Een belangrijke verklaring.
GEMENGD NfEÜVVS.
WORDT VERVOLGD.
Voor een verklaring, overgenomen uit de BWeg-
wijzcr", maandsclirilt der geheelonthouding, wordt ons
plaatsing verzocht. Deze verklaring was geteekend
door de heeren Dr. med. G. von Bunge, hoogleeraar
te Basel, Dr. med. Max von Pettenkofer, hoogleeraar
te München, Dr. med. Aug. Forel, oud-hoogleeraar
te Ziirich, Dr. med. E. Bleuler, hoogleeraar te Ziiricb,
Dr. med. Alb. Mahaim, hoogleeraar te Lausanne, Dr.
med. von Speyer, hoogleeraar, directeur van het
krankzinnigengesticht IV aldau, Dr. med. A. Delbrück,
directeur van het krankzinnigengesticht te Bremen,
Dr. med. A. Fick hoogleeraar te Würzburg en
Dr. med. P. J. Miibius, te Leipzig.
1. Het is een wetenschappelijk bewezen feit, dat
de alcoholhoudende dranken meer dan ieder andere
der ons volksleven nadeel veroorzakende factoren,
de lichamelijke en geestelijke kracht van ons ras
ondermijnen, het met erfelijk lijden impraegneeren en
tot ontaarding voeren. Meer dan de helft der in onze
gevangenissen opgeslotenen zijn door den alcohol
op den weg der misdaad gebracht, bjjna der
mannelijke verpleegden onzer krankzinnigen-ge
stichten hebben hun trenrig lot den alcohol te
wijten; familie-ellende, verarming en verwildering
is in duizenden bij duizenden gevallen het gevolg
van dit volksvergif. Bij een tiende der sterfgevallen
van volwassen mannen laat zich de alcohol als
doodsoorzaak aanwijzen, 1300 menachen verliezen
alleen door ongelukken tengevolge van dronkenschap
in Duitschland jaarlijks hun leven, 1600 worden
jaarlijks door den alcohol tot zelfmoord gevoerd, bijna
80 000 ljjden jaarlijks asn delirium en andere gees-
tes storingen.
2. Deze huiveringwekkende som van ellende be-
teekent voor ons volk gelijktijdig een enorme eco
nomische belasting de directe uitgaven voor alcohol
houdende dranken bedragen thans in Duitschland
bijna 2'/j milliarden Mark, dat is c. a. 50 Mark por
hoofd va» de bevolking per jaar. Deze som overtreft
de kosten voor leger en vloot samengenomen onge
veer met het drievoudige. Daarbij komen de eveneens
enorme indirecte uitgaven, die een noodzakelijk ge
volg der vermelde nadeelige inwerking van de»
alcohol zijn.
3. Het gebruik van alcoholische dranken is in
deze eeuw tengevolge van de technische uitvindin
gen en de verhoogde welvaart op niet-verwachto
wijzo gewassen en is nog voortdurend stijgende.
4. Een aanpassing van het menschenras aan het
alcoholgebruik geschiedt, gelijk de ervaring leert,
niet, wijl de alcohol direct nadeelig op de voort-
plantingskiem inwerkt,
5. Hieruit volgt, dat voor diegenen onder ons,
die eenige belangstelling voor het welzijn van ons
volk voelen, het een ernstige plicht is, dit ontzettende
gevaar zoo snel en zoo krachtig mogelijk te bestrijden.
6. Het is bewezen, dat ook het werkelijk matig
gebrnik van geestrijke dranken, wat overigens bij
Duitsche mannen wel als een uitzondering zal
voorkomen,minstens geenerlei nut, van welken aard
ook, met zich brengt. Alle nog zoo allerwege heer-
schende meeningen over de versterkende, verwarmende
of geestelijk-aanzettende werking van kleine alcohol-
hoeveelheden zijn door de wetenschappelijke onderzoe
kingen gebleken dwaliugen te zijn. De matigheid,
zooals men die gewoonlijk opvat, werkt op beduidende
wijze predisponeerend voor ziekten en ook levens-
verkortend.
7. Het matig gebruik van alcoholhoudende dran
ken kleeft de vloek aan, dat het voor een buitengewoon
groot deel van onze medemenschen een valstrik is,
dat het aanzet en verleidt tot het van te voren niet
bedoelde, ja verafschuwde onmatig gebruik. Dit moet
noodzakelijk volgen, daar het in den aard van het
alcoholvergif en in den toestand der menschelijke
zenuwen gelegen is. Wilde men nu al optimistisch
genoeg zijn, om aan te nemen, dat de laatste zich in
afzicnbaren tijd, trots de voortdurend in tegengestelden
zin werkende alcoholovervloed, werkelijk veranderen
en verbeteren laat, dan blijft toch de andere factor, de
perfide werking van het alcoholvergif, onveranderd.
Daardoor is de gewoonte van het matig gebruik van
alcoholhoudende dranken de eigenlijke oorzaak van
de drankzucht.
8. De hoop door opwekking tot „matigheid" de
alcoholellende ook maar een weinig afbreuk te
kunnen doen, is daardoor dan ook een utopie te
noemen.
Deze opvatting wordt door de geschiedenis beves
tigd; zoolang er geestrijke dranken geweest zijn,
zoolang is ook de matigheid in het gebruik dier
dranken aangeprezen en tegen de onmatigheid gewaar-
schuwdmet welk gevolg zegt ons een blik op het
tegenwoordige leven. De maatregelen tot bevorde
ring der matigheid zijn nog nergens in staat geweest
den alcoholvloed te stuiten. Daarentegen zijn de ge
volgen der onthondings-beweging reeds thans in
verschillende landen glansrijk. Haar aanhangers zijn
in Amerika meer dan 10 millioen in aantal en in
Europa omstreeks 7 millioensedert korten tijd is
ook in Duitschland een sterke, rassche toeneming
der beweging waar te nemen.
Deze beweging is noodzakelijk en daar ze zoowel door
de materisele belangen als door de ideale krachten
der menschheid gedragen werdt, i« haar de over
winning vast gewaarborgd.
9. De meening, dat de aanhangers der geheel—
onthouffingsbeweging „nicht ernst zu nebmen Beien"
is daarom een betreurenswaardige misvatting, die
slechts te verklaren is door de aanneming van
verregaande onkunde omtrent de geschiedenis en de
uitbreiding der onthoudingsbeweging, alsmede
omtrent hare gronden.
Bij Kon. besluit is be-
noemd tot heemraad van den polder
Waard en Groet de heer R. K*iper.
vooroitsiebten zgn de beste, j»
„Nog meer,' viel mevrouw levendig in,
„ik heb oom Sondern geheel voor u kunnen
winnen. Eg stelt «eer vtel belsng in uw
persoon, en de hand ven barones El la is
voor n, wanneer ge er toe kondt besluiten,
haar te vragen. Moet nn deze schitterende
politie, wllen al ome verwachtingen ver
stoord worden door een stap, welke o, ge
loof me, zeer spoedig zal berouwen Kunt
gij zoo legen uzelf, tegen ods allen hsnde-
Isd? Spreek, Erich I"
„Ja, spreek Erich riep de president,
ia de grootste spanning »jjn zoon Benkij
kend.
Erich bad seer beleefd den stroom over
zieh laten heengaan. Hg stond nadenkend
met den rug tegen den schoorsteen; zonder
het te willen moes» hg zuchten. Het viel
hem niat gemakkelijk, den oudets iets te wei
geren, dat hun zoo gewenscht voorkwam en
waarop re 100 vast en zeker hadden ge
hoopt en gerekend.
„Ik wilde dal ik spreken kon zooal» ge
het gaarne hoort, want u verdriet te moeten
doen, bereidt mg ook veel pijn. Handelde
het niet over de vraag, die over mgn ge-
beeie leven beschikt, ik zou niet zoo op
mgn wil staaD, geloof me. Ik ban er ook
verre van verwijdard, nw opmerkingen licht
vaardig van de hand te wjjten, ik heb
ze mijself meermalen voorgelegd, maar na
streng onderzoek moeten verwerpen. Ik vrees
niets voor mijn toekomst, hoop veelmeer,
dat in de verbintenis met een meisje uit
een eerbsre fsmllie geen redelijk denkend
sienseh een reden zsl aien, mg zijn achting
te ontnemen
„Gij kent de wereld dan al heel slecht,'
riep de president, „wanneer ge geloott, dat
men u dat afdalen in lager sfeer zal ver-
geveD, daar er in nw eigen kring genoeg da
mes zgn die n beter zouden puBeen. Daarover
sullen anderen evenmin heenkomen als
wijzelf. Temeer als het gesohiedt onder
omstandigheden die hier heerscben.
Vergeet ge dao geheel, dat het bier handelt
over een meisje, dat ik wil toegeven ten
onrechte maar tcoh zwaar gecompromit
teerd ie] Bedenk eens, wat een opsien het
De heer J. Smit, benoemd
onderwijzer aan school II te Anna-
Paulowna, heeft voor deze be
trekking bedankt, wegens eene benoeming
te IJmuiden.
Een vat met stroop, dat te
UTRECHT op een vrrchtwagen tasschen
lakken zout, koffie, een v-.t petroleum e. d.
inlsg, stortte plotseliog dien inhoud over
het plaveisel van de straalde stop was
door de werking van de stroop eraf ge
sprongen. De school en nog wel de jAa-
velooze" school was juist ui'gcgain, en de
jorg^ns van drie tot twaalf verdrongen
zich om den wagen om zich te goed te
deen aan dien overvloed. In de handen
vingen ze hst op eo likten en smakten
zoo lang tot ze er genoeg van kregen. De
voorraad was echter niet opwal met de
rest gedaan P Een gaf het voorbeeld en
ving het kleverige goedje in zijn handen
op, waarna bij zijti waDgeu en neus er
mee besmeerdeeen ander vond wangen
en neus niet genoeg en smeerde zijn ge-
heele gezicht vol, totdat eindelijk een
twintig paar groote en kleine handeD door
de mrssa grabbelden, en de jongens eerst
zich zelf en daarna anderen het hoofd,
ook bet haar en den hals met een dikke
laag bedekten, zoodat bet over den mond
droop en ze op die manier nog meer
konden likken. Teu slotte droop de mas
sa in hun hals en moeder kon nn zor
gen dat de boel weer schoon
komt. (U. D.)
Stemgeld!
Bij de verkiezing van een hoofdingeland
in het <43 district van de ALBLASSER-
WAARD c. a. was o. a. een kiezer uil
Ommerer. opgekomen, dia meende dat
^kiesrecht' ook ^kiesplicht" was en dat
daarom aan de kiezsr» de reiskosten euz.
moesten vergoed worden. Voordat hij zijn
stem uitbracht, verzocht hij dan ook aan
de leden van het stembureau hem f 1.15
uit te betalen. Toen hieraan niet werd
voldaan, ging de kiezer heen, zonder ge
stemd te hebben
Te WADDINGSVEEN is begra
ven vrouw Turk. Haar man, A. Turk, is
ichipper.
Zoo man als vrouw waren vreeselijk aan
den drank verslaafd. Hun leven was erger
dan dierlijk. De vrouw stierf en het lijk
heeft twee dagen gelegen. Er was niemand
te vinden, die het wilde ^afleggen*.'t Was
dan ook afgrijselijk, 't Wemelde van 't
ongedierte. Toch sliep de man maar steeds
bij het lijk der vrouw, meeat ïd beschon
ken toestand. Zelfs vond men hem een
dag later nog dronken op 't doodsleger.
Kort voor den dood der vrouw hadden
man en vrouw nog hevigen twist gehad,
omdat de uuaD meende, dat zij een borrel
meer gehad had dan hij. Het misbruik
van sterken drauk schijnt dan ook wel de
oorziak van den dood te zijn geweest.
Een gevaar ontsnapt.
De trein van DEN BOSCH in de rich
ting Vocht is aan een g<oot gevaar
ontenapt. Even vóór -Jen overweg brak op
den straatweg van Vucht het rad van een
zware vrachtkarhet paard «chicbtig gewor
den, holde voort, de kar echter zich slee-
pende, verbrijzelde den afsluitboom, maar
was met hij machte de kar over de rails
ta halen, waarin deze vasthsakte. Juist
op dit oogenblik kwam da trein nit Den
Bosch. Men had nog juist den tijd het
sein van onveilig te geven en gelukkig
werd dit door den machinist gezien. Vlak
vóór de kar kwam de trein tot staan.
Een jong varken heeft de
kuiper B. te STOLWIJK. Hij had zich
over het dier, als zuigeling uit een al te
groot geziü, ontfermd en wist door eene
zal baren! Wat etn sobandaall"
„Om Godswil, Erieh!' riep mevrouw.
„Zou dal nu een ernstige bedenking kan
nen heetenp* antwoordde deze hoofdschud
dend. „Wijl een dame onrechtvaardig be
schuldigd, smadelijk beleedigd i« geworden,
daarom zou ik mgn besluit moeten veran
deren P Neen, des te dricgsndsr schijnt het
nog mijn plicht, basr te beschermen en
mijne gevoelens a»D baar kenbaar temaken.
Eeo eerlijk man zal zich voor een leogen niet
boigen maar dian leugen uit deu weg hel
pen en vernietigen.'
De president wendde zich met donker
gelaat af. Hij gaf den slag gewonnen.
Mama was op haar zoon toegetreden en
zijn arm teeder aanrakend, reide rij, terwijl
ij) mat moeite baar tranen terugdrong;
„Erich, wilt ge die ongehoorde daad dus
werkelijk doen P Wilt ge om dan allen on
gelukkig maken P Hebben wjj dat asn je
verdiend P Luister naar je moeder, mgn
zoon 1 Doe enzen zin en het zal je nooit be
rouwen I"
Erich greep hare band om die te kusses.
„Vergeef mg, lieve mama. Ik kan niet
snders Ik beb baar lief en sg verdient
de liefde van den besten man Ier wareld.
Leer baar eerst kennen, mama
Haastig onttrok se hem haar hand.
.Gg breekt mg het hart,* zeide ie.
Nu trad ook de president op znu roon toe.
„Hoor mgn laatste woord, Erich Blijft
ge bjj uw wil, reken er dan op, dat we
uiat meer denielfden weg gaan. Kies nu
„Papa Gg kunt niet zoo bard en ocreebf-
vtard'g tegen mg rijn. Ik doe niets wat nw
naam tot oneer ken strekken.'
„Het is mgn laatste woord!' riep de
president en zgn vrouw den arm biedend,
ging hg met hsar de kamer nit-
V.
Onmiddellijk na het onderbond mat zijns
ouders begat Erich Koilberg zich mar de
woning van den beer Wiese- Zgne vcrtcbjj-
ning daar veroeriaakte gioo e drukte.
.Zullen we hem ontvargi n, Clara vroeg
mevrouw.
,NeenI* antwoordde tij beslist. „Wal
hem ook hierheen loert, wij mogen niet
goede behandeling het daarheen te leiden,
dat het dier niet alleen suel toenam in
grootte, maar ook in wijsheidalthsns
schrijver dezes was er dezer dagen getuige
van, hoe het dier zich in de woonkamer
vrij bewoog onder de hnisgenooten hoe
het kleine volkje er meê omsprong; hoe
het gehoorzaamde aan bijna eik bevel en
het uit- eu ioloopen als de natuurrijkste
zaak behandelde. De baas vertelde mij,
dat het dier de meest mogelijke zindelijk
heid in acht mm, en hem, als hij een
boodschap moest doen, zelfs op den pu-
blieken weg volgde als een hondj".
Te HAARLEMMERMEER, waar
andere jaren in dezen tijd overvloed van
werk wis, loopen thans nog tal van
werklieden ledig, een gevolg niet alleen
van 't natte weder, maar voornamelijk
dat de karwij bijna tot de vergetelheid
geraakt- Thans begint uien in die gemeente
op mime schaal spinazie te zaaien. Ruim
100 H.A. zijn hiermede bezaaid. Het za«d,
hiervan gewonnen, wordt verzonden naar
't buitenland.
In de veenderij te OLDE-
OUWER (Fr.) was de arbeider T. v. Z.
in een vaartuig aan het baggeren, toen hij
voorover m de brijachtige veenmassa viel
en stikte. Men vond zijn lijk spoedig
daarna, wendde nog pogingen aan om de
levensgeesten op te wakken, doch tever
geefs.
Een leuk geval!
Te SCHOONHOVEN is aen kind ge
boren, waarvan de moeder 20, de grout-
motder 40, de overgrootmoeder 60 en de
bet-overgrootmoeder 80 jaren oud is, ter
wijl de jonggeborene door de overgroot
moeder wordt gebakerd,
In de SCHERMER kan men
een eigenaardig geval van vriendschap
tnsschen dieren waarnemen. De veehouder
K. Onvers heeft een bijzonder zwaren,
door hem gtfokten stier en een eveneens
bijzonder vet puckhondje, dat den stier
ven nuchter kalf af heeft zien opgroeien.
Die twee vette beesten zijn blijkbaar op
het innigst aan elkaar gehecht. Meermalen
per dag begeeft het puckje zich naar den
•tal, om den stier den kop te likken,
die dit wederkeerig het hoedje dost. Ook
zorgt de stier d»t hrt trouwe vriendje
ruimte genoeg heeft, wanneer het z:ch,
wat vaak gebeurt, eens e?n poos bij hsm
op stal komt nederleggen. Met de andere
beesten op stal bemoeit puckje zich niet.
Men schiijft nit WINTERSWIJK
In het gezin van een landbouwer in de
buurtschap Ratnm, onder deze gemeente,
werden dezer dagen vijf personen onge
steld na het nuttigen van leverworst. E-n
van hen, een volwassen dochter, is al onder
verschijnselen van vergiftiging overleden.
De worst was in hel gezin zelf vervaardigd.
Het gebiutt vaak dat, vooral in het
voorjaar, door ontbindingsprocessen in de
dikkere woistsoorlen, indien zij niet behoor
lijk gerookt en gedroogd zijn, vergiftiging
ontstaat.
Men schrijft uitHARLIN-
GEN:
Een agent in assurantiën ontving dezer
dagen een pik polissen, houdende verze
kering tegen inbraak, jlk schrikte", zei
de man, en zond met de volgende gelegen
heid die dingen terug, met de bijvoeging
^Inbrekers f Neen, zulk gemeen volk hou
den wij er niet op na.* Inderdaad mag
van onze woonplaats worden gezegd, dat
er niet wordt gestolen. Bij menschenge-
heugen kan men zich maar één geval her
inneren van een buitensporig persoon,
dis beproefde ergens in te breken en op
de daad betrapt is geworden. Maar dief
stal? Hier totaal onbekend.
met hem onderhandelen.*
Da raadsheer vond deie handelwijze te
genover een vreemde wat onvriendelijk en
het was bovendien de zoon van zgn presi
dent; sijn vrouw besliste evenwel„Clara
heeft gelijk, wg moeten ons voor den sehgn
in aoht hi men.'
Zoo werd het beroek afgewezen- Erich
was daarop voorbereid; bg bad niet anders
verwaehtzsnder aarzelen ging hg nsar bet
bureau van Eduaid en liet zich daar aan
melden.
Eduard Wiese ontving den jongen man
seer boel.
„Gg weetniet,' begon Koilberg, „wal bood
schap mg hierheen voert I Ik ben sooeveo
aan het hois uwe vaders geweest, maar de
toegang ia mij daar geweigerd.'
,Gij ziet daaruit," antwoordde Eduard,
„boe mijne familie zich denkt te gedragen;
hunne opvatting is de mijne."
„Ik kun u niet dwingen beleefd te sj)n"
antwoordde Eiich bedaard, „maar ik kan
verlangen dat men naar mg luistert. Went
het is onder mannen gewoonte, dat de een
den ander laat seggen wat hij op het hart
beeft, vanneer dit op fatsoenlijke wiiie ge
schiedt."
„Wat hebt ge dan te teggen
„Dat ik met mgn beroek bg nw ooders
het plan had, om de hand van uw zuster
te vragen.'
„Wat geeft u daartoe het recht f» riep
Edoard, de wenkbrauwen fronsend.
„Mgn liefde voor uw zuster.'
„Ik geloof u te begrppen, menheer, maar
mgn zuster beeft geeD genoegdoening noo-
dig, niet in 't minst zulk eene. En rjj bezit
natnurlgke besebermers genoeg, die baar eer
kunnen verdedigen."
„Gg miskent mjjne bedoelingen. Ik bes
die d.me geen genoegdoening soholdig en
tij heelt die in de oogen van verstandige
menschen ook niet noodig. Ik zie evenwel
in het voorgevallene geen reden, mij van
een stap te lateD teruahotden dien ik anders
zou gedaan hebben. Wam ik verklaar u ale
man van eer, en vraag daarvoor uw volle
vertroowen, dat, <er dat verfoeilyke artikel
verscheen, ik vast besloten weg, om de hand
Wat jockejs verdienen.
D»t een jockey bij een wedstrijd die
door ziju piard gewonnen wordt, f 24.0UU
cadeau krijgt, gebeurt niet eiken dag en
dit is geen ma tstaf voor de verdiensten
vaR jockeys in Kt algemeen. Allereerst
heelt niet elke jockey het geluk zoo n
overwinning te behalen, en Tirvolguns was
de groote winst hier 't gevolg van de
winst die zij den eigenaar aanbracht. De
ze toch won door wedden f 240.000.
Diarbij vergeleken is i 24.000 dus maar
oen schijntje.
Maar afgezien hiervan verdienen de
jockrys in Engeland toch nog een fatsoen
lijken dnit. Een vermaarde jockey krijgt
vun den stal, die het eerste rechi (claim)
op hem heelt, vaak f 60.000 per jaar;
bovendien voor eiken rit een rijgeld, dat,
wanneer hij wint f 60, anders f 36 be
draagt. Maar een jockey kan ook voor
andere stallen rijden, wanneer de stal,
die de eerste claim heeft, hem niet noodig
heeft. Voor de tweede claim Krijgt een
bekende Engelsche jockey allicht f 18.000
per jaar, en zelfs de etal, die de derde
claim heeft, geelt nog vaak etn behoor
lijk inkomen.
TVelke fabelachtige sommen de Ameri
kaan Sloan per jaar wint, hebben wij al
eens meegedeeld. De Engelschman Otto
Madden maakte vroeger gemiddeld
f 120.000 per seizoen. D n mogen ook
genoemd worden de inkomsten van de op
de renbaan historische jockeys Tred Ar
cher, George Fordham eu C. Wood. Ar
cher was twaalf jaar lang steeds de favo
riet; hij won in het geheel 2483 rennen,
waaronder de belangrijkste. In 1885 al
leen won hij 246 rennen. Hij verdiende
ta zamen zeker twee millioen gulden.
Iu Duitschland zijn de iokounns veel
kleiner. Er zijn daar heel enkele jockeys
die van f 6000 tot f 12.000 maken, be
halve de rijgelden. De geweldigste som,
die daar eens aan een jockey is weggege
ven een geval, dat nog steeds als iets
verbazend milds wordt beschouwd be
draagt f 6000, die kreeg Tom Busby toen
bij in 1896 met Trollhetla de Duitsche
Derby won.
Men vergele bij deze cijfers niet, dat
het beroep van een jjekey is zich in
doodsgevaar begeven. En hoe menigeen
is op de renbaan minstens kreupel gewor
den.
Nadeel van larapekappen.
Men kan tegenwoordig geen woning
binnenkomen, of men ziet er een min if
meer sierlijke lampekap over den ba'lon
van de lamp om het licht ondar het
werk op de h-nden te laten vallen. Behal
ve een lichtkring over de tfel, waar
aan men arbeidt, is zoodoende het grootste
deel van h»t vertrek iu het half
duister gehuld, vooral bij donkers
of weinig doorschijaende kappen. Tegen
over het voordeel, dat men op deze wijze
verkrijgt door voldoende verlichting van
ziju werk, staat echter een groot nadeel.
Zoodra men het oog richt naar voorwer
pen in de donkere kamer, wordt da pupil
van het oog grooter.
Laat men dan den blik weer op de
verlichte voorwe'pen rusten, dan dringt
een starke stroom licht het oog binnen,
daar de pnpil den tijd Diet heeft zich
samen te trekkeD. Het oog ondervindt
daarvan op den duur de schadelijke gevol
gen. Weinig doorschijnende en donkere
lampekappert dienen dns vermeden te wor
den het beste is een gewone, witte bal
lon, die het licht gelijkelijk verspreidt.
Venetië is gebouwd op 80
eilanden en heeft 400 brnggen,
uwer snater te vragen- Een brief, dien ik aan
baar richtte en op eene onverklaarbare wijze
niet in hare handen is terecht gekomen,
maar door een vervalseher is veranderd, rou
haar gevraagd hebben of ik haar in bet hais
harer ouders mocht naderen."
De open vrijmoedigheid van den bezoeker,
de mannelijke ernst en de inhond van zgne
redeeeering misten hunne uitwerking op
Eduard Wiese niet. Zgn gelaat klaarde op
en Erich de band toestekend, seide bg „Ik
geloof awe woorden en acht uwe bedoriiDg
hoog, ofschoon mij, wat ik u bekennen wi),
nog veel raadselachtig is."
„Ik ben bereid u later elke opheldering
te varsoheffen," antwoordde Erich. „Vandaag
vraag ik n slechts bg uwe familie ais mijne
bemiddelaar op te treden en mg de gele
genheid Ie willen verschaffen, mgn vraag
aan bet goede adres te mogen riohten."
„Wat ondar de tegenwoordige onstandig-
heden te doen is, wil ik gaarne doen, doch
moet eerst hooren, hoe uwe mededeelingen
thuis worden opgenomen."
„Voorloopig moet ik daarmede tevreden
zgn en dank u van harte. Ik ben vol goede
hoop de kracht die hier het boose wil,
zal onwillekeurig het goede helpen tol stand
brengen.—
Dadelijk daarop sooht Eduard zgn suster
op. Toen bg haar het gebeurde vertelde
zag hg, hoe zg niet in staat was hare ge
voelens ts verbergen. Uit baar gelaat was
plotseling alle bloed geweken en haar atem
bM.de, 'oen ze vro.g„En ge hebt hem
niet teruggewezen, Edoaid P"
„Boe kon ik dat P Hij is een link man,
die mg zou kunnen bevallen. Maar wanneer
hg uwe sympathie niet bezit, dan spreek ik
er geen woord meer over. Zal ik hem dus
antwoorden, dat bg niet welkom is f'
„Jz", antwoordde zij zacht.
Toen Dam hg haar kopje od drukte het
•acht tegen zich aan- Eu terwgi «ij met
vochtige oogau tot bem opzag, zeide bjj:
„LI«ra, hebt ge hem niet lielP'1
Zij schudde ontkennend het hoofd, maar
om baar mond trilde bet van ingehouden
smart en onophoudeljjk liepen haar de tra
nen langs de wangen. En hg voelde hoe
Uit een der bladen:
Eenige varkeus, die meerdere maanden,
zelfs die 2 jaar en 3 maanden in het
laboratorium gelegen hadden, herleefden
weder bij de bevochtiging met water, en
als zij in vochtig zand geplant ec met
zorg onder een glazen klok in de schaduw
geplaatst werden, ontwikkelden zij nieuwe
bladeren en wortelen.
Er zijn misschien weinig
Europeesche steden, waar de hond zooveel
ris trekdier gebruikt wordt als in Berlijn.
De vereeniging tot dierenbescherming heett
getracht aan dit bezigen van den hond
als trekdier ren eind le maken, door een
proef met ezels te nemen. De vereeniging
heelt 50 ezelhengsten en merries uit den
Kaukasus laten komen en in zeer korten
tijd had men de langooren aan den man
gebracht, terwijl honderden bestellingen
uitgekomen zijn. Men hoopt deze zoo
spoedig mogelijk nit te voeren, zoodat er
veel kans is, dat Re ezel als trekdier voor
het kleine verkeersbedrijf zijn vaste plaats
in de Berlijnsche straatwereld verkregen
heeft.
Een hij het Franschede-
partement van Koloniën ontvangen telegrim
maakt gewag van een zwaren brand op
Guadelonpe. Te La-Ponti-h-Pitre stonden
bij het afzenden van het telegram vijf
honderd huizen in brand en men was het
vuur op dat oogenblik nog niet meester.
Men meent te weten dat de brand is
aangestoken.
E en eigenaardige wedstrijd.
Het Pdrijsche sportweekblnd „La Vie au
grand air* heeft een zeer oorspronkelijken
wedstrijd uitgeschreven voor motorfietsen
en autocars. De deelnemers zullen zich
met hun voertuigen aan den voet van
den Eiffeltoren moeten plaatsen. Daar stij
gen zij uit of at, en klimmen naar boven
tot op het tweede platform. De jury wijst
hen daar a*n den horizon een kerktoreD
aan van eeD der Parijsche voorsteden, en
op het bevel van #Af!" maken allen
zoo vlug zij kunnen, dat zij beneden
komen, hnn machine bestijgen, en langs
den kortsten weg het opgegeven eindpunt
bereikeD.
Man en vronw.
In het stadje Rio, in den Noord-Ameri-
kaanschen staat Illinois, moest onlings
een lid der schoolcommissie gekozen
worden, wat aldaar bij algameen stemrecht
geschiedt. De democratische candidaat
kreeg de meerderheid eo dat is een dame
wier tegenstander, de repnblikeinsche
candidaat, haar eigen man was
Rivierbrand.
De Chicagorivier heeftDinsdagnacht
over een groote uitgestrektheid in brand
gestaan.
De vlammen sloegen hier en daar tot
50 voet omhoog en de brandweer had
alle krachten noodig om zulk een zon
derling, n brand te betengelen. Zij kon
niet beletten dat de Kinziebrng in vlam
men opging. De oorzaak van den brand
was het vnurvatten van het zeer vette,
olieachtige oppervlak der rivier.
Vakkennis. O nderwijzer
(tot zoontje van een architect), Dat weet
10 welj Jan, wat beteekeit fnudeering
Jan Ik weet het niet, meester.
Onderwijzer: Nu, waar bouwt je vader
zijn huizen op
Jan Op speculatit.
J®» he' hoogste gelnk is te vinden
bij twee menschen, die nog een derde
wachten.
baar hart in wilde slagen klopte.
„Staat het soo dacht hg en laebfe stil
voor zieh heen. „Na, dan is er geen nood
meer.''
Toen den president Koilberg het ksartje
werd overhandigd van Eduard Wiese, direc
teur van de eleetrische mastsohappg, herin
nerde bg zich, dat hg dien mgnheer in de
hoogste kringen had ontmoet én steeds tijn
bekwaamheden had booren roemen. Over
siin familiebetrekkingen tot den raadsheer
Wiese had bij nooit een woord gehoord Hij
hield het dos voor sjjii plicht hem seer be
leefd le ontvangen. Hg ging ham bg zgn
binneatreden eenige schreden tegemoet en
hem een stoel aanbiedend, seide hg
„Waarmede kan ik u van dienst sgn.
mij»öeer de directeur
,,Ik kom,' antwoordde Eduard, „voor mgn
▼ader, den raadsheer Wiese."
Dadelgk verdween het vriendelgke lachje
van het gelast van den president, en hu
nam een ongenaakbare houding aan.
„Zoo, ia dat nw vader. Wat wilt o F"
„Ge hebt, mgnheer," ging de besoeker op
rustigsn, maar emstigen toon voort, „mgn
vader seer harde woorden gezegd, die hem
nog dieper gekrenkt hebben dan ae onrecht
vaardig waren. Want
„S'a mij toe", riep de president, „wan
neer uw vador sieh beleedigd gevoelt, waar
om komt hij dan zelf niet tot me F Hij weet
den weg rot mg."
„Die vraag is seer wasr, heer president,
en ik veroorloof mij daarop te antwoorden
mijn vader ia— ik moet het van mgn stand
punt zeggen jammer, in sgn bareauera-
tisebe begrippen zoo gevangen, dal hg
dienstzaken niet van persoonlijke zaken weet
te onderscheiden, en derhalve een hem per
soonlijk betreffend verwijt aanmerkt ge-
daan aan bet adres vsn den ambtenaar, dat
hij rieh ronder eenige' tegenspraak moet
laten welgevallen."
„Gij hedt hem die opvatting moeten laten
behouden en er u ook bjj moeten neerleg
gen," wua het koele antwoord van den
president, waarop hij aaDStailen maakt* op
te staan en daarmede bet onderhoud af te
breken. Hjj was besloten zieb met de*en soo
bedaarden,maar 'och beslisten jongen man niet
in dit punt le begeven.