Oudcarspel,
Binnenlandse!! Nieuws.
zonden om hnlp en bijs'ancl. Maar ook
de WBstfriezen blijven niet van hulp
verstoken de overal rondgezonden boden
hebben van alle kanten de landlieden bij
eenverzameld, en allengs groeit hun getal
aan, gewapend met al wit zij slechts
konden machtig worden. Verschrikkelijk
zwaaien zij met hunne knodseu in den
vijand om elke slag velt er één; niet
minder hanteeren zij hunne aks of strijd
bijl, en waar die treffen, sup>leu zich
verminkte lijken opeen. Met geweld dringt
de dappere Poedestaat van Scageu, aan
het hoofd zijner weinige overgebleven en
afgeatieden vazallen eu Scagers, in de
gelederen des vijands, om zich met Egmoud
en de zijnen te meten reeds zijn onder
meer Edelen, Hr. Simon en Antwerpen,
Boudewijn van Haarlem eu Willem van
Voorhout onder huune slageu bezweken.
Daar kondigt trompetgeschal de aan
komst van nieuwe strijders aan. De te
Winkel en Nydorp gelegerde Edelen en
strijders, waaronder de Heeren van Sabel-
linkhout, Blokker en Berkhout, nemen
deel aan den strijd. Ofschoon de macht
der Grafelij zen nog verre die der West-
friezen overtrof, werden zij toch van alle
kanten bestookt; reeds is Egmonds banier
in handen der Scagers gevallen, en hij
zelf een lijk, de Edelen en Bidders, Aliarl
van Egmond, Eioris Buijs en Bruiu van
Castricom, zullen evenmin als de voren
genoemden hunnen vaderlijken Burgt
wederzienslechts beijveren zich hunne
vazallen, om de lijken hunner mees'.ers
op eeue kar te laden. Nog staan rondom
den standaard van Holland eeue menigte
Edelen en Bidders pal. Lang en met
onbezweken moed honden zij zich tegen
de woedende Westfriezen staande, en nog
is niet beslist, aan wiens zijde de over
winning is, toen in 't einde de G:a«f met
zijn gansche leger komt opdagen, en, zich
in den strijd mengende, de Westfriezen
voor een oogenblik doet terugdeinzen.
Groot was de schok, dien zij nu hadden
door te staan de nog overgebleven Kan
nemer Edelen en Bidders, Gerbrand van
Alkmaar, Banjard van Heilicbloe, Aker
sloot eu Dirk van Persijn, banen zich
eeuen doortocht om zich met den Graaf
te vereenigen, maar verscheidene Edelen,
eu daaronder de Jong van Monster, Everard
van Noordwijk, benevens de diossart
Gerrit Spijsdrager, motten dien gewaagden
stap met tron leven bekoopen. Toch wor
den nn de Weslfriezen door het groote
Grafelijke leger bijna geheel omsiugtld, en
eeue vreeselijke slachting heelt er onder
hen plaatsmaar telkens komen nieuwe
strijders aanzetten, langs de meren en
over de terpen, van alle dorpen en ge
huchten,en als dol en in washoop zaaien de
WestfriezeD met hunne zware knodsen eu
vreeselijke strijdbijlen in het Grafelijke
leger omaan alle kanten stapelen zich
lijken opeen; de Graat met de zijnen
wijken, en de zege blijlt aan de West-
friezen.
Graaf Eloris, zelf een der dapperste
Bidders van zijnen tijd, z g bijna al zijne
Edelen en Bidders om zich vallenuch-
tervolgens sneuvelden zijne vaszallen bij
tienlallen tegelijk. Zijnen spijt niet ver
bergende over het te niet gaan zijner
hoop, en het verslaan van zijne gansche
legermacht, ruimt hij het veld, eu neemt
met zijne weinige overgebleven mannen, de
lijken zijner gesneuvelde Edelen met
zich voerende, de vlucht.
De eerste stralen van de opkomende zon
begroeten den dag van St. Vincent. Was
de nacht vreeselijk en verschrikkelijk
geweest, akelig was de aanblik, die zich
nu aan het oog voordeed. Op den voor
grond het slagveld met al zijne vermiukte
lijken, waarvan die der in den beginne
gesneuvelden door de strenge vorst reeds
1 waren bevroren en geleken op beelden
van marmer of albast, terwijl bet vergoten i
bloed de sneeuw, zoover het oog kou rei-
j ken, hrd doorweekt ei, op nieuw bevroren,
aan bet geheel een aanzien had gegeven
hIö van eene oppervlakte gepolijst koraal.
Terzijde de nog rookende puinhoopsn van bet
geplunderde en verbrande Scjgen, alsmede
ds moede en afgestreden Scagers tn a"d^re
Westlriesche strijders, hunne g-wonde
makkers van het slagveld dragende. Te
midden van alle dis dooden en verminkten,
zweelt als een enktle, maar schitterende
lichtstraal, sis een troostende engel, de
Jonk vrouwe van Harinxhaieen, aaü het
hoofd harer gezelschapsjuff rs en vrouwen
uit Kar gevolg, van het eene einde des
slsgvelds tot het andere, om hnlp en
bij-tand te bieden aau die gewonden,
waar helpen nog ni< t te iaat was. En
eindelijk, gi ïds ia het verschiet, de vluch
tende Graaf met weinigen der zijnen,
nog aan den strijd ontkomen, nauwelijks
genoeg om de lijkwagens te vervoeren,
waarop de gesnenvelds Edelen waren ge
laden, om die, achtervolgd door de rouwe
van gausch Kenremerland, in de Abdije
van Egmond te doen begraven. Inder
daad, die aanblik was akelig
Wel w*s Scagen een offer geworden
van dien slrljd, maar een offer voor de
vrijheid, en schooner en grooter zou het
uit die puinen verrijzen. Wel wirren bijna
alle Scagers gesaouvell, en dis niet
sneuvelden, afgestreden tot den dood,
rn.ar de overwiuuiog en de dierbire vrij
heid waren bevochten, zéé, d-t die vrij
heid nog meer dan eene eeuw bewaard
bleel. Eq welk geslacht der Kenuemer
Edelen had niet r zijuer telgen verloren f
van onderscheidene waren zelfs de las»ste
telgen, de stamhouders bezweken en zoo
in het niet verdwenen. Geknot en ge
fnuikt was de hoogmoed der Kennemer
Edelen gestuit en p >al en perk was ge
steld aan de heerschzccht des Graven
hij liet het dappere Wtstfiiesche volk
zijne vrijheid en onafhankelijkheid.
Fel woedden moordend stsal tn vuur
Op Scagens terpen rij
Maar 't Graaflijk leger was niet meer,
Vernietigd week de rest van 't heer
Westtriesland vocht zich vrij,
Al was ook 't offer duur.
Slechts rookend pniu van hout en steen
W«8 Scageus veege rest.
M&ar fier op 't offer dat het bracht
En dat der dorp'ren heldenkracht,
Die vrijheid had gevest,
Bees 't schooner dan voorheen.
EINDE.
Vergadering van d e n BAAD
der gemeente
op Donderdag 17 Augustus 1899, vQorm.
11 uur.
Tegenwoordig zijn de raadsleden de
heeren F. de Beer, Jb. Prmger Jz., C.
Eecan Pzy J. Butler Cz., C. Borst, H.
Hart Cz. en A. Kroon Pz., benevens de
nieuwe voorz., de heer F. F. F. Fuhrhop.
Volgens mededeeling van den voorz. is
de secretaris, de heer P. Eecen, wegens
ziekte verhinderd aanwezig te zijn.
De vooiz. opent de vergadering, en
leest, onderwijl da presentielijst wordt ge-
teekend, de notulen van de vorige bijeen
komst, die zonder aanmerkingen worden
goedgekeurd.
Voorz. deelt vervolgens mede, dat is
ingekomen een missive van den heer Com
missaris der Koningin, houdende kennis-
neerzinkt tot de schaduwen dn onderwereld P
Zij is het kind ven haar vader; wut sa! voor
haar, de blauwoogiga prinses,een krabbelaar,
e-n penneiikker, met den roemruchtig?n naam
Teil, beieekenen
Zoo jagen de verschillende gedachten
door zijn brein en eerst tegen dea morgen
valt de afgematte in een korten, zweren slaap,
waaruit hij eerst tegen zeven uur ontwaakt,
en om acht nur zat da secondant van
den vrijheer bij hem zjjn.
Ofschoon niet zijn gewoonte om bed veel
aan zijn toilet te besteden, wii hij vandaag
toch als een echte cavalier verschijnen en
daarom begint hij mot eerst zich te kleeden.
Terwijl hij zijn scheermes over jjn wangen
laat glijden, grijnst hg zijn spiegelbeeld ver
achtelijk toobespottelijke trots, denkt hij
gij zult toch niet voornamer schijnen in het
oog van dat adellijk gebroed, ook al zjjt ge
nog zoo mooi.
Met de precies-heid, een militair eigen,
treedt mijnheer Tollen op het vastgestelde
uur den drempel vao Tell's kstner over.
„Het doet mij leed, mjjnheer de assessor,"
zoo begint hij pleootig, „dat een minder aan
gename vaak mij reeds zoo vroegtgdig tot n
voert- Wilt en kant go het grove verwijt,
dat ge mijnheer von Erauk hebt gemaakt,
terugnemen f Heeft wellicht slechts de wijn
u tot een dergelijke uitiDg gebracht, waar
van uw hart en hoofd niets weten f Het
sou mij buitengewoon lief zijn, wanneer wy
op grond van verzachtende omstandigheden
den vrede weer zouden kunnen herstel
len."
„Ik betreur het, mijnheer Tollen, uwe ver
wachtingen niet te kunnen verwezenlijken.
Ik ben degene, die het eerst werd belee-
digd. Op dit oogenblik is mijn getuige, de
schilder Vöiker, bij mijnheer von Brank om
hem uit mijn naam tot een tweegevecht uit
te dagen. E->rst wanneer mij elke genoeg
doening is gegeven, eerst dan sal ik in
staat zijn, op uwo vragen antwoord te ge
ven.*
„Zjjt gij de fceleedigdu F Dat begrijp ik
inderdaad niet; als getuige v.n den twist
heb ik er niets van gemekt, dat mijnbeer
Ton Breuk op eenige manier uw eer te na
gevinp, dat wegens eervol ontslsg aan den
heer O. Kroon Mz., als burgem. van Oud
carspel, als zoodanig is benoemd met
ingang van 10 Augu?tus, de hetr
Fuhrhop.
Dj ingezonden geloofsbrieven van oe
herbenoemde raadsleden, de heeren De
Boer en Eecen, worden op verzoek van
den vcorz. door de heeren Hart eu Borst
onderzocht. Na de verschillende stukken
te hebben ingezien, wiarbij de heer Borst
verklaarde zn wel te kunnen lezer, doch
niet de al of ni t juistheid er v»n te
kunnen beoordeelen, wordt bij monde van
Jen heer Hart geadviseerd tot goedkeuring
van de geloofsbrieven en toeiating van de
benoemden tot leden van den Baad. Aizoo
wordt met algemeene stemmen besloten.
L)e heeteu De Boer en Eecen worden ge
feliciteerd met hun vernieuwd mandaat eu
Voorz. uit den wensch, dat zij nog vele
jaien, de gemeente Un zegcr, iu den Baad
mogen zitting honden.
Volgens besluit van de vorige vergade
ring zul de gemeenterektning over 1898,
die gedurende 14 dsgen ter inzt.ge heeft
g-legen, zonder dat daartegen bezwaren
zijn geopperd, ter definitieve vaststelling
aan God. St. worden ingezonden.
Hierna stelt voo z. arn de orde: de
benoeming van esn lantaarnopsteker iu de
plaats van den heer Slooves, die op zijn
verzoek werd ontslagen.
Mrt het oog op de a.s. kermis, bij welke
gelegenheid de lantaarns toch dienen te
branden, acht Voorz. het weuschelijk reedü
spoedig een keuze te doen. Ook gelooft
spreker, dat het aanbeveling verdient,
iemand van gezond eu krachtig gestel te
benoemen. Het werk geschiedt het meest
in den winter en dikwijls bij storm, regen
ot sneeuw, zoodat een zwak of ziekelijk
meusch juist ritt bijzonder geschikt kan
zijn.
Ingekomen zijn da sollici atiën van de
heeren J. Buiter Fz., J. Kourn, J. Tim
merman, P. Rtven, A. Kuiper, R. de Vries
W. Glas, J. Kramer, K. Jonker, F. Pot,
J. Greeuw en J. Boijs.
De heer Pranger meent, dat 't volkomen
waar is vrat Voorz. zegt, namelijk, dat
iemand met een Hink tn sterk gestel de
voorkeur verdient. Spreker wenscht evenwel
iemand (den heer Jonker) aan te bevelen,
die in dm winter weinig verdient en dan
ook het vorig jaar niet geringe ondersteu
ning van het armbestuur noodig had.
"Wanueer dit in het vervolg voorkomen
kon wordaa door hem tot lantaarnopsteker
te benoemen, dan, gelooft spreker, wint
men jaarlijks een niet onbelangrijk bedrag
uit, ongeacht het feit, dat de persoon in
kwestie op veel aangenamer wijze aan den
kost komt.
Nog eenigen tijd wordt het voor en
tegen van sommige candidatea besprokeD
en eindelijk gaat men tot stemming over.
De heeren Hsrt en Kroon zijn den
Voorz. behulpzaam bij de opeuing der stem
briefjes en het noteeren van den ui'slig
der stemming, wdke luidt als volgt
J. Butter Fz. 1, J. Buijs 1, B. de "Vries
2, F. Pot 1, P. Baven 1 en J. Greeuw
1 stem.
Na eeuig deliberaat over de vraag, of
nu een 2e vrije stemming uiott worden
gehouden of wel, dat er staking van stemmen
is, zoodat volgens art. 51 der gemeente
wet het lot moet beslissen, he;ft opnieuw
vrije stemming plaats.
Alvorens er gestemd wordt, zegt de
heer De Boer liever iemand voor een be
paalden tijd, b.v. voor 4 jaren, te willen
benoemen. De Baad is dan vrij, om, wan
neer de persoon niet mocht bevallen, een
ander te benoemen.
De voorzitter is steeds van meening ge
weest, dat de lantaarnopsteker telkens
voor een jaar werd benoemd. Men licht
spr. evenwel in, dat de vorige titularis
voor onbepaalden tijd benoemd was. De
andere heeren zijn het echter met den hr.
De Boer eens, dat het goed is iemand
voor een bepaalden tijd aan te sttllen. Er
werd dus nu besloten d«n lantaarnopsteker
slechts voor i jaar te benoemen.
Bij de Zi stemming verkrijgt de heer
R. de Vries 3 stemmeu en de heeren F.
Pot, J. Batte', J. Buijs en J. Greeuw elk
1 «tem.
Opnieuw worden de st-mbrietj s inge
vuld en nu gelukt het deD heer De Vries
is gekomen."
„En toch is dat zoo. Ik kan u daarvoor
geon nadere uitlegging geven
„Daar zult ge dan toch al heel moailgk
buiten kunnen, wanneer ge niet den schijn
op u wilt ladon, parsé twist te willen ma-
k n met een man die u niets in den weg
heeft gelegd."
„Dezen scbija zal mijn getuige uii den weg
ruimen, die, zoo ik verwacht, op dit oogen
blik bij mijnheer von Brank is-"
Tollen d ck? een oogenblik na en ant
woordde „Goed. Eet zal er weinig op aan
komen, wie iu dit geval de eers'e eischic
dos'; het is voldoende, dat beide partijen ge
noegdoening eischen of geven willen. Mijn
heer von Brank wil pistolen, is u dat wapen
ook goed f"
„Mijn getuige zal hetzelfde wapen ei
schen."
„Dan zullen we vaststellen, dat gij en
mijnbeer von Brank om het eerste sohot
zullen loten of cp commando terzelfder tijd
vuur geven."
„Mij is elke regeling goed. Vöiker zat al
het verdere met u bespreken."
„Ik zal tien stap afstand vragen."
„Goed, goed, best!"
„De sssk mag nu gaan rooals ze wil
ik stol overigens vast, dat gij iedere poging
toe een vredelievende oplossing van de
zaak onmogelijk hebt gemaakt; daarom ver
klaar ik a en eiseh dat ook, dat bet voor
gevallene door deze eerste ontmoeting uit
den weg geruimd moet worden, van een
weer oprakelen van de kwestie mag onder
geen enkele omstandigheid sprsko zijn-*
„Dat is de zaak van mijnheer von Brank;
de genoegdoening vind ik volkomen in het
aannemen van mjjne uitdaging."
„Zoo blijft er alleen over, plaats en nor
vast te stellen."
„Ik ben op iedor uur gereed en ook op
elke plaats. Wat ik u vragen mag, mijn
beer Tollen, spreek die dingen toch met
myu secondant af."
„Zooals ge wansoht. Ik heb de eer u te
groeten."
De ritme s'er b'owde zoo iets ven „stijf
kop", „niet te verzitten", «n ztaplena etn
koele buiging naar de deur. Iu de gaDg liop
hij een onbekend man tegen het lijf, dto
juist de kamer van T»l! wiide binnengaan.
De kleine man trsd beleefd ter zijde, sag den
heengaande scherp aan, zuchtte ontevreden,
nam den hoed in de hard en klopte aen.
Op h6t ongeduldig .„binnen" van Teil opende
hij de deur en school haastig de kamer
binnen.
„Ik sloor u tooh niet, mijnheer do asses
sor f"
„Zjjt gij het, Just? Wal brengt ge reeds
zoo vroeg hier
„Slechts nijj zelf en een goede morgen."
,,Dat kan ik gebruiken."
„Hebt ge verdrie elgkhedan gehad
„Hoodal
„Wel, ge hebt reeds zoo vroeg bezoek ge
had; zeker over zaken de hoeren schenen
niet op da allervriendelijkste manier met
elkaar te spreken."
„Hebt ge geluisterd
„Dat is myoe gewoon'e niet. Uw hospita
liet me beneden wachten, omdat er bezoek
was, en zoodoende heb >k senige klanken
van nw onderhond moeten opvaDg-n, zonder
evenwol er dm zin van te vers'aaa*.
„Ik wil u geloovonals ge iets vsn be-
teekenis hebt gehoord, dan vult ge nw
mond er wal over houden, daar vertrouw
ik op."
„Ah zool" daoht Jnst, „er is ie's ernstigs
op til; wanneer ik na maar wis', hoa ik dat
zou kunnen verhinderen." Hij verried echter
op geen enkele manier tijre g.daohten,
maar vergmo gde zich er mee, Teil weer zoo
soherp mogelijk gade te «laan.
„Hoor eens, Just," begon de assessor na
eau poos weder, terwijl hij sich afgemit in
een leun toel liet vallen en zijn b-zoeker
door een handbeweging eveneens tot zitten
uitooodigde, „gij kunt me eea vraag beant
woorden. Mi»r eerst moet ge me zeggen,
hoe het u gaat. Wat drijft u hierheen P Gy
hebt u in geen weken lateu zien?"
„Ik dank mijnheer do assessor zeer voor
zjjne b langstelling, het gaat mij naar
wensch. Ik drijf allerlei zaken, ik ben als 't
ware de feototum van don ganschen omtrek
en ik verhaag mij sletdr, wanneer ik u
met 6 van de 7 stemmen (1 was voor
den heer Pot) de overwiioing te bebaleD.
Alzoo is de beer De Vriis voor i jaar
beooemcl. Het volgend j iar zal over de
aanstelling vau een lantaarnopsteker op
nieuw gestemd worden.
De heer Pranger informeert naar het
salatis van den lantaarnopsteker. In de
oproeping voor sollicitanten w^s daaromtrent
niets vermeld. Spr. meent te weten,dat het
f115.bedraagt, benevens vrij gebruik
van petroleum voor de huishouding.
Evenals het raadslid de heer Kroon, acht
de heer Pranger het wenschelijk, het sala
ris opnieuw Vast te stellen eu dat te doeu
op b.v. f 100.per j iar.
Niemand kan met zekerheid zeggen, hoe
hoog de jaarwedde is. De het r Butter is
er niet voor, het sahris te verminderen,
aaDgezien de gemeente steeds grooter wordt
en de werkzaamheden van den lantaarnop-
s'eker zich derhalve steeds uitbreiden. Ook
de heer De Boer noemt eenige voorheelden
op van vermeerdering vau het aautal lan
taarns. Spreker stelt voor, de jaarwedde
v.-st te s!ellen op f 110.
De betr Pranger verzekert, dat hij niet
zoo bepaald sbu die f 100.wil vast
houden, maar dat hij in iedtr geval het
salaris vastgesteld wil zhn. „Ais men
iemand aanstelt", zegt spreker, „dient hij
te weten, wat hij moet doen en wat er
mee verdiend wordt."
Na verdere kotte bespreking, wordt n el
algemeene stemmen besloten, de jaarwedde
vsst te stellen op f 100.benevens vrij
gebruik vau petroleum voor de huishou
ding.
Bij de hierop gevolgde rondvraag zegt
de heer De Boer, de vrouw van J. Semeijvs
bij zich te hebben gebad om hem te
vragen of zij evenals voorheen ook nu
weer de levering vsn lampeglazen, pifren,
lucifers enz. ten bi-hoeve der straatver
lichting mocht behouden, hetgeen spr.
beloofd had in de vergadering te zullen
bespreken. De heer Butter meent om
billijkheidsredenen, dat het beter is deze
leverantie te verdeelen. De overige heeren
zijn het in deze met den heer Butter eens.
Evenwel blijft de. leverantie nog voor een
jaar aan Semeijns opged agen.
De heer Pranger herinnert den voorz.
aan eeu btsprekiug met den heer Nap,
kastelein aan hel. Zuideinde. Deze hid
volgens voorz. toestemming gevraagd om,
eveDals altijd, tegelijk met de kermis te
Noord-Scharwoude zijn kermis te houdeD.
Voorz. had daartegen eenigszins bezwaar.
Tweemaal kermis ééa in de kom eu één
a*n het Noordeiude (de Luizeknip) achtte
spr. al voldoendp,
De heer Butter mesct, dat die kermis
een deel vao het bestaan uitmaakt van
den heer Nap en ook de heer Hart oor
deelt het nog al bezwaarlijk om deze
omstandigheid, dia al sinds de vroegste
heugenis der raadsleden zoo geweest is, nu
te veranderen.
Nadst is medegedeeld, d&t de herberg
Van Nap bij gelegenheid van de beide
andere kermissen op den gewonen sluitiug-
tijd gesloten wordt en de Yoorz. toegeeft,
dat het politie-toezicht gemakkelijker is als
elk zijn afzonderlijke kermis houdt, komt
men rindelijk overeen, dat op die voor
van daar uit," hij wees door het vens'er
naar een schuin tegenover gelegen bnis, ,,nwe
woning zie verlateD of binnengaan!
„Woont ge dan daar P Zoo dicht bij me?
En ik wist het niet
„Ik heb he' u nog niet kunnen raeedee-
len; sedert den eersten van de maand heb ik
daar mijn intrek genomenbet toeval heelt
mij zoo dicht in qw buurt gebracht."
„Gij zond: me een vraag kannen beant
woorden," kwam de assessor op het begin
van bet gesprek terug. „Is het u bekend
geworden, dat mijne moeder in het begin
van hsar huwelijk met een officier in nauwe
betrekking heelt geslaan f"
Fiederik Just'a wangen namen een ee-
nigsuns donkerder tint aan en verwijtend
vroeg bij op aijn beurt: „Ge wilt tooh den
goeden naam van uw moeder niet in twijfel
trekken P
„Dat zal ik zeker, na al hetgeen ik ge
hoord heb."
„Wie heeft deze vronw verdacht gemaakt P"
Heftig stiet Jost die woorden uit en in
egn oogen schitterde da toorn.
„Een landjonker heeft me verteld, dat hy
eens de gunst van etn zekere Viotorine
heelt geno'en, die mot een mijnheer
Lsohner, Fecbner of sooicts, getrouwd is
geweest."
„Hoe heet die laffe adellijke heorP" De
vrager was opg staan en ssg den assessor vol
verwachting aan.
„Het is de edele vrijheer Kort von Brank-
Giesdorf."
Ha, ha, hal" lachte Jast versohtelijk,
terwijl de spanning van zyn geLat verdween
en *ijn straffe rug zich weer ecnigssins
kromde. „Dat docht ik wel, dat dacht ik
wel Maa* geloof er om 's hemulswil geen
woord van; het is niet waar," herhaalde
hij snijdend, met hesiche stem. Dan stapte
bij een paar maal de kamar op en naer,
ging na een oogenblik weer tegenover Teil
zitten en seide kalm„Ik herinner mij nu,
dat uwe moeder mij dezen eenigen roman nit
haar leven heeft meegedeeld, zij heeft dien
officier liefgehod, daarvan heeft ao nooit een
geheim gemaakt, maar zij heeft hem nooit
iets Icegestaen, waarop haar man rechtens
waarde den heer Nap vergunning gegeven
zal worden.
De heer Pranger vraagt nog, of de
onderwijzeres ook bij den Voorz. om
inlichtingen is geweest, waarop Voorz.
mededeelt, dvt zij niet op de sollicitanten-
lijst voorkomt, ofschoon zij in dien waan
verkeerde.
Meu betreurt het misverstand, dat daar
toe aiuleiding mott hebben gegeven en op
verzoek van den heer Hart neemt Voorz.
op zich, deze zaak met den heer School
opziener te bespreken en zoo mogelijk tot
ern goed einde te brengen.
Hierna wordt de ve'gaderiug gesloten.
Bij de op Dinsdag gehou-
dene stemming voor een Hoofdingeland
van de Bmne Oudkarspel is als zooda-
uig benoemd de heer J. Scbagen,
Misdaad.
Algemeen bekend is het, dat de alkohol
(sterke drank, wijü, bier) de oorzaak is
van tal van misdaden. Bepaalde cijfers, wat
ons land aangaat, om deu invloed van
den alkohol aau te toone", outbraken tot
nog toe.
Mr. D. R. B. Baron van Lijnden, rech
ter in de arrond. reebtb, te Arnhem, heelt
ech'er in den loop van dit jaar zijn aan-
teekenineen over de zakei', die van 22
Fjbr. 1898 tot 21 Maart 1899 voor de
Arnhemsche reehtöank behandeld zijn,
gepubliceerd. In hel geheel kwamen toen
754 strafzaken voor en het bleek tenslotte,
dat 224 hiervan aan het gebruik van
alkohol moeten geweten wordeD, dat is
dus bijna 30°/o. Mr. Van Lijnden heeft
echter alleen de gevallen genomen, die
direct aan den invloed van den drank
te wijten zijn. Had hij ook meegeteld de
gevallen, waarbij de alkohol indirect
als medeplichtige optrad, daD zouden de
cijfers aanmerkelijk hooger geweest zijn
(volger s den directeur der gevangenis te
Arnhem wel 90°/e
Hoeveel vechtpartijen, mishandelingen
enz, ontstaan niet na en ten gevolge van
het gebruik van een pur glaasjes, zonder
dat de betrokken personen io kenaelijken
staat van dronkenschap verkeeren. Reeds
een zeer kleine hoeveelheid van den alko
hol oefant een soort bedwelming uit,
waardoor de gebruiker zijn zelfbeheersching
verliest en tot dingen komt, die hij in
nuchteren toestand nooit zon hebbes gedaan.
Gevallen van #wederspannigheid", van
,/mishandeling van rmbtenaren*, van ffver-
nieling*, zijn bijna zonder uitzond»ring
aan den drank te wijten eveneens ^po-
gingen tot moord," ^diefstal," ^verduiste-
ring„ en „strooperij* kunnen slechts indi
rect den drank tot oorzaak hebben. Ze
eischeD te veel overleg en nauwkeurige
waarneming om in beschonken toestand
gepleegd te kunnen worden.
Landbouwtentoonstelling.
Men schrijft nit PURMEBEND
D.or de afdeeling Bremster, Pnrmerend
en Omstreken der Hollandsche Maatschap
pij van Landbouw is besloten, de algemee
ne vergadering met de dasrian verbonden
tentoonstelling in 1900 te Purmeiend te
doen houden.
Men schrijft van 't Hooge-
land van GRONINGEN:
Nu over.1 de locomobiles snorren, om
den nieuwen graanoogst te dorscben, blijkt
dat deze niet meevalt. Het ^droge jaren,
beste jiren" gaat dezen keer niet op. Het
schijn», dat de hitte tijdens het rijpen
te groot is geweest. De korrel is niet recht
volgegroeid. Bij gerst is zij te smal, bij
tarwe is haar Luid gerimpeld. Aan de faoo-
ge verwachting voldoet zij niet.
Met de weiden is het treurig gesteld.
Het gras staat, als ware bet dood op den
wortel. Zdfs bet drinkwater is op vele
we» eu moraal reeht had-"
„Zi) hoeft tooh saceenkoms on mat hem
gehad, zij heeft tich en mija vader blootge-
s'eld aan allerlei praatjes; zij heelt onzen fa
milienaam bevlekt en mij daardoor vogel
vrij verklaard, zoodat iedere lompert mij den
naam mijner moeder als dien van het vroegere
liefje van een ofifioier in het gelaat slingeren
kan. Ik meen, dat zooiets al meer dan
voldoende is- O, moeder, moeder, dat had
ge niet mogen doen 1"
Teil was opgestaan en liep driftig
de kamer op en neer, terwijl de ander
met bleeke wangen voor lieb hoen staarde
en zenuwachtig met de vingers trommelde.
„Kon nw arme, zoo beleedigde moeder
voor u treden," waagde Jast eindelijk zacht
te zeggeD, „zij ion zich wel weten te recht
vaardigen- Dikwijls genoeg beeft ze mij
verteld, dat zij als jong schepseltje
er geen begrip van had, dat het
niet goed was, dat ze achter den
rag om van haar echtgenoot, die haar
niet liefhad, maar alleen trotseh op haar
schoonheid was, bijeenkomsten bad mot een
man, dien zij oprecht liefhad en die haar ook
zijnerzijds steeds met de grootste achting
had behandeld. Wanneer doze man na nog
leeft, en er zioh op verhoovaardigt, dat
Viotorine hem eenmaal heelt liefgehad, en
doet hy dat op smalende wijze, dan is er
geen eer meer hier beneden, dan is trouw
en geloof uitgestorven."
Slechts met een half oor luisterde ds as
sessor wat de grijskop daar ten gunste van
de doode seidehij liep als razend door
da kamer op eo neer, sohudde af en toe
heilig met het hoofd on sliet zware, wanho
pige zuchten uit. Eindelijk hield hij vlak
voor Just s'il en legde hem de hand op
den zohondor, een beweging die den ander
scheen te doon ineenkrimpen.
„Ge mecDt het goed, oude vriend, ik dank
je. Doch laat me nu alleen, ik heb van
daag nog veel te werken."
Just drukte vol deelneming den assessor
de hand en vrooa' dringend: „Mynheer Teil
wat zijt ge voornemens? Zeg me, wilt go
met dien mijnheer vech'en P"
Teil trok zyn hand terug en aaide ooi-