Briera uit fleu domo. werkuren voor den arbeider meer heeft bedra gen, dan volgens het eerato lid geoorloofd is, aan hem als rusttijd woidt toegekend. Uit de Memorie van Toelichting blijkt, dat de minister met deze laatste bepaling op het oog beeft den arbeid, die in brood bakkerijen op Zaterdag wordt verricht en die dau door een Zondag wordt gevolgd. Artt. 6 en 7 bevatten de uitzonderingen, die op deze bepaling voor de arbeiders der categorie A kunnen worden toegelaten. Welke ruttlijden wil de minister nu aan de arbeiders geven Wij vernemen dit uit de artikelen 8 tot en met 11, Aan een arbeider worden in ieder tijd vak van achtereenvolgende etmalen ten minste teven rusttijden toegekend, in elk waarvan een geheele nacht moet be grepen zijn. Aan de arbeiders,die bij algemeenen maat regel van bestuur aangewezen werkzaamhe den in bepaalde bedrijven verrichten, wor den, ter keuze van het hoofd ot den bestuurder der fabriek of werkplaats, ia ieder tijdvak van twee weken toegekend a. een rusttijd van ten minste ze» en der tig achtereenvolgende aren, waarin de Zon dag begrepen moet zijn,ot h. twee rusttijden, waarvan in den eenen van ten minste dertig achtereenvolgends uren eeu Zondag moet begrepen zijn, en de an dere, van ten minste vier en twintig achter eenvolgende uren, aanvangt tusschen zet •n tien uien des namiddags, of c. twes rusttijden, waarvan de een van ten minste dertig achtereenvolgende uren moet zijn en de ander, van ten minste vier en twintig achtereenvolgende nren, aanvangt tusschen te» en tien uren des namiddags. Van elke vier op elkander volgende zoodanige rusttijden moet er ééa ten minste zes en dertig achtereenvolgende uren duren en daarin moet eeu Zondag begrepen zijn. Aan de arbeiders, die niet de bij alge meenen maatregel van bestuur aangewe zen werkzaamheden verrichten, wordt in iedere week een rusttijd toegekend van ten minste dertig achtereenvolgende uren, waarin de Zondag begrepen moet zijn. Behoort een arbeider tot een kerkge nootschap, dat den wekelijkschen rustdag niet op Zondag viert, dan treedt voor den bepaalden rusttijd, waarin een Zondag be grepen moet zijn, in de plaats een rusttijd, waarin het etmaal begrepen is, dat door zijn kerkgenootschap als rustdag isaangenomeu. De verdere artikelen bevatten bepalingen omtrent uitzonderingen en verder omtrent arbeidslijsten, rustlijsien, door hoofden of bestuurders ep te maken, het toezicht en de straffes. zyn. Tegenstribbelen helpt niet. Nog altoos least hij dan brief.sohudt glim lachend het bleeke hoofd en bergt het papier ia zijn borstzak. Bij ziet, hoort en voelt slechts dat eene Bij komt.— En zij kwam werkelijk i Met de na- middag-stoomboot, moederziel alleen, betreedt zjj de landingsbrug. Diep blozend, maar «onder een spoor van verlegenheid, was ze hem tegemoet getreden, en het eenige woord dat zjj uitsprak toen se voor hem stond en hem in de oogen zag, die zich diep in de hare boorden, was het op Irenrigen toon geuite woord: „Binde- ljjk I* Op de eerste verdieping van het hotel had se een kamer gehoord, haar waren naam in het vreemdelingenboek gezet en als reisdoel „onbestemd* geschreven. Nog denzelfden avond liet ze zich naar het eiland M&dre roeien, waar Egon haar reeds wachtte. En boven, tegen de ijzeren leening gesteund, dicht naast elkander stonden zjj beiden en za gen stil en zwijgend naar het wonderbeeld van het schoone paradijs, dat zich voor hen ait- breidde in het avondgoud van den scheiden den dag. Als de weerschijn van een verren, grooten brand gloeit en vlamt het op de spitsen der met zneenw bedekte bergen, die het uitzicht begrenzen; de wolken, in de grillig ste vormen, als met gond omzoomd, verhef fen zioh daarboven, en klenrenbnndels in al lerlei tinten doopen zich in het water van het meer. Aan de andere zijde van het meer verheft zieh ver in de verte eichtbaarhet zoogenaamde M&rehenslot te midden van geurende tuinen; de haven van Pallanza met bare schitte rende gondels en de gouden stralen schie tende koepels der prachtige kerk groeten nit de verte en eenzaam, in een omgeving van bloeiende oamella's, op bet eiland Belle, prijkt het paleis van Borromaer. En gedurende het zachte klokgelui, dat de wind tot hen overdraagt, en dat zoo zoet en hoopvol klinkt, fluistert Egon Hertha in het oor „Ik heb je lief JAl dat an- Luning, Oct. '98. Luning ligt, zooals misschien bekend is, aan de Congo-rivier. Zikken wij de rivier af, dan passeeren wij na een half uurtje de missie Berg Sint Maria en na een mi- nnnt of tien maakt ons vaartuig een kwart draai naar rechts, terwijl de gang ervan aanmerkelijk wordt versneld, daar achter ons de Kassay haar machtige wateren met den Congo vereenigt. De afstand van Luning naar Kramonlh is ongeveer 45 minuten flink roeiens, ter wijl omgekeerd de reis 1y2 uur duurt. Luning ligt op het terras van een zacht- glooienden berg, ongeveer 3 uur loopens van het water verwijderd als dit laag is en geen halve minuut indien het hoog is. Hoog en laag water verschilt p. m. 6 M. Het water in de Congo-rivier wordt, hoe meer het de zee nadert, al bruiner. Tot zelfa 25 K. M. in zee ontwaart men dit bruine water. Zóó vuil als daar is hier het water niet. Toch is hier ook al een bruinachtige tint te bespeuren en daarom drinken wij, Europeanen, er liefst niet van, en ook vele negers getroosten zich met helder water uit een verder afgelegen beek te gaan halen. Ik ben zoo gelukkig, op 10 min. rechts van de factorij een beek te hsbben, die het koelste, zuiverste en smakelijkste water bevat, dat men ooit kan krijgen en die tevens esne prachtige gelegenheid tot ba den geeft. Om dit zonder levensgevaar in den Congo te doen, daarvan is geen sprake. Krokodillen en nijlpaarden ma ken het dsar te onveilig. Yroeger dacht ik, dxt nijlpaarden geen mensch kwaad zouden doen. Nu heb ik het tegendeel kannen waarnemen. Ik heb een vrouw gezien, wie door zoo een monster de arm stak gebeten is en een diepe wonde in de zijde toegebracht is. Rechts van de beek, ongeveer 5 min. verder, vinden we Bakabbe, een dorp van naar gissing 400 inwoners. De hut ten zijn er geheel van riet of lang gras, zoo men het noemen wil, en van palen gebouwd, terwijl de binnenzijde der hutten behangen is met matten (evenals in Hol land met behangselpapier) even grof als de vijgemanden, doch zeer sterk. Die matten worden voornamelijk door de be woners aan de Kassayrivier gemaakt en daarom ook kassaymatten genoemd. De vloer wordt gevormd door vastgestampte aarde. In sommige hutten is een slaap plaats aangebracht, die bestaat nit een afgeschoten gedeelte, aan een der smalle zijden van de hut en gevormd door stok- dere is vergeten. Zij is alleen reeds verrukt bij hei geloid van zijn stem, waarnaar zij de laatste we ken zoo heeft verlangd en welk verlangen haar met groot, onweerstaanbaar geweld naar hem heeft gedreven. Zij spreken van niets dan van liefde; tij vraagt niets en hij vertelt haar niets dan dat eene, datselfde; dat het hem is, alsof hij gestorven was en is opgestaan en met haar alleen is op het eiland der gelukzaligen. Zij willen sleohts elkander zien, elkander hooien, bij elkander sgn, gij denken aan geen eind, geen scheiding; voor han heeft het leven geen voortzetting meer. Aan eijn arm wandelt zjj door het eenza me eiland, dat sioh langzamerhand in den slnier van den avond bnlt. Al het romantisohe en aohoone, dat dit kleine stokje gronds bergt, komt hen niet in de gedachten op. Gescheiden varen ze naar 't hotel, en ieder droomt hetzelfde mooie sprookje, ieder van hen beiden draagt hetzelfde in het hart: een hoog-opfiikkerenden, alles verterenden harts tocht. Egon's kamer ligt aan den tnin, die zich tot het meer uitstrektde maan staat helder boven de hoornen; de heerljjkste geu ren vermengen sieb met de loebt; de nach tegalen ziDgen en op het balkon brengt hij in een wonderlijke stemming den nacht door; want hij weet, dat boven hem, waar een zwak licht schemert, een ander men- sehenkind aan hem denkt, van hartstocht bevend, evenals hij, warmbloedig, met zieke zenuwen, vol ziekelijke overspanning Na een onrustig slaapje spriDgt hij op; zijn geest is in de war, zijn lichaam als verlamd, hjj is niet meer zichzelf, zijn in nerlijk ik heeft zieh verendeid en de de monische, ontketende harlstooht is hem meester. De dag gaat vcorbjj, evenals de vorige; dezelfde brandende zon gloeit atn den hemel, maar ook dezelfde gloed der hartstcehten ver ser gt de beide gemartelde aieler, die in eigen knelling elkaar tracht»n te vergeten. ken, rustende op dwïispilen. Een mat, evenals de rieten rolgordijnen ia Holland, is der menschen bed en deken. Waar evenwel dergelijke slaapplaats oatbrtekt, bereidt msn zijn leger eenvoudig op den vloer, door daarop matten te leggen.— Schoorsteenen en vensters kent men hier niet. Men zal, behalve potte», eeu afgodsbeeldje en een drieta» keien waarop gekookt wordt in plaats van over eec haard, in die hutten niet veel meer vinden daü kleedereo, of laat ik liever zeggen diverse stoffen, die men zich om h*t lichaam hangt, om gemakkelijk van tijd tot tijd weer iets anders te kunnen dragen. Een stuk goed, liefst korer,blauw, wordt gedra gen totdal 't aan flarden is gereten en dan maar weer nieuw aangeschaft. Deuren vindt men in die hutten ook al nist. Da toegang, een gat van p. m. t/< M'., wordt door een verschuifbaar beschot gesloten. De tijd van huizen boawen is na voor bij. Da vier zomermaanden Mei, Juni, Juli en Augustus, zijn daarvoor bestemd, wijl het dan een droge tijd is. Volgens mijn waarneming komt dit zeer goed uit. De laatste regen in dit droge seizoen viel op 7 Mai en de eerste op 31 Augustus. Dan breekt de natte tijd aan, waarin de regen soms door tornado's wordt afgewis seld. Tornado's zijn hevige windvlagen, gepaard met onweer, waarbij het begint le regenen zoodra de wind gaat liggen. Dergelijke tornado's dosn de Congo-ri vier wild worden en hij, die er zich in een kano op bevindt, is niet zonder levens gevaar. Twee malen werd ik in een kano door een tornado overvallen, doch beide keeren kwam ik er gelukkig met een nat pak af. Links van de factorij bevinden zich ook nog drie dorpjes, naar mijne gissing te zamen nauwelijks 60 inwoners tellende. Achter de factorij heeft men een dicht bosch, bijna ontoegankelijk voor oos door de lianen, die tnsschen de boomen groeien an langs deze opklimmen. Mooie bloemen zijn hier zeldzaam. Bijna allen zoncfer geur of anders met een afschuwelijken. Alleen da melatti maakt hierop, evenals de bloesems van de koffieboomen, een uitzondering. Het zijn beide witte bloemen, die een heerlijken geur verspreiden, al is dit bij de laatsten ook van zeer korten duur. Het was in den morgen van den 3sn September, dat mijn reukorgaan aangenaam gestreeld werd door een heerlijken geur. Bij onderzoek bleek, dat die afkomstig was van de kof fietuinen bijna al de boomen waren in dien nacht gaan bloeien, 's Morgens om 10 uur, nadat de zon hare warmte even had laten gevoelen, was alle geur alweer verdwenen om niet weer te keeren. An Deo volgenden morgen, zijn zinnen naawe- lijks meer meester, telegrafeert Egon aan Heinz: „Komt Reis zonder ophouden 1* Hij heeft holp tegen siehzslf noodig; hij voelt zioh als op een door spookaohtige paarden voortgetrokken wagen voortgejaagd jagen de voort op een onbekend padhij beeft stuur en teogel verloren en ziet als door een bloedrooden nevel voor zich den afgrond, waar in hg verpletterd zal worden met haar! Vijf dagen zijn voorbij, vijf nachten zonder slaap, in wilde, alle zinnen verwarrende droo- men doorgebracht, zijn voorbij. In het groots hotel heeft tot dnsverre niemand er eenig denkbeeld van gehad, hoe na zij tot elkander stonden, die mooie jon ge dame met de zwaarmoedige oogen, en de ernstige man, die elkaar beleefd bij het gemeenschappelijk ontbijt toegroaten, ook wel af en toe met elkaar in den tnin gaan wandelen en dan met een beleefde buiging van elkaar afscheid nemen. Ieder gaat alleen zijn yeg, en niemand weet, dat steeds hun wegen samen voeren, ergens in een verwjjderd dorp, bij een oude ruïne of onder de boomen van het eiland Madre. Daar zjj diep in den rouw ging, waag de niemand eenige toenadering; zij toonde duidelijk, dat ze alleen zijn wilde;anders zon zij zieh wel het geleide hebben laten welge vallen van den ernstigen heer, dien zij scheen te kenneD en die haar met een beleefdheid cd hoogachting behandelde, als ware zjj een vorstin. Op den morgen van den zesden dag kwam er een telegram van Heinz; „Kom morgen vroeg I" Egon haalde verlicht adem I Het zon, het mocht niet tot het uiterste komen, maar het gevaar was gestegen tot het uiterste, want hij is slechts een menBch en Hertha - een liefhebbende vrouw i En weder is het avond gewotden; wedor staan sij op het eiland Madre en beneden hen, op de vrooljjke golfjeshuppelen de belde gondels. ders is dit met r .zen: 's morgens en 's avonds laat geuren deze, overdag niet. De, roos is nit Europa geïmporteerd en wil hier wel groeien. Ook met Hoi groenten is dit het geval, hoewel het zaad, dat ik gezaaid heb, denkelijk, tengevolge van de droogte, is mislukt. Ik heb in het voorgaande getracht, een en ander rondom de factorij te beschrijven, Liat ik nu tot haar zelve overgaan. Het tirras loopt zeer langzaam glooiend op en is p. m. een H.A. groot, liet is rechthoekig atngelegd en rondom loopen breede paden, die, door ananassen omgeven, een aardig gezicht opleveren. Het huis is met de lange zijde naar de rivier gebouwd. Model: een lang burgerwoonhuis; alleen met dit verschil, dat daaraan de veranda's ontbreken, die hier noodzakelijk zijn. Deze kunnen niet ontbeerd worden: ten eerste om de zon en in de tweede plaats om het wegregenen der muren te voorkomen. Op het eerste gezicht zou men die muren houden van gewitten steen gebouwd. Inder daad zijn ze opgetrokken van leem en zand, dat even goed is als steen, mits het niet nat wordt. Het huis is voorts in de noo- dige vertrekken ingedeeld. Naar ik meen schreef ik reedz eerder, dat vensters hier ontbreken. Luiken moeten hier daarvoor dienst doen, zoodat we, overdag afsluitende, totaal in donker zitten. Dit moge vreemd klinken, maar toch valt het meermalen voor, dat het gebeuren moet, nl. bij tor nado's. Een eigenaardigheid van dit en vele huizen aan den Oongo is, dat zij hoege naamd niet mst spijkers in elkaar gezet zijn. Alles wordt hier gebonden met n'colli, d. i. de o/erlangs in vieren gesplitste li aan, die een sterk bindrijs oplevert. Het dak eindelijk is van lang gras, dat niet, zooals in Holland, direct op de dwarslat- ten wordt ingenaaid, doch met takken, dia dwars over 't riet liggen, wordt vast gebonden. Deze daken ziju nist bijzondar duurzaam. Io den regel zijn ze binnen twee jaar weg. Ook de haizen kunnen ge«n eeuwen trotseeren. Hun levensduur is niet eens vele jaren,tengevolge van het wegvreten der palen door de witte mieren. Een bewijs hiervoor is wel, dat, niette genstaande hier veel en best hout is, de E. I. du Congo, ondanks vele kosten en moeite, ijzeren dwarsliggers voor het spoor en ijzeren palen voor telegraaf ea telefoon gebruikt. Van telefoon gesproken. Men is thans drnk bszig, er een aan te leggen op den Boven-Congo, die tot aan Borna zai wor den doorgetrokken. Hier en daar verzetten de negsrs zich wel eens tegen het aanbrengen van die lange mitakko (mitakko is een stufj, perdr-iad van 27 c.M., dat lot betn|(I.j<!" del dient), doch overmacht doet den blank altijd zegevieren. Eenig begrip ,an 8 Hjj raapt al ziju moed bjjeen, grijpt haar beide handen, trekt haar tot zioh en legt haar goudlokkig hoofd aan zijn borst. Een oogdnblik staan zjj zoo, zonder een woord to zeggen; dan begint hjj «acht „Horthal Lieveling I Voor dat, wat ge voor mjj deedt, voor dat reine, oneindige gelak, dat gij ala om bode van God mjj hier gebracht hebt, dankt u mjjn ganscae ziel. Maar nn schrik niet nu moei het een einde nomen Plotseling verbleekend, rnkt het meisje zich los- Hare lippen sidderen, maar geen enkel gelaid brengt zij uit. Sleohts nit de groote, wjjd geopende oogen spreekt een angstige vraag. „Lwt ons het onbesohrjjfljjke, knische geluk dezer enkele dagen medeneaaen als een kostbaar kleinoodvoor a zij de herinnering daaraan een zoate troost voor menig wee in de toekomst; voor mjj een stralende af»oheidsgroet van het leven, als de rose wolk van een onvergetelijk sohoonen zonneondergang 1* „Wij van elkander scheiden? Nu? Na alles wat gesohied is?!* riep zij buiten zichielf. „Wij moeten, HerthaI Gij gaat naar nw vaderstad terag,om vriendelijk en zon der baroaw a mijner te gedenkeD; en ik ga naar mjjne moeder om daar te ster ven!* „Slervon 1 Sterven PI* ontwrong zioh als een kreet der vertwijfeling aan hare lippen, en hare beide armen sloeg zjj in doodelgken angzt om den door haar zoo geliefden man, „Ja, mijn lieveling, stervenherhaalde hjj, terwijl hg teeder en sacht haar de blon de lokken van het voorhoofd streek. „Stil verdwijnen als een vallende ster aan het rijke firmament. „Maar n, u, mjjn gouden zon, dank ik toch een tjjd van bemelsohen glans op mijn eenza men, vreugdeloosen weg, en dat zal nog in de uren van het Ijjden al het smartelgke over stralen 1* „Dat was het dusl"— fluisterde Hertha. „Ja, dat was het, arm kind, en niets an ders; Ik weet niet, aan welke reden gg ge- telefoon hebben de zw.irten niet, er, n als van de krscht die de stoomboot»0 vooruilstuwt, hoewel zij met de booten z ven zeer vertrouwd zijnen reeds van vCrr* kunnen onderscheiden, of het is een van Toeunentango, La Trance, Boe 18 tadi of een van de Eng. of Belg. Tegenover de deur, tot mijne ka®erj gang gevende, bevinden zich twee (ramen). Sla ik deze open, dan y,ob jt een heerlijk uitzicht, voornamelijk door^j boom, een waaierpalm. Anu de retisac^j. ga bladeren hangen nu zoker wel eas 205' nestjes vaa vogels voornamelijk vtn Afr. spreeuw, die veel op den Holl. doch iets kleiner is en gele oogou Deze boom staat in een bed van ii^ tellen, wat het rtfect nog verhoogt. bijna verscholen door de bladeren d(! 8ang», bevindt zich de kenken en huisje voor don lijfjougon, links hst k, penhok, allen iu denzelfden trant gebouwl en omgeveu door lijsten van eeuwig g,Mt van pisang, papayar ea palmen Dezer dagen fungeerde ik als rechter. Door mijn werklui was ik ingelicht, dat twee personen geiten hadden gestolen. Dj schuldigen werden opgebracht. De bewijzen voor hun schuld vond ik echter zeer zwal doch het feit, dat de chef der beide be! schuldigdeD mij eeu losgeld voor zijn man- nen aanbood, was te welsprekender. Hit deed mij aan hun schuld gelooven. Mijn plan was aanvankelijk, za naar het gouver. nemeut op to zenden, waar ze met mj0. stenB drie jaar dwangarbeid voor han licht vergrijp boets zouden moeten does, Dit vond ik wel wat veel. Ik besloot daarom, het aanbod van den chef maar aan te nemen; na ontvangst der boete werden ze weet op vrije voeten gesteld. Het is hier noodzj. kelijk, zelfstandig op te treden, daar zeil) telegraphisch ontboden soldaten ia het gunstigste geval eerst na vier dagea hier kansen zijn. Reeds vroeger vermeldde ik over de taaiheid van de negers als het handel be treft. Vanmorgen ondervond ik dit op nieuw. Ik had mij juist gekleed en ontbé ten, toen een kano met ivoor kwam. Dit was om 7 uur. En eerst om drie aur wa ren wij het eeus. Tienmaal de waarde wordt soms gevraagd, en slechts zeer ge leidelijk wordt de vraag verminderd, h eenmaal de koop gesloten en betaald, dio wordt er nog wel een half unr gebett om een n'pembe of matibis. (cadeao). hl- tijd veronderstellen ze, dat ze te weinig voor hun waar hebben bedongen. Haa re- loofd hebt, maar gij hadt mij lief en vergaafi mij I Gg vroegt mjj niets, ik zelf had niet den treurigm moed, ea mijo vriend beeft eveneens gezwegen. „Ik draag den dood in mg, onverbid delijk, onafwendbaar. „Dat alleen moet ons scheiden; dat alleen heeft mij verboden, nw jong leves aan hel mijne te ketenen-, want gjj behoort bel leven, ds toekomit, en ik dan dood I „Nu weet ge alles; hoe Ik eohter gestre den en gevochten heb in vsrtwjjfelde dagen en nachten, dat weet sleohts Hg, voor wieni rechterstoel ik spoedig tal verschijnen en ven wien ik zal vernemen, wat Hij in Zijn ondoorgrondelijke wijsheid mei dat alles be doelde „Bgont* klonk Hertha's slem in smaa kenden angst, „verjaag mij niet van de plaat», waarheen mjjn gewond hart is gevluobt om ruit te vinden, om te genezenIk k»n u niet verlieaea, en gjj zelf hangt te zm' aan het leven, om ernstig aan zulk een el lendig einde te gelooven. „Neem dat leelijke woord terog, ik be zweer het n 1 „Szen, neen,mijn arm,mij boven alles dier baar misjo, geef u niet aan een dwaalbe grip over, want juist omdat ik met schrikkelijke duidelijkheid in de toekomst zie, daarom is mij het leven reeds lang eeD kwelling geweest, een dikwjjlz ondragelj)*0' neerbuigende last. I „Ik had slechts den w»n»eh, kort 60 krachtig, nit vrjjen wil, nit bet leven te schel den, «onder al die smart, die mij vóór den dood staat te wachten ®fl8f mag dat niet ter wille ffljjner der. I „Haar eenige zoon, de laais'e drager v basr naam, mag niet vallen doorzijn eig hand; mag niet het ztrjjdperk T0r'atenmaft de oude vrouw alleen laten mot haar en schaamte. „Maar het wordt tijd, dat ik ma*6 rust, om den vijand, die in mjjn blo steeds meer veld wint, in al mgn te tegen te treden; dat ik begin me kist te bestellen, mgn moeder voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1898 | | pagina 6