Een belangrijke verklaring. GEMENGD NfEÜVVS. WORDT VERVOLGD. Voor een verklaring, overgenomen uit de BWeg- wijzcr", maandsclirilt der geheelonthouding, wordt ons plaatsing verzocht. Deze verklaring was geteekend door de heeren Dr. med. G. von Bunge, hoogleeraar te Basel, Dr. med. Max von Pettenkofer, hoogleeraar te München, Dr. med. Aug. Forel, oud-hoogleeraar te Ziirich, Dr. med. E. Bleuler, hoogleeraar te Ziiricb, Dr. med. Alb. Mahaim, hoogleeraar te Lausanne, Dr. med. von Speyer, hoogleeraar, directeur van het krankzinnigengesticht IV aldau, Dr. med. A. Delbrück, directeur van het krankzinnigengesticht te Bremen, Dr. med. A. Fick hoogleeraar te Würzburg en Dr. med. P. J. Miibius, te Leipzig. 1. Het is een wetenschappelijk bewezen feit, dat de alcoholhoudende dranken meer dan ieder andere der ons volksleven nadeel veroorzakende factoren, de lichamelijke en geestelijke kracht van ons ras ondermijnen, het met erfelijk lijden impraegneeren en tot ontaarding voeren. Meer dan de helft der in onze gevangenissen opgeslotenen zijn door den alcohol op den weg der misdaad gebracht, bjjna der mannelijke verpleegden onzer krankzinnigen-ge stichten hebben hun trenrig lot den alcohol te wijten; familie-ellende, verarming en verwildering is in duizenden bij duizenden gevallen het gevolg van dit volksvergif. Bij een tiende der sterfgevallen van volwassen mannen laat zich de alcohol als doodsoorzaak aanwijzen, 1300 menachen verliezen alleen door ongelukken tengevolge van dronkenschap in Duitschland jaarlijks hun leven, 1600 worden jaarlijks door den alcohol tot zelfmoord gevoerd, bijna 80 000 ljjden jaarlijks asn delirium en andere gees- tes storingen. 2. Deze huiveringwekkende som van ellende be- teekent voor ons volk gelijktijdig een enorme eco nomische belasting de directe uitgaven voor alcohol houdende dranken bedragen thans in Duitschland bijna 2'/j milliarden Mark, dat is c. a. 50 Mark por hoofd va» de bevolking per jaar. Deze som overtreft de kosten voor leger en vloot samengenomen onge veer met het drievoudige. Daarbij komen de eveneens enorme indirecte uitgaven, die een noodzakelijk ge volg der vermelde nadeelige inwerking van de» alcohol zijn. 3. Het gebruik van alcoholische dranken is in deze eeuw tengevolge van de technische uitvindin gen en de verhoogde welvaart op niet-verwachto wijzo gewassen en is nog voortdurend stijgende. 4. Een aanpassing van het menschenras aan het alcoholgebruik geschiedt, gelijk de ervaring leert, niet, wijl de alcohol direct nadeelig op de voort- plantingskiem inwerkt, 5. Hieruit volgt, dat voor diegenen onder ons, die eenige belangstelling voor het welzijn van ons volk voelen, het een ernstige plicht is, dit ontzettende gevaar zoo snel en zoo krachtig mogelijk te bestrijden. 6. Het is bewezen, dat ook het werkelijk matig gebrnik van geestrijke dranken, wat overigens bij Duitsche mannen wel als een uitzondering zal voorkomen,minstens geenerlei nut, van welken aard ook, met zich brengt. Alle nog zoo allerwege heer- schende meeningen over de versterkende, verwarmende of geestelijk-aanzettende werking van kleine alcohol- hoeveelheden zijn door de wetenschappelijke onderzoe kingen gebleken dwaliugen te zijn. De matigheid, zooals men die gewoonlijk opvat, werkt op beduidende wijze predisponeerend voor ziekten en ook levens- verkortend. 7. Het matig gebruik van alcoholhoudende dran ken kleeft de vloek aan, dat het voor een buitengewoon groot deel van onze medemenschen een valstrik is, dat het aanzet en verleidt tot het van te voren niet bedoelde, ja verafschuwde onmatig gebruik. Dit moet noodzakelijk volgen, daar het in den aard van het alcoholvergif en in den toestand der menschelijke zenuwen gelegen is. Wilde men nu al optimistisch genoeg zijn, om aan te nemen, dat de laatste zich in afzicnbaren tijd, trots de voortdurend in tegengestelden zin werkende alcoholovervloed, werkelijk veranderen en verbeteren laat, dan blijft toch de andere factor, de perfide werking van het alcoholvergif, onveranderd. Daardoor is de gewoonte van het matig gebruik van alcoholhoudende dranken de eigenlijke oorzaak van de drankzucht. 8. De hoop door opwekking tot „matigheid" de alcoholellende ook maar een weinig afbreuk te kunnen doen, is daardoor dan ook een utopie te noemen. Deze opvatting wordt door de geschiedenis beves tigd; zoolang er geestrijke dranken geweest zijn, zoolang is ook de matigheid in het gebruik dier dranken aangeprezen en tegen de onmatigheid gewaar- schuwdmet welk gevolg zegt ons een blik op het tegenwoordige leven. De maatregelen tot bevorde ring der matigheid zijn nog nergens in staat geweest den alcoholvloed te stuiten. Daarentegen zijn de ge volgen der onthondings-beweging reeds thans in verschillende landen glansrijk. Haar aanhangers zijn in Amerika meer dan 10 millioen in aantal en in Europa omstreeks 7 millioensedert korten tijd is ook in Duitschland een sterke, rassche toeneming der beweging waar te nemen. Deze beweging is noodzakelijk en daar ze zoowel door de materisele belangen als door de ideale krachten der menschheid gedragen werdt, i« haar de over winning vast gewaarborgd. 9. De meening, dat de aanhangers der geheel— onthouffingsbeweging „nicht ernst zu nebmen Beien" is daarom een betreurenswaardige misvatting, die slechts te verklaren is door de aanneming van verregaande onkunde omtrent de geschiedenis en de uitbreiding der onthoudingsbeweging, alsmede omtrent hare gronden. Bij Kon. besluit is be- noemd tot heemraad van den polder Waard en Groet de heer R. K*iper. vooroitsiebten zgn de beste, j» „Nog meer,' viel mevrouw levendig in, „ik heb oom Sondern geheel voor u kunnen winnen. Eg stelt «eer vtel belsng in uw persoon, en de hand ven barones El la is voor n, wanneer ge er toe kondt besluiten, haar te vragen. Moet nn deze schitterende politie, wllen al ome verwachtingen ver stoord worden door een stap, welke o, ge loof me, zeer spoedig zal berouwen Kunt gij zoo legen uzelf, tegen ods allen hsnde- Isd? Spreek, Erich I" „Ja, spreek Erich riep de president, ia de grootste spanning »jjn zoon Benkij kend. Erich bad seer beleefd den stroom over zieh laten heengaan. Hg stond nadenkend met den rug tegen den schoorsteen; zonder het te willen moes» hg zuchten. Het viel hem niat gemakkelijk, den oudets iets te wei geren, dat hun zoo gewenscht voorkwam en waarop re 100 vast en zeker hadden ge hoopt en gerekend. „Ik wilde dal ik spreken kon zooal» ge het gaarne hoort, want u verdriet te moeten doen, bereidt mg ook veel pijn. Handelde het niet over de vraag, die over mgn ge- beeie leven beschikt, ik zou niet zoo op mgn wil staaD, geloof me. Ik ban er ook verre van verwijdard, nw opmerkingen licht vaardig van de hand te wjjten, ik heb ze mijself meermalen voorgelegd, maar na streng onderzoek moeten verwerpen. Ik vrees niets voor mijn toekomst, hoop veelmeer, dat in de verbintenis met een meisje uit een eerbsre fsmllie geen redelijk denkend sienseh een reden zsl aien, mg zijn achting te ontnemen „Gij kent de wereld dan al heel slecht,' riep de president, „wanneer ge geloott, dat men u dat afdalen in lager sfeer zal ver- geveD, daar er in nw eigen kring genoeg da mes zgn die n beter zouden puBeen. Daarover sullen anderen evenmin heenkomen als wijzelf. Temeer als het gesohiedt onder omstandigheden die hier heerscben. Vergeet ge dao geheel, dat het bier handelt over een meisje, dat ik wil toegeven ten onrechte maar tcoh zwaar gecompromit teerd ie] Bedenk eens, wat een opsien het De heer J. Smit, benoemd onderwijzer aan school II te Anna- Paulowna, heeft voor deze be trekking bedankt, wegens eene benoeming te IJmuiden. Een vat met stroop, dat te UTRECHT op een vrrchtwagen tasschen lakken zout, koffie, een v-.t petroleum e. d. inlsg, stortte plotseliog dien inhoud over het plaveisel van de straalde stop was door de werking van de stroop eraf ge sprongen. De school en nog wel de jAa- velooze" school was juist ui'gcgain, en de jorg^ns van drie tot twaalf verdrongen zich om den wagen om zich te goed te deen aan dien overvloed. In de handen vingen ze hst op eo likten en smakten zoo lang tot ze er genoeg van kregen. De voorraad was echter niet opwal met de rest gedaan P Een gaf het voorbeeld en ving het kleverige goedje in zijn handen op, waarna bij zijti waDgeu en neus er mee besmeerdeeen ander vond wangen en neus niet genoeg en smeerde zijn ge- heele gezicht vol, totdat eindelijk een twintig paar groote en kleine handeD door de mrssa grabbelden, en de jongens eerst zich zelf en daarna anderen het hoofd, ook bet haar en den hals met een dikke laag bedekten, zoodat bet over den mond droop en ze op die manier nog meer konden likken. Teu slotte droop de mas sa in hun hals en moeder kon nn zor gen dat de boel weer schoon komt. (U. D.) Stemgeld! Bij de verkiezing van een hoofdingeland in het <43 district van de ALBLASSER- WAARD c. a. was o. a. een kiezer uil Ommerer. opgekomen, dia meende dat ^kiesrecht' ook ^kiesplicht" was en dat daarom aan de kiezsr» de reiskosten euz. moesten vergoed worden. Voordat hij zijn stem uitbracht, verzocht hij dan ook aan de leden van het stembureau hem f 1.15 uit te betalen. Toen hieraan niet werd voldaan, ging de kiezer heen, zonder ge stemd te hebben Te WADDINGSVEEN is begra ven vrouw Turk. Haar man, A. Turk, is ichipper. Zoo man als vrouw waren vreeselijk aan den drank verslaafd. Hun leven was erger dan dierlijk. De vrouw stierf en het lijk heeft twee dagen gelegen. Er was niemand te vinden, die het wilde ^afleggen*.'t Was dan ook afgrijselijk, 't Wemelde van 't ongedierte. Toch sliep de man maar steeds bij het lijk der vrouw, meeat ïd beschon ken toestand. Zelfs vond men hem een dag later nog dronken op 't doodsleger. Kort voor den dood der vrouw hadden man en vrouw nog hevigen twist gehad, omdat de uuaD meende, dat zij een borrel meer gehad had dan hij. Het misbruik van sterken drauk schijnt dan ook wel de oorziak van den dood te zijn geweest. Een gevaar ontsnapt. De trein van DEN BOSCH in de rich ting Vocht is aan een g<oot gevaar ontenapt. Even vóór -Jen overweg brak op den straatweg van Vucht het rad van een zware vrachtkarhet paard «chicbtig gewor den, holde voort, de kar echter zich slee- pende, verbrijzelde den afsluitboom, maar was met hij machte de kar over de rails ta halen, waarin deze vasthsakte. Juist op dit oogenblik kwam da trein nit Den Bosch. Men had nog juist den tijd het sein van onveilig te geven en gelukkig werd dit door den machinist gezien. Vlak vóór de kar kwam de trein tot staan. Een jong varken heeft de kuiper B. te STOLWIJK. Hij had zich over het dier, als zuigeling uit een al te groot geziü, ontfermd en wist door eene zal baren! Wat etn sobandaall" „Om Godswil, Erieh!' riep mevrouw. „Zou dal nu een ernstige bedenking kan nen heetenp* antwoordde deze hoofdschud dend. „Wijl een dame onrechtvaardig be schuldigd, smadelijk beleedigd i« geworden, daarom zou ik mgn besluit moeten veran deren P Neen, des te dricgsndsr schijnt het nog mijn plicht, basr te beschermen en mijne gevoelens a»D baar kenbaar temaken. Eeo eerlijk man zal zich voor een leogen niet boigen maar dian leugen uit deu weg hel pen en vernietigen.' De president wendde zich met donker gelaat af. Hij gaf den slag gewonnen. Mama was op haar zoon toegetreden en zijn arm teeder aanrakend, reide rij, terwijl ij) mat moeite baar tranen terugdrong; „Erich, wilt ge die ongehoorde daad dus werkelijk doen P Wilt ge om dan allen on gelukkig maken P Hebben wjj dat asn je verdiend P Luister naar je moeder, mgn zoon 1 Doe enzen zin en het zal je nooit be rouwen I" Erich greep hare band om die te kusses. „Vergeef mg, lieve mama. Ik kan niet snders Ik beb baar lief en sg verdient de liefde van den besten man Ier wareld. Leer baar eerst kennen, mama Haastig onttrok se hem haar hand. .Gg breekt mg het hart,* zeide ie. Nu trad ook de president op znu roon toe. „Hoor mgn laatste woord, Erich Blijft ge bjj uw wil, reken er dan op, dat we uiat meer denielfden weg gaan. Kies nu „Papa Gg kunt niet zoo bard en ocreebf- vtard'g tegen mg rijn. Ik doe niets wat nw naam tot oneer ken strekken.' „Het is mgn laatste woord!' riep de president en zgn vrouw den arm biedend, ging hg met hsar de kamer nit- V. Onmiddellijk na het onderbond mat zijns ouders begat Erich Koilberg zich mar de woning van den beer Wiese- Zgne vcrtcbjj- ning daar veroeriaakte gioo e drukte. .Zullen we hem ontvargi n, Clara vroeg mevrouw. ,NeenI* antwoordde tij beslist. „Wal hem ook hierheen loert, wij mogen niet goede behandeling het daarheen te leiden, dat het dier niet alleen suel toenam in grootte, maar ook in wijsheidalthsns schrijver dezes was er dezer dagen getuige van, hoe het dier zich in de woonkamer vrij bewoog onder de hnisgenooten hoe het kleine volkje er meê omsprong; hoe het gehoorzaamde aan bijna eik bevel en het uit- eu ioloopen als de natuurrijkste zaak behandelde. De baas vertelde mij, dat het dier de meest mogelijke zindelijk heid in acht mm, en hem, als hij een boodschap moest doen, zelfs op den pu- blieken weg volgde als een hondj". Te HAARLEMMERMEER, waar andere jaren in dezen tijd overvloed van werk wis, loopen thans nog tal van werklieden ledig, een gevolg niet alleen van 't natte weder, maar voornamelijk dat de karwij bijna tot de vergetelheid geraakt- Thans begint uien in die gemeente op mime schaal spinazie te zaaien. Ruim 100 H.A. zijn hiermede bezaaid. Het za«d, hiervan gewonnen, wordt verzonden naar 't buitenland. In de veenderij te OLDE- OUWER (Fr.) was de arbeider T. v. Z. in een vaartuig aan het baggeren, toen hij voorover m de brijachtige veenmassa viel en stikte. Men vond zijn lijk spoedig daarna, wendde nog pogingen aan om de levensgeesten op te wakken, doch tever geefs. Een leuk geval! Te SCHOONHOVEN is aen kind ge boren, waarvan de moeder 20, de grout- motder 40, de overgrootmoeder 60 en de bet-overgrootmoeder 80 jaren oud is, ter wijl de jonggeborene door de overgroot moeder wordt gebakerd, In de SCHERMER kan men een eigenaardig geval van vriendschap tnsschen dieren waarnemen. De veehouder K. Onvers heeft een bijzonder zwaren, door hem gtfokten stier en een eveneens bijzonder vet puckhondje, dat den stier ven nuchter kalf af heeft zien opgroeien. Die twee vette beesten zijn blijkbaar op het innigst aan elkaar gehecht. Meermalen per dag begeeft het puckje zich naar den •tal, om den stier den kop te likken, die dit wederkeerig het hoedje dost. Ook zorgt de stier d»t hrt trouwe vriendje ruimte genoeg heeft, wanneer het z:ch, wat vaak gebeurt, eens e?n poos bij hsm op stal komt nederleggen. Met de andere beesten op stal bemoeit puckje zich niet. Men schiijft nit WINTERSWIJK In het gezin van een landbouwer in de buurtschap Ratnm, onder deze gemeente, werden dezer dagen vijf personen onge steld na het nuttigen van leverworst. E-n van hen, een volwassen dochter, is al onder verschijnselen van vergiftiging overleden. De worst was in hel gezin zelf vervaardigd. Het gebiutt vaak dat, vooral in het voorjaar, door ontbindingsprocessen in de dikkere woistsoorlen, indien zij niet behoor lijk gerookt en gedroogd zijn, vergiftiging ontstaat. Men schrijft uitHARLIN- GEN: Een agent in assurantiën ontving dezer dagen een pik polissen, houdende verze kering tegen inbraak, jlk schrikte", zei de man, en zond met de volgende gelegen heid die dingen terug, met de bijvoeging ^Inbrekers f Neen, zulk gemeen volk hou den wij er niet op na.* Inderdaad mag van onze woonplaats worden gezegd, dat er niet wordt gestolen. Bij menschenge- heugen kan men zich maar één geval her inneren van een buitensporig persoon, dis beproefde ergens in te breken en op de daad betrapt is geworden. Maar dief stal? Hier totaal onbekend. met hem onderhandelen.* Da raadsheer vond deie handelwijze te genover een vreemde wat onvriendelijk en het was bovendien de zoon van zgn presi dent; sijn vrouw besliste evenwel„Clara heeft gelijk, wg moeten ons voor den sehgn in aoht hi men.' Zoo werd het beroek afgewezen- Erich was daarop voorbereid; bg bad niet anders verwaehtzsnder aarzelen ging hg nsar bet bureau van Eduaid en liet zich daar aan melden. Eduard Wiese ontving den jongen man seer boel. „Gg weetniet,' begon Koilberg, „wal bood schap mg hierheen voert I Ik ben sooeveo aan het hois uwe vaders geweest, maar de toegang ia mij daar geweigerd.' ,Gij ziet daaruit," antwoordde Eduard, „boe mijne familie zich denkt te gedragen; hunne opvatting is de mijne." „Ik kun u niet dwingen beleefd te sj)n" antwoordde Eiich bedaard, „maar ik kan verlangen dat men naar mg luistert. Went het is onder mannen gewoonte, dat de een den ander laat seggen wat hij op het hart beeft, vanneer dit op fatsoenlijke wiiie ge schiedt." „Wat hebt ge dan te teggen „Dat ik met mgn beroek bg nw ooders het plan had, om de hand van uw zuster te vragen.' „Wat geeft u daartoe het recht f» riep Edoard, de wenkbrauwen fronsend. „Mgn liefde voor uw zuster.' „Ik geloof u te begrppen, menheer, maar mgn zuster beeft geeD genoegdoening noo- dig, niet in 't minst zulk eene. En rjj bezit natnurlgke besebermers genoeg, die baar eer kunnen verdedigen." „Gg miskent mjjne bedoelingen. Ik bes die d.me geen genoegdoening soholdig en tij heelt die in de oogen van verstandige menschen ook niet noodig. Ik zie evenwel in het voorgevallene geen reden, mij van een stap te lateD teruahotden dien ik anders zou gedaan hebben. Wam ik verklaar u ale man van eer, en vraag daarvoor uw volle vertroowen, dat, <er dat verfoeilyke artikel verscheen, ik vast besloten weg, om de hand Wat jockejs verdienen. D»t een jockey bij een wedstrijd die door ziju piard gewonnen wordt, f 24.0UU cadeau krijgt, gebeurt niet eiken dag en dit is geen ma tstaf voor de verdiensten vaR jockeys in Kt algemeen. Allereerst heelt niet elke jockey het geluk zoo n overwinning te behalen, en Tirvolguns was de groote winst hier 't gevolg van de winst die zij den eigenaar aanbracht. De ze toch won door wedden f 240.000. Diarbij vergeleken is i 24.000 dus maar oen schijntje. Maar afgezien hiervan verdienen de jockrys in Engeland toch nog een fatsoen lijken dnit. Een vermaarde jockey krijgt vun den stal, die het eerste rechi (claim) op hem heelt, vaak f 60.000 per jaar; bovendien voor eiken rit een rijgeld, dat, wanneer hij wint f 60, anders f 36 be draagt. Maar een jockey kan ook voor andere stallen rijden, wanneer de stal, die de eerste claim heeft, hem niet noodig heeft. Voor de tweede claim Krijgt een bekende Engelsche jockey allicht f 18.000 per jaar, en zelfs de etal, die de derde claim heeft, geelt nog vaak etn behoor lijk inkomen. TVelke fabelachtige sommen de Ameri kaan Sloan per jaar wint, hebben wij al eens meegedeeld. De Engelschman Otto Madden maakte vroeger gemiddeld f 120.000 per seizoen. D n mogen ook genoemd worden de inkomsten van de op de renbaan historische jockeys Tred Ar cher, George Fordham eu C. Wood. Ar cher was twaalf jaar lang steeds de favo riet; hij won in het geheel 2483 rennen, waaronder de belangrijkste. In 1885 al leen won hij 246 rennen. Hij verdiende ta zamen zeker twee millioen gulden. Iu Duitschland zijn de iokounns veel kleiner. Er zijn daar heel enkele jockeys die van f 6000 tot f 12.000 maken, be halve de rijgelden. De geweldigste som, die daar eens aan een jockey is weggege ven een geval, dat nog steeds als iets verbazend milds wordt beschouwd be draagt f 6000, die kreeg Tom Busby toen bij in 1896 met Trollhetla de Duitsche Derby won. Men vergele bij deze cijfers niet, dat het beroep van een jjekey is zich in doodsgevaar begeven. En hoe menigeen is op de renbaan minstens kreupel gewor den. Nadeel van larapekappen. Men kan tegenwoordig geen woning binnenkomen, of men ziet er een min if meer sierlijke lampekap over den ba'lon van de lamp om het licht ondar het werk op de h-nden te laten vallen. Behal ve een lichtkring over de tfel, waar aan men arbeidt, is zoodoende het grootste deel van h»t vertrek iu het half duister gehuld, vooral bij donkers of weinig doorschijaende kappen. Tegen over het voordeel, dat men op deze wijze verkrijgt door voldoende verlichting van ziju werk, staat echter een groot nadeel. Zoodra men het oog richt naar voorwer pen in de donkere kamer, wordt da pupil van het oog grooter. Laat men dan den blik weer op de verlichte voorwe'pen rusten, dan dringt een starke stroom licht het oog binnen, daar de pnpil den tijd Diet heeft zich samen te trekkeD. Het oog ondervindt daarvan op den duur de schadelijke gevol gen. Weinig doorschijnende en donkere lampekappert dienen dns vermeden te wor den het beste is een gewone, witte bal lon, die het licht gelijkelijk verspreidt. Venetië is gebouwd op 80 eilanden en heeft 400 brnggen, uwer snater te vragen- Een brief, dien ik aan baar richtte en op eene onverklaarbare wijze niet in hare handen is terecht gekomen, maar door een vervalseher is veranderd, rou haar gevraagd hebben of ik haar in bet hais harer ouders mocht naderen." De open vrijmoedigheid van den bezoeker, de mannelijke ernst en de inhond van zgne redeeeering misten hunne uitwerking op Eduard Wiese niet. Zgn gelaat klaarde op en Erich de band toestekend, seide bg „Ik geloof awe woorden en acht uwe bedoriiDg hoog, ofschoon mij, wat ik u bekennen wi), nog veel raadselachtig is." „Ik ben bereid u later elke opheldering te varsoheffen," antwoordde Erich. „Vandaag vraag ik n slechts bg uwe familie ais mijne bemiddelaar op te treden en mg de gele genheid Ie willen verschaffen, mgn vraag aan bet goede adres te mogen riohten." „Wat ondar de tegenwoordige onstandig- heden te doen is, wil ik gaarne doen, doch moet eerst hooren, hoe uwe mededeelingen thuis worden opgenomen." „Voorloopig moet ik daarmede tevreden zgn en dank u van harte. Ik ben vol goede hoop de kracht die hier het boose wil, zal onwillekeurig het goede helpen tol stand brengen.— Dadelijk daarop sooht Eduard zgn suster op. Toen bg haar het gebeurde vertelde zag hg, hoe zg niet in staat was hare ge voelens ts verbergen. Uit baar gelaat was plotseling alle bloed geweken en haar atem bM.de, 'oen ze vro.g„En ge hebt hem niet teruggewezen, Edoaid P" „Boe kon ik dat P Hij is een link man, die mg zou kunnen bevallen. Maar wanneer hg uwe sympathie niet bezit, dan spreek ik er geen woord meer over. Zal ik hem dus antwoorden, dat bg niet welkom is f' „Jz", antwoordde zij zacht. Toen Dam hg haar kopje od drukte het •acht tegen zich aan- Eu terwgi «ij met vochtige oogau tot bem opzag, zeide bjj: „LI«ra, hebt ge hem niet lielP'1 Zij schudde ontkennend het hoofd, maar om baar mond trilde bet van ingehouden smart en onophoudeljjk liepen haar de tra nen langs de wangen. En hg voelde hoe Uit een der bladen: Eenige varkeus, die meerdere maanden, zelfs die 2 jaar en 3 maanden in het laboratorium gelegen hadden, herleefden weder bij de bevochtiging met water, en als zij in vochtig zand geplant ec met zorg onder een glazen klok in de schaduw geplaatst werden, ontwikkelden zij nieuwe bladeren en wortelen. Er zijn misschien weinig Europeesche steden, waar de hond zooveel ris trekdier gebruikt wordt als in Berlijn. De vereeniging tot dierenbescherming heett getracht aan dit bezigen van den hond als trekdier ren eind le maken, door een proef met ezels te nemen. De vereeniging heelt 50 ezelhengsten en merries uit den Kaukasus laten komen en in zeer korten tijd had men de langooren aan den man gebracht, terwijl honderden bestellingen uitgekomen zijn. Men hoopt deze zoo spoedig mogelijk nit te voeren, zoodat er veel kans is, dat Re ezel als trekdier voor het kleine verkeersbedrijf zijn vaste plaats in de Berlijnsche straatwereld verkregen heeft. Een hij het Franschede- partement van Koloniën ontvangen telegrim maakt gewag van een zwaren brand op Guadelonpe. Te La-Ponti-h-Pitre stonden bij het afzenden van het telegram vijf honderd huizen in brand en men was het vuur op dat oogenblik nog niet meester. Men meent te weten dat de brand is aangestoken. E en eigenaardige wedstrijd. Het Pdrijsche sportweekblnd „La Vie au grand air* heeft een zeer oorspronkelijken wedstrijd uitgeschreven voor motorfietsen en autocars. De deelnemers zullen zich met hun voertuigen aan den voet van den Eiffeltoren moeten plaatsen. Daar stij gen zij uit of at, en klimmen naar boven tot op het tweede platform. De jury wijst hen daar a*n den horizon een kerktoreD aan van eeD der Parijsche voorsteden, en op het bevel van #Af!" maken allen zoo vlug zij kunnen, dat zij beneden komen, hnn machine bestijgen, en langs den kortsten weg het opgegeven eindpunt bereikeD. Man en vronw. In het stadje Rio, in den Noord-Ameri- kaanschen staat Illinois, moest onlings een lid der schoolcommissie gekozen worden, wat aldaar bij algameen stemrecht geschiedt. De democratische candidaat kreeg de meerderheid eo dat is een dame wier tegenstander, de repnblikeinsche candidaat, haar eigen man was Rivierbrand. De Chicagorivier heeftDinsdagnacht over een groote uitgestrektheid in brand gestaan. De vlammen sloegen hier en daar tot 50 voet omhoog en de brandweer had alle krachten noodig om zulk een zon derling, n brand te betengelen. Zij kon niet beletten dat de Kinziebrng in vlam men opging. De oorzaak van den brand was het vnurvatten van het zeer vette, olieachtige oppervlak der rivier. Vakkennis. O nderwijzer (tot zoontje van een architect), Dat weet 10 welj Jan, wat beteekeit fnudeering Jan Ik weet het niet, meester. Onderwijzer: Nu, waar bouwt je vader zijn huizen op Jan Op speculatit. J®» he' hoogste gelnk is te vinden bij twee menschen, die nog een derde wachten. baar hart in wilde slagen klopte. „Staat het soo dacht hg en laebfe stil voor zieh heen. „Na, dan is er geen nood meer.'' Toen den president Koilberg het ksartje werd overhandigd van Eduard Wiese, direc teur van de eleetrische mastsohappg, herin nerde bg zich, dat hg dien mgnheer in de hoogste kringen had ontmoet én steeds tijn bekwaamheden had booren roemen. Over siin familiebetrekkingen tot den raadsheer Wiese had bij nooit een woord gehoord Hij hield het dos voor sjjii plicht hem seer be leefd le ontvangen. Hg ging ham bg zgn binneatreden eenige schreden tegemoet en hem een stoel aanbiedend, seide hg „Waarmede kan ik u van dienst sgn. mij»öeer de directeur ,,Ik kom,' antwoordde Eduard, „voor mgn ▼ader, den raadsheer Wiese." Dadelgk verdween het vriendelgke lachje van het gelast van den president, en hu nam een ongenaakbare houding aan. „Zoo, ia dat nw vader. Wat wilt o F" „Ge hebt, mgnheer," ging de besoeker op rustigsn, maar emstigen toon voort, „mgn vader seer harde woorden gezegd, die hem nog dieper gekrenkt hebben dan ae onrecht vaardig waren. Want „S'a mij toe", riep de president, „wan neer uw vador sieh beleedigd gevoelt, waar om komt hij dan zelf niet tot me F Hij weet den weg rot mg." „Die vraag is seer wasr, heer president, en ik veroorloof mij daarop te antwoorden mijn vader ia— ik moet het van mgn stand punt zeggen jammer, in sgn bareauera- tisebe begrippen zoo gevangen, dal hg dienstzaken niet van persoonlijke zaken weet te onderscheiden, en derhalve een hem per soonlijk betreffend verwijt aanmerkt ge- daan aan bet adres vsn den ambtenaar, dat hij rieh ronder eenige' tegenspraak moet laten welgevallen." „Gij hedt hem die opvatting moeten laten behouden en er u ook bjj moeten neerleg gen," wua het koele antwoord van den president, waarop hij aaDStailen maakt* op te staan en daarmede bet onderhoud af te breken. Hjj was besloten zieb met de*en soo bedaarden,maar 'och beslisten jongen man niet in dit punt le begeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 6