GEMENGD NIEUWS. In de Duikerklok. (-t-O-t-) Het verwekte de algemeene verbazing, dat de kleine Teresiua, die voor het mooiste meisje van de geheele stad doorging, Bep- po's vrouw werd. Want Beppo w*s een leelijke maD. Maar hij aanbad haar en zij toonde dooi haar daden, dat zij Teel van hem hield. Telkens als de Aglajawaarop Beppo stuurman was, de haven verliet, omhelsde Teresina haar man zoo hartelijk teeder, alsof zij voor wie weet hoe lang afscheid van hem moest nemen. Eb toch duurde de wekelijksche reis uit en thuis slechts vier dagen. Als haar man weg was, ver toonde Teresina zich slechts zelden buiten haar woning. Zij zat voortdurend aan het raam om nit te zien, of zij de zeilen van de Aglaja niet aan den horizont zag opdoemen. Toen zij reeds drie jaren getrouwd wa ren, kwam er op eenmaal leven en drukte in de kleine havenstad. Een heele schaar vreemde ingenieurs en werklieden was in de stad gekomen om een groot werk uit te voeren ter verbetering van de ha ven, Teresina had een kamer vrij, een van de ingenieurs hunrde die en nam in het huis van den stuurman der Aglaja zjjn intrek. Hij was een knapps, blonde jonge man. Op den grooten koffer, dien twee kruiers binnendroegen, stond op een koperen plaat gegraveerd Jean Renaud. Toen de jonge man zijn kleeren enz, uitpakte, om ze in de kasten te bergen, was Teresina hem daarbij behulpzaam. „Y's. had geen betere woning kunnen vinden," sprak Renaud, „en dan zoo'n lief vrouwtje,* voegde hij er lachend aan toe. Teresina kleurde, maar gaf geen ant woord. Zij sloeg haar oogen neer voor zijn blik en durfde hem slechts steelsge- wijs aan te zibn. In stilte moest zij zich echter bekennen, dat Jean Renaud een knappe man was. Toen de ingenieur haar echter de wan gen streelde en haar omhelzen wilde, gaf zij hem een gevoeligen klap op de hand, #Dat is verboden, mijnheer sprak zij toornig en liep de kamer nit. Lang nog keek Renaud naar de denr, waardoor zij verdwenen was. „"Waarachtig, een aardig wijfje dacht hij. Den avond van den volgenden dag kwam Beppo tbuis. Toen hij kennis gemaakt wordende alles zou loocheneD. Aan de thee, niet eerder, kwam Milly we der te voorschijn; tante Frans' scherpe oo gen namen haar doordringend op, terwijl zij kinderlijk aanvallig met een lief lachje zeide „Ik bon weder geheal hersteld; die paar uor rust hebben mij zeer goed gedaan. Era, ik dank u voor uwe hnlp en mijnbeer von Eiokhoff heeft mij seker wel niet gemist." Zij zag hem sebalks aan, maar het ver- waoht compliment bleef uit; integendeel lag er in zijne oogen een ernsiigen, vorschen- den blik, die zijn onrust verried; Milly bad nergens erg in, si} vond het alleen wat on beleefd, dat bij haar soo met een stomme buiging dankte, maar zij schoof dat op de te genwoordigheid van Eva. Maar Franciska vroeg „Waar sijt ge dan eigenlijk geweest P" „IkP Op mjjn kamer/" „Zoo, zoo," zeide tante Frans, „op nw kamer en natuurlijk gedut, hè P" „Zeker I" „Merkwaardig, dat ge eerst Era's en daarop mijn kloppen niet gehoord hebtgij moet zeker geslapen hebben als een beer," „Mijn hemel, ik heb wat ingenomen, om maar van die hoofdpijn ontslagen te worden." „Dat is ook wat anders," en om den mond van de onde-jongejuffer speelde een schelksch laobje, „muar wilt ge mij dan niet eens zeg gen, hoe het mogelijk is, dat we n op het Leipzigerplfein hebben kannen zien P" Nu eerst, eerst in dat oogen blik, zag het meisje verschrikt en verward naar den grond, maar ook slechts een secondein het vol gende moment sag ze met haar dnivenoo- gen tot haar tante op en zeide: „Goed, nu ge hel weet, wil ik u wel seggen, dat ik werkeljjk ben gaan wandelenmijn hoofd bomde zoo on verdraaglijk en ik had verlangen naar fris- sohe luchtdaarom ben ik heel be daard een paar stralen doorgewandeld." „Alleen?" vroeg tante, die onverbidde lijk genoeg was, dit examen voort te setten, terwijl Eva nn eens rood, dan eens bleek wordend, zich in stilte in de ziekenkamer ran haar vader wensehte. had met den nieuwen huurder, was hij vol lof over de beminnelijke wijze, waarop Renand met ham gesproken had. In den eersten tijd was Renand zelden thnis. Des morgens vroeg ging hij reeds uit, om eerst des avonds laat terag te keeren. Later was hij echter veel op zijn kaïrer, voornamelijk op die dage», als Beppo aan boord van het schip was. Dan zocht hy allerlei voorwendsels, om met Ttresina te kannen spreken. Het aardige vrouwtje bemerkte dat wel, maar liet zich deze hulde aan haar lieftalligheid gaarne welgevallen. Op een goeden dag kwam Renaud met een groot teekenbord thuis, bevestigde daarop met punaises een wit vel papieren begon zeer ijverig te teekenen. Hij zei tot Teresina, dat hij een gewichtig plan moest uitwerken en dat hij daaraan slechts thuis ongestoord kon werken. Soms gir g Teresina bij de tafel zitten en keek met aandacht naar het werk van den ingenieur. Het jonge vrouwtje wist zelf niet, hoe het kwam, maar de vier dagen gedurende welke Beppo afwezig was, gingen voor haar altijd zoo spoedig voorbij. Eens betrapte zij zich zelf op de zondige gedachte van te wenschen, dat haar man in plaats van vier, vijf dagen nit mocht blijven. En toen de ingenieur haar hand in de zijne nam en haar daarbij diep in de oogen keek, trok zij die niet terng. „Heb je me liet vroeg hij, zich zoo diep tot haar overbuigend, dat zij zijn warmen adem op haar wang voelde. „Toe, zeg mij maar met een enkel woord, dat je mij liefhebt." Teresina sprak dat woord echter niet nit. In plaats van te antwoorden, wierp zij zich aan zijn borst en verzette zich niet, toen hij haar voorhoofd, haar wangen en haar lippen met vurige kussen overdekte... De arm» Beppo, hij vermoedde het niet, ofschooD men in de geheele stad het elkaar toefluisterde, dat TeresiDa haar man bedroog. Op een goeden dag echter deelde ecD vriend het hem mede. Den nacht daarop bracht Beppo, onrus tig op zijn bed zich om en om woelend, slapeloos door. Zekerheid wilde hij hebben, ja zekerheid 1 Den volgenden dag zou de Aglaja ver trekken. Beppo liet zich ziek melden en vertrok niethij hield zich in een her berg schuil, om Teresina te doen gelooven, dat hij vertrokken was. Des namiddags begaf hij zich naar zijn woning, maar vond de deur gesloten. Aan Beppo's borat ontsnapte een bange eucht. „Het 1b dus waar, het is das waar I* Hij begaf zich op weg, om Teresina te zoeken en richtte zijn schreden, hij wist „Ja, alleen." ..Voor de toekomst, Milly, deedt ge goed, uwe leagens beter st&m te stellen," zeide Frenciska scherp, „denk er aan, dat mijne oogen scherp zijn; ge waart niet alleen." „Ik ben een poosje met mijn vriendin Erna in gesprek geweest; is dat dan alles, om daar zoo over te mopperen," antwoordde Milly boos. „Neen, daarover ben ik in 't geheel niet boos, maar Erna draagt gewoonlijk niet de uniform van een ulaan," riep Frans mei fonkelende oogen. „Dat was haar broeder; Erna was juist in een winkel gegaan om iokoopen te doen, toen gjj mij zaagt, en overigens, tante, be handelt go mij als een klein, onopgevoed kind; en „En ge sijt immers zulk eene voortreffe lijke jongedame," zeide Franciska scherp terwijl zij zich tot Gerhard wendde en er halfluid bjjvoegde: „Ach, lieve vriend, kinderen brengen sor- gen mede; zij is precies ais de moeder; ik zeide het u reeds, evenals de moeder."; Eduard zweeg zijne oogen hingen aan het jonge meisje, dat in dit oogenblik in zijn oogen oneindig diep gezonken was, Milly leek daar zoo iets van te merkenzij zeg hem half lachend, half verwijtend in het gelaat, om haar mond was een licht smartelpe trek zichtbaar, aan de lange wimpers hingen tra nen, maar bij deed geen enkele poging haar te troosten. „Ik bid u, Franciska, wees kalm," verzocht intussehen Gerhard Ullricb, eveneens haiflaid, „laat de zaak hiermede geëindigd zijn i 't was beter geweest, dat ge nw wieht dat examen onder vier oogen had laten afleggen; de zaak is voor ons zeer pijnlijk. Wees nn tenminste bedaard," „Meent ge F* zeide zjj ironisch; „nn, ik zal uwe lieve prinses ter wille van n niet meer lastig vallen, ofschoon ik gewoon ben, mpe meening rechtuit te zeggen, en reoht voor reoht en onrecht voor onrecht te ver klaren. Ik weet niet, wat ge aan het meis je vindt, Gerhard, ik zeg n, precies als de moeder." zelf niet waarom, naar het strand. Met de hand zijn oogen voor het ver blindend zonlicht beschermend, tuurde hij over het water. En hetgeen hij zag, had op hem de uitwerking, alsof hij door een vampyr was gebeten. Op een dnikerscbip zag hij den ingenieur en naast hum stond Teresina. In 't volgende oogenblik sprong Beppo in een roeiboot en roeide met alle macht naar het schip. Nog nauwelijks was Beppo des moigeDs vertrokken, of Renaud en Teresina bega ven zich naar de haven. Zij noemden hem nu ook reeds vertrouwelijk Jean. Renand kon dien dag niet thuisblijven een rots blok onder water moest men laten springen en bij de uitvoering van dat werk moest Jean tegenwoordig zijn. Toen de spriBgmijn gereed was, maakte Jean zich gereed om in de daikerklok te gaan, teneinde te cotroleeren, of alles goed was uitgevoerd. pik ga mee naar beneden,* sprak Tere sina. Jean wilde daar echter niets van weten eu trachtte haar van haar voornemen af te brengen door te zeggen pKind, dat is veel te gevaaihjk." pJuist daarom wil ik mee; als er gevaar is, wil ik dat met je deelen, altijd. Alle uitvluchten vau Jean waren te vergeefs. Teresina bleef onverzettelijk op haar stuk staan. Eq met ernstig gelaat zeide zij „Als je mij liefhebt, dan moet je my toestsan, met je in de diepte af te dalen. Om jouentwil, Jean, wil ik meegaan.* Zij sprak dit op een toon, die geen te genspraak duldde, zoodat Jean wel ge noodzaakt was, haar vsrzoek toe te staan. Zij namen samen in de klok plaats. Twee matrozen stonden aan de luohtpomp en twee anderen hielden de touwen vast. Teresina drukte zich tegen Jeso aan. Zij was toch eenigszins angstig en haar han den beefden. De ingenieur bemerkte het. pZou het toch niet beter zijn, dat je boven bleef vroeg hij. p't Is nu nog tijd.* „Neen antwoordde Teresina. pVieren 1* klonk het bevel en de dui kerklok zonk met Jean en Teresina, die elkaar omarmd hielden, langzaam in de diepte. Halverwege wza de klok reeds onder water. Daar opeens kromp Teresinaineen. Droomde zij, of was het werkelijkheid Toen zij door het venster van de daiker klok keek in de richtiDg van het strand meende zij BeppG in eeu boot met groots snelheid op het schip te zien toeroeien. Er was geen tijd meer, om goed te zien, „Maar Franciska, een zoo jong meisje* „Voor den koekoek,* zeide tante Frans, zeer boos wordend, en met de vlakke hand op iafei slaande; de zin bleef evenwel ouvo'sin- digdr 2ij zag eenigszins verschrikt naar Ull- rich en zeide, halt lachend, half geërgerd „Ziet ge, oude boomen moet men niet meer willen leiden* Daarna werd er over bet interval van geen enkele zjjde meer gesproken. Eduard von Eickboff ging reeds met een stok en dacht er ernstig aan, het Reinwald- sehe huis te verlaten, ofschoon Franciska zich met voor hem onverklaarbare redenen sterk er tegan verzette. Wat bewoog haar daartoe Had de ver standige dame wellicht ontdekt, dat hij een zeer goede party voor haar lieve nicht was Maar men behoeft dadelijk tooh nog maar niet te trouwen, als men tooat een jong meisje mooi en aardig te vinden. Trouwen Hij had er eigenlijk nog nooit ernstig aan ge dacht zou Miliy zijn opmerkzaamheden zoo zwaar hebben opgenomen Wat dan P Hij had hier in huis een groote gastvrijbeid on dervonden, men was hem van alle zijden op de meest vriendeljjke manier tegemoetgeko men, maar was bij daarom verplicht denioht te trouwen P Zij was een allerliefst meisje, zij was hem buitengewoon bevallen, van het eerste uur af, waarop hij haar had gezien, maar trouwen, daarvoor was nog even meer noodig dan een mooi gezicht I Of was hij in zjjne opmerkiaamheden tegenover haar te ver gegaan P Was hij als man van eer verplicht verder te gaanP Met pjjnlijke duidelijkheid schilderde bij zich alles af, wat er tussohen hem eo Milly was voorgevallen en kreeg daardoor eone slechte bni, by beet on barmhartig op zijne havanna en lennde zoo zwaar op zijn stok, dat hij boog. Was hij werkelijk niet vrij meer Had Milly, hsdden hare verwanten recht op hem De Bchoone, blauwe oogen der jonge dame, die hem tot dusverre zoozeer in ver rukking hadden gebracht, hadden alle sohoon- heid, alle aantrekkingskracht in dit oogen blik voor hem verloren hij was ontevreden en boos op zichzelf, boos op de geheele we reld en daarbij sag bjj zeer helder en dui- war.t in het volgend oogenblik was de klok onder water verdwenen. Het was inderdaad Beppo. Met krachti ge slagen roeiend, had hij weldra het schip bereikt. In de grootste opgewondenheid sprong hij cp het dek. „Teresina I* ri>p bij, t waar is Teresina?* Met bloedbeloopen oogen keek hij rond. Doch hij zag noch Jean, noch zijn vrouw. Daar bemerkte hij de beide matrozen aan de luchtpomp en oogenblikkelijk had bjj de situatie begrepen. Dus tot in de diepte der golven volgde zij hem, zoozeer had zij hem lief 1 „Zij heeft mij bedrogiD, de trouwelooze, de slang,* riep hij uit. *0, als ik hen hier voor mij had Daar viel zijn oog op een groote bijl. Hij greep haar en zwaaide het scherpe voorwerp met den langen steel, lachend als een waanzinnige, boven zyu hoofd. Driemaal liet, hij het suizend neervallen. Met twee slagen sneed hij de beide touwen door en met den derden houw de luchtbuis Een enkele groote luchtbel steeg naar boven, op de plaats waar de daikerklok was neergelaten A. C. Men zal zeker met verba- zing lezen, dat in de Vereenigde Staten nog slavenhandel bestaat zij het dan ook slecbts onder de Chineezen in Cali- forniè. S*n Erancieco wordt overstroomd door Chineezen, die hun eigenaardige zeden naar deze stad hebben medegebracht. Daar toe behoorde in de eerste plaats de sla venhandel en de verkoop van vrouwen en kinderen is zelfs iu den laalsten tijd nog belangrijk toegenomen en werpt een aar dige winst af. De menschenhandel wordt gedreven door twee maatschappijen, die een formeele markt hebben ingericht met een groot aautal klanten. Op het oogenblik zijn te San Erancieco zoowat 3000 Chineezen, die direct of indirect leven van den verkoop van slavinnen. De ongelukkigen worden iu China door list of bedrog gestolen en onder valsch voorwendsel naar Amerika overgebracht. Daar worden zij als dieten aan den meestbiedende verkocht. Eenige maanden geleden werd zulk een ongelukkige verhandeld en daar zij meen de, dat deze handeling in overeenstemming met de wetten van het land was, liet zij zich geduldig alles welgevallen. Maar toen haar meester haar heur zesjarig kind wilde afnemen om het te verkoopen, liep zij weg en vluchtte in een zendelingenbuis. Eerst daar vernam zij, dat de Amerikainsche wet geen slaven keet en zij das volkomen delyk, dat hij verplicht w«s, dan laatsten stap ook te doen en Milly te vragen, of zij zjjne vrouw wilde worden. „Yerwenscbte hofmakerij 1* bromde hg, want hij kwam zichzelf voor als een gebon den wild daar klopte hem iemand vriende lijk op den schouder en toen bjj zieh om wendde, zag hg in tanie Franeiska's ge laat. „Waarde mijnheer von Eickhoff, ik zou gaarne eens een paar woorden met o spre ken-" „Ik ben geheal tot nw diesst, waarde dame „Ik hoop, dat gij een verstandig mensoh sijt,* begon tante Frans, „en zoo iemand heb ik juist noodig; het toeval is mij niet al te gunstig, om mgn bartowensch in vervul ling te zien komen. De zaak is namelijk deae, dat ik de stad in moet, dat wil seggen, ik moet niet, ik zal slechts de Leipziger-, Frederik-, Linden- en Wilhelmstraat afloo- pac; ik dacht zoo bij mjjzelf, dat dit tjjd genoeg is, dat twee mensohen met elkaar de zaakjes in het reine brengen, niet waar P En gedurende mijne afwezigheid zou ik gaarne willen, dat gij, noch Milly in de kamer hier naast giDgt.* Eduard von Eiokhoff zag haar heel ver wonderd in het opgewonden gelaat; daarna boog hij toestemmend. .Houd mij niet voor gek,* aeide Fran ciska, die zijn blik had opgemerkt, „ik heb slechts bet plan, Ullrich gelegenheid te geven, met Eva een paar gewichtige woorden te wisselen. Gij begrjjpt mij wel P Hij is een hoogst verstandig, goed mensoh, Eva de beste vrouw van de wereld, mgn hart hangt eenmaal aan die twee, ik ben ervan overtuigd, dat het is tot beider geluk." „En boe denkt juffrouw Eva erover, ia zij het met u eens P" vroeg Eduard en hij verwonderde zioh erover, hoe bjj die gedachte hem bijna de adem werd beroofd van opge wondenheid. „Oob, natuurlijk, rij ia een verstandig meisje en overigons, een eigen haard dat begrijpt gij nog niet zoo. Wat sal er van haar worden, ala de overste dood is?' vrij was. Maar de Chineesche consul meld de zich bij de zendelingen aan en eischte de teruggave van de slavin „voor de eer van China en de Chineezen", gelijk hij zei de. Natuurlijk wees men hem de dtur, waarop hij driest genoeg was, zijn vriend, don slavenhandelaar, den raad te geven de hulp var. het gerecht in te roepen. Zooals vanzelf spreekt, werd de klacht van den slavenhandelaar sigewezen, maar het is toch wel merkwaardig, dat de Chi neezen ondanks een langjarig verblijf in een beschaafd land de slavernij nog altijd op vatten als instelling, waarvoor zij de be- schermiug der rechtbanken van dat land kunnen inroepen. Spanje en de Vereenigde Staten. Spanje en de Vereenigde Staten zijn Maandsg door hetzelfde lot bezocht. Boven het koninkrijk is een zware storm losgebarsten, die, voor zoover daarover be richten zijn ingekomen (want de telegra- phische gemeenschap met de hoofdstad is op vele plaatsen gestoord) groote schade blijkt te hebben aangericht. Te Madrid is eeu vrouw gedood en hebben vele perso nen verwondingen bekomen. Boven New-Hampshire heeft op den zelfden dag een orkaan gewoed. Vele ho tels en woonhuizen aan het strand van Hampton zijn ingestort, waarbij tal van menschen omkwamen. Een houten loods, waarin een rolschaatsen baan was, is ver nield; zeven liefhebbers van deze sport zijn gedood en honderd gewond. Op deze kust is een jacht vergaan, waarbij vijf op varenden verdronken. Bij Beverley in Massachnselts is een pleizierboot met zestig reizigers vergaan. Zeven van hen vonden in de golven den dood. Uil het officiëele rapport over den stand der granen ia Hongarije blijkt, welk een enorme schade de onwe- ders, wolkbreuken en hagelslagen van het laatst vau Juni hebben aangericht. In vijf tien tot twintig comittten zijn de verlie zen niet te boven te komen. Op zeer ve le plaatsen heeft de hagel hetgewas volko men vernietigd, zoodat er zelfs niet ééa halmpje is overgebleven. De verwachte op brengst van den tarweoogst over het ge heele koninkrijk is dientengevolge met 5 pCt. verminderd, die van rogge met 7 tot 8 pCt., die van gerst met 2 tot 3 pCt. De opbrengst van den geheelen oogst zal ten minste 5 pCt. beneden de raming blijven. En dat de oogstvoornitzichten niet nog slechter zijn, komt enkel doordat in de verschoonde streken die gewassen prachtig staan eu gouden bergen beloven. Hem werd bet onUettend onbehaaglijk te mozdo onder deze onthnlliogen en eeiiigs- sins stijf en gedwongen vroeg hij „En mgn aandeel in de zaakp" „Is, dat ge buiten die kamer blijft;bovendien moet ge Milly onderhouden; dat is de geheele opdracht. Aloo tot wederziens." „Tot wederziens," zeide hij en toen zij bniten was, voegde bjj er aan toe: „Dat wijf is slim als de duivel, Zij wil twee vliegen in ééa klap slaan, maar zg be driegt zich. Storen P Alsof ik lnst zou hebben, Eva Herbaeh te storen, wanneer zjj besluit, de vronw van Gerhard Ullrich te worden 1" Hij lachte, een kort, leelijk lachje, greep daarna de courant en begroef zieh ach ter de bladen. Merkwaardigi uit de zwarte regels za gen Eva's bruine oogen hem aan en een kleine, na stijf gesloten mond i hij zag deze oogen plotseling lachen eu hoorde baar heer lijke stem: „O, zag ik op de heide n—-' Hij had haar nooit weder hooren zingen en haar daartoe ook nooit verzocht. Waartoe ook P Herinneringen wakker roepen is dwaas heid. Op dit oogenblik schaamde hij zioh zeer over zijn optreden tegenover het meis je, ook omdat bij de vjjfdnizeod tbaler had aangenomen en behouden. Nn was alles te laat, onherroepelijk voorbij. Hij staarde op de verlovings-aankondigingen zoo diep zinnig neer, sis waren hot de zwaarste pro- bleerasvoor hemen overal sohoen bij den naamEva Ullrich te lezen. Hjj zuchtte diep. „Hoe onvriendelijk van n," seide Milly's vleiend stemmetje, „zoo lang aan die domme eonrant nwe aandacht te wijden, mjjnheer von Eiokhoff. Ik ben reedt lang hier en gi) hebt niet de minste notitie van mij ge nomen. Wat leest ge daar zoo Ijverig P" ,,De verlovings-aankondigingen I" zeide Eduard en legde de courant neer, „overigens mijn leedwezen, juffrouw, voor mijne sebijn- bare onbeleefdheid ik had er geen denkbeeld van, dat ge hier waart." „De verlovings-aankondigingen f" riep Miliy lachend, ofsohoon diep blozend, „en waarom zuohltet gij zoo zwaar t"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 6