OnltrjtsfliltM. Zondag 23 APRIL 1899. 43ste Jaargang Uo. 3409. tweede blad. Een Conflict. FEUILLETON. liinnenlandsch Nieuws. RAIÏT. OOO »Geloof mij, da vrouw van een kun- etenaar te zijn, ii niet zoo gemakkelijk De onde dame sprak dit tot de jonge, van geluk stralende schilders/rouw, die haar eerste bezoek met haar man bij een ouderen collega maakte. De groote, blauwe kinderoogen der jonge vrouw straalden geen oogenblik minder. Zij was zoo trofa en gelukkig, de veel- beDijde vrouw van den beroemden schil der te zijn, dien men op het eerste gezicht voor een geniaal kauslenaar aanzag. Zij was geen oogeublik bevreesd, ondanks de waarschuwende woorden van de oude vriendin van haar man. Zij was zeker ook vol nijd, als zoo velen, die op haar geluk een schaduw wilden werpeu. Maar het zou haar niet gelukken. Hem teeder aanziende, hing zij aan zijn arm. Haar geheele ziel behoorde hem. Reeds lang had zij hem heimelijk be mind, toen hij nog niets er van merkte. Op sen kunstenaaisfeest bespeurde hij het voor het eerst, toen anderen hem er op merkzaam op maakten, en h»m geluk wenschtin met de verovering van de eenige dochter van den miljonair. Hij zag haar aan met zijn donkere, gloeiende oogeo. Een oogenblik beet bij met zijn verblindend witte tanden in zijn onderlip, toen gaf hij met zijn ge spierden arm een slag in de lucht, alsof hij iets doorsloeg. Misschien was het de knoop Tan een ouden band. Er waren menschen, die meenden te weten, dat de geniale kanstenaar in de netten van een hem onwaardige vrouw verstrikt was. To-*n bij het jonge, bloeiende meisje zag, wier blik vol innige, dwepend) liefde op hem rustte, ging voor hem een nieuwe zon op. De purperen roos. die ia zijn kaoops- gat verwelkte, wierp hij weg en vroeg haar oea een knopje uit haar bouquet. Hij bemerkte, hoe haar een rilling door het lijf ging, toen hij haar hand nam, door zijn arm trok bd niet meer vaa haar zijde week. Met blijdschap zag haar vader het, want hij wist, hoe zijn kind liefhad en hoe haar liefde eindelijk beantwoord werd. De huwelijksreis naar Italië was als een droom. Hij verklaarde haar de wonder- ■cheppingen der ouden en zij zou een goede leerlinge zijn geweest, als zij aan iets anders had kunnen denken dan aan hem. Zoo lang zij op reis waren, liet hij zich de teederheid haret liefde met een vrien delijk lachje welgevallen, maar toen zy waren teruggekeerd en hij met nieuwen ijver aan den arbeid wilde gaan, vond hij ze wel wat lastig. Zij had zich in zijn atelier een gioote, hooge en lichte ruimte, een prettig hoekje ingericht. Zwellende zijden kussens lagen onder hooge, waaierpalmen, en overal geur den bloemen onder het melodisch geklater van een fonteiD. Hooldschuddend stond hij voor haar. 10. „Is dat alles wat ge op de besehuldiging te zeggen hebt F* vroeg de president aan lijn zoon. „Wat zon ik er bij moeien voegen F Het is een gemeene leugen.* „Dus uwe verhouding tot die dame bestaat niet F* „Natuurlek niet. En ik vraag u vriendelijk, papa, als ge leeljjke dingen van die jonge dame hebt gedacht, die gedachten dan oo- genblikkelgk uit ow hoofd te zetten, want ag verdient uw hoogachting. „En wat beleekent dat F* vroeg de pre sident, hem den brief orerhandigeDd- Erich bekeek hem opmerkzaam en gaf hem daarna terog met de woorden „Die brief is vervalsebt." „Erich!' riep de president, een slap achterwaarts g«ande. „Echt is het adres en de ondsrteekening, ook zooals hot sehgnt de tweede en voor laatste regels, het overige is op zeer handige wij se er onder geschreven en om ontdekking zoo goed als onmogelijk te maken, als met vloei haastig afgedroogd, zoodat de ioüers gevlekt sijn De president haaide zenuwachtig syn lorgnet uit den aak en onderiocht het schrij ven nauwkeurig., „Het sehgnt inderdaad zoo," zeide hg verdrietig. „Dst maakt de zaak niet beter, want het gaat toch niet aan, dat alles open lijk hakend la maken. In elk geval was hiel teer onvoorzichtig van u, u in schrifte lijke verbinding te stellen met dat meisje; gjj hebt toch zeker gelegenheid genoeg gehad haar te spreken.* „Ik scbyn mjj al heel slecht te hebben uitgedrukt," gaf Erieh ten antwoord, „daar ge opnieuw aan uw verdenking den „Dus hier wil je zijn? Maar dat g*at niet altijd morgen bijvoorbeeld niet. Dao komt mije model voor de Najade kan je onmogelijk hier blijven, lieve- liDg Zij zag hem met haar groote, onschul dige oogen aan. „Waarom niet Hij bracht haar voor esn groot doek dat op een raam gespannen was, In groote forsche lijnen stond daar een vrouw, leunend tegen een boom. „Wil je dat schilderen?" yJa kindje, dat heb ik al zoo lang wil len doen. Hier is de schets, een jonge naakte vrouvr te midden van het donkore groen der hoornen.' »Zou een ree niet beter zijn," vroeg zij op kinderlijken toon luid lachend zeide hij: „Maar kiudje, een ree iB toch geen Na jade."— /yDus je moet een levende vrouw tot model hebben vroeg zij. ^Natuurlijk; ik beb eea prachtig mo del, sneeuwwitte huid, schoon gebouwd en rood haar, zeldzaam mooi rood haar." Hij sprak opgewonden voort, terwijl zij hem strak aanzig. Zoo iets vindt men zelden dat moet men vasthouden. Nu kan de gouden me- dalje mij niet ontgaaD, lieveling,* „Heb ja haar al meer geschilderd?* „Alleen deze studiewatprachtig hi?» Krampachtig hield zij de studie vast. Ean plotselinge pijn doorvlijmde haar en haar adem stokte. Zij was mooi, die vrouw met haai ver rukkelijk groene vurige oogen en het roode, glinsterende haar. „Schilder haar niet' verzocht zij fluisterend en de schets viel op den grond uit haar sidderende handen. Zij sloeg haar armen om zijn hals. Eerst lachte hij, toen werd hij ernstig en bleef er bij, dat zij, zijn vrouwtje, zijn atelier niet eer mocht betreden voor het model weg was. „Wat moot ik dan zonder je beginnen daarom ben ik juist met je getrouwd om altijd bij je te zijn,* vMaar niet als ik een model heb, kindje d<t gaat niet." „Ik za! als een muisje zoo stil in mijn hoekje zitten.' »Het gaat heusch niet; de taal van zoo'n model mag ja niet hooren en ja- ioersch behoet ja niet te zijn, anders deug je niet voor een kunsteuaarsvrouw*. Zij zuchtte eens. »Niet jaloersch Eu ik heb je toch zoo lief 1" ffJe moet mij vertrouwen'. Dat doe ik maar je kunt toch iets andets sehilderta Vroeger heb ik slechts historische stukken van je gezien als ik geweten b»d dat je zoo iets zoudt schilderen dan dan Het wilde haar niet over de lippen, dat woord, dat een leugen was. Hij voltooide den zin „d»n zou je niet met mg ge trouwd zijn f" ffToch toch," snikte zij. Liefkozend streek hij haar blond haar van het voorhoofd. Het bleef er bij den volgenden mor- teugel geefi, als hadden er tnssehen mg en die juffrouw betrekkingen bestaan, die een ongunstig licht op die datna werpen. Ik geel u mijn eerewoord, een dergelijke gedachte is geheel ongegrond." „Wal beteekent die brief dan F* „Hij had sleehts bet doel, die dame om verlof te vragen doch het is tijd u geheel de zaak op te helderen. Luister dus en geloof mij, dat ik reeds vroeger gesproken zou hebben, waaneer ik mij niet eerst van de gevoelens dsr dame in kwestie had willen verzekeren. „Ik heb deze dame leeren kennen, tosn ik met een boodachap vau zuster Antouie naar mevrouw Dalabour werd gezonden. De in druk, dien zij op mij maakte, was soo diep, dat eg sedert dat oogenblik mij geen enkel moment uit de gedachten is gegaan. Wan neer ge baar kent, papa, dan sult ge bet wellioht begrijpelijk vinden, dat zulks het geval is geweest. Want ze is niet alleen een groote schoonheid, maar lieftallig en welopgevoed bovendien, en zooals allen toe- ftem nen die haar kennen, met «en zeer voornaam karakter. Vergeefs heb ik alle moeite aangewend om haar te naderen en zoodoende heb ik ha&r na die eerste vluch tige ontmoeting in haar atelier niet weder gesproken. Gezien heb ik haar dagelyks, aan baar gedacht nog meer. „Waut ik wil o bekennen, pipa, ik beb een ernstige, onweerstaanbare neiging vóórhaar opgevat en hab geen vnriger wensoh, dan haar de mijne te kunnen noemen. Ia twij fel hoe ik mijne gevoelens op de geschiktste wtjze aan haar zou kunnen bekend maken, daar ik noch van baar zelve, nach van haar familie eaniga tegemoetkoming verwachtte, besloot ik eindelgk haar te schrijv jn en haar om verlof te vregen, haar in haar familie kring te mogan naderen. „Wellicht heb ik in miju radeloosheid niet den rechten weg ingeslagen; ik g«ef dat toe, maar een verwgt kan mij daarover niet wor den gemaakt; waut boa onaangenaam de gevolgen er ook van mogen sijn gewees', het draagt er toch toe bij, dat mijn besluie er door versterkt is geworden, en ik zoo spoedig gen om tien uur werd er gescheld. Gekleed s'ond de schildersvrouw in de ging, toen het dienstmeisje de dear opende. Een opvallende, verblindende verschij ning met een brutsle uitdrukking ia de groene, glinsterende oogen kwam binnen. Bijna medelijdend glimlachte zij tegen de jonge vrouwtoen ging zij het atelier binnen. De kleine vrouw wilde mar hiar vader gaan, zooals zij aan haar man had gezegd, maar nu bleet zij. Met hoed en mantel aan zat zij in haar eigen kamer te luisteren Daar het lachen, dat uit het atelier klonk. Zoo ging het- weken lang, dag aan dag. Op een morgen zat zij weer te wachten, tot het model zou vertrekken. De tijd was eindelijk gekomen en zij ging tot hem. Zij opende de atelierdeur, maar deinsde verschrikt terug. Half gekleed stond het modtl naast den schilder. Zij boog zich tot hem over om hem een kus op zyn mond te drukken. Hij zat voot den ezel met palet en schil derstok in de hsnd en weerde haar onzacht van zicb. Beiden keken tegelijk op. De joDge vrouw wankelde en viel zon der een woord te zeggen op den grond. Hij ijlde op haar toe, een rerwenschiDg mompelend tegen de roodharige vrouw, die triomfeerend het hoofd omhoog hief. „Pak je weg," snauwde hij haar toe. Hij hief zijn vrouw van den grond op en legde haar op de kussens in haar hoekje, onder de palmeD. Als een lijk lag zij daar, bleek en zon der beweging. Nu voelde hij, dat hij haar beminde. Diep boog hij zich over ha*r, knielde naast haar neer en kuste haar bleeken, kouden mond. „Lieveling, lieveling.' fluisterde hij. Nu bewoog zij zich. Zij weerde hem van zich af. „Ga ga laat mij Maar hij liet niet af. Hij flaistetde haar in 't oor: Ik bea werkelijk zonder schuld, dat bezweer ik je. Dat meisje is op mij verlietd, dat i? mijn schuld toch niet het was de eerste maal, dat zij mij kuste, en het z>l ook de laatste maal zijn kindje, hoor je me niet Met gesloten oogen lag zij daar maar dikke tranen dropten uit haar oogen. Hij kuste haar zacht. Zij was nog altijd bleek. Hij snelde voort, om vlugzout te halen. Het duurde een minuut of wat eer hij terugkwam. Zij richtte zich op en ging voor den ezel staan, waarop het voltooide schilderij rustte. Mat brandenden blik zag zij naar da heerlijke vrouw daar. Wat had hij haar schoon gemaakt 1 Hot was, alsof het mooie gelaat op het schildeiij zich hoonend vertrok. Een woeste toorn beting haar. Zij greep dea scherpen dolk die op zijn schrijftafel lag en snel haalde zij het lem met over het doek, twee-, driemaal! Een schreeuw klonk in haar oor, van haar man, die juist binnenkwam. Hij snelde op hiat tae en ontrukte hsar den dolk moeilijk ademend zag hij naar „Gsnoeg," riep da president. „Wij hebben geen carnaval dat ge mij zulke grappen moogl oplepelen." Erioh wierp het hoofd aoh'erover en aag den president ernstig in bet gelast. „Papa, maak bet mij niet onmogelijk den plicht van eerbied tegenover n in acht te blijven nemen, sooals mijn plan was." „Dan begin je prachtig met dat plan in nitvoering te brengen 1* „Ik was op tegenstand bedacht, maar had geen minachting en geringsohahsing, die mij diep krenken en belsedigao, verwaoht." „Wilt ge mij verbied-n, de dingen bij den rechten naam te noemen F* „Het rijn geen grappen, papa. Gij kent mij sn weet, dat ik geen onbezonnen kn-ap ben, die zieh door eene dwazen hartstocht laat meeshepen.* De president sweeg. Hij zag in, dat hg te ver was gegaan en dat hij wat moast bijspijkeren, wilda hij niet alles bederven. Hij was zoo ontsteld over da nieuwe wending die de zaak h».d genomen, dat hij eerst zijne zellbehsersohing moest verzamelen. Hij ging naar de sehrgftafel, nam den brief in de hand en scheen dien opnieuw te onderzoeken. Eindelgk trad bg op zgn zoon toe met de woorden „Waarde Ericb, iaat on» rustig en aonder hartstochten dn zaak bespreken. Ik geef toe, dat ik over bei jonge meiaje onrechtvaardig heb geoo'deeldna hetgeen gij mij hebt meegedeeld, is er geen twgfel aan, of zij Is gevallen als het offer eener Izelijke verdacht making. Ik begrijp eek, dat gij u geroepen gevoelt hvar een sohitterende genoegdoening te verschaffen. Het is geheel iets voor uwe ridderlijke natuur, die ik steeds heb bewon derd, Maar, mijn goede jongen, de weg dion ge tot dit doel kiest, is niet de goede; dien kunt ge onmogelijk betreden- Waariieen ge wilt, niets dan hindernissen onoverkomelijke hindernissenik weet waarlijk niet, waar ik hst eerst zon moeten beginnen, als ik ze a allen wilde opno-men „Waartoe zou dat ook dienen, papa F* antwoordde Erich badaard en afgemaen. „Ik heb ades wel overwogen eo zie geen enkele zwarigheid die groot genoeg is, om zijd werk. „Dat, dat heb jy gedaan?' steunde hij. Zij zag ham angstig aaD. Toen hief hij de hand op en wees naar de deur „Ga dkt scheidt ons voor altijd Zij verhief biddend haar handen. „Ga ga* schreeuwde hij in ma telooss woede. Zij ging. Hij sloot de deur achter haar af. De dag giüg voorbij. De nacht kwam. Zij klopte aan de deur, hij antwoordde niet. Den volgenden morgen vroeg hield ean rijtuig voor de deut stil. Uit zijn atelier sleepte men een koffer, toen kwam hij hij ging zonder afscheid van haar te nemen. Liter kwam eeu wagen waarop alles geladen werd, wat hem had toebehoord vóór zij zijn vrouw was. Met starende oogen zag zij hem nazij brgreep niet wat gebeurde. ff Weg, weg weg van mij on mogelijk 1" In haar kampten haar t ots en haar liefde. Dagen gingen voorbij, dagen vol ellende. Zij smeekte haren vader tusschenbeide te komeD, maar hij weigerde. ffJij kunt het alleen weer in orde bren gen dat zijn de Maartstormen vau een jong huwelijk. Dat is als orerschnimende wijn. Met deu ouderdom komt rust Zy geloofde het niet, zij was nog zoo jong. Zij geloofde, dat het nooit - nooit weer zou worden als voorheen. „Gi maar naar hem toe, kind, hier is zijn adres en vraag hem vergiffdnia." Zij ging, ai kostte hat moeite. Zoo klom zij naar boven een aantal vuile trappen op in een leelijk huis. Hoe liof had «ij hem. Als hij zeide Blijf hier bij mij, ia armoede eu gebrek, zij zou blijven, alles wilde zij misseD. Slechts hem niet. Zij, de verwonde, «ij wilde voor hem zorgen en koken, hem dienen als een meid en hij hij zou haar meester zijd. Dut alles wilde zij hem zeggen, maar toen zij voor hem atoud,zweeg zij; zij sidderde en hief haar handen smeekend tot hem op. De woorden van deemoedige liefde, die in haar h*rt brandden, vonden niet hun weg tot haar lippen. „Je denkt dat je geld ji het recht geeft, mijn werk te vernielen Je kunt het mij betalen niet waar, dat kan je doen aoo klonk het bitter van zyo lippen. ffMet dit schilderij wilde ik mij vrij maken van je geld, dat mij vernedert. Niet ja geld heb ik begeerd maar joa je liefde I Ik wilde een vronw, die bij mij zou zijn in lief en leed! Je hieldt van mij daarom vloog mijn naar liefde dorstend hsrt tot je het behoorde je geheel, onverdeeld, en geen wantrouwen mocht en koo er bij ja post gevat hebben als je mij werkelijk hadt liefgehad." Deze twijfel san haar liefde brak haar geheel en aan zijn voeten liggend smeekte zij: „Nooit nooit meer zal ik je wan trouwen.' Hij was overwonnen. Zacht hiel hij haar op en trok haar tegen ziju borst. De liefde, de zonnige liefde was weer in hou jonge harten gekomen. A. C. een man van myn denkwijze terug te doen schrikken En zelfs wanneer mijn stap valsohe beoordeelingen ten gevolge zon heb ben, hel aal mij er niei van kunnen alhoa- den te doen, waartoe mijn hart en mijn verstand mij dringen Da president had moeite bedaard te big ven. „Ik ben te opgewonden", antwoordde hij, „om de zaak nu verder met n af te hande len, maar vorder van n, dat ge niets on derneemt voor ik met je moeder heb ge sproken en gij ons beider meeding heb' gehoord." Erieh gaf zwijgend cc)n toestemming, maar toen hg zich verwijderde wist de president, dat hg met dit uitstel niets bad gewonnen. Hij begaf tich dadelijk naar zyn gemalin om bg haar raad en hulp te vra gen. Zgn bericht had een waren storm tengevol ge. De moeder had haar jongen bet meeat lief van al bare kinderen, maar der.e belee- diging kon ze hem niet vergeven want zg gevoelde zieh op baar meest kwetsbare plek getroffen. Op hem had ze al hasr boop ge bouwd hg sou haar dobbel goedmaken, wat haar doohter* hadden misdaan door te gaan trouwen beneden haar stand. Haar ganscbe denken en doen was er op gsricht geweest, onder ai de doehteren dn laods er aen to vinden, die haar waardig voorkwam da vrouw van haar roon ta worden, en bare bemoeiingen waren met goed gevolg bekroond geworden. Want gisteren had ig van oom Sondern een brief gekregen, dat hij gaarne een verbintenis van zgn peetkind barones Et la, een dor deftigsto en rgkete damss, met baar zoon zou sien gebeuren- Eu du deie Jobatqding 1 Zjj wat vertwgield en in haar vertwgfe- ling werd zg onrechtvaardig, niet alleen tegen haar zoon, dien »g het verwgt maske de eer der familie met voeten te treden, maar ook tegon haar man wijl hij niet op tqd tegenover de denkbeelden van Erioh had front gemaakt, Da president had al zgn be daardbeid noodig om esn bo'sing te vermij den bg koD sich de opgewonden held van zya vrouw heel goed voorstellen en vergaf —V ergadering van den Raad der gemeente Nieuwe Niedorp, op Woensdag 19 April 1899, 's namiddags 71/, uur. Tegenwoordig alle ledeD. Voorz. de hser Jb. v. d. Stoi, Bargam. Voorzitter opent de vergaderingde notulen van de voorgaande worden gelezen, goedgekeurd en gearresteerd, en een aantal Staats- en Provinciale bladen en andere stukken, waaronder een circulaire van het gemeentebestuur van Purmerend, wijzende op het gevaar voor den goeden naam van de HollaDdsche varkensmarkten door met visch gemeste varkens voor expoitslachting aan de markt te brengen, worden voor ken nisgeving aangenomen, evenals het verslag van de Ambachtsschool voor Alkmaar en Omstreken, dat voor de leden ter inzage zal worden gelegd. Icgekomen is een schrijven van de com missie iu zake den weg tusschen Lutjewin- kel en Wateringskant, mededeelende, dat aan het werk een begin van uitvoering is gegeven door het opmaken vaa een plan en een begrootiDg, welke laatste aanwijst voor sloctwerk f 2100.voor den weg f2750.voor onteigening enz. f 1800. te zamen f 6450.Op de lyst vaa sab- sidiën, die de commissie zich voorstelt dat door de verschillende lichamen naar het belang dat elk bij den weg heeft zullen worden toegestaan, ia da gemeents Nieuwe Niadorp geraamd op f 600.—. Nadat nog eeu eu ander is toegelicht en medegedeeld, wordt zonder eenige te genkanting met algemeene stemmen beslo ten f 600 aan den aanleg van het werk bij te dragen en deze soa uit de gewone geldmiddelen te voldoen. Hierna wordt ingevolge vroegere bespre kingen algemeen besloten, dat voor ge meenterekening een regenwaterbak by het armhuis wordt gemaakt, kostende on geveer f 100 ik f 125. Omtrent de bekende circulaire van do Maatschappij van Weldadigheid wordt goedgevonden, dat Burg. en Wetb. op de hun het geschiktst lijkende wijze, geld zul len inzamelen. Berpreking van de mestschouw wordt uitgesteld tot een volgende vergadering, wf-noeer men d«ar meerden tijd voor heeft. Tervolgeus gaat de R.ad in geheime zitting om het hoofdwerk van den avor.d, het kohier van den hootdelijken omslag, in behandeling te nemendat is te Nieuwe Niedorp altijd een moeilijke operatie. De brandweerman te ROT TERDAM die door het breken van een reddingsladder kwam te vallen, (zie vor. nummer) is aan de gevolgen overleden. Yan het oogenblik van den val af ia dq or ge lukkige niet bij kennis geweest. De uit zeven deelen bestaande reddings ladder is met de z»s losse stukken, waar onder een sport, naar het gerechtsgebouw overgebracht, om als overtuigingsstuk te dienen in de strafvervolging die hoogst waarschijnlijk zal worden ingesteld. haer daarom bare heftigheid. Zoodoende was overleg mog.lgk. Erich werd gevraagd, in de kamer te komen en beide oudera putten al hun welsprekendheid uil, om in ajja besluit verandering te brengen. „Lieve Erieb.' begon de president, „ik beb mama mededeeling gedaan van je plan nen, en zg is daarover niet minder ontsteld dan ik. Wg bidden o, eer ge n met de andere zgde in betrekking stelt, mei uzelf en uw ouders te rade te gaan." „Ja, wg smeeken het u,*aeide mevrouw, ,in zulke gevallen zgn ervaring an mensehen- kennis betere raadgevers dsn vluchtige ge voelens.* „Ik weet reeds," ging de^presidenl voort, „gjj geeft om wat men wereldwgsheid noem! niet veel. Maar ge sult later erken nen, dat wg sonder die wgaheid de speelbal van onaa eigen en vreemde willekeur sgn. Ga zeg!, dat ge dia juffrouw lief bebt. Ik geloot' je on «al je daarover niet beknorren. Da liefde is het voorrecht der jengd. Maar wannear er sprake is sgn leven af te bake nen, de toekomst te verzekeren, dan mag er aan die liefde geen stem in den racd worden gegeven. Die hartstocht gaat voorbg, doch ome persoonlgkbeid, mst hare behoeften en gewoonten, blijft. Hebt ge nu dit ontwik- kelingsproc s door ean gevoelihandeling onderbroken, dan is niets meer is slaat een botsing tnssehen nwe eiscben an die van de aDder persoon tegen te houden, en gaen enkele ook niet de aoaiste herinnering kan a de bitterheden doen vergeten die bet ge volg van een ongolgk huwelgk moeten sijn." „Hoa waar! Hoe overtuigend riep ma ma. „Naem dat took ter harte, mijn zoon Zie, niet* i» voor nw atggeode loopbaan ge- vaarlgker, dan een overgld en"— de spreek- ster mo-at een oogenblik Daar een passen de ui drnkking zoeken „niet naar alle richtingen oorbaar huwelgk. En in dit spe- oiaal geval moet ge toch zelf inzien, dat wanneer ge door nw hartstoeht laat ver leiden, uwe carrière voor aboos is afgebro ken." „Yo komen wear,*be'i8tigda de president.„Gg weat, ik beb het rzgee gedaan, om u den weg Tfij te maken en hei is my gelukt. Uw

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 5