Zondag» 19 Februari 1399. 43ste Jaargang No. 3390. d PolM avffliebt der wel. MedewerkerJ. WI X li E L. Dit nu in nier bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. G e ui een.leSciiasen. llekeiidsiaklMg- en. De heer Van Houten aan het woord. Buitenlandsch Nieuws. Alitiifi Sitiis- DRAAIT. neitiï- Laiiliiii Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkornend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. bureau: StlMAftfcS, Laan, II 4. UitgeverP. TRAPMAN. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADYERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie dezer g-meeate kunne' inlichtingen worden vetkrtges ooit ent 6811 gevonden rijtuigstoof. Kennisgeving. Het HOOFD van het PLAATSELIJK BESTUUR der Gemeente SCHAGEN, brengt bij deze ter kennis van de in gezetenen dier gemeente, dat het kohier No. 4 der personeele Belasting dienBt 1898, op den 14 Febr. 1899 door den Heer Dirocteur der Directie Belastingen te Amsterdam, is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeen te ter invordering i3 overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij be lang heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, teneinde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zou den voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 17 Februari 1899. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, S. BERMAN. Burgemeester Wethouders van SCHAGEN, bij deze herinnerende aan hunne bekendmakingen van 2 en 13 —December j l.ybij de eerste waarvan de ingezetenen worden herinnerd aan het bepaalde bij alinea 4 van art. 122 der Algemeene verordening voor die gemeente, luidende als volgt „onder privaten geplaatst boven vaar- „ten, slooten of wateringen moet bij een „uitgestrektheid vau minstens 1 M2. eene „waterdiepte van minstens 0.5 M. aan- „wezig zijn", terwijl bij de tweede krach tens art. 97 der genoemde verordening door hen werd bevolen „aan de eige naars, vruchtgebruikers of beheerders „van binnen of aan de grens van de „kom der gemeente gelegen slooten of „wateren deze te doen uitbaggeren of „te doen Blooten op eene diepte van „0.80 M. en eene bodembreedte van „0.90 M." en zulks vóór 1 Maart a. s. brengen ter algemeene kennis dat een onderzoek of de bepaliDg betrekkelijk de waterdiepte onder de privaten wordt nageleefd en aan het bevel tot het doen uitbaggeren of slooten is voldaan, op 1,2 en 3 Maart a. s. zal plaats hebben. Burgemeester en Wethouders brengen nogmaals onder de aandacht van belang hebbenden, dat het niet voldoen aan den inhoud der bekendmakingen, liiervoren genoemd, strafbaar is met eene geldboete van ten hoogste f 25.of hechtenis van ten hoogste zes dagen. Schagen, 17 Februari 1899. Burgemeester Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. ii. In ons vorig artikel hebben wij aan getoond hoe de heer Yan Houten, toen hij zijne rede in de Ilaagsche Grondwet hield en later in zijn brochure „Libe raal of vrijzinnig(sociaal)democraat", vierkant stelling heeft genomen tegeno ver de Liberale Unie en het tegenwoor dige ministerie hoe hij, hopende op een kamerontbinding, verzamelen blaast over de geheele linie der oud-liberalen en daarbij twee „anti's" als leuzen op den voorgrond steltle. tegen staatspensio- neering; 2e. tegen herziening van de kieswet. De vraag is nuzal het hem geluk ken, behalve in ziju Haagsche kringen, een aantal om zich te verzamelen, vol doende genoeg, dat daaraan de beteeke- nis van een partij kan worden ge geven Wij achten die vraag niet gemakke lijk te beantwoordendo heer Vau Houten verklaart zich tegen alle sociale hervormingen, die geld kosten. „Voor staatshulp", schreef hij in De Avondpost van 24 Januari 1899 zie Bijlage IV van zijn brochure „kun nen m i dan ook geen andere overwe gingen gelden, dan die aan de beginselen der armenzorg zijn ontleend, eu van de meergegoede volksklasse kan slechts bij wege van staatshulp eene bij de wet geregelde bijdrage worden gevraagd als eene uiting van hare collectieve wel willendheid jegens werkelijk hulpbehoe vende medeburgers. Tot zulke welwil lende handelingen zullen die klassen eerder bereid zijn, naarmate men zich minder beroept op rechten, welke zij als ongegrond moeten verwerpen. Een ieder opent eerder de beurs op een ge past verzoek,dan op een ongepasteneisch." Wat dus de Liberale Unie iu het tweede punt van haar program van urgentie vraagt, is volgens den heer Van Houten een „ongepaste eisch." lutusschen zijn iu den laatsten tijd zulke sprekende voorbeelden in zake kentering van meeningen omtrent sociale hervor ming geconstateerd, dat het nog inder daad do vraag is, of de heer Van Hou ten zoo bijzonder veel partijgenooten om zich heen zou kunnen verzamelen als hij wel denkt. Van do zijde van do andere partijen is hij met niet zeer groote welwillend heid begroet. Het Nederlandsch Dag blad, het orgaan der Cbristelijk-Histo- rischen, verklaart in zake de arbeiders pensioenen naast den „hoofdman der oud-liberalen" te staan, maar ziet in hem niet den man, om met goed succes de moer behoudende elementen tegen de sociaal-democraten aan te voeren. Een vrijdenker toch ais mr. Van Houten kan moeilijk onder de oud-liberalen worden gerangschikt, omdat het bolwerk van de behoudende beginselen alleen de christeiijk-historische partij kan zijn. Een drie-ster in De Standaard ver telt, dat de beteekenis van het optreden van mr. Van Houten niet ligt iu de Seitenbiebe, welke hij den „socialisten en radicalen" geeft, maar uitsluitend in het absoluut karakter van het doorhem als uitgangspunt gekozen individualisme. Dr. Kuyper schijnt nog niet precies te weten, wat de heer Van Houten wil, maar laat toch vrij duidelijk doorscheme ren, dat de man, die jaren lang een der sterkste stukken op het politieke schaakbord was, en er in 1897 af werd gewipt, bij den aanvang van een nieuw spel zijn plaats op het bord wil her nemen, daarbij niet onduidelijk latende doorschemeren, dat Van Houten alsdan den heer Gleichman en den tegenwoor- digen minister van Buitenlandsche Zaken naast zich zal vinden. De leider der christelijke democraten begroet in den oud minister Van Houten dan ook den „apostel van het stugste individualisme." Ook „het Centrum" is niet van den heer Van Houten gedienddeze man heeft niet geleerd wat de encyliek Re- rum Novarum van Leo XIII leeraarde, deze wilde, „dat de niet weihebbenden door de overheid geholpen worden." „Het is tastbaar", meent het demo- cratisch-katholieke blad, „dat de heer Van Houten zich niet alleen schrap wil zetten tegenover de eischen der sociaal- democratie, maar ook tegenover de ei schen van hervormingsgezinde liberalen, anti-revolutionnairen en katholieken." Het Centrum erkent ten volle zijn bekwaamheden om als leider van een partij op te treden, maar meent toch dat de radicale neigingen van weleer, gevoegd bij de zeer materialistische levensbeschouwing van den oud-minis ter, geen sympathie of vertrouwen wekken. Een ander katholiek orgaan, het def tige dagblad „de Tijd," schijnt echter minder kieskeurig te zijn. Het houdt den oud-minister niet zijn verleden on der den neus. Deze heeft in zake pen sioneering der werklieden precies ver teld, wat „de Tijd" reeds lang aan haar lezers als een axioma had verkondigd. Voor het oogenblik is de schrijver van „Bijdragen tot den strijd over God, J eigendom en familie," een man naar het hart van monseigneur Eygenraam. En wat nu de socialisten betrof, waar tegen mr. Van Houten zoo tier zijn „u la rescousse!" deed booren, men moet, zegt „de Tijd/' uit het feit. dat deze verdeeld waren, niet de conclusie trek ken, dat de verbreiding dor socialisti sche denkbeelden halt heeft gemaakt „Integendeel Langzaam, doch on ophoudelijk sijpelen de soeialistischo begrippen, leerstellingen en gevoelens door iu de verschillende lagen der Maat schappij. Zeer dikwijls staat men ver steld, zuiver socialistische beginselen te hooren verkondigen door personen, die zich diep gegriefd en beleodigd zouden gevoelen, indien men den naam socia list op hen van toepassing wilde verklaren. „Dergelijke personen, gelijk wij hier op het oog hebben en zonale er tegenwoor dig velen worden aangetroffen bij alle partijen, zondigen door onwetendheid, of ten gevolge van dwaalbegrippen, welke worden aangemoedigd door de welwil lende, bijna vriendschappelijke houding, aangenomen door een man als den mi nister Pierson en in nog hoogere mate door de vrijzinnige democraten (type Kerdijk en Borgesius) en door de Li berale Unie." Nu zijn we er! De minister Pier son, oogjes gevende aan de sociaal-de mocraten «n de Liberale Unie bras-des- sus, bras-dessous met de sociaal-demo cratische arbeiderspartij Nu eerst kunnen we begrijpen, waar om de katholieke geestelijken er zoo sterk op staan, dat hun parochianen alleen katholieke bladen lezen en dan nog van onverdacht allooi Daar nu de democratisch- of liever de hervormingsgezinde katholieke partij zeer duo gezaaid is, komt het ons voor dat mr. Van Houten voor den strijd, welken hij aangekondigd heeft, al zeer spoedig hulp zal vindeu bij zijn oude bondgenooten, ja dat do geheele katholie ke staatspartij, krachtens paragraaf I van haar program, verplicht is hem door dik en dun te volgen. Ook Van Houten is er niet tegen, dat de Staat medewerkt om den arbeider te helpen in het ver krijgen van pensioen,maar die hulp moet van zeer platonischen aard zijn het moet den Staat geen geld kosten. Maar terwijl we aldus een revisie hielden van de partijen in Nederland, die naast de door Van Houten weder ten leven gewekte couservatief-liberale partij zouden kunnen gaan staan, en tot da conclusie kwamen, dat dit alleen de Roomsch-Katholieke staatspartij zou kun nen zijn terwijl wij zelfs twijfel koes terden of de heer Van Houten wel iemand anders om zich zou vinden dan het clubje van de Haagsche Grondwet, hebben wij een meer nauwkeurige studie gemaakt van de Handelingen der Eerste Kamer en tot onzen schrik ontwaard, dat daar, en daar juist, nog een mooie kern zit voor de partij, welke de man, die ons de nieuwe kieswet geleverd heeit, wil vormen. In de noot aan don voet van ons vorig artikel wezen wij er op, hoe de heer Rutgers van Rozenburg pensio neering van oude en invaliede werklieden „een utopie" heelt genoemd en wij ga ven de woorden, door d«n minister Pierson in deze gesproken, terug, die de pensioneeriiig beschouwde te zijn een „ideaal". Onze premier schijnt echter begrepen te hebben, dat de woor den van den heer Rutgers van Rozen burg en van anderen niet zoozeer j j strijd voerden tegen het beginsel, dan j wel tegen het kabinet dat dit beginsel voorstond, en deszelts vrijheid van han- delen in deze. I „Ik handhaaf", zeide de minister, „de vrijheid der regeering om in zake de pensioneering van werklieden te streven naar de bereiking van het ideaal", met welke woorden hij duidelijk te kennen gaf, dat, wanneer de Eerste Kamer aan die vrijheid te kort zou willen doen, bet kabinet zich daartegen met hand en tand zou verzetten. Laten we het maar dadelijk zeggen, do houding van de Eerste Kamer is ons bij de begrootingsdebatten niet be- I vallen. De toon, welke reeds uit het voorloopig verslag der commissie van rapporteurs omtrent de algemeene be schouwingen ons tegenklonk, getuigde van minder welwillendheid, dan die welke uit do Tweede Kamer werd ge hoord. En ook hier was het, alsof Van Houten hpt voorloopig verslag had op- gesteld, de pensioneering waartegen men opkwamhet werkplan der re geering in zake sociale politiek baarde wel veel zorg, maar de wettelijke ver zekering van werklieden tegen de gevolgen van ouderdom, ziekte en invaliditeit was j toch de hoofdschotel. In de drie afdeelingen, waarin de pensioneering der werklieden zelve werd besproken, „was men algemeen de overtuiging toegedaan, dat de Staat de kosten der pensioneering on mogelijk op zich nemen kan", waar na de bekende bezwaren volgden. Zelfs al kon de Staat den financiëelen last torsen, dan nog zou, indien een regeling mogelijk bleek, deze geen anderen grondslag mogen hebban, dan dat de arbeiders en de patroons de kosten droegen en de Staat slechts l steunende optrad, hetzij alleen ten behoeve van hen, die eerst op ouderen leeftijd in staat gesteld worden om deel te nemen aan een regeling van staats wege, hetzij door het geven „eener kleine bijdrage." „Precies mijn idéé zou Van Houten zeggen, „wij mogen het belastingrecht niet gebruiken als „pomptoestel", om uit de brandkasten de broodkasten te vullen-* Wij zullen nu niet in herhaling tre den van den twpfel, in het voorloopig verslag door „onderscheidene leden" omtrent de solidariteit van het kabinet geuitwij willen niet in den breede vermelden, hoe weer die „onderschei dene leden" den financiëelen toestand zorgwekkend vonden en daarvan kennelijk den minister Pierson de schuld gaven; wij willen alleen uit een en ander en ook uit de zeer gereser veerde houding der geheele Kamer bij de algemeene beschouwingen, een enkele uitzondering daargelaten, de conclusie trekken, dat zij tegenover dat ministerie voornemens is, baar taak wat breeder op te vatten, dan zij tot nu toe deed en daarom reeds bij voorbaat het ministerie waarschuwde, dat zij daar nog altijd kon staan als bolwerk voor die brandkasten, waarop volgens Van Houten door de regeering en haar vrienden een pomp toestel zou worden gezet om de brood kasten te vullen. Uit deze uitdrukking kunnen we toch altijd opmaken, dat de brandkasten vol en de broodkasten leeg zijn 1 Dr. Kuyper heeft bet zeer juist opge merkt, dat Van Houten zijn plaats op het politieke schaakbord wil hernemen en de residentie de meest geschikte plaats acht om hem daarop te brengen. Het zou ook kunnen zijn, dat hij nog altijd de hoop koestert, om met de vor ming vaD een nieuw kabinet te worden belast, wanneer de Eerste Kamer, die nu zoo aardig haar scherpe tandjes heeft laten zien, eens waarlijk mocht toebijten. Bij een mogelijke kamerontbinding heeft hij zijn program voor de verkie zingen gereed, en dan kan bij rekenen op den steun der katholieke Staatspartij en der vertegenwoordigers der brandkas ten, voor welker ongeschonden inhoud hij zoo dapper opkomt. Wordt hij, indien een wetsvoorstel door de Eerste Kamer wordt verwoipen, met de vorming van een nieuw kabinet belast en daarvoor zou hij na het uitgeven van zijn brochure de aangewe zen man zijn dan kan bij zijn regee ring aanvangen onder de schaduw der twee „anti's" geen staatspensioneering, geen herziening van de kieswet. In ieder geval heeft het hem aan openhartigheid niet ontbroken. Maar uit dit alles blijkt al weer, hoe, terwijl men delibereerde over de meer of min dere kans welke een wetsvoorstel van sociale strekking in de Tweede Kamer zou hebben, men die Eerste Kamer wel wat te veel uit het oog verloor, en hoe nuttig het is, dat naar Provinciale Sta ten, die de leden der Eerste Kamer kiezen, mannen worden afgevaardigd, die de beginselen der Liberale Unie zijn toegedaan. Do „apostel van het stugste individua lisme", op politiek terrein weer positie nemende, kent zijn Pappenheimers. Hij weet, wat er in Nederland te doen is, als hij waarschuwt voor het gevaar dat de brandkast loopt, en, cynisch als hij is, deert het hem weinig als de brood kast van ouden en gebrekkigen leeg is maar na het uitdagende optreden van j dezen oud-minister, na do gereserveerde houding der Eerste Kamer tegenover het ministerie, twee gebeurtenissen die, j alsof er afspraak bestond, wonderlijk te zamen vielen, is het vóór alles noodig, dat allen, die meegaan met de program ma's der Liberale Unie, hun lampen brandende houden waüt men weet niet wanneer de nacht kan komen. Het is eene besliste waarheid, dat men met geld veel doen kan. Dat is niet alleen het g^val in het gewoon maat schappelijk leven, ook in de politiek speelt het een hoofdrol. Wat Engeland al niet door geld heeft verkregenHet heeft er vorsten en volken mee omgekocht, 6en voorbeeld, dat thans trouw door den Angelsak- sischen neef van over den Oceaan wordt nagevolgd. Geef ons geld, sprak gene raal Gomez, de aanvoerder der Cubaan- sche insurgenten, en wij zullen onze haardstede herbouwen, ons verder wij dende aan de economische belangen van het eiland. En Amerika gaf geld, en zal meer geven, tot de laatste krijger zich blind heeft gestaard op den blin kenden dollar, vergetende, dat hij een maal goed en bloed heeft veil gehad voor de onafhankelijkheid van zijn land.Zoo zal de ware vrijheid van den „parel der Antillen" haar graf vinden in de zilver mijnen van Californië. Ook daarin komt deze Angelsakser met zijn Europeeschen stamgenoot overeen, dat men hem wel ziet komen, maar zelden ziet vertrekken. Straks worden de hoofden der Filipi- nos voor hunne „opofferingen" schadeloos gesteld, en Uncle Sam lacht ia zijn vuistje, dat hij zich zoo goedkoop in Manilla wist te nestelen. Meen niet, dat wij in dezen overdrijven. Wij gevea eenvoudig in andere bewoor dingen weer, wat generaal Otis, chef van het Amerikaansche leger op de Philip- pijnen, naar Washington schreef, toen hij te kennen gaf, dat de tegenstand op de eilanden wel met 10 millioen dollars verdreven kon worden. De vriendschap van vele Indische vorsten is door Engeland met geld ge kocht. Jaargelden, toelagen, subsidien, voorschotten,geschenken, dotaties, hebben het in Zuid-Azië meer terrein verschaft, dan de Engelsche bajonetten. Zoo is vele jaren de Emir van Afghanistan, door de kracht van een jaargeld. Engelands trouwe dienaar geweestzoo was tot voor eenigen tijd de Iman van Maskate door de kracht der edele schijven een geacht bondgenoot. Het schijnt echter, dat Frankrijk met nog krachtiger mid delen op de zienswijze van den sultan heeft weten te werken, althans men meldt, dat de sultan aan Frankrijk een kolenstati on op de kust van Maskate heeft afgestaan. Nu is de Zuid-Oostkust van Arabië voor Engeland eene hoogst belangrijke stra tegische stelling. Wanneer de spoorweg door Klein-Azië tot aan den mond van de Euphraat en de Tigris doorgetrokken is, zal Maskate dezen koristen weg naar Engelsch-Indië beheerschen. Van uit het Kustgebied van Oman, waarvan bet Sultanaat Maskate het voor naamste deel uitmaakt, kan me,; een krachtigen invloed op Perzië en Beloet- sjistan doen gelden. Natuurlijk, dat En geland met de vestiging der Eranschen aan den ingang van de Perzische Golf alles behalve gesticht is. Met haastigen spoed is eon oorlogsschip, nog wel onder bevel van den admiraal Douglas, naar Maskate gezonden, ten einde dat zaakje op te knappen. Of 't gemakkelijk gaan zal, is een andere vraag, te meer omdat ook Rusland eene groote voorliefde voor die kuststreek aan den dag legt. Zoo is bet aantal geschilpunten tus- schen Engeland en Frankrijk nogmaals met een vermeerderd. Geld en nogmaals geld het is do kurk waar rust en vrede, de vrijheid en zelf standigheid van menig land op drijven. Armoede alleen kan Portugal dwingen om de rechten aan de Delagoabaai aan Engeland te verpachten, en dan zullen er voor de Zuid-Afrikaansche Republie ken donkere dagen aanbreken; dan gaan ze een strijd tegemoet, die, vreezen wij, boven hare krachten zal gaan. Met geld wordt waarschijnlijk straks een Carlistisclie opstand in het leven geroe pen, die het ongelukkige Spanje nogmaals tot bovenmatige krachtsinspanning zal noodzaken. De millioenen van een Syndicaat houden de Dreyfus-beweging in stand; schetteren de organen der militaristen en anti-se mieten 't is de onuitputbare kas van den vorst van Monaco, den schoonvader van Roland Bonaparte, die een revolutie tracht uit te lokken tot

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 1