Briera uit fleu domo.
werkuren voor den arbeider meer heeft bedra
gen, dan volgens het eerato lid geoorloofd is,
aan hem als rusttijd woidt toegekend.
Uit de Memorie van Toelichting blijkt, dat
de minister met deze laatste bepaling op
het oog beeft den arbeid, die in brood
bakkerijen op Zaterdag wordt verricht en
die dau door een Zondag wordt gevolgd.
Artt. 6 en 7 bevatten de uitzonderingen,
die op deze bepaling voor de arbeiders der
categorie A kunnen worden toegelaten.
Welke ruttlijden wil de minister nu
aan de arbeiders geven Wij vernemen
dit uit de artikelen 8 tot en met 11,
Aan een arbeider worden in ieder tijd
vak van achtereenvolgende etmalen
ten minste teven rusttijden toegekend, in
elk waarvan een geheele nacht moet be
grepen zijn.
Aan de arbeiders,die bij algemeenen maat
regel van bestuur aangewezen werkzaamhe
den in bepaalde bedrijven verrichten, wor
den, ter keuze van het hoofd ot den
bestuurder der fabriek of werkplaats, ia
ieder tijdvak van twee weken toegekend
a. een rusttijd van ten minste ze» en der
tig achtereenvolgende aren, waarin de Zon
dag begrepen moet zijn,ot
h. twee rusttijden, waarvan in den eenen
van ten minste dertig achtereenvolgends uren
eeu Zondag moet begrepen zijn, en de an
dere, van ten minste vier en twintig achter
eenvolgende uren, aanvangt tusschen zet
•n tien uien des namiddags, of
c. twes rusttijden, waarvan de een van
ten minste dertig achtereenvolgende uren
moet zijn en de ander, van ten minste
vier en twintig achtereenvolgende nren,
aanvangt tusschen te» en tien uren des
namiddags. Van elke vier op elkander
volgende zoodanige rusttijden moet er ééa
ten minste zes en dertig achtereenvolgende
uren duren en daarin moet eeu Zondag
begrepen zijn.
Aan de arbeiders, die niet de bij alge
meenen maatregel van bestuur aangewe
zen werkzaamheden verrichten, wordt in
iedere week een rusttijd toegekend van
ten minste dertig achtereenvolgende uren,
waarin de Zondag begrepen moet zijn.
Behoort een arbeider tot een kerkge
nootschap, dat den wekelijkschen rustdag
niet op Zondag viert, dan treedt voor den
bepaalden rusttijd, waarin een Zondag be
grepen moet zijn, in de plaats een rusttijd,
waarin het etmaal begrepen is, dat door zijn
kerkgenootschap als rustdag isaangenomeu.
De verdere artikelen bevatten bepalingen
omtrent uitzonderingen en verder omtrent
arbeidslijsten, rustlijsien, door hoofden of
bestuurders ep te maken, het toezicht en
de straffes.
zyn. Tegenstribbelen helpt niet.
Nog altoos least hij dan brief.sohudt glim
lachend het bleeke hoofd en bergt het papier
ia zijn borstzak.
Bij ziet, hoort en voelt slechts dat eene
Bij komt.—
En zij kwam werkelijk i Met de na-
middag-stoomboot, moederziel alleen, betreedt
zjj de landingsbrug.
Diep blozend, maar «onder een spoor van
verlegenheid, was ze hem tegemoet getreden,
en het eenige woord dat zjj uitsprak toen
se voor hem stond en hem in de oogen zag,
die zich diep in de hare boorden, was het op
Irenrigen toon geuite woord: „Binde-
ljjk I*
Op de eerste verdieping van het hotel
had se een kamer gehoord, haar waren
naam in het vreemdelingenboek gezet en als
reisdoel „onbestemd* geschreven.
Nog denzelfden avond liet ze zich naar
het eiland M&dre roeien, waar Egon haar
reeds wachtte.
En boven, tegen de ijzeren leening gesteund,
dicht naast elkander stonden zjj beiden en za
gen stil en zwijgend naar het wonderbeeld van
het schoone paradijs, dat zich voor hen ait-
breidde in het avondgoud van den scheiden
den dag.
Als de weerschijn van een verren, grooten
brand gloeit en vlamt het op de spitsen
der met zneenw bedekte bergen, die het
uitzicht begrenzen; de wolken, in de grillig
ste vormen, als met gond omzoomd, verhef
fen zioh daarboven, en klenrenbnndels in al
lerlei tinten doopen zich in het water van het
meer.
Aan de andere zijde van het meer verheft
zieh ver in de verte eichtbaarhet zoogenaamde
M&rehenslot te midden van geurende tuinen;
de haven van Pallanza met bare schitte
rende gondels en de gouden stralen schie
tende koepels der prachtige kerk groeten
nit de verte en eenzaam, in een omgeving
van bloeiende oamella's, op bet eiland Belle,
prijkt het paleis van Borromaer.
En gedurende het zachte klokgelui, dat
de wind tot hen overdraagt, en dat zoo
zoet en hoopvol klinkt, fluistert Egon Hertha
in het oor „Ik heb je lief JAl dat an-
Luning, Oct. '98.
Luning ligt, zooals misschien bekend is,
aan de Congo-rivier. Zikken wij de rivier
af, dan passeeren wij na een half uurtje
de missie Berg Sint Maria en na een mi-
nnnt of tien maakt ons vaartuig een kwart
draai naar rechts, terwijl de gang ervan
aanmerkelijk wordt versneld, daar achter
ons de Kassay haar machtige wateren
met den Congo vereenigt.
De afstand van Luning naar Kramonlh
is ongeveer 45 minuten flink roeiens, ter
wijl omgekeerd de reis 1y2 uur duurt.
Luning ligt op het terras van een zacht-
glooienden berg, ongeveer 3 uur loopens van
het water verwijderd als dit laag is en
geen halve minuut indien het hoog is.
Hoog en laag water verschilt p. m. 6
M. Het water in de Congo-rivier wordt,
hoe meer het de zee nadert, al bruiner.
Tot zelfa 25 K. M. in zee ontwaart men
dit bruine water. Zóó vuil als daar is
hier het water niet. Toch is hier ook al
een bruinachtige tint te bespeuren en
daarom drinken wij, Europeanen, er liefst
niet van, en ook vele negers getroosten
zich met helder water uit een verder
afgelegen beek te gaan halen.
Ik ben zoo gelukkig, op 10 min. rechts
van de factorij een beek te hsbben, die het
koelste, zuiverste en smakelijkste water
bevat, dat men ooit kan krijgen en die
tevens esne prachtige gelegenheid tot ba
den geeft. Om dit zonder levensgevaar
in den Congo te doen, daarvan is geen
sprake. Krokodillen en nijlpaarden ma
ken het dsar te onveilig. Yroeger dacht
ik, dxt nijlpaarden geen mensch kwaad
zouden doen. Nu heb ik het tegendeel
kannen waarnemen. Ik heb een vrouw
gezien, wie door zoo een monster de arm
stak gebeten is en een diepe wonde in
de zijde toegebracht is.
Rechts van de beek, ongeveer 5 min.
verder, vinden we Bakabbe, een dorp
van naar gissing 400 inwoners. De hut
ten zijn er geheel van riet of lang gras,
zoo men het noemen wil, en van palen
gebouwd, terwijl de binnenzijde der hutten
behangen is met matten (evenals in Hol
land met behangselpapier) even grof als
de vijgemanden, doch zeer sterk. Die
matten worden voornamelijk door de be
woners aan de Kassayrivier gemaakt en
daarom ook kassaymatten genoemd. De
vloer wordt gevormd door vastgestampte
aarde. In sommige hutten is een slaap
plaats aangebracht, die bestaat nit een
afgeschoten gedeelte, aan een der smalle
zijden van de hut en gevormd door stok-
dere is vergeten.
Zij is alleen reeds verrukt bij hei geloid
van zijn stem, waarnaar zij de laatste we
ken zoo heeft verlangd en welk verlangen
haar met groot, onweerstaanbaar geweld naar
hem heeft gedreven.
Zij spreken van niets dan van liefde; tij
vraagt niets en hij vertelt haar niets dan
dat eene, datselfde; dat het hem is, alsof
hij gestorven was en is opgestaan en met
haar alleen is op het eiland der gelukzaligen.
Zij willen sleohts elkander zien, elkander
hooien, bij elkander sgn, gij denken aan
geen eind, geen scheiding; voor han heeft
het leven geen voortzetting meer.
Aan eijn arm wandelt zjj door het eenza
me eiland, dat sioh langzamerhand in den
slnier van den avond bnlt.
Al het romantisohe en aohoone, dat dit
kleine stokje gronds bergt, komt hen niet
in de gedachten op.
Gescheiden varen ze naar 't hotel, en ieder
droomt hetzelfde mooie sprookje, ieder van
hen beiden draagt hetzelfde in het hart: een
hoog-opfiikkerenden, alles verterenden harts
tocht.
Egon's kamer ligt aan den tnin, die zich
tot het meer uitstrektde maan staat
helder boven de hoornen; de heerljjkste geu
ren vermengen sieb met de loebt; de nach
tegalen ziDgen en op het balkon brengt hij
in een wonderlijke stemming den nacht
door; want hij weet, dat boven hem, waar
een zwak licht schemert, een ander men-
sehenkind aan hem denkt, van hartstocht
bevend, evenals hij, warmbloedig, met zieke
zenuwen, vol ziekelijke overspanning
Na een onrustig slaapje spriDgt hij op;
zijn geest is in de war, zijn lichaam als
verlamd, hjj is niet meer zichzelf, zijn in
nerlijk ik heeft zieh verendeid en de de
monische, ontketende harlstooht is hem
meester.
De dag gaat vcorbjj, evenals de vorige;
dezelfde brandende zon gloeit atn den hemel,
maar ook dezelfde gloed der hartstcehten ver
ser gt de beide gemartelde aieler, die in
eigen knelling elkaar tracht»n te vergeten.
ken, rustende op dwïispilen. Een mat,
evenals de rieten rolgordijnen ia Holland,
is der menschen bed en deken. Waar
evenwel dergelijke slaapplaats oatbrtekt,
bereidt msn zijn leger eenvoudig op den
vloer, door daarop matten te leggen.—
Schoorsteenen en vensters kent men hier
niet. Men zal, behalve potte», eeu
afgodsbeeldje en een drieta» keien
waarop gekookt wordt in plaats van over
eec haard, in die hutten niet veel meer
vinden daü kleedereo, of laat ik liever
zeggen diverse stoffen, die men zich om h*t
lichaam hangt, om gemakkelijk van tijd tot
tijd weer iets anders te kunnen dragen. Een
stuk goed, liefst korer,blauw, wordt gedra
gen totdal 't aan flarden is gereten en
dan maar weer nieuw aangeschaft. Deuren
vindt men in die hutten ook al nist. Da
toegang, een gat van p. m. t/< M'., wordt
door een verschuifbaar beschot gesloten.
De tijd van huizen boawen is na voor
bij. Da vier zomermaanden Mei, Juni,
Juli en Augustus, zijn daarvoor bestemd,
wijl het dan een droge tijd is. Volgens
mijn waarneming komt dit zeer goed uit.
De laatste regen in dit droge seizoen viel
op 7 Mai en de eerste op 31 Augustus.
Dan breekt de natte tijd aan, waarin de
regen soms door tornado's wordt afgewis
seld. Tornado's zijn hevige windvlagen,
gepaard met onweer, waarbij het begint le
regenen zoodra de wind gaat liggen.
Dergelijke tornado's dosn de Congo-ri
vier wild worden en hij, die er zich in
een kano op bevindt, is niet zonder levens
gevaar. Twee malen werd ik in een kano
door een tornado overvallen, doch beide
keeren kwam ik er gelukkig met een
nat pak af.
Links van de factorij bevinden zich
ook nog drie dorpjes, naar mijne gissing
te zamen nauwelijks 60 inwoners tellende.
Achter de factorij heeft men een dicht
bosch, bijna ontoegankelijk voor oos door
de lianen, die tnsschen de boomen groeien
an langs deze opklimmen. Mooie bloemen
zijn hier zeldzaam. Bijna allen zoncfer geur
of anders met een afschuwelijken. Alleen da
melatti maakt hierop, evenals de bloesems
van de koffieboomen, een uitzondering. Het
zijn beide witte bloemen, die een heerlijken
geur verspreiden, al is dit bij de laatsten
ook van zeer korten duur. Het was in
den morgen van den 3sn September, dat
mijn reukorgaan aangenaam gestreeld werd
door een heerlijken geur. Bij onderzoek
bleek, dat die afkomstig was van de kof
fietuinen bijna al de boomen waren in
dien nacht gaan bloeien, 's Morgens om
10 uur, nadat de zon hare warmte even
had laten gevoelen, was alle geur alweer
verdwenen om niet weer te keeren. An
Deo volgenden morgen, zijn zinnen naawe-
lijks meer meester, telegrafeert Egon aan
Heinz: „Komt Reis zonder ophouden 1*
Hij heeft holp tegen siehzslf noodig; hij voelt
zioh als op een door spookaohtige paarden
voortgetrokken wagen voortgejaagd jagen
de voort op een onbekend padhij beeft
stuur en teogel verloren en ziet als door een
bloedrooden nevel voor zich den afgrond, waar
in hg verpletterd zal worden met haar!
Vijf dagen zijn voorbij, vijf nachten zonder
slaap, in wilde, alle zinnen verwarrende droo-
men doorgebracht, zijn voorbij.
In het groots hotel heeft tot dnsverre
niemand er eenig denkbeeld van gehad, hoe
na zij tot elkander stonden, die mooie jon
ge dame met de zwaarmoedige oogen, en de
ernstige man, die elkaar beleefd bij het
gemeenschappelijk ontbijt toegroaten, ook
wel af en toe met elkaar in den tnin gaan
wandelen en dan met een beleefde buiging
van elkaar afscheid nemen.
Ieder gaat alleen zijn yeg, en niemand
weet, dat steeds hun wegen samen voeren,
ergens in een verwjjderd dorp, bij een
oude ruïne of onder de boomen van het
eiland Madre.
Daar zjj diep in den rouw ging, waag
de niemand eenige toenadering; zij toonde
duidelijk, dat ze alleen zijn wilde;anders zon
zij zieh wel het geleide hebben laten welge
vallen van den ernstigen heer, dien zij scheen
te kenneD en die haar met een beleefdheid
cd hoogachting behandelde, als ware zjj een
vorstin.
Op den morgen van den zesden dag
kwam er een telegram van Heinz;
„Kom morgen vroeg I"
Egon haalde verlicht adem I Het zon, het
mocht niet tot het uiterste komen, maar het
gevaar was gestegen tot het uiterste, want
hij is slechts een menBch en Hertha -
een liefhebbende vrouw i
En weder is het avond gewotden; wedor
staan sij op het eiland Madre en beneden hen,
op de vrooljjke golfjeshuppelen de belde
gondels.
ders is dit met r .zen: 's morgens en
's avonds laat geuren deze, overdag niet.
De, roos is nit Europa geïmporteerd en
wil hier wel groeien. Ook met Hoi
groenten is dit het geval, hoewel het zaad,
dat ik gezaaid heb, denkelijk, tengevolge
van de droogte, is mislukt.
Ik heb in het voorgaande getracht, een
en ander rondom de factorij te beschrijven,
Liat ik nu tot haar zelve overgaan.
Het tirras loopt zeer langzaam glooiend
op en is p. m. een H.A. groot, liet is
rechthoekig atngelegd en rondom loopen
breede paden, die, door ananassen omgeven,
een aardig gezicht opleveren. Het huis is
met de lange zijde naar de rivier gebouwd.
Model: een lang burgerwoonhuis; alleen
met dit verschil, dat daaraan de veranda's
ontbreken, die hier noodzakelijk zijn. Deze
kunnen niet ontbeerd worden: ten eerste
om de zon en in de tweede plaats om het
wegregenen der muren te voorkomen. Op
het eerste gezicht zou men die muren
houden van gewitten steen gebouwd. Inder
daad zijn ze opgetrokken van leem en zand,
dat even goed is als steen, mits het niet
nat wordt. Het huis is voorts in de noo-
dige vertrekken ingedeeld. Naar ik meen
schreef ik reedz eerder, dat vensters hier
ontbreken. Luiken moeten hier daarvoor
dienst doen, zoodat we, overdag afsluitende,
totaal in donker zitten. Dit moge vreemd
klinken, maar toch valt het meermalen
voor, dat het gebeuren moet, nl. bij tor
nado's.
Een eigenaardigheid van dit en vele
huizen aan den Oongo is, dat zij hoege
naamd niet mst spijkers in elkaar gezet
zijn. Alles wordt hier gebonden met n'colli,
d. i. de o/erlangs in vieren gesplitste li
aan, die een sterk bindrijs oplevert. Het
dak eindelijk is van lang gras, dat niet,
zooals in Holland, direct op de dwarslat-
ten wordt ingenaaid, doch met takken,
dia dwars over 't riet liggen, wordt vast
gebonden. Deze daken ziju nist bijzondar
duurzaam. Io den regel zijn ze binnen twee
jaar weg. Ook de haizen kunnen ge«n
eeuwen trotseeren. Hun levensduur is niet
eens vele jaren,tengevolge van het wegvreten
der palen door de witte mieren.
Een bewijs hiervoor is wel, dat, niette
genstaande hier veel en best hout is, de
E. I. du Congo, ondanks vele kosten en
moeite, ijzeren dwarsliggers voor het spoor
en ijzeren palen voor telegraaf ea telefoon
gebruikt.
Van telefoon gesproken. Men is thans
drnk bszig, er een aan te leggen op den
Boven-Congo, die tot aan Borna zai wor
den doorgetrokken.
Hier en daar verzetten de negsrs zich
wel eens tegen het aanbrengen van die
lange mitakko (mitakko is een stufj,
perdr-iad van 27 c.M., dat lot betn|(I.j<!"
del dient), doch overmacht doet den blank
altijd zegevieren. Eenig begrip ,an 8
Hjj raapt al ziju moed bjjeen, grijpt haar
beide handen, trekt haar tot zioh en legt
haar goudlokkig hoofd aan zijn borst.
Een oogdnblik staan zjj zoo, zonder een
woord to zeggen; dan begint hjj «acht
„Horthal Lieveling I Voor dat, wat ge
voor mjj deedt, voor dat reine, oneindige
gelak, dat gij ala om bode van God mjj
hier gebracht hebt, dankt u mjjn ganscae
ziel. Maar nn schrik niet nu moei
het een einde nomen
Plotseling verbleekend, rnkt het meisje
zich los- Hare lippen sidderen, maar geen
enkel gelaid brengt zij uit. Sleohts nit de
groote, wjjd geopende oogen spreekt een
angstige vraag.
„Lwt ons het onbesohrjjfljjke, knische
geluk dezer enkele dagen medeneaaen als
een kostbaar kleinoodvoor a zij de
herinnering daaraan een zoate troost voor
menig wee in de toekomst; voor mjj een
stralende af»oheidsgroet van het leven, als de
rose wolk van een onvergetelijk sohoonen
zonneondergang 1*
„Wij van elkander scheiden? Nu?
Na alles wat gesohied is?!* riep zij buiten
zichielf.
„Wij moeten, HerthaI Gij gaat naar
nw vaderstad terag,om vriendelijk en zon
der baroaw a mijner te gedenkeD; en ik
ga naar mjjne moeder om daar te ster
ven!*
„Slervon 1 Sterven PI* ontwrong
zioh als een kreet der vertwijfeling aan
hare lippen, en hare beide armen sloeg zjj
in doodelgken angzt om den door haar zoo
geliefden man,
„Ja, mijn lieveling, stervenherhaalde
hjj, terwijl hg teeder en sacht haar de blon
de lokken van het voorhoofd streek. „Stil
verdwijnen als een vallende ster aan het
rijke firmament.
„Maar n, u, mjjn gouden zon, dank ik toch
een tjjd van bemelsohen glans op mijn eenza
men, vreugdeloosen weg, en dat zal nog in de
uren van het Ijjden al het smartelgke over
stralen 1*
„Dat was het dusl"— fluisterde Hertha.
„Ja, dat was het, arm kind, en niets an
ders; Ik weet niet, aan welke reden gg ge-
telefoon hebben de zw.irten niet, er, n
als van de krscht die de stoomboot»0
vooruilstuwt, hoewel zij met de booten z
ven zeer vertrouwd zijnen reeds van vCrr*
kunnen onderscheiden, of het is een
van Toeunentango, La Trance, Boe 18
tadi of een van de Eng. of Belg.
Tegenover de deur, tot mijne ka®erj
gang gevende, bevinden zich twee
(ramen). Sla ik deze open, dan y,ob jt
een heerlijk uitzicht, voornamelijk door^j
boom, een waaierpalm. Anu de retisac^j.
ga bladeren hangen nu zoker wel eas 205'
nestjes vaa vogels voornamelijk vtn
Afr. spreeuw, die veel op den Holl.
doch iets kleiner is en gele oogou
Deze boom staat in een bed van ii^
tellen, wat het rtfect nog verhoogt.
bijna verscholen door de bladeren d(!
8ang», bevindt zich de kenken en
huisje voor don lijfjougon, links hst k,
penhok, allen iu denzelfden trant gebouwl
en omgeveu door lijsten van eeuwig g,Mt
van pisang, papayar ea palmen
Dezer dagen fungeerde ik als rechter.
Door mijn werklui was ik ingelicht, dat
twee personen geiten hadden gestolen. Dj
schuldigen werden opgebracht. De bewijzen
voor hun schuld vond ik echter zeer zwal
doch het feit, dat de chef der beide be!
schuldigdeD mij eeu losgeld voor zijn man-
nen aanbood, was te welsprekender. Hit
deed mij aan hun schuld gelooven. Mijn
plan was aanvankelijk, za naar het gouver.
nemeut op to zenden, waar ze met mj0.
stenB drie jaar dwangarbeid voor han licht
vergrijp boets zouden moeten does, Dit
vond ik wel wat veel. Ik besloot daarom,
het aanbod van den chef maar aan te nemen;
na ontvangst der boete werden ze weet op
vrije voeten gesteld. Het is hier noodzj.
kelijk, zelfstandig op te treden, daar zeil)
telegraphisch ontboden soldaten ia het
gunstigste geval eerst na vier dagea hier
kansen zijn.
Reeds vroeger vermeldde ik over de
taaiheid van de negers als het handel be
treft. Vanmorgen ondervond ik dit op
nieuw. Ik had mij juist gekleed en ontbé
ten, toen een kano met ivoor kwam. Dit
was om 7 uur. En eerst om drie aur wa
ren wij het eeus. Tienmaal de waarde
wordt soms gevraagd, en slechts zeer ge
leidelijk wordt de vraag verminderd, h
eenmaal de koop gesloten en betaald, dio
wordt er nog wel een half unr gebett
om een n'pembe of matibis. (cadeao). hl-
tijd veronderstellen ze, dat ze te weinig
voor hun waar hebben bedongen. Haa re-
loofd hebt, maar gij hadt mij lief
en vergaafi mij I Gg vroegt mjj niets, ik
zelf had niet den treurigm moed, ea mijo
vriend beeft eveneens gezwegen.
„Ik draag den dood in mg, onverbid
delijk, onafwendbaar.
„Dat alleen moet ons scheiden; dat alleen
heeft mij verboden, nw jong leves aan hel
mijne te ketenen-, want gjj behoort bel
leven, ds toekomit, en ik dan
dood I
„Nu weet ge alles; hoe Ik eohter gestre
den en gevochten heb in vsrtwjjfelde dagen
en nachten, dat weet sleohts Hg, voor wieni
rechterstoel ik spoedig tal verschijnen en ven
wien ik zal vernemen, wat Hij in Zijn
ondoorgrondelijke wijsheid mei dat alles be
doelde
„Bgont* klonk Hertha's slem in smaa
kenden angst, „verjaag mij niet van de plaat»,
waarheen mjjn gewond hart is gevluobt om
ruit te vinden, om te genezenIk k»n
u niet verlieaea, en gjj zelf hangt te zm'
aan het leven, om ernstig aan zulk een el
lendig einde te gelooven.
„Neem dat leelijke woord terog, ik be
zweer het n 1
„Szen, neen,mijn arm,mij boven alles dier
baar misjo, geef u niet aan een dwaalbe
grip over, want juist omdat ik met
schrikkelijke duidelijkheid in de toekomst
zie, daarom is mij het leven reeds lang eeD
kwelling geweest, een dikwjjlz ondragelj)*0'
neerbuigende last. I
„Ik had slechts den w»n»eh, kort 60
krachtig, nit vrjjen wil, nit bet leven te schel
den, «onder al die smart, die mij
vóór den dood staat te wachten ®fl8f
mag dat niet ter wille ffljjner
der. I
„Haar eenige zoon, de laais'e drager v
basr naam, mag niet vallen doorzijn eig
hand; mag niet het ztrjjdperk T0r'atenmaft
de oude vrouw alleen laten mot haar
en schaamte.
„Maar het wordt tijd, dat ik ma*6
rust, om den vijand, die in mjjn blo
steeds meer veld wint, in al mgn
te tegen te treden; dat ik begin me
kist te bestellen, mgn moeder voor