INGEZONDEN.
13.
Tuberculose bij het vee.
pen, want men doet het met rooveel
kracht, dat er blauwe plekken komen.
Tot slot drukt de masseur zijn knieën
op den buik ran den patiënt en laat
dezen eenigen tijd diep ademhalen, zonder
zelf van positie te verwisselen. En hoe
vreemd het eok moge schijnen, nooit heb
ben deze experimenten schadelijke gevol
gen voor de aldu* behandelden opgeleverd.
De baden hebben dagelijks plaats,
na de eerste massage; uien neemt den
eenen dsg een hand bad, den volgenden
een voetbad, en te* laatste een zitbad
daarna begint men wstr opnieuw. De
duur dezer baden is twintig minuten, de
temperatuur tusschen zes en dertig en
veertig graden Eeaumur {45 h 50® C.).
De leefwijze is de volgeude vijf maal
tijden p<r dag, maar men eet zeer weinig
iederen keer, terwijl brood, boter, suiker
en sterke dranken verboden zijn; men m g
niet drinken, dan een half uur na afloop
van den maaltijd en niet meer dan 0.4
L. per dagterwijl alleen Qerolsteiner
bronwater als drank mag gebruikt
worden.
Om verstopping te voorkomen, die een
gevolg zou zijn van deze leefwijze, zijn
alcëpillen of lavementen voorgeschreven
ter bevordering van den stoelgang.
De Zondag dient als rastdag, zoowel
voor de artsen, als voor de patiënten
dezen laatsten is het zeilt vergund van
den gewonen leefregel at te wijken. De
resultaten van deze kuur zijn merkwaar
dig reeda na eeoige dagen kan men
een vermindering in omvang en gewicht
waarnemen,
In vijf weken namen sommige perso
nen ongeveer twintig pond at, in acht
weken zelfs vijftig. Een dame, die bij
het begin der behandeling tweehonderd
veertig pond woog, was in negen maanden
tijd vijf en negentig pond afgenomen. De
omvang van haar buik was dertien centi
meter minder geworden.
PatienteD, die 'a Zondags van het ge
geven verlof gebruik maakten, vertoonden
den anderen dag een gewichtavermeerde-
ring van twee k drie pond. De werking
van het hart verbeterde merkwaardig, de
patiënten konden l&Dgo wandelingen ma
ken en zelfs kleine hoogten bestijgen.
De slaap was goed en middelen ter be-
voidering er van waren niet meer noodig.
Deze rnwe methode heeft nog nooit
schadelijke gevolgen gehad, hoe vreemd
het ook schijnt, maar het is alleen de
vraag, of zij een dunizamen invloed uit
oefent.
Beuk van metalen.
Bieken de metalen P Over deze vraag
heeft de Engelsche natuurkundige Ayrtou
dezer dagen een stndie openhaar gemaakt,
waarvan de Blotsom is, dat aan de door
hom onderzochte metalen (aluminium, mes
sing, brons, koper, nieuwzilver, phosphor-
bron», ijzer, s'aal, tin, zink, gond en zil
ver) geeu reuk is te bespeuren als zij ge
heel gereinigd zijn, zoodat de scherpste
neus te nist van elkaar kan onderkennen.
Roodkoper, ijzer en staal moeten 't langst
gereinigd worden om reukloos te zijn
de enkele aanslag door ademiDg is voldoen
de om bij ijzer en staal den eigenaardigen
geur te voorschijn te roepon. Bij andere
maakt de aanraking met de hand, dat zij
rieken, wat sterker wordt door wrijving
tusschen de vingers. Alleen goud en zilver
blijven reuklocs. Aanvatten met droge
handen verwekt geen reuk bij metalen,
zoodat de meening onjuist is, dat de geur
door warmte wordt opgewektzelfs bij
verwarming tot 50 gr. Celsius bleven de
metalen, mits volkomen gereinigd, reuk
loos. Als men ze wrijft tusschen een lin
nen lapje, dat in verdund zwavelzuur is
gedrenkt, geven ze denzelfden geur af als
bij wrijven tusschen de vingers. Daar zwa
velzuur, dat op ijzer inwerkt, kwalijk rie
kende waterstof doet ontstaan, gelooft Ayr-
ton, dat, althans bij staal «n ijzer, de geur
bij onreinheid uit de ontwikkeling van kool-
watersfof, o. a. paraffine, voortspruit.
Een aardige Bismarck-
anecdote deelt de heer P. Kilian in de
Slraszb. Post mede. Dezen was het opge
vallen, dat de Eransche bladen Bismarck
bijna niet konden noemen zonder hem een
bijnaam te geven, die nn juist nist altijd
gunstig bedoeld was, maar van Duitach
standpunt beschouwd een onwillekeurige,
onbewuste bewondering voor den grooten
staatsman verried. Hij kwam toen op 't
idee van al die bijnamen een verzameling
te maken en die aan den kanselier te zen
den teneinde hem eeD genoegelijk uurtje
te verschaffen. Spoedig kreeg hij een
dankbetuiging van den heer Yon Kurows-
ki, waarin hem werd medegedeeld, dat
hij zijn doel volkomen bereikt had. De
heer Kilian zond nu spoedig een tweede
verzameling bijnamen en ontving nn een
dankbetuiging van graaf Wilhelm Bis
marck, i.ameDs zijn vader. De Fransche
bladen waren echter nog niet uitgeput en
weldra volgde dan ook «en derde beten-
ding. Hierop schreef de kanselier hem
eigenhandig een brief, die sis volgt leidde:
M Hierbij dank ik UEd. ten zeerste ook
voor de nieuwe bezending bijnamen, die
de Fransche bladen zoo vriendelijk zijn, bij
mijn naam te voegen, en voor uwe wel
willende gevoelens jegens mij, blijkende
uit Uw jarenlangen, grooten verzamelings-
y ver. Uw doel, mij genoegen te verschaf
fen, hebt U door deze laatste zending e-
venaE door de vorige bereikt. Yan de
geheele verzameling bevielen mij twee
epitheta het beste, namelijk degroott veger
van den Ruropeeschen schoorsteen en de
draak van het Kelterrijk. Den bijnaam
van Eijksdraak accepteer ik gaarne, maar
natuurlijk niet in de beteekenis van het
Fransche blad, maar in die vsn de sagen,
die den draken opleggen een kostbaren
schat te bewaren. Deze schat is mij ze
ker het Duitsche Rijk." Yon Bismaiick.
Deerfelijkheid der huid
kleur bij paarden.
Volgens professor Wilckens in Doitscb-
land erven van de 1000 veulens 856 de
haarkleur der ouders, wanneer deze ten
minste dezelfde kleur van haar hebben.
Is dit niet het geval, dan erven 487
van de 1000 veulens de haarkleur van
den vader en 508 die van de moeder. Ds
vossenkleur komt in het eerste geval hoog
stens 976 maal op de 1000 voor; bij
kleurkruisingen neemt de bruine kleur
een eerste plaatB in, terwijl het zwart het
minst overerfelijk schijnt. Het komt op
1000 paringen bij hengsten 116 en bij
merries slechts 92 maal voor. Ook bij
Engelsche Volbloedpaarden ontmoet men
de vossenkleur zeer vaak (946 1000),
terwijl zwart spaarzaam gezien wordt. Ara
bische volbloed— en halfbloed paarden er
ven bij gelijkgekleurde ouders in 1000
gevallen 887 maal hun luarkleur, bij
kleurkruisingen 313 maal die van den va
der, 566 maal die van de moeder en 121
maal een andere kleur. De schimmelkleur
blijft bij deze paarden het best bewaard
(9/10 en 729: 1000) en vervolgens het bruin.
In 't algemeen blijkt uit deze statistiek,
dat het bruin het meest en het zwart het
minst overerfelijk schijnt.
Een nieuw muizenras.
In Natural Science vindt men een
merkwaardig geval van soortontwikkeling
vermeld. Ic de baai van Dublin zijn ten
gevolge van werken die er een eeuw ge
leden zijn aangelegd, duinen uit de zee
opgekomen, die geheel van het vasteland
zijn gescheiden. Op dit zandeilaud heeft
men muizen ontdekt, die in kleur en ge
woonten geheel vaa de landmuizen verschil
len. Ze zijn even groot en gelijk van vorm
met de landmnizen, maar graven kuilen
in het zand en maken daar haar nesten.
Haar kleur is vaalgeel, bijna niet te on
derscheiden van die der duinen. Men ver
moedt, dat op een of andere wijze een mni-
zenpaar op dit eiland ia gekomen, dat de
donkerkleurige allengs door roofvogels zijn
opgegeten ea enkel de lichtkleurige, die
van het zand minder te onderscheiden wa
ren, zijn overgebleven en zich hebben voort
geplant. Derhalve een voorbeeld vaa de
teeltkeus in verband met de gewijzigde
omstandigheden.
Een koene zwemmer. De
Birminghamsche zwemmer van groota af
standen Frans Holmes heeft getracht 7an
Dover uit over het Kanaal naar Cilais
te zwemmeD. Het was een der heetste
dagen van dit jaarde zee was spiegel
glad en de eb den zwemmer gunstig, toen
hij tegen tien nur 's morgens zijn tocht
begon. Een roeiboot, waarin een loods,
twee matrozen, eenige vrienden en zijn
broeder zich bevonden, begeleidde beun.
Om hoofd en hals voor de zonnestra
len te beschutten had Holmes een mots
opgezet, die hij echter spoedig tegen een
ander hoofddeksel moest verruilen, daar ze
hem te zwaar werd. Ook moest hij met
gesloten oogen zwemmen, daar de zon,
die op het water scheen, hem verblindde.
Slechts van tijd tot tijd opende hij de
oogen om zijd koers naar de boot te
richten. Holmes zwom met 30 tot 33
tempo's per minnut en scheen bijna geen
vermoeienis te bespeuren, 's Middags was
bij reeds 8 Engelsche mijlen van de kust
verwijderd, wat gedeeltelijk door de stroo
ming der eb te verklaren is. Toen gaf
men hem verfrisschingenwarme melk
en gehakt vleesch.
Verscheidene groote stoombooten kwa
men in de onmiddellijke nabijheid des
zwemmers, één zoo dicht, dat men haar
door toekans moest verzoeken, op zij te
sturen. Tegen zes nar iu den namiddag
werd het merkbaar koeler en de Fransche
zijde van het Kanaal was in een nevel
gehuld.
Om zeven nur werd beraadslaagd, of
het zwemmen nog voortgezet zou worden.
Holmes was beslist voor voortzetting en
m ende nog verscheidene uren te kunnen
zwemmeD. Toen echter van de Fransche
kust een bries begon te waaien en de
golven den zwemmer hinderden, gaf hij
aan den dringenden raad van den loods
gehoor om niet verdof te zwemmen. Hij
had in negen nur ongeveer 24 Engelsche
mijlen afgelegd.
M en vroeg eens aan Glück,
van welke drie zaken op de wereld hij
het msest hield.
Dat zijn, antwoordde hij, het geld,
de wijn en de roem.
Es toen men zich verwonderde over
deze rangschikking, verduidelijkte
Niets is natuurlijker. Het geld heb
ik noodig om wijn te koopen, den wijn
heb ik noodig om mijn geest te verleven
digen en aan de werking van mijn geest
heb ik miju roem te danken. Gij ziet dus,
dat ik gelijk bad deze volgorde te nemen.
H>e Slaapmuts.
Jan Vroolijk gaat ter middagkerk.
Yarmoeid van 't overzware werk,
Dat hem dien morgen nog druk bezig had
[gehouden,
Gaat hij op zonnigen zomerdag
Naar 't Godsgebouw,
Dat in de sch&uw
Der beukeboomen verborgen lag.
Stil wii hij in het hoekje van een bank
[wat rusten en wat droomen,
En tevens heeft hij aan zijn plicht voldaan,
[althans in 't oog der vromen.
't Was broeiend in de kerk. De preek
[van Dominéé,
Die 't over Jacob had, viel onzen Jan
[niet mêe.
Het loome weer. het taai gezeur, het
[maakte hem zoo wee 1
Hij schuifelt heen en weer. Het danrde
[niet heeJ lang
Of 't was een knikkenbollen en een gapen
[van belang.
En voor het bank-afrollen was menig bnur-
[man bang.
En jnist toen Dominéé sprak over Jacobs
[schapen,
Was oDze moede vriend heel lekker
[ingeslapen.
Nu, dit geschiedt wel meer. 't Vreemd
soortig ledikant
Drijft Vroolijk's geest nit 't Godsgebouw.
[Hij waant zich van het land
Naar vrouwlief keerecd- 't Is, of hij haar
[hoort roepen.
Hij lacht, als dacht hij aan 't gebraad,
[waarvan hij straks zal snoepen.
Yan 't wollig vee, dat stalwaarts gaat,
[hoort hij de schellen klinken,
Eu achter 't donker dennenwoud ziet hij
[de zonne zinken.
En hjj droomt, dat hij zit bij zijn vrouw
[aan den disch.
Voor hem staat 't fijn gebraad, dikke
[moet van een visch.
En zijn masg zet zich uit en benauwt
[hem zéé zeer,
Dat hij proest en hij zacht en hij stamelt
[„'k kan niet meer".
Welke zucht uit den hoek van de bank
[doet verwonderd opzien menig luist'rend
[heer.
Moê gegeten, stapt hij ijlings in het
[hooge ledikant,
Vlijt zich lekker in een hoekje
En wenkt vrouwlief met de hand,
Die met «en „Zeg man, wat zoek je
Wordt gewezen naar den wand.
fOlje slaapmuts wilt ge hebben?
„Wacht maar even daar, pak aan,
»En wil lekker slapen gaan."
Zoo sprak 't allerliefste vrouwtje.
Jan, van 't werken afgesloofd,
Grijpt het ding met beide handen, drukt
[het haastig op zijn hoofd.
Maar, o hemel, welk een toestand.
yVrouw*! gilt woedend onze man.
Want 't was, of een stroom van water
Onder vreesclijk geklater
Uit die muts te voorschijn kwam.
Hij staart rond, welk een ontwaken
Wat staat onze Jan ontsteld,
Als hij lachende gezichten
Meer dan twintig om zich telt,
En verneemt boe de diaken
Hem een grooten slaapkop scheldt.
Rood van schaamte vliegt hij ijlings
Uit de kerk door 't voorportaal.
Komt in weken niet te voorschijn,
Schaamt zich over het kerkschandaal.
Nu,'t was voor zijn mede-christ'nen, vro-
[me broeders, lang niet nel
Want in plaats van zijne slaapmuts
[had hij den kerkzak opgezet.
Ook een onderpand.
Echtpaar. Wij wilden voor vandaag een
tandem huren.
Fietsenverbuurder. Best, welk onderpand
wilt u voor zekerheid achterlaten P
Echtpaar. Wij hadden gedacht den
kiudetwagen met onze baby.
(Niet geplaatste ingezonden stukken
morden nimmer teruggégèven,')
Mijnheer de Redaeteur
Onze geëerbiedigde Koningiu-Moeder
bewijst der Nederlandsche Natie, door het
oprichten van een sanatorium voor long
lijders een zeer grooten dienst, waardoor
haar eigenlijk de naam van „de Moeder
des Volks" kan worden toegekend. Hoe
groot is niet het aantal longlijders in ons
Nederland en hoavelen zijn niet daarbij,
die de kisten voor verpleging niet kun
nen bestrijden. In een Engelsch tijdschrift
stond onlangs „De tering sleept meer
slachtoffers ten grave, dan een groote bui-
tvnlandsche oorlog." Waardoor ontstaan
de eerste kiemen voor de tering of tu
berculose? Door 't gebruik van melk of
vleesch in ongekookten toestand van
koeien, die door tuberculose zijn aangetast,
en hoeveel vleesch wordt er niet ongekookt
gebiuikt, zooals b. v. rookvleescb, worst,
roastbeef, beefsteak, rollades en meer ge
deelten van een stuk vee. Waar nn zoo'n
hooggeplaatste voorgangster voor de lijden
de mensehheid optreedt ter verzachting
en z. m. herstel der zieken, mag daar
iemand ten achter blijven Is bet niet
de plicht van eiken Nederlander, alles aan
te wenden wat in zijn vermogen is, om
die ziekten te voorkomen
Moet ook niet ieder slager tuberkelvrij
vleesch verkoopen en moet niet ieder vee
houder zijn vee onder garantie verkoopen
moet niet ieder consument van zijn slager
of leverancier van vleesch eischen, zeker
heid te hebben, dat hjj voor zijn geld tu
berkelvrij vleesch ontvangt Men zal me
vragen „Maar hoe wilt gij dan znlk een
veelomvattende zaak tot stand brengen
't Is zeer eenvoudig, als de slagers zich
maar vereenigen om een waarborgtonds te
gen tuberculose op te richteD, zooals er
een te Groningen bestaat. Door dit fonds
wordt een stuk vee, dat bij 't slachten
blijkt tuberculeus te zijn, waardoor het
(na eigen aangifte) door den daarvoor aan-
gestelden rijks veearts wordt afgekeurd en
vernietigd, ten volle nit de kas der verea-
niging terugbetaald. Hierdoor lijdt
noch kooper, noch verkooper schade, om
dat de veehouder (verkooper) door het
storten van een klein bedrag, als b. v.
een half procent der koopsom in de kas
der vereeniging, zijn stak vee heeft verze
kerd en dus bij gevallen van tuberculose
niets behoeft terng te betalen. Hierdoor wor
den dan hij, Doch de vleeschconsumenten
de dupe van gewetenlooze slagers, die zich
menigmaal bij gevallen van tuberculose
gelden van den veehouder laten terugge
ven, om daarna toch zulk vleesch voor goe
de waar en voor den vollen prijs aan hun
ne begunstigers te levereD. Bij voetstoots
koopen spreken zij er in zoo'n geval te
gen niemand over, daar zij dan de volle
schade zouden moeten dragen.
Ook gij, verkoopers van vee, moet me
dewerken tot datzelfde scboone doel. Ver-
eenigt n allen, om geen stak vee anders
te verkoopen, dan tegen garantie. Dan
en alleen dan, als gij een bewijs vaa den
kooper ontvangt, dat gij nw stuk ves te
gen betaling van een half procent, of zoo
veel als gij overeenkomt, tegen tubercu
lose, wat bij 't slachten blijkt, hebt ver
zekerd, zijt gij veilig, dat niemand u het
door u ontvangen geld voor 't verkocht
stuk vee geheel of gedeeltelijk kan afhan
dig maken dan behoeft gij geen processen
te vreezen en werkt gij ten krachtigste
mede tot het heerlijke streven van H,
M. de Koningin-Moeder.
En gij, slagers, die den naam wilt dra
gen van eerlijke, flinke slagers, zult er
trotsch op zijn, te hebben medegewerkt,
dat het getal longlijders in ons dierbaar
Nederlaud tot een minimam is beperkt.
U, M. de E., dankende voor de plaat
sing vaa bovenstaande, heb ik de eer
te zjjn
Uw dw.
A. van Hessen.
Voorzitter van het Waarborgfonds te
gen tuberculose te Groningen.
GroningenSept. 1898.
P. 8. Op aanvrage zal ik gaarne in
lichtingen verschaffen.
in dat geval nog extra bet landgoed er ree.
In geval geen van beide den jongen man zon
willen trouwen, zoo Hammer genoodzaakt
sjjn, Arno te adopteeren, want van zijn
plan ging hjj in geen enkel opzicht af. Met
Lotte was niets aan te vaDgen. Haar had
hij reeds zoo goed als opgegeven- Maar
Luoy wanneer zij den ouden band tus-
aeheu baar en Erdmann opDi»uw kon
aaDknoopen
Hg zag haar vol verwachting aan. Blijk
baar had hij de aangelegenheid geheel koel
en zakelijk behandeld. Des te sterker zon
den zijne woorden werken. Hij wist, dat
niet Charlotte, die idealistisch aangelegde
jongedame, tegenover hem zat. En daaren
boven kannen de vronwen nn eenmaal niet
ïonder een beetje liefde levenen be
zat Arno von Erdmann oog altoos niet een
klein plaatsje van het hartje van Lncy en
zoa dat niet gemakkelijk wat grooter ge
maakt knnnen worden P
Lucy speelde als verstrooid met haar mes.
Haarbeslnit, om onder alle omstandigheden
mede naar Tannwald te gaan, stond vast
zij wilde echter haar vrijheid niet te biilyk
verkoopen.
„Maar eigenlijk," riep ze plotseling nit,
„ia nw geheele plan toeh onzinnig, oom
Ferdi. Wanneer ik n goed verstaan faeb,
wilt ge bet landgoed als het kaD het ei
gendom nwer familie doen blijven. En dat
kant ge, dnnkt mij, toeh veel gemakfeelgker
sn beter gedaan krggen. Waarom trouwt
ge zelf niet P*
Bij stond op en staarde haar als ver
bind aan
„Ben je gek, meisje? Ik, zoo'n onde
kerel?"
„Oud P" Zij aag hem kalmpjes oplettend
aan,roodst bet hem onder hare oogen zeer raar
te moede werd. „Het is nog zoo erg niet,
oom Ferdi, werkelijk niet t Ik beb zooveel
onde mannen gezien, die joDge vronwen
hadden. Overigens, welke jonge man is er
tegenwoordig in staat, vroeg te tronwen P
Maar een enkele. Het kost te vee). Na
tuurlijk moet n een vronw hebben> die
goed op u kan passen, bedaard ia kort
om, die zelve de tijd van tanden krijgen
achter den rog heeft."
Hjj lachte gedwongen.
„Das ook een oode! Neen, dank ja.'"
„Zij bohoeft daarom niet ood te zijn.
Men leeft tegenwoordig veel sneller dan
vroeger. Men wordt vroeger ond. Znlke
mannen als gij, die met wit haar een jong
hart bezitten, gallen er spoedig niet meer
zijn. Gij kunt nog heel goed, als ge ten
minste goede oogen hebt, een jonge
vronw krijgen
Hij stond op hare woorden maakten hem
geheel in de war.
„Neen, neen 1 Dat is gekkepraat. Boven
dien ik ben op mijn rast gesteldik
zal mij op mijn oode jaren niet in onrust
begeven. Luister dus goed, 6n geef
me een dnidelgk antwoordgaat ge mede,
of nietP"
Ook zij was opgestaan. Zij stond tegen
over hem met kalm gelaat, waarin ean paar
donkere oogen brandden. En plotseling
stak zij de hand naar hem nit, als hnlp
roekend. En nit haar borst kwam iets als
een snik.
„Goed/ Ja, oom Ferdi, ik wil het probee-
ren. Maar wanneer er niets van nw plan
nen tereobt komt, stel er mij dan niet ver
antwoordelijk voor. Ik weet niet, of ik kar."
Dat roerde hem.
„He, he,* liet hij gernBtstellend hooren,
terwijl hij hare sierlijke gestalte zacht tegen
zich aantrok en mei rijn vingers door henr
haar streek, „ge doet, alsof ik n voor de
slachtbank voer 1 Wat er ook gebeuren
mag, Lncy, ik aal, altoos nw vriend zjjn,
hoort ge, altijd."
Zij zag dankbaar tot hem op.
„En niet waar, gij zorgt voor p^pa P En
wj| gaan reeds morgen van hier P*
„Hoe aer, hoe boter 1" Hg lachte
„God, wie had dat gedacht, dat ik het op
mijn onden dag nog zoo goed zon hebbonl
WOEDT VERVOLGD.