Alltwi Kiens- MmimiiB- LulliivkiiL Zondag 3 December 1399, 43ste Jaargang 2To. 3474. Zitting1 van d^n Militieraad PLAATSELIJK NIEUWS. Bureau: §€HlöÜIï, Laan, O 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I N h të I.. «aU,b!ugTvtiÏd'WBfiniaal?r W°e»"l»8- ADVERTENTIEN in hfit lnze"ing tot., 8 morgens 9 ure; worden INGEZONDEN STUK ra? r nummer geplaatst. ÜRAWT. één dag vroeger. - Dü mmm'r bataat uit drie hl ad™ KKKSTE BLAD. Ueüietwiie Sc hagen. Bt'feendisafeinrcn, iirik. n^'i"j*01 s|pl Bn, ^Vethouders .!er gemeente Schagen llAAIw! iie ZITTING VAN DEN MILÏTIE- Ra-idliniin |Zr üe®eente za' worden gehouden ten Ier nnna't e, J "I1 dinsdag 12 Decem- anataande, des voovmiddags te 11 uren. die «ii.t re lllll";raa(1 m°et verschijnen de loteling, of raliralr 81 we8eDa ziekelijke gesteldheid genreken, o wegens gemis van de gevorderde lengte. o,, ,1? W°a f", dc '";'anS^ehbenden er uitdrukkelijk li™ t - i j ke» opgeven van redenen van vrijstel- n lJ' «*ns de aangifte t^r inschrijving voor de militie o ij gelegenheid van de loting aan den Militie- Commissaris au het doen opmaken èn bij den Burge meester inleveien van de noodige bewijsstukken tot ie ekouien van vrijstelling om eene andere reden Prijs por jaar f 3.Franco per post f 8.60, Atzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 c' Groote letter» worden naar plaatsruimte berekend. VU1" uuuoiü it dan lichamelijke ongeschiktheid of gemis van de ge vorderde lengte, niet voldoende zijn om zich de vrij stelling te verzekeren, waarop zij meenen aanspraak te Men zal ziek herinneren, dat dr. Kuyper in De Standaard, aleer hij gedurende de huldigingsfeesten het lieve vaderland verliet, aan de natie heeft verteld, dat het ministerie zwak stond en hij wel zoo goed zou vzijn, omdat het een kuldigingsministerie was, ook uit courtoisie voor de jonge aanstaande koningin, het het leven te gunnen tot na September van het vorige jaar Bijna anderhalf jaar ligt er tusschen die verklaring en het heden en hoewel dr. Kuyper na zijn terug komst uit Amerika onmiddellijk weer begon te wijzen op de zwakheid van dit ministerie, en bovendien mei? de daad trachtte aan te tooneu dat deszelfs wetgevend kunnen op sociaal gebied, vooral omdat het de groot-industrie niet in het gevlei kwam, maar dunnetjes was, leeft nog altijd het ministerie en „se porte assez bien.* Er bestaat geen twijfel of de ongevallenwet zal worden aangenomen en de beweging voor leerplicht, die zich vroeger, zooals wij indertijd opmerkten, van de zijde der voorstanders wel wat flauw uitte, neemt gelukkig breeder afmetingen aan, zoodat het geuren der Katholieken op hun 1200 adressen uit alle mogelijke en onmogelijke parochies verdwijnt onder den krachtig uitgesproken wensch van het overgroote gedeelte der natie en vooral van de zijde van hen, die er het meeste belang bij hebben, de werklieden. (^ogenschijnlijk is er een wonde plek aan dit ministerie en de oppositie heeft zich gedurende den geheelen zomer beijverd om haar aan te toonen deze is het niet uitnoodigen van den paus en van de beide Zuid-Afrikaansche republieken tot de vredes conferentie. Natuurlijk geldt dit voo'al den Minister van Buitenlandsche Zaken, maar indien men er de geheele Regeering bij zou kunnen betrekken, des te aangenamer zou dit den clericalen partijen zijn. Laten wij er eerst aan herinneren, dat de voorpostengevechten reeds hebben plaats gehad in den loop van den zomer, maar toen trokken de clericalen zich in hun lager terug, omdat zij het oogenblik nog niet geschikt daarvoor achtten. Bij de behandeling der beirrooting in de afdeelingen zijn omtrent bet aanbod, de daarop gevolgde onder handelingen en de voorbereiding der Vredesconferentie allerlei vragen gesteld en in zijn Memorie heeft de Minister van Buitenlandsche Zaken deze uitvoerig beantwoord. In de overtuiging, dat hij in de eerste plaats met het Nederlandsch belang had te rekenen, beeft de Minister geen oogenblik geaarzeld om, waar hij had te beslissen over het niet deelnemen aan de conferentie elders, of het samenkomen der conferentie hier te lande, het laatste te kiezen. Wat nu de uitnoodiging van den Heiligen Stoel betrof, de Minister wees er nogmaals op, dat sedert 1870 de Paus niet meer uitgenoodigd was op internationale conferenties. Noch de Russische, noch de Nederlandsche Regeering zou daartegen echter eenig bezwaar gemaakt hebben, maar toen het bleek dat een uitnoodiging zeker één en hoogstwaarschijnlijk meerdere groote Europeesche mogendheden van de conferentie zou doen terughouden, meende men, door af te wijken van den sedert meer dan een kwart eeuw gevolgden regel, de conferentie niet te moeten doen mislukken. Wij achten, dat de Minister bierbij nog één zaak vergeet. De keizer van Rusland, die toevallig een boek in handen had gekregen, waarin in vreeselijke kleuren de gevolgen van den oorlog, zooals die thans tusschen „beschaafde" staten zou worden gevoerd, werden geschilderd, ook inziende, hoezeer de nationale welvaart moest lijden door de reusachtige legers, welke de mogendheden op de been hielden, kwam in het voorjaar op het denkbeeld om een conferentie te houden over het beperken van haar wapeningen. De conferentie heette dan ook eerst „ontwapenings conferentie" en werd eerst „vredesconferentie", toen het bleek, dat het onderling wantrouwen der mogend heden nooit tot ontwapening zou voeren. Nu kon men toch moeilijk den paus, den vertegenwoordiger van Hem. die gekomen was om den vrede te brengen en niet het zwaard, uitnoodigen tot een conferentie, die optwapening ten doel had. De paus heeft geen wereld lijk gezag en dus ook geen leger, en zooals wij elders lazen, zijn afgezant zou tusschen de militairen en diplomaten in Den Haag zich gevoeld hebben „als 1 (1 ft r u 4 een kater in een vreemd pakhuis." Van een ontwape- p VOOr deze gemeente, is njng <jer zwarte geestelijke legioenen, die, over de n 1 m o O a II P e O 1 d b oete geheele wereld verdeeld, uit strafbaar met ee n e g ontvangen, w»S tori, geen sprake, vatl teil hoogste een f, Daarna is liet program veranderd en uitgebreid tot 9 (lat wat betreft de aangifte VOOl' voorstellen betreffonde de verzachting der gruwelen, 1 r pgisters art. 7 van het welke uit den oorlog zouden ontstaan en tot de vraag, "ij u-ir.v-iivvu aaiiajjicU kunnen maken, maar dat hun belang medebrengt om bovendien de vrijstelling op bovenvermeld tijdstip bij dm Militieraad te vragen. SCUAGEN, den 17 November 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester vau Sehagen brengt, ter keunis van belanghebbenden het navolgende .1 ACH r. De Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, Gez.ien liet besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie dd. 15 November 1899 no. 4; Brengt ter kennis van belanghebbenden dat in N o o r d h o 11 a n d de sluiting der jacht op klein wild, met uitzondering van die op boutsnippen, is bepaald op Zaterdag 30 December 1899 met zonsondergaug, en dat alzoo, op grond van het bepaalde bij liet eerste lid van artikel 27 der aangehaalde wet, het vorkoopen, te koop uitstallen en vervoeren van het hier bedoelde klein wild uiterlijk tot en met 13 Januari 1900 zal mogen plaats hebben. En zal dit besluit in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord holland worden aangeplakt. Haarlem, 22 November 1899. De Commissaris der Koningin voornoem get. VAN TIENHOVEN. Sehagen, den 27 November 1899. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Aangifte van verhuizing en voor de Bevolkingsregisters. Burgemeester en Wethouders van Sehagen brengen bij de ingezetenen dier gemeente in herinnering: le. dat ingeval van verhuizing b i n- nen de gemeente binnen aebt dagen nadat die heeft, plaats gehad, daarvan door het hoofd van het gezin, voor zijn geheele gezin, dienst- en werkboden daaronder begre- p e n, aangifte nfoet worden gedaan ter gemeonte-secretarie, en dat afzonder!gk lovende personen die aangifte voor zich- zelven moeten doen. Het niet vol doen aan deze bepaling,vervat art. 5 derPolitieverorde- 'r .007 /Qfonta- of het ook mogelijk zou weneu, om, aleer Kon. Besluit van 21 Juli looi vechten, het geschil aan een hof van arbitrage te II 1 110 141) voorschrijft, dat door het onderwerpen Nu, men weet Dlil binnen een maand, gekomen, wat daarvan terecht r»»i hinnpn fifriii iiittttLiu, tfetvomcu, ea wanneer men nu van &116 hoofd van liet gez r apac- sijden berichten ontvangt over de gruwelen cretarie kennis moet wornen g g de Engelschen in Zuid-Afrika plegen, dau ieder lid, dat in het kau men „jen, hoe zelfs een natie, die zégt aan de Je «,»<rfinomen of spits der beschaving te staan, met alle conferenties wordt opgenomen genomen be3)uiten den spot dröft rl 'L 'i r uit gaat, inwonen Als het den paus ernst zal wezen met den „prècieux 1 r werkboden daar-: appul moral", waarvan de brief der koningin aan den niovfilfrlfi kennis- 1 paus spreekt, dan zal het hoofd der katholieke kerk, o n a e r begrepen. iOVenden het 00S op de hooge roePing' wplke hü zicllzel'ei1 Ofivina moet door afzonderlijk f0venaen toeschrijft, even goed zijn steun verleenen aan het n -6 -1--- wanneer deze andere overigens verheven denkbeeld der vredesconferentie, woning opnemen. als dat een zijner nuntiussen daaraa had d^nomeo. van ter se ven van g e z i n daar d i e n s l scherpste punten van verschil tusschen de Eugelsche Regeering en die der Zuid-Afrikaansche Republiek uitmaakt, en het stellen van voorwaarden tot de toelating op het suzereiniteitsrecht der Engelsche Regeering zoude gegrond ziju geweest, lag het voor de hand, dat de Nederlandsche Regeering elke voor waarde, die zij te Londen had kunnen bedingen, te Pretoria, zoolang men daar de suzereiniteit bleef ontkennen, zonde hebben zien afwijzen. Onder der gelijke omstandigheden zon het voeren van onder handelingen niet alleen een volkomen vruchtelooze arbeid zijn geweest, maar tevens zou het een oorzaak van ontstemming zijn geworden tegen Nederland, zoowel voor de Engelsche Regeering als voor die der Zuid-Afrikaansche Republiek." Men ziet het, de minister is voorzichtig geweest en stelde, zooals een Nederlandseh minister betaamt, op den voorgrond het „Nederlandsch belang"maar ook hier weer wordt over het hoold gezien, dat de con'erentie eerst was een ontwapingsconferentie en dat men derhalve niet die regeeringen behoefde uit te noodigen tot het bijwonen daarvan, die er geen sta mde levers op nahielden en zich dus niet konden beperken in haar wapeningen. Laat men zich eens voorstellen, dat men den Transvaalschen Boer zou gezegd hebben: „Geef op je gewteri"hi! zou geant woord hebben: „Dank je hartelijk, we hebben het eerstdaags al te zeer noodig." Wij hebben in ons artikel „Balletjes opwerpen" (zie ons nummer van 12 November jler op gewezen, hoe in dezen oorlog door niet één der mogendheden neutraliteitsverklaring is afgelegd, iets waartoe dr. Kuyper de onze arglistig trachtte te verlokken/deze verklaring zou toch in zich gesloten hebbeu de ont kenning van elke suzereiniteit, gegrond of niet ge grond, door Engeland uit te oefenen, en nu komt het ons toch voor, dat, waar men bij het oorlogvoeren zoo voorzichtig is, de regeering, die een ontwapenings- of vredesconterentie belegt, niet één daad moet doen, welke zelfs maar tot ontstemming aanleiding zou kunnen geven Nu weten wij wel, dat de geestdrift, welke op het oogenblik in Nederland voor de beide republieken heerscht, suggereerend werkt, maar toch kunnen wij niet begrijpen, dat de Nieuwe Rott. Courant naar aanleiding van de memorie van antwoord in haar nummer vau Zondag 26 November jl. het volgende schrijft „Maar dat alles neemt niet weg, dat onze Regeering o. i. met den noodigen nadruk en aandrang, waarop haar rol als gastvrouw haar aanspraak gaf, bij de Russische Regeering had kunnen aandringen, dat op de lijst der genoodigden zij 't dan de voorloopige lijst - de twee Z id— Afrikaauschc Republieken waren gebracht. Ware dan aan de Engelsche Regeering bekend geworden, dat ouder de geuoodigde staten ook Transvaal voorkwam, dan had zij waarschijnlijk zich tegen deze uituoodiging verzet en haar deelneming van de afwezigheid van Transvaal afhankelijk gesteld. Dau hadden de Russische en onze Regeering Transvaal van de lijst kunnen voeren maar dan was verkregen, ten eerste, dat onze Regeering voor de Z.-A. Republiek gedaan had wat deze van haar verwachten mocht en de natie was op dit punt bevredigd geweesl, en voorts, dat de Republiek althans door Rusland en Nederland als een onafhankelijke staat, die zij is, met volkomen onafhankelijk diplomatiek ve-keer, dat zij heeft, erkend was. Het odium van de uitsluiliug der Republiek ware dau alleen op Enge land gevallen. „Wij vernemen nu echter van den Minister, dat „de bespreking omtrent de mogelijkheid eener uit noodiging met enkele Regeeringen, in de eerste plaats de Russische, gehouden," hem in zijne meening be vestigden, dat het zenden van een uitnoodiging voor de republieken onraadzaam was. Wij blijven van mee ning, dat die uitnoodiging, wel verre van onraadzaam, voor de republieken gewenscht en voor ons land waar diger was geweest." Wij zijn bet in deze niet met de redactie van de „N R. Gt." eens. Zou dat afvoeren van de lijst der genoodigden, èn bij de natie èn bij de stamverwante broeders in Trans vaal niet oneindig grooter ontstemming hebben ver- oorziakt, dan thans, nu raen besloot, door de beide republieken niet op de lijst te brengen, de lastige <1 uaestie van het suzereiniteitsrecht te vermijden Men stelle zich voor, dat men weet op de lijst der gasten te staan bij een groot feest, dooreen bloed verwant te geven, en dat men dan later geen uitnoodi ging ontvangt, omdat deze bezweken is voor een pressie Rome hun bevelen van eeu anderen op de lijst voorkomenden gast, die, omdat hij beweert eenig gezag over u te kunnen uitoefenen, niet wil, dat gij mede met hem aauzit? Zou dat spelletje de waardigheid van den gastheer hebben verhoogd? Hadouze regeeriog dn Zuid-Afrikaansche Republieken voorloopig uitgeno idigd, a! ware 't met het geniepige doel om baar later van de lijst af te voeren, dan had zij aan de conventie van 1884, die nu wel niet een volkomen onafhankelijk diplomatiek verkeer verbiedt, maar toch contróle houdt op de resultaten daarvan, een uitlegging gegeven, die door Engeland terecht gewraakt kon worden. De vredesconferentie ging toch niet oin het diplomatiek verkeer, hoewel dat van dezen zoiner in den Haag recht gezellig moet geweest zijn, maat wel ora het sluiten van internationale overeenkomsten, waaromtrent voor Transvaal toch altijd twijfel bestaat, of haar regeering dit mag doen zonder toestemming van Engeland. men ging worden gedaan personen in hunne I(,t verzuim van deze aan- ilten is strafbaar met hech ten hoogste veer- v a n g boete tenis van tien dagen, 01 ten hoogste honderd guldon Ie dat art. 8 van genoemd besluit benaalt dat een ieder, daartoe door het gemeentebestuur opger°Gpen vcrplH:ht op straffe als evenverme d, tot het doen der opgaven die vereischt worden om ae bevolkingsregisters in to vullen. 4e. dat zij, die omtrent het vorenstaande sub 1 0n J de aanstaande volkstem n g in verzuim mochten b l ij- ken te zijn, zich daardoor zullen blootstellen aan ver- V 1 g 1 "sehagen, 28SNovember 1899. m.n.e.W.r O" W°tha°tsrr De Secretaris, DENIJS. Wij kunnen dus die zaak als afgedaan beschouwen. De bijzondere drukte, welke de katholieke bladen daar van gemaakt habbeD, behoorde tot het plan van aanval der oppositie,daar alle beetjes knunen Jets anders is het met de Zuid-Atrikaansche Republieken Daaromtrent zegt de Minister: „Ten opzichte vau de Ziiid-Atrikaansche Republieken anderen deden zich bezwaren voor van eemgszins aard Het was aan de Regeering bekend, dat de beide Republiekon er prijs op stelden, om op de conferentie vertegenwooiaigd te worden en zij zelve •zoude hasr aanwezigheid aldaar uit deni aard der zaak zeer gaarne hebben gezien De^ besprekingen omtrent de mogelijkheid eener uitnoodiging met enkele Het is wel te verwachten, dat, nu iu de memorie van antwoord wordt gesproken van een „ministerraad" en de daarop gevolgde handelingen der „regeering", het geheele kabinet zich, als er een storm zal opsteken, homogeen zal verklarea met den Minister van Buiten landsche Zaken. De oppositie gaat dus niet alleen tegen dezen, maar tegen het geheele kabinet „De Hollander", het antirevolutionnaire orgaan der residentie, dat intieme relaties heeft met De Standaard" en in den regel optreedt als voorhoede der oppositie, weet dan ook reeds mede te deelen, dat bij de behandeling der begrooting „de hoofdaanval" zal gericht worden tegen „Buitenlandsche Zaken" en concludeert, dat er inderdaad ernstige aanleiding is „om Minister De Beaufort niet slechts, hoewel deze in de eerste plaats, inaar ook het geheele Kabinet tot verantwoording Tijd," „Maasbode" en „Residentiebode" haar Memorie van Antwoord deed, en we znllen dns daarvan ook nog wel iets meer hooren. Nn ziju wij nieuwsgierig, welke „ongevallen" de voor steller vau het gevallen groote amendement nog „iu 't zicht" heeft, maar uit het bovenstaande kunnen wij wel cenc'udeeren, dat de aanvoerders der oppositie langza merhand hun krachten concenteeren tot een heftigen aanval op de regeering. Of dit op veel zal uitloopen, weten wij niet, maar zeker is het, dat de leider der oppositie, die voorleden jaar bij de behandeling der begrooting in Amerika zat, thans zeer zeker het oogenblik gekomen acht om te trachteu het zóóver te brengen, dat men hem omtrent zijn voorspellingen, betreffende dit ministerie, niet onder de broodetende profeten rangschikt. Zouden de bidstonden, die overal in ons land door de partijgangers van Dr. Kuyper, iu zake de gebeur tenissen in Zuid-Afrika zijn gehouden en de krijgs- psalmen, die daarin zijn gezongen, hebben moeten dienen, om de „hartstochten in ons land" en de „opwinding naar buiten", waarvan de Residentiebode gewaagde, wat aan te wakkeren, ten einde van buiten wat kracht bij te zetten aan den aanval, dien men in het parlement op het oog heeft Wie weet het meeuing, dat in het, belang van Beaufort in het geheel niet bevredigd, maar de echter in zij - - - 1,^3 wwhe Het was I faatstT raadt' het parlement heel lief aan ,>ijn kalmte zenden eener uitnoodiging onraadzaam w. koe|Moedigheid te bewaren, met het oog op „Je als zeker aan te nemen, dat Engeland ntmtn windiQi{ naar buiten" en het genoegzaam geprikkeld toestaan, dat dc Zuid-Afnkaansohe Republ ek ais i 6 hartstochu„ in ons land." internationaal geheel onafhanke^to stw ^Na d(J wet op de bedrijfsongevallen haar pauze conferentie xionaai geuu™ zoude worden toegelaten en dat he zegt De Standaard, „komen van zelf Jen toegeiaieu y -- tl)e Sta toelating gedoigde, Je° diplomatieke ongevallen voorwaarden zouüe vermnden, gelijk "éstil I iu en d!U' begint~y*°' lis suzerein tegenover Bulganj» Heeft gesteid de ge*chiedenissen van Ahmet-Hira, <len Jong- Hierover kon de tmdergeteekeude met de Engelaoft S Minaa icheraz, den Armemer, nog weer K.K t:trdJ#5eeïs - al of niet bestaan van suzereiniteitarecm Sehagen, 2 Dec. 1899. i Jnitensjewoae Vergadering van den RAAD der gemeente Sehagen, gehouden op Vrijdag 1 De cember 1899, des voormiddags te half elt ure, ter eere van het vijf-en-lwintig-jarig jubileum van den heer Jb. DUiMJS Jz-, Gemeen te-Secrela ris Voorzitter de heer S. B e r m a n, burgemeester. Het secretariaat wordt waargenomen door den eersten beambte ter secre'arie, den heer A. C. Roggeveen. Afwezig met kennisgeving de heer P. M e u r s. De Voorzitter, de vergadering openend, drukt zijn leedwezen uit, dat de heer Meurs wegens beroepsbezigheden de vergadering niet kan bijwonen, doch zegt, dat het hem aangenaam is, hier weer tegenwoordig te zien den heer Van der Maaten, die door ernstige ongesteldheid eenigen tijd verhinderd is geweest, de Raadszittingen bij te wonen. Spreker feliciteert den heer Van der Maaten met zijn gelukkig herstel en uit den wensch, dat de heer v. d. Maateu nog langen tijd in het bezit van een goede gezondheid aan de beraadslagingen der Raadsvergade ringen zal mogen deelnomen. Niet, gewoon zijn we, Mijne Heeren, zoo vervolgt de Voorzitter, dat aan deze groene tafel onbezet is de plaats, die door den Secretaris wordt ingenomen. Daar is dan ook wel een bijzondere reden voor. Met het oog op de hier aangebrachte versieringen tengevolge van de eigenaardi ge plechtigheid van dezen dag, kwam het mij weuschelijk voor, den Secretaris, die zich ter gemeente-secretarie bevindt, hier eerst te doen verschijnen nadat wij allen tegenwoordig waren. Nu dit het geval is, verzoek ik den heeren Van der Maaten en Schenk, als oudste en jongste lid dezer vergadering, den Secretaris de Raid- zaal te willen binnenleiden en hem te verzoeken den voor hem feestelijk met groen omgeven zetel in te nemen. Nadat aan deze formaliteit is vol daan, zegt de Voorzitter het volgende Mijne Heeren Gaarne eere gevend, wien eere toekomt, heb ik deze raads zitting uitsluitend belegd tot huldiging van den wakkeren Secretaris, nog krachtig in zijn ouderdom, nog helder van hoofd, nog vast vau voet, die, als superieur ambtenaar, bij U en bij mij en bij alle ingezetenen hoog in eere staat en in wiens feest de gansche gemeente deelt. Heil U, geachte Jubilaris Vijf-eu-twintig jaren is het thans geleden, sinds Gij hier als Secretaris dezer gemeente werdt geïnstalleerd en te oordeelen naar den tijd, dien ik hier doorbracht, en naar hetgeen ik verder over U gehoord heb, meen ik te mogen zeggen, dat Gij steeds met onkreukbare trouw hebt nageleefd de bepaling vervat in art. 101 der Gemeentewet: „De Secretaris is den Raad, Burgemeester en Wethouders, den Burgemeester en de I Commissiën van den Raad in alles, wat liet huQ opgedragen bestuur aangaat, behulpzaam." Die bestuursmachten hebt Gij op voorbeeldige wijze terzijde ge staan aan Uwe betrekking gaaft Gij de toewijding van den geheelen mensch en, met Uwe in de school van arbeid gerijpte kennis hebt Gij nooit iemand ledig heengezonden die een beroep kwam doen op Uwe voorlichting en hulp. Geen wonder, nu op dit Uw zilveren ambtsfeest de Raadsaal niet ffroön is getooid U ter eere. Geen wonder zoo zich heden rf' wege belangstelling openbaart in vreugde, die U weerwaart en I# natuurlijker, dan dat de Uaad en f1 Voorzitter daarin voorgaan. Bij de warme erkentelijkheid wf#' mede het gemeentebestuur jegens U vervuld, was het den Raad ecne behoed U als blijk van waardeering Voor U^fi langdurige ijverige plichtsbetrachti^ namens de gemeente een g..8chenk t# te bieden, en is het mjj aangenLm', dat te mogen overhandigen. Het bestaat in eeQ portefeuille tóf een banknoot van honderd gulden bied het U aan in de hoop datV door U met welgevallen Zal wolden affC vaard en dat het geld bij do moeiliikh# onzerzijds om er een geschikt voorwef! voor te koopen, door U, 0p de meest passende wijze, zal worden besték' Hieraan is als persoonlijk cadeau M Burgemeester en Raadsleden toegevoef een album met gecalligrateerde opdiw#' waarin voorkomen de portman verschillende Raadsleden en van i# benevens eenige fotografische afbeelding uit deze gemeente. Ook dat zal, hoop ik, welkom zijn, blijvende herinnering aan dezen dag o" als sprekend bewijs van hulde aan UV" verdiensten als g0m0ente-socretaris In die verwachting 8te] ik' U ter hand. Het is mijn, het is '8 Raads wen8<.>, Secretaris, dat Gij nog tal yail iarpn völji Uzelf, Uw echtgenoote, Uw kinde# en de U toevertrouwde belamrö" gespaard zult mogen blijyen, „u dat fl op U van toepassing zij het Nicolaa8 Beets „Gelukkig prijst iuen Gekroond met gn>e van denkkracht Quvefdoofd Nog kloek en «nverschrokken Nog moedig opgoricht, Jr0KKen> Door tijd noch last Gelukkig de onbenevelde ooeen En t onverbleokt gezicht!" Een algemeene gelukweu^. - Daarna nam de Jubilaris «elf het wr.orib Mijnheer de Burgemeester, het is zekc1' wel gepermitteerd, dftt ik Up het door gesprokene eenig antwoord g(,ef moet u vooraf zeggen, dat ik d y(lH morgen en ook nu weer «dd oader dcf> indruk van t oogenbfik verkeer, dat, etV de gave des woords rmj Diet jn Z0'0 rQ^ mate ten deel mocht zim ai d«l me» mij <k„ ,mU vergeving daarvoor schenk^ Mijnheer de Burgemeester heeroC Raadsleden, toen ik vdór 25' f dezen dag voor 't eerst onder'n^Lfs' kleurige, u bekende omstan4i u 1 geïnstalloerd werd, en in functie trad6 'of een leeftijd waarvan nien z„gt dat zoo langzamerhand naar de yy; j zou ik niet gedacht hebben, dat het mii gegeven zon zijn ee„ kwarteeuw di^ door mij zoozeer begeerde betrekking mogen vervullen. Dat is toch gebeurd 't Is vandaag een kwart-0ÖUlr dat ik die taak aanvaardde en op tijdvak mijns levens zi0 ik terUir fk kaI) het niet anders zeggen, voor Zooverre het mijne betrekking aangaat, al« (>p u t lukkigste mijns levens, ik heb me ver' heugd in de sympathie van »eien _at) de Burgemeesters,van Weth^; vatj de leden van den Raad, en in L dat ik er niet genoeg dankbaar voorhal! zijn. Boven dat alles vandaag 0 j 1 waarop ik zal zijn geëerd on ^6n - me diep moet (redee °L*°e «f?"»' tdeer. die ik i» i b»°f die waardeer, aie ik iu verwalisiu 3 't feit van den dag haast achten. Want, Burgemeester, de uoffeliiko bewijzen van waardeerinsr v»n a van den Raad en van U 1 de Plichtsbetrachting gedurende 2°'^ kan ik daar tegenover stelle wat kan men anders dan zijn pi^t doeW volgens eer en geweten; verdi zooveel waardeering als ïeta v woons? Neen, niet waar? '""tenge- Maar,Burgemeester, jniet dub^i hfin ik daarvoor dankbaar, omdat er i** 7 bij is, omdat er bij is dj ja ik durf het gerust zogg,1, van u allen mocht genieten a« ik u hartelijk dankbaar b«n wa7°ik geef u de verzekering, nooit ait mgn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 1