Donderdag 13 Januari 1900.
44ste Jaargang No. 3487.
Zoogewonnen
500 geronnen.
Bureau: SCHAGKI, f^aau, O 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WINKEL.
Binaenlandsch Nieuws.
Anna Paulowna, 14 Jan.
Anna Paulowna, 15 Jan.
FEUILLETON.
Alitiiti Uitlij-,
Uitmuit- k lm
ai.
Dit blad verschijnt tweemaal por weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
(VDVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.6G,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADYERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Gisterenavond hield de hier gevestigde
afdeeling van „Het Witte Kruis" eene
huishoudelijke vergadering.
Wegens ongesteldheid van den voorz.,
werd de vergadering geleid door den
heer Jelles, vice-voorzitter. Na opening
der vergadering, lezing en goedkeuring
der notulen, werd de begrooting aange
boden voor dit jaar, sluitende in ontvangst
en uitgaaf met een bedrag van f 375.95.
Na enkele inlichtingen werd deze
algemeen goedgekeurd.
Vervolgens deelde het bestuur mede,
dat ingekomen was een schrijven van
de afdeeling Velsen, verzoekende een
bijdrage uit do affeeliogskas tot onder
steuning van „het Roode Kruis voor
hare werkzaamheden in Zuid-Afrika.
Conform met het voorstel van het
bestuur, werd hierop afwijzend beschikt.
Verder werd mededeeling gedaan, dat
tot magazijn-bewaarder was aangesteld
de heer S. Speetstevens, welke voor
werpen dit jaar ten behoeve van het
magazijn worden aangekocht.
Bij de rondvraag vroeg de heer Brands
naar den toestand van den put, indertijd
van wege de afdeeling geslagen tot
bekoming van zuiver drinkwater.
Het antwoord daarop luidde hoogst
ongunstigook besprak de heer B.
de wenschelijkheid van het aanwezig zijn
van filters bij de scholen.
De secr. deelde mede, dat dit onder
werp vroeger reeds was besproken,
maar dat de opmerking was gemaakt
door den voorz., dat zulks lag op den
weg van het gemeentebestuur, waarop
voorsteller repliceerde, dat, wanneer dit
bestuur zulks niet deed, het afdeelings-
bestuur dit punt nog eens onder de
aandacht van het gemeentebestuur zou
brengen, wat gaarne aangenomen werd.
Tenslotte informeerde de heer B.
nog naar het gebruik van het materiëel
in het magazijn, waarover het bestuur
inlichtingen gaf.
Niemand meer het woord verlangende,
sloot de vice-voorzitter onder dankzegging
de vergadering.
De Zangvereeniging „Crescendo" gaf
gisterenavond een uitvoering in Veerburg,
onder leiding van den heer A. de Boer.
Opgevoerd werd „De Woudkoningin",
operette in twee bedrijven van Mart.
Schuil. Een zeer talrijk publiek (alle
plaatsen waren uitverkocht) woonde de
uitvoering bij, die welgeslaagd mag
heeten.
Het is een lieve operette, die echter
veel studie vereischttrouwens, de leden
hadden zich onder leiding van hun
ijverigen directeur een half jaar voor
bereid. Er werd over 't algemeen zeer
goed en zuiver gezongen en ook 't spel
was bij sommigen uitstekendenkele
tafereelan waren ietwat gedwongen,
maar wij moeten erkennen, dat de
ruimte op 't tooneel voor zoo'n groot
gezelschap veel te wenscheu overlaat.
Resumeerende, zij gezegd, dat de veree-
niging zeer tevreden mag zijn over den
uitslag. Nog dient vermeld, dat de
verlichting met bengaalsch vuur van het
geheele gezelschap, als „tableau vivant"
vertoond, na de uitvoering een aardig
effect maakte en veel bijval lokte voorts,
dat de eostumes keurig mooi waren en
dat de pauzen, op verdienstelijke wijze
werden aangevuld door eenige muzikan
ten der Kon. Ned. Marine.
Onze correspondent meldt
Zondagavond gat de heer
H. ter Hall in het lokaal van den kaste
lein A. Bruin te Schagerbrug
eene voorstelling met de bioscope. De
zaal was zeer goed bezet, zoodat het de
zen keer voor den hr. Bruin stellig geen
schadepost je zal geweest zijn. De levende
photographieën werden over 't geheel
genomen zeer duidelijk op doek gebracht.
Eenige photographieën waren bepaald
mooi te noemen.
Vooral „Ongewenscht bad", „Intocht
der Koningin", „Smakelijk eten", „Uit
rukken der brandweer", enz., maakten
op het publiek een aangenamen en ver
rassenden iudruk. Luid applaus bewees,
dat het publiek dezen avond genoot. Ook
aan uitroepen van verrassing en bewon
dering ontbrak het niet.
Jammer is het, dat wij even moeten
wijzen op het minder gepaste optreden
van een politiedienaar tegen een der
aanwezigen, die tijdens de pauze onna
denkend (rooken was verboden] zijn sigaar
naar den mond bracht.
Wij hopen, dat de kastelein een vol
genden keer een ander zal vragen, een
beetje toe te zien, zoodat het publiek
van zoo iets verschoond zal blijven.
Op Zondag j. 1. is in de
Ned. Herv. Kerk te Barsingerliorn
van den kansel afkondiging geschied
van een aan het begin dezes jaars door
het Kerkbestuur ontvangen officiéél
geschrift van den Weled.Gestr. Heer
H. Boonacker, wonende te Schagen.
Dit geschrift is van den volgenden
inhoud
De ondergeteekende, Mr. Henric
Boonacker te Schagen, als blijkens on-
derhandsche akte van de maand Februari
dezes jaars, bereids geregistreerd en
overgeschreven, getreden in de oude
Vrijheerlijke rechten van den Hoogge
boren Heer Adhemar, graaf d'Oultremont
de Duras senateur, wonende op het kasteel
de la Berlière, gemeente Houtaint, pro
vincie Henegouwen, in België, als Vrij
heer van Schagen, Schagercogge en
Burghorn, en van den cedent, opgekomen
als eeuig zoon en erfgenaam van zijn
vader, wijlen den Hooggeboren Heer
Octave Charles Louis Guillaume, graaf
d'Oultremont de Duras, op 18 September
des vorigen jaars op zijn kasteel de
Duras in Belgisch Limburg overleden,
verklaart
hierbij ten behoeve van de Hervormde
Kerken en Gemeenten te Barsingerhorn,
Haringhuizen en Kolhorn voor zich en
voor zijne opvolgers in den eigendom
en alzoo ten eeuwigen dage afstand te
doen van het jus patronatus, hem bij
en over gezegde kerken en gemeenten
toekomende,
en mitsdien voor het vervolg aan die
korken te laten de vrijs en onbelemmer
de beroeping van de zelf gewenschte
predikanten.
Geteekend 18 Maart 1800 negen en
negentig. Henric Boonacker.
Bedankt voor Bergeik
en Riethoven door den heer Ds. H.
de Boer, te Wieringerwaard.
V e e-u i t v o e r.
Met 15 dezer zijn de grenskantoren
HAMONT (Station en dorp) voor den in
voer van Nederlandsch rundvee met recht-
streeksche bestemming naar de slachthui
zen te Antwerpen, Brussel, Cureghem-
Auderlecht, Geut en Luik, alsmede voor
dien van paarden, schapen en geiten,
uitsluitend des Woensdags van 8 tot 9
uur v.m., geopend.
Van 15 dezer af is de invoer van
melkvee weder langs Maeseyck (station)
geoorloofd.
DeHogerhuis-zaak.
De Hooge Raad heeft Maandag in
de revisie-zaak der gebroeders Hogerhuis
een nader onderzoek bevolen, alvorens
uitspraak te doen en heelt daarmede
belast den raadsheer ibr. mr. Laman
Trip.
Blijkens het arrest van den Hoogen
Raad zal het onderzoek loopen over de
herkomst van het lantaarntje en de
verklaringen van Dijkstra c.s.
Een droevig ongeluk had
Maandag even na vier uur teARNHEM
plaats. Op de Lauwersgracht, eeu bin
nenwater aan een der singels, zakten een
vijf iental schooljongens door het broze
ijs. Door spoedig toegeschoten hulp
werden velen spoedig gered, doch enkelen
waren onder bet ijs weggeschoten en
werden eerst geruimen tijd later op het
droge gehaald. Drie jongens waren
reeds dood en pogingen, in het Gemeente
ziekenhuis aangewend om de levens
geesten weder op te wekken, waren
nutteloos. Men weet niet zeker, of zich
nog meerdere lijken onder het ijs
bevinden.
De Limburger Koerier
bevat de volgende Advertentie
Dankbetuiging.
Aan familie en vrienden welke ons,
bij gelegenheid van de 25-jarige ambts
betrekking als Burgemeester, Veldwach
ter en Kaotonnier gefeliciteerd hebben,
onzen hartelijksten dank.
Simpelveld, 12 Jan. '99.
De Burgemeester,
J. L. VAN WERSCII.
Hoe de Koningin de
volkstellingskaart invulde.
De Haagsche correspondent van de
N. Gr. Ct. schrijft met betrekking tot
enkele ervaringen, bij de volkstelling
opgedaan
Ik heb daaromtrent aardige bijzonder
heden vernomen, grappen van zeer
komisch-tragischen aard, o. a. in verband
met de beantwoording van de laatste
vragen (waar de betrokken persoon den
nacht van 31 Dec. doorbracht), waarmee
deze en gene wel een beetje in 't nauw
heeft gezeten. Maar het aardigste, wat
mij is verteld zonder dat ik echter
voor de waarheid durf instaan is,
dat II. M. de Koningin zelf de telkaarten
voor zich en de Koningin-Moeder
ingevuld en die van het geheele perso
neel, dat ten paleize was in den nacht
van 31 Dec., onderteekend heeft. De
Koningin vulde de kaarten zoo in,
dat zij, met haar Moeder in één gezin
levende, niet als hoofd van dat gezin
optrad, maar als „dochter".
8.
„Een vraag, mijnheer Raimar," zeide
Edith. „Hebt ge u werkelijk verzet tegen 1
het kunstenaar-worden van uw broer
„Neen."
„Hij liet het zoo voorkomen,dat hij zich zijn
loopbaan eerst heeft moeten veroveren en
dat hij zijn studie geheel uit eigen middelen
moest bekostigen of laat ik liever zeggen
moest verdienen het geld, dat hij voor zijn
studie noodig had. Hij schijnt zeer behaag
lijk in Berlijn te leven en heeft tot dusver
eenige schilderijtjes tentoongesteld. Vanwaar
heeft hij de middelen om te leven
van u wellicht
Ernst keek haar met een donkeren blik
aan, maar hij zweeg.
„Nu herhaalde zij ongeduldig.
ii Ik laat mij dat antwoord achterwege
houden."
„Gij wilt uw broeder niet in mijn oogen
vernederen Maar hij deinst er niet voor
terug het u te doen."
„Om zich bij u zoodoende interessant te
maken, op mijne kosten Het is niet zeer
broederlijk, maar dat is immers toch geen
doodzonde."
„Neen maar zeer laf!" zeide Edith
verachtelijk.
Raimar had dezelfde meening en al had
hij reeds bij de eerste ontmoeting begrepen,
dat deze jonge dame nooit de vrouw van
zijn broer zou worden, hij vond het toch
hoogst onaangenaam, dat zij zijn broer even
eens doorzag als hij, en daarom trachtte hij
het goed te praten.
f „Gij moogt niet zoo streng oordeelen,"
antwoordde hij. „Max is nog jong, een
lichtzinnig jongmensch zonder veel nadenken
of overleg. Het was niet zoo erg gemeend."
„De verloochening van een broer,aan wien
men alles heeft te danken Ge offerdet uw
gansche toekomst aan hem en uwe familie
op, en hij
„Hoe weet ge dat alles, mejuffrouw
viel Ernst haar in de rede, haar zeer ver
wonderd aankijkend. Edith draalde een
oogenblik, maar de onvoorzichtige woorden
waren nu eenmaal gesproken en konden
niet worden teruggenomen.
„Ik begrijp het," zeide hij met opwel
lende bitterheid. „Uw vader heeft u dat
alles gezegd. Ik had dat moeten bedenken."
„Mijn vader spreekt met de grootst
mogelijke achting over u", viel Edith in.
„Hij zeide mij
„Dat ik medelijden verdien niet waar
Mijnheer Marlow was inderdaad zeer goedig
en zorgzaam, maar ik heb eenmaal zulk een
ongelukkige natuur, dat ik niet dankbaar
kan zijn voor zulk een grootmoedigheid en
medelijden. Gij begrijpt wellicht niet, dat
er menschen zijn, die van vreemden eerder
een beleediging kunnen verdragen dan
medelijden. Ik ben toen gevlucht voor dat
medelijden, waarmede men zoo vrijgevig
is ik kan het ook nu nog niet verdra
gen."
Die woorden verrieden duidelijk, hoe de
jonge man geleden had bij die ontmoeting,
al was hij schijnbaar bedaard en kalm ge
bleven. Er lag een wilde, met moeite te
beheerschen toorn in zijn blik, een vertwij
feld verzet tegen dat vernederend
medelijden, dat een trotsche, hartstochtelijke
natuur als een onteering moest gevoelen.
Edith begreep zoo iets maar al te goed:
zij zou hst ook zoo hebben gevoeld.
Zij zwegen beiden. De anderen moesten
ver vooruit zijn, want men hoorde niet
eens hun stemmen. Het was stil, heel stil
in het groote park, dat zich in een licht
Meigroen ontplooide. Ook hier dat heer
lijke lenteleven, in het geboomte rondom
fluisterde en gonsde het en door de lucht
ging een zacht geuren, dat beiden streelend
beroerde, als wilde het die' twee vermanen,
de schaduwen en de pijnen van het leven
toch niet binnen te dragen in deze zonnige
lentepracht.
De veerdienst tusschen
ENK HUIZEN en STAVOREN is op
nieuw gestaakt.
Het openbaar ministerie
bij den Hoogen Raad heeft geconcludeerd
tot verwerpiDg van het beroep van mr.
Troelstra tegen zijn veroordeeling tot 1
maand gevangenisstraf, wegens smaad
tegen den officier van justitie te Leeu
warden.
Twee ton gouds voor
't Nut!
Wijlen de heer G. J. Hulscher Jr.,
firmant «Ier firma Gebr. Hulscher, „Port
van Cleve," te AMSTERDAM, heeft
aan de departementen Amsterdam en
Deventer van de „Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen" elk een legaat ver
maakt van f 100.000, belast met
vruchtgebruik.
Zeegers gearresteerd.
Wij hebben reeds medegedeeld, dat
J. Zeegers, die tot levenslange gevange
nisstraf is veroordeeld wegens vergiftiging
van zijn vrouw, op 19 December 11.
's avonds uit de gevangenis te Arnhem
is ontvlucht.Hij is dezer dagen onder PUT
TEN gevat. De „N Arnh. Ct." bevat daar
omtrent de volgende bijzonderheden
Donderdag kwamen eenige menschen
bij den burgemeester, mr. W. Roosmale
Nepveu, met de mededeeling, dat zij
sedert eenige dagen een rookkolom zagen
opstijgen uit het midden van een bosch,
op ODgeveer anderhalf uur afstand van
Putten gelegen.
De burgemeester vermoedde aanstonds,
dat de schuilplaats vau den voortvluch-
tigen moordenaar was ontdekt en Vrijdag
in den vroegen morgen ging hij met
11 man, rijksveldwachters en anderen, er
op uit, om Zeegers zoo mogelijk te
arresteeren.
Het boscb,waar hij vermoedelijk verbor
gen was,weid omsingeld en langzamerhand
verder loopende, werd de kring nauwer,
zoodat ontkomen bijna onmogelijk scheen.
Eindelijk, toen Zeegers bemerkte,
dat hij niet laDger verborgen kon blijven,
zette hij het op een loopen. Een der
rijksveldwachters vuurde zijn karabijn
af, zonder Z. te raken, maar toch viel
deze, vermoedelijk door den schrik, op
den grond.
Toen werd hij natuurlijk gearresteerd
en gevankelijk eerst naar Putten over
gebracht.
De justitie te Arnhem werd onmiddel
lijk met het gebeurde in kennis gesteld
en aan den trein van 1.20 uit de rich-
Dat mooie meisje, dat in den vollen zonne
glans van het leven stond, zeker, dat wist
nog niemendal van de pijn, welke het voor
hoofd van dien man zoo donker en weemoe
dig deed zijnmaar zij wist nu toch, wat
hem leed deed, wat hem drukte. De zoon
van een bedriegerDat had hem dus uit
de wereld verdreven;als een doodelijkgewond
hert was hij in de duisternis gevlucht en
verborg zich daar schuw voor het oog van
vreemden.
Ja, hij had gelijk, er waren motieven, er
waren oogenblikken in het leven, die een
mensch weerloos maakten, onmachtig om
tegen het noodlot op te treden en voor
zulk een hindernis was hij geplaatst.
Het zwijgen had minuten lang geduurd.
Edith sloeg de oogen op, maar de uit
drukking, die daarin lag, was het jonge
meisje tot dusverre vreemd gebleven, even
als het zachte, trillende geluid, dat haar
over de lippen kwam.
„Ik heb u pijn gedaan, mijnheer Raimar.
Tk weet dat nu, maar ik had er geen denk
beeld van, wat er in uw leven was gebeurd.
Mijn woorden hadden niet het doel, zulk
een wond open te rijten. Wij zijn bij die ont
moeting op het kerkhof zbo vijandig van el
kaar gegaan.Willen we dat vergeten? Beiden
vergeten Ik vraag ik smeek u
daarom
Zij bood hem de hand; daar vlamde het
weder in de oogen van den man, maai- dit
maal was het niet de toorn.Een warme, harts
tochtelijke straal van geluk brak door, en
als zonneschijn verspreidde zich dat over
zijn gelaat. Hij sloot de aangeboden hand
in de zijne als wilde hij ze nooit meer los
laten, en riep met stormachtige ontroering
„Ik dank je, Edith!"
Edithdat zeide een man, die haar voor
de tweede maal in haar leven zag, maar er
volgde geen teeken van verbazing of afkeu
ring. Zij was geheel onder den ban van de
bekoring van een nooit gekend gevoel, dat
haar half zoet, half beangstigend doortrilde
en dat ze nog niet eens ten volle begreep.
Daar lieten zich schreden vernemen; Rai
mar deed een stap achterwaarts, in het vol
gende oogenblik werd Marlow reeds
zichtbaar.
„Ik zocht je, Edith," zeide hij haastig.
„Zooeven is mijnheer Ronald aangekomen.
Ik zal hem voorloopig ontvangen, gij
volgt wel met Wilrna. Verontschuldig mij,
mijnheer Raimar, een vriend, dien wij van
daag verwachtten maar laat ik u niet
storen."
Hij ging met ongewone haast heen en die
twee waren weder alleenmaar ze waren
nu uit hun droom wakker geschrikt. Die
droom verdween geheel voor den hellen straal
der werkelijkheid, die zoo juist was door
gebroken. Ernst had met geen woord, geen
klank zijn verrassing verraden, maar hij
was bleek geworden, en het scheen, alsof
een ijzige wind zijn trekken had versteend,
zoo strak en koud waren ze geworden toen
hij weer het woord nam
„Gij verwachttet mijnheer Ronald hier,
in Gernsbach
„Ja, hij wilde ons hier komen opzoeken.
Hij heeft mijn nicht in ons huis leeren
kennen en beloofde toen reeds dit bezoek,
als hij eens te Steinfeld kwam."
Edith wist zelve niet, waarom ze haar
best deed, dat bezoek als heel toevallig
voor te stellen. Zij verklaarde alles zeer
uitvoerig en trachtte de ware redenen zoo
goed mogelijk te verbergen, maar ze zag,
dat Ernst zich daardoor niet liet beetnemen,
ofschoon hij toestemmend met het hoofd
knikte.
„Dan zullen we u niet langer storen.
Wij zullen spoedig opbreken. Gij staat me
immers wel toe, mejuffrouw, dat ik me
verwijder; ik zal dan ons rijtuig weer laten
inspannen."
„Gij stoort in het geheel niet," zeide
Edith, geprikkeld door de verandering in
zijn wezen en optreden.
„Het bezoek van mijnheer Ronald
geldt uantwoordde hij met snijdenden
nadruk. „Mevrouw von Maiendorf zeide
mij reeds vroeger, dat hare kennismaking
met dien mijnheer een zeer vluchtige was
geweest eu uw vader komt immers ook zoo
juist van Steinfeld ik behoef werkelijk
geene verklaring."
„Ik wist ook niet, dat ik verplicht was,
u die te geven," zeide de jonge dame, zich
trotsch oprichtend. „U toch zeker in de
allérlaatste plaats, mijnheer Raimar, want
we zijn elkaar immers geheel vreemd."
Dat klonk als een scherpe afwijzing en
herinnerde hem er nadrukkelijk aan, dat hij
zich vergeten had met zijn woorden.
Maar Ernst Raimar was nu niet in een
stemming, zulk een terechtwijzing aan te
nemennu richtte ook hij zich op en gaf
haar blik en toon evenzoo terug.
„Zeker, hooggeëerde juffrouw, en als een
vreemde heb ik mij op het kerkhof ook
laten meeslepen tot het doen van een verkla
ring, die nooit zou zijn uitgesproken, als ik
l had kunnen veronderstellen,dat gij in zulk een
nauwe betrekking tot mijnheer Ronald stond.
Ik heb mij openlijk als zijn vijand bekend ge
maakt en kan en wil dat ook niet terug
nemen, maai ik begrijp volkomen, dat ik
daarmede het recht verbeurd heb, u weder
te naderen. Wij zijn door het noodlot nu
eenmaal bestemd, om vijandig tegenover
elkaar te staan, dus laten wij dat zoo
Hij boog beleefd en ging.Edith stond als een
steenen beeld en keek hem na.
Raimar begreep maar al te goed de betee-
kenis van dat bezoek, dat Edith gedurende
het laatste half uur vergeten had. Ja,
zij had het inderdaad vergeten, dat de man,
dien ze door bemiddeling van haar vader,
haar hand reeds had toegezegd, op weg
naar Gernsbach was. Hij was er nu, om ook
van haar het jawoord te vragen, en zij dacht
er ook niet aan, het hém te weigeren,
maar waarom moest hij nu juist in dit
uur komen
Felix Ronald was intusschen door zijn
aanstaanden schoonvader ontvangen gewor
den en naar het salon geleid, waar zij op
de dames bleven wachten. Marlow had hem
reeds medegedeeld, dat er bezoek uit Heils
berg was, dat men moest ontvangen; dat
kon in Gernsbach nu eenmaal niet anders.
WORDT VERVOLGD.