GEMENGD NIEUWS. Spanje en de Vereenïgde Staten. worde verleend door den afgevaardigde. Tot nu werd van de f 8 contributie f 1.90 afgedragen aan het Hoofdbestuur en f 1.10 in de kas der vereenigiag gestort. Hoorn stelt voor, f 1.50 in de kas van de maatschappij en f 1.50 in de kas der afdeeling te storten, opdat de afdeeliDgen meer in staat zullen zijn zich te bewegen. Voor een lid van 't hoofdbestuur voor Noordholland werd den afgevaardigde vrij heid gelaten; voor Zuidholland werd hem opgedragen, den door de afdeeling Gouda aanbevolen candidaat, den heer J. W.v.d. lorrende steunen.Voor lid van de financiëele commissie werd den afgevaardigde opgedra gen te stemmen den heer P. Buit Jz. Tot afgevaardigde werd vervolgens ge kozen de heer C. Atjesdie zich bereid verklaarde, die benoeming te aanvaarden. Vergadering van den Baad der gemeente SCHAGEN, gehouden op Dinsdag 19 Juli 1898, des avonds ten 7 ure. Voorzitter de heer P. Buis Jz.t le Wet houder. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering worden door den secr., den heer Jb. Denijs Jde notulen gelezen en door den Baad on veranderd goedgekeurd. Daarna wordt aan de orde gesteld de behandeling van Ingekomen stukken. 1. Missive van den heer Commissaris der Koningin dezer Provincie, waarbij mede- deeling wordt gedaan, dat aan den Bur gemeester onzer gemeente verlof is ge geven, de gemeente 4 weken te mogen verlaten en wel ingaande 9 Juli j.1, 2. Missive Ged. St., goedgekeurd terug de af- en overschrijvingen der rek. dienst '97. 3. Dito goedgekeurd het besluit der onvoorziene uitgaven dienst '97. 4. Schrijven van den heer J. v. d. Maaten, waarbij hij bedankt als lid der plaatselijke schoolcommissie. De Voorzitter betreurt het, dat de heer v. d. Maaten meent, de Commissie, belast met het toizicht op het plaatselijk onder wijs, te moeten verlaten. Spr. gelooft in naam van al de andere heeren raadsleden te spreken, als hij den heer van der Maaten hartelijk dank zegt voor de groote belang stelling, door hem inzake onderwijs aan den dag gelegd hartelijk dank zegt, dat hij die betrekking zoovele jaren met groote nauw gezetheid heeft vervuld en zich zooveel moeite heeft getroost in het belang van het onderwijs. Algemeen wordt goedgevonden, de plaat selijke schoolcommissie om eeu voordracht voor een nieuw lid te verzoeken. Daarna wordt de gemeenterekening aange boden en worden de heeren C. A, Eoogscha- gen, J. Schenk Pz. en W. Roggeveen benoemd als commissie om die rekening na te zien. De voorzitter zegt nu: zooals de heeren zich zullen herinneren, is, op wensch van den heer v. d. Maaten, aan een commis sie, bestaande uit de deskundigen uit den raad,opgedragen over den raadhuisgevel eens met elkaar te coDfereeren. De heer Vlaming, die zich had aangeboden om in de bestaande teekening een paar gewenschte wijzigingen aan te brengen, is zoo welwil lend geweest, twee geheel nieuwe te makeD, De Commissie en het dag. Bestuur heb ben met elkaar die teekeningen nagegaan en op enkele kleine aanmerkingen na heeft één dier beide teekeningen de goedkeuring van allen erlangd. De teekeningen worden ter tafel gebracht waarop één gebouw in Oud-Hollandschen stijl met trapgevel, het andere in het gen re, zooals nu het raadhuis isde begroo tingen zijn f 1520,en f 1360. Na eenigen tijd de beide ontwerpen te hebben bezichtigd zegt de heer v. d. Maaien: Ik ben geweest de peisoon, die heeft voorgesteld, alles in hoofdzaak aan de commissie over te laten en, niet dat ik tegen dit p'.an zal opponeeren, maar ik vind dit niet mooi en het andere plan mooier. Spr, vraagt verder, of de begroo- tiog van dit plan door lenzelfden persoon is gemaakt als die van het vorige, 't Maakt voor Spr. een groot verschil, wie de begrooting heeft opgemaaktniet dat Spr. twijfelt aan de capaciteiten van een der beide heeren, die deze en de vorige be grooting hebben opgemaakt, maar 't is maar de vraag, of beiden als eenheids prijs denzelfden hebben genomen. Spr. vraagt den heer Vlamingof hy er voor kan instaan, dat de som van bouwing niet meer dan f 160.hooger zal zyn Spr, zegt nogmaals, dat het geen twijfelen is aan de capaciteiten van den een of den ander, maar bij den een kon hebben véérgeztten, de begrooting zoo laag moge- lijk te maken, de ander kon alles juist tr op hebben aangelegd, het zaakje op te voeren. De hesr Vlaming zegt, dat hij de be grooting van deze beide nieuwe ontwer pen heeft gemaakt en de begrooting van den gemeenteopzichter niet heeft gezien en daarvan alleen weet het eindcijfer. De heer Eoogsehagen vraagt, of het nu aan de orde is, om uit de twee door den heer Vlaming gemaakte ontwerpen eene keus te doen. De heer Schenk zegt, dat de commissie aan den trapgevel de voorkeur geeft. De heer Atjet vindt den trapgevel verre weg den mooisten. De heer Schenk brengt ter tafel een paar monsters steen voor het nieuwe raadhuis. De heer t>. d. Maaten informeert, of de commissie adviseert, den trapgevel te kiezen, waarop bevestigend wordt geantwoord. Met algemrene stemmen wordt het ont werp in Oud-Hollandschen stijl met trapge vel aangenomen. Zoover kan worden Sigegaan, zal onze gemeente door de be moeiingen van den heer Vlaming een schoonen gevel rijker worden, die zeer ze ker tot sieraad onzer gemeente zal strekken. Bij de rondvraag zegt de heer v. d. Maaten, dat hij gaarne zou zien, dat er, in plaats van het houten hek, bij dokter's woning zou komen een ijzeren hek. Telken jare ziet Spr. daar het hek repareeren en hier en daar er een paaltje bijslaap, zoo dat het altoos een lapperij blijft. Spr wyst op het hek bij zijne woning, dat door den heer Vlaming is geplaatst en niet zoo heel duur van aankoop is en dat hem in den tijd van 18 jaar ongeveer f 11 aan onderhoud heeft gekost. Voorzitter belooft, dat bij de opmaking der begrooting daarop zal worden gelet. De heer Schenk wijst er op, dat bij het huisje aan de Bietbosch geen regenbak is. Spr. zegt, dat de heer Asjes dit in den raad ter sprake zou brengen, maar tot dusverre heeft spr. daarvan nog niets ver nomen. Gaarne zou spr. daar een regen bak wenschen, daar de menschen zich met een tonnetje moeten behelpen en in den zomer bijna geen water hebben. De heer Buis meent, dat de regenbak reeds op de begrooting voorkomt, en al reeds is gemaakt, of dan zeer zeker spoe dig gemaakt zal worden. De heer Asjes deelt mede, dat de man van het Bietbosch hem bij zijn laatste bezoek heeft medegedeeld, dat er al reeds een bak kwam, waar hij heel blij over was; vandaar, zegt de heer Asjesdat ik het niet in den raad ter sprake heb gebracht. Niets meer ter behandeling zich voor doende, wordt de vergadering gesloten. Bij de opening van de jacht op waterwild is het gebleken, dat in den polder Schagen nog al wild aanwezig is. Op verschillende plaatsen zijn wilde een den en watersnippen gezien. Vooral in de buurt van het Bietbosch en het Keinsmer Wiel komt veel gevogelte voor. Door een paar jagers werden j.1. Zaterdag onder den dijk negen wilde eenden geschoten. De Vereenigiag van Han del, Landbouw en Nijverheid te Amsterdam heeft voor onze Wielerfeesten op 1 September a. s. een stel kostbare medailles beschikbaar gesteld. De gevreesde aardappel- ziekte heeft zich weer op vele akkers en tuinen in onzen polder vertoond. Een enkele zoele, nattige .dag zal weder vele velden in korten tijd zwart maken. Dit vooruitzicht is zeker te bejammeren, daar de meeste aardappelen eerst bloeien, zoodat een vroegtijdig afsterven zeker van grooten invloed op de qualiteit en quanti- teit zal zyn. Voor heD, die een besprociïngs- proef willen nemen, is het nu de tijd. Op verzoek geven wij hier het recept lJ/2 K. G. kopervitriool opgelost in een steenen pan of test in heat water, een K. G. ongebluschte of ongeveer l1/» K- G. gebluschte kalk, geroerd onder 100 K. G, water. Onder dit kalkwater wordt langzaam de oplossing van kopervitriool gemengd. Deze hoeveelheid is voldoende voor 2Yj h 3 snees. In een gieter met zeer kleine gaatjes of met een grooten kwast wordt het aardappelloof zeer dun besproeid. Dinsdagmorgen viel het bijna drie-jarig dochtertje van onzen plaats genoot E. nabij de woning op het Noord te water. Eenige kinderen zagen het drijven en riepen de moeder, die een oogenblik la ter haar lieveling levenloos in de wo ning zag dragen. Geneeskundige hulp tot opwekking der levensgeesten mocht helaas niet baten. Het aanvallige meisje trok reeds voor eenigen tijd de aandacht van den beer D. alhier, die een fraaie schilderij van haar vervaardigde. Dinsdag wilde het loon tje van den heer D. B. alhier na het eten wat met den grooten hond in den tuin spelen. De hond had ook gegeten, deed een dutje en had in spelen weinig trek. De jongen wilde het dier meetrekken, maar de hond anders zoo mak deed een sprong en beet het ventje in de onder lip. Het had 't kereltje den neas wel kun nen kosten nu liep het geval nog al goed af en strekte den knaap tot leering, dat het gevaarlijk ie, slapende honden wakker te maken. Mejuffrouw E. Ossen alhier heeft met goed gevolg ex»men afgelegd voor de Bykskweeksehool voor vroedvrou wen te Amsterdam. De heeren E. Wagemaker te BaraiDgerhorn en N. A. de Boer alhier, bei den van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, hebben het diploma van stuurmansleerling verworven. In de B.-C. Kerk alhier ontstond in den morgendienst van heden, Woensdag, een begin van brand, doordat de kaarsen eenige versierselen deden vlam vatten. Eenige rsppe handen hadden het euvel spoedig hersteld, ofschoon sommige kerkbezoekers in hnn angst reeds naar den ingang der kerk snelden. Eenliefhebber van reke- nen heeft eens nagaan, welke arbeid moet verricht wo»den, hoeveel water en kool gebruikt zal moeten worden, om een mas sa even groot als de aarde, 30 centimeter, dus ongeveer een voef, te verplaatsen. De berekening leerde dan, dat een stcom- machine van 10.000 paardekrachten 66 duizend miljoen jaren zon moeten werken. Ir. den stoomketel zou is dien tijd een hoeveelheid water verdampen zoo groot, dat daarmede de geheele oppervlakte der asrde met een laag van 90 meter diate zon worden bedekt. Voor de verdamping dier hoeveelheid water zouden vier miljoen miljarden ton nen kool noodig zijn. Wanneer deze kool aangevoerd wordt door waggons, die elk 10 tonnen kool kuonen bevatten,zullen daar mede vier honderd duizend miljarden wag gons gevuld worden. Bekenende, dat elke waggon 9 Meter lang is, dan zou een der gelijke trein 80 miljoen maal zoo lang zijn als de omtrek der aarde. Wanneer deze trein zich beweegt met een snelheid van 40 kilometers per uur, dan heeft deze 5 miljoen jaren noodig om zich over zijn geheele lengte te ver plaatsen. Deze trein is verder 11.500 maal zoo lang als de afstand van de aarde tot de zon bedraagt eD er zou, om dezen trein op te bergen, een remise gemaakt moeten worden, waarvan de oppervlakte 770 maal zoo groot zou zijn als het totale opper vlak van Europa. Den 23 s t e n Februari j. 1. weiden Zola en Perieux, de bestuurder van de A u r o r e, door het Hof van Assises te Parijs veroordeeld, eerstgenoemde tot het maximum der straf, ééo jaar gevange nis eu 3000 frs. boete, en laatstgenoemde tot vier maanden gevangenisstraf en even veel boete. Beiden kwamen in hooger beroep, dat ontvankelijk werd verklaard, met vernie tiging van het vonnis en verwijzing van de zaak voor het Hot van Versailles. Dit Hof heeft thans beide beschuldigden ver oordeeld tot het maximum der strafeen jaar gevangenis en 3000 francs boete. Behalve van het arrest van het Hof, ver werpende Labori's oonclusies over het ver band der zaken Zola en Dreyfus, waarte gen reeds door Zola en Perreux hooger beroep is aangeteekend, kunnen de ver oordeelden zich tegen de uitspraak zelve in cassatie voorzien, waartoe zij vijf dagen tijd hebben, nadat het vonnis hun in persoon bekend is gemaakt. Het gerucht loopt, dat Zola uit Parijs vertrokken is naar Brussel. Men beweert, dat hy een reis naar Holland onderneemt. Nader verzekert men, dat Zola Frankrijk niet heeft verlaten, maar alleen zijn ver blijfplaats geheim houdt, opdat het von nis, waartoe hij is veroordeeld, nog niet aan hem zal worden betrokken. De toestand van het Spaansche leger te Santiago, schijnt op het oogenblik der capitulatie toch diep treurig geweest te zijD. Generaal Toral deelde aan zijn over winnaar mede, dat al zijn generaals ge wond en gedood waren. Hij had geen ko lonel over en bovendien had hij in de stad met allerlei moeilijkheden te kampen. Er was geen eten meer te krijgen, voor geld of goede woorden. De stad leverde een treurigen aanblik op. Alle winkels waren uit geplunderd. Overal stonden levende lijken langs de versterkingenuitgehongerde Spaansche soldaten. Een groot aantal vluchtelingen, die in de stad en de naaste omgeving opgehoopt wareD, verergerde den toestand. De Amerikaansche troepen zullen deze helf verpeste stad niet binnengaan, maar op de heuvels om de stad kampeeren, van- waar zij haar voldoende knnnen bewaken. De stad moet eerst schoongemaakt worden, véér menschen, niet gewend aan zulke levensomstandigheden, in znlk een klimaat, er kunnen vertoeven. Tot du toe gaat het met den gezondheidstoestand der Ame rikaansche soldaten niet slecht. Driehonderd hadden er Zaterdag gele koorts, doch er waren nog slechts vijf sterfgevallen voorgekomen. De geneeshee- ren zijn er echter voor, een deel van de troepen naar Amerika terug te zenden totdat het natte jaargetijde voorbij is De lijst der gevangenen, die generaal Shafter door generaal Toral ter hand is gesteld, bevat 22780 namen, wat neer dan de sterkte van Shafters leger bedraagt. Men vreest voor ernstige ongeregeldhe den tusschen de Cubanen (opstandelingen) en de Amerikanen. Deze laatsten verbie den den Cubanen het binnentrekken en zoodoende het plunderen van Santiago. De toestand is van dien aard, dat opgehouden heeft gemeenschap tusschen de legers te bestaan en zij feitelijk als vijanden tegen over elkander staan. -—Onze zomer. Salomo en Ben Akiba hebben toch maar gelijk gehad, toen ze uitriepen, dat er niets nieuwB onder de zon was. Onzs herfstachtige zomer heeft ook reeds een voorganger gehad, misschien wel meer dan één. In het jaar 1856 be- begon het 31 Maart te regenen en bijna zonder tnsschenpoozec hield de regen tot Petrus en Paulus (29 JHni) aan. Den 18en Juni, (AntoDiusdag) viel et sneeuw, die de opgeschoten halmen van het koren geheel bedekte. Den 24en Juni sneeuwde het eveneens. Het spreekt vanzelf, dat door het een en ander brood en aardappelen geweldig in prijs stegen. Gelukkig heeft toen het volgende jaar zich als een bij zonder vruchtbaar jaar gekenmerkt. Moge 1899 dit goede voorbeeld volgen 1 Een dichterlek beeld. De redacteur van een provinciaal blad, die io de beschrijving van een nieuw orgel welsprekend werd, zeide„De zwellend* tonen stierven weg in verrukkelijks sno ring, als iemand, die een heerlijk lied on der de dekens zingt." D e wraak van den schilder.! Een veelgelezen Fransch blad deelt de volgende amutante geschiedenis mee: Een bekend Parijsch schilder kreeg onlangs de opdracht het portret van gravin X te schilderen. De gravin was vroeger een gevierde schoonheid, doch thans is zij wat men in 't Fraiisch noemt pasfiëe en men ziet ook onmiddellijk, dat zij dichter bij de vijftig dan bij de dertig is, welk aantal lentes zij gewoonlijk opgeeft te tellen. De gravin wilde haar portret in den „salon* van dit jaar laten exposeoren eu maakte het den schilder daarom zeer lastig met allerlei aanwijzingen. Nu eens was de teint te bleek, den weer was heur haar te donker, om kort te gaan, zij had eiken dag iets anders aan te merken. Met bewonderens waardige kalmte schilderde de kunstenaar verder en maakte het zijne ontevreden cliënte zooveel mogelijk naar den zin, door hier en d»ar naar haar aanwijzingen veranderingen aan te brengen. Doch niettegenstaande dat alles ver klaarde zij, nadat het portret gereed was, dat het in 't geheel niet geleek. Nu ver loor de schilder het geduld en beduidde haar, dat zij het portret niet behoefde fe acoepteereu als het haar niet gelijkend ge noeg voorkwam, terwijl hij haar met spottende beleefdheid uitgeleide uit zijn atelier deed. Het portret bleef als onver kocht het eigendom van den schilder. lotusschen zon de kunstenaar op een mid del om zich op de coquette te wreken. En dil zou hem maar al te goed ga lakken. Met eenige penseelstreken veran derde hij het elegant gefriseerde haar der gravin in enkele spaarzame strengen, welke overal de schedelhuid lieten doorschemeren, terwijl hij haar in de smal le, aristocratische handen een paar valsche vlechten gaf. De salontafel, waarbij de gra vin stond veranderde hij in een lnxueuse toilettafel, waaTop een geheele batterij fla cons en doozen geschilderd werd. Aan de etiquetten erop kon men duidelijk zien, dat zij allerlei schoonheidsmiddeljes en ver schillende soorten cosmetiek bevatten. De wreede schilder zorgde er nu voor, dat madame la comtesse door goede vrien den te weten kwam, welk een origineel schilderij in zijn atelier te zien was. Zij vermoedde niets goeds en begaf zich al spoedig naar den knnstenaar. Deze ontving haar uiterst koel en toen zij tot haar grenzenlooze ontzetting en ergernis moest zieD, welke veranderingen er met haar ove rigens zeer goed gelijkend portret hadden plaats gehad, beschuldigde zij den schilder van onbeschaamheid, terwijl zij dreigde hem wegens beleediging te znllen aanklagen. Schouderophalend antwoordde de eigenaar van de schilderij, dat de gravin zelf verklaard had, het por tret onder geen voorwaarde als het hare te zullen erkennen en daar hij als schilder zijn tijd niet met onnutte bezigheden ver kwisten kon, had hij het in een fantaisie veranderdhij wilde het onder den titel „De coquette van vijftig jaar' ten toon stellen. Niemand toch kon hem beletten, met zijn eigendom te doen wat hij wilde. De gravin zag in, dat zij tegenover den schilder machteloos was en het slot van het lied was, dat zij hem een cheque van een zeer hoog bedrag moest aanbieden en hem deemoedig verzoeken, het portret wser zijn vroegere gedaante te willen terugge ven en het haar dan toe te zenden. De ringen eener koningin. In den laatsten tijd geven de En- gelsche bladen zich veel moeite met den trouwring van koningin Victoria. Men kon het er niet eens over wor den, nit wiens handen eigenlijk dit ge wichtige kleinood kwam. Men is ten slotte tot de conclusie gekomen, dat de gouden band, die Engeland's ko ningin aan den prins-gemaal bond, ver vaardigd is door een Dnitscher, die toenmaals bij den eersten juwelier van Londen arbeidde. Deze Duitscher moet eerst onlangs in Philadalphis, waar hij een bloeiende zaak dreef, zijn gestor ven. De dochter van dezen man leeft evenwel nog en beroemt er zich vaak op, dat zij den trouwring der Engelsche vorstin een uur lang op proef heeft gedragen, eer de koningin hem van haar bruigom ontving. Deze heeft het haar dierbare juweel sedert dien tyd niet meer afgelegd od, zooals de »W hite hall B e v i e w* weet te vertelleD, is de ring nu zoo dun geworden, dat hij slechts door een tweeden ring op zijn plaats, welke hij zeker nooit verlaten zal, gehouden wordt. Even zoo min legt de grijze koningin haar verlo vingsring af. Deze bestaat uit dicht naast elkaar geplaatste diamanten, die zich in het middenstuk, dat in hart vorm gemaakt is, om een prachtigen robijn groepeeren. Den in donkerroode vlam schitterenden steen noemde de prins gemaal, toen hij den ring zijn bruid aan den vinger stak, met een poëtï- schen naam„steen der liefde*. Een kleinood, dat koningin Victoria ouder al haar sieraden naast de beide genoem de ringen het hoogst schat, maar dat zij wegens de zwaarte slechts bij ge wichtige ceremoniën draagt, is de kro- ningsriDg, welke in een prachtig uit gevoerde teekening geloof, hoop en liefde vertoont in diamanten, smaragden en robijnen. Sedert de Amerikaansche troepen op Cuba landden, zijn 21 offi cieren en 225 minderen gesneuveld, 98 officieren en 1486 man gewond 84 min deren vermist. Van de gewonden zijn er slechts 68 gestorven. Brutale diefstal aan de Bank van Engeland. Een merkwaardig brutale diefstal aan de toonbank van de Bank van Engeland had kort na één unr verleden Zaterdagmiddag plaats. Een bediende van Contts' Bank ging naar de Bank van Engeland met een kassiersbriefje, groot 3000, welke hij in drie zakjes, elk van 1000 in goud medeDemen moest. Er was volk aan de Bank toen het kassiersbriefje werd aangeboden. Het goud werd op de gewone wijze uit betaald en in drie gewone linnen geldzak ken gedaan, en op de toonbank voor den bediende van de heeren Contts neder- gelegd. Op dit oogenblik wsrd de aandacht van den jongen man afgeleid en hij draaide het hoofd om. De beweging duurde slechts een oogen blik maar in dien korten tijd had ij. mand één van de zakjes weggenomen en was verdwenen. De bediende dacht in het eerste oogenblik, dat hem slechts twee zakjes waren overhandigd, zéé snel was het andere Weggenomenmaar hij w&i spoedig overtnigd, dat een paar seconden te voren drie zakjes voor hem hadden ge staan, Niemand bemerkte eenige ongewone beweging in de Bank, noch bemerkte men eenig er verdacht uitziend persoon. Het bericht van den diefstal werd onmiddellijk naar het City-politiebureau in Old Jeury getelephoneerd, terwijl eveneens een bood schap werd gezonden naar Scotlandvard, Twee detectives ontvingen dadelijk last, inlichtingen over de zaak in te winnes, maar zonder eenige aanduiding, zoodat zij een buitengewoon moeilijke taak véér zich hebben. Zij hebben geen beschrijving van den man en zijn op 't oogenblik geheel onbekend met zijn bewegingen. De diefstal was klaarblijkelijk zeer vernuftig overlegd eu men veronderstelt, dat de bediende van de heeren Contts door den dief of een van zijn gezellen nauwkeurig werd nagegaan. Zij had den, naar men gist, door nauwgezette bespie ding van de Bank der heeren Contts, be merkt, dat het op bepaalde uren, op bepaalde dagen de gewoonte was, naar de Bank te zenden om groote bedragen goud. Zij beloer den elke gelegenheid met een bewonderens waardige kalmte tot zy Zaterdag hun slag sloegen. De inspectenr op het bureau te Old Jeury, zeide dat, ten spijt van alle voor zorgsmaatregelen van de zijde der overheid, du en dan zoo iets gebenrde. Om een plan van dien aard uit te voeren, wordt buiten gewone kalmte en vermetelheid vereischt, en de vaardigheid om met bliksemsnel heid op 't juiste oogenblik le handelea. Kon de bedrijver van de misdaad de Bank verlaten, zoo waren zijn kansen om te ontkomen zeer gemakkelijk, daar hij geen spoor achterliet, en waar, gelijk hier het ge val was, het geld was weggenomen in goud, er geen mogelijkheid was het na te gaan. Met bankbiljetten en wissels is het natuurlijk een ander geval. Drie of vier personen waren ongetwij feld in de zaak betrokken en zoodra de dief bniten de Bank was, heeft hij het geld ongetwijfeld aan een kameraad over gegeven, die rustig voort kon loopeD, in een rijtuig springen en zoo verdwijnen. Hoogstwaarschijnlijk zal een belooning worden gesteld op de inhechtenisneming Tan de dieven. Zijne rekenles. Een geloofwaardig kruidenier verteldo eens het volgende „Ean kleine jongen kwsm verleden Maandag in mijn winkel en wachtte, tot dat iemand hem opmerkte. Hij had een papier in de hand, wsar hij telkens op keek. Een van de bedienden kwam naar hem toe en de knaap las van zijn papier met een opdreunendec toon „Mijne moeder bestelt 10 pond rijst, 15 pond sniker, 12 pond havermeel, 20 pond „Hou op 1" viel de bediende hem in de rede. „Niet zoo ganw. Je moest mij dat papier liever geven, dan zal ik de bestel ling uitvoeren.* „Maar de kniap wilde volstrekt de ar tikelen zelf oplezen. De twee andere be dienden werden geprest om te helpen en al de pakjes te maken, die de jongen op noemde. Allerlei soort van dingen moeit hij hebben, en van elk artikel vroeg hij den prijs en noteerde dien op zijn papier. De toonbank lag vol pakjes, toen de jon gen eindigde met 18 pond meel. Een van de bedienden noemde den prijs op, en ds jongen ging op op-dreunenden toon voort: „En hoeveel geld moet mijne moeder nn voor hare krnidenierswaren betalen f' De bediende telde het totaal op en zei- de, dat het f44.10 was. De jongen noteer de het en wilde heengaan. „Heiwaar ga je naar toe Kom terug?" riepen allen in koor. „Wel," zei de knaap, terwijl hydedss' uitliep, „dat is juist mijn rekenles voor Dinsdag. Die moet ik kennen, of ik krijg straf." Men moet zich maar e' ten te behelpen. De regeerende vorst v*" een kleinen staat woont in een Univen1' teitsstad de feestelijke inwijding van etB nasr hem gedoopte bron bij. Na de toe spraak van den burgemeester valt hetoffl' hulsel, maar tot ontzetting van b® feestcomité komt er geen dropp6 water. „Hoe kan dat vraagt de vors'i maar blijft echter eenige min0'®^ zonder beseheid, tot er uit het coffl'j een bierbron wer naar voren slapt en, op, vertegenwoordigers der studenten wijz®" de verontschuldiging stsmelt„Doorlu® tigheid moet ons verontachuldigOi bron geneert ziek voor de studentes-*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 2