Alitstct Nitws-, Aimtffiie- k Luim! ondag 3 APH.IL 1393. 1 i«r totaal nit ürit Walen. Leerplicht. 43ste Jaargang Ho. 3405. Politiek; overzicht ter weet. bureau: JLaan, 4. KKRSTK RL AU. tiemeeuieSchasen. Jacht en Visscherij. Maatschappij van Weldadigheid De kansen. Buitenlandsch Nieuws. V mi Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en gaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden aD VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer aeülaatst INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. DRAAIT Uiigeyer: P. TRAPMAN. Medewerker .1. W 1 h L. B ekendmakiuK i». De Burgemeester der gemeente SCHA GEN brengt ter kennis van de ingeze tenen, dat do aanvragen ter bekoming van jacht- on vischakten en van kostelooze vergunningen tot de uitoefening der visscherij voor het seizoen 1899/1900 ter Secretarie voor de belanghebbenden ter invulling verkrijgbaar zijn, dagelijks, Zondagen en feestdagen uitgezonderd, des voormiddags van 9 tot 12 ure. Schageu, 24 Maart 1899. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Prijs per jaar f 3.—. .Franco per post t 8.6Ö, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADYERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groot,e letters worden naar plaatsruimte berekend. De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis ran de ingezetenen de volgende bij bem ontvangen circulaire van de te Frederiksoord. landgenooten Ruim TACHTIG jaren bestaat de MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID. In dat tijdvak is zij Toor tal van gezinnen een zegen geweest. Zij genoot daarbij den steun van vele belangstellenden in den lande, waaronder het KONINKLIJK HUIS steeds de eerste plaats innam. Thans komt zij een beroep doen op Uw aller steun, door een collecte, die dezer dagen aan Uwe huizen zal gehouden worden. Het is bekend, dat de werkkring der Maatschappij vooral bestaat in het opnemen van verarmde gezinnen of personen, die zij in de gelegenheid stelt als arbei ders, en later dikwerf als vrijboeren, in eigen onderhoud te voorzien. Allen hebben tegen eene matige vergoeding een huis met tuintje en dc vrijboeren daarenboven 2'/j hectaren grond in gebruik en ontvangen de noodige voorschotten voor hun bedrijf. De bevolking bestaat thans uit pi.m. 350 gezinnen met ruim 2000 zielen 'i'wea Hervormde en ééne Roomsehe Kerk met pastorieën zijn in onderhoud bij de Maatschappij. De kinderen zijn verplicht het onderwijs in de scholen tot hun 14e jaar te volgen en bovendien het godsdienstonderwijs hunner gezindte bij te wonen. Bij bet verlaten der school staat hun de gelegen heid open om zich voor verschillende betrekkingen te bekwamen; voor de meisjes o.a. in een viertal handwerkscholen en voor de jongens door de uitmun tend» gelegenheid, die de Maatschappij van Wel dadigheid in hare fabrieken en werkplaatsen aanbiedt tot het aanleeren van allerlei ambachten en in hare zes groote boerderijen tot htt zich bekwamen in den landbouw. Aldus toegerust, verlaten ons jaarlijks een zestigtal bestedelingen of kinderen van opgenomen gezinnen en hun latere loopbaan geeft in den regel aanleiding om met groote voldoening op de verkregen resultaten terug te zien. Het is echter duidelijk, dat voor dit alles groote geldelijke offers vereischt worden. Zeker, de Maatschappij is in menig opzicht voor uitgegaan en zij, die Frederiksoord bezochten, «uilen een' gunstigen indruk hebben medegenomen van den staat harer bezittingen, die een oppervlakte van ruim 2000 hectaren beslaan, maar de behoefte aan bedrijfskapitaal neemt steeds toe, terwijl de inkomsten niet vermeerderenook het ledental, dat indertijd tot 23000 was gestegen, is thans tot beneden 7000 gedaald. Daarom is Uw steun onmisbaar, zal de Maatschap pij hare taak kunnen blijven vervullen. Wilt gij ons helpen Door eene bijdrage, hoe klein ook, zult gij hebben medegewerkt om menig gezin, dat in de groote Maatschappij zou verloren gaan, van den ondergang te redden cn de kinderen van dat gezin tot nijvere burgers dier Maatschappij, waarin zij straks terug- keeren, op te kweeken. Steunt ons dus naar uw vermogen, om, onder Gods zege», het zedelijk en stoffelijk welzijn van zoovele Uwer hulpbehoevende medeburgers te bevorderen. Commissarissen der Maatschappij van jWeldadigheid C W. Graaf v. LIMBURG STIRUM, Voorzitter. Mr. A. v. NAAMEN VAN EEMNES. Mr. W. J. VAN WELDEREN Baron RENGERS. Mr. W. H. DE BEAUFORT. Mr. F. J. M. A. REEKERS, Secretaris. Do in bovenstaande circulaire bedoelde collecte langs de buizen der ingezetenen dezer gemeente zal in den loop van de volgende maand gehouden worden. In bet belang der werkelijk goede zaak wordt deze collecte ten zeerste in de offervaardigheid van alle weldcnkenden aanbevolen. Schagen, 23 Maart 1899. Dc Burgemeester, S. BERMAN. II. 2. (Slot). Op het Herhalingsonderwijs zal leerplicht struikelen", aldus dr. Kuyper in De Standaard van 21 Maart jt. Hoewel nu de uitkomst vaak heeft bewezen, dat de profetische woorden v.tn den leider der christelijke democraten niet altijd op één lijn dienen gesteld te worden 'met die der profeten van Israël, en deze profeet wel eens profeteert, niet ge dreven door inwendige ontroering des ge- moede omdat de geest over hem is gekomen, maar ter wille van redenen, buiten de zaak in quaostie gelegen waar hij den geest over zichzelven brengt,^ dienen wij zijn profetie toch eenigszins van meer nabij te beschouwen, alsmede de redenen waarop deze steunt, .Jongens n m eisj e s",schrijft hij, „moeten er aan." Wat du dunkt onze vaders en moeders, wat duukt onze paodagogen van een 's avonds laat op straat brengen vau vier jaren jongens en meisjes tot een leettijd vau 16 jaar? „In de sleden bron van straatschenderij, van vroege onzedelijkheidtou plattenlaode, waar woning en school op verren afstand van elkaar liggen en zonder gaslantaarn» langs de wegen, een wandeling van jongens eu meisjes in den donker, of, uillokkender nog, bij zoeten maneichjjn." Die woorden „zoeten maneschijn" zou den ons bijna doen denken, dat oude herin neringen ze dr. Kuyper in de pen hebben gegeven, maar hij spreekt over het herha- iing8onderwij8,alsofdit iets nieuws ware en alsof het niet reeds in verscheidene gemeenten van ons land bestond. Heeft men daar ooit gehoord van bovengenoem de noodlottige gevolgen En worden catechisatiëu ten plattenlande vaak ook niet in den avond gehouden Nu zal er in deze altijd wel eenige regeling te treffen en controle zijn uit te oefeaen, maar het komt ons toch voor, dat de school met den bijbel weinig resultaat heeft afgeworpen, indien de kinderen, die deze hebben bozocht, zich zouden overgeven aan „vroege onzede lijkheid" en de onderwijzers en onder wijzeressen, die het herhalingsonderwijs geven, ze daarvoor niet kunnen behoe- den. Waar blijft dan de zegenende invloed van de school met den bijbel P Tegen de verschrikkelijke dingen, die ons nu te wachten staan, is vroeger nooit door dr. Kuyper eu zijn bondgenooten gewaarschuwd, hoewel er in verschillende gemeenten een derde schooltijd bestaat, dien men de avondschool noemt, en zooals „Een onderwijzer" in de Middelburgsche Courant terecht opmerkt, moet dienen om goed te maken, wat in gewone school tijden door de leerlingen wordt verzuimd. Wij gebruiken daarboven het woord „bondgenooten"; de beste, de meest krach tige in deze is De Maasbode, die klaagt dat vele kinderen naar de gemeenteschool zul len moeten, „kinderen van 18, 14, 15 en 16 jaar, jongens en meisjes, Katholieken, Protestanten, ongeloovigenbrave, on schuldige kindereu en slechte bedorven kinderen." „Wat moet dat worden?" jammert het katholieke blad en het antwoord luidt: „Hoe men het ook neme of wende dat wordt een onpeil bare bron van bederf en zedeloosheid". Ook de katholieke school en bet onderwijs, daarop gegeven, schijnen dus geen waarborg te zijn, dat de „onschul dige kinderen", die deze bezoeken, weerstand zullen kunnen bieden aan de verleiding ontstaan door den omgang met „Protestanten en ongeloovigen", de „slechte, bedorven kinderen" waarvan De Maasbode gewag maakt. Dit euvel is echter te voorkomen „de onschuld der kinderen, eer en deugd staan" volgens De Maasbode, „op het spel" door op de confessioneele school zelve herhalingsonderwijs te geven. Ja, maar, zegt dr. Kuyper, dat gaat maar zoo niet. Die kinderen kunnen niet zitten aan dezelfde banken als de kleinere en dan het onderwijzend perso neel, iedere onderwijzer moet minstens f 100 meer bezoldiging hebben. „Laat elke bijzondere school er aan denken: Nieuw stel banken. Bergplaats voor die banken. Dienslpersoneel om ze uit en in te dragen. Licht en vuur. Nieuwe leermiddelen. En dan verhooging vau tractement voor twee derden der onderwijzers. Of zal dat alles tot de volle 100 pCt. vergoed worden Wij vragen opnieuwhoe redt men het dan in die gemeenten, waar reeds herhalingsonderwijs wordt gegeven,bv. in Amsterdam, waar dit op twaalf scho len der gemeente geschiedt en waar dr. Kuyper dus dadelijk in deze zijn licht kan ontsteken P Wat de kosten betreft, natuurlijk zullen deze gedragen moeten worden', maar is het daarom in den Minister af te keuren, dat, waar dr. Kuyper in Dc Standaard van 21 Maart zelf erkent, dat het herhalingson- derwjjs „zijn uitnemende zijde heeft", nu, zeer vele zijner collega's in de Tweede Kamer, „met bijzonderen nadruk" hebben aangedrongen om het verplicht herhalingsonderwijs aan het ingediend wetsontwerp te verbinden, hij thans iets regelt, waarom reeds jarenlang door hen, d'ie daarbij het meeste belang hebben, door de arbeiders, is gevraagd P Nu zijn do andere katholieke bladen niet zóó fel en scherp tegen dat herha lingsonderwijs gekeerd als het enfant terrible der partij De Maasbode. „Hoe denken over deze bepalingen", vraagt De Tijd in zijn nummer van 14 Maart jl-, „onze katholieke onderwijzers en onderwijzeressen, hoe onze katholieke schoolbesturen Bestaan tegen deze verplichte avondlessen van de zijde onzer bijzondere onderwijzers en onder wijzeressen wij denken hier in de eerste plaats aan onze religieuze geen groote, wellicht onoverko melijke moeilijkheden P" Het antwoord van die onderwijzers en onderwijzeressen hebben we nog niet gelezen het zal wel niet dat zijn van dr. Kuyper, waar hij sprak van den „zoeten maneschijn", maar het komt ons voor dat confessioneele onderwijzers en onderwijzeressen, die hun vak lief hebben, en in dat onderwijs nog iets meer zien dan het vormen van gehoor zame kinderen der Kerk, opdat zij later zullen zijn in de handen der geestelijk heid gewillig en gehoorzaam „als de stok in de hand eens mans", die verlangen dat zij, door hetgeen zij hun geleerd hebben nog eens met vrucht te herhalen, ook zullen worden bruikbare leden in de groote menschenmaatschappij, tegen dat herhalingsonderwijs al zeer weinig zullen hebben in te brengen. Iets anders is het met de katholieke schoolbesturen. Ja, deze zullen, willen zij consequent de concurrentie met het openbaar onderwijs blijven volhouden, ook aan hun scholen herhalingsonderwijs moeten verbinden. Dat ziet De Tijd dan ook zeer goed in, als dat blad schrijft „Immers, men bedenke het wèl wordt het tegenwoordige ontwerp tot wet verheven, dan zullen de voorstanders van hei bijzonder onderwijs gedwon gen worden, aan elk hunner scholen een winteravond- school te verbinden, tot het geven van herhalings onderwijs. Laten zij dit na, dan worden de kinderen, die tot hun 12de of 13de jaar de bijzondere, godsdienstige lagere scholen hebben bezocht, door de wet van dien leeftijd af tot hnn 16de of 17de jaar dus op den gevaailijksten leeftijd, waarin de geest tot gevoel van zelfstandigheid gerakende, het. gretigst allerlei tegenstrijdige indrukken in zich opneemt verplicht de neutrale openbare school te bezoeken". „De schoonste vrucht van ons bijzon der katholiek onderwijs", meent De Tijd, „de schoonste vrucht ook van de offer vaardigheid van duizenden onzer geloofs- genooten zou op die wijze bij zeer veel kinderen wie weet bij welk groot percentage van de vroegere bevolking onzer katholieke scholen ernstig in gevaar worden gebracht. „Kan, mag dit alles in Nederland geschieden Laten wij De Tijd er aan herinneren, dat de onderwijswet van 1878, dus 21 jaar geleden, eigenlijk reeds het geven van herhalingsonderwijs aan de gemeen tebesturen heeft opgelegd, maar dat de onwilligen zich verschuild hebben achter de woorden „voor zooveel doenlijk' Waren later die woorden er uitgeno men, wat bij de pacificatie in 1889, toen men nog zoo royaal was met de dubbeltjes, gemakkelijk had kunnen ge schieden, de confessioneelen hadden, ten einde de concurrentie met de openbare school vol te houden, van dien tijd af ook ten minste aan herhalingsondorwijs moeten denken. Reeds in het ontwerp van wet op het L. O. van 1849 werd het herhalings onderwijs genoemdnog altijd is de zaak niet geregeld; de gemeentebesturen verschuilen zich achter het „voor zooveel doenlijk" en nu vragen wij op onze beurtkan en mag dit alles in Nederland nog langer worden geduld P Neeu, zeker niet! Niet de meerder heid der Nederlandsche natie heeft de confessioneele scholen gebouwd. Zij wa ren vroeger luttel in getal. Na de „paci ficatie" zijn zij in grooter getale verrezen en wanneer nu de stem des volks, zich uitsprekende met bijzonderen nadruk door zeer vele zijner vertegenwoordigers, het verplicht herhalingsonderwijs als een onafwijsbaren eisch des tijds vraagt, een eisch meer dan vijf en twintig jaren o. a. door het Nederlandsch Werklieden verbond uitgesproken, en in 1897 in de programma's der Liberale Unie en van den Radicalen Bond met kracht en na druk herhaald, dan deed de minister oen eerlijk en hoogst nuttig werk, toen hij, hoe ook de clericalen mogen toornen, het verplichte herhalingsonderwijs in de wet opnam. Had hij dat niet gedaan, hij zou zijn eigen verleden en den uitge- drukten wensch van de groote meerderheid der natie een klap in 't aangezicht heb ben gegeven. Omdat de besturen der confessioneele scholen tegen de fiaanciëele gevolgen van herhalingsonderwijs opzien, zou de regeering zich moeten onthouden van het invoeren van een maatregel, welks goede gevolgen zoo algemeen, ook in andere landen, zijn erkend, dat iedereen, die in zake onderwijs geen nevenbedoe lingen heeft, hem zal moeten toejuichen Van hoeveel welwillende gezindheid des Ministers Memorie van Antwoord ook moge getuigen, iets dergelijks kan de regeering niet doen. Nu, zoo'n vaart behoeft 't dan ook wel niet te loopen. Dr. Kuyper heeft, niettegenstaande zijn bezwaren tegen het herhalingsonderwijs, het wetsontwerp in meer dan één opzicht onberispelijk genoemd, voor hen die aan de overheid de bevoegheid toekennen om een wet op den leerplicht als de onderhavige in te dienen. Die bevoegdheid wordt door hem betwist en, al zou dus bet herhalingson en verwachtingendat zij daaromtrent iets meer vorderen dan de volgens De Tijd „zeer vage beloften" des ministers, is hun niet kwalijk te nemen. Wij zijn nu eenmaal een volk van kooplieden. Indien wij dan resumeeren, dan zien wij, dat het nieuwe wetsontwerp, in de vrijzinnige pers zeer gunstig onthaald, thans door de invoering van het verplicht herhaliugsonderwijs beant woordt aan de wenschen van „zeer vele leden" en dat de priacipiëele voorstan ders van leerplicht, die bezwaar hadden tegen de kosten, thans door het wegnemen van het dertiende jaar, daarvan zijn verlost. De voorstanders van leerplicht tot het 14de levensjaar, zullen nu, nadat herhalingsonderwijs wordt ingevoerd, ter wille van het meer dere het mindere niet verwerpen. De Katholieken zijn niet absoluut tegen leerplicht gekant, zij habben tal van bezwaren, roeren de groote trom, maar hun stem zal wel afhangen van het aantal zilverlingen dat hun in den schoot zal vallen. De principiëele tegen- derwijs uit de wet gelicht worden,dan nog standers zullen dus alleen zijn de anti zouden hij en de zijnen er tegen stem men. Maar niet aldus redeneereu vele zij ner katholieke bondgenooten bij de stem bus van 1897. „Ik zou nog willen vragen", schrijft pastoor F. A. Eerstens in De Zoom, een blad dat te Bergen- Op-Zoom verschijnt, „waarom men de uitstekende artikelen in het Centrum eD de op dit stak niet minder merkwaardige brochure van Mr. Visser heeft doodgezwegen Is dan hier te lande het ingrijpen door den Staat in de ouderlijke macht zoowel als het beschermen van het kind tegenover plichtverzakende ouders eene nieuwigheid? Of verdient zulk ingrijpen dan alleen wederrechtelijk te heeten, wanneer het rechtstreeks geschiedt Hoe menigmaal wordt het zijdelings niet gedaan in onze bestaande wetgeving? En mag men vergeten, dat wij van een bevriend of ons Christelijk Ministerie-Mackay eene wet op 't L. onderwijs gaarne hebben aanvaard, die toch een art. 81 met een alinea 4 bevat, waardoor aan burgerlijke armbesturen de honger als een zwaard wordt in de hand gegeven om plichtverzakende ouders te dwingen hunne kinderen naar school te zenden Mij is het altijd gebleken,dat het bezoeken van een strikt neutrale school voor de jeugd minder verderfelijk is dan het onder schooltijd slenteren langs 's Heeren straten en wegen, ook, dan het zich bevinden onder arbeidersploegen in fabrieken of te velde. En de kinderen die veelvuldig de dagschool verwaarloozen, heb ik nimmer mogen rekenen onder de trouwe volgelingen van het onderricht in den Cateehismus of de christelijke leer." Wijzende op de „onloochenbare ge zindheid van den wetsontwerper om aan de behoefte der bijzondere school en aan de gemoedsbezwaren harer voorstanders tegemoet te komen", wil dan ook de heer Kerstens afwachten of de pogingen om 't ontwerp aannemelijk te maken, al dan niet zulle r slagen. Nu gelooven wij ook, dat, al moge in oen als hoofdartikel ingezonden stuk in De Tijd van 1 April de bedreiging voor komen, dat deze „oorlogsverklaring" het gewijzigd wetsontwerp tegen de voorstanders van het bijzonder onder wijs den schoolstrijd zal heropenen alsof dit niet reeds lang het geval ware en „dat die strijd, komt de leerplicht er door, met te meer verbittering zal ontbranden", dergelijke dreigementen de voorstanders van leerplicht niet zullen vervaren. Zij weten wat ze waard zijn. Het geven der subsidie sluit niet in zich, dat de besturen der bijzondere scholen ook herhalingsonderwijs moeten gevenwel is aan de ouders der kin deren voorgeschreven hun kinderen herhalingsonderwijs te doen genieten. Willen zij nu dit op bijzondere scholen doen verstrekken en zija de besturen daartoe geneigd, beantwoordt dit onder wijs aan de eischen door de wet gesteld, dan zal iedereen het billijk achten, wanneer ook daarvoor subsidie wordt gegeven omdat alsdan de gemeentescho len worden ontlast, revolutionnairen. Vermoedelijk zal, nu het gewijzigde wetsontwerp opnieuw naar de afdee- lingen is verwezen, wel spoedig ons daaromtrent eenig licht geworden. Dit is zeker het gewijzigde wets ontwerp heeft de kansen op het ver krijgen van leerplicht niet slechter ge maakt. Op gevaar af om zoo nu en dan in herhalingen te vervallen, die echter tot goed begrip van den toestand van het oogenblik noodzakelijk zijn, begin nen wij met de mededeeling, dat de Amerikanen meer en meer den draad in het Philippijnsche warkluwen kwijt ra ken. Generaal Otis seinde voor een paar dagen, dat de Amerikaansche troepen het spoor der Filipinos bijster zijn ge raakt. Aquinaldo en de zijnen zijn sinds eenige dagen verdwenen en niemand weet waar hij en de zijnen zijn gebleven. Dit bericht komt geheel over een met hetgeen een Amerikaansch offi cier, die zich eenigen tijd onder de Fili pinos heeft opgehouden, omtrent hen me dedeelt. Hij zegt, dat Aquinaldo van plan is om onder alle omstandigheden een be- slissenden veldslag te vermijden, maar het doel heeft de Amerikanen onophou delijk te verontrusten, door zich nu hier, dan daar te vertoonen, en zoodoende hun troepen af te matten. Over hunne taktiek van aanvallen deelt genoemde officier eigenaardige bijzonderheden mede. De Filipinos doen b. v. na negen uur des avonds tot den morgen overvallen met troepen, die overdag gerust hebben; daarna worden deze afgelost, versche manschappen ne men de geweren van hen over en ver richten overdag den dienst. Dan volgt weder een krachtige aanval tegen den middag tot vier uur, wanneer de zon haar grootste kracht heeft. Daardoor worden de Amerikanen gedwongen om zich aan eene onuitstaanbare zonnewarmte bloot te stellen, waardoor zij meer waardelooze manschappen krijgen, dan door het vuur hunner tegenstanders. Ook dit vuur begint alle respect in te boezemen. In het leger van de inboor lingen zijn minstens 40.000 snelvuur- gewereD, terwijl nog 25000 vuurwapens van ouder systeem in gebruik zijn. De aanvoering moet over het algemeen Naar het ons voorkomt, zijn het dus het I goed zijn. Naast vele Japansche officieren geven dier subsidie en de hoegrootheid j dienen vele Spanjaarden in de gelederen van het bedrag do voorwaarden waarop j der „opstandelingen". Deze laatste me de katholieken zich wel zouden laten vinden. Het marktgeschreeuw van De Maasbode en de meer deftige oppositie van De Tijd moeten alleen dienen om bij deze quaestie van do ut des ik geef wat opdat gij ook wat zult geven zoo nabij mogelijk te komen tot het dedeeling wordt bevestigd door ont snapte Spaansche gevangenen, die ge tuigden, dat verschillende officieren, waaronder enkele hoofdofficieren van den generalen staf, zich vrijwillig bij de „opstandelingen" hebban aangesloten. Waar Aquinaldo zijne wapens en am- door Het Centrum langs dan weg van munitie vandaan krijgt, is tot dusverre voor leerplicht voorgestelde „groote doel" de Amerikanen een raadsel. In den „gelijkstelling van openbaar en bijzonder laatsten tijd is Aquinaldo ook nog onderwijs". in het bezit gekomen van rookzwak De katholieken zullen het volgens De kruit, hetgeen de ergernis tegen den on- Tijd „bittere drankje" wel slikken mits bekenden leverancier nog meer heeft bet „moois en het lekkers", dat hun in opgewekt. Vele Amerikanen willen in de memorie van antwoord wordt voor- Duitschland den stillen bondgenoot zien, gespiegeld, maar voldoet aan hun eischen die hunne tegenstanders van ai het noo-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 1