I
3f
43ste Jaargang Ito. 3475.
i
JioevGnbloed»
Donderdag 7 December 1899.
G e m
Ëfureati: fiaaxs, I# 4.
e e n t e S c h a go n.
Bekenilmakln ?en.
Aangifte van verhuizing en voor
de Bevolkingsregisters,
8ste VOLKSTELLING.
KENNISGEVING.
Binnenlandse!» Nieuws.
a
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag et
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, w or en
^DVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
V—ww—
Uitgever: P. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W l^k£ L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders van
Schagen brengen bij de ingezetenen dier
gemeente in herinnering
le. dat ingeval van verhuizing bin
nen de gemeente binnen acht
dagen nadat die heeft plaats gehad,
daarvan door het hoofd van het gezin,
voor ziju geheele gezin, dienst- en
werkboden daaronder begre
pen, aangifte moet worden gedaan ter
gemeente-secretarie, en dat afzonderlijk
levende personen die aangifte voor zich-
zelven moeten doen. Het niet vol
doen aan deze bepaling,vervat
in art. 5 der Politieverorde
ning voor deze gemeente, is
strafbaar met eeue geldboete
van ten hoogste één gulden.
2e. dat, wat betreft de aangifte voor
de bevolkingsregisters, art. 7 van het
Kon. Besluit van 27 Juli 1887 (Staats
blad no. 141) voorschrijft, dat door het
hoofd van het gezin, biunen een maand,
ter secretarie kennis moet worden gege
ven van ieder lid, dat in het
gezin wordt opgenomen of
daar uit gaat, inwonende
dienst— of werkboden daar
onder begrepen. Diezelfde kennis
geving moet door afzonderlijk levenden
worden gedaan, wanneer deze andere
personen in hunne woning opnemen.
Het verzuim van deze aan
giften is strafbaar met hech
tenis van ten hoogste veer
tien dagen, of boete van
ten hoogste honderdgulden.
3e. dat art. 8 van genoemd besluit
bepaalt, dat een ieder, daartoe door het
gemeentebestuur opgeroepen, verplicht is,
op strafte als evenvermeld, tot het doen
der opgaven die vereischt worden om ae
bevolkingsregisters in te vullen.
4e. dat zij, die om tr e n t het
vorenstaande sub 1 e n 2 b g
de aanstaande volkstelli u g
in verzuim mochten blij-
ken te zijn, zich daardoor
zullen blootstellen aan ver-
VOlginSchngen,W28gNovomber 1899
De Secretaris,
DENIJS.
nationale militie.
Inschrijving.
(Art 19 der
t Wethoudo-s der Gemeente Schagen;
Burgemeester en WeU de mannehjke
Brengen ter openbare rl881) zich ter
ugezctenen, geboren in J. t-e behooren
-
1 ÉlflTtTET ON.
38;d. n -g »w 1s
de jastitiereed. eenl^er™ te ba|p roepend:
hand voor oogen "en" d; Bntwoordde
■Dat °n°l5k terwöl b| nader trad en
de ander vroobjk. b|aften Teil siond.„Het
nn dicht voor den rerbta q h8rk(,nd bab,
ir6 Teil vroeger ssscssor, nu jnstitie-
Willian» Teil, vroege nog uw
raBd bnlle° '®n8;' Moabit, vraarbjj go een
laatste aanklacht mood eyn wei
Brmen drommel, d.e lt„,
en wee verwsohUe een #Bnkl.chfBrede
gegeven hebt f Het w^ nd
uwer geheel wa g> fB, gelnk
suocf weusoh ik u dejiDg WBBsenigs-
De stem van den verried ook meer
ains scherp geworden BpUment, en
bijlende ironie dau wel ,e« dJ dr0ngen,
Teil was er nog altoos niet yöand
of deze man als vriend dan
in knmsn drnkken, er opdat genuein
S eens uit *eten, wie ik ben, bter
miiü-kÖeIiiB linker band in den borsUak
iederen werkdag van des voormiddags 9 ure tot des
namiddags 4 ure.
Verder wordt de aandacht gevestigd op onderstaande
artikelen der wet van den 19den Augustus 1801
(Staatsblad no. 72), welke betrekking hebben op de
inschrijving voor de Militie
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven
alle mannelijke ingezetenen, die op deu lsten Januari
van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
lo. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd inge
zeten is volgens de wet van den 28 Juli 1850
(Staatsblad no 44):
2o. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, ge
durende de laatste, aan het in de eerste zinsnede
van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien
maanden in Nederland verblijt hield
8o. hij van wiens ouders de langstlevende inge
zeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij
binnen het Kijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling,
behoorendc tot eenen Staat, waar de Nederlander
niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen,
of waar ten aanzien der dienstplichtigheid liet beginsel
van wederkverigbeid is aangenomen.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
lo. van een ongehuwde in de Gemeente waar de
vader, of, is deze overleden, de moeder, ofzijn beiden
overleden, de voogd woont
2o, van een gehuwde en van een weduwnaar in de
Gemeente, waar hg woont
3o. van hem, die geen vader, moeder of voogd
heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd
buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente waar
hij woont
4o. van den buiten 's lands wonenden zcon van
een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst iu
een vreemd laud woont, in de Gemeente, waar zijn
vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft.
Art 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is
2o. de in een Y.eeind Kijk verblijt houdendeouler-
looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd
ingezeten
3o de zoon van den Nederlander, die ter zake
van 's lands dienst in 's Kijks overzeesche bezittin
gen of koloniën woont.
Art. 18, late en 2de lid Elk, die volgens art.'
15 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich
daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven
tusschen den lsten en den 3lsten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is
zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of,
zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die
aangifte verplicht
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn
19e jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste,
ingezeten wordt, is verplicht zich, zoodra dit plaats
heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester
en Wethouders der Gemeente, waar de inschrijving, vol
gens art 16, moet geschieden.
Daarbij gelden de bepaliugen der 2de zinsnede van
art. 18.
2ijne inschrijving geschiedt in het register van het
jaar, waartoe hij volgens zijnen leefiijd behoort.
Afgekondigd en aangeplakt voor de eerste maal te
Schagen, den 2t?n December 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S BEKMAN.
De Secietaris
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen brengt, ter voorkoming
van bekeuringen, ter kennis der ingezetenen, dat de
schoorsteenen, ingevolge het bepaalde bij de Politie
verordening dier gemeente, ten minste twee
malen 'sj aars, en wel in December en
Maar t, moeten worden geveegd en schoongemaakt.
Schagen, 2 December 1899.
De Burgemeester voornoemd,
S. BEKMAN.
Burgemeester en Wethouders vau Schagen herin
neren de ingezetenen aan het bepaalde bij alinea
4 van art. 122 der algemeene Politie-verordening
voor die gemeente, luidende als volgt
„Onder privaten, geplaatst boven vaarten, slooten
of wateringen, moet bij eene uitgestrektheid van min
stens 1 M2. een wateidiepte van minstens 0.5 M.
aanwezig zijn
Eeu onderzoek, of deze bepaling behoorlijk wordt
nagekomen, zal worden ingesteld in de eerste dagen
van de maand Maart des volgenden jaars.
Nalatigheid is strafbaar met eene geldboete van
ten hoogste f 25 of hechtenis van ten hoogste zes
dagen.
Schagen, 5 December 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders vau Schagen
Gezien art. 97 der algemeene Politie~verordeuing
voor die gemeente;
Bevelen den eigenaars, vruchtgebruikers of beheerders
van binneu of aan de grens van de kom der
gemeente gelegen slooten of wateren, die te doen
uitbaggeren of te doen slooten op eene diepte van 0 80 M.
en een bodembreedte van 0 90 M, en zulks
voor deu len Maart 1900
Belanghebbenden worden herinnerd, dat nalatigheid
ten deze strafbaar is met eene geldboete van
ten hoogste f 25.of hechtenis van ten
hoogste zes dagen. Onverminderd de bevoegdheid
vin Burgemeester en Wethouders tot het doen
uitbaggeren of slooten ten koste van eigenaar,
vruchigebruiker of beheerder.
Schagen, 5 December 1899.
Burgemeester en Weihouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
(Wet van 22 April 1879, Staatsblad no, 63
(Koninklijk besluit van 2 Mei 1899, Staatsblad no. 113.)
Burgemeester en Wethouders van Schagen
gelet op art 265 der Gemeentewet,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het
door Heeren Gedeputeerde Staten op den 22sten Nov.
1899 goedgekeurde suppletoir kohier van den lioof-
delijken omslag dezer gemeente en dat voor de belas
ting op de honden, dienst 1899, gedurende vijf
maanden ier Secretarie der gemeente voor een ieder
ter lezing is nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen binnen 3
maanden na den dag der uitreiking van het aanslag
biljet, bij den Raad, op ongezegeld papier, worden
ingebracht.
Schagen, den 5 December 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
dat hij bad gegrepen, hoog op, om ze blik
semsnel op Tell's hoofd neer fe laten.
Doch vóór dat da vuist rijn doel had bereikt,
voelds de aanvaller gija arm van
achter omvat en de doodelijke slag was zoo
doende verhinderd.
„Ho bandiet, ditmaal beb je je misrekend I*
Het was Jast, die dit woedend aifri-p;
uij bad vannit de andere kamer het onder
hond afgeluisterd en was, bezorgd voor het
leven van zijn vriend, op het rechte oogen-
blik toegesneld.
Ean korte worsteling tnssoben Jast en
den vreemdeling volgde, ier wij! Toll vsn
schrik een oogenbiik versuft toekeek.
„Hg worgt me,"8feande Jast en rukte zich los;
„red je,William,snel naar baitenl'Ea zich weer
tot dan indringer keerend,gilde Jast i.Gebauer,
Gabener, help, help I Men vermoordt je
meester/"
Reeds werd de deur opengeworpen en de
invalide, die mat een lamp in de hand ver
scheen, hobbelde zoo snel mogelijk binnen.
„Barmhartige God, wat is hier te doen F*
„Czrvalbo!" riep Teil, die dadelijk naden
vreemdeling herkende. Hjj had de verlam
ming, door den schrik veroorzaakt, van zich
afgeschud en zijn wandelstok grijpsnd, kwam
deze een oogecblik later op hel hoofd van
den ellendeling neer.
Deze pareerde den slag sooveel mogelijk
met zijn linkerarm, anders was hem b:-
paald den sohedel verbrijzeld.
„Jon krjjg ik wel een ander maalriep
bij hoonend uit en stormde door de bamzr
nasr bnilen.
„Wacht maar, canaille!' bromde de inva
lide woedend, .al kan je barder loopen dan
ik op mijn kreupele pooien, mjn kogels
gian vlugger."
Burgemeester en Wethoud.era-.yan Schagen brengen
ter algemeene kennis, dat dit jaar zal gehouden
worden de 8ste algemeene tienjaarlijksche volkstelling.
Deze hetfft ten doel de aanwijzing van allen, die te
middernacht tusschen 31 December 1899 en 1 Januari
1900 hunne werkelijke woonplaats binnen Nederland
hebben.
Deze allen worden aangewezen, onverschillig of zij
op genoemd tijdstip in hunne woning al dan niet
aanwezig zijn.
Ook worden aangewezen zij, die, zonder werkelijke
woonplaats binnen Nederland te hebben, op genoemd
tijdstip aldaar aanwezig zijn.
Omtrent deze alleu moeten de opgaven verstrekt
worden, die gevraagd worden op kaarten, die tusschen
26 Dcc. 1899 en 1 Januari 1900 zullen worden rond-
bezorgd en dadelijk na Nieuwjaar zullen worden
teruggehaald
Door of voor ieder moet aan. zijne woning worden
ingevuld: eene blauwe kaart (voor een man of jon
gen),of eene witte kaart (voor een vrouw of meisje).
Bovendien moet door of voor ieder aan de woning waar
hij t ij d e 1 ij k aanwezig is, ingevuld worden eene
oranje kaart (voor lijdelijk aanwezigen man of
jongen) of eene rose kaart (voor eene tijdelijk
aanwezige vrouw of meisje).
Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder van
iedere instelling, gebouw, gesticht of schip, waar de
kaarten worden bezorgd, is verplicht voor de behoor
lijke invulling zorg te dragen.
Deze zo'ge er dus voor, dat aan den teller,wanneer
hij de kaarten bezorgt, worde opgegeven hoeveel
blauwe, witte, orauje en rose kaartei er in de woning
noodig zijn.
Overtreding van de voorschriften betreffende de
volkstelling wordt krachtens artikel 20 der wet van
15 April 1886 (Staatsblad no. 64) gestraft met
hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete
Hy sne'de naar sijn kamertje, rokte daar he-
geweer van d-n wand en zette op rijn krea-
psle been n den vlnchteliog na.
„Je bent tooh niet gewond f" rroeg Teil,
terwijl hij boiorgd op Jast toetrad, die twij
gend op de vensterbank was gaan zitten en
sijn zakdoek tegen aijn linkerborst dmkte.
„Het schijnt, dat hij ma een gedachtenis
beeft gelaten," antwoordde Jast, „maar het
«al wel niet heel erg zijn. Ik ben er zeer
dankbaar voor, dit gjj er het leveo bebt
afgebrach'."
.Maar", riep Teil, de hand van zijn redder
vas'grijpend en dese van sijn borst willende
wegtrekken, „laten we er na toch bsds naar
kijken."
.Nsbd, neen," weerde Jaat haastig en mat
groo;e beslistheid af, „bet is niets, werkelijk
niet da moeite waard."
„Dat zullen we dan toch eens moeten nt-
zien, ol dat zoo is. Wat drommel, wit spar
tel je na tegen F"
Telt had mvl geweld den zakdoek verwjjderd
eo sag met schrik de bloedvlekken op het
witte linnen. Nu hield Tall den hevig tegen-
spsrtolenden Jast good vist en hij zeg bij nader
onderhoek, dat diens jas op de plaats, waar
het bart sit, doorboord was het bloed drong
er door naar buiten-
„Las met je kleeren commandeerde Toll
seer bezorgd. „Ik aal de wond onderzoeken.
Gebsner moet inspicn n en een dokter hilen.
Ik zal je zoolang verplegen, ik heb nut voor
niets drie jaren leng op do academie ge
studeerd."
Jast was opgestaan.
„Ik zal me zelf wel verbindsn," antwoordde
hg met gedwongen bedaardheid. „Uw dien-
s en heb is bepaald niet noodig. j ik bid
je dringend, blijf nu na toch met een dok-
vtn ten hoogste honderd gulden.
De nauwkeurige, door de volkstelling te verkrijgen
keunis der bevolking is eene zaak van algemeen
belang Tot het verkrijgen dier kennis is noodig, dat
alle vragen op elke kaait met dc meest mogelijke
nauwkeurigheid en volledigheid worden beantwoord.
Op verzoek d>r Regeering noodigen Burgemeester
en Wethouders allen met aandrang uit, door nauw
keurige en volledige invulling der kaarten tot het
welslagen der volkstelling mede te werken.
Schagen, 5 December 1899,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
- Vergadering van den Raad
der gemeente
Barsingerhor n,
op Maandag 4 Dec. 1899, 's namiddags 2 ure.
Afwezig de heeren Blaauboer en Raat.
Voorzitter,de heer D. Spaans, Burgemeester,
opent de vergadering en verzoekt den Secre
taris, den heer P. Bronder, de notulen van
da vorige verg. te willen lezen. Na voor
lezing worden deze onveranderd goedgekeurd.
Ingekomen stukken: Een schreven van
H. H. Ged. St., waarbij goedgekeurd terug de
kohieren van Omslag; dito, met vaststelling
der Rekening over 1898idem met goed
keuring van de gemeente-begrooting voor
1900.
Hierna dee'.t Voorzitter meda, dat, na
bespreking met den heer Van Bergen van
Heiligerlee, omtrent een torenuurwerk, is
overeengekomen, dat de heer Van Bergen
een schrjjven zou richten aan Burg. en
Wethouders. Dat schreven is ontvangen en
Voorz. vsrzoekt den Secretaris, het te willen
lezen. De inhoud isprijsopgaaf als volgt:
Een nieuw torenuurwerk, met nieuwe
wjjzerborden enz. enz., geleverd ter plaatse
en opgesteld, f 1000.— idem zonder wjjzer
borden f 850.
Voorzitter zegt hieromtrent, dat het niet
is meegevallen wat betreft de kosten en
't zoodoende moeilijk is, een voorstel in te
dienen. Hjj meent echter te moeten aan
raden een uurwerk zonder nieuwe wjjzer
borden, dus voor t 850.—. Wat de betaling
betreft, op de begrooting is er f 550.— voor
uitgetrokken, zoodat f 550.— contant zou
kunnen worden betaald en f 300.— volgend
jaar. r.
Het doet den heer Klujjver leed, dat de
kosten het begrootingscijfer zoo ver over
schrijden. Zou er geen andoro gelegenheid
zijn, om goodkooper klaar te komen? vraagt
spreker.
Voorz. antwoordt, dat B en W. natuurlijk
de zaak van alle kanten hebben besproken.
Hij heeft nog bij een tweede solide firma
geïnformeerd, maar de prijs kwam vrijwel
overeen.
Voorz. zegt, dat de Secretaris wol nader
kan inlichten, hoe het komt, dat de kosten
zooveel hooger zjjn dan de begrooting aan
wijst.
De heor Bronder zegt hierop, dat indertijd
van de firma Van Bergen een prijscourant
is ontvangen, volgens hetwelk het uurwerk
f 550 kostte; toen is gedacht, dat daarbjj be
doeld was het uurwerk met alles,leveren,op
stellen enz maar 't bleek, dat dat was het
raderwerk enz. zonder meer.
De heer Beers meent, dat men den raad
van den heer Van Bergen, om ook nieuwe
wijzerborden te nemen, niet in den wind
moet slaan. Spr. wil dan alles nieuw hebben.
Voorz zegt, dat, wat het loopen van het
uurwerk betreft, het met de oude eu nieuwe
borden 'tzelfde is. Maar de nieuwe borden,
van afmetingen zooils voorgesteld, zjjn ook
niet in evenredigheid met den toren.
O jk de heer Beers vindt de nieuwe borden
te groot, maar deze kunnen toch kleiner
ter van 't lg'. Dat raost je me bslovon. Het
is niets dao een schram en da?raan b-n ik
wel gewoon. Ia het verre Wes'en hebben
we dergelgke zaakjes steeds zelf afgedaan."
Hij »ag Teil nog eens zoo innig aan, ait
rijn oogen sprak een groote dankbaarheid
dat hy hem hot leven had mogen redden
dan keerde hy zich om, om naar sgn kamer
te gaan.
Doch Telt volgle bom en onderstaande
bem zooreel mogelgk.
Ti-o's bet tegenstreven van Jast bleef
Tril bij hem. Hy leidde hem de trap op.
opende de dear van zgn kamer, trad mot
hem binnon en sloeg de dskons van het bed
om. Dan dwong hg Jast, die nog steeds ang
stig tegenstreefde, zich op den kont van
bet bed neer te settan en begon hem te
ontklceden.
„Ik bezweer je, het is niet noodig, dat ge
me helpt. Ik kan dat alies b st alleen op
knappen."
Mvar laat je tooh helptn," riep Teil, bijna
boos.„ Ik beg'ijp je niet we zgn to:h
onder onsjwaarvoor ja zoo te geneeren1 Je bent
zoo angstvallig als een onde jongejiS<r,
Toen Teil hem het hemd over den schou
der wilde trekkin, hiold Jast met kramp
achtig gekraiste armen bet met bloed be
vlekte linnen vaat.
„Donders! dst is tooh al te gek!' bromde
Teil, „wanneer ja niet anders wilt, sohear
ik het ding eau fltrdea.'
Met een sterken rek had hjj het hemd
omboog gelrokken, ean krak nd geloid en
hg hield bet bovenste deel in sijn handen.
Jast bleef stijf zitten en hield de rest
van bet hemd vast als hing er voor hem
I alHs van af.
Tall was bai'en ziohtolf v;n verwonds-
gemaakt worden en zullen dan ook minder
kosten.
De heer Klujjver zou, juist omdat de kos
ten zoo ver boven de begrooting gaan, in
besloten vergadering willen overgaan om
nog eens over de zaak te praten.
Wordt "goedgevonden, om na afhandeling
van de agenda in comité te gaan-
Hierna wordt overgegaan tot benoeming van
leden van het Algemeen Armbestuur en het
Weezenarmenbestuur.
Voor het Algemeen Armbestuur worden
de aftredende leden, de heeren Jb. BoodIJz.
en Schoor], herkozen met algemeene, voor
het Weezenarmenbescuur de heerE. Kluijver,
aftredend, met algemeene stemmen op één na.
De heer Kluijver, door Voorzitter gevraagd
of hjj de benoeming aanneemt, verklaart van
met genoegen en dankt de heeren.
Voorz. verzoekt den Secr. mededeeling te
doen van de aanbesteding van de reparatiën
aan de school te Koihorn. Ingekomen zjjn
6 inschrijvingen, van de heeren: H. J. Moer
beek f 718, H. Joffer f 725, P. Eriks f 765,
A. Droog f 775, L. Wissekerke f 780 en
D.D. P. Westenberg f 989.
Wordt besloten, hierover in gehoime zit
ting te spreken.
Hierna volgt rondvraag, waarbjj de heer
Klujjver de aandacht van het Dag. Bestuur
wenscht te vestigen op den treurigen toestand
van den Turfdijk te Koihorn. Hjj zou den djjk
vóór den winter nog gaarne geschrobd willen
hebben.
Voorzitter belooft, dat het gedaan zal
worden. Ook zijn aandacht had 't getrokken.
Voorz. heeft alleen nog iets naar aanlei
ding van de notulen der vorige vergadering,
betreffende de opmerking van den heer
Smit over het pad naar de Deellanden.
B. en W. stellen voor, om de kaai geheel te
laten afwerken, zoodat ze dan geheel als
pad gebruikt kan worden. Dit is mogelijk,
daar men nu van den waterstand geen last
meer heeft.
Dit voorstel vindt algemeene instemming.
Hierna gaat de raad in comité.
Na heropening deelt Voorz. omtrent de
aanbesteding van het werk aan de school
te Koihorn mede, dat het is gegund aan den
laagsten inschrijver, den heer H. J. Moerbeek.
Omtrent het torenuurwerk deelt Voorz.
mede, dat is besloten, de levering ervan op
te dragen aan don heer Van Bergen, voor
f 850; de oude wijzerborden blijven bestaan,
f 550 wordt betaald bjj de aflevering, f 300
't volgend jaar. Daar zal de heer Van Bergen
geen bezwaar tegen maken.—
Volgt nogmaals rondvraag. De beer Klujj
ver stelt voor, dat de raad een schrijven zal
richten aan het Kerkbestuur, betreffende het
onderhoud van den toren, en dienende als
eene toelichting op het vorige schrijven, met
vermelding, dat, als de kerk hot onderhoud
op zich neemt, de gemeente afstand zal doen
van eigendom van den toren.
Alle heeren vereenigen zich met dit voor
stel. 'Voorz. belooft, dat in den door den heer
Klujjver aangegeven geest een schrijven aan
het Kerkbestuur zal worden gericht.
Hierna sluiting
Te Otitleslnis is door een
dames-comité f 41.231/2 voor de Ned.
Zuid-Afr. Vereen, bijeengebracht.
De Weleeiw. h e e r D s. IIJ.
Jleuter te Callantsoog heeft een
beroep ontvangen naar Weert (Limburg).
Het door de gemeente
Winkel te dragen aandeel in de
lichting der Nationale Militie voor het
jaar 1900 is bepaald op zeven personen.
I Jir-li^iior-n.
De broeder van den watermolenaar
ring en ergernis, en vast besloten sijn eigen-
sinnigen vriend te helpen, deed hij weer
een stap voorwaarts om vorder te band-Jen.
„Blijf daar!" kreet Jast. „Wanneer bet
dan moet, weet dan, dat ik een vronw ben
Teil tuimelde eeniga schreden terug en
g'.arailde verward: „Wat, je bent een
vroawF! Jast!— Om 'e hemels wil, wie
ben je dan F4
A's verdoofd itairde hy naar den half on!-
kleeden Jast.
„Spreek tooh 1" riep hg vervolgens weer,
„Wis ben je dsnF" Wal beduidt dat F Ik wil,
ik moet het weten
Ean g'daohte snel als de bliksem echoot
hem door het hoofd. Hoe F Zou bet mo
gelgk sijn P Maar ja er was niet lan
ger aan te twijfelen De schellen vielen
Tall van de oog?n; hos kon hg jvranlung
tóó blind zgn geweest bg dioht aan
Jasi'e opofferende liefde en al bet go-de, dat
hij had gedaan En nog geen hall aar ge
leden hid diezelfde Jast mat liefde zich
wil'en opofferen, om bem het leren uur
te redden 1
„Gg r.yt Jast nie'«eiieTjll *»jV, wsat
de opgewondenheid deed hem bijna stikken
io zgn ooren aaiste en brais'e een wilde
vlond.
„Gj zgt eene vroawGroote God, wan
neer het tnogelgk ware!' Half iwgfelend,
half geloovend riep hg in de g«oo ste sp in
ning ait „Ja bent - nsgne moeder*
Na richne Jas», nog eVeds op den rand
van hei bed entend), zich op ea ba-
woog in bange verwachting, lerwgl hg den
andor liefdevol in de oogea aag, bevesti
gend bet hoofd.
WORDT VERVOLGD.