Binnenlandsch Nieuws.
GEMENGD NIEUWS.
meststoffen, daar heeft juist de grootste
levering lagere prijzen ten gevolge. Nu
was het idóa van spr., of niet het bestuur
van deze vereeniging zich in coDtact zon
kunnen stellen met andere vercenigingen
op dat gebied, om dan voor gezamenlijke
rekening een aanbesteding te doen honden
van kunstmeststoffen.
Men zou, zoo zegt spr., de levering, even
als nu met de koeken, op verschil
lende plaatsen kunnen doen plaats
hebben en dat zal geen bezwaar opleveren.
Spr. gelooft, dat' vereenigiDgen op dat
gebied te Alkmaar, Hoorn en Heerhugo-
waard bestaan. Spr. meent ook, dat in de
zuidelijke provincies de prijzen van den
kunstmest lager zijn dan hier en meent
dat aan 't meerdere verbruik en zoodoen
de grootere leveringen te moeten toeschrijven.
De heer Waller belooft, dat het bestuur
de gedane opmerking gaarne in overwe
ging zal nemen. Maar spr. meent, dat, als
de leden der vereeniging van Schagen te
Schagen en die van Heer Hugowaard te
Heer Hugowaard moeten inladen, het niet
onmogelijk zou zijc, dat deze vereeniging
dan die leden zou kwijt raken, die ge
makkelijker te Heer Hagowaard of elders
teiecht kunnen.
De heer Oroneman oordeelt dit een be
zwaar van later en meent, dat deze vereeni
ging er niet anders dan bij kan winnen.
8pr. vraagt den heer Nobel naar diens
meening in deze.
De heer Nobel is het in deze met den
heer Gronemar. geheel eens. Een practisch be
zwaar oordeelt Spr. het, dat de vereenigingeu
te Alkmaar en Heer Hagowaard, naar hij
meent, geen rechtspersoonlijkheid hebben.
De vereeniging te Hoorn en Haarlemmer
meer evenwel zeker.
De heer Oroneman is van meening, dat dan
met Alkmaar en Heerhugowaard geen zaken
kannen worden gedaan en de Voorzitter acht
Haarlemmermeer te ver afgelegen, zoodat
men zich dan tot Hoorn zou kunnen wendeD.
De heer C, Kooi] maakt nog de opmer
king, dat de hoogere prijzen van de kunst
meststoffen hier in vergelijking met de
zuidelijke provinciën, zeker ook mede het
gevolg zullen zijn van de hoogere spoor-
vrachten.
De heer H, Kotter zon gaarne zien,
dat werd geformeerd een kas, waaruit kos
ten, verbonden aan procedeeren en derge
lijke zaken, werden geput.
De heer Waller licht spr. in, dat zulks
tot moeilijkheden aanleiding sou geven en
het bestunr er al over gedacht heeft, een
dergelijke kas te formeeren.
Belanghebbenden maken we er op attent,
dat bij het bestaar plan bestaat, om bij
het gereed zijn der lijn SchagenWog-
roode en witte wangen, hemelsblauwe oogen,
waarin gij, noch een ander, als ge ze goed
wilt gadeslaan iets znlt vinden 't
is alles hol en oppervlakkig, als bij
hare moeder."
„Ik weet, Franciska, dat ge steeds onrecht
vaardig tegenover Lucie geweest zijt, even
zoo tegen Milly, het kind van uw broeder;
hebben rij beiden u daarvoor gegronde re
denen gegeven P Was Frits niet gelukkig
met zijne vrouw? En zij
„Zij heeft hem ten gronde gebracht,0
seide de oude-jongejuffer en hare stem tril
de van smart bi) de opgewekte herinnering.
„Ik moest en wilde n dat eigenlijk niet
zeggen, Gerhard, ik heb het stil met hem
gedragen, totdat bij stierf. Maar Milly is
evenioo. Oppervlakkig, verkwistend, ydel en
zonder hart! Zij is de dochter van mijnen
broeder, ja, maar ook Lucie'a kind, en de
appel valt niet ver van den stam".
„Milly is nog zoo jong en zonder
hart, Franciska P Neen, gij doet haar
onreeht.
„Goed," zeide Franeiska, „maar hare
moeder was het. Op den begrafenisdag van
mijn broeder daoht zij slechts aan het
mooiste hoedje zoo hoog was de graad van
haar leed en kommer."
„Gij sgt niet verdraagzaam, Franciski,
de meeste vrouwen zijn juist anders van
idééën en zinnen dan gij."
,'t Is een mooie lof voor haar, wanneer
het krip en de bloemen haar nader aan het
hart liggen dan de doode maar daarover
wilde ik niet spreken. Gj weet, Gerhard,
dat ik n zeer gaarne mag lijden, dat ik ook
gaarne uwe goede eigenschappen wil erken
nen ik geloof, dat een n passende vrouw
zeer gelukkig met n zon kannen worden
„Franciska I" riep hij, boog zioh voorover
en zag haar in bet gelaat. Zg liet zich even
wel niet van haar thema afbrengen.
„Ik heb aan Eva gedacht 1" voleindigde
zij kalm haar begonnen zin.
„Aan Eval Maar ik moet u eerlijk be
kennen, dat die gedachte bjj mj nog in 't
geheel niet is opgekomen."
„Natuurlijk niet," merkte tante Frans
scherp op, „het goede, wanneer het niet
nam ook gelegenheid tot koeken in ont
vangst nemen te geven hl te Lutjewinkel,
bf te Winkel.
Onder dankzegging werd de vergade
ring hierna gesloten
In verband met eene o n-
langs door de Kruideniersverceniging le
Alkmaar uitgeschreven vergadering van
patroous en bedienden, is door de eersten
het besluit genomen, hunne winkels des
Zondags finaal te sluiten.
V ij f m i 11 i o e n.
Iu hetzelfde jaar, 1897, waarin de be
volking van AMSTERDAM lot ys milli-
oen is gestegen, heeft die van geheel Ne
derland (in Europa) officieel de 5 millioen
bereikt.
Volgens de aaoteekeningen in da bevol
kingsregisters was de bevolking van ons
land op 1 Jan. 1897 4.928.547.
Er werden in 1897 161,823 geboren,
terwjjl 83,737 stierven, een overschot ge
vende van 77.586. Er vestigden zich hier
te lande 810.994 personen, maar 312.923
brachten hun woonplaats over Daar de ko
loniën of het buitenland, wat een nadee-
lig verschil van 1929 opleverde.
De vermeerdering bedroeg dus in het
heel 75.657, waardoor iD het eind van
bet jaar de 5 millioen met 4204 werden
overschreden.
In de eerste helft van December zou
den dus de 5 millioen zijn bereikt. Al
tijd naar de bevolkingsregisters, wat nog
niet hetzelfde is als de werkelijke bevol
king, Dit is o. a. in 1889 gebleken, waar
voor die registers op 81 December een
cijfer van 4.548.596 aanwezen, maar de
volkstelling, welke dien dag plaats had,
slechts tot een getal van 4.511.415 k-vam,
een verschil dns van ruim 37.000, dat
natuurlijk nagenoeg geheel is te verklaren
nit de onvolledige inschrijvingen van ver
trekkende personen, die verzuimden aan
gifte te doen. Er bestaan voorschriften
voor de gemeentebesturen om ambtshalve
zulke personen af te boeken, maar eerst
bij de eerstvolgende telling in 't eind van
1899 zal blijken, of het verschil weder
zoo groot is, als io 1889 aan den dag
kwam.
Het opgegeven saldo van 4204 boven de
5 millioen is betrekkelijk g«riDg, zoodat
het zeer waarschijnlijk is, dat de bevol
king op 81 Dec. jl. werkelijk nog bene
den 5 millioen was. Maar na dien dag is
zij toch weder toegenomen, vermoedelijk
met ongeveer 80 h 85,000, Al is dus het
bevolkingsregister ook sedert 1889 da wer
kelijkheid een eind voornit, zeker is het,
glanst, schijnt u mannen niet bet veroveren
waard. Wie harteloos is, en n slecht b«han-
delen kan, zult ge daarentegen vergoden,
en ge laat u kwellen en gelooft wonder wat
gevonden te hebben. Ik sou Eva gaarne
goed bezorgd weten, en ik vestig mijn oog op
a, daar gij niet een van de slechtsten zijt,
en, vóór alles, de wilde horens reeds zult
hebben afgestooten."
„Ik dank u zeer voor deze goede mee-
ning, Frans," zeide hij kalm, en legde zich
in zjjn stoel aohterovei, „maar het is
mi) aangenamer wanneer wij dit gesprak
staken."
„Mij niet," antwoordde Franeiska en zag
toornig naar de donker-grauwe wolken op,
,ik begrijp niet, Gorhard, hoe gij zoo onver
standig kunt zijn; het is een oude regel,
dat goede doehters ook goede vrouwen wor
den; wanneer het geluk n zoo nabij is, zet
er den voet dan niet op."
„Franciska," vroeg hij, „spreekt ge ook in
haar naam, of sou Eva zelve
De oude-jongejuffer sprong beleedigd op,
„Zij Neen, zij is geen modern meisje,
dat op een goede partij speonleert; juist
daarom, Gerhard, sal zjj n leeren liefhebben
en voor u de beste vrouw van de wereld
worden."
Iets als ontroering gleed er over zijn gelaat.
„Lieve vriendin, laat een elk bet gelok
daar zoeken, waar hij meent bet te zullen
vinden, maar ik dank u voor uwe gevoelens
ten mijnen opzichte."
„O, wat dat betreft 1" zeide tjj knorrig
en trok den nens op, „het is mij weder
duidelijk gebleken, welke groote dwazen de
mannen zijnl Mijnentwege zoekt gij nw
geluk waar gij wilt, ik zie toeh weder, dat
ik gsljjk heb gehad, zoo te handelen als ik
gehandeld beb. De mannen verdienen over
't algemeen niets anders en beters dau wat
bon geschiedt."
Zij stond zeer boos op, om thee te zetten,
Gerhard bleef evenwel aan het venster
staan en zag nadenkend op straat.
Waarover dacht bij na P Ken klein,
vroolgk laehje werd eindelijk op zijn gelaat
zichtbaar en hij begon zacht de eerste ma-
ton van den „Hcehzeitsmarseh" te duiten.
dat op dit oogenblik de bevolking van
ons land de 5 millioen heeft overschreden.
Koning Willem I regeerde in 1830
zonder do zuidelijKe provincies die toen in
opstand waren over 2.600.000 Neder
landers in Europa. Willem II had bij de
aanvaarding zijner regeering in 1840
2.900.000 onderdanen, Willem III iu
1849 3 millioen. Zijn dochter, koningin
Wilhelmina, zal in September de souve-
rein ziju van ruim 5 millioen.
Inhuldigingsbeker.
Wij zagen, zegt liet Fadden geë
mailleerd metalen inhuldigiDgsbeker, d»D
otficiëelen, die op het groote schoolfeist
van 12 September in het Malieveld te
Den Haag zal worden uitgereikt voor een
deel door de Koningin zelt.
Het decor van dezen beker, uitmunten-
do door eenvoud en smaakvolle bewerking,
is ontworpen door den architect, den heer J.
W. H. Berden le Amsterdam naar gvgevens
vaD jhr. mr. Yictor De Stoers. Hij is verdeeld
in drie gelijke vakken. Op het middenvak
prijkt het welgelijkend portret der Ko
ningin, speciaal voor dat doel door de
Regentes ter beschikking van het feest
comité gesteld. De buste is omringd
door een lauwerkrans, doorvlochten met
linten en strik. Het tweede vak omvat
het nieuwe Kon. wapen, terwijl het derde
vak eveneens te midden van een lauwer
krans de Kou. kroon heeft, omgeven door
een lint met den datum 1 September 1898.
De drie vakken worden gescheiden door
drie velden, versierd met oranjebladeren
en oranjeappelen, terwijl de bovenrand
bestaat uit vakken, afwisselend georneeïd
met eikebladen, Koningskronen en het
naamcijfer der Koningin. Niet minder dan
12.000 dezer inhnldigingsbekers zullen op
12 September namens het hoofdcomité
aan de deelnemers van het schoolfeest wor
den uitgereikt.
Om te voorkomen, dat er in deze be
kers handel wordt gedreven, zullen zij te
gen een zeer billijken prijs in den handel
worden gebracht, doch in elk geval niet
vóór 12 September,
Een 1 e e 1 ij k bad.
Voor eenige dagen wilde een jonge koe
herder te BOERTANGE in een plas wa
ter een bad nemen. Nauwelijks echter was
de kn»ap te water en had hij zich nog
slechts eenige keeren ondergedompeld, of
luid schreeuwende van pijn vluchtte bij
het brijachtige element uit. Zijn gansche
lichaam was met bloedzuigers overdekt.
Als een bezetene sloeg de arme jongen
naar de zwarte beesten, die zich overal
reeds op zijn vel hadden vastgezet, hunne
operatiën reeds duchtig waren begonnen
HOOFDSTUK XVII.
Er W6rd gebeld. Milly, een weinig
bleek, maar mooi en lief als een jong kat
je, zat, in een witte sjaal gewikkeld, in de
nabijheid van den haard. Zij gevoelde nog
de naweeën van da bruiloft. Franeiska en
Ulirioh disputeerden ijverig over den min of
ol meer goeden stijl van een meubel, door
de oude-jongejuffer 's morgens gekoeht.
Bij het geluid van de bel werd Milly'»
lief gelaat door een vurigen blos overgoten
en zij riep
„Tante, dat is mijn braidijoeker, hij ver
zocht mij een bezoek te mogen brengen en
ik weet, dat ge daar niets tegen hebt."
Tante Franeiska wierp een spotlenden blik
op Ullrich en knikte met bet hoofd; wel
licht waa haar antwoord onder andere om
standigheden scherp geweest, nu was zjj er
alleen op bedacht, den sehilder ter rechter
tijd de oogen te openen, eer hij geheel en
al zijn hart verloren had, en daartoe scheen
Milly zelve haar het meest geschikte middel.
Het dienstmeisje braeht een kaartje.
„Eduard von Eickhoff," las Franeiska en
voegde er aan toe„laat binnenkomen."
Het was werkelijk en waaraohtig de be
zitter van Eicken, die na in de kamer
kwam, voor de aanwezigen boog en naar
Milly'a gezondheid informeerde.
„Ik ben zeer verhoogd, dat ge woord
hebt gehouden," zeide het jonge meisje, tot
de statige verschijning van den bezoeker
opziende, „het is veel aardiger, op dezen
tjjd van den dag gevraagd te worden, boe
het feest ons is bekomen, dan in den mid
dag. Ik dank u zeer voor nwe belangstel
ling, waarvoor ge zulk een afstand hebt
moeten afleggen."
„Drink een kop koffie met ons, het is bui
ten kond genoeg, om dat verdragen te kan
nen, mijnheer von Eickhoff," zeide tante
Franeiska en opende de deur naar de an
dere kamer. „Wat ik u verzoeken mag, geen
plichtplegingen," ging zjj ongednldig
voort, toen zij den gast zeg aarzelen, „alles
kan ik verdragen, maar dat nietgij zijt bij
een eenvoudige familie en moet nemen, wat
u geboden wordt."
„Ga mede," fluisterde Milly lachend en
on vooreerst volstrekt niet van plan sche
nen hiermee te eindigen. Op zijn vieese-
lijk hulpgeschrei kwamen gelukkig zijn
collega's koeherders lansnellen, die met
hunne koestokkzn den jeugdigen, van pijn
trippelenden badgast zoodanig toetakelden,
dut deze weldra van zijne aanvallers was
bevrijd. Na dit ^piügelsysteem' geleek de
patiënt echter jaeer op een roodhuid dan
op een blanke. De lust om in de weide
plussen te gaan baden, ia bij hem en zijne
makkers na dit voorval ten eenenmale
vergaan.
In LIMBURG wordt de ver
kiezingsstrijd soms op eigenaardige wijze
gevoerd. In de Limburger Koerier van
Dinsdag 28 Juni vindt uien b.v. eene ad
vertentie over de verkiezing te Herst,
waarin ailerLi lieflijkheden voorkomen,
onderteekend namens de kiesvereeni-
ging „Noorderdistrict" door den secretaris.
Daarin leest men o. a. het volgende, dit
een eigenaardig kijkje geeft op Limburg-
sche electorsla toestanden
„Unfaire verkiezingsmanoeuvres dateeren
hooldzakelijk van vóór 12 jaar. En als u
het duidelijk weten wil, peins dan maar
eens ns, of het niet veel lager is iemand
stomdronken te maken om hem dan een
schrijven te laten teekenen, waarin de te-
gencandidaat gelasterd wordt, dan een
bon voor een glui bier te geven."
H- (o) +-
,/Het hart omhoogzoo eindigde de
grijze leeraar met schitterende oogen zijn
preek in de oule dorpskerk. ^Omhoog
moet ge, als met de vleugelen eens ade
laars.' En ubet hart omhoog luidden
eveneens de klokken in detr stillen Zon
dagmorgen.
Het hart omhoog vandaag, nu de
aarde zich in haar Meikleed als een
paradijs versiert P Vandaag, nu se
ringen en narcissen hare kelken ontslui
ten en hare gearen uitzenden, nn de zon
neschijn al» enkel goud met de schadu
wen speelt en de vogel» jubelen van ge
luk en vreugde
Het hart omhoogl de grijaaard daar
op den kansel mag dat wei zeggenhij,
die iederen dag telt en telkens met de ee
ne hand tegen de hemelpoort reeds aan
stoot j maar een jong menschenwezen, dat
nog met beide voeten op de aarde staat
en dat met alle zijne begeerten het geluk
zag hem daarbij zaar verleidelijk in de oo
gen, „tante is no eenmaal een origineel en
haat alle complimenten; niet waar, gij blijft
Hij boog en gaf haar den arm, het mooie
meisje had oogenschijnlijk een diepen indruk
op hem gemaakt,want Eduard hechtte veel aan
vrouwelijk schoon, bgiocder wanneer het hem,
zooals hier, zoo lief coquet tegemoet trad.
In de andere kamer waohtte Eva reeds.
Was een bliksem vóór haar in den grond
geslagen, zjj zou niet meer hebben kannen
ontstellen, dan in bet oogenblik, waarin zij
tnssoben de portières een blond mannonhoofd
verschijnen zag, dat «ij maar al te goed
kende. Ze vertrouwde hare eigene oogen
niet, zij geloofde te droomen, maar alhoewel
zij voor een paar seconden de oogen sloot,
de gestalte verdween niet. En daarna
hoorde zij zijn naam noameu. Hij koek op.
Een grenzenloove verbazing waa op ijju ge
laat leesbaar. Hij trad een stap op Era toe.
Zij was ziehzelve evenwel weder vol
komen meester; hoewel zeer bleek, maar
toob uiterlijk kalm, trad zjj op hem toe en
bood hem de hand.
„Ik ben zeer verheugd, u te tien, mijn
heer Eickhoff!" Het arme meisje zeide
de waarheid nietzij was liever door den
grond gezonken, dan hem nog eenmaal te
ontmoeten. Zij bad aan hem gedaoht, dag
en naoht, de schuld drukte haar zoo swaar;
zij had hem in bare herinnering al de dankbaar
heid en liefde baars harten gewijd; maar
hem nog eens te ontmoeten, dat ging hare
krachten bijna te bovenhaar eenigste en
vurigste wenBoh was geweest, hem nooit
meer te behoeven ontmoeten.
„Joffrouw Eva," zeide hij, ten prooi aan
een ehaos van gevoelens en, vergiste »g zich
niet, dan had ook ijjn stem een klank, ais
was deze ontmoeting hem verre van aan
genaam, ,,dat is in waarheid een heel on-
gedaobte ontmoeting 1 Hoe gaat het u, hoe
gaat bet nw vader Hjj bad bij de
laatste woorden geaarzeld en Eva steeg
daardoor het bloed naar de wangen,
„Gij kent mijnheer vroeg Franeiska aan
Eva en hare oogen gingen scherp van den
een naar den ander.
„Mjjn landgoed ligt in de nabgheid van
van die aarde vasthoudt, dat wil het hazt
niet tot dec hemel verheffen.
En toch heeft Chsrlotte, haar oude kin-
dergewoouto getrouw, de dorpskerk opge-
zocht, waarin zij gedoopt en aangenomen
is. Met moede schreden gaat ze aan de
hand van haar dochtertje terug naar het
huis, waarop met groote letters te lezen
staat ^Hohenfriecl, pensionaat voor bad
gasten.' Haar moeder bestuurt dit pensio
naat sedert lange jaren hier heeft Charlott»
baar kindsheid doorgebracht en hier heen
is zij met haar kind gevlucht na den dood
van haar echtgenoot.
Het hait omhoog Menig jaar had zjj
dapper aan alle wederwaardigheden het hoofd
geboden, als werd baar ziel door adelaars-
wieken opgevoerdwant rij deed haar
plicht, en juist vandaag, op een zoo
scboonen dag, wil zij zwak worden. Heden
wil Je plichtverrulling haar niet meer be
vredigen, heden verlaugt haar gansche ziel
naar geluk.
Het kind ssd hare zijde babbelt,
zij kau voor de kleine niet zijn, wat zij zijn
moetzij heeft de eenzaamheid noodig.
ïGa, lieve, zoek bloemen voor je, Grietje.
Vang echter geen vlindersvandaag moe
ten zelfs de menschen naar den hemel
kamen vliegen, nu mott ge ook die klei
ne diertjes bun vleugels laten."
Dat vliegen van de menschen hond het
kleine Grietje zeer bezig; een gebeelerij
van vragsn moet er beantwoord worden, eer
Zij heengaat. Na een poos brengt zjj
den eersten hemelsleutel, die zich in den
morgen ontplooid heeft en nog frisch van 1
den dauw is, mede naar huis. Daar op
le bergen is de lente ruw, daar doen de
rloemeu hars kelkjes later opeD. Hel
der geel schitteren de bloemen, evenalsof ze
van goud gemaakt waren. Beneden in
het voorbuis ontmoet de kleine oom Frans,
met wien zij vriendschap heelt gesloten, of-
ichoon hij eerst sinds een paar weken in
de badplaats is.
«Oom Frans, kunt ge daarmede de hemel
deur opendoen
De nog jonge, ernstige man ziet de
kleine verwonderd aan. Op kindervragen
is het moeilijk te antwoorden en dat
het kind hem Dn juist zoo iets vragen
moest.
^Antwoord toch, oom Frans
't Scheen mij toe, alsof ze er wel eens
nede wilde opengaan, kind,' lachte hjj
martelijk.
„Nu, en hoe zag het er in den hemsl
it P' drong de kleine.
Hij zuchtte. »Ach, mijn kind, ik kon
echts door een heel klein kiertje naar
nnen zien ik ben niet dicht ge-
>eg bjj de deur geweest."
rpen," saide Ednard, „daar zag ik da juf-
onw, maar vooral de ovarsie dikwijls ge-
mg, en het verrasta mij, haar zoo plotse-
ig terug te zien." Hel klonk zoo voor-
tam koel, alt was het iu waarheid een
«parvlakkige kennismaking geweest en Eva
lasite zioh te zeggen:
„Papa is teer, zeer ziekik leef daga
ks in zorgen om hem."
Daarna zette men zich nader en praatte.
Inard sprak vroelijk en opgewekt, hij
indde zioh het meeat tot Milly, zelden
chts waren zijn oogen op Eva gevestigd,
ots dat dacht hij er onophoudelijk aan,
dat do blos, dien de sehrik op haar wangen
1 gebracht, was verdwenen, dat zij zeer
randerd en verouderd was.
,Zjj is zeer achteruit gegaan," seide bij bij
bzelf, „Teichmann had geljjkhoe bleek
«smal is eg geworden en hoe diap liggen
h oogen. Ook is da uitdrukking van
b gelaat heel anders. Arme Eva, bet lo-
v sobijnt n hard aan te pakken. Leelijker
itj eigenlijk niet geworden, zjj komt mg
sits maar soo vreemd voor, zoo impo-
ntnd, olsehoon zjj nauwelijks de lippen
of."
od is aeer wreed tegenover mg," daeht
E intusschen, terwijl eg stil op haar
sot neerkeek; „had ik het geld reeds bè
ta dan zou de ontmoeting mg lang zoo ver-
zikkelgk niet «ijn toegesohenen, maar
ni- hg zal gelooven, dat ik een lichtzin-
nibelofte heb gedaan en dat ik er niet
maan gedaoht beb, hem de schold af ta
d( En ik heb toob gespaard, wat ik maar
kmaar heb eerst tweehonderd thaler bg el-
ksr en vgfdnitend moet ik hebben.
Aik wensehte, dat ik dood was!" En
m knagende pijn in het harte vergat
Ehare omgeving.
ind, wilt ge n een eeemanagrog klaar-
mi vroeg tante Franeiska over de ta-
feton, „de mm vloeit reeds in nw schotel
en houdt nog altoos niet op mat gieten."
steld zag het meiaje, wat geschied
w(Zij had er geen denkbeeld van gehad,
dsde rnmflesch zioh in haar band be-
vt en had zg ziob niet geschaamd, sg
ztvor dit kleine ongelok in tranen sgn