Opgaven van CamËaten,
Donderdag 8 Juni 1899.
43ste Jaargang Ho. 3422.
(Mank van ralolpprs te laaie.
Verlossing.
ïrt
NATIONALE MILITIE.
Bureau: SCHAOKN, liaan, f> 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WINKEL.
GemeenteSc hagen.
Bekendmakingen.
FEUILLETON.
KENNISGEVING.
VERKIEZING
Binnenlaiidsdi Nieuws.
Uit de Streek.
WORDT VERVOLGD.
SCHAGEft
AIesicco liins-,
COURANT.
Mmttitie- k Laiiliifllii
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- on
fnvDunWm™x°T n- d', Bi^ iüzending tot '8 morgens 9 ure, worden
J, ln eerstuitkomend nummer geplaatst
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente kunnen
inlichtingen worden verkregen omtrent
een opgevangen hokkeling.
-OOO——O -
Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat bet
onderzoek van de in die gemeente verblijfhoudende
verlofgangers der Militie te land, voor zooverre zij
vóór den Eersten April j.1. in bet genot van
onbepaald verlof waren gesteld, zal plaats hebben te
Schagen, op V r ij d a g den 9 Juni, en dat
mitsdien op evengenoemd tijdstip zich voor dat on
derzoek aan bet Raadhuis aldaar moeten bevinden de
onderstaande personen
Lich- Namen en
tino. Voornamen. Korps.
1893. Kruit Arend 4e Reg, Vest. art.
1894. Molenaar Jacob id.
n Graaf de Arie le Reg. Infanterie.
1895. Spaans Willem korps pantserfort art.
Jongh de Antbouie 4e Reg. Vest. art.
t, Visser Hark 2e Reg. Veld. art.
r Dekker Pieter 4e lieg Vest. art.
0 Kosseu Hendrik id.
t, Wit de Gerrit Reg. Gren. en Jagers.
1895. Ossen Cornelis Reg Gren en Jagers.
v Graaf de Cornelis korps pantserfort art.
1896. Weeland Maarten le Reg. Infanterie.
u Floor Reijer 4e Reg. Vest. art.
y Melker Cornelis Jacobus id.
Bakker Pieter le Reg. Infanterie.
1897. Smit Cornelis id.
Keet Theodorus Andreas Josepb id.
M Houtkooper Martinus korps torpedisten.
y Broekbuizen Pieter 4e lieg. Vest art.
y Vries de Abram id.
Graaf de Pieter id.
1898. Dekker Jacobus id.
Zoomede de verlofgangers iu de termen voor het
onderzoek vallende, welke zich vóór den datum der
inspectie alsnog van elders in de gemeente komen
vestigen.
Belanghebbenden worden verder herinnerd, dat zij
moeten verschijnen in uniform gekleed en voorzien
van de kleeding— en uitrusting stukken hun bij hun
vertrek met verlof medegegeven, alsmede Yan hunne
zakboekjes; dat zij, in uniform zijnde, onderworpen
zijn aan bet reglement van krijgstucht, en zich bij
verzuim, nalatigheid of wangedrag blootstellen aan
arreststraffen van twee tot zes dagen, alsmede aan
oproeping tot werkelijken dienst voor den tijd van
drie tot zes maanden.
Schagen, den 19den Mei 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Dit waren op dezen avond de eerste woorden
die mevroowGarnier lot Vera sprak. Het jonge
meisje schrikte daarom op bjj de vraag harer
moeder, want zij en Uirich hadden geduren
de bet gesprek zaehl met elkaar gefluisterd.
Vera wilde niet,dat Stephan den indruk zijner
moedor op haar gelaat zon lezen en ook aan
de vorsehende blikken barer moeder wenschte
2ij zich te onttrekken.
Ka zag Vera tot haar broeder op en met
haar zwak geluid, dat Ulrioh als mnsiek in
de ooren klonk, zeide zij eenvoudig: .Ste
phan weet het.*
Een poos zwegen allen, ieder met
eigen gedachten bezig. Het gele iiobt van
de lamp viel op bun gelaatstrekken, die een
eigenaardig contrast met elkander vorm
den.
.Vera moet wat ziDgen,* verbrak Stepban
bet zwegen. Hij sat reeds weder voor zijn
vleugel en fantaseerde. Het jonge meisje
stond dicht naast hem. Toen bjj een bekend
lied van Sohumann begon te spelen, viel
haar leere stem in. Het weg een zwaar
moedig lied, van die klagende, Irenrige lee-
derheid sooals deze musious alleen gecompo
neerd beeft. Vera zong met halve kracht, de
tonen schenen te beren en te snikken*
Stephan had de oogen gesloten, hom was
het alsof tijne ziel met die van Vera sa
mensmolt. Zy hadden zich een tnanier van
voordracht eigen gemaakt, die niels concert-
matigs had; men moet bij de voerdraebt dal
gevoel eereo, had Stepban eenmaal gezegd,
dat den componist vervulde toen hij het lied
schiep; het is kunst vorknoeic-D, als men mu
ziek mankt zonder ernstig en rein gestemd te
zijn. Toen hot lied uitwas, nam bij Vera's
kopje tusseben zijne handen. „Je bent een
kunstenares," zoide hg, „er letft mudtk in
je binnenste."
Mevroaw Gander stond op, zij was moe
de ge «orden, de oogen vielen haar bijna
toe.
Goeden nacht, kinderen, iaat jo niet door
mg* «toren,* en zich tot ü'rieh wendend,
zeide ta «enigszins nederbaigend vriendelijk;
Burgemeester en Wethouders van
Schagen
Gezien artt. 94 en 95 der Algemeene
Politieverordening voor die gemeente
Brengen ter algemeene kennis, dat,
in liet belang der openbare gezondheid,
alle verzamelingen van afval, vuilnis,
mest of dergelijke stoffen, zich op de
erven of andere plaatsen in de kom der
gemeente bevindende, moeten zijn opge
ruimd v 6 r 1 Juli e. k.
Op behoorlijk afgedekte mestvaalten,
zich bevindende op erven bij boerderijen,
is deze bepaling niet van toepassing.
Nalatigheid met betrekking tot het
bovenstaande is strafbaar met eene geld
boete van ten hoogste f 25.of hech
tenis van ten hoogste 6 dagen.
Schagen, den 26 Mei 1899.
Burgemeester Wethouders van Schagen,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
VOOR DEN
GEMEENTERAAD,
De BURGEMEESTER der Gemeente
SOIIAGEN brengt hiermede ter openbare
kennis,
dat op Dinsdag, den 27en Juni
aanstaande zal plaats hebben de
verkiezing van 4 leden van den Ge
meenteraad van Schagen; dat op dien
dag, van des voormiddags negen tot
des namiddags vier uren, bij hem kun
nen worden ingeleverd
als bedoeld in artikel 51 der Kieswet en
artikel 10 der Gemeentewet.
Deze opgaven moeten inhouden den
naam, de voorletters en de woonplaats
van den candidaat en onderteekend zijn
door ten minste negen kiezers,
bevoegd tot deelneming aan deze ver
kiezing.
De inlevering dezer opgaven moet ge
schieden persoonlijk door één of meer
der personen, die de opgave hebben on
derteekend. De candidaat kan daarbij
„Ik dank je wel voor je vriendelyk bedoek
en verzoek je, weer eens heel gauw te ko
men.
Hjj dankte zwygend met bet hoofd. Wei
nige oagenblikken nadat mevroaw Gemier
de kamer vartatan had, ging ook Stepban
heen. „Ik kom over een kwartiertje terug,"
hij, sonder een antwoord af te wach-
zeide
ten.
Nu
piano
waren ze alleen. Vera stond bij de
den rug naar Uirich gekeerd, die on-
fgebroken naar haar keek. Hij waagde
bet niet zich te verrosren. Maar op eenmaal
draaide zij zich om en toonde hem baar mat
tranen bevochtigd geiaat.
Oogenblikkeiijk was hij aan baar zijde*
„Veraatje, Yera wat is er, zeg me wat
je scheelt!" vroeg hij zenuwachtig.
Zij zag hem ernstig in de oogen. Hare
oogen schenen hem ondoorgrondelijk. „Ach,"
zeide ze en haar gezicht vertrek van
smart, „ik weet het na heel goed." Zy ver
borg baar gelaat in de handen en stennde
Hij trok haar de handen behoedzaam van
het gelaat. Hij wist plotseling haar leed
en geen vraag deed hij meerhy liet het
hoofd hangen, ook op zijn gelaat was de
smart leesbaar. .Ge gelooft het," klaagde
ze angstig, „ook gy gelooft het dus f Gy
hebt bet evengoed als ik gevoeld I* Hij
zeg haar getroffen aan.
„Ik voelde bet uit zijn muziek," ging zg
voort, „toen hy speelde toen hoorde
ik den doodden dood hoorde ik uit
zgn spel,* zeide zij bevend. „O, God, mijn
God I*
„Vera, wat beeldt je je nu in P Jij waart
opgewonden omdat by er over gesproken had.'
Zij boog zwaarmoedig het hoofd.„Neen,
neen, dat was het niet. Toen hy mij
begeleidde, kwam de zekerheid over mij; ik
zeide a immers reeds, dat ik bet duidelyk
boordezoo duidelyk hoorde ik den dood; en
ook Stepban zelf,ik merkte het heel goed,—
heelt den dood berkend; hy sloot de oogen en
sidderde over het gansobe lichaam; ik zag
het, ofschoon hy bet voor mij trachtte te
vet beogen. Gelooft ge niet aan aolke teelte
nen vroeg zy socow, „houdt ge /.ooiets
soms ook voor hersensschimmun ol iels der-
galyks
„Ach, Yera, «eg maar niets meer; het is te
vreeselyk." Zij leunde dicht ttgen hem aan.
„Moeder heelt er geen denkbeeld vat),' fluis
terde zij.
„O, wanneer hg weg moet," antwoordde
tegenwoordig zijn. Yan de inlevering
wordt een bewijs van ontvangst afgege
ven.
Formulieren voor de opgaven boven
vermeld zijn ter Secretarie dezer Ge
meente kosteloos verkrijgbaar van af
heden tot en met den dag der verkiezing.
De Burgemeester brengt hierbij in
herinnering artikel 151 der Kieswet,
luidende als volgt
Hij, die eene opgave als bedoeld in
artikel 51 inlevert, wetende dat zij is
voorzien van handteekeningen van per
sonen, die niet bevoegd zijn tot deel
neming aan de verkiezing, waarvoor de
inlevering geschiedt, terwijl zonder die
handteekeningen geen voldoend aantal
voor eene wettige opgave zou overblij
ven, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie maanden of eene
geldboete van ten hoogste honderd twintig
gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hij,
die wetende dat bij niet bevoegd is tot
deelneming aan de verkiezing, eene voor
die verkiezing ter inlevering bestemde
opgave, bedoeld bij artikel 51, heeft
onderteekend.
Schagen, den 2 Juni 1899.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Ter voorkoming van teleurstelling wordt het
navolgende onder de aandacht van belanghebbenden
gebracht
in elke gemeente, waar infanterie of vesting-artil
lerie garnizoen houdt, wordt gelegenheid gegeven tot
kosteloos ontvangen van voorbereidend militair
onderricht, indien daar tenminste 10 jongelieden
tusseben den leeftijd van 16 eü 24 jaren de lessen
wenschen te volgen
in elke andere gemeente wordt die gelegenheid
insgelijks opengesteld, wanneer daar tenminste 20
jongelieden van den vermelden leeftijd aan de oefeningen
wenschen deel te nemen; het onderricht beoogt in
het algemeen versterking der volksweerbaarheid en
wordt gegeven van ongeveer half October tot 1 Maart,
wekelijks gedurende ten minste 3 uren
allen, zoowel adspiranten voor het reservekader als
andere jongelieden, die in den aanstaanden winter
aan dit onderricht wenschen deel te nemen moeten
zich vóór 1 Juli hebben aangemeld, en wel in de
bovenbedoelde garnizoensplaatsen ten bureele van
den commandeerenden officier der infanterie of der
vesting-artillerie, in de andere gemeenten bij den
burgemeester; zij, die gedurende twee achtereenvolgende
winters met goeden uitslag aan het onderricht deel
genomen en voor de militie geloot hebben, ontvangen
een getuigschrift model W, dat uitzicht geeft o.a. om
als milieien te worden ingelijfd bij het korps en in
Uirich Bmanol^k, *<oo jong, zoo rijkba-
gi»afd, het zou "da keel werd hem sis
dichtgesnosrd. „Nem, neen," vermande hy
zicb, „dat wil God niet, God kun het niet
willen/ wellicht is hij Bleehts ziek, heel
zwaar ziek, maar gij zaft zien, eijae natuur
en de sterks wil die in hem leeft om iels
te schappen, helpen hsm eroverheen."
Een sohemer van hoop kwam weer in
haar hart. Op dit oogeoblik kwam Stephan
weder binnen. Met den argwaan, die zieken
menschen eigen is, zag hy beidon wantrou
wend aan, en zeide spottend „Natuurlijk
heb! ge 't weder over my gehadspreek het
niet tegen," riep hij daarop lachend, ,je
monden wilien liegen, maar je oogen
kunnen het niet, ja oogen zflu rein en
kannen niet liegen, O, neen, ik wil niet ia
jelui geheimen dringen, maar zooala ik je
beiden doorzag, ging er een ganeche wereld
voor mijn oog op ik keek in de eerste
tijden, toen de menschen nog zonder be
geerten Daast elkander leefden, niet in staat
hunne demonen te kannen, tot op eenmaal
wensohen en verborgen hartstochten in hen
opstegen en deze do nianschen in den afgrond
wierpen. Dat is een der grootste idé6§a van
bybolsche dichting, een eeuwigheidsge-
dacbte, omdat zy in de jeogd van ieder
mensch wordt ui'gesprokeu, Eo gg, gij staat
ook op die bardo grens/ de teedersle jeugd
en onschuld, die slecbls met smeltelooze
sneeuw te vergelyken is, wil op de teenen
zach kens wegsluipen en niemand zie. het dan
ik, niemand." Hy streek zich door zyD glan
zende haren en zag bsideo met eau onuit
sprekelijke goedheid asn. Hun was het ia
het stilte, late avonduur, alsof Jezus van
Ntzareth voor hen verschenen was en tot
hen de woorden richtte: „mijn rijk is niet
van deze wereld.* llunne harten Blogen
hoogar, zij kwamen alkaar als uitverkorenen
voor, en da kamer scheen plotseling in
een heerlyk liobt gehuld te zijn en nederig
bog-:n rij het hoold
Toen ze weder opkeken, had Stephan de
kamer verlaten. Zy zzgsn elkaar doordrin
gend aan en namen swygecd afscheid. Vele,
vele jaren later herinnerden zy zich nog
iedere seconde van dat aar, dat hen niet
meer uit de gedachten ging.
X
Drie maanden later moest Uirich Horst
examen doen. Hij droeg het hcold hoog en
zich van de tege bewast, keek hij de
toekomst in. En terwijl de anderen zicb
bet garnizoen hunner keuze.
Uit dit laatste volgt dat lotelingen der lichtiog
1900 het bedoelde getuigschrift kunuen verwerven
indien zij in Februari jl. bet bewijs van toelating
tot de lessen van bet tweede oefeningsjaar ontvingen,
en dat lotelingen van de lichting 1901 daartoe met
goeden uitslag moeten hebben deelgenomen aan het
onderricht èu in den aanstaanden winter èn in dea
winter van 1900 op 1901.
Het bezit van het bewijs van toelating tot de lessen
van het tweede oefeningsjaar ontheft niet van de
verplichting om zich, als hierbovenbedoeld, aan te
melden vóór 1 Juli a.s.
De Burgemeester vau Schagen,
S. BBRMAN.
De adspiranten voor het reservekader om het
getuigschrift model F te verwerven, dat gevorderd
wordt om tot een verbintenis voor het kader te
kunnen worden toegelaten.
Vergadering van denRaad
dei gemeente Z ij p e, gehouden op
Dinsdag 6 Juni 1899, des morgens ten
10 ure.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de heer G. C. Rulst.
Na opening der vergadering volgt lezing
en goedkeuring der notulen, waarna wordt
overgegaan tot de benoeming van de stem-
bnreaui. Voor Schagerbrag worden aan
gewezen de heeren BuistVrijburgBe
Wit en Zeemanvoor Bnrgerbrug de boe
ren SchuijtFrancisNobel en Otto. Aan
de beurt van aftteiea zijn de raadsleden
v.Beusekom, BakkerBe Moor en N'ieuwland.
Den lOden Juli zal, zoo noodig, de stem
ming worden gehouden.
Tot onderwijzer wordt door den Raad
benoemd de heer D. WeeshofF, die reeds
in functie was.
De af- en overschrijvingen tot eea be
drag van f 469.36® en de betaling uit den
post onvoorziene uitgaven tot een bedrag
van f 154.785,worden met algemeene stem
men goedgekeurd.
Van den heer P. Bakker is een schrij
ven ontvangen, waarin dank voor de blij
ken vau belangstelling, bij zijn 25-jarig
jubileum van het gemeentebestuur ondervon
den.
Voorzitter doet mondelingen dank van
den heer Malchior van Oudesluis, voor
het blijk van wasrdeering van het ge
meentebestuur ontvangen bij zijn jubilé.
De beëediging vau den nieuw-benoemden
gemeente-ontvanger,den beer E. Sleijnvolgt
nu. Da heer S t e ij u binnengeleid,
legt in handen van den voorzitter de ge-
vermoeiden en kwelden,en met angsi en vreeze
den grooten dag tegemoet zagen, bieid hg
zich met werk bezig dat bniten bet school
plan lag en dat zijn gantche belangstelling
in beslag nam. De leeraren hadden veel plei-
zier in hem, hij scheen nit ander kont ge
sneden dan zijn medescholieren, wien hg ver
vooruit was. Hy zelf ondervond dat met een
«ekeren trots en in groote dankbaarheid
schreef hy zyn snellere ontwikkeling toe aan
den omgang met do familie Garnier. Hy
wilde dokter worden; zoo gauw als 't
maar eenigszins mogelijk was sjn s udie
voleindigen, en dun een plaats gezoobt
en Vera en zjjne moeder tot zich geroepen.
Zeker, hij zou profijt van zyn kennis kunnen
trekken, maar naar roem daar haakte hy
niet naar. Het golnk, dat voor hem geen
droom meer was, wilde bij vasthouden en
met yzeren banden aan zioh keienen.
Op een mooien, helderen Aprildag, die zon-
Dt'g een elk toelachte, deed vrouw Horst
haar jongen de witte das om,en daarna moest
by by bet venster gaan staan, torwgl zij
een paar passen achteruit ging om hsm eens
goed te bekyken. De zwarte jas zat als
om zyn leden gegoten, en het witte
overhemd, dat ze met kloppeod hart had
gestreken, was ronder een enkel smetje.
Telken keer als ze met het ijzer daarover
gestreken had, bad ze aan a'n geluk gedacht,
dat ook op baai ouden dag een vriendelijk
schijnsel zou werpen.
Haar jongen aag er zoo knap uit, dat ze
met gevouwen handen betn stond te bewon
deren en sich zeer trotseh gevoelde.„JoDgon,
jongen,* zeide zij, „ik kan je niet genoeg
aankijken, zoo deftig zie ja eruit. Steeds
moet ge zoo met heldere oogen de wereld in
zien en mat zulk een onbewolkt voorhootd,
dan zult ge een vreugde vour velen zyn.
Dat go t hoold steeds hoog mag dragen,
geen leed je mag treffan, geen kommer
je deel mag zyn, dat is 'l, wat ik je op ja
levensweg wenscb."
„Moeder,* antwoordde hg, „iedere dag en
ieder uur vau uw leven heelt my toebe
hoort; arbeid en pltchtsver.uiting heett geen
mensch van zyn vroegste jeugd al zoo goed
lesten kennen ais ik,maar niemaDd heeft ook
meer lie'de en goedheid ondervonden. Wan
neer ik vandaag, iuplaats van het leven in
te gaan, naar bet kerkhof werd gedragen,
gy zoudt lot a teil mogen zeggen, dat o
mij in myn jeugd alles gegeven hebt wat
er moois en goeds bestond. Zet geen ernstig
brnikelijke eeden af, waarua voorz. hein feli
citeert met zijn benoeming, mecnende dat
het gemeentebestuur niet zal worden te
leurgesteld in de verwachtingen, die het
van een man als hij mag kossteren.
Voorz. gelooft den nieuw-beuoemde eenigs
zins op de baogte van gemeente-admini
stratie en spoedig zult ge u, zoo zegt
voorz., daarvan geheel op de hoogte
hebben gebracht. Ik heb n steeds gekend
als een ijverig, braaf, eerlijk mau en ge
loof dtarom, dat ook de financiëele belan
gen der gem. in uwe handen goed ver
trouwd zullen zijn en dat ge als steeds
ook deze betrekking met lust zult waarnt-
men.
Da heer 8 te ij n wordt daarna hartelijk
gelnkgewenscht.
De heer 8 t e ij n brengt dauk aan B.
en W. en aan de leden v.n den raad voor het
vertrouwen in hem gestald. Spr. noemt
dit oogenblik voor hem een plechtig oo
gen blik, Hy belooft, al is zijn positie in
de gemeente veranderd, de belangen der
gemeente te zullen blijven behartigen. Hij
roept de medewerking zijner mede-ambtenaren
in, beveelt zicb aan voor de raadgevingen
en beschikkingen vau B. en W. en den ge
meenteraad en biedt iu zijn vrijen tijd zijn
krachten ar.n ten dienste der gemeente.
Niets meer te behandelen zijnde, volgt
sluiting.
Het prachtige zomerweer van de laatste
dagen heelt opnieuw aan de mopperaars
getoond, d*t de tooverkracht, welke van
den zomer uitgnat, niet geheel is geweken.
Nog voor korten tijd scheen het, of
alle hoop op goeden en vroegen oogst
der voorjaars-groenten vtrvlogen was, en
thans is mtt de gunstige weersverandering
zooveel hersteld. Da eerste Meirapen, welke
iu het Ratst van Mai, hoewel klein van stuk,
toch reeds gretige koopers vonden, zijn
deze week zoo goed als geheel vau het
veld verdwenen en hebben plaats gemaakt
voor de tweede vrucht. Met dezen eersten
oogst, alhoewel niet op groote schaal uitge
voerd, hebben de verbouwers goede zaken
gemaakt en is deze als een goed begin te
oeschouwen. Nog enkele dagsn en het
aardappelen-rooien vangt aan en de bedrij
vigheid op alle gebiedt dazrdoer ontstaan,
geelt leven en beweging iu de zakeü.
Mochten enkele vootloopers vcor kleine
gericht moeder, Itohon zult ge van geluk,
ik gevoel mij toch zoo opgewekt en vroolykl
Ga hebt me vroeger voel goede lessen ge
geven en ik heb naar dat alles maar niet
zoo gedachtenloos geluisterd, myn besie,
liefste,*
Nu lachte de strijkster met tranen in de
oogen.
„Myn eenige, goede jongen! En toch ge
loot ik je laatste woorden niet,* riep ze
schalkse», terwijl ze hare ontroering tracht
te lo bedwingen, „en Vera zou groote oogen
opzetten, wanneer ik het haar vertelde,
wat een liefdesverklaring ge my hebt ge
daan. En ge weel, ik ben een babbelaar
ster en kan mtjn mond niet op elkaar bon
den.*
„Maar moeder, er is, God z(j dank,
tweeërlei liefde/ de eene behoeft met de andere
niet in botsing te komen/ en beiden zijn
even sterk. En wanneer ge my verraadt,*
meende by, nu ook spottend, „dan hondt Ve
ra nog meer van me; zy hangt aan u
evenals ikgy en zij on zij en gij, voor my
zyt ge éëo; dat weet ik niet te sebeideD.*
Zy werd ernstig.
„De dood scheidt onverbiddelijk,* ant
woordde zij, „en ook daarop moet men
rekenen.*
„N^en, daarover moogt go niet pralen,*
viel hg haar in de rede. „Jong en zterk
*ijt ge nog, en lang,zeer lang zult ge nog by
ous blijven."
„Met wat voor oogen ziel ga my aan,
D jongen jongen I"
„My sebynt hel toch zoo toe, en daarop
komt bet alleen maar aam en wanneer gy
arm in arm met my gaat, dan zal niemand bet
gelooven, dat ik, lange zluogel, uw zoon ben.
En het is tooh werketyk en waarachtig waar
gij «y' myn lief. Irouw moedertje, aan wie
ik alles beb te danken."
En met dj kracht zyner jonge jaren hief
bg haar op, drnkte haar tegen zicb aan
en kuste haar. „Ziezoo, en nu vaarwel, ik
m03t weg, want over een halt nar begint
het examen Toen hy zyn mantel nad
omgeworpen en haar de hand reikte, zeide zij
„Adieu, myn joDgen Ir behoet je wel geen
moed in te spreken, want je kent je zaak
jes wol."