Brieven uil de Maasstad.
Aar en Halm
Zondag 13 Hovember 1898.
42sto Jaargang Ho. 3362
OM
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
GEMENGD NIEUWS.
Rotterdam, 10 November 1898.
No. 169.
Er zijn al heel wat boeken geschreven
met „uuttige wenken* ten gebrnike bij de
opvoeding van kinderen door ouders en
voogdes boekeu, waarin ouders en voog
den precies wordt verteld, hoe rij hunne
kinderen groot te brengen hebben. Zooiets
als een receptenverzameling of een keuken
boek.
De goede bedoelingen der schrijvers ap-
precieerend, heb ik altijd dit soort uitga
ven allerdwaast gevonden. Hoe wil men
Voor de honderdorlsi Jonge karaktertjes één
regel stellen f Hoe wil men nu in het
algemeen aan ouders recepten voor de op
voeding voorleggen, alsof het kostje, dat
klaar gemaakt moet worden, in zijn hoofd
bestanddelen nit eenzelfde streek afkom
stig is, alsof dit niet wat meer suiker en dat
niet w»t meer zout zal behoeven
Bovendien brengt men door verschil in
de aangegeven methode de ouders in de
war. De. eeae opvoedkundige preekt liefde
en voorzichtigheid aan, de ander houdt Int
bij Spencer en zegt,laat ze de gevol
gen van hunne dad«n zelf maar eens on
dervinden, een volgende maal zullen ze
't niet weer doen.*
Welke methode is nu de beste?
Met al die opmerkingen brengt men de
ouders van de wijs en dat is te metr
jammer omdat de hemel weet het
zooveel ouders tdch al van de wijs zijn.
Kijk, als ge, zooals schrijver dezes, het
hoage voorrecht hebt, groots-atadsman te
zijn, eens om u rond en zie, hoe onoor
deelkundig, hoe oppervlakkig vele ouders
omspringen snet het kostelijk 't zoo
breekbare goedje, dat hun is toevertrouwd.
In hcogere, zoowel als in lagere krin-
gon.
Een dame, die ik tot mijn conversatie
29.
Terwijl Arno en Oharlotte naar het dorp
Borna ging»n, bespraken zij te «amen
hunne toekomst. Arno deelde zijn geliefde
zijne planneu medebij wilde nog eenige
dagen in GrQnhsgen blijven en daarna naar
Berlijn gaan, om van daar nit eene nieuwe
betrekking te zoeken, of, als dat bon, een
hoeve of landgoed te pachten. Zoodra hij
maar een eenigszins zekere positie bad,
zonden ze trouwen- Een vroolijke hoop ver
vulde beiden. Vóór ben lag een werkzaam,
wellicht moeitevul laven, maar dat schrikte
ben niet terag. Wanneer het rijn moest,
wilden zij gaai na in het klein aanvangen,
wellicht een heel klein boerderij ijs overnemen.
Ja, voor Arno had dit plan bepaald iets
zeer aanlokkende. Hij dacht zich dan aan
't hoofd te plaatsen van velan sjjner iotge-
nooten, om dan voor gezamenlijke rekening
te haren of aan te koopen machines, die
zeer zeker hun kleinen boerderijen ten
voordeele zouden strekken. Op te
tredea als een verbeteraar dor ellen
dige toes anden, een ommekeer ie brengen
in den lijdenden toestand der boerenbevol
king, dat was iets, dat bij gaarne zon on
dernemen. Dit alles deelde hij uitvoerig
aan Charlotte mede. En bfl was verrast en
verheugd, dat zij sijne denkbeelden eoo
goed begreep en met welk een innige
warmte zij zijn beroep was toegedaan. In
stilte sehtie hjj zich gelukkig, ook in dit
opzicht in haar niet skohta ean vrouw naar
zijn hart, maar ook een trouwe en verstan
dige medearbeidster en helpster te vinden.
Mocht de toekomst ook voor beiden zwa
righeden bergen en strijd brengen, samen
moest het hun gelukken, dat alles te over
winnen.
njig rekenen, is moeder van één kind,
een slierliefet meisje, 't Is nu ruim een
jsar en reeds is het geheel toevertrouwd
aan de zorgen van een kinderjuffrouw.
Msm» ziet het bh en dsn eens eer zij
gnat wandelen, mama om het even
een kusje en een vriendelijk woordje
te geven. Maar 't kweeken van het
jonge karaktertje laat zij geheel over aan
de juf, die zij er voor betaslt en die
zonder conttéle, ook van papa, wijl die
het zoo druk in zijn zaken heeft het
meisje wel zoover brengen zal, dat mama
er, vanwege het lieve gezichtje en de
mooie soepele sleertjes, mee pronken kan.
Deze daate zorgt zelf niet, laat anderen
zorgen en 't is luk-zaak, als de gehono
reerde opvoedster iets goeds van dit
dircipeltje terecht brengt.
Zoo iets is in oaze betere standen ge
lukkig geen regel, mssr 't is, helaas, ook
geen uitzondering. Er worden eiken dag
in de kranten kinderjuffrouwen gevraagd
pvoor zes jonge kindeitj<-8.*
Men zal, nurksch, opmerken, d»t dit in
vele gevallen, bij onverstandige mama's,
nog zoo kwaad niet zd zijn en 't is heel
goed mogelijk, dat, wie dus spreekt, gelijk
heeft; maar zaker W4*r is het toch, dat
moederzorg de allvrhoogste kans van sla
gen biedt.
Overigens zijn ook in deze kringen de
uitersten bereikt. Er is U groote gestreng
heid of te gulle toegevendheid. Aan de
eene zijde een besliste bepaling van dag
taak voor leeren, eten en slapen met t-en
minimum vermaakaan de anders zijde
een volkomen vrijlating aaa vermaak in
sport en spsl, met geringe bepaling tot be
tere plichten. Daar oatatret het suffe, ver
drietige, eeuwig-ontevredene, da dienstbo
de» afsnauwende, nooit een vriendelijk
woord geveode, tjrpe jongeheertje en jon
ge; offertje uit, naast de oppervlakkige,
snoevende, brutale, eigenzinnige en dwin
gerige jonkheid.
Hoe moeilijk, en toch, met eenig be
leid, hoe gem-kkelijk, door deze rijen het
middenpad te houden. Maar men moet in
Al pratende li-pen sa over de met sneeuw
bedekte wegen. En de winterzon bestraalde
hunne gestalten mst een mild licht.
Aan de eerste buizen van Borna kwam
hen da tuinman Röhl tegen, Bj den eer-
stea blik in het bijna woes'e gelaat van
den man, werd Arno het harte zwaar. Hjj
had in de laatste weken geon tijd gevonden,
zich met het lot van dir werkzame menschen
bezig te bonden.
Door zijn eigen aangelegenheden bad bij
den nood van anderen vergeten.
Toen Röhl Arno opmerkte, strekte hij
hem onwillekeurig smeskeod beide handen
tegemoet: «Juist wilde ik naar u gaap,
mijnheer I Wanneer gij ons niet helpt, loopt
het met ons ten einde."
Een diepe rimpel kg er losseben de
wenkbrauwen van den man en zijne oogen
gloeiden.
„Wi*t is er dan, RShl vroeg Arno
bezorgd.
„Ge weet toch, dat Jordan mijn schoon
vader, boer Hiibner, de hypotheek heelt
opgelegd, ot liever Hammer, die zich ach
ter Jordan verschuilt! En mijn schoonvader
is van den een naar den ander geloopen
om het geld te krijgen. Macr het was ai-
les tevergeefs. En nu is hg, alsof hg gok
is, want vacda»g over ve r ien dagen zal
dc verkooping plaats hebben, alles komt
end, r den hamer.* Hg lechte bitter. On
der den hamer Hoe komt dat met den
naam van dien ellendigen Hrmraor overeen.
Maar ik vrees, dat de oude het niet uit
houdt, wanneer de bosrderg verkooht wordt.
Zgn vader en zgn grootvader hebben er
reeds op gewoond, en hg zgn gaosohe
hart hangt er aan. Bg loopt roud als een
vertwgfelde. En een paar dagen terog, toen
de gerechtsdienaar bg hem kwam, is hg
woedend opgesp'ongen cn beeft naar het
oude geneer g grepen dat aan de bedstede
hangt, 'i Was een geluk, dat ik er was.
Hg luistert nog een weinig naar mg. Maar
wanneer het werkelgk tot dan verkoop van
de boerdorg komt en bg straatarm de
deur wordt uitgejaagd, dan maakt hg
zich van kant, of begaat een onge
luk 1*
dezen stellig geen opvoed-receptenbo- kjes
nasnuffelen. Die kunnen den weg niet
aangeven.
Voor de mindere klassen geldt dit in
verhouding niat zoo sterk. Het komt me
bij aandaohtiglyk rondkijken voor,
dat tnen hier zonder gidsen om advies to
vragen, natuurlijk doende, wel vaak de
juiste opvoeding weet te kiezen. Hier
doet het voorbeeld zooveel. Uit
de werkmatisgezinneD, waar orde heerscht
en gelukkig ordo kan hecrachen, omdat
er geen nijpende armoede, geen hereditaire
slechte neigingon bestaan komt dikwijls
de beste werkman-in-den-dop. Niet altijd,
en er komen natuurlijk ook goede huis
vrouwen en leerjongens uit miader ver
zorgde gezinnen, maar toch heel vaak. Hier
is de kracht van het goede voorbeeld.
Doch in zoo geweldig veel arbeiders-
families ksn, door onmacht of onwil, zoo
weinig aan da opvoeding gedaan worden.
Door onmacht meestal, is hier „terecht
komen* meer geluk dan wijsheid. Vader
den geheelen dag uit, op karwei of op de
bootvn moeder den geheelen dag aan de
bezigheden, nit werken, of thnis aan de
wasch, en de kleinen loopen sch&loos.
Leerplicht en wettelijke bepalingen op de
ouderlijke macht zullen daarin verbetering
kuonen brengen. Nn is het treurig met
de pedagogische ontwikkeling van vele
ouders in deze kringen gesteld.
Bedroevend is het na te gaan, hoe voor
een groot deel ds dagelijks voorkomsnde
straaldiefstallen door jongens en meisjes
van 18, 14 jaar worden bedreven. De
dietstalkronieken in de bladen geven ge
regeld voorbeelden. Twee jongens stelen
een lap goed nit een winkeletalagseen
veertienjarig meisje weet een kiudja de
gouden oorbellen te ontfutselen een jon
gen van 12 jaar is betrapt op ladelichten
de politie heeft een 14-jarig dagmeisje aan
gehouden, dat haar mevrouw voor een be
drag van f 10 successievelijk heeft bestolen
in arrest genomen een 17-jarige jongen,
die ten nsdeele van zijn vader, geld
en klaedirgstukken hevft ontvreemd
Arno zag den opgewonden jongeman vol
deelneming aan. „Ja, het is moeilijk, Röhl I
Wij allen hebben ouder de slechte tijden
te lijden, de grooten zoowel ais de kleinen.
Dat moet ga Hiibner leeren begrijpen. Maar
het is hoogst moeilijk, in dergelijke omstan
digheden bedaard to denken en te over
leggen 't is bijna onmogelijk. Wan
neer ik maar wist, boe ik n kon hel
pen
„Wij dachten aan a, mijnheer! Ik wus
reeds lang bij u gekomen, maar ik hoopte
altoos nog, dat Hammer het niet lot het
uiterste zou laten komen. Nu echter is het
al reeds zoo ver; kunt gij er niet eens met
hem over spreken, dat hij mijn schoonva
der nog eenigen tijd geeft, opdat hij de
hypotheek hier of daar nog kan opnemen
Hammcr loopt nog al hoog met n en als
juffrouw Charlotte
Hij zwoeg onwillekeurig en keak iu
bange verwachting naar de twee, die hunne
aandoening nit t konden verbergen. Arno
bad van schrik een stap achterwaarts ge
daan. Dat hjj dan man nog van zgn laat
ste hoop moest berooven i Het viel hem
zwaar, zoo oneindig zwaar. Maar wat kon
hij voor hem do n P
Eu zoo deelde hij Röhl in korte trekken
het gebearde mede, zonder evenwel den man
al te zeer op de hoogte te brongen. „Ge
weet nO; Röhl,* eindigde bij, „dat ik niet
meer de directeur benmijn invloed op
mijnheer Hsmmer is gelijk nul. Maar dat
mag u niet ootmoedigen. Zelfs niet, wan
neer het ergste gebeurt.*
„Daartoe komt het bepaald Ik weet
dat riep Röhl nit. Hij was bij Arno's me-
dedesling doodsbleek gsworden en het hoofd
was hem op de breede borst gozonken. „En
niet sleehts mijn schoonvader zal het treffen,
maar ook mij l Het geplaag zal nu opnienw
beginnen. Hamster zal mijn wakracnvo t
weer afsnijden en mijn met tnoeite iu orde
gebrachte tnin ven de groeikracht beroovou
ik behoef in hot voorjaar niet beginnen
te houwen. Hij aal mij ten gronde brengenl
Maar dan Eenige onverslaanbare woor
den volgden, waarna hij zioh omdraaide en
heenging, zondof Arno en Charlotte met een
cn zoo gaat het verder. Ik vond deze
voorbeelden in een editie van een plaat
selijk blad.
Behalve meestal de slordige en onver
schillige opvoeding, is aan deze jeugdditf-
stallen nog een ander treurig feit schuld.
Het feit, dat er helers bestaan, die
den jofigen dieven hun buit afkoopen
er zijn gewetenleoze kerels genoeg, die,
bewust dat het te koop gebodanc alleen door
diefstal kan verkregen ziju, mat genoegen
den jongens en meisjes een klsinighoid ge
ren voor wat zij heel ontdaan in het
begin en later brutaal—weg komen aanbie
den. Men zegt, dat de politie het oog op
dit—smerig soort kooplieden houdt, wat
echter niet weg neemt, dat het gilde op-
koopers geregeld goede zaakjes doet en
misschien jonge dieren aanhitst fermer,
ruimer hun slag te slaan en dat meestal
ongestraft.
Waar bijna bij elke Rotterdsmsch» te
rechtzitting misdadigers benedan de vijf
tien jaren terecht stasn, komt het maar
heel zelden voor, dat wa eens tegea een
heler een bekoorlijke straf hooren eischen.
„Die kerels zijn te glad", vertelde me
een politie—ambtenaar, dien ik naar dit
verschijnsel vroeg, „zij kennen de wet op
hun duimpje en zorgen er wel voor, niets
te doen, waarop wij ben overtuigen kun
nen. Bovendien hebben zij geheime berg
plaatsen, waar het goedje moeilijk te vin
den is, of wel zij takelen bet zdó toe, dat
het niet, meer herkenbaar is, "Vooral kle
dingstukken hebben zij in een wip ver
anderd." In het ergste geval zeggen zij
niet te hebben geweten, dat de koop op
oneerlijke wijze verkregen was en verkla
ren zich bereid het dadelijk tegen inkoops
prijs weer af te staan, als om een vergis
sing goed te maken en dan „rollen zij er
nog door."
Da eigenlijke oorzaak tot het bestaan
van dit kwaad is echter veelal by de ou
ders. Ik moet daarop vooral wijzen, bu het
aanhangige wetsvoorstel op de ouderlijke
macht hier en daar nogal afkeuring vindt.
Men kan het „verschrikkelijk" vinden, dit
zelfs hierin een strafwet durft dreigen, maar
rondziende iu een groote stad, komt men
tot geen andere conclusie, dan dat het ze
genrijk in het algemeen belang zal werkan.
Ik spreek nu niet eens van mishande
ling of moedwillige verwaarloozing, die bij
de ontdekking immer too'n groot mede
lijden met de kinderen doet ontstaan ik
wees hier op de moreele verwildering,
waarin vel» ouders hun kroost prijs geven
ea waaraan diep medelijden zeker even
welbesteed zou zijn. II.
blik te verwaardigen. Arno narseide, den
opgewonden man over een wagen te spre
ken-, hjj hield het voor bet beste, bg een
onderen boer io het dorp daarom te vragen
en wilde iuist mot Charlotte op de eerste
de beste hoeve toestappen, toen op den rij
weg de equipage van majoor von Ran
den kwam aanrijden. Onwillekeurig bleef
Arno staan.
In het volgsndo ooganblik werd het por
tierraampje neergelaten en Margaretba's
bleek, mooi gelaat verscheen voor de opening.
Zij wenkte Arno, nadcrb§ te komen.
Charlotte was wat ternggeloopen, als was
zij er bang voor, de vrouw te ontmoeten,
aan wie Lucy zulk een groot onreoht had
bedreven. Arno bemerkte hetmet een
aanmoedigenden,hvrteiijk;-n blik vatte hij haar
hand en trok haar mot zioh voort.
„Waar ik heenga, moet ook gij heenl"
aoido hij mi: schertsenden ernst.
Arm in arm stonden zjj oen ooganblik
later voor Margaretha, dia het rjjmig roods
had verlaten. Bij den eersten blik begreep
da.'e, wat er was geschied. Zij wenBchte
bviden ia hartelijke bewoordingen geluk,
maar het ontging Caarlotte niet, dat haar
toon eenigszins gedwongen en onvrij was.
Ook Arno bad Mrrgaretha's koelheid ba-
merkt en in zijn openhartigheid dadelijk naar
de reden gevraagd, nadat hij vernomen had,
dat da toestand van don majoor tot geen
bezorgdheid meer aanleiding gaf. Margsre-
tha was door die vraag zeer verlegen ge
worden. Daarna evenwel overwon zij hare
verwarring.
„Eerlijk gezegd, mijnheer von Erdminn,*
zeide zij, me: een poging om te schertsen,
„heeft nwe verloving mij zeer verrast en
een weinig bezorgd gemaakt. Niet, dat ik
ze niet volkomen billijk en n en juffrouw
Hammer niet van harte gelukwensen, maar
mijne bezorgdheid is meer van ogclitiseben
sard. ,Vergeef rao, lieve juffrouw, wanneer
ik uw jong gelnk met droeve zorgen moet
bezwaren Eerlijk bekend, wilde ik juist
naar u !oe Arno. Dat wil zaggeu, ik bad het
plan in het rijtuig aan 't begin van het land
goed Tannwald te waohtcn en a dan door
mjjn koetsier te laten roepen. Ik geloof uw
In Bretagne heerschteen
zeldzaam gebruik, dst met het huwelijk
tusschen jongelieden in verband stast. Op
zrkere feestdagen verschijnen de trouwlus
tige meisjes in roode rokken met
witte of gele strepen. Het aantal dezer
strepen bepaalt de toelage, die de va
ders van plan zijn, hun dochters te geren.
Iedere witte streep beteekent zilver steeds
100 francs, iedere gele echter goud
steeds 1000 francs jaarlijks.
De trouwlustige jongelingen hebben het
daar das gemakkelijk, als zij zich geen
huwelijk kannen denken zonder rijkdom,
wat bij ons toch heel niet voorkomt. In
't andere geval zen dit gebruik nit Bre-
tagne tot navolging kunnen worden aan
bevolen.
Aangeboren grootheid.
A. Ik geloof, Uw zoon wordt eens zeer
beroemd, als hij lang genoeg leeft.
B. Zoo, waardoor meent U daD, dat hjj
zoo beroemd zal worden
A. Wel, door zijn hoogen ouderdom
als hij maar lang genoeg leeit 1
Toppunt van beschaving.
f..... Ja, ziet U, ik had daar
in Oost-Indië een brilslang tam gemaakt
cnortn leerzaam beest groote
gave van opmerken ik had haar
nog nauwelijzs vier weken bij mjj, of zij
verscheen iu plaats van met een bril
met eert monocle 1"
raad noodig te hebban. Maar
eij brak met een auoht af-
„Ga voort, waarde mevrouw,* drong Ar
no aan. „Ge gelooft toch niet, dat Onar-
lotte ijverzuchtig is op ds vriendsohap, die
mij met andere menschen verbindt Niet
waar, Charlotsa P*
Hij trok het jonge meisje zacht naar zich
toe en Msrgaretha las in beider gezioh-
ten het geluk, dat hunne harten ver
vulde.
„Wanneer ik mooht hopen,* zeide Caar
lotte sehnchtar, de hand naar Msrgareiha
uitstrekkend, „dat ge mij voor waardig
houdt, mij ook onder uwe vriendinnen te
hebben Zij aarzelde. „Maar het
optrsdan van mijn oom tegenover uw
man
„Wat zoudt ge daaraan kannen doen,
kind P' riep Margsretha hartelijk en drukte
Charlotte's hand me» warmte. „Mij
ne zorgen hebben haar oorzaak door hande
lingen van uw oom, maar in een goheal an
dere richting dan gij wellicht bedoelt. Ik
vrees, dat mijnheer von Erdmann mij echter
niet goed meer zal kunnen bijstaan, om tegen
mijnheer Hammar op te trad>n, na hij in
zulke nauwe familieomstandigheden mat hem
kom:. Mijn man en ik hebban vandaag
ons hari tegenover elkander uitges'.o-t,*
ging aij, zich meer tot Arno wendend voort,
,eu nu heb ik tot mijo schrik ervaren, d»t
het met ons kndgoed zeer slecht staal Ni
eerst kan ik von Rauden'a zonderling gedrag
tegenover mij volkomen verklaren. Hij wil
de voor mij de zorgen geheim houden, en
hulde zioh dsarora in een teruggetrokken
heid, die bijna ons beider noodlot was ge
worden. Zooals hij meeat, staat Borna vlak
voor zgn ondergang.'
„Om Godswil, mevrouw, dat is toob, hoop
ik, een dwaling/' riep Arno verschrikt.
Margarntha zag ernstig tot hem op. „Ik
weet bat niet. Ik denk evenwei, dat mjjn
man waarheid sprsekt. Mg gaat dat nier zoo
aan het hart als von Rruden wsl meende
Hij geloofde, dat ik in eea besoheidon leven
niet-tevreden sou zijn. Maar—" zij lachte
■til voor zich heen— „hg gelooft dat nu niet
mear. Mg is in den laatsien Ijjd veel door