OnltrjtsfliltM.
Zondag 23 APRIL 1899.
43ste Jaargang Uo. 3409.
tweede blad.
Een Conflict.
FEUILLETON.
liinnenlandsch Nieuws.
RAIÏT.
OOO
»Geloof mij, da vrouw van een kun-
etenaar te zijn, ii niet zoo gemakkelijk
De onde dame sprak dit tot de jonge, van
geluk stralende schilders/rouw, die haar
eerste bezoek met haar man bij een ouderen
collega maakte.
De groote, blauwe kinderoogen der jonge
vrouw straalden geen oogenblik minder.
Zij was zoo trofa en gelukkig, de veel-
beDijde vrouw van den beroemden schil
der te zijn, dien men op het eerste gezicht
voor een geniaal kauslenaar aanzag.
Zij was geen oogeublik bevreesd, ondanks
de waarschuwende woorden van de oude
vriendin van haar man. Zij was zeker ook
vol nijd, als zoo velen, die op haar geluk
een schaduw wilden werpeu. Maar het
zou haar niet gelukken.
Hem teeder aanziende, hing zij aan zijn
arm. Haar geheele ziel behoorde hem.
Reeds lang had zij hem heimelijk be
mind, toen hij nog niets er van merkte.
Op sen kunstenaaisfeest bespeurde hij het
voor het eerst, toen anderen hem er op
merkzaam op maakten, en h»m geluk
wenschtin met de verovering van de eenige
dochter van den miljonair.
Hij zag haar aan met zijn donkere,
gloeiende oogeo. Een oogenblik beet bij
met zijn verblindend witte tanden in zijn
onderlip, toen gaf hij met zijn ge
spierden arm een slag in de lucht, alsof hij
iets doorsloeg. Misschien was het de knoop
Tan een ouden band. Er waren menschen,
die meenden te weten, dat de geniale
kanstenaar in de netten van een hem
onwaardige vrouw verstrikt was.
To-*n bij het jonge, bloeiende meisje zag,
wier blik vol innige, dwepend) liefde op
hem rustte, ging voor hem een nieuwe zon
op. De purperen roos. die ia zijn kaoops-
gat verwelkte, wierp hij weg en vroeg
haar oea een knopje uit haar bouquet.
Hij bemerkte, hoe haar een rilling door
het lijf ging, toen hij haar hand nam,
door zijn arm trok bd niet meer vaa haar
zijde week.
Met blijdschap zag haar vader het, want
hij wist, hoe zijn kind liefhad en hoe
haar liefde eindelijk beantwoord werd.
De huwelijksreis naar Italië was als een
droom. Hij verklaarde haar de wonder-
■cheppingen der ouden en zij zou een
goede leerlinge zijn geweest, als zij aan
iets anders had kunnen denken dan aan
hem.
Zoo lang zij op reis waren, liet hij zich
de teederheid haret liefde met een vrien
delijk lachje welgevallen, maar toen zy
waren teruggekeerd en hij met nieuwen
ijver aan den arbeid wilde gaan, vond hij
ze wel wat lastig.
Zij had zich in zijn atelier een gioote,
hooge en lichte ruimte, een prettig hoekje
ingericht. Zwellende zijden kussens lagen
onder hooge, waaierpalmen, en overal geur
den bloemen onder het melodisch geklater
van een fonteiD.
Hooldschuddend stond hij voor haar.
10.
„Is dat alles wat ge op de besehuldiging
te zeggen hebt F* vroeg de president aan
lijn zoon.
„Wat zon ik er bij moeien voegen F Het
is een gemeene leugen.*
„Dus uwe verhouding tot die dame bestaat
niet F*
„Natuurlek niet. En ik vraag u vriendelijk,
papa, als ge leeljjke dingen van die jonge
dame hebt gedacht, die gedachten dan oo-
genblikkelgk uit ow hoofd te zetten, want
ag verdient uw hoogachting.
„En wat beleekent dat F* vroeg de pre
sident, hem den brief orerhandigeDd-
Erich bekeek hem opmerkzaam en gaf hem
daarna terog met de woorden „Die brief
is vervalsebt."
„Erich!' riep de president, een slap
achterwaarts g«ande.
„Echt is het adres en de ondsrteekening,
ook zooals hot sehgnt de tweede en voor
laatste regels, het overige is op zeer handige
wij se er onder geschreven en om ontdekking
zoo goed als onmogelijk te maken, als met
vloei haastig afgedroogd, zoodat de ioüers
gevlekt sijn
De president haaide zenuwachtig syn
lorgnet uit den aak en onderiocht het schrij
ven nauwkeurig.,
„Het sehgnt inderdaad zoo," zeide hg
verdrietig. „Dst maakt de zaak niet beter,
want het gaat toch niet aan, dat alles open
lijk hakend la maken. In elk geval was
hiel teer onvoorzichtig van u, u in schrifte
lijke verbinding te stellen met dat meisje;
gjj hebt toch zeker gelegenheid genoeg
gehad haar te spreken.*
„Ik scbyn mjj al heel slecht te hebben
uitgedrukt," gaf Erieh ten antwoord, „daar
ge opnieuw aan uw verdenking den
„Dus hier wil je zijn? Maar dat g*at
niet altijd morgen bijvoorbeeld niet.
Dao komt mije model voor de Najade
kan je onmogelijk hier blijven, lieve-
liDg
Zij zag hem met haar groote, onschul
dige oogen aan. „Waarom niet
Hij bracht haar voor esn groot doek
dat op een raam gespannen was,
In groote forsche lijnen stond daar een
vrouw, leunend tegen een boom.
„Wil je dat schilderen?"
yJa kindje, dat heb ik al zoo lang wil
len doen. Hier is de schets, een jonge
naakte vrouvr te midden van het donkore
groen der hoornen.'
»Zou een ree niet beter zijn," vroeg zij
op kinderlijken toon luid lachend zeide hij:
„Maar kiudje, een ree iB toch geen Na
jade."—
/yDus je moet een levende vrouw tot
model hebben vroeg zij.
^Natuurlijk; ik beb eea prachtig mo
del, sneeuwwitte huid, schoon gebouwd
en rood haar, zeldzaam mooi rood haar."
Hij sprak opgewonden voort, terwijl zij
hem strak aanzig.
Zoo iets vindt men zelden dat moet
men vasthouden. Nu kan de gouden me-
dalje mij niet ontgaaD, lieveling,*
„Heb ja haar al meer geschilderd?*
„Alleen deze studiewatprachtig
hi?»
Krampachtig hield zij de studie vast.
Ean plotselinge pijn doorvlijmde haar en
haar adem stokte.
Zij was mooi, die vrouw met haai ver
rukkelijk groene vurige oogen en het roode,
glinsterende haar.
„Schilder haar niet' verzocht zij
fluisterend en de schets viel op den grond
uit haar sidderende handen.
Zij sloeg haar armen om zijn hals.
Eerst lachte hij, toen werd hij ernstig
en bleef er bij, dat zij, zijn vrouwtje, zijn
atelier niet eer mocht betreden voor het
model weg was.
„Wat moot ik dan zonder je beginnen
daarom ben ik juist met je getrouwd om
altijd bij je te zijn,*
vMaar niet als ik een model heb,
kindje d<t gaat niet."
„Ik za! als een muisje zoo stil in mijn
hoekje zitten.'
»Het gaat heusch niet; de taal van
zoo'n model mag ja niet hooren en ja-
ioersch behoet ja niet te zijn, anders deug
je niet voor een kunsteuaarsvrouw*.
Zij zuchtte eens.
»Niet jaloersch Eu ik heb je toch
zoo lief 1"
ffJe moet mij vertrouwen'.
Dat doe ik maar je kunt toch
iets andets sehilderta Vroeger heb ik
slechts historische stukken van je gezien
als ik geweten b»d dat je zoo iets
zoudt schilderen dan dan
Het wilde haar niet over de lippen, dat
woord, dat een leugen was. Hij voltooide
den zin „d»n zou je niet met mg ge
trouwd zijn f"
ffToch toch," snikte zij.
Liefkozend streek hij haar blond haar
van het voorhoofd.
Het bleef er bij den volgenden mor-
teugel geefi, als hadden er tnssehen mg en
die juffrouw betrekkingen bestaan, die een
ongunstig licht op die datna werpen. Ik geel
u mijn eerewoord, een dergelijke gedachte
is geheel ongegrond."
„Wal beteekent die brief dan F*
„Hij had sleehts bet doel, die dame om
verlof te vragen doch het is tijd
u geheel de zaak op te helderen. Luister
dus en geloof mij, dat ik reeds vroeger
gesproken zou hebben, waaneer ik mij niet
eerst van de gevoelens dsr dame in kwestie
had willen verzekeren.
„Ik heb deze dame leeren kennen, tosn ik
met een boodachap vau zuster Antouie naar
mevrouw Dalabour werd gezonden. De in
druk, dien zij op mij maakte, was soo diep,
dat eg sedert dat oogenblik mij geen enkel
moment uit de gedachten is gegaan. Wan
neer ge baar kent, papa, dan sult ge bet
wellioht begrijpelijk vinden, dat zulks het
geval is geweest. Want ze is niet alleen
een groote schoonheid, maar lieftallig en
welopgevoed bovendien, en zooals allen toe-
ftem nen die haar kennen, met «en zeer
voornaam karakter. Vergeefs heb ik alle
moeite aangewend om haar te naderen en
zoodoende heb ik ha&r na die eerste vluch
tige ontmoeting in haar atelier niet weder
gesproken. Gezien heb ik haar dagelyks,
aan baar gedacht nog meer.
„Waut ik wil o bekennen, pipa, ik beb een
ernstige, onweerstaanbare neiging vóórhaar
opgevat en hab geen vnriger wensoh, dan
haar de mijne te kunnen noemen. Ia twij
fel hoe ik mijne gevoelens op de geschiktste
wtjze aan haar zou kunnen bekend maken,
daar ik noch van baar zelve, nach van haar
familie eaniga tegemoetkoming verwachtte,
besloot ik eindelgk haar te schrijv jn en haar
om verlof te vregen, haar in haar familie
kring te mogan naderen.
„Wellicht heb ik in miju radeloosheid niet
den rechten weg ingeslagen; ik g«ef dat toe,
maar een verwgt kan mij daarover niet wor
den gemaakt; waut boa onaangenaam de
gevolgen er ook van mogen sijn gewees',
het draagt er toch toe bij, dat mijn besluie
er door versterkt is geworden, en ik zoo
spoedig
gen om tien uur werd er gescheld.
Gekleed s'ond de schildersvrouw in de
ging, toen het dienstmeisje de dear opende.
Een opvallende, verblindende verschij
ning met een brutsle uitdrukking ia de
groene, glinsterende oogen kwam binnen.
Bijna medelijdend glimlachte zij tegen
de jonge vrouwtoen ging zij het atelier
binnen.
De kleine vrouw wilde mar hiar vader
gaan, zooals zij aan haar man had gezegd,
maar nu bleet zij.
Met hoed en mantel aan zat zij in haar
eigen kamer te luisteren Daar het lachen,
dat uit het atelier klonk.
Zoo ging het- weken lang, dag aan dag.
Op een morgen zat zij weer te wachten,
tot het model zou vertrekken. De tijd was
eindelijk gekomen en zij ging tot hem.
Zij opende de atelierdeur, maar deinsde
verschrikt terug.
Half gekleed stond het modtl naast den
schilder. Zij boog zich tot hem over om
hem een kus op zyn mond te drukken.
Hij zat voot den ezel met palet en schil
derstok in de hsnd en weerde haar onzacht
van zicb.
Beiden keken tegelijk op.
De joDge vrouw wankelde en viel zon
der een woord te zeggen op den grond.
Hij ijlde op haar toe, een rerwenschiDg
mompelend tegen de roodharige vrouw, die
triomfeerend het hoofd omhoog hief.
„Pak je weg," snauwde hij haar toe.
Hij hief zijn vrouw van den grond op
en legde haar op de kussens in haar hoekje,
onder de palmeD.
Als een lijk lag zij daar, bleek en zon
der beweging.
Nu voelde hij, dat hij haar beminde.
Diep boog hij zich over ha*r, knielde
naast haar neer en kuste haar bleeken,
kouden mond.
„Lieveling, lieveling.' fluisterde hij.
Nu bewoog zij zich. Zij weerde hem
van zich af. „Ga ga laat mij
Maar hij liet niet af. Hij flaistetde haar
in 't oor: Ik bea werkelijk zonder schuld,
dat bezweer ik je. Dat meisje is op mij
verlietd, dat i? mijn schuld toch niet
het was de eerste maal, dat zij mij kuste,
en het z>l ook de laatste maal zijn
kindje, hoor je me niet
Met gesloten oogen lag zij daar maar
dikke tranen dropten uit haar oogen. Hij
kuste haar zacht.
Zij was nog altijd bleek. Hij snelde
voort, om vlugzout te halen.
Het duurde een minuut of wat eer hij
terugkwam.
Zij richtte zich op en ging voor den
ezel staan, waarop het voltooide schilderij
rustte. Mat brandenden blik zag zij naar
da heerlijke vrouw daar. Wat had hij haar
schoon gemaakt 1 Hot was, alsof het
mooie gelaat op het schildeiij zich hoonend
vertrok.
Een woeste toorn beting haar.
Zij greep dea scherpen dolk die op zijn
schrijftafel lag en snel haalde zij het lem
met over het doek, twee-, driemaal!
Een schreeuw klonk in haar oor, van
haar man, die juist binnenkwam.
Hij snelde op hiat tae en ontrukte hsar
den dolk moeilijk ademend zag hij naar
„Gsnoeg," riep da president. „Wij hebben
geen carnaval dat ge mij zulke grappen
moogl oplepelen."
Erioh wierp het hoofd aoh'erover en aag
den president ernstig in bet gelast.
„Papa, maak bet mij niet onmogelijk den
plicht van eerbied tegenover n in acht te
blijven nemen, sooals mijn plan was."
„Dan begin je prachtig met dat plan in
nitvoering te brengen 1*
„Ik was op tegenstand bedacht, maar had
geen minachting en geringsohahsing, die mij
diep krenken en belsedigao, verwaoht."
„Wilt ge mij verbied-n, de dingen bij den
rechten naam te noemen F*
„Het rijn geen grappen, papa. Gij kent
mij sn weet, dat ik geen onbezonnen kn-ap
ben, die zieh door eene dwazen hartstocht
laat meeshepen.*
De president sweeg. Hij zag in, dat hg
te ver was gegaan en dat hij wat moast
bijspijkeren, wilda hij niet alles bederven.
Hij was zoo ontsteld over da nieuwe wending
die de zaak h».d genomen, dat hij eerst zijne
zellbehsersohing moest verzamelen. Hij ging
naar de sehrgftafel, nam den brief in de
hand en scheen dien opnieuw te onderzoeken.
Eindelgk trad bg op zgn zoon toe met de
woorden
„Waarde Ericb, iaat on» rustig en aonder
hartstochten dn zaak bespreken. Ik geef toe,
dat ik over bei jonge meiaje onrechtvaardig
heb geoo'deeldna hetgeen gij mij hebt
meegedeeld, is er geen twgfel aan, of zij Is
gevallen als het offer eener Izelijke verdacht
making. Ik begrijp eek, dat gij u geroepen
gevoelt hvar een sohitterende genoegdoening
te verschaffen. Het is geheel iets voor uwe
ridderlijke natuur, die ik steeds heb bewon
derd, Maar, mijn goede jongen, de weg
dion ge tot dit doel kiest, is niet de
goede; dien kunt ge onmogelijk betreden-
Waariieen ge wilt, niets dan hindernissen
onoverkomelijke hindernissenik weet
waarlijk niet, waar ik hst eerst zon moeten
beginnen, als ik ze a allen wilde opno-men
„Waartoe zou dat ook dienen, papa F*
antwoordde Erich badaard en afgemaen.
„Ik heb ades wel overwogen eo zie geen
enkele zwarigheid die groot genoeg is, om
zijd werk.
„Dat, dat heb jy gedaan?' steunde
hij. Zij zag ham angstig aaD.
Toen hief hij de hand op en wees naar
de deur
„Ga dkt scheidt ons voor altijd
Zij verhief biddend haar handen.
„Ga ga* schreeuwde hij in ma
telooss woede.
Zij ging. Hij sloot de deur achter haar
af. De dag giüg voorbij. De nacht kwam.
Zij klopte aan de deur, hij antwoordde niet.
Den volgenden morgen vroeg hield ean
rijtuig voor de deut stil.
Uit zijn atelier sleepte men een koffer,
toen kwam hij hij ging zonder afscheid
van haar te nemen.
Liter kwam eeu wagen waarop alles
geladen werd, wat hem had toebehoord
vóór zij zijn vrouw was.
Met starende oogen zag zij hem nazij
brgreep niet wat gebeurde.
ff Weg, weg weg van mij on
mogelijk 1"
In haar kampten haar t ots en haar liefde.
Dagen gingen voorbij, dagen vol ellende.
Zij smeekte haren vader tusschenbeide te
komeD, maar hij weigerde.
ffJij kunt het alleen weer in orde bren
gen dat zijn de Maartstormen vau een
jong huwelijk. Dat is als orerschnimende
wijn. Met deu ouderdom komt rust
Zy geloofde het niet, zij was nog zoo
jong. Zij geloofde, dat het nooit - nooit
weer zou worden als voorheen.
„Gi maar naar hem toe, kind, hier is
zijn adres en vraag hem vergiffdnia."
Zij ging, ai kostte hat moeite.
Zoo klom zij naar boven een aantal
vuile trappen op in een leelijk huis.
Hoe liof had «ij hem. Als hij zeide
Blijf hier bij mij, ia armoede eu gebrek,
zij zou blijven, alles wilde zij misseD.
Slechts hem niet. Zij, de verwonde, «ij
wilde voor hem zorgen en koken, hem
dienen als een meid en hij hij zou
haar meester zijd.
Dut alles wilde zij hem zeggen, maar
toen zij voor hem atoud,zweeg zij; zij sidderde
en hief haar handen smeekend tot hem op.
De woorden van deemoedige liefde, die
in haar h*rt brandden, vonden niet hun
weg tot haar lippen.
„Je denkt dat je geld ji het recht
geeft, mijn werk te vernielen Je kunt
het mij betalen niet waar, dat kan je
doen aoo klonk het bitter van zyo lippen.
ffMet dit schilderij wilde ik mij vrij
maken van je geld, dat mij vernedert.
Niet ja geld heb ik begeerd maar joa
je liefde I Ik wilde een vronw, die bij
mij zou zijn in lief en leed! Je hieldt van
mij daarom vloog mijn naar liefde
dorstend hsrt tot je het behoorde je
geheel, onverdeeld, en geen wantrouwen
mocht en koo er bij ja post gevat hebben
als je mij werkelijk hadt liefgehad."
Deze twijfel san haar liefde brak haar
geheel en aan zijn voeten liggend smeekte zij:
„Nooit nooit meer zal ik je wan
trouwen.'
Hij was overwonnen. Zacht hiel hij haar
op en trok haar tegen ziju borst. De liefde,
de zonnige liefde was weer in hou jonge
harten gekomen. A. C.
een man van myn denkwijze terug te doen
schrikken En zelfs wanneer mijn stap
valsohe beoordeelingen ten gevolge zon heb
ben, hel aal mij er niei van kunnen alhoa-
den te doen, waartoe mijn hart en mijn
verstand mij dringen
Da president had moeite bedaard te
big ven.
„Ik ben te opgewonden", antwoordde hij,
„om de zaak nu verder met n af te hande
len, maar vorder van n, dat ge niets on
derneemt voor ik met je moeder heb ge
sproken en gij ons beider meeding heb'
gehoord."
Erieh gaf zwijgend cc)n toestemming,
maar toen hg zich verwijderde wist de
president, dat hg met dit uitstel niets bad
gewonnen. Hij begaf tich dadelijk naar zyn
gemalin om bg haar raad en hulp te vra
gen.
Zgn bericht had een waren storm tengevol
ge. De moeder had haar jongen bet meeat
lief van al bare kinderen, maar der.e belee-
diging kon ze hem niet vergeven want zg
gevoelde zieh op baar meest kwetsbare plek
getroffen. Op hem had ze al hasr boop ge
bouwd hg sou haar dobbel goedmaken, wat
haar doohter* hadden misdaan door te gaan
trouwen beneden haar stand. Haar ganscbe
denken en doen was er op gsricht geweest,
onder ai de doehteren dn laods er aen to
vinden, die haar waardig voorkwam da
vrouw van haar roon ta worden, en bare
bemoeiingen waren met goed gevolg bekroond
geworden. Want gisteren had ig van oom
Sondern een brief gekregen, dat hij gaarne
een verbintenis van zgn peetkind barones
Et la, een dor deftigsto en rgkete damss, met
baar zoon zou sien gebeuren-
Eu du deie Jobatqding 1
Zjj wat vertwgield en in haar vertwgfe-
ling werd zg onrechtvaardig, niet alleen
tegen haar zoon, dien »g het verwgt maske
de eer der familie met voeten te treden,
maar ook tegon haar man wijl hij niet op
tqd tegenover de denkbeelden van Erioh had
front gemaakt, Da president had al zgn be
daardbeid noodig om esn bo'sing te vermij
den bg koD sich de opgewonden held van
zya vrouw heel goed voorstellen en vergaf
—V ergadering van den Raad
der gemeente Nieuwe Niedorp, op
Woensdag 19 April 1899, 's namiddags 71/,
uur.
Tegenwoordig alle ledeD.
Voorz. de hser Jb. v. d. Stoi, Bargam.
Voorzitter opent de vergaderingde
notulen van de voorgaande worden gelezen,
goedgekeurd en gearresteerd, en een aantal
Staats- en Provinciale bladen en andere
stukken, waaronder een circulaire van het
gemeentebestuur van Purmerend, wijzende
op het gevaar voor den goeden naam van
de HollaDdsche varkensmarkten door met
visch gemeste varkens voor expoitslachting
aan de markt te brengen, worden voor ken
nisgeving aangenomen, evenals het verslag
van de Ambachtsschool voor Alkmaar en
Omstreken, dat voor de leden ter inzage
zal worden gelegd.
Icgekomen is een schrijven van de com
missie iu zake den weg tusschen Lutjewin-
kel en Wateringskant, mededeelende, dat
aan het werk een begin van uitvoering
is gegeven door het opmaken vaa een plan
en een begrootiDg, welke laatste aanwijst
voor sloctwerk f 2100.voor den weg
f2750.voor onteigening enz. f 1800.
te zamen f 6450.Op de lyst vaa sab-
sidiën, die de commissie zich voorstelt dat
door de verschillende lichamen naar het
belang dat elk bij den weg heeft zullen
worden toegestaan, ia da gemeents Nieuwe
Niadorp geraamd op f 600.—.
Nadat nog eeu eu ander is toegelicht
en medegedeeld, wordt zonder eenige te
genkanting met algemeene stemmen beslo
ten f 600 aan den aanleg van het werk
bij te dragen en deze soa uit de gewone
geldmiddelen te voldoen.
Hierna wordt ingevolge vroegere bespre
kingen algemeen besloten, dat voor ge
meenterekening een regenwaterbak by
het armhuis wordt gemaakt, kostende on
geveer f 100 ik f 125.
Omtrent de bekende circulaire van do
Maatschappij van Weldadigheid wordt
goedgevonden, dat Burg. en Wetb. op de
hun het geschiktst lijkende wijze, geld zul
len inzamelen.
Berpreking van de mestschouw wordt
uitgesteld tot een volgende vergadering,
wf-noeer men d«ar meerden tijd voor heeft.
Tervolgeus gaat de R.ad in geheime
zitting om het hoofdwerk van den avor.d,
het kohier van den hootdelijken omslag, in
behandeling te nemendat is te Nieuwe
Niedorp altijd een moeilijke operatie.
De brandweerman te ROT
TERDAM die door het breken van een
reddingsladder kwam te vallen, (zie vor.
nummer) is aan de gevolgen overleden. Yan
het oogenblik van den val af ia dq or ge
lukkige niet bij kennis geweest.
De uit zeven deelen bestaande reddings
ladder is met de z»s losse stukken, waar
onder een sport, naar het gerechtsgebouw
overgebracht, om als overtuigingsstuk
te dienen in de strafvervolging die hoogst
waarschijnlijk zal worden ingesteld.
haer daarom bare heftigheid. Zoodoende
was overleg mog.lgk. Erich werd gevraagd,
in de kamer te komen en beide oudera
putten al hun welsprekendheid uil, om in ajja
besluit verandering te brengen.
„Lieve Erieb.' begon de president, „ik
beb mama mededeeling gedaan van je plan
nen, en zg is daarover niet minder ontsteld
dan ik. Wg bidden o, eer ge n met de
andere zgde in betrekking stelt, mei uzelf
en uw ouders te rade te gaan."
„Ja, wg smeeken het u,*aeide mevrouw, ,in
zulke gevallen zgn ervaring an mensehen-
kennis betere raadgevers dsn vluchtige ge
voelens.*
„Ik weet reeds," ging de^presidenl voort,
„gjj geeft om wat men wereldwgsheid
noem! niet veel. Maar ge sult later erken
nen, dat wg sonder die wgaheid de speelbal
van onaa eigen en vreemde willekeur sgn.
Ga zeg!, dat ge dia juffrouw lief bebt. Ik
geloot' je on «al je daarover niet beknorren.
Da liefde is het voorrecht der jengd. Maar
wannear er sprake is sgn leven af te bake
nen, de toekomst te verzekeren, dan mag er
aan die liefde geen stem in den racd worden
gegeven. Die hartstocht gaat voorbg, doch
ome persoonlgkbeid, mst hare behoeften en
gewoonten, blijft. Hebt ge nu dit ontwik-
kelingsproc s door ean gevoelihandeling
onderbroken, dan is niets meer is slaat een
botsing tnssehen nwe eiscben an die van de
aDder persoon tegen te houden, en gaen
enkele ook niet de aoaiste herinnering kan
a de bitterheden doen vergeten die bet ge
volg van een ongolgk huwelgk moeten sijn."
„Hoa waar! Hoe overtuigend riep ma
ma. „Naem dat took ter harte, mijn zoon
Zie, niet* i» voor nw atggeode loopbaan ge-
vaarlgker, dan een overgld en"— de spreek-
ster mo-at een oogenblik Daar een passen
de ui drnkking zoeken „niet naar alle
richtingen oorbaar huwelgk. En in dit spe-
oiaal geval moet ge toch zelf inzien, dat
wanneer ge door nw hartstoeht laat ver
leiden, uwe carrière voor aboos is afgebro
ken."
„Yo komen wear,*be'i8tigda de president.„Gg
weat, ik beb het rzgee gedaan, om u den weg
Tfij te maken en hei is my gelukt. Uw