Aar en Halm.
Donderdag 6 Octoler 1893.
42ste Jaargang No. 3351.
om
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Pureau: liaaa, D 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
Medewerker: J. WIKKEL.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
BekendmakiugTen.
AG E R
NllllS-,
COURANT.
Alnrteitig- Laolboiwi
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
Gemeen. teSchagen.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente worden in
lichtingen verzocht omtrent een verloren
armband en kunnen inlichtingen worden
verkregen omtrent een gevonden paar-
dedeken.
Binnenlandsch Nieuws.
Vergadering van den
Raad der gemeente Zijpe, gehouden
op Dinsdag 4 October 1898,f des voormid
dag» 10 ure.
Afwezig 3 vacatures.
Voorzitter de heer O. C. Hukt, burge-
meeitsr. N» opening der vergadering lezing
en goedkeuring der notulen.
Wordt voorlezing gedaan van een over
lijdensbericht van den heer 8. de Witin
leven wethouder der gemeente. Op voor
stel des voorzitters wordt besloteD, een
adres van rouwbeklag namens den raad aan
da weduwe te zenden en daariu het leed
wezen mst dit verlies te betuigen, en hul
de te brengen aan de vele dieneten, door
den heer Wit in de lange jaren van zijn
Wethouderschap bewezen.
Volgen da jaarlijks terugkeerende begroe
tingen, waarover een commissie, bestaande
uit de heeren IraneisNieuwland en Vrijburg,
rapport zal uitbrengen, hetgeen bij monde
van den heer Vrijburg geschiedt
De commissie, benoemd in de vergade
ring van 5 Sept., tot onderzoek der fae-
grootingen over het jaar 1899, heeft op den
24sten September j.ï. voor dat doel in het
raadhuis vergaderd en brengt hierover bij
deze uit het volgende rapport.
I. Algemeen Armbestuur.
Deze begrooting ie ingediend in ont-
vanget en uitgaaf tot een bedrag van
f 10694.80Yd waaronder aan onvoorziene
uitgaven f 119.80 Yi-
Art. 1 van de ontvangsten toont aan,
dat de huren der onroerende goederen
f 100 minder zijn geraamd en hoewel
hierover in de memorie van toelichting
FEUILLETON.
18.
Arno antwoordde daarom lachend op de
vraag van den majoor: „Wellicht. Ik ver
telde uwe vrouw eenige moeilijkheden uit
mijn beroep en zij was zoo goed, daar eoni-
ge belangstelling voor aan den dag te
leggen."
Mijnheer von Banden knikte langzaam voor
zich heen, terwijl zijn groote oogen geen
moment van het gelaat van Margaretha af
weken.
„Dat verhoogt mg oprecht," antwoordde
hg, met opzet zijn toon tot kalmte dwin
gend, terwjjl evenwel de zenuwachtige be
wegingen zijner handen zijn innerlijke opge
wondenheid verrieden. „En ik hoop, dat
gij haar aanraadt, in die riohting voort te
gaan. Wellicht hebt gij betere capaoileiten
tot leermeester dan ik. Ik word gauw drif
tig en wek daardoor tegenspraak op. Bij
voorbeeld wanneer mijn vronw te kennen
geeft, dat zij geen talent voor het een
of ander heeft. Zij zon bijvoorbeeld
een flinke sohilderes geworden zijn, wan
neer zij haar aanleg een opvoeding had
gegeven. Zij heeft ais meisje beel lieve
schetsen gemaakt. Ik heb ze in Berlijn aan
een schilder laten zien, die mijne goede
meeniog heeft bevestigd."
„Maar," riep Margaretha uit, „wat nnt
heeft dat alles I Zondor eon leermeester
breng ik het toeh tot niets. En vanwaar
er hier een te krjjgen P Ge wilt immers
niet, dat we dezen winter naar Berlijn
gaan
Hij knikte.
«Het gaat jammer genoeg niet, ik kan
Borna niet verlaten. Maar als we een
leeraar engageerden P*
Zij lachte spottend.
„Er zullen er ook velen gevonden worden,
die zich hier in die eenzaamheid willen
begraven
Majoor van Banden laohte beieekenisvol.
„Wie weet/ Wanneer men hem een
®ooi atelier geeit P Plaats daarvoor hebben
*6 meer dati voldoende 1 bij sou dan
naar eigen vrjjen wil voor zichzelf kunnen
*erken en u moteen les kunnen geven.
Hoe ig het, zal ik eens naar zoo iemand
omiien P*
«Go doet waarlgk, als hadt ge rceda al-
weinig of niet wordt gesproken, werd
toch de ervaring opgedaan, dat, met mach
tiging der Staten, de phats aan de Pet-
tenerkluft voor f 100 minder en dus voor
f 1480 per jaar weder is gegund aan den
tegenwoordigen pachter Rampen, dat de
huur, met het oog op den jaarlijkscten
mestaankoop van f 400 door den huur
der, wal wat hoog was, en dat die bezit
ting evengoed nog een flink rentrgevend
pand is.
In art. 2 der uitgaven wordt f 100 ge
vraagd voor eventuëele breukbanden en
audere verbandmiddelen boven de gewone
som vsd f 1600 voor de geneeskundige
behandeling en de geneesmiddelen.
De behoefte aan verbandmiddelen heeft
zish in den laatsten tijd nogal eens doen
gevoelenzij zijn noodig, doch in den
regel niet goedkoop, waarom de post vun
f 100 als niet overdreven mag worden
beschouwd.
Art. 7 der uitgaven heeft tot eindcij
fer f 250 of ook f 100 meer dan voor
heen, welk bedrag (de f 100 nl.) niet als
in art. 2 uitwendig zal worden verant
woord, doch voorloopig voor meer inwenai-
gen dienst bestemd is en terecht komt in
de respectieve zikken van heeren Regenten,
die er dan ook den titel van presentiegeld
aan hebben gegeven.
Tot boden zijn er nooit presentiegelden
betaald of liever gevraagd en is de post
van armvoogd steeds beschouwd óf als een
eerebaantje, öf als eane betrekking, welke
gratis moest worden vervuld of waargeno
men.
De boekhouder alléóa kreeg een sahris
van f 55 per jaar.
Als men nu nagaat, dat de tijden in
zooverre ziju verandsrd, dat iets voor nie
mendal doen zoo gosd als tot het verlede
ns behoort, dat door de mindere bedee
ling dar diakonia (ondanks haar) de arna-
voogdij al zwaaider wordt gedrukt, waar
door het soms moeilijk wordt in eone va-
cuture te kunnen voorzien en dat op dep
armvoogd-boakhouder eene geldelijke ver
antwoordelijkheid rust gelijk staande met
die van Y2 der geheele gemeente, kan
eene belooniug van f 100 voor tijdverzuim
en schadeloosstslling, gerekend over 12
las voor elkander I*
„Weilicht doet ge 't P"
Zij overlegde oon oogenblik, Eu plotseling
schoot er eene .herinnering in haar op. In
den voormiddag had ze op de schrijftafel van
dan majoor een leeg ooavort zion liggen
«et het poststempel „Berlgo" en aan de
achterzijde van dat couvert stond vermeld,
dat Hans Rönneberger de afzender was.
Zonder twijfel stond doze brief met het
voorstel v^n den majoor in batrekking.
Rönnsbarger was de schilder, die voor haar
man vroeger eonig werk had verricht. En
bij de bespreking daarover te Berlijn nu
herinnerde zij het zich hael nauwkeurig
had zij onder zijn» schetsen bot portret van
Arno gevonden. Zjj wist na ook weer, dat
Hans Rönneberger Arno zijn vriend had
genoemd. Wanneer de schilder dus kwam
zou er als vanzelf een warmer ver
keer ontstaan met Erdmann en
zij waagde het niet vorder
!e denken. Zij maakte het zich ook niet
geheel duidelijk, wat zij van dit alles ver
wachtte. Wanneer daardoor maar eenige
verandering gebracht werd in haar ellendig
leven.
„Doet ge 't P" herbaalde haar man zijn
vraag.
Zij haalde blijkbaar onverschillig de
schouders op.
„Och, wanneer ge 't absoluut wilt en
wanneer ik n daar een pleizier mee kan
doen ga dan nw gang. Maar ik vrees,
dat bet alles tevergeefs zal zijn."
De bediende kwam binnen en zeide, dat
de tafel gereed was. Arno wilde zioh ver
wijderen. Maar mijnheer von Randen
liet hem niet gaan. Met de eigenaardige
plaagzucht van jaloerscbe menschen hield
hij het voorwerp zijner jaloezie in zijne na
bijheid. En nit alles, zelfs nit de meest
onschuldige beweringen, meende bij
iets verdachts te hooren.
Onophoudelijk stond hem hei beeld voor
deu geest, dat bij aanschouwd had bij hot
binnentreden van de kamerzij achterover
geleund in don schommelstoel met de oogen
gesloten, hg zich half over haar heen bui
gend en baar naam met sidderende stem
uitroepend.
Wanneer hij maar wist, wat er gebeurd
was
Maar eens zon bij de waarheid wel te
weten komen, en dan
En zoo zat hjj tussehen hen beiden in en
sprak mot hen en lachte hen toe en toch
flikkerde de pijnlijke vlam der jaloezie in
zjjn hart.
HOOFDSTUK XV.
Toon Arno in den avond van denzelf-
vergaderingen per jaar en te verdoelen
tnsschen vijf regeuteD, niemand een doorn
in het oog zijn.
De commissie adviseert om, onder dank
zegging aan heeren Armvoogden, deze
begrooting goed te keuren.
Met algemsene stemmen worden de con-
clnsiëu van de commissie adrem gevonden;
de subsidie van f 8400 toegestaan en de
begrooting vervolgens goedgekeurd.
De heer Vrijburg gaat verder met de
opmerkingen over de begrooting van het
Weeshuis
De begrooting van het Algemeen Wees
huis sluit in ontvangst en uitgsaf met een
cijfer van f 2889.74Yj, waaronder aan
onvoorziene uitgaven c. a. 89.74Yj.
De commissie herienerde zich zeer goed,
hoe in het vorige jaar de aandacht werd
gevestigd op de volgende posten
Ontvang Subsidie van de gemeente f 400.
Uitgaaf Proviand f 900.
en de hoop werd uitgesproken, zoo moge
lijk den eersten post te doen verdwijnen en
den tweeden te verminderen.
Wat is bu het geval; de f 400 wordt
wederom aangevraagd eu de f 900 is
slechts met f 50 verminderd, terwijl het
getal inwonende weezen is gedaald van
7 op 4.
Een commissielid vergeleek het Wees
huis bij een gewone burgerhnishouding
en dat die niet kan bestaan van de in
komsten der bezittingen, na aftrek der
lasten, is hem een raadsel.
De commissie beaamt de moeilijkheid
eens anders huishouding te taxeeren en
dat de beste stuurlui vaak aan wal staan
is eene waarheid, doch zij vermeent in
deze Dist verantwoord te zijn als deze
posten 166 worden aangenomen, en stelt
daarom voor, ze ieder met f 200 te ver
minderen, alzoo te brengen op f 200 en
f 650 en dan de begrooting goed te
keuren.
Nog werd gewezen op het verschil in
onderhoudskosten v>or verpleegden in het
Algemeen Armhuis en in het Weeshuis
eu op den bij laatstgenoemde stichting
behoorenden groeten tuin, welke in eigen
behoefte van aardappolen ec groenten kan
voorzien.
den dag, van Borna thuiskomende, bet park
van het landgoed Tannwald opreed, zag hij
verscheidene vensters meer dan gowoon helder
verlicht. Yoor den stal siondhet hólelrjjtuig
nit d« Btsd. „Waarschijnlijk bezoek voor
mevrouw Kleefeld," daoht Arno, terwijl hij
zijn paard aan een knecht overgaf en lang
zaam, in gedachten verzonken, op het slot
toestapte. Margaretha hield zijne gedach
te besigii maar bij was er niet beel zeker
meer van, of zijn oordeel over majoor von
Randen wel zuiver was geweest. In den loop
van den middag had de majoor hem zijn
boerderij rondgeleid en was daarbij openharti
ger geweest dan ooit te voren, Hij had
Arno zijn hachelijke positie volstrekt niet
verborgen gehouden en toen deze hem open
en streng als hij was de grootste zuinig
heid aanraadde, had do majoor een paar
maal diep geznoht en gezegd, dat hij Ma-
garetha niet onder den drnk der omstandig
heden mocht laten Ijjden. Deze bemerking
verklaarde Arno veelhij geloofde
nu de oorzaak van de tweedracht
te kennen, die tnssehen de beide echige-
cooten beersohte. Aan de eene zijde een
verwene vrouwdie niet heel gauw tevreden
was, en al haar genot in bet leven ver
wachtte van een schitterend leven; aan de
andere zijde een man, die hard voor zijn
bestaan moest werken en die zwaar leed on
der den drnk der tijden.
En vooral dat gewerk en geploeter vond
de man bij zijn vrouw geen oogenblik steun
en troost. Zonder eenigen twijfel lag hier de
schuld bij Margaretha.
Maarzij was niet veeleisohend, niet eigen
zinnig 1 Integendeel, zij bezat een waarlijk
deelnemend gemoed, dat slechts bohoefde te
worden wakker gemaakt,om rijkol jjk ajjn goeden
invloed te doen gevoelen. Dat zulks hier niet
geschiedde, dat Margaretha niet zag, wat er
om haar voorviel, lag zonder twijfel aan de
afgodische, angstige liefde van haar oude
ren man voor haar. Deze beefde er voor te
rug, haar schoon en jong hoofd met zorgen
te bezwaren bij wilde haar leven, zoolang
hem dat maar eenigszins mogelijk was, met
allerlei dingen vervrooljjken- Daarom
omgaf hg haar mat weelde en luxe, die zijn
middelen hem eigenlijk niet veroorloofden,
daarom verborg hij voor haar de waarheid.
Omdat aan hon echt de hoogste wjjding
ontbrak,de oprechtheid, daarom waren zij bei
den op den weg der lengsn verzeild ge
raakt.
Of bier te helpen was Of bij, Arno,
ben kon helpen f
Die oprechte wensch vervulde hem, Mar
garetha gelukkig te zien o, dat ware bom
alles waard geweestook haar echtgenoot
Voorzitter zegt, dat de commissie dus
wil, dat de post subsidie f 400 wordt te
ruggebracht op f 200, en dat de post
vertering f 850, wordt teruggebracht op
1 650.
De heer flobel maant dat de raad wel
gerechtigd is, zijn bemerkingen op de be
grooting te kennen te geren, maar niet,
om daarin veranderingen te brengen. Wel
zal men aan het Weeshuis de bemerkingen
kunnen opgeven, waarom de begrooting
niet is goedgekeurd.
Na eenige discussie over dit punt, wijst
de heer Bossen er op, dat de Raad de
bevoegdheid bezit, aan eiken post zijn
goedkeuring te geven of te onthouden.
Na deze toelichting wordt Tolgens hot voor
stel der commissie de begrooling van het
Weeshuis met de bemerkingen goedgekeurd.
Daarna leest de heer Vrijburg het ver
dere van het verslag, over de begrooting
der Gemeente
De gemeentebegroting wijst in ontvang
en uitgaaf een cijfer aan van f 88988.49,
waaronder aan onvoorziene uitgaven
f 894.67, en is, daar ieder in het bezit
van eon gedrukt exemplaar was, door elk
der leden op zichzelf reeds nagegaan.
Het algemeen gevoelen was, dat deze
weinig verschilt met die van het vorige jaar
en met zorg, soms niet te ruim, ia opge
maakt en in elkaar gezet.
De verhooging der opcenten in art. 6
van 20 op 35, noodig geworden om het
zelfde bedrag aan opcenten te kunnen be
houden, daar de hoofdsom, tengevolge der
nieuwe wet op de personeele belasting
veel minder is, gaf aanleiding tot eenig
verschil van gevoelen.
De meerderheid vond eene hoogera per
centage beter en voerda aan, dat de perso
neele belasting meer dea uiterlijken staat
treft, met minder pruttelen wordt betaald
en minder onaangenaamheden en klachten
veroorzaakt, terwijl éêa lid van de com
missie een verhooging van den hoofdelij-
ken omsfag wcnschelijker achtte, omdat
die juist betaald wordt door gegoeden,
daarvoor geklassificeerd door eigen gemeen
tenaren, die met ieders omstandigheden
bekend zijn.
Algemeen is men het er over eens, dat
had bij nadere kennismaking eon warmer ge
voel in zijn hart doen ontstaan- Hij besloot,
alhoewel hem de rol van derde in den echt
niet zeer aanlokkelijk voorkwam, en hij ze
ker wist, dat hem daarvoor geen dank zon
worden geweten, de eerste de beste gelegen
heid ie baat fa nemen, om Margaretha de
oogen te openen. Daaroii mocht ontstaan
wat wilde, wanneer hij haar maar nit die
onzalige twaedrschl redde. Ea die gelegen
heid nou hum spoedig genoeg aange
boden worden, want de majoor had hem
dringend veriocht, 100 spoedig mogelijk weer
eens ierog te komen. Die man scheen al
de wonschen zijner vrouw in vervulling te
willen brengen, vooraleer zij er nog een
woord van gezegd had. Eu dat zij met de
nitnoodiging van haar man instemde, had
haar hartelijkheid tegenover Arno voldoende
bewezen.
Met zoete gedachten bezig, sieag hij, zon
der op de stemmen té letten, die van nit
de woonkamer van het slot tot den corri
dor doordrongen, de trap naar zijn kamer
op. Daar aangekomen, trok hg zijn huisjas
aan es wilde vervolgens aan zijn sohrjjf-
tafel nog een paar unr aan 't werk gaan,
toen hij op die schrijftafel een brief nit Ber
lijn vond liggen.
Ds gedachte aan Lucy steeg bij hsru op.
maar hij verwierp die dadelgk weder. Het
meisje was te wuft, om, nadat sj) zioh van
hem had losgemaakt, nu berouw te willen
tooaen en den band weder aan te knoopen.
Tooh beefde zijn band, toen hij het couvert
losscheurde, maar hjj werd kalmer, toeu hij
een blik op de onderteekeniog had gewor
pen. Hans Rönneberger, stond daar in
vreemd gedraaide en onduidelijke letters.
Het kostte hem eenige moeite,om den brief te
ontcijferen
„Dierbare baron en toekomstige millionnair 1
Heb ik het aan n verdiend, dat gij mij zoo ge
heel en al vergeet en niets van n laat hooren t
Maar natuurlijk, soo zjjn de heeren der
schepping I (een miserabele eohepping). Of)
zijt iu bet laad, waar de melk en beoing
vloeit, terwijl wij, arme stedelingen, eek en
andere spiritualiën moeten gebruiken lot op
wekking van ons bestaan. Onder ons ge
zegd, sok en andere dranken zijn niet zeer
gesohikt, om een men ach gevonder te ma
ken. Zolfs mijn waardigheid als compagnon
van den beer Bcrnhard Ham mor (dien ge aalt
kennen) en als speelpop van sijn dochter (die ge
wellicht nog beier znlt kennen) is niet in
staat geweest, mijn geldbuidel te vullen.
Ik heb daarom het heldhaftig besluit genomen,
uitlandig te gaat), dat wil in mijn plaatB
zeggen, dat ik eens sal probeeren, boe
hot leven smaakt als msa werkt, en dal sal
iemand, die geen hoofdelijken omslag betaalt,
ook heel weinig of niet zal bijdiagen ia de
personeele belasting en omgekeerd, tenmin
ste in deze gemeente; dat bij slot van re
kening het verschil niet groot zal zijn en
dat belasting betalen veelal niet tot de ge
noegens van het menschdom behoort, doch
dat het vrijwel op hetzelfde neerkomt of
men van de kat wordt gebeten oftewel
van den kater; het doet beiden aeer.
De kwestie is meer ter tafel gebracht.
De Raad oordeele zelve.
Art. 21, geldleening f 1000, is een oude
bekende en overgeschreven van het dienst
jaar 1898 op 1899 en noodig voor den
torenbouw, waarmede, met het oog op de
vele werkzaamheden tengevolge van den
brand aan de Schagerbrug, is gawacht,
denkende door uitstel van betere conditie
te worden.
De commissie is eenparig van oordeel,
dat artikel 80 der uitgaven, kosten van
het onderhoud (f 300) en schoonhouden
(f 100) van het Raadhuis te hoog is.
Wanneer men dit vergelijkt met art.
55, Kosten van onderhond van 5 scholen
en 5 onderwijzers woningen, waarvoor te
zamen t 900 is uitgetrokken, springt het
groote verschil dadelijk in het oog.
Daarom wordt voorgesteld art. 80 met
f 100 te verminderen en art. 55 daarme
de te verhoogen of weer te brengen op
f 1000 zooals voorheen.
Artikel 82, kosten van hel aanleggen
en bijhouden van da registers van den
Burgerlijken Stand, is op voorstel van
den secretaris zelf met f 100 verminderd.
Over art. 67: de subsidie Weeshuis f 400,
heeft de commissie haar oordeel bij da
behandeling der begrooting dier stichting
reeds kenbaar gemaakt, nl. om eene ver
mindering van f200 voor te stellen.
De overige artikelen gaven geene aanleiding
tot verdere besprekingen en de commissie
stelt voor, dez» begrooting met dank
zegging en met inachtneming van het
vorenstaande, ook gord te keuren.
Opgemaakt te ZIJPE, 30 Sept. 1898.
De Commissie:
K. FRANCI8.
G. NIEUWLAND.
G. VRIJBURG
ssssm
vooe de eerste mnal zijn. Dat is evenwel
voor een schilder gemakkelijker gezegd dan
gedaan. Mocht ge daarom eens hooren, dat
iemand bij n zijn paarden, honden, koeien,
zwijnen, zichtelf ot zijn vrouw en kind wil
laten uitschilderen, denk er dan aan, raija
waarde, dat er in Berlijn een mennek is,
die n nog 72 mark 25 schuldig is en noch
tans blijf» uw oprechte Vriend Hans Röune-
berger.
P. s. Die 72 mark 25 d rakken me zwaar,
't Is een zeer onaangename som) Zonden we
daar niet iets welluidende» van kannen ma
ken Wellicht zouden we het op 150 Mark
kunnen afronden. (De menseh moet naar
het hoogere streven en slechts ezels heb
ben kleine scholden). Tot overzending der
77 mark 75 beveel ik n de keiierljjke post
aan. Talegraphisch bericht der afzeuding
zou zeer indrukwekkend zijn. Egoïstisch als
altoos, uw H. R*.
Arno wierp dsn brief boos terzjjde. Niet
het verzoek om geld maakte hem boos, maar
wel de schijnbaar vroolijke eu tooh zoo licht
zinnige toon, waarop d« brief geiehraven
was. Slechts een menseh zonder grondstel
lingen, zonder moraal kon dergelijke brie
ven schrijven. Ea Arno's natuur was veel
te gezond ea te standvastig, dzn dat hij die
bespotting van da edelste gevoelens soa
kannen verdragen. Maar da directe, bijna
lompe verwijzing naar Lcuy, de dochter vaa
Hammer, „die hg wellicht nog beter kende,*
gaf hem te denken. Dat zag er bijna ala
eena bedreiging nil. Het was, ais wilde de
schilder daarmede op iets wijten, wat Arno
voor de wereld verborgen wilde houden,
wat hem schade zou kannen doeD, wanneer
Hans Rönneberger het bekend maakte.
Vanwaar wist dit menseh zijn vroegere ver
houding tot LocyP Hij, Arno zelf, had hem
daarvan nooit iets meegedeeld. En buiten
hem wisten slechts Locj en Chnrlotte het.
Had Charlotte er somwijlenf
Arno verwierp die gedachte dadelijk weer.
Het verwonderde hem, hoe onaasgenaam
h»m dat ook was, dat hij haar niets leelijks
en onedels had kannen toekennen. Zeker,
ze mocht oppervlakkig, wuft, op baar manier
berekenend zjjn voor sleeht hield hij haar
niet, want daarvoor was ze te goedmoedig
en modelijdend. Hoe vol medeljjden waren
hare vragen aan hem gericht geweest op het
oogenblik, dat zij hem Lney'z afscheid kwam
brengen 1 Die oogon somwijlen, ia nren
van berinneringen, doken se nit de menigte
gastalten op, die aan zijn geestesoog voorbij
gingen en in de groote kjjkers las hg haar
treurigheid en medelijden met hem
WORDT VERVOLGD.