I 3f 43ste Jaargang Ito. 3475. i JioevGnbloed» Donderdag 7 December 1899. G e m Ëfureati: fiaaxs, I# 4. e e n t e S c h a go n. Bekenilmakln ?en. Aangifte van verhuizing en voor de Bevolkingsregisters, 8ste VOLKSTELLING. KENNISGEVING. Binnenlandse!» Nieuws. a Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag et Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, w or en ^DVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. V—ww— Uitgever: P. TRAPMAN. MedewerkerJ. W l^k£ L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen bij de ingezetenen dier gemeente in herinnering le. dat ingeval van verhuizing bin nen de gemeente binnen acht dagen nadat die heeft plaats gehad, daarvan door het hoofd van het gezin, voor ziju geheele gezin, dienst- en werkboden daaronder begre pen, aangifte moet worden gedaan ter gemeente-secretarie, en dat afzonderlijk levende personen die aangifte voor zich- zelven moeten doen. Het niet vol doen aan deze bepaling,vervat in art. 5 der Politieverorde ning voor deze gemeente, is strafbaar met eeue geldboete van ten hoogste één gulden. 2e. dat, wat betreft de aangifte voor de bevolkingsregisters, art. 7 van het Kon. Besluit van 27 Juli 1887 (Staats blad no. 141) voorschrijft, dat door het hoofd van het gezin, biunen een maand, ter secretarie kennis moet worden gege ven van ieder lid, dat in het gezin wordt opgenomen of daar uit gaat, inwonende dienst— of werkboden daar onder begrepen. Diezelfde kennis geving moet door afzonderlijk levenden worden gedaan, wanneer deze andere personen in hunne woning opnemen. Het verzuim van deze aan giften is strafbaar met hech tenis van ten hoogste veer tien dagen, of boete van ten hoogste honderdgulden. 3e. dat art. 8 van genoemd besluit bepaalt, dat een ieder, daartoe door het gemeentebestuur opgeroepen, verplicht is, op strafte als evenvermeld, tot het doen der opgaven die vereischt worden om ae bevolkingsregisters in te vullen. 4e. dat zij, die om tr e n t het vorenstaande sub 1 e n 2 b g de aanstaande volkstelli u g in verzuim mochten blij- ken te zijn, zich daardoor zullen blootstellen aan ver- VOlginSchngen,W28gNovomber 1899 De Secretaris, DENIJS. nationale militie. Inschrijving. (Art 19 der t Wethoudo-s der Gemeente Schagen; Burgemeester en WeU de mannehjke Brengen ter openbare rl881) zich ter ugezctenen, geboren in J. t-e behooren - 1 ÉlflTtTET ON. 38;d. n -g »w 1s de jastitiereed. eenl^er™ te ba|p roepend: hand voor oogen "en" d; Bntwoordde ■Dat °n°l5k terwöl b| nader trad en de ander vroobjk. b|aften Teil siond.„Het nn dicht voor den rerbta q h8rk(,nd bab, ir6 Teil vroeger ssscssor, nu jnstitie- Willian» Teil, vroege nog uw raBd bnlle° '®n8;' Moabit, vraarbjj go een laatste aanklacht mood eyn wei Brmen drommel, d.e lt„, en wee verwsohUe een #Bnkl.chfBrede gegeven hebt f Het w^ nd uwer geheel wa g> fB, gelnk suocf weusoh ik u dejiDg WBBsenigs- De stem van den verried ook meer ains scherp geworden BpUment, en bijlende ironie dau wel ,e« dJ dr0ngen, Teil was er nog altoos niet yöand of deze man als vriend dan in knmsn drnkken, er opdat genuein S eens uit *eten, wie ik ben, bter miiü-kÖeIiiB linker band in den borsUak iederen werkdag van des voormiddags 9 ure tot des namiddags 4 ure. Verder wordt de aandacht gevestigd op onderstaande artikelen der wet van den 19den Augustus 1801 (Staatsblad no. 72), welke betrekking hebben op de inschrijving voor de Militie Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle mannelijke ingezetenen, die op deu lsten Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden: lo. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd inge zeten is volgens de wet van den 28 Juli 1850 (Staatsblad no 44): 2o. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, ge durende de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijt hield 8o. hij van wiens ouders de langstlevende inge zeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Kijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoorendc tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid liet beginsel van wederkverigbeid is aangenomen. Art. 16. De inschrijving geschiedt: lo. van een ongehuwde in de Gemeente waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, ofzijn beiden overleden, de voogd woont 2o, van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente, waar hg woont 3o. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente waar hij woont 4o. van den buiten 's lands wonenden zcon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst iu een vreemd laud woont, in de Gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven lo. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is 2o. de in een Y.eeind Kijk verblijt houdendeouler- looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3o de zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's Kijks overzeesche bezittin gen of koloniën woont. Art. 18, late en 2de lid Elk, die volgens art.' 15 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tusschen den lsten en den 3lsten Januari. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19e jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten wordt, is verplicht zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar de inschrijving, vol gens art 16, moet geschieden. Daarbij gelden de bepaliugen der 2de zinsnede van art. 18. 2ijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waartoe hij volgens zijnen leefiijd behoort. Afgekondigd en aangeplakt voor de eerste maal te Schagen, den 2t?n December 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S BEKMAN. De Secietaris DENIJS. De Burgemeester van Schagen brengt, ter voorkoming van bekeuringen, ter kennis der ingezetenen, dat de schoorsteenen, ingevolge het bepaalde bij de Politie verordening dier gemeente, ten minste twee malen 'sj aars, en wel in December en Maar t, moeten worden geveegd en schoongemaakt. Schagen, 2 December 1899. De Burgemeester voornoemd, S. BEKMAN. Burgemeester en Wethouders vau Schagen herin neren de ingezetenen aan het bepaalde bij alinea 4 van art. 122 der algemeene Politie-verordening voor die gemeente, luidende als volgt „Onder privaten, geplaatst boven vaarten, slooten of wateringen, moet bij eene uitgestrektheid van min stens 1 M2. een wateidiepte van minstens 0.5 M. aanwezig zijn Eeu onderzoek, of deze bepaling behoorlijk wordt nagekomen, zal worden ingesteld in de eerste dagen van de maand Maart des volgenden jaars. Nalatigheid is strafbaar met eene geldboete van ten hoogste f 25 of hechtenis van ten hoogste zes dagen. Schagen, 5 December 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders vau Schagen Gezien art. 97 der algemeene Politie~verordeuing voor die gemeente; Bevelen den eigenaars, vruchtgebruikers of beheerders van binneu of aan de grens van de kom der gemeente gelegen slooten of wateren, die te doen uitbaggeren of te doen slooten op eene diepte van 0 80 M. en een bodembreedte van 0 90 M, en zulks voor deu len Maart 1900 Belanghebbenden worden herinnerd, dat nalatigheid ten deze strafbaar is met eene geldboete van ten hoogste f 25.of hechtenis van ten hoogste zes dagen. Onverminderd de bevoegdheid vin Burgemeester en Wethouders tot het doen uitbaggeren of slooten ten koste van eigenaar, vruchigebruiker of beheerder. Schagen, 5 December 1899. Burgemeester en Weihouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. (Wet van 22 April 1879, Staatsblad no, 63 (Koninklijk besluit van 2 Mei 1899, Staatsblad no. 113.) Burgemeester en Wethouders van Schagen gelet op art 265 der Gemeentewet, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het door Heeren Gedeputeerde Staten op den 22sten Nov. 1899 goedgekeurde suppletoir kohier van den lioof- delijken omslag dezer gemeente en dat voor de belas ting op de honden, dienst 1899, gedurende vijf maanden ier Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Bezwaren tegen den aanslag kunnen binnen 3 maanden na den dag der uitreiking van het aanslag biljet, bij den Raad, op ongezegeld papier, worden ingebracht. Schagen, den 5 December 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S BERMAN. De Secretaris, DENIJS. dat hij bad gegrepen, hoog op, om ze blik semsnel op Tell's hoofd neer fe laten. Doch vóór dat da vuist rijn doel had bereikt, voelds de aanvaller gija arm van achter omvat en de doodelijke slag was zoo doende verhinderd. „Ho bandiet, ditmaal beb je je misrekend I* Het was Jast, die dit woedend aifri-p; uij bad vannit de andere kamer het onder hond afgeluisterd en was, bezorgd voor het leven van zijn vriend, op het rechte oogen- blik toegesneld. Ean korte worsteling tnssoben Jast en den vreemdeling volgde, ier wij! Toll vsn schrik een oogenbiik versuft toekeek. „Hg worgt me,"8feande Jast en rukte zich los; „red je,William,snel naar baitenl'Ea zich weer tot dan indringer keerend,gilde Jast i.Gebauer, Gabener, help, help I Men vermoordt je meester/" Reeds werd de deur opengeworpen en de invalide, die mat een lamp in de hand ver scheen, hobbelde zoo snel mogelijk binnen. „Barmhartige God, wat is hier te doen F* „Czrvalbo!" riep Teil, die dadelijk naden vreemdeling herkende. Hjj had de verlam ming, door den schrik veroorzaakt, van zich afgeschud en zijn wandelstok grijpsnd, kwam deze een oogecblik later op hel hoofd van den ellendeling neer. Deze pareerde den slag sooveel mogelijk met zijn linkerarm, anders was hem b:- paald den sohedel verbrijzeld. „Jon krjjg ik wel een ander maalriep bij hoonend uit en stormde door de bamzr nasr bnilen. „Wacht maar, canaille!' bromde de inva lide woedend, .al kan je barder loopen dan ik op mijn kreupele pooien, mjn kogels gian vlugger." Burgemeester en Wethoud.era-.yan Schagen brengen ter algemeene kennis, dat dit jaar zal gehouden worden de 8ste algemeene tienjaarlijksche volkstelling. Deze hetfft ten doel de aanwijzing van allen, die te middernacht tusschen 31 December 1899 en 1 Januari 1900 hunne werkelijke woonplaats binnen Nederland hebben. Deze allen worden aangewezen, onverschillig of zij op genoemd tijdstip in hunne woning al dan niet aanwezig zijn. Ook worden aangewezen zij, die, zonder werkelijke woonplaats binnen Nederland te hebben, op genoemd tijdstip aldaar aanwezig zijn. Omtrent deze alleu moeten de opgaven verstrekt worden, die gevraagd worden op kaarten, die tusschen 26 Dcc. 1899 en 1 Januari 1900 zullen worden rond- bezorgd en dadelijk na Nieuwjaar zullen worden teruggehaald Door of voor ieder moet aan. zijne woning worden ingevuld: eene blauwe kaart (voor een man of jon gen),of eene witte kaart (voor een vrouw of meisje). Bovendien moet door of voor ieder aan de woning waar hij t ij d e 1 ij k aanwezig is, ingevuld worden eene oranje kaart (voor lijdelijk aanwezigen man of jongen) of eene rose kaart (voor eene tijdelijk aanwezige vrouw of meisje). Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder van iedere instelling, gebouw, gesticht of schip, waar de kaarten worden bezorgd, is verplicht voor de behoor lijke invulling zorg te dragen. Deze zo'ge er dus voor, dat aan den teller,wanneer hij de kaarten bezorgt, worde opgegeven hoeveel blauwe, witte, orauje en rose kaartei er in de woning noodig zijn. Overtreding van de voorschriften betreffende de volkstelling wordt krachtens artikel 20 der wet van 15 April 1886 (Staatsblad no. 64) gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete Hy sne'de naar sijn kamertje, rokte daar he- geweer van d-n wand en zette op rijn krea- psle been n den vlnchteliog na. „Je bent tooh niet gewond f" rroeg Teil, terwijl hij boiorgd op Jast toetrad, die twij gend op de vensterbank was gaan zitten en sijn zakdoek tegen aijn linkerborst dmkte. „Het schijnt, dat hij ma een gedachtenis beeft gelaten," antwoordde Jast, „maar het «al wel niet heel erg zijn. Ik ben er zeer dankbaar voor, dit gjj er het leveo bebt afgebrach'." .Maar", riep Teil, de hand van zijn redder vas'grijpend en dese van sijn borst willende wegtrekken, „laten we er na toch bsds naar kijken." .Nsbd, neen," weerde Jaat haastig en mat groo;e beslistheid af, „bet is niets, werkelijk niet da moeite waard." „Dat zullen we dan toch eens moeten nt- zien, ol dat zoo is. Wat drommel, wit spar tel je na tegen F" Telt had mvl geweld den zakdoek verwjjderd eo sag met schrik de bloedvlekken op het witte linnen. Nu hield Tall den hevig tegen- spsrtolenden Jast good vist en hij zeg bij nader onderhoek, dat diens jas op de plaats, waar het bart sit, doorboord was het bloed drong er door naar buiten- „Las met je kleeren commandeerde Toll seer bezorgd. „Ik aal de wond onderzoeken. Gebsner moet inspicn n en een dokter hilen. Ik zal je zoolang verplegen, ik heb nut voor niets drie jaren leng op do academie ge studeerd." Jast was opgestaan. „Ik zal me zelf wel verbindsn," antwoordde hg met gedwongen bedaardheid. „Uw dien- s en heb is bepaald niet noodig. j ik bid je dringend, blijf nu na toch met een dok- vtn ten hoogste honderd gulden. De nauwkeurige, door de volkstelling te verkrijgen keunis der bevolking is eene zaak van algemeen belang Tot het verkrijgen dier kennis is noodig, dat alle vragen op elke kaait met dc meest mogelijke nauwkeurigheid en volledigheid worden beantwoord. Op verzoek d>r Regeering noodigen Burgemeester en Wethouders allen met aandrang uit, door nauw keurige en volledige invulling der kaarten tot het welslagen der volkstelling mede te werken. Schagen, 5 December 1899, Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. - Vergadering van den Raad der gemeente Barsingerhor n, op Maandag 4 Dec. 1899, 's namiddags 2 ure. Afwezig de heeren Blaauboer en Raat. Voorzitter,de heer D. Spaans, Burgemeester, opent de vergadering en verzoekt den Secre taris, den heer P. Bronder, de notulen van da vorige verg. te willen lezen. Na voor lezing worden deze onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken: Een schreven van H. H. Ged. St., waarbij goedgekeurd terug de kohieren van Omslag; dito, met vaststelling der Rekening over 1898idem met goed keuring van de gemeente-begrooting voor 1900. Hierna dee'.t Voorzitter meda, dat, na bespreking met den heer Van Bergen van Heiligerlee, omtrent een torenuurwerk, is overeengekomen, dat de heer Van Bergen een schrjjven zou richten aan Burg. en Wethouders. Dat schreven is ontvangen en Voorz. vsrzoekt den Secretaris, het te willen lezen. De inhoud isprijsopgaaf als volgt: Een nieuw torenuurwerk, met nieuwe wjjzerborden enz. enz., geleverd ter plaatse en opgesteld, f 1000.— idem zonder wjjzer borden f 850. Voorzitter zegt hieromtrent, dat het niet is meegevallen wat betreft de kosten en 't zoodoende moeilijk is, een voorstel in te dienen. Hjj meent echter te moeten aan raden een uurwerk zonder nieuwe wjjzer borden, dus voor t 850.—. Wat de betaling betreft, op de begrooting is er f 550.— voor uitgetrokken, zoodat f 550.— contant zou kunnen worden betaald en f 300.— volgend jaar. r. Het doet den heer Klujjver leed, dat de kosten het begrootingscijfer zoo ver over schrijden. Zou er geen andoro gelegenheid zijn, om goodkooper klaar te komen? vraagt spreker. Voorz. antwoordt, dat B en W. natuurlijk de zaak van alle kanten hebben besproken. Hij heeft nog bij een tweede solide firma geïnformeerd, maar de prijs kwam vrijwel overeen. Voorz. zegt, dat de Secretaris wol nader kan inlichten, hoe het komt, dat de kosten zooveel hooger zjjn dan de begrooting aan wijst. De heor Bronder zegt hierop, dat indertijd van de firma Van Bergen een prijscourant is ontvangen, volgens hetwelk het uurwerk f 550 kostte; toen is gedacht, dat daarbjj be doeld was het uurwerk met alles,leveren,op stellen enz maar 't bleek, dat dat was het raderwerk enz. zonder meer. De heer Beers meent, dat men den raad van den heer Van Bergen, om ook nieuwe wijzerborden te nemen, niet in den wind moet slaan. Spr. wil dan alles nieuw hebben. Voorz zegt, dat, wat het loopen van het uurwerk betreft, het met de oude eu nieuwe borden 'tzelfde is. Maar de nieuwe borden, van afmetingen zooils voorgesteld, zjjn ook niet in evenredigheid met den toren. O jk de heer Beers vindt de nieuwe borden te groot, maar deze kunnen toch kleiner ter van 't lg'. Dat raost je me bslovon. Het is niets dao een schram en da?raan b-n ik wel gewoon. Ia het verre Wes'en hebben we dergelgke zaakjes steeds zelf afgedaan." Hij »ag Teil nog eens zoo innig aan, ait rijn oogen sprak een groote dankbaarheid dat hy hem hot leven had mogen redden dan keerde hy zich om, om naar sgn kamer te gaan. Doch Telt volgle bom en onderstaande bem zooreel mogelgk. Ti-o's bet tegenstreven van Jast bleef Tril bij hem. Hy leidde hem de trap op. opende de dear van zgn kamer, trad mot hem binnon en sloeg de dskons van het bed om. Dan dwong hg Jast, die nog steeds ang stig tegenstreefde, zich op den kont van bet bed neer te settan en begon hem te ontklceden. „Ik bezweer je, het is niet noodig, dat ge me helpt. Ik kan dat alies b st alleen op knappen." Mvar laat je tooh helptn," riep Teil, bijna boos.„ Ik beg'ijp je niet we zgn to:h onder onsjwaarvoor ja zoo te geneeren1 Je bent zoo angstvallig als een onde jongejiS<r, Toen Teil hem het hemd over den schou der wilde trekkin, hiold Jast met kramp achtig gekraiste armen bet met bloed be vlekte linnen vaat. „Donders! dst is tooh al te gek!' bromde Teil, „wanneer ja niet anders wilt, sohear ik het ding eau fltrdea.' Met een sterken rek had hjj het hemd omboog gelrokken, ean krak nd geloid en hg hield bet bovenste deel in sijn handen. Jast bleef stijf zitten en hield de rest van bet hemd vast als hing er voor hem I alHs van af. Tall was bai'en ziohtolf v;n verwonds- gemaakt worden en zullen dan ook minder kosten. De heer Klujjver zou, juist omdat de kos ten zoo ver boven de begrooting gaan, in besloten vergadering willen overgaan om nog eens over de zaak te praten. Wordt "goedgevonden, om na afhandeling van de agenda in comité te gaan- Hierna wordt overgegaan tot benoeming van leden van het Algemeen Armbestuur en het Weezenarmenbestuur. Voor het Algemeen Armbestuur worden de aftredende leden, de heeren Jb. BoodIJz. en Schoor], herkozen met algemeene, voor het Weezenarmenbescuur de heerE. Kluijver, aftredend, met algemeene stemmen op één na. De heer Kluijver, door Voorzitter gevraagd of hjj de benoeming aanneemt, verklaart van met genoegen en dankt de heeren. Voorz. verzoekt den Secr. mededeeling te doen van de aanbesteding van de reparatiën aan de school te Koihorn. Ingekomen zjjn 6 inschrijvingen, van de heeren: H. J. Moer beek f 718, H. Joffer f 725, P. Eriks f 765, A. Droog f 775, L. Wissekerke f 780 en D.D. P. Westenberg f 989. Wordt besloten, hierover in gehoime zit ting te spreken. Hierna volgt rondvraag, waarbjj de heer Klujjver de aandacht van het Dag. Bestuur wenscht te vestigen op den treurigen toestand van den Turfdijk te Koihorn. Hjj zou den djjk vóór den winter nog gaarne geschrobd willen hebben. Voorzitter belooft, dat het gedaan zal worden. Ook zijn aandacht had 't getrokken. Voorz. heeft alleen nog iets naar aanlei ding van de notulen der vorige vergadering, betreffende de opmerking van den heer Smit over het pad naar de Deellanden. B. en W. stellen voor, om de kaai geheel te laten afwerken, zoodat ze dan geheel als pad gebruikt kan worden. Dit is mogelijk, daar men nu van den waterstand geen last meer heeft. Dit voorstel vindt algemeene instemming. Hierna gaat de raad in comité. Na heropening deelt Voorz. omtrent de aanbesteding van het werk aan de school te Koihorn mede, dat het is gegund aan den laagsten inschrijver, den heer H. J. Moerbeek. Omtrent het torenuurwerk deelt Voorz. mede, dat is besloten, de levering ervan op te dragen aan don heer Van Bergen, voor f 850; de oude wijzerborden blijven bestaan, f 550 wordt betaald bjj de aflevering, f 300 't volgend jaar. Daar zal de heer Van Bergen geen bezwaar tegen maken.— Volgt nogmaals rondvraag. De beer Klujj ver stelt voor, dat de raad een schrijven zal richten aan het Kerkbestuur, betreffende het onderhoud van den toren, en dienende als eene toelichting op het vorige schrijven, met vermelding, dat, als de kerk hot onderhoud op zich neemt, de gemeente afstand zal doen van eigendom van den toren. Alle heeren vereenigen zich met dit voor stel. 'Voorz. belooft, dat in den door den heer Klujjver aangegeven geest een schrijven aan het Kerkbestuur zal worden gericht. Hierna sluiting Te Otitleslnis is door een dames-comité f 41.231/2 voor de Ned. Zuid-Afr. Vereen, bijeengebracht. De Weleeiw. h e e r D s. IIJ. Jleuter te Callantsoog heeft een beroep ontvangen naar Weert (Limburg). Het door de gemeente Winkel te dragen aandeel in de lichting der Nationale Militie voor het jaar 1900 is bepaald op zeven personen. I Jir-li^iior-n. De broeder van den watermolenaar ring en ergernis, en vast besloten sijn eigen- sinnigen vriend te helpen, deed hij weer een stap voorwaarts om vorder te band-Jen. „Blijf daar!" kreet Jast. „Wanneer bet dan moet, weet dan, dat ik een vronw ben Teil tuimelde eeniga schreden terug en g'.arailde verward: „Wat, je bent een vroawF! Jast!— Om 'e hemels wil, wie ben je dan F4 A's verdoofd itairde hy naar den half on!- kleeden Jast. „Spreek tooh 1" riep hg vervolgens weer, „Wis ben je dsnF" Wal beduidt dat F Ik wil, ik moet het weten Ean g'daohte snel als de bliksem echoot hem door het hoofd. Hoe F Zou bet mo gelgk sijn P Maar ja er was niet lan ger aan te twijfelen De schellen vielen Tall van de oog?n; hos kon hg jvranlung tóó blind zgn geweest bg dioht aan Jasi'e opofferende liefde en al bet go-de, dat hij had gedaan En nog geen hall aar ge leden hid diezelfde Jast mat liefde zich wil'en opofferen, om bem het leren uur te redden 1 „Gg r.yt Jast nie'«eiieTjll *»jV, wsat de opgewondenheid deed hem bijna stikken io zgn ooren aaiste en brais'e een wilde vlond. „Gj zgt eene vroawGroote God, wan neer het tnogelgk ware!' Half iwgfelend, half geloovend riep hg in de g«oo ste sp in ning ait „Ja bent - nsgne moeder* Na richne Jas», nog eVeds op den rand van hei bed entend), zich op ea ba- woog in bange verwachting, lerwgl hg den andor liefdevol in de oogea aag, bevesti gend bet hoofd. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1899 | | pagina 1