INGEZONDEN. NT. J. C. Schermerhorn. Anna Paulowna, 29 Maart '99. Anna Paulowna. Aan school no. 3 komt tegen 1 Juni a. s, de be trekking van onderwijzeres vacant. Anna Paulowna. De kerkgan gers deden jl Zondagmiddag weder een vergeefschen tocht, daar er geen predikant verscheen. #J»", zei ze Lngzaim, v«r is wel iets wat ik gra8g zon hebben dat je deedt V. WORDT VERVOLGD. ,Wst „De koningin komt op bezoek." Kom, praatje». Nog in Augustus van 't vorige jaar hebben we via de allerhoogste plaats vernomen dat 'i zeker nog een jaar of wat zon aanloopen.* „Nou, lees dsu maar zelf y Waarachtig, 't staat er. Nou, da's toch wel onverwacht." jEn tweemaal achter mekaar." „Tweemaal 1 Rotterdam krijgt een goeie beurt 't Wa» Zaterdagavond éétt der onder werpen ran gesprek. Eóa koninginneteesi in Juni en dan wesr een» ééu in S-p- ttmber. Het eerste voor den Rechter-Ma»s- oever, de eigenlijke stad, 't andeie voor den Linker-oever, de handeliterreinsn en de haven». En ofschoon men nog niets meer wist dan dit', werd er druk over gepraat, hoe 't nu gaan zon. Zoo'n koffiehuisbe*preking, zij moge in haar aard wat onbenullig wrzeD, geeft toch wel aan de stemming van de bevolking. Hoe zal men nu feest gaan vieren P Het feest van SI Augustus, o, 't was lang niet oneardig, maar 't beeft toch vulsirekt niet gegeven wat men ervan verwacht heeft, ten massa geld gekost, een groot- afwisseling, maar feitelijk ongenietbaar door het alle8-op-één-d»g-sameudriDgen. Mm holde van 't een naar 't andere en men kwam bijna overal te laat. Het avoudfeest op de rivier met vuurwerk ble. f door het meerendeel der bevolking ongeueten, om dat men zoo schrikkelijk bang was ge maakt voor het gevaar d.t er bij driegen aan de ririerzijden bestond Zou men 't nu beter aanpakken Zoo'n kcffiehuis-bespteking heeft toch ook wesr, hij al het leerzame, iets gevaar lijks. Het was immers in de groote calé's van Paijis en Brussel dat de Frausche en Belgische revoluties werden voorbereid? De drukste praters en dat zijn dik wijls de oppervlakkigen hebben er al tijd gelijk, omdat de me»r kalmen en door- denkesden er zich liever niet aan wagen omver-gepraat te worden, zonder behoorlijke motieven en met de meerderheid van de luisteraars tegen zich. Nu, Zaterdag avond over de bvide koninginncbezoekeii ging 't óók zoo. Ik heb heel wat mooie plannetjes en heel wat leelijke plannetjes óók gehoord. De rijtoeren werden geregeld al naar de straten waarin de ongevraagde regelaars woonden. Elk wilde zijn straat in 't rij- plan opgenomen zien en men werd het onderling tenslotte eens de Koningin zal alle straten van Rotterdam doorrijden I EénRotterdamsch-practischwierp al dadelijk de mogelijkheid op, dat hij zijn raam zou kunnen verhuren. Zet een advertentie in de Times en je zult zien dat er een paar Lords komen, die je duizend pond huur per stuk beta len 1 spotte er één. Da ontvangst waa; zou men de Ko ningin OQtvange» f Want de tweede stad des rijks bezit géén receptie-zaal en 't is de groote vraag waar men de Koningin het diner of het dejeuner moet aanbieden. Dat werd een fout gevonden en ééa der spre kers zeide.dat als hij lid vau den raad was ge weest, had hij er al lang voor gezorgd Zuo- dra er weer raadsverkiezing is, moeten we om dien man denken en zijn aanbeveling zal luiden hij is liberaal en vooistander van een receptiezaal voor de Koningin en andere Hooge Bezoekers 1 De versiering der straten. Natuurlijk, de gemeente zal veel veisiering bezwgen, maar wat zullen de bewoners van üe stra ten doen Zij hebbeu in Augustus al hun kruit verschoten, al hun geld uitgegeven ster die aan den hemel der mode was op gegaan - - - „Neen, mevrouw DaUbour, dan ging ik naar mijn kroeg en dronk v.ooals ik ste ds deed mijn glas wijn, maar nu cp het wel slagen der firma, dat deed ik," ,,Die zegenwenscb is in vervalling geko men," zeido mevrouw Delabonr weekhartig. „De menschen vonden behagen in mim zaakjes en uit den kleinen winkel groeide een zaak van beteekenis, in welker verschillende localen men bijna verdwaalt. „Wier bezitster evenwel de oude is ge bleven dezelide idéeëa-ugk», bescheidene, edelmoedige mevrouw Delabour." „Eu wien dank ik dat alles?" ging zij, zonder op zijn interruptie te letten, voort, vastbesloten dei vriend vandaag zijn lof niet te onthouden, „Wien anders dan mijn eenigen, besten vriend, die mg in den nood tersijda stond en mijn geluk evenals ware 't het zijne in ontvangst nam I* „Wat een dwaasheid 1* seide hij luid, terwijl bij de hem toegestoken hand greep en stevig drukte. „Zie eens, mevroawtje I Aan daze beide toovorhandsn hebt ge 't te danken en aan deie twee oogen, dis soe verstandig de wereld imien en vooruit reeds wisten, wat de menschen mooi zouden vinden. Dat sga nwe oprechte, ware vrien den geweest." Zij lachte hem dankbaar toe- Hare oogen werden vochtig, zij was niet in s'aat dade lijk te antwoorden. Eerst na eenige oogen- biikten antwoordde zij „Na, een weinig is hel ook wel mijn eigen verdienste, en ik wil u bekennen, waarde vriend, menigmaal ben ik er ook trotseh op. Ja, wanneer ik eraan denk, dat ik mijn werk du spoedig in don steek zal laten, dat vreemden wellicht mijn zaak van haar hoogte naar beneden suilen bren gen, dan is bat mij te moede, als moest ik mijn eigen kind verliezen het is, ja, zon de zoo te denken, ik weet het en werp het ook dikwijls vau mjj »f, maar ik kan het maar niet uit hit hoofd kwijt komen, ik raak die droeve gedachten niet kwijt." „Ik kan mij uw gevoel heel goed begrij pen," reide de dok'or ernstig. „Waarachtig, ik voel met o mee. J», en ik zie eerst nu in, wat et-n prol van een man ik ben, daar om te versieren en te feesten, waar halen zij nu de coutanteD vandaan Bovendien hebben zij toen een grool jaar voorbereid en nu zijn er nog maar een paar maanden. Zulleu wij den optocht nog eens gaan hou den Zulleu wij weer volksspelen krijgen, illuminatie en vuurwerk O, men bleef mair vragen aan en oin de Lestafil en er waren vela wijze raanneD die antwoorden hadden I Ik denk echter, dat Burgemeester wel wier zelf a»n 't bepslen zal gaan en dat is maar goed ook. Want als n.en 't den leeken overlii-1, zoo veel hoofden, zooveel zinnen. Wat echttr alfis niet wegneemt dat men wel op een practischer regeling hoopt dan die van Augustus. We zullo maar hopen 1 (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven Mijnheer de Redacteur l Met opneming van het volgende zoudt u mjj ten zeerste verplichten. De G.-O.-Vereeniging „Nieuwe Niedorp en Omstreken* organiseerde verleden jaar op den tweeden Pinksterdag een concertavond, waar eenige dames en heeren optraden. Algemeen was men 't er over eens, dat het een avond van hoog genot moest worden genoemd. Één roep slechts was er over het spel en den zang van hen, die optraden. Daarom besloot het bestuur van de G.-O.- Vereeniging ook dit jaar zulk een avond te organiseeren. Reeds vond het verschillende personen bereid tot medewerking. Maar in welk lokaal? Er staat te Nieuwe Niedorp een groote, mooie kerk, (reeds tweemaal gebruikt voor een zangersfeest)voor hon derden is daar gelegenheid om te genieten van kunstindien, zoo dacht het bestuur, indien wij heeren Kerkvoogden vroegen het concert te mogen houden in het onder hun beheer staande gebouw; wel werd het ons voor dit doel verleden jaar geweigerd, maar zjj weten nu, hoe voortreffelijk toen de stem ming bij 't publiek was, alle vrees voor ontheiliging der kerk is derhalve buitenge sloten I Het bestuur heeft gevraagd en heeren Kerkvoogden hebben geweigerd! Wan neer ik dit schrgt in de Schager Courant, dan is dat niet om heeren Kerkvoogden aan de kaak te stellen of hun een verwijt te maken van hunne weigering, maar om te wijzen op het volgende; is het niet ontzet tend jammer, dat tengevolge van dwaze vooroordeelen, de kerken niet meer gebruikt worden dan alleen des Zondagsmorgens om een handjevol menschen te herbergen, terwijl ze toch zoo vaak uitnemende diensten konden doen voor groote vergaderingen, volksconcerten enz.? Zou dat niet zqjn geheel in den geest van den stichter des Christendoms Nu staan ze daar, de vele kerkgebouwenschatten gelds vertegenwoordigen ze en hoe weinig kraclit, opvoedende kracht gaat er vaak van uit. Ik kom terug op het plan van het bestuur der G.-O.-Vereeniging. Welk een schoone avond van waarlijk rein genot had de avond van den eersten Pinksterdag kunnen worden voor honderden, wanneer kerkvoogden had den willen medewerken 1 Nu zullen wij ons moeten behelpen met een veel kleiner locaal want gehouden wordt ons concert natuurlijk evengoedw g achten het gewenscht, dat de menschen leeren genieten rein genot, met klare, onbe nevelde hersenen en dit hopen wij te berei ken op den eersten Pinksterdag, wanneer Nieuwe Niedorp z'n kermis viert. Nieuwe Niedorp, 28 Maart 1899, Ik had een droom, een bangen droom, Dien 'k hier nu ga vertellen Wat mij één nacht gehinderd heeft Mag ook wel and'ren kwellen; Er was vergadering belegd (Zoo droomde ik moet U weten) Te Behagen, in een koffiehuis, Vau onze prulpoëten; ik nog nooit «en dergelijke gedachte heb gekregen." „Maar al dat denken heeft mij niets verder gebracht, dokter. Gij weet, van man zigdo is George er en van den kant van mijn man leven nog twee nichtjesaan haar heb ik gedacht; dia wilde ik tot mijne opvolgsters opleiden. Hsre positie is niet schitterend, sjj zijn weezen en leven van de ren en van een kleiD kapitaal; ik vreesde geen bedanken als ik daar met mijne voor stellen kwam, maar heb het toch gekregen." „Zoo? Een bedanken? Ojh komt* „J*,ji,waarde vriend,wij mosten zek-r steeds een te hooge meening van ons-elven hebben." „Of anderen eene te hooge van tichtelveo." „Ja, maar na sal me niets anders overbljjven dan de zaak te verkoopen. Of het moest Zij brak af en zeg den onden heer gespan nen aan. „Wat meent ge, mevrouw Delabour PJ „Kent ge mgn eerste juffrouw, Clara Wiesa vroeg ze op den man af. ,,Of ik haar ken „En houdt go van haar 1" „Of ik van haar houd 1 Ziet ge, lieve mevrouw Delabour, wsDneer ik een zoon bad en bij braoht me op een dag haar ala bruid in hnis, ik zon tijn hand vatten en zeggenGod heelt deze hand gezegend, dat zij het schoonste en beste meisje io mijn hnis voeren mocht 1'' „Dokter!" riep de dame, hem met jeugdige vlogheid naderend. „Dat was een gulden woord. Daarvoor dank ik o nit den grond vsn mgn hart Nu weet ik ook,dat ik op den rechten weg ben. Hoor eeDS, vriendjelief, rooals gij denkt, denk ik ook.Ik heb het meisje soo lief als ware het mijne eigen dochter. Wanoeer zij en mign zoon, mijn George, nn eens zin in elkaar kregen dokter, mgn innigsie wenrch waro vervuld; rustig kon ik de oogen stuitenwant alles, wat mij na aan het hart lig', soa ik geborgen en goed geborgen ook, weten De oude dokter zotte een merkwaardig gezicht. Hij trok de dikke wenkbrauwen in de hoogte, draaide aan rijn snor en schoof zijn bril heen en weer. „No, waarde vriend, wat zegt ge daar van f" teide mevrouw Leiabonr verwonderd. Een honderdtal was daar bijeen. Een enkle mocht niet binnen, Omdat alleen bij toegang bad Die 't rijmwoord vond op finnen, S. G. Jz te Enne N. Was praeses van de bende, Wijl ieder zijn ontboezeming Omtrent „de Lente" kende Hij sprak in verzen, langen tijd, Ze vloeiden van zijn lippen, (Hij haalde er ook „de Lente" bij En liet geen rijmwoord glippen Daarna kreeg iedereen het woor l Men moest in rijm steeds spreken Toen kwam in 't end de beurt aan mij De praeses gaf het teeken 'k Begon zoo goed en kwaad ik kon 'k Besprak de Christenfeesten, Toen „Pinkster" juist mijn rijmwoord. Daar zat ik: „goede geesten", Zoo riep ik, „help mij aan een woord Dat op dit woord kan rijmen;" 'k Dacht al aan „stinkster" en zoo voort En stond als malle Sijmen. En heel het prulpoëtendom Werd boos, wijl ik bleef steken. Er uiter uitzoo riep de bent, Naar buiten bij de „leeken" En vóór ik het verhoeden kon Stond ik op Schagens straten Ik ga niet meer bij zulke lui Eu laat de dichters praten. Jan Proza. Bintieolandsch Nieuws. De rij der Nuts-avonden in dit seizoen werd gisterenavond gesloten. Was het bezoek niet zooals men wel gewenscht had, de kwantiteit, en kwaliteit ook, der voordrachten was boven verwachting. De leesbeurt werd vervuld door den heer Van Gorkommet een door hem zelf ge schreven novelle, getiteld De onaange naamste dag uit het leven van Johannes Wilhelmus Slinger. Wie wel eens de vertelling van Cremer„Gijs en zien zeun Gert op reis naor de Amsterdam- sche karmis" heeft gelezen, herinnert zich hoe die Betuwsche boeren daar veel moois en aantrekkelijks, maar ook veel minder aangenaams en aanstootelijks vonden, welnuiets dergelijks onder vond Sl.nger, de held van het verhaal, die, hoewel catechiseermeester, toch vrij onnoozel was, toen hij op zekoren dag met zijn echtgenoote, Truitje Ratel, zich naar Amsterdam begaf, om inslag te doen van al het noodzakelijke, dat een jonge wereldburger of burgeres van noode heeft. Hoe Slinger daar, terwijl zijn vrouw hem voor een wijle verlaten en zij hem gelast heeft even te wachten, in de ma ling wordt genomen en ten slotte door samenloop van omstandigheden in een inrichting verzeilt, welke ons o. a. in Klaasje Zevenster wordt beschreven, is zeer vermakelijk. De weder-ontmoeting van zijn vrouw in een politiebureau, werwaarts de ontstelde ega zich begeven heeft om den verlorene op te doen sporen, en de verdere wederwaardigheden op dien dag worden in denzelfden vermakelijken trant beschreven. De heer v. G. hield hiermede zijn auditorium onderhoudend en prettig bezig. Na de pauze werd een tooneelstukje opgevoerd, getiteld De twee Zigeuners, voorgesteld door kindoren. Ook andere kinderrollen kwamen er in voor, en enkele voor volwassen personen, waarbij de heer en mej. Van H'jk en de lieer Kloosterboer hun bijstand verleenden. Het aardige stukje werd even aardig afgespeeld en verwierf veel bijval. De eerste bijdrage werd gedaan door „Wal sal ik daarvan velgen antwoordde hij, met een energiaken ruk zyn bril op het voorhoofd schuivend. „Ge zijt een groote "rouw, en daarmee basta I" „Gij billijkt dus mijn plan „Uw plan P Neun Dat wil zeggen, ik bedoel Weet ge dan niet, dat uw zoon zoo goed als verloofd is t" „George Niet in 't minst." „Zon men mij dan verkaerd hebben ingelicht Men vertelt het toch algemeen, dat hij de jongste dochter van den president van de rechtbank trouwen zal „Ach watHij verkeert druk in het huiz van mijnheer Kollberg en m»g de aardige, jongedame een weinig het hot makeo, dat is heel goed mogelijk, maar van ernstige plannen hueft htj mij nooit gesproken." „Zoo, zoo nn, gij kunt het in ieder geval beter weien dan elk ander. Ik ga nu been, adien, mevrouw D.labour 1 Wanneer is bet de jubilenmdag P" „Dokter! Ge wilt door de maren heen slippen t Ge gelooft dus niet „Ik geloof niemendal, ik meen alieeo maar, dat het zeer gewaagd is in liefdes aangelegenheden els de voorzienigheid op te treden. Maar spreek zelve eens met mijnh er uw zoon Voor zij kon antwoorden kling lde de telefoon. Joff ouw Wiese vroeg, of ze nu mocht komen P ,,'t Is uitstekend," riep mevrouw Delabonr terog. Een minnnt later trad de bewuste jonge dame binnen. De dokter ging haar te gemoet, gaf baar de haDd en knikte haar vriendelijk toe. Zijne oogen sehitterdon ala na een goed ontbijt buiten «bd goed ma»l en ooden Rijnwijn was een mooi gezichtje hem bet liefst. Mevrouw Delabour zeide, bei joDge meisje begroetend „Kom, lief kind, ga een oogenblik zitten. Ge weet toch, in Mei vieren we het jubileum P" „Zeker, mevrouw. „Er sjju reeds reusaohtige voorbereidingen in gang," tiaisUrde haar de dokter in bet oor, waarop zy op denzelfden toon ant woordde „Dat laat sich begrijpen." „ik tou ter herinnering aan dien dag/' Jen beer Rezelman met „Wijnkenners van J. v. M. Mej. Ross droeg daarna een zangstukje voor met piano-begelei- ling van den heer Van dtn Berg. De heer Raap liet een schetsje hooren, getiteld: „Influenza", cn daarop volgden de dames J)e Boer en Ollhuis met eer. quatre-mains voor piano. De heer Kloosterboer maakte ons bekend met een „Breef van Mannes Gait Snook an zien zunne Gait Mannes, millesjan le ressisment 3e compie in de bomvr.ë kezerne te Vliszingen" (dialect van den Gelderschen achterhoek). De heer Van V ijk sloot de rij met een zijner schetsen, geheetenEen ontbijt van Jan Wouters. Er was alzoo ruimschoots te hooren en té genieten. Laat ons met den voor zitter hopen, dat de lust om mede iets tot genoegen ot gezelligheid bij te dra gen, er niet minder op worde, en dat de belangstelling in een volgend winter seizoen zich vooral kenmerke door een druk bezoek. In de vergadering van het Bestuur en Hoofdingelanden der Banne Ondkarspel van 29 dezer is besloteo, om, evenals gepasseerd jaar, weder ratten te laten vangen, maar thans met eene premie van 10 cent op 't dooden van elke tat, zullende hiermede een aanvang kunnen worden genomen den 15 April a. s. Door de Af cl. Zijpe der Hollandsclie Maatschappij van Landbouw is in lure j. 1. gehouden vergadering be sloten in het a. s. zomerseizoen op een afgesloten terrein een tentoonstelling te houden van Vee en Landbouwwerk tuigen tegen een entree van f 0.25. Tevins werd besloten een maximum van 10.000 loten uit le geven. Sinds eenigen tijd zijn en kele vasrtuigen, die uit omliggende gemeen ten wekelijks ALKMAAR bezoeker, voor zien van een mo!or, waardoor de snelheid dier verkeeriusiddeleii aanmerkelijk woidt bevorderd. Deze vaartuig» n gaan somwij len langs waterwegen, waarop tot nu toe alleen de gewone zeilschepen zich bewo gen. Door de motorbeweging wordt het water echter in niet geringe beroering gebracht, tengevolge waarvan op de oevers een »rij sterke deining wordt uitgeoefend en waardoor deze eveutu el kunnen wor den ondermijnd. Door een polderbestuur iu den omtrek zijn tegen de vaart dier motorschepen bij Ged. St. dezer provin cie bezwaren ingediend. Uit LISSE. Ontzettend groot dus schrijft men is de schade door d; laatste vorst teweeggebracht in ds hjicinthec-veldan het tegenwoordig geslacht heeft zoo iets nooit aanschouwd. Geheele velden zien grijs in plaats van groen, de bloemknop is geheel bevioieD en ligt bovenop, de plant verlept ineengezakt, zonder nog gelegenheid te hebben gehad te doen genieten van hare kleuren en geuren. Van den bloei zal voorioopig nirts terechtkomen. Indien er nog wat te zien zal zijn van latere soorten, is er minstens 10 k 14 dagen tijdruimte noodig. Hoe onder deze omstandigheden het eigenlijke bollengewas zal uitvallen, ligt voor de handde kansen staan hiervoor ging mevroew Delabonr voort, „mijn volkje gaarne iets goeds bewijzen. Ik soo gaarne een instelling in het leven roepen, waarvan allen, die behoefte aan ver- sorging hebben, onderatennieg en zoo noo dig onderstand souden kannen trekken. Gier heb ik ren ontwerp in elkaar gezet, maar ik weet niet, of dat nn soo geheel en al met de behoeften rekening houdt. Gjj moet mij hierover uwe mcening eens zeg gen. Neem het stuk eens mee, kijk het eens met aandacht door en waar ge van andere moening zjjt, maakt ge uwe kanttee- kc ningen." Het jonge meisje nam bet papier iu ontvangst, sprak geroard haar dank nit voor dit nieuwe bewijs vsn liefde en voorzorg en vroeg ten laatste wanneer zjj het ontwerp moest teruggeven. Mevrouw Delabour antwoordde, na een kort bedenken „Vandaag is het Maandag, den volgenden Vrijdag wil ik mijn zoon en mijnheer Kollbsrg vragen bij mij te komen om de statuten vast te stellen- Wanneer ge my het pipier dan weer wildet terugbren gen? Ik wilde u namelijk vragen, bjj die conferentie aanwezig te zijn wjj komen te acht unr bjj elkaar." Over het gelaat van de jonge dame had zich ongemerkt een blosje verspreid, dat evenals een vluchtige zonnestraal daarop rustte om dan weder te verdwijnen. Zjj scheen op de niteoodiging iets te willen zeegen en boog sich een weinig tot de oode dame over, doch zjj dankte slechts mat eeD toestemmende bewrging vsn het hoofd en stond op. „Neam mij mede, juffroow Wiese," riep de dokier. „Ik beb m|jn tijd weer sohan- deljjk verpraat. J», ja, men wordt oud en babbelriek -- adien, g eerde mevrouw De labour Bn luister nu eens, maar niet lacheD boor 1 Ik maak ter eere van het jabilenm een feeitdrsma in vier bedrjjven mal rauriek en ssng en dans.® De dames lachten ondanks het verbod harteljjk. „D»sr hebben we het waarachtig weer," mopperde de oode heer. „Het eenige waarin ik een genie ben, hot verzer-m iken, wordt niet gewaardeerd. Ik ga tenm'uste dan door voor een miskend genie, dat is toch buitengewoon slecht. Voor alle qnaliteiten worden nu reeds prijzen geboden die in geen jaren gehoord zijn. Als een historisch feit meldt de N. Bred, Ct. Dezer dagen kwam bij een arts een man binnen met alle kenmerken van he vige kiespijn. De arts adviseerde de kLs te doen trekken, waaitoe de pitiënt zich iBtistonds bereid verklaarde, te meer, om dat bij reeds gedurende 2 etmalen de on- dragrlijket? pijnen had doorgestaan. De arts verzocht den patiënt in den daarvoor bestemden stoel plaats te nemen, w t hij gsreede deed, voortdurend een taschje in de hand houdend, hetgeen di« band sedert zijn binnenkomst nog niet veriatin had. Door den ruk aan de kies en den daar door veroorzaakten schrik, viel het taschje nit patiëut's hand en veispreidden ettelijke kleine flaconnetjes zich over den grond. Bij navraag en onderzoek bleek de inhoud te zijneen kiespij ntiuctuur, die patië )t 's morgens met veel succes had aan den man gebracht. Dd geneesheer kon niet nalaten te vra gen of hij nn zelf niet eens eerst de proef met ziju universeel middel genomen bad, waarop de patiënt veroi twaardigd antwoord de fDenkt n, dat ik een boer ben?" GEMKNGD MEtiWS. Op depijnbaok! „Ju," zei de jonkman, op een allertee- derstm toon, *ik zou alles willen doen om je miju liefde te bewijzen.* „Ocb,« zuchtte het meisj», fdat zeggen alla mannen, als zij het hart van een vrouw willsn winnen." „Sitl mij maar op de proef," riep hij met vnur, „en zie o.f ik niet all»s doe wat biunen de grenzen der mogelijkheid is." #Acb," zuchtte zij weer, „kon ik je maar gelooven I" „Zeg maarDos dit of dat, en ik zï) het doen." yO, zeg het ms.nr en laat mij dat doen en je zal eens zien hoe sterk mijn liefde voor ja wel is," riep bij met veriukking. Het meisja sloeg hare wimpers neer en een glimlach speelde om hair mond, ter wijl zij zacht zei#Vraag dan een ander meisje 1" Voor schoolmeisjes. Üe commissaris van poli)ie te Hildes- beim heeft zich genoodzaakt gezien, sijn waarschuwende stem te verheffen tegen een gewoonte der Hsldesheimtr jon ge dochLren, die ook onder onze schoolmeisjes zeer in zwaDg is. Die van Hildesheim honden er voorsl veel van om #aan te haken*, d. i. met drie, vLr, vijf en nog wel meer meisjes arm in arm over de straat te loopen. Tegen zoo'n aaneen gesloten gelid is het vrije verkeer niet be stand en omdat de politie daarvoor in de eeiste plaats moet waker, heeft de com missaris nu bekend laten makeD, dat wan neer zijn waarschuwing geen gevolg had, hij een politieverordening zou ontwerpen, volgens welke bet ^aanhaken* strafbaar zal worden gfsteld. Nu, onze meisjes behoeven nog wel- niet voor znlk een be- paliig te vreezen. Hoewel 't wel zijn nut kan hebbeD, dat zij hooren, hoe baar Hildesheimer lotgenooten #gtmassregelt* worden. ook wat." Daarop ging h|j onherroepalgk weg, s<esg met Clara de trap af en gabeidde daar van haar met de woorden „Leef wel, juffrouw Wisse, en wordt om 's hemelswille nog niet mooier dsn ge reeds sij'; ge maakt anders nog, dat mijn oad hoofd op den hol gaat. Adien De dames uit het magazijn zonden zeer verwonderd zijn geweeit, 'als se haar eerste ditectriee stil voor haar schrgftafel had den zien sitten znlk een gezioht aon haar h»el nieuw en ongewoon geweest zijn. Sedert Clara van boven was gekomen,droom de zij en een atil, weemoedig laahje speelde om haren mond. Het vroolijke rood, dat bo ven hare waDgen had gekleurd, keerde van tijd tot tjjd op hare wangen terng, tonder dat sjj het zich bewust was. Hare gedaoh- ten gingen terug naar dingen die reeda ge schied waren. 'tWas op een mooien dag, dat een heer door een der winkeldames vergezeld in haar kamer was verschenen; daar had bij een belesfde buiging gemaakt en zjjn verschij nen op snauhsche wijze verontschuldigd „Vergeef me, juffrouw," zeide hij, „dat ik in nw allerheiligste binnendring. Ik bsd, er geen denkbeeld van, wat riet wil zeggen anders had ik het bepaald niet gewaagd vier exvmens heb ik moeten afliggen, een spion kan nht met meer wantrouwen worden behandeld." „Dat doet me leed, mijnheer," was haar laohend antwoord, „alleen „Wat ik n vragen mag, verdadig n niet. Gij hebt volkomen geljjk, uw feeïnrijk voor mannen te sluiten. Ik ga eohter voor geen prijs terng eer ik n gesproken heb, want er ia een staats'aak men gemoeid, die geen nitatel gedoogt. Ik wilde mijn boodschap aan mevrouw Delabonr hebben gedaan, maar rarja geëerde vriendin is niet thuis en na lang over en weer pralen heeft men mg eindelijk naar dit heiligdom gevoerd." Op Clara'a nitooodiging om te gaan sitten noemde hg zjjn naam; „Kollberg."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 6