INGEZONDEN.
NT. J. C. Schermerhorn.
Anna Paulowna, 29 Maart '99.
Anna Paulowna. Aan school
no. 3 komt tegen 1 Juni a. s, de be
trekking van onderwijzeres vacant.
Anna Paulowna. De kerkgan
gers deden jl Zondagmiddag weder een
vergeefschen tocht, daar er geen predikant
verscheen.
#J»", zei ze Lngzaim, v«r is wel iets
wat ik gra8g zon hebben dat je deedt
V.
WORDT VERVOLGD.
,Wst
„De koningin komt op bezoek."
Kom, praatje». Nog in Augustus van 't
vorige jaar hebben we via de allerhoogste
plaats vernomen dat 'i zeker nog een jaar
of wat zon aanloopen.*
„Nou, lees dsu maar zelf
y Waarachtig, 't staat er. Nou, da's toch
wel onverwacht."
jEn tweemaal achter mekaar."
„Tweemaal 1 Rotterdam krijgt een goeie
beurt
't Wa» Zaterdagavond éétt der onder
werpen ran gesprek. Eóa koninginneteesi
in Juni en dan wesr een» ééu in S-p-
ttmber. Het eerste voor den Rechter-Ma»s-
oever, de eigenlijke stad, 't andeie voor
den Linker-oever, de handeliterreinsn en
de haven».
En ofschoon men nog niets meer wist
dan dit', werd er druk over gepraat, hoe
't nu gaan zon.
Zoo'n koffiehuisbe*preking, zij moge in
haar aard wat onbenullig wrzeD, geeft toch
wel aan de stemming van de bevolking.
Hoe zal men nu feest gaan vieren P
Het feest van SI Augustus, o, 't was lang
niet oneardig, maar 't beeft toch vulsirekt
niet gegeven wat men ervan verwacht
heeft, ten massa geld gekost, een groot-
afwisseling, maar feitelijk ongenietbaar door
het alle8-op-één-d»g-sameudriDgen. Mm
holde van 't een naar 't andere en men
kwam bijna overal te laat. Het avoudfeest
op de rivier met vuurwerk ble. f door het
meerendeel der bevolking ongeueten, om
dat men zoo schrikkelijk bang was ge
maakt voor het gevaar d.t er bij driegen
aan de ririerzijden bestond
Zou men 't nu beter aanpakken
Zoo'n kcffiehuis-bespteking heeft toch
ook wesr, hij al het leerzame, iets gevaar
lijks. Het was immers in de groote calé's
van Paijis en Brussel dat de Frausche en
Belgische revoluties werden voorbereid?
De drukste praters en dat zijn dik
wijls de oppervlakkigen hebben er al
tijd gelijk, omdat de me»r kalmen en door-
denkesden er zich liever niet aan wagen
omver-gepraat te worden, zonder behoorlijke
motieven en met de meerderheid van
de luisteraars tegen zich. Nu, Zaterdag
avond over de bvide koninginncbezoekeii
ging 't óók zoo.
Ik heb heel wat mooie plannetjes en
heel wat leelijke plannetjes óók gehoord.
De rijtoeren werden geregeld al naar de
straten waarin de ongevraagde regelaars
woonden. Elk wilde zijn straat in 't rij-
plan opgenomen zien en men werd het
onderling tenslotte eens de Koningin zal
alle straten van Rotterdam doorrijden I
EénRotterdamsch-practischwierp al
dadelijk de mogelijkheid op, dat hij zijn
raam zou kunnen verhuren.
Zet een advertentie in de Times en
je zult zien dat er een paar Lords komen,
die je duizend pond huur per stuk beta
len 1 spotte er één.
Da ontvangst waa; zou men de Ko
ningin OQtvange» f Want de tweede stad
des rijks bezit géén receptie-zaal en 't is
de groote vraag waar men de Koningin
het diner of het dejeuner moet aanbieden.
Dat werd een fout gevonden en ééa der spre
kers zeide.dat als hij lid vau den raad was ge
weest, had hij er al lang voor gezorgd Zuo-
dra er weer raadsverkiezing is, moeten we
om dien man denken en zijn aanbeveling
zal luiden hij is liberaal en vooistander
van een receptiezaal voor de Koningin en
andere Hooge Bezoekers 1
De versiering der straten. Natuurlijk,
de gemeente zal veel veisiering bezwgen,
maar wat zullen de bewoners van üe stra
ten doen Zij hebbeu in Augustus al hun
kruit verschoten, al hun geld uitgegeven
ster die aan den hemel der mode was op
gegaan - - -
„Neen, mevrouw DaUbour, dan ging ik
naar mijn kroeg en dronk v.ooals ik ste ds
deed mijn glas wijn, maar nu cp het wel
slagen der firma, dat deed ik,"
,,Die zegenwenscb is in vervalling geko
men," zeido mevrouw Delabonr weekhartig.
„De menschen vonden behagen in mim
zaakjes en uit den kleinen winkel groeide een
zaak van beteekenis, in welker verschillende
localen men bijna verdwaalt.
„Wier bezitster evenwel de oude is ge
bleven dezelide idéeëa-ugk», bescheidene,
edelmoedige mevrouw Delabour."
„Eu wien dank ik dat alles?" ging zij,
zonder op zijn interruptie te letten, voort,
vastbesloten dei vriend vandaag zijn lof
niet te onthouden, „Wien anders dan mijn
eenigen, besten vriend, die mg in den nood
tersijda stond en mijn geluk evenals ware 't
het zijne in ontvangst nam I*
„Wat een dwaasheid 1* seide hij luid,
terwijl bij de hem toegestoken hand greep
en stevig drukte. „Zie eens, mevroawtje I
Aan daze beide toovorhandsn hebt ge 't te
danken en aan deie twee oogen, dis soe
verstandig de wereld imien en vooruit
reeds wisten, wat de menschen mooi zouden
vinden. Dat sga nwe oprechte, ware vrien
den geweest."
Zij lachte hem dankbaar toe- Hare oogen
werden vochtig, zij was niet in s'aat dade
lijk te antwoorden. Eerst na eenige oogen-
biikten antwoordde zij
„Na, een weinig is hel ook wel mijn
eigen verdienste, en ik wil u bekennen,
waarde vriend, menigmaal ben ik er ook
trotseh op. Ja, wanneer ik eraan denk,
dat ik mijn werk du spoedig in don steek
zal laten, dat vreemden wellicht mijn zaak
van haar hoogte naar beneden suilen bren
gen, dan is bat mij te moede, als moest ik
mijn eigen kind verliezen het is, ja, zon
de zoo te denken, ik weet het en werp het
ook dikwijls vau mjj »f, maar ik kan het
maar niet uit hit hoofd kwijt komen, ik
raak die droeve gedachten niet kwijt."
„Ik kan mij uw gevoel heel goed begrij
pen," reide de dok'or ernstig. „Waarachtig,
ik voel met o mee. J», en ik zie eerst nu
in, wat et-n prol van een man ik ben, daar
om te versieren en te feesten, waar halen
zij nu de coutanteD vandaan Bovendien
hebben zij toen een grool jaar voorbereid
en nu zijn er nog maar een paar maanden.
Zulleu wij den optocht nog eens gaan hou
den Zulleu wij weer volksspelen krijgen,
illuminatie en vuurwerk
O, men bleef mair vragen aan en oin de
Lestafil en er waren vela wijze raanneD
die antwoorden hadden I
Ik denk echter, dat Burgemeester wel
wier zelf a»n 't bepslen zal gaan en dat
is maar goed ook.
Want als n.en 't den leeken overlii-1, zoo
veel hoofden, zooveel zinnen.
Wat echttr alfis niet wegneemt dat
men wel op een practischer regeling hoopt
dan die van Augustus. We zullo maar
hopen 1
(Niet geplaatste ingezonden stukken
worden nimmer teruggegeven
Mijnheer de Redacteur l
Met opneming van het volgende zoudt
u mjj ten zeerste verplichten.
De G.-O.-Vereeniging „Nieuwe Niedorp en
Omstreken* organiseerde verleden jaar op
den tweeden Pinksterdag een concertavond,
waar eenige dames en heeren optraden.
Algemeen was men 't er over eens, dat het
een avond van hoog genot moest worden
genoemd. Één roep slechts was er over het
spel en den zang van hen, die optraden.
Daarom besloot het bestuur van de G.-O.-
Vereeniging ook dit jaar zulk een avond te
organiseeren. Reeds vond het verschillende
personen bereid tot medewerking. Maar in
welk lokaal? Er staat te Nieuwe Niedorp
een groote, mooie kerk, (reeds tweemaal
gebruikt voor een zangersfeest)voor hon
derden is daar gelegenheid om te genieten
van kunstindien, zoo dacht het bestuur,
indien wij heeren Kerkvoogden vroegen het
concert te mogen houden in het onder hun
beheer staande gebouw; wel werd het ons
voor dit doel verleden jaar geweigerd, maar
zjj weten nu, hoe voortreffelijk toen de stem
ming bij 't publiek was, alle vrees voor
ontheiliging der kerk is derhalve buitenge
sloten I
Het bestuur heeft gevraagd en heeren
Kerkvoogden hebben geweigerd! Wan
neer ik dit schrgt in de Schager Courant,
dan is dat niet om heeren Kerkvoogden aan
de kaak te stellen of hun een verwijt te
maken van hunne weigering, maar om te
wijzen op het volgende; is het niet ontzet
tend jammer, dat tengevolge van dwaze
vooroordeelen, de kerken niet meer gebruikt
worden dan alleen des Zondagsmorgens om
een handjevol menschen te herbergen, terwijl
ze toch zoo vaak uitnemende diensten konden
doen voor groote vergaderingen, volksconcerten
enz.? Zou dat niet zqjn geheel in den geest
van den stichter des Christendoms Nu
staan ze daar, de vele kerkgebouwenschatten
gelds vertegenwoordigen ze en hoe weinig
kraclit, opvoedende kracht gaat er vaak van
uit.
Ik kom terug op het plan van het bestuur
der G.-O.-Vereeniging. Welk een schoone
avond van waarlijk rein genot had de avond
van den eersten Pinksterdag kunnen worden
voor honderden, wanneer kerkvoogden had
den willen medewerken 1
Nu zullen wij ons moeten behelpen met
een veel kleiner locaal want gehouden
wordt ons concert natuurlijk evengoedw g
achten het gewenscht, dat de menschen
leeren genieten rein genot, met klare, onbe
nevelde hersenen en dit hopen wij te berei
ken op den eersten Pinksterdag, wanneer
Nieuwe Niedorp z'n kermis viert.
Nieuwe Niedorp, 28 Maart 1899,
Ik had een droom, een bangen droom,
Dien 'k hier nu ga vertellen
Wat mij één nacht gehinderd heeft
Mag ook wel and'ren kwellen;
Er was vergadering belegd
(Zoo droomde ik moet U weten)
Te Behagen, in een koffiehuis,
Vau onze prulpoëten;
ik nog nooit «en dergelijke gedachte heb
gekregen."
„Maar al dat denken heeft mij niets
verder gebracht, dokter. Gij weet, van man
zigdo is George er en van den kant van
mijn man leven nog twee nichtjesaan
haar heb ik gedacht; dia wilde ik tot mijne
opvolgsters opleiden. Hsre positie is niet
schitterend, sjj zijn weezen en leven van de
ren en van een kleiD kapitaal; ik vreesde
geen bedanken als ik daar met mijne voor
stellen kwam, maar heb het toch gekregen."
„Zoo? Een bedanken? Ojh komt*
„J*,ji,waarde vriend,wij mosten zek-r steeds
een te hooge meening van ons-elven hebben."
„Of anderen eene te hooge van tichtelveo."
„Ja, maar na sal me niets anders
overbljjven dan de zaak te verkoopen. Of
het moest
Zij brak af en zeg den onden heer gespan
nen aan.
„Wat meent ge, mevrouw Delabour PJ
„Kent ge mgn eerste juffrouw, Clara
Wiesa vroeg ze op den man af.
,,Of ik haar ken
„En houdt go van haar 1"
„Of ik van haar houd 1 Ziet ge, lieve
mevrouw Delabour, wsDneer ik een zoon
bad en bij braoht me op een dag haar ala
bruid in hnis, ik zon tijn hand vatten en
zeggenGod heelt deze hand gezegend,
dat zij het schoonste en beste meisje io
mijn hnis voeren mocht 1''
„Dokter!" riep de dame, hem met jeugdige
vlogheid naderend. „Dat was een gulden
woord. Daarvoor dank ik o nit den grond
vsn mgn hart Nu weet ik ook,dat ik op den
rechten weg ben. Hoor eeDS, vriendjelief,
rooals gij denkt, denk ik ook.Ik heb het meisje
soo lief als ware het mijne eigen dochter.
Wanoeer zij en mign zoon, mijn George,
nn eens zin in elkaar kregen dokter,
mgn innigsie wenrch waro vervuld; rustig
kon ik de oogen stuitenwant alles, wat mij
na aan het hart lig', soa ik geborgen en goed
geborgen ook, weten
De oude dokter zotte een merkwaardig
gezicht. Hij trok de dikke wenkbrauwen in
de hoogte, draaide aan rijn snor en schoof
zijn bril heen en weer.
„No, waarde vriend, wat zegt ge daar
van f" teide mevrouw Leiabonr verwonderd.
Een honderdtal was daar bijeen.
Een enkle mocht niet binnen,
Omdat alleen bij toegang bad
Die 't rijmwoord vond op finnen,
S. G. Jz te Enne N.
Was praeses van de bende,
Wijl ieder zijn ontboezeming
Omtrent „de Lente" kende
Hij sprak in verzen, langen tijd,
Ze vloeiden van zijn lippen,
(Hij haalde er ook „de Lente" bij
En liet geen rijmwoord glippen
Daarna kreeg iedereen het woor l
Men moest in rijm steeds spreken
Toen kwam in 't end de beurt aan mij
De praeses gaf het teeken
'k Begon zoo goed en kwaad ik kon
'k Besprak de Christenfeesten,
Toen „Pinkster" juist mijn rijmwoord.
Daar zat ik: „goede geesten",
Zoo riep ik, „help mij aan een woord
Dat op dit woord kan rijmen;"
'k Dacht al aan „stinkster" en zoo voort
En stond als malle Sijmen.
En heel het prulpoëtendom
Werd boos, wijl ik bleef steken.
Er uiter uitzoo riep de bent,
Naar buiten bij de „leeken"
En vóór ik het verhoeden kon
Stond ik op Schagens straten
Ik ga niet meer bij zulke lui
Eu laat de dichters praten.
Jan Proza.
Bintieolandsch Nieuws.
De rij der Nuts-avonden in dit seizoen
werd gisterenavond gesloten. Was het
bezoek niet zooals men wel gewenscht
had, de kwantiteit, en kwaliteit ook, der
voordrachten was boven verwachting.
De leesbeurt werd vervuld door den heer
Van Gorkommet een door hem zelf ge
schreven novelle, getiteld De onaange
naamste dag uit het leven van Johannes
Wilhelmus Slinger. Wie wel eens de
vertelling van Cremer„Gijs en zien
zeun Gert op reis naor de Amsterdam-
sche karmis" heeft gelezen, herinnert zich
hoe die Betuwsche boeren daar veel
moois en aantrekkelijks, maar ook veel
minder aangenaams en aanstootelijks
vonden, welnuiets dergelijks onder
vond Sl.nger, de held van het verhaal,
die, hoewel catechiseermeester, toch vrij
onnoozel was, toen hij op zekoren dag
met zijn echtgenoote, Truitje Ratel, zich
naar Amsterdam begaf, om inslag te
doen van al het noodzakelijke, dat een
jonge wereldburger of burgeres van noode
heeft. Hoe Slinger daar, terwijl zijn vrouw
hem voor een wijle verlaten en zij hem
gelast heeft even te wachten, in de ma
ling wordt genomen en ten slotte door
samenloop van omstandigheden in een
inrichting verzeilt, welke ons o. a.
in Klaasje Zevenster wordt beschreven,
is zeer vermakelijk. De weder-ontmoeting
van zijn vrouw in een politiebureau,
werwaarts de ontstelde ega zich begeven
heeft om den verlorene op te doen sporen,
en de verdere wederwaardigheden op dien
dag worden in denzelfden vermakelijken
trant beschreven. De heer v. G. hield
hiermede zijn auditorium onderhoudend
en prettig bezig.
Na de pauze werd een tooneelstukje
opgevoerd, getiteld De twee Zigeuners,
voorgesteld door kindoren. Ook andere
kinderrollen kwamen er in voor, en
enkele voor volwassen personen, waarbij
de heer en mej. Van H'jk en de lieer
Kloosterboer hun bijstand verleenden.
Het aardige stukje werd even aardig
afgespeeld en verwierf veel bijval.
De eerste bijdrage werd gedaan door
„Wal sal ik daarvan velgen antwoordde
hij, met een energiaken ruk zyn bril op het
voorhoofd schuivend. „Ge zijt een groote
"rouw, en daarmee basta I"
„Gij billijkt dus mijn plan
„Uw plan P Neun Dat wil zeggen, ik
bedoel Weet ge dan niet, dat uw zoon
zoo goed als verloofd is t"
„George Niet in 't minst."
„Zon men mij dan verkaerd hebben
ingelicht Men vertelt het toch algemeen,
dat hij de jongste dochter van den president
van de rechtbank trouwen zal
„Ach watHij verkeert druk in het huiz
van mijnheer Kollberg en m»g de aardige,
jongedame een weinig het hot makeo, dat
is heel goed mogelijk, maar van ernstige
plannen hueft htj mij nooit gesproken."
„Zoo, zoo nn, gij kunt het in ieder
geval beter weien dan elk ander. Ik ga
nu been, adien, mevrouw D.labour 1 Wanneer
is bet de jubilenmdag P"
„Dokter! Ge wilt door de maren heen
slippen t Ge gelooft dus niet
„Ik geloof niemendal, ik meen alieeo
maar, dat het zeer gewaagd is in liefdes
aangelegenheden els de voorzienigheid op
te treden. Maar spreek zelve eens met
mijnh er uw zoon
Voor zij kon antwoorden kling lde de
telefoon. Joff ouw Wiese vroeg, of ze nu
mocht komen P ,,'t Is uitstekend," riep
mevrouw Delabonr terog.
Een minnnt later trad de bewuste jonge
dame binnen. De dokter ging haar te
gemoet, gaf baar de haDd en knikte haar
vriendelijk toe. Zijne oogen sehitterdon ala
na een goed ontbijt buiten «bd goed ma»l
en ooden Rijnwijn was een mooi gezichtje
hem bet liefst.
Mevrouw Delabour zeide, bei joDge meisje
begroetend
„Kom, lief kind, ga een oogenblik zitten.
Ge weet toch, in Mei vieren we het
jubileum P"
„Zeker, mevrouw.
„Er sjju reeds reusaohtige voorbereidingen
in gang," tiaisUrde haar de dokter in bet
oor, waarop zy op denzelfden toon ant
woordde
„Dat laat sich begrijpen."
„ik tou ter herinnering aan dien dag/'
Jen beer Rezelman met „Wijnkenners
van J. v. M. Mej. Ross droeg daarna
een zangstukje voor met piano-begelei-
ling van den heer Van dtn Berg. De
heer Raap liet een schetsje hooren,
getiteld: „Influenza", cn daarop volgden
de dames J)e Boer en Ollhuis met eer.
quatre-mains voor piano.
De heer Kloosterboer maakte ons bekend
met een „Breef van Mannes Gait Snook
an zien zunne Gait Mannes, millesjan
le ressisment 3e compie in de bomvr.ë
kezerne te Vliszingen" (dialect van den
Gelderschen achterhoek).
De heer Van V ijk sloot de rij met
een zijner schetsen, geheetenEen
ontbijt van Jan Wouters.
Er was alzoo ruimschoots te hooren
en té genieten. Laat ons met den voor
zitter hopen, dat de lust om mede iets
tot genoegen ot gezelligheid bij te dra
gen, er niet minder op worde, en dat
de belangstelling in een volgend winter
seizoen zich vooral kenmerke door een
druk bezoek.
In de vergadering van
het Bestuur en Hoofdingelanden der
Banne Ondkarspel van 29 dezer
is besloteo, om, evenals gepasseerd jaar,
weder ratten te laten vangen, maar thans
met eene premie van 10 cent op 't
dooden van elke tat, zullende hiermede
een aanvang kunnen worden genomen
den 15 April a. s.
Door de Af cl. Zijpe der
Hollandsclie Maatschappij van Landbouw
is in lure j. 1. gehouden vergadering be
sloten in het a. s. zomerseizoen op een
afgesloten terrein een tentoonstelling te
houden van Vee en Landbouwwerk
tuigen tegen een entree van f 0.25.
Tevins werd besloten een maximum van
10.000 loten uit le geven.
Sinds eenigen tijd zijn en
kele vasrtuigen, die uit omliggende gemeen
ten wekelijks ALKMAAR bezoeker, voor
zien van een mo!or, waardoor de snelheid
dier verkeeriusiddeleii aanmerkelijk woidt
bevorderd. Deze vaartuig» n gaan somwij
len langs waterwegen, waarop tot nu toe
alleen de gewone zeilschepen zich bewo
gen. Door de motorbeweging wordt het
water echter in niet geringe beroering
gebracht, tengevolge waarvan op de oevers
een »rij sterke deining wordt uitgeoefend
en waardoor deze eveutu el kunnen wor
den ondermijnd. Door een polderbestuur
iu den omtrek zijn tegen de vaart dier
motorschepen bij Ged. St. dezer provin
cie bezwaren ingediend.
Uit LISSE.
Ontzettend groot dus schrijft men
is de schade door d; laatste vorst
teweeggebracht in ds hjicinthec-veldan
het tegenwoordig geslacht heeft zoo iets
nooit aanschouwd. Geheele velden zien
grijs in plaats van groen, de bloemknop
is geheel bevioieD en ligt bovenop, de
plant verlept ineengezakt, zonder nog
gelegenheid te hebben gehad te doen
genieten van hare kleuren en geuren. Van
den bloei zal voorioopig nirts terechtkomen.
Indien er nog wat te zien zal zijn van
latere soorten, is er minstens 10 k 14
dagen tijdruimte noodig.
Hoe onder deze omstandigheden het
eigenlijke bollengewas zal uitvallen, ligt
voor de handde kansen staan hiervoor
ging mevroew Delabonr voort, „mijn volkje
gaarne iets goeds bewijzen. Ik soo
gaarne een instelling in het leven
roepen, waarvan allen, die behoefte aan ver-
sorging hebben, onderatennieg en zoo noo
dig onderstand souden kannen trekken.
Gier heb ik ren ontwerp in elkaar gezet,
maar ik weet niet, of dat nn soo geheel en
al met de behoeften rekening houdt. Gjj
moet mij hierover uwe mcening eens zeg
gen. Neem het stuk eens mee, kijk het
eens met aandacht door en waar ge van
andere moening zjjt, maakt ge uwe kanttee-
kc ningen."
Het jonge meisje nam bet papier iu
ontvangst, sprak geroard haar dank nit voor
dit nieuwe bewijs vsn liefde en voorzorg en
vroeg ten laatste wanneer zjj het ontwerp
moest teruggeven.
Mevrouw Delabour antwoordde, na een
kort bedenken „Vandaag is het Maandag,
den volgenden Vrijdag wil ik mijn zoon en
mijnheer Kollbsrg vragen bij mij te komen
om de statuten vast te stellen- Wanneer ge
my het pipier dan weer wildet terugbren
gen? Ik wilde u namelijk vragen, bjj die
conferentie aanwezig te zijn wjj komen te
acht unr bjj elkaar."
Over het gelaat van de jonge dame had
zich ongemerkt een blosje verspreid, dat
evenals een vluchtige zonnestraal daarop
rustte om dan weder te verdwijnen. Zjj
scheen op de niteoodiging iets te willen
zeegen en boog sich een weinig tot de
oode dame over, doch zjj dankte slechts mat
eeD toestemmende bewrging vsn het hoofd
en stond op.
„Neam mij mede, juffroow Wiese," riep
de dokier. „Ik beb m|jn tijd weer sohan-
deljjk verpraat. J», ja, men wordt oud en
babbelriek -- adien, g eerde mevrouw De
labour Bn luister nu eens, maar niet lacheD
boor 1 Ik maak ter eere van het jabilenm
een feeitdrsma in vier bedrjjven mal rauriek
en ssng en dans.®
De dames lachten ondanks het verbod
harteljjk.
„D»sr hebben we het waarachtig weer,"
mopperde de oode heer. „Het eenige waarin
ik een genie ben, hot verzer-m iken, wordt
niet gewaardeerd. Ik ga tenm'uste dan
door voor een miskend genie, dat is toch
buitengewoon slecht. Voor alle qnaliteiten
worden nu reeds prijzen geboden die in
geen jaren gehoord zijn.
Als een historisch feit
meldt de N. Bred, Ct.
Dezer dagen kwam bij een arts een
man binnen met alle kenmerken van he
vige kiespijn. De arts adviseerde de kLs
te doen trekken, waaitoe de pitiënt zich
iBtistonds bereid verklaarde, te meer, om
dat bij reeds gedurende 2 etmalen de on-
dragrlijket? pijnen had doorgestaan.
De arts verzocht den patiënt in den
daarvoor bestemden stoel plaats te nemen,
w t hij gsreede deed, voortdurend een
taschje in de hand houdend, hetgeen di«
band sedert zijn binnenkomst nog niet
veriatin had.
Door den ruk aan de kies en den daar
door veroorzaakten schrik, viel het taschje
nit patiëut's hand en veispreidden ettelijke
kleine flaconnetjes zich over den grond.
Bij navraag en onderzoek bleek de inhoud
te zijneen kiespij ntiuctuur, die
patië )t 's morgens met veel succes had
aan den man gebracht.
Dd geneesheer kon niet nalaten te vra
gen of hij nn zelf niet eens eerst de proef
met ziju universeel middel genomen bad,
waarop de patiënt veroi twaardigd antwoord
de fDenkt n, dat ik een boer ben?"
GEMKNGD MEtiWS.
Op depijnbaok!
„Ju," zei de jonkman, op een allertee-
derstm toon, *ik zou alles willen doen om
je miju liefde te bewijzen.*
„Ocb,« zuchtte het meisj», fdat zeggen
alla mannen, als zij het hart van een
vrouw willsn winnen."
„Sitl mij maar op de proef," riep hij
met vnur, „en zie o.f ik niet all»s doe
wat biunen de grenzen der mogelijkheid
is."
#Acb," zuchtte zij weer, „kon ik je
maar gelooven I"
„Zeg maarDos dit of dat, en ik
zï) het doen."
yO, zeg het ms.nr en laat mij dat doen
en je zal eens zien hoe sterk mijn liefde
voor ja wel is," riep bij met veriukking.
Het meisja sloeg hare wimpers neer en
een glimlach speelde om hair mond, ter
wijl zij zacht zei#Vraag dan een ander
meisje 1"
Voor schoolmeisjes.
Üe commissaris van poli)ie te Hildes-
beim heeft zich genoodzaakt gezien, sijn
waarschuwende stem te verheffen tegen
een gewoonte der Hsldesheimtr jon
ge dochLren, die ook onder onze
schoolmeisjes zeer in zwaDg is. Die van
Hildesheim honden er voorsl veel van om
#aan te haken*, d. i. met drie, vLr, vijf
en nog wel meer meisjes arm in arm over
de straat te loopen. Tegen zoo'n aaneen
gesloten gelid is het vrije verkeer niet be
stand en omdat de politie daarvoor in de
eeiste plaats moet waker, heeft de com
missaris nu bekend laten makeD, dat wan
neer zijn waarschuwing geen gevolg had,
hij een politieverordening zou ontwerpen,
volgens welke bet ^aanhaken* strafbaar
zal worden gfsteld.
Nu, onze meisjes behoeven
nog wel- niet voor znlk een be-
paliig te vreezen. Hoewel 't wel zijn
nut kan hebbeD, dat zij hooren, hoe baar
Hildesheimer lotgenooten #gtmassregelt*
worden.
ook wat."
Daarop ging h|j onherroepalgk weg, s<esg
met Clara de trap af en gabeidde daar van
haar met de woorden
„Leef wel, juffrouw Wisse, en wordt om
's hemelswille nog niet mooier dsn ge reeds
sij'; ge maakt anders nog, dat mijn oad
hoofd op den hol gaat. Adien
De dames uit het magazijn zonden zeer
verwonderd zijn geweeit, 'als se haar
eerste ditectriee stil voor haar schrgftafel had
den zien sitten znlk een gezioht aon haar
h»el nieuw en ongewoon geweest zijn.
Sedert Clara van boven was gekomen,droom
de zij en een atil, weemoedig laahje speelde
om haren mond. Het vroolijke rood, dat bo
ven hare waDgen had gekleurd, keerde van
tijd tot tjjd op hare wangen terng, tonder
dat sjj het zich bewust was. Hare gedaoh-
ten gingen terug naar dingen die reeda ge
schied waren.
'tWas op een mooien dag, dat een heer
door een der winkeldames vergezeld in haar
kamer was verschenen; daar had bij een
belesfde buiging gemaakt en zjjn verschij
nen op snauhsche wijze verontschuldigd
„Vergeef me, juffrouw," zeide hij, „dat
ik in nw allerheiligste binnendring. Ik bsd,
er geen denkbeeld van, wat riet wil zeggen
anders had ik het bepaald niet gewaagd
vier exvmens heb ik moeten afliggen, een
spion kan nht met meer wantrouwen worden
behandeld."
„Dat doet me leed, mijnheer," was haar
laohend antwoord, „alleen
„Wat ik n vragen mag, verdadig n niet.
Gij hebt volkomen geljjk, uw feeïnrijk voor
mannen te sluiten. Ik ga eohter voor geen
prijs terng eer ik n gesproken heb, want er
ia een staats'aak men gemoeid, die geen
nitatel gedoogt. Ik wilde mijn boodschap
aan mevrouw Delabonr hebben gedaan,
maar rarja geëerde vriendin is niet thuis en
na lang over en weer pralen heeft men mg
eindelijk naar dit heiligdom gevoerd."
Op Clara'a nitooodiging om te gaan sitten
noemde hg zjjn naam; „Kollberg."