2ondag 15 Januari 1899. 43ste Jaargang Ho. 3380. TËTuieleton. Harde lessen. tweede blad. Esn scbcts Tan Mart Twain, Vcrrsssio^O^ v&n C6H candidaatscliap. Voor eenige maanden werd ik in den orooten Staat New-York bij de Gouver neursverkiezingen door do Independenten candidaat gesteld. Mijn tegenkandidaten waren John F. Smithen Blank J. Bhnk.In opzicht, dat gevoelde ik, was ik de- Zen beiden heeren ver vooruit, ik had na melijk een goed karakter. Uit de dagbla den was gemakkelijk Da te gaan, dat, als zij eenmaal geweten hadden wat het zeg en wil een goeden naam to hebben, !hze tijd nü voorbij was. Het was duide lijk dat zij «eb in de laatste jaren had den' schuldig gemaakt aan misdrijven van VCljk "prees mij gelukkig, dat ik een braaf, bescheiden man was, maar tegelijkertijd voelde ik een hevigen angst m mij rijzen voor den dag, waarop mijn eigen eerlijke naam in aanraking zou komen met de naaien van zulke menschenHet veront rustte mij meer en meer. Ik schreef over deze zaak aan mijn grootmoeder, maar haar antwoord, dat dadelijk volgde, was zeer scherp. Zij schreef Gij hebt uw leren lang niet één ding gedaan, waarover gij u te schamen hebt niet een enkel. Ea kijk de eourauten nu eens in, zie eens wat voor wezens die heeren Smith en Blank zijn en dan vraag ik je in ge moede, of je lust hebt tot hun laagte af te dalen en in openlijken strijd met hen te treden? Precies wat ik zelf dacht. Ik deed den volgenden nacht geen oog dicht, ik peinsde en peinsde, maar ik vond geen uitereg om behoorlijk terug te treden. Ik was de gekozen strijder en ik moest den kamp wagen. Toen ik morgens achteloos bij bet ontbijt mijn blik over de couranten liet glijden, werd ik pijnlijk verrast door het volgende bericht en ik kan gerustelijk Men sprak oanige woorden met elkander; in dien tussohentijd traden Radowitz en Wormede naderbij en zoo geschiedde het op de eenvoudigste wijse vaa de we*etd, dat men bij elkaar ging zitten, want ook de Thillonbergers kwamen in het restaurant dineeren, daar hun keukenmeid in den loop van den dag ziek was geworden. Het werd zoo ingericht, dat Clara naast Radowitz kwam te zitten. Niemand legde ook maar de minsto bedoelingen aan den dag om baar naast Bicbard te plaa'sen en toen Richard zag,hoe de onde heeren opgewekt zich met eikander onderhielden en zoo gansch m hun zaken opgingen, verdween alle arg waan en hij schoof lachend zijn vriend Wor mede op zijde en beweerde als oud vriend er recht op te hebben, naast jutfroaw Clara te zitten. Zoodoende kwam hij aan haar rechter zijde en gevoelde dadelijk weer dezellde sympathie voor haar als vroeger. Zij was niet mooi, neen, se was eigenlijk heel leelgk, maar de onregelmatige trekken gaven de trouwhartige oprechtheid van haar karakter te kennen, evenals haar oogen het vrien delijke, goede hart. Dat hart, dat onder do woorden van Richard aDgstig klopte, wilde maar in 't geheel niet meer tot rust komen. Wie zon haar zoo iets heden morgen hebben durven voorspellen En hg keek haar zoo hartelijk en vertrouwelijk aan, even als vier jaren geleden. „Soheveningen I Vier jaar reeds Hoe de tijd toeh voortvliegt 1* Én dan Bpraken ze van die dagen en Clara wist alles, alles n°g i hjj echter had al heel voel ver geten. Riobard Trausnitz had niet gezien, hoe •tjn beide vrienden, aoodra ze aan de zeggen, dat ik nooit te voren zoo ontsteld was Meineed. „Misschien wil de heer Mark Twain, nu hij als candidaat voor het volk staat, wsl eens verklaren, hoe het toeging, toen hij in het ja»t 1863 te W&kawah in Cachinchina door vier en dertig getuigen van meineed overtuigd werd, van meineed in de zaak van een arme weduwe en hare hulpelooze kinderen om haar een onvruchtbaar bananenveld, haar esnig middel van bestaan, in hare verlatenheid en hare vertwijfeling te ont stelen. De hoer Twain is het aan het volk, welks stemmen hij zoo ijveiig tracht te werven, schuldig de raak op te hel deren. Zal hij hetdoenP'' Ik zat perplex Ean zóó afschuwelijke, hartelooze beschuldiging. Ik had Cochin- china nooit g e z i e n Ik had van Wa- kawah nooit gehoord Ik kon een bananen veld niet van een kangoeroe onderschei den Ik wist niet wat ik doen zou, ik ge voelde mij verlamd en hulpeloos. De dag verstreek en ik deed niets. Dan volgenden morgen bracht dezelfde courant het vol gend e bericht, niets meer Veelbeteekenend, „Men zal wel opmerken, dat mr. Twaia over den Cochinchina-meineed een veelbeteekenend stilzwijgen bewaart." (N. B. I Gedurende den verderen kies strijd noemde mij dit blad nooit anders dan „de ellendige, meiaeedige Twain.") Daarna kwam de Gazette met het volgende "Wij eischen antwoord, „Wil de nieuwe candidaat voor den gouverneurs post de goedheid hebben, zijnen medebur gers eens te verklaren, hoe het kwam dat zijne huisgenooten in Montana van tijd tot tijd kleine voorwerpen van waarde ver misten, tot zij, na de vermiste voorwer pen geregeld in zijn bezit gevonden te hebben, ten laatste gedwongen waren hem in ziju eigen belang eec goede les toe te dienen door hem te tneren en te vederen en hem daarna te verjagen van de plaats? ThilRab&rgers waren voorgesteld, heimelijk een langen, veeizeggandeu blik hadden gewisseld. Hun was het dadelijk duidelijk gewor den, dat men hen aan de vooroefeningen van een bruiloft deelnemsa liet, in de verwachting, dat tij hun rol wel zouden begrijpen. Het laatste was bij zulk een paar wel opgevoede mannen ea oprechte vrienden van Riehsrd ook het geval en Radowitz was zjjnersijds in de wolken, op deze wijze de hem zoo verontrustende liefdesgeschiedenis van Richard met Gisela Kandermsnn uit den weg te kunnen helpen. Die zaak had hem io de laatste dsgen zeer groote zorg bereid. God zij dank, dat hij zoo verstandig wss, die Richard! Van deze opvatting uitgaande, speelden do beide heeren met grooten takt als helpers in bet complot. Richard, hos scherp hij Clara's ouders en zijn eigen vader in den beginne ook in het oog hield, had geen gedachte van de doeleinden, die zijn vrienden er toe dre ven, hem steeds op den voorgrond te plaat sen en hem iedere gelegenheid aanboden, om zjjn talenten te doen uitkomen en zijn vrooljjk- beid bot te vieren. Hij bemerkte absoluut niets van al die kleine manoeuvres, maar hjj geloofde Dooit »oo goed als heden gevoeld te hebben, dat zij hem goed gezind waren en hem schenen te eeren, meer dan bij had verwacht. Dat stemde hem vrooljjk en dankbaar eo in deze gemoedsstemming gaf hg zich inderdaad zoo geheel en al, dat de anders zoo ernstige oogen van Clara steeds helderder en blauwer schenen te worden. Deze oogen waren haar schoonheiddie oogen en de heerlijke tanden die zij bij bet lachen liet zien I En vandaag lachte zij zoo vroolijk en vaal, als anders in geen juren. Want ofschoon bij haar de argwaan nog altoos niet verdween, dat haar onders op de een of andere wijze deze ontmoeting hadden bewerkstelligd, riep baar hart haar toch jubelend toeRichurd wist het en hg was van plan u te behagen- Ach, dat geluk was niet te bevattenl En alhoewel Wil hij het doen P" Is er ooit gemeeuer ding uitgehaald dan dit? Ik was in mijn leven niet ia Mon tana geweest. (Na dezen dag sprsk het blad geregeld van mij als „Twain de Montana-dief.") Ik begin's morgens de bladen bevend ter hand te Demeu ongeveer als ie mand de beddedeken opneemt waarondei hij een ratelslang vermoedt. Een paar da gen later viel mijn oog op het volgende „De leugen is vastgeworteld. Door de onder eede bevestigde verkla ringen van Michael O' Flaoagan Esquire uit Five Points, van mr. Suub Rasserly en mr. Catty Mulligan uit Water-Street is geconstateerd, dat Mr. Twain het sme rige bericht heeft verspreid, dat de diep betreurde grootvader van onzen edelen banierdrager Blank J. Blank wegens straat roof gehangen iseen brutale, uit da lacht gegrepen leugen, waaraan zelfs niet een schijn van waarheid ten grondslag ligt. Voor denkeude menschen is het een treu rig schouwspel dat, ter bereiking van politieke zege, zulke schandelijke middelen worden gebruikt, als het belee- digen van dooden in hunne graven en derzelver onbesmetten naam door het.slijk sleuren. Als wij aan het verdriet denken, dat deze ellendige verdachtmaking den onschuldigeD verwanten en vrienden van den beleedigden doode bereid heeft, dan gevoelen wij ons bijna verplicht, het mis leide en beleedigde publiek op te wekken den lasteraar een geduchte, zij het dan ook onwettelijke tuchtiging toe te dienen. Doch neen. Wij laten hem met zijn ge folterd geweten alleen. (Inderdaad, als de verontwaardiging de overhand kreeg en de menigte ia blinde woede den lasteraar mishandelde, dan zal het duidelijk wezen, dat geen jury den dader schuldig verkla ren en geeü rechter hem bestraffen zou).' Het zinrijke slot had het gevolg, dat ik reeds in den volgenden nacht verschrikt uit mijn bed en naar de achterdeur vloog, omdat het „misleide en beleedigde publiek" aan de voorzijde samenrotte, binnendrong, hij dan ook, evenals alle anderen, haar om haar geid vroeg, hij had tooi» een vriendschappelijke genegenheid voor haar bewaardsi) was ook nu nog voor hem, wat zij reed» vroegar voor hem was. Aeh, zij wilde den hemel ook voor deze beschei den gave van ganseher harte danken; zij, die immers niets had wat mannen-oogen kon behagen. Maar hoewel dan iichimslgke schoonheid haar ontzegd was, Richard, de vurig be minde Richird zou dia toch ervaren, dat haar hart een onmetslijkon rijkdom borg; dat haar ziel, haar geest niet zeo arm was aan schoonheid ais haaf persoon. O, zij wilde hem geheel veroveren, voor zich. Langzaam maar zeker. En wanneer hij dan eerst wist, wat zij was, dan sloeg haar uur van geluk, dan zou bij haar eindelijk liefhebben. De beide slimme vaders zagen met groot genoegen naar de beide jongelui. Het ging alies boven verwsohting goed en met geen enkelen blik of beweging verrieden zij eikaars gedachten. Een dergelijke mooie d«g kon niet zonder champagne worden besloten; deze vloeide dan cok in stroomen. Zij werden allen zeer vrooigk. Richard vond zijn dame zoo „nat*, dat hij haar het liefst over zijn geheim zou hebben gespro ken. Eu Clara bemerkte dio opgewonden heid zijns harten zij nam dat met een ge lukkig lachje waar en had er nooit zoo goed uitgezien als juist vandaag, nu da zaligste hoop op eenmaal en «oo onvei wacht alle wolken uit haar leven wegdreef. Zij had ook nu van niois minder weg dan van een schoonheid, maar soowel Wormede als Radowitz vonden, dat haar sohitterende oogen, in vereenigiog met haar rijkdom, haar zeer „aanneembaar* maakten,* dos te meer, daar haar fijne manieren hun soo bevielen. Zoodra Richard zijn warmere gevoelens voor Clara gewaar werd, kwam er plotseling ean terugslag in zijn wezen. Bij gevoelde het gonsche gewicht van zijne positie. Aob, Gisala! Hoe verlangde hg weer plotseling naar haar In dien tjjd had Thillenberger hei voor meubelen en glaswerk stuksloeg eD na tfloop nog zooveel meenam als het maar dragen kon. Eu toch kan ik mjjn hand op den bijbsl leggen en verklaren, dat ik nimmer mr. Bltnks grootvader belasterd beb, ja nog meer, dat ik tot dien dag nooit van hem gehoord of over hem ge sproken heb. (Het bovenbedoelde blad noemde mij sedert dezen dag „Twain, de lijkenschen* ner)." Het volgende krantenartikel, dat mijn opmerkzaamheid trok, luidde «Een fijne candidaat! Mr. Mark Twain, die op de gisteren gehouden groo te meeting der Independenten een zóó vernietigende rede zou uitspreken, is op den bepaalden tijd niet verschenen. Een telegram van zijn geneesheer verklaarde, dat hij door een op hol gegaan paard overreden was en zijn been op twee plaatsan gebroken had. Da patiënt stond groote pijnen nit enz., enz,, en meer van dergelijke flauwe leugenachtige voorwend sels. En de Independenten gaven zich al le moeite deze ellendige uitvluchten voor goede munt nit te geven en te doen of zij gééa besef hadden van de ware reden van het uitblijven van hnnnen „banierdra ger" zooals zij het verloopen sujet, dat hun candidaat is,noemen. Gisteravond zag men een wezen, beestach tig beschonken, in het huis van mr. Twain tuimelen. Het is de plicht der Independenten, te bewijzen, dat deze verdierlijkte man niet mr. Twain zelf was. Eindelijk hebbeD wij henIn dit geval zijn geen uitvluchten mogelijk. De stem des volks vraagt krachtigWie was deze man P" In 't eerste oogenblik kwam het mij ongelooflijk voor, dat werkelijk mijn naam aaa een zoo hatelijke verdachtmaking verbon den was. Drie lange jaren waren over mijn hoofd heengegaan, zonder dat ik ale, bier of eenigen sterken drank geproefd had. (Het is vol heteekenis voor de werking der gewoonte, als ik n mededeel, dat het stel gedaan om gemeenschappelijk naar Renz Ie gaan en allen hadden dat voorstel met graag te aanvaard. Clara had het gelaat met v re genden blik naar Richard gewend, nit be leefdheid had hij bereidwillig toegestemd hjj wist, dat sij zich daarover zou verheu gen. Zijn vader vertelde intussehen van bun ontmoeting met Niedhofer en hoe zij d6n speelkameraad van zijn zoon hadden terug gevonden. Radowitz nam seer levendig aan het onderhoud deel. Beiden roomden dan vroegeren Ciemens met groote warmte, en zoo zonder erg knoopte zich daaraan vest de een of andere bemerking over „dwaze huwelijken*. Maar na bad de champagne en de vroo- lijke stemming over de goede verstandhouding tusschen Richard en Clara, Tbillenberger's luim aoo begeesterd, dat hij begon over de dwaze huwelijken in het algemeen te spre ken en zijn spot begon af te sobieten tegen beminnende hongerlijders. Zonder geld was men levenslang esn groote nul in de wereld. „Ha I dat geld, het iB de ware godheid, die alles aanbidt Tevergeefs treehite de sluwe oude Traus- nits zijn vriend van het gevaarlijke thema af te brengen en zelfs mevronw Josephine be greep de onvoorzichtigheid van haar echtge noot, en aoodoeDde werd in vereeniging met de beide vrienden een poosje over Tbillen berger's uifipg heengebabbeid. Maar Jauko Thillenberger bad niet zich zelf moeten zijn, wanneer hij zijn praatjes toch niet aan den man had weten te bren gen- Eer iemand er op was verdacht, was hjj opgestaan en sprak over de beide reeds sinds een paar jaren door iets geheims aan elkaar verbonden familiën.' Met stokkendsa adem, den angst op het ge laat zat Trausnitz tegenover hem bij loef de eerst weder op toan de toespraak was a'geloopon on de glazen tegen elkaar klon ken. Maar o weel Bij het klinken met Ri chard riep de half dronkene breed lachend „Nu maar flink vooruit, mijn ventje. De liefdesaangelegenheid is uw zaak. Yoor het andere laat ge Janko Thillenberger maar mij volslagen koud liet, toen ik verder gere geld door dit blad_brutaal„Deliriuin-tremens- Twaiu" genoemd werd ofschoon ik weet dat dit blad met eentonige vasthou dendheid mij tot mijn dood zoo noemen zal). In deze dsgen begonnen anonieme brie ven een belangrijk detl van mijn morgen- post te vormen. Gewoonlijk waren zij in dezen vorm Hoe is het met de onde vronw, die gij zoo vreeselijk geslagen hebt, toen zij u om een aalmoes vroeg Pol Pry, Of zoo Gij hebt misdaden begaan, die nie mand kent, behalve ik. Ik raad je a&d, een paar dollars te laten springen, of je zult uit do kranten van mij hooren. Han- dy Andy. Zéé ging het weken achtereen. Het hoofdblad der republikeinen beschuldigde mij vaD omkooperij en gros en het leidende orgaan der democrateD kwam met eeH heel ernstig geval, waarin ik getracht had straffeloosheid te koopen. (Bij deze gelegenheid verwierf ik de bijnamen „Twain, de valach» verleider" en „TwaiD, de walgelijke bcambtenomkooper"). In deze dagen werd het geroep om „ant woord* op alle verschrikkelijke aanklach ten, die tegun mij ge'ezen waren, zóó luidde, dat de redacteurs en de leiders van mijD partij verklaarden, dat een langer zwijgen mijn politieke ruïne beduidde. hls om hun geroep nog méér nadruk te geveD, verscheen in de bladen der tegen partij het volgende bericht Ziet den man aan! De candidaat der Independenten bewaart uog steeds het stilzwijgen, omdat hij het niet waagt te spreken. Alle tegen hem ingebrachte beschuldigingen zijn volkomen bewezen en zij worden on wederleg baar door zijn eigen begrijpelijk stilzwijgen. Beladen met schuld staat hij daar voor alle tijden. Ziet dezen candidaat, o IndepeDdanten 1 Ziet den meineedigeDen Muntana-diefDen lij- kenschenner I Ziet ziju aangeboren delirium» üemensUw valsche verleider! Uw wal- rnstigjss zorgen I* Als een bliksemstraal sloeg dit woord voor Richard neder. Het was dan alles afgesproken werk geweest i En daaraan deed Clara mede P Maar neen, neen I Zijn toornige blik trof zulk een paar ver schrikte oogen dal Clara moest onschul dig zijn i Doch maar dosd, bij kon niet verder danken, niet eens met Janko klinken. Mevrouw Thillenberger was ring opgestaan, de anderen hadden haar voorbeeld gevolgd. Hat was tijd om op te stappen, riep men door elkander, Een ieder deed zijn best, om den pijnlijken indruk to doen ver geten, Clara was doodsbleek; zij stsnnde mot de hand op tafel toen do heeren eikaar een „goed bekome bet u wenschten, Da drie jongere hoeren wilden loopen. Dal was reeds van te voren afgesproken. De vier onderen siegan in Tbillenberger's rjjtuig, Radowitz krek het boos-er-nitzienie rijke meisje mede lijdend na. Waar was Richard f Zjjno beide vrien den keken naar hem om, zij vroegen naar hem- Hij had zijn mantel omgeslagen en was heengegaan, zeide de portier. „Laten wij hem maar laten gaan. Hij aal wel na ons komen, wanneer zijn zenawen, door het en'ant-terribie ven een sehosnva. der geprikkeld, weer bedaard zullen zijn,* lacht Wormede. Onder hst voortgaan deelden zij el kaar hun indrukken van den middag made. Die Thillenberger was onmogolgk, glad weg onmogelijk 1 Zgn vronw j», zonder twijfel beeldschoon en seer aardig, maai in den grond „Hebt ge gehoord, hoe zij Trausnitz vroeg, ai „Cate* de nieuwe minister was f' Beiden lachten weder luid. Trausnitz se nior had in het gesprek iets over C»lo aange haald.— En mevrouw Josephine had daarbij zoo eigenaardig gelachen. Het was al to grap pig geweest Maar wat hinderde dat eigenlijk? Richard trouwde de ondslui niet, maar alleen het nelte meisje, die Olarul Die was werkelyk, ondanks haar leelijkhoid, zeer aympa-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 5