Manilla de belege
ring lijdelijk aan. Admiraal Dewey mist
de noodige troepen, om de stad te kun
nen bezetten. Wel zijn reeds een twee
tal expedities uit San Francisco vertrok
ken, doch deze kunnen eerst omstreeks
25 Juni voor Manilla aankomen. Mocht
de stad dan nog niet door Aquinaldo
genomen zijn, dan zullen zeker de 20.000
Amerikanen, die onderweg zijn, aan de
bezetting wel den laatsten slag toebren
gen. Wat er daarna met do Philip
pijnen gebeuren zal, is eene vraag
in het duister. Volgens mededeelin-
gen, in de Spaansche Kamer gedaan,
is Aquinaldo met Amerika overeengeko
men, om op de Philippijnen een repu
bliek te stichten, die onder Amerikaansch
protectoraat zal staan. De havens
zouden openstaan voor handel en emi
granten, behalve voor Chineozen.
Onwaarde.
J. Koouion Hz.
Jb. Zijp Hz.
9
42
204
1
63
103
4
31
91
2
13
123
2
40
90
2
47
31
5
138
59
1
40
62
2
68
109
2
10
37
0
4
17
0
35
22
8
58
43
1
48
69
3
51
100
4
35
98
3
35
87
4
102
25
0
23
31
0
32
34
3
10
50
4
42
58
0
8
7
55
965
1550
Jb. Z ij p Hi.
De rechtspraak zou hervormd worden,
er zou persvrijheid worden ingevoerd,
benevens vrijheid van godsdienst.
Volgens latere berichten is
de overgave van Manilla een voldongen
feit en hebben de verschillende mogend
heden troepen aan land gezet, om hunne
landgenooten en dier goederen te be
schermen.
Allerlei dwaze vertellingen omtrent de
voornemens der mogendh. zijn in omloop.
Zoo wordt uit Madrid aan de New-York-
Herald geseind, dat Frankrijk, Duitsch-
land en Spanje aan het onderhandelen
zijn. Duitschland zou de Philippijnen
krijgen, Frankrijk zou Elzas-Lotharingen
terugkrijgen en samen zouden zij bij
Amerika tusschen beiden komen om den
oorlog te eindigen, waarop Frankrijk de
door Amerika gemaakte oorlogskosten
zou betalen.
Uit Amerika weet men te vermelden,
dat Duitschland aan Spanje heeft voorge
steld, de Philippijnen voor 20 jaar onder
zijn protectoraat te nemen en daarvoor
aan Spanje 500 millioencn mark in goud
te betalen, waardoor dit in staat zou zijn,
den oorlog op Cuba voort te zetten. Sagasta
zou evenwel dit voorstel van de hand
hebben gewezen.
Wanneer zulk een voorstel werkelijk
gedaan ware, gelooven wij, dat de Spaan
sche premier het met beide handen zou
hebben aangegrepen. Een reeds feitelijk
verloren bezit aan den vijand te ontruk
ken, onder belofte, het later terug te
ontvangen, en daarenboven de noodige
fondsen om den oorlog nog geruimen
tijd voort te kunnen zetten, waarlijk,
zoo'n voorstel zou een niet te versma
den buitenkansje zijn. Voorts zou men
al zijn aandacht slechts aan Cuba be
hoeven te schenken, wat meer en meer
blijkt hoog noodig te zijn. De Ameri
kaansche troepen toch zijn op 8 mijlen
afstands van Santiago aan wal gezet,
zoodat een aanval op deze stad spoedig
verwacht kan worden. Doch ook de
Spanjaarden concentreeren al hunne
beschikbare krachten in deze stelling.
De Spanjaarden moeten in Santiago
31000 man bij elkaar hebben, die, ver
sterkt met de bemanning van de Spaan
sche vloot, een geduchte macht vormen.
Uit deze gegevens blijkt, dat men elk
oogenblik van Cuba belangrijke berich
ten kan verwachten.
Schagen, 25 Juni 1898.
Wat al oogen hadden de reclamepla
ten, waarop de heer W. Hart eenige
momenten uit „De Levende Brug" aan
't publiek te zien gaf, aanschouwd en
wat al monden hadden daarover 't hun
ne gezegd. De een bij voorbaat, afgaande
op Hart's ouden roem, vol bewondering,
de tweede evenwel met den achterdocht,
velen menschen eigen, in twijfel trekken
de, of zooals 't daar op de platen stond
wel gespeeld zou worden. Dat kon je
begrijpen, een heel schip op 't tooneel,
't mocht wat.
Nu, als die twijfelaar toch naar de
schouwburgtent van den heer Hart is
gegaan, dan heeft hij kunnen zien, dat
er op de voorstelling van De Levende
Brug niets is achterwege gebleven, wat
maar eenigszins kon helpen om de ge
geven teekeningen getrouw na te komen.
Het decor, volgens aankondiging des
heeren Hart expresselijk voor dit sensa
tie-drama vervaardigd, was bepaald heel
mooi. Hot changeeren bij open doek,
het naderende schip, dat tegen de rotsen
dreigt te pletter te loopen, de vuurtoren,
waarop een strijd op leven en dood wordt
gestreden, terwijl door een der strijden
den de noodklok wordt geluid, de Levende
Brug, geformeerd door de heeren F.L. Hart
en de gebr. Robinsonhet verdiende dubbel
en dwars het donderend applaus en het
zes, zeven maal halen van het scherm,
't Is te begrijpen dat de heer Hart, bezwe
ken voor den aandrang, Vrijdagavond nog
eens de Levende Brug heeft opgevoerd en
evenalsWoensdagavond voor een volle tent.
Het stuk is een draak, zooals men
dat pleegt te zeggen, maar 't is een aardige
draak. Er wordt op schei po en hoekig
geteekende wijze aangetoond het ellendi
ge van te groote liefde van een moe
der voor haar zoon.
Het spel der verschillende dames en
heeren was heel goed en werkte mede,
om don indruk van het geheel zoo pak-