BIJVOEGSEL
SCHAGER COURANT
behoorende bij de
van Donderdag 6 April 1899, No. 3404.
Verslag van de verga-
dering van den Raad der gemeente
W1ERING3SR W AARD,
gehouden den 4 April 1899, des voor
middags ten 10 ure.
Afwezig de heer V. Bakker Jz. we
gens ongesteldheid.
De Voorzitter, de heer C. D. Rezel-
man, opent de vergadering, waarna de
notulen van de vorige bijeenkomst wor
den voorgelezen en onder dankzegging
aan den Secretaris goedgekeurd.
Ter tafel wordt gebracht
1. Een adres van den heer K. van
Zoonen, slager alhier.
Adressant verzoekt voor rekening van
de gemeente een lantaarnpaal met toe-
behooren te willen plaatsen voor zijn
woning, opdat hij in staat worde gesteld,
om voor zijne rekening daarin brongas
te branden op tijd en wijze, zooals dat
voor de gemeente geschiedt.
De voorzitter acht, ook voor het pu
bliek, een lantaarn op aangegeven plaats
niet ondienstig, i >aar echter de woning
van den heer Van Zoonen buiten de
kom staat, komt het B. en W. niet
wenschelijk voor, om voor rekening van
de gemeente aldaar een lantaarn te
plaatsen, omdat ongetwijfeld meerdere
aanvragen zouden volgen en zulks wel
eens bezwaarlijk zou kunnen worden.
De heer D. Kooij Jbz. vindt de plaat
sing dienstig en informeert naar de
kosten.
De Voorzitter vermeent p.m. f 25.—.
De heer J. L. T. Groneman vereenigt
zich met de zienswijze van B. en W.
Wordt besloten afwijzend te beschik
ken en den heer Van Zoonen mede, te
deelen, dat het hem vergund zal zijn
voor eigen rekening, op een plaats door
het Dagelijksch Bestuur goed te keuren,
paal en lantaarn te plaatsen en bron
gasverlichting aan te brengen;
2. Een kennisgeving dat er bij het
polderbestuur in beginsel geen bezwaar
bestaat om toestemming te geven tot
het maken van een ijskelder in den
Noorddijk. Het wenscht echter inzage
van plan en bestek, om daarna te be-
oordeelen of het zijn goedkeuring al of
niet hieraan hechten kan.
De Voorzitter deelt mede, dat nog
niet bepaald is uitgemaakt, wat de voor
keur zal verdienen, een ijshuis of wel
een ijskelder, en dat om die reden
Burgemeester en Wethouders naderhand
daaromtrent een voorstel wenschen te
doen.
3. Een adres van den heer P. Schenk
Dz., gemeente-ontvanger, inhoudende het
verzoek, aan H. H. Gedeputeerde Staten
te willen voorstellen zijn jaarwedde te
verhoogen en vast te stellen op f 200.
De voorzitter deelt mede, dat in 1897
gelijktijdig met de regeling van de
jaarwedden van den Burgemeester en
Secretaris, door den Raad reeds eene
verhooging was voorgesteld, waarop
echter geen antwoord was ontvangen en
daarom de ontvanger thans persoonlijk
het verzoek heeft ingediend.
Burgemeester en Wethouders hebben
de bezoldiging vergeleken met die van
de ontvangers in verschillende gemeen
ten van Noord-Holland en zijn na rijpe
overweging tot de conclusie gekomen,
dat overeenkomstig het in 1897 gedane
voorstel, een jaarwedde van f 175.
alleszins billijk zal zijn.
De heer Groneman kan zich hiermede
vereenigen op zijn vraag of de borg
tocht ook in overeenstemming is met
die van andere ontvangers, kon geen
afdoend antwoord gegeven worden.
De borgtocht wordt echter niet zoo
bezwarend geacht, dat daardoor een
jaarwedde van f 200.noodzakelijk
zal zijn.
Met algemeene stemmen wordt op
voorstel van B. ea W. besloten aan H.
H. Ged. Staten f 175.voor te dragen,
4. Een schrijven van den heer R.
Yisscher alhier, waarbij genoemde heer,
onder betuiging van hartelijken dank
voor de waardeering, medewerking en
I steun steeds in ruime mate van het ge
meentebestuur en schooltoezicht onder
vonden, tegen 1 September a.s. ontslag
verzoekt als hoofd der openbare lagere
school alhier.
De Voorzitter, hulde brengende aan
hetgeen de heer Visscher in een 40-tal
jaren voor deze gemeente heeft gedaan,
stelt namens Burg. en Weth. voor aan den
heer Visscher onder betuiging van waar
deering en oprechten dank voor de ge
wichtige diensten aan de jeugd en de
ouders in deze gemeente bewezen in
zijn zoo moeilijke en omvangrijke be
trekking, overeenkomstig zijn verzoek
met 1 September a. s. een meest eervol
ontslag te verleenen.
Naar aanleiding van deze ontslag
aanvrage, zegt Voorzitter, staan we weer
voor het doen eener benoeming.
Voor echter tot een oproeping over
te gaan, achten B. en W. noodig' na te
gaan in hoeverre reorganisatie van het
onderwijs in deze gemeente wenschelijk is.
We hebben een openbare lagere
school en een bijzondere door de gemeente
gesubsidiëerde school voor meer uitge
breid lager onderwijs. De vraag is nu
wat, zoowel financieel als anderszins,
het meest in het belaug der gemeente
zal zijn, n.1. de oude toestand of com
binatie der beide scholen, of wel de
laatstgenoemde school te veranderen
in een gemeenteschool, waardoor het
hoofd dier school gemeente-ambtenaar
wordt en aanspraak gemaakt kan wor
den op Rijksbijdrage.
Daar niet zoo direct een beslissing is
te nemen, stellen Burg. Weth. den
Raad voor: aan het dagelijksch Bestuur
of aan een commissie uit zijn midden
op te dragen, een onderzoek in te stellen
en in een volgende vergadering rapport
uit te brengen.
De heer Groneman kan zich met het
doen van een onderzoek vereenigen en
meent dat het college van Burg. Weth.
daarvoor in de eei'ste plaats is aan
gewezen.
Een spoedige voortzetting acht spre
ker gewenscht, aangezien het wel eens
kon gebeuren, dat men het in een
volgende vergadering niet eens was met
de rapporteurs en de zaak vertraging
ondervond, terwijl de benoeming van
een hoofd der school niet te languitge-
Een beredeneerd verslag van den
steld kan worden.
De heer A. Sleutel wijst op de school
te Winkel, waaraan een klasse voor
me.pr uitgebreid lager onderwijs is ver
bonden.
Na nog eenige discussiën over deze
aangelegenheden wordt aan Burg. en
Weth. het onderzoek opgedragen.
5. Een circulaire van H. H. Ged.
Staten, houdende mededeeling, dat inge
volge art. 14 slot-alinea der wet van
24 Mei 1897 (St. BI. No. 156) met 1
Januari 1900 van rechtswege vervallen
de verordeningen betreffende de heffing
van rechten en loonen als bedoeld in
art. 238 der Gemeentewet, met uitnoo-
diging reeds spoedig tot het vaststellen
van nieuwe verordeningen over te gaan.
Aan Burg. en Weth. wordt opgedra
gen in den loop van den zomer de con
cepten aan te bieden
6.
toestand van het onderwijs in deze ge
meente over 1898, hetwelk na voorle
zing voor kennisgeving wordt aangeno
men.
Uit het verslag blijkt
1 Januari j. 1. in de o. 1.
gens en 86 meisjes, te zamen 157 kin
deren onderwijs ontvingen. Van deze
leerlingen kwamen uit Barsingerhorn
1 jongen en 3 meisjes, uit Anna Paulowna
2 meisjes.
De bijzondere gesubsidieerde school
werd bezocht door 17 jongens en 6
meisjes4 der jongens en 1 meisje
kwamen uit Barsingerhorn en 4 jongens
uit Anna Paulowna.
Aan het herhalings-onderwijs namen
10 jongens en 8 meisjes deel.
Eén jongen en één meisje ontvingen
onderwijs in de school te Kolhorn en
één jongen in die te Schagen.
De kosten voor het onderwijs bedroe
gen f 4247.345 terwijl aan Rijksbijdragen
werd ontvangen f 882.935 en aan
schoolgeld f326.50.
o. a.
dat op
school 71jon-
behandeling
7. Het door B. en W. opgemaakt
kohier van den Hoofdelijken Omslag
voor 1899, hetwelk na
wordt vastgesteld op f 3282.
8. Het kohier van de hondenbelas
ting, dat als dessert wordt opgepeuzeld,
met het gevolg dat voor de gemeente
wordt ingeslikt een bedrag van f207.50.
Neen, het einde is nog niet daar.
Het dessert, gewoonlijk zoo heerlijk,
heeft thans een wansmaak.
De ernstige ziekte van den heer
V. Bakker Jz., den wethouder, dien men
zeer gaarne hier. tegenwoordig zag, komt
ter sprake.
De Raad acht, vooral met het .oog
op de onderwijskwestie, zich verplicht
tijdelijk hem als wethouder te doen ver
vangen. Na de stemming blijkt, dat de
heer J. Schenk Dz. met 5 van de 6
stemmen is gekozen tot tijdelijk Wet
houder.
Genoemde heer wordt eveneens om
dezelfde reden met 4 der 6 uitgebrachte
stemmen benoemd tot Ambtenaar van
den Burgelijken Stand.
De heer Schenk verklaart beide0 be
noemingen te willen aanvaarden.
De voorzitter sluit hierna, onder dank
zegging voor de opkomst, steun en me
dewerking, deze vergadering.
Snelpersdruk van P. Trapman te Schagen.