Binnenlandsch Nieuws. GEMENGD NIEUWS. meststoffen, daar heeft juist de grootste levering lagere prijzen ten gevolge. Nu was het idóa van spr., of niet het bestuur van deze vereeniging zich in coDtact zon kunnen stellen met andere vercenigingen op dat gebied, om dan voor gezamenlijke rekening een aanbesteding te doen honden van kunstmeststoffen. Men zou, zoo zegt spr., de levering, even als nu met de koeken, op verschil lende plaatsen kunnen doen plaats hebben en dat zal geen bezwaar opleveren. Spr. gelooft, dat' vereenigiDgen op dat gebied te Alkmaar, Hoorn en Heerhugo- waard bestaan. Spr. meent ook, dat in de zuidelijke provincies de prijzen van den kunstmest lager zijn dan hier en meent dat aan 't meerdere verbruik en zoodoen de grootere leveringen te moeten toeschrijven. De heer Waller belooft, dat het bestuur de gedane opmerking gaarne in overwe ging zal nemen. Maar spr. meent, dat, als de leden der vereeniging van Schagen te Schagen en die van Heer Hugowaard te Heer Hugowaard moeten inladen, het niet onmogelijk zou zijc, dat deze vereeniging dan die leden zou kwijt raken, die ge makkelijker te Heer Hagowaard of elders teiecht kunnen. De heer Oroneman oordeelt dit een be zwaar van later en meent, dat deze vereeni ging er niet anders dan bij kan winnen. 8pr. vraagt den heer Nobel naar diens meening in deze. De heer Nobel is het in deze met den heer Gronemar. geheel eens. Een practisch be zwaar oordeelt Spr. het, dat de vereenigingeu te Alkmaar en Heer Hagowaard, naar hij meent, geen rechtspersoonlijkheid hebben. De vereeniging te Hoorn en Haarlemmer meer evenwel zeker. De heer Oroneman is van meening, dat dan met Alkmaar en Heerhugowaard geen zaken kannen worden gedaan en de Voorzitter acht Haarlemmermeer te ver afgelegen, zoodat men zich dan tot Hoorn zou kunnen wendeD. De heer C, Kooi] maakt nog de opmer king, dat de hoogere prijzen van de kunst meststoffen hier in vergelijking met de zuidelijke provinciën, zeker ook mede het gevolg zullen zijn van de hoogere spoor- vrachten. De heer H, Kotter zon gaarne zien, dat werd geformeerd een kas, waaruit kos ten, verbonden aan procedeeren en derge lijke zaken, werden geput. De heer Waller licht spr. in, dat zulks tot moeilijkheden aanleiding sou geven en het bestunr er al over gedacht heeft, een dergelijke kas te formeeren. Belanghebbenden maken we er op attent, dat bij het bestaar plan bestaat, om bij het gereed zijn der lijn SchagenWog- roode en witte wangen, hemelsblauwe oogen, waarin gij, noch een ander, als ge ze goed wilt gadeslaan iets znlt vinden 't is alles hol en oppervlakkig, als bij hare moeder." „Ik weet, Franciska, dat ge steeds onrecht vaardig tegenover Lucie geweest zijt, even zoo tegen Milly, het kind van uw broeder; hebben rij beiden u daarvoor gegronde re denen gegeven P Was Frits niet gelukkig met zijne vrouw? En zij „Zij heeft hem ten gronde gebracht,0 seide de oude-jongejuffer en hare stem tril de van smart bi) de opgewekte herinnering. „Ik moest en wilde n dat eigenlijk niet zeggen, Gerhard, ik heb het stil met hem gedragen, totdat bij stierf. Maar Milly is evenioo. Oppervlakkig, verkwistend, ydel en zonder hart! Zij is de dochter van mijnen broeder, ja, maar ook Lucie'a kind, en de appel valt niet ver van den stam". „Milly is nog zoo jong en zonder hart, Franciska P Neen, gij doet haar onreeht. „Goed," zeide Franeiska, „maar hare moeder was het. Op den begrafenisdag van mijn broeder daoht zij slechts aan het mooiste hoedje zoo hoog was de graad van haar leed en kommer." „Gij sgt niet verdraagzaam, Franciski, de meeste vrouwen zijn juist anders van idééën en zinnen dan gij." ,'t Is een mooie lof voor haar, wanneer het krip en de bloemen haar nader aan het hart liggen dan de doode maar daarover wilde ik niet spreken. Gj weet, Gerhard, dat ik n zeer gaarne mag lijden, dat ik ook gaarne uwe goede eigenschappen wil erken nen ik geloof, dat een n passende vrouw zeer gelukkig met n zon kannen worden „Franciska I" riep hij, boog zioh voorover en zag haar in bet gelaat. Zg liet zich even wel niet van haar thema afbrengen. „Ik heb aan Eva gedacht 1" voleindigde zij kalm haar begonnen zin. „Aan Eval Maar ik moet u eerlijk be kennen, dat die gedachte bjj mj nog in 't geheel niet is opgekomen." „Natuurlijk niet," merkte tante Frans scherp op, „het goede, wanneer het niet nam ook gelegenheid tot koeken in ont vangst nemen te geven hl te Lutjewinkel, bf te Winkel. Onder dankzegging werd de vergade ring hierna gesloten In verband met eene o n- langs door de Kruideniersverceniging le Alkmaar uitgeschreven vergadering van patroous en bedienden, is door de eersten het besluit genomen, hunne winkels des Zondags finaal te sluiten. V ij f m i 11 i o e n. Iu hetzelfde jaar, 1897, waarin de be volking van AMSTERDAM lot ys milli- oen is gestegen, heeft die van geheel Ne derland (in Europa) officieel de 5 millioen bereikt. Volgens de aaoteekeningen in da bevol kingsregisters was de bevolking van ons land op 1 Jan. 1897 4.928.547. Er werden in 1897 161,823 geboren, terwjjl 83,737 stierven, een overschot ge vende van 77.586. Er vestigden zich hier te lande 810.994 personen, maar 312.923 brachten hun woonplaats over Daar de ko loniën of het buitenland, wat een nadee- lig verschil van 1929 opleverde. De vermeerdering bedroeg dus in het heel 75.657, waardoor iD het eind van bet jaar de 5 millioen met 4204 werden overschreden. In de eerste helft van December zou den dus de 5 millioen zijn bereikt. Al tijd naar de bevolkingsregisters, wat nog niet hetzelfde is als de werkelijke bevol king, Dit is o. a. in 1889 gebleken, waar voor die registers op 81 December een cijfer van 4.548.596 aanwezen, maar de volkstelling, welke dien dag plaats had, slechts tot een getal van 4.511.415 k-vam, een verschil dns van ruim 37.000, dat natuurlijk nagenoeg geheel is te verklaren nit de onvolledige inschrijvingen van ver trekkende personen, die verzuimden aan gifte te doen. Er bestaan voorschriften voor de gemeentebesturen om ambtshalve zulke personen af te boeken, maar eerst bij de eerstvolgende telling in 't eind van 1899 zal blijken, of het verschil weder zoo groot is, als io 1889 aan den dag kwam. Het opgegeven saldo van 4204 boven de 5 millioen is betrekkelijk g«riDg, zoodat het zeer waarschijnlijk is, dat de bevol king op 81 Dec. jl. werkelijk nog bene den 5 millioen was. Maar na dien dag is zij toch weder toegenomen, vermoedelijk met ongeveer 80 h 85,000, Al is dus het bevolkingsregister ook sedert 1889 da wer kelijkheid een eind voornit, zeker is het, glanst, schijnt u mannen niet bet veroveren waard. Wie harteloos is, en n slecht b«han- delen kan, zult ge daarentegen vergoden, en ge laat u kwellen en gelooft wonder wat gevonden te hebben. Ik sou Eva gaarne goed bezorgd weten, en ik vestig mijn oog op a, daar gij niet een van de slechtsten zijt, en, vóór alles, de wilde horens reeds zult hebben afgestooten." „Ik dank u zeer voor deze goede mee- ning, Frans," zeide hij kalm, en legde zich in zjjn stoel aohterovei, „maar het is mi) aangenamer wanneer wij dit gesprak staken." „Mij niet," antwoordde Franeiska en zag toornig naar de donker-grauwe wolken op, ,ik begrijp niet, Gorhard, hoe gij zoo onver standig kunt zijn; het is een oude regel, dat goede doehters ook goede vrouwen wor den; wanneer het geluk n zoo nabij is, zet er den voet dan niet op." „Franciska," vroeg hij, „spreekt ge ook in haar naam, of sou Eva zelve De oude-jongejuffer sprong beleedigd op, „Zij Neen, zij is geen modern meisje, dat op een goede partij speonleert; juist daarom, Gerhard, sal zjj n leeren liefhebben en voor u de beste vrouw van de wereld worden." Iets als ontroering gleed er over zijn gelaat. „Lieve vriendin, laat een elk bet gelok daar zoeken, waar hij meent bet te zullen vinden, maar ik dank u voor uwe gevoelens ten mijnen opzichte." „O, wat dat betreft 1" zeide tjj knorrig en trok den nens op, „het is mij weder duidelijk gebleken, welke groote dwazen de mannen zijnl Mijnentwege zoekt gij nw geluk waar gij wilt, ik zie toeh weder, dat ik gsljjk heb gehad, zoo te handelen als ik gehandeld beb. De mannen verdienen over 't algemeen niets anders en beters dau wat bon geschiedt." Zij stond zeer boos op, om thee te zetten, Gerhard bleef evenwel aan het venster staan en zag nadenkend op straat. Waarover dacht bij na P Ken klein, vroolgk laehje werd eindelijk op zijn gelaat zichtbaar en hij begon zacht de eerste ma- ton van den „Hcehzeitsmarseh" te duiten. dat op dit oogenblik de bevolking van ons land de 5 millioen heeft overschreden. Koning Willem I regeerde in 1830 zonder do zuidelijKe provincies die toen in opstand waren over 2.600.000 Neder landers in Europa. Willem II had bij de aanvaarding zijner regeering in 1840 2.900.000 onderdanen, Willem III iu 1849 3 millioen. Zijn dochter, koningin Wilhelmina, zal in September de souve- rein ziju van ruim 5 millioen. Inhuldigingsbeker. Wij zagen, zegt liet Fadden geë mailleerd metalen inhuldigiDgsbeker, d»D otficiëelen, die op het groote schoolfeist van 12 September in het Malieveld te Den Haag zal worden uitgereikt voor een deel door de Koningin zelt. Het decor van dezen beker, uitmunten- do door eenvoud en smaakvolle bewerking, is ontworpen door den architect, den heer J. W. H. Berden le Amsterdam naar gvgevens vaD jhr. mr. Yictor De Stoers. Hij is verdeeld in drie gelijke vakken. Op het middenvak prijkt het welgelijkend portret der Ko ningin, speciaal voor dat doel door de Regentes ter beschikking van het feest comité gesteld. De buste is omringd door een lauwerkrans, doorvlochten met linten en strik. Het tweede vak omvat het nieuwe Kon. wapen, terwijl het derde vak eveneens te midden van een lauwer krans de Kou. kroon heeft, omgeven door een lint met den datum 1 September 1898. De drie vakken worden gescheiden door drie velden, versierd met oranjebladeren en oranjeappelen, terwijl de bovenrand bestaat uit vakken, afwisselend georneeïd met eikebladen, Koningskronen en het naamcijfer der Koningin. Niet minder dan 12.000 dezer inhnldigingsbekers zullen op 12 September namens het hoofdcomité aan de deelnemers van het schoolfeest wor den uitgereikt. Om te voorkomen, dat er in deze be kers handel wordt gedreven, zullen zij te gen een zeer billijken prijs in den handel worden gebracht, doch in elk geval niet vóór 12 September, Een 1 e e 1 ij k bad. Voor eenige dagen wilde een jonge koe herder te BOERTANGE in een plas wa ter een bad nemen. Nauwelijks echter was de kn»ap te water en had hij zich nog slechts eenige keeren ondergedompeld, of luid schreeuwende van pijn vluchtte bij het brijachtige element uit. Zijn gansche lichaam was met bloedzuigers overdekt. Als een bezetene sloeg de arme jongen naar de zwarte beesten, die zich overal reeds op zijn vel hadden vastgezet, hunne operatiën reeds duchtig waren begonnen HOOFDSTUK XVII. Er W6rd gebeld. Milly, een weinig bleek, maar mooi en lief als een jong kat je, zat, in een witte sjaal gewikkeld, in de nabijheid van den haard. Zij gevoelde nog de naweeën van da bruiloft. Franeiska en Ulirioh disputeerden ijverig over den min of ol meer goeden stijl van een meubel, door de oude-jongejuffer 's morgens gekoeht. Bij het geluid van de bel werd Milly'» lief gelaat door een vurigen blos overgoten en zij riep „Tante, dat is mijn braidijoeker, hij ver zocht mij een bezoek te mogen brengen en ik weet, dat ge daar niets tegen hebt." Tante Franeiska wierp een spotlenden blik op Ullrich en knikte met bet hoofd; wel licht waa haar antwoord onder andere om standigheden scherp geweest, nu was zjj er alleen op bedacht, den sehilder ter rechter tijd de oogen te openen, eer hij geheel en al zijn hart verloren had, en daartoe scheen Milly zelve haar het meest geschikte middel. Het dienstmeisje braeht een kaartje. „Eduard von Eickhoff," las Franeiska en voegde er aan toe„laat binnenkomen." Het was werkelijk en waaraohtig de be zitter van Eicken, die na in de kamer kwam, voor de aanwezigen boog en naar Milly'a gezondheid informeerde. „Ik ben zeer verhoogd, dat ge woord hebt gehouden," zeide het jonge meisje, tot de statige verschijning van den bezoeker opziende, „het is veel aardiger, op dezen tjjd van den dag gevraagd te worden, boe het feest ons is bekomen, dan in den mid dag. Ik dank u zeer voor nwe belangstel ling, waarvoor ge zulk een afstand hebt moeten afleggen." „Drink een kop koffie met ons, het is bui ten kond genoeg, om dat verdragen te kan nen, mijnheer von Eickhoff," zeide tante Franeiska en opende de deur naar de an dere kamer. „Wat ik u verzoeken mag, geen plichtplegingen," ging zjj ongednldig voort, toen zij den gast zeg aarzelen, „alles kan ik verdragen, maar dat nietgij zijt bij een eenvoudige familie en moet nemen, wat u geboden wordt." „Ga mede," fluisterde Milly lachend en on vooreerst volstrekt niet van plan sche nen hiermee te eindigen. Op zijn vieese- lijk hulpgeschrei kwamen gelukkig zijn collega's koeherders lansnellen, die met hunne koestokkzn den jeugdigen, van pijn trippelenden badgast zoodanig toetakelden, dut deze weldra van zijne aanvallers was bevrijd. Na dit ^piügelsysteem' geleek de patiënt echter jaeer op een roodhuid dan op een blanke. De lust om in de weide plussen te gaan baden, ia bij hem en zijne makkers na dit voorval ten eenenmale vergaan. In LIMBURG wordt de ver kiezingsstrijd soms op eigenaardige wijze gevoerd. In de Limburger Koerier van Dinsdag 28 Juni vindt uien b.v. eene ad vertentie over de verkiezing te Herst, waarin ailerLi lieflijkheden voorkomen, onderteekend namens de kiesvereeni- ging „Noorderdistrict" door den secretaris. Daarin leest men o. a. het volgende, dit een eigenaardig kijkje geeft op Limburg- sche electorsla toestanden „Unfaire verkiezingsmanoeuvres dateeren hooldzakelijk van vóór 12 jaar. En als u het duidelijk weten wil, peins dan maar eens ns, of het niet veel lager is iemand stomdronken te maken om hem dan een schrijven te laten teekenen, waarin de te- gencandidaat gelasterd wordt, dan een bon voor een glui bier te geven." H- (o) +- ,/Het hart omhoogzoo eindigde de grijze leeraar met schitterende oogen zijn preek in de oule dorpskerk. ^Omhoog moet ge, als met de vleugelen eens ade laars.' En ubet hart omhoog luidden eveneens de klokken in detr stillen Zon dagmorgen. Het hart omhoog vandaag, nu de aarde zich in haar Meikleed als een paradijs versiert P Vandaag, nu se ringen en narcissen hare kelken ontslui ten en hare gearen uitzenden, nn de zon neschijn al» enkel goud met de schadu wen speelt en de vogel» jubelen van ge luk en vreugde Het hart omhoogl de grijaaard daar op den kansel mag dat wei zeggenhij, die iederen dag telt en telkens met de ee ne hand tegen de hemelpoort reeds aan stoot j maar een jong menschenwezen, dat nog met beide voeten op de aarde staat en dat met alle zijne begeerten het geluk zag hem daarbij zaar verleidelijk in de oo gen, „tante is no eenmaal een origineel en haat alle complimenten; niet waar, gij blijft Hij boog en gaf haar den arm, het mooie meisje had oogenschijnlijk een diepen indruk op hem gemaakt,want Eduard hechtte veel aan vrouwelijk schoon, bgiocder wanneer het hem, zooals hier, zoo lief coquet tegemoet trad. In de andere kamer waohtte Eva reeds. Was een bliksem vóór haar in den grond geslagen, zjj zou niet meer hebben kannen ontstellen, dan in bet oogenblik, waarin zij tnssoben de portières een blond mannonhoofd verschijnen zag, dat «ij maar al te goed kende. Ze vertrouwde hare eigene oogen niet, zij geloofde te droomen, maar alhoewel zij voor een paar seconden de oogen sloot, de gestalte verdween niet. En daarna hoorde zij zijn naam noameu. Hij koek op. Een grenzenloove verbazing waa op ijju ge laat leesbaar. Hij trad een stap op Era toe. Zij was ziehzelve evenwel weder vol komen meester; hoewel zeer bleek, maar toob uiterlijk kalm, trad zjj op hem toe en bood hem de hand. „Ik ben zeer verheugd, u te tien, mijn heer Eickhoff!" Het arme meisje zeide de waarheid nietzij was liever door den grond gezonken, dan hem nog eenmaal te ontmoeten. Zij bad aan hem gedaoht, dag en naoht, de schuld drukte haar zoo swaar; zij had hem in bare herinnering al de dankbaar heid en liefde baars harten gewijd; maar hem nog eens te ontmoeten, dat ging hare krachten bijna te bovenhaar eenigste en vurigste wenBoh was geweest, hem nooit meer te behoeven ontmoeten. „Joffrouw Eva," zeide hij, ten prooi aan een ehaos van gevoelens en, vergiste »g zich niet, dan had ook ijjn stem een klank, ais was deze ontmoeting hem verre van aan genaam, ,,dat is in waarheid een heel on- gedaobte ontmoeting 1 Hoe gaat het u, hoe gaat bet nw vader Hjj bad bij de laatste woorden geaarzeld en Eva steeg daardoor het bloed naar de wangen, „Gij kent mijnheer vroeg Franeiska aan Eva en hare oogen gingen scherp van den een naar den ander. „Mjjn landgoed ligt in de nabgheid van van die aarde vasthoudt, dat wil het hazt niet tot dec hemel verheffen. En toch heeft Chsrlotte, haar oude kin- dergewoouto getrouw, de dorpskerk opge- zocht, waarin zij gedoopt en aangenomen is. Met moede schreden gaat ze aan de hand van haar dochtertje terug naar het huis, waarop met groote letters te lezen staat ^Hohenfriecl, pensionaat voor bad gasten.' Haar moeder bestuurt dit pensio naat sedert lange jaren hier heeft Charlott» baar kindsheid doorgebracht en hier heen is zij met haar kind gevlucht na den dood van haar echtgenoot. Het hait omhoog Menig jaar had zjj dapper aan alle wederwaardigheden het hoofd geboden, als werd baar ziel door adelaars- wieken opgevoerdwant rij deed haar plicht, en juist vandaag, op een zoo scboonen dag, wil zij zwak worden. Heden wil Je plichtverrulling haar niet meer be vredigen, heden verlaugt haar gansche ziel naar geluk. Het kind ssd hare zijde babbelt, zij kau voor de kleine niet zijn, wat zij zijn moetzij heeft de eenzaamheid noodig. ïGa, lieve, zoek bloemen voor je, Grietje. Vang echter geen vlindersvandaag moe ten zelfs de menschen naar den hemel kamen vliegen, nu mott ge ook die klei ne diertjes bun vleugels laten." Dat vliegen van de menschen hond het kleine Grietje zeer bezig; een gebeelerij van vragsn moet er beantwoord worden, eer Zij heengaat. Na een poos brengt zjj den eersten hemelsleutel, die zich in den morgen ontplooid heeft en nog frisch van 1 den dauw is, mede naar huis. Daar op le bergen is de lente ruw, daar doen de rloemeu hars kelkjes later opeD. Hel der geel schitteren de bloemen, evenalsof ze van goud gemaakt waren. Beneden in het voorbuis ontmoet de kleine oom Frans, met wien zij vriendschap heelt gesloten, of- ichoon hij eerst sinds een paar weken in de badplaats is. «Oom Frans, kunt ge daarmede de hemel deur opendoen De nog jonge, ernstige man ziet de kleine verwonderd aan. Op kindervragen is het moeilijk te antwoorden en dat het kind hem Dn juist zoo iets vragen moest. ^Antwoord toch, oom Frans 't Scheen mij toe, alsof ze er wel eens nede wilde opengaan, kind,' lachte hjj martelijk. „Nu, en hoe zag het er in den hemsl it P' drong de kleine. Hij zuchtte. »Ach, mijn kind, ik kon echts door een heel klein kiertje naar nnen zien ik ben niet dicht ge- >eg bjj de deur geweest." rpen," saide Ednard, „daar zag ik da juf- onw, maar vooral de ovarsie dikwijls ge- mg, en het verrasta mij, haar zoo plotse- ig terug te zien." Hel klonk zoo voor- tam koel, alt was het iu waarheid een «parvlakkige kennismaking geweest en Eva lasite zioh te zeggen: „Papa is teer, zeer ziekik leef daga ks in zorgen om hem." Daarna zette men zich nader en praatte. Inard sprak vroelijk en opgewekt, hij indde zioh het meeat tot Milly, zelden chts waren zijn oogen op Eva gevestigd, ots dat dacht hij er onophoudelijk aan, dat do blos, dien de sehrik op haar wangen 1 gebracht, was verdwenen, dat zij zeer randerd en verouderd was. ,Zjj is zeer achteruit gegaan," seide bij bij bzelf, „Teichmann had geljjkhoe bleek «smal is eg geworden en hoe diap liggen h oogen. Ook is da uitdrukking van b gelaat heel anders. Arme Eva, bet lo- v sobijnt n hard aan te pakken. Leelijker itj eigenlijk niet geworden, zjj komt mg sits maar soo vreemd voor, zoo impo- ntnd, olsehoon zjj nauwelijks de lippen of." od is aeer wreed tegenover mg," daeht E intusschen, terwijl eg stil op haar sot neerkeek; „had ik het geld reeds bè ta dan zou de ontmoeting mg lang zoo ver- zikkelgk niet «ijn toegesohenen, maar ni- hg zal gelooven, dat ik een lichtzin- nibelofte heb gedaan en dat ik er niet maan gedaoht beb, hem de schold af ta d( En ik heb toob gespaard, wat ik maar kmaar heb eerst tweehonderd thaler bg el- ksr en vgfdnitend moet ik hebben. Aik wensehte, dat ik dood was!" En m knagende pijn in het harte vergat Ehare omgeving. ind, wilt ge n een eeemanagrog klaar- mi vroeg tante Franeiska over de ta- feton, „de mm vloeit reeds in nw schotel en houdt nog altoos niet op mat gieten." steld zag het meiaje, wat geschied w(Zij had er geen denkbeeld van gehad, dsde rnmflesch zioh in haar band be- vt en had zg ziob niet geschaamd, sg ztvor dit kleine ongelok in tranen sgn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 6