HiCITX-,
Aiuneiiis- LaitïOTtlai
Zondag 28 Januari 1800.
44ste Jaargang No. 3480.
AM Daens en ie ter Staalman.'
PitlBl OKnictt ier weel.
UilgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W l .VKE L.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EKftSTE HLVD.
Gemeente S c h a g e n.
Kennisgeving.
Buitenlandsch Nieuws.
Kennisgeving,
Uil en voor de Pers.
Binnenlandsch Nieuws.
Te Sint Pancras worden
door de bouwers de broeibakken alweder
buiten gebracht, om weldra het zaad
te ontvangen voor de vroege koolplanten.
De tetelt van vroege kool heeft op deze
plaats eene groote vlucht genomen en
neemt nog jaarlijks toe.
Generaal Van der Heyden.
Dit blad verschijnt i weemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
\DVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
jNGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: liaan, 11 4.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60.
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
A.DVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 et
Groote letter» worden naar plaatsruimte berekend
Bekendüiakimen.
HARKTPOLITIE.
Burgemeester en Wethouders van
Schagen, herinneren bij deze belangheb
benden, ter voorkoming van bekeuring,
aan de volgende bepalingen in de alge-
meene politie-verordening voor die ge
meente
Art. 20.
„Onverminderd de verplichting tot op
volging van alle bevelen, door Burge
meester on Wethouders tot handhaving
„der marktpolitie gegeven, behooren de
„manden en tobben, waarin boter ter
„markt wordt gebracht, of de deksels,
„waarmede die manden of tobben zijn
„gedekt, voorzien te zijn van den naam
„van den aanvoerder."
Overtreding van het vorenstaande is
strafbaar met eene boete van ten hoogste
f 25 of hechtenis van ten hoogste zes
dagen.
Schagen, 19 Januari 1900.
B. en W. voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
der gemeente Schagen, brengt bij deze
ter kennis van de ingezetenen dier ge
meente, dat het kohier No. 5 der perso-
neele belasting over 1899 op den 23sten
dezer door den beer Directeur der Di
recte belastingen te Amsterdam is execu
toir verklaard en op heden aan den heer
Ontvanger der directe belastingen binnen
deze gemeente ter invordering is overge
geven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang
heeft, wordt alzoo vermaand op de vol
doening van zijnen aanslag behoorlijk
acht te geven, teneinde alle gerechtelijke
vervolgingen, welke uit nalatigheid zou
den voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 26 Januari 1900.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
S. BERMAN.
kleed te dragen, tot welk verbod de
bisschop krachtens het canoniek recht
bevoegd is, had de abbé daaraan behooren
te gehoorzamen waar hij dat niet deed,
staat hij thans als een ongehoorzaam
priester der Roomsch-Katholieke Kerk.
En waar hij nochtans zegt, aan die kerk
verknocht te zijn en voor den wil van
den Paus te zullen buigen, daar is zijne
houding een zeer dubbelzinnige, die
den heer Staalman leidde tot de conclusie,
dat hij als volksleider niet het minste
vertrouwen verdient. Zoowel de arbeid
als de tactiek van abbé Daens zijn door
de R.-K. kerk veroordeeld. Wil hij dus
optreden voor het verdrukte volk, dan
zal hij zijne gehoorzaamheid aan den
Paus moeten opzeggen, meende de heer
Staalman.
In zijn repliek ontkende de abbé ten
sterkste, dat de Paus den Katholiek
samenwerking met de sociaal-democraten
zou hebben verboden, terwijl hij den
heer Staalman tartte, hem te bewijzen,
waar ergens in het canoniek recht i
sprake is van de macht vau den bisschop
om den priester te degradeeren op de
gronden, die tegen hem zouden kunnen
worden aangevoerd.
De heer Staalman zeide daarop niet
voorbereid te zijn, doch nader te zullen
aangeven, waar deze bevoegdheid om
schreven staat.
Toen abbé Daens dit als een uitvlucht
stempelde eu den heer Staalman de les
las, dat hij niet beter beslagen ten ijs
kwam, niet gezorgd had bewijzen bij de
hand te hebben, stemde de vergadering
daarmede luidruchtig in.
In de Heldersche bladen van Don
derdag jl. voldoet de heer Staalman aan
zijn belofte, en waar hij geconstateerd
had, dat een bisschop het recht heeft
aan zijn ondorhoorige priesters het dragen
van het priesterkleed te ontzeggen bij
wijze van straf en bij wijze van maat
regel van bestuur ter voorkoming van
ergernis, en onder het laatste viel het geval
van den abbé, verwijst hij tot bewijs
zijner bewering naar Nouvelle revue
theol., t. 4. p. 376.
Verder zegt hij, een der eerste R.-K.
godgeleerden van ons land, wiens autori
teit niemand in twijfel zal trekken, te
hebben geraadpleegd.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
der gemeente Schagen, brengt bij deze
ter kennis van de ingezetenen dier ge
meente, dat het kohier van de belasting
op bedrijfs- en andere inkomsten over
het belastingjaar 1899/1900 op den 23sten
dezer door den hr.Directeur der DirecteBe-
lastingen te Amsterdam is executoir ver
klaard en op heden aan den heer Ont
vanger der directe belastingen binnen
deze gemeente ter invordering is over
gegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang
heeft, wordt alzoo vermaand op de vol
doening van zijnen aanslag behoorlijk
aeht te geven, teneinde alle gerechtelijke
vervolgingen, welke uit nalatigheid zou
den voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 26 Januari 1900.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
S. BERMAN.
o-o
Woensdagavond trad te Helder Abbé
Daens, de Belgische volksleider, op.
Vermelding verdient, zegt het Hdbl.,
dat het Heldersche Kamerlid, de heer
Staalman, met den abbé in debat kwam
en hem, zeer in den breede, zijn samen
werken met sociaal-democraten verweet,
zjjnde dit door Paus Leo XIII in een
zijner encyclieken ongeoorlootd verklaard.
Verder de positie besprekende, doi>r
abbé Daens ingenomen, merkte de heer
Staalman op, dat deze in hooge mate
ontrouw is geworden aan de' Ka
tholieke Kerk. V aar de bisschop van
Gent hem verbood verder het priester-
De vallende drop holt den steen. Dit
volksgezegde is niet alleen in vele maat
schappelijke toestanden van toepassing,
maar ook in de politiek is het een
gevleugeld woord.
Daar hebben we nu in twee jaren
tijds een zesde ministerie in Oostenrijk
en alleen om den onvermurwbaren
nationalen steen uit te hollen. De taal
strijd tusschen Duitschers en Noordslaven
heeft al sedert geruimen tijd den binnen-
landschen toestand in Oostenrijk be-
heerscht. Graaf Thun heeft gepoogd,
om door de Slaven de Duitschers te re-
geeren. Een volkomen fiasco is daarvan
het gevolg geweest. Daarna heeft men
gepoogd, de Duitschers met een zoet
lijntje te paaien, doch ook dit liep op
een politiek bankroet uit. Nu zal het
jongste ministerie alles in het werk
stellen, om door gemeen overleg de
Duitschers en Slaven tot elkander te
brengen. Of 't lukken zal
We meenen er onze lezers aan
dachtig op te moeten maken, dat in de
politiek niets onmogelijk is.
In 1896 wenschte Keizer Wilhelm de
Zuid-Afrikaacsche Boeren geluk met hun
succes tegenover den roover—inval van
Jameson en consorten. Engeland stond
toen natuurlijk op zijn achterste pooten
en Frankrijk was wel zoo goed, om
Engeland zijne welwillende diensten aan
te bieden, indien het in botsing met
Duitschland mocht komen. Eu nu
Trots de Duitsche natie, trots den Duit-
schen Rijksdag, ja zelfs trots de Duitsche
regeering volgt het Duitsche politieke
bootje de Jingo-kruisers van de heeren
Rhodes-Chamberlaiü. Wat voor 4 jaren
onmogelijk scheen, is thans voor den
Keizer eene dood-eenvoudige zaak. En
zoo zal het wellicht in Oostenrijk mogelijk
blijken, Slaven en Duitschers tot elkan-
der te brengen. De overtuiging bestaat
reeds bij de leiders, dat beider belangen
meebrengen, den twist te beslechten,
wil men ten slotte niet door de Hongaren
overvleugeld worden.
Het ministerie, waarvoor de moeilijke
taak van vredestichter is weggelegd, is
het 4de in een half jair tijds en het
zesde, dat sedert de uitvaardiging der
taalverordeningen, te Weenen het bewind
voerde. Aan verwisselingen van ministers,
liefhebbert men ook speciaal in Italië.
Het tegenwoordige ondernam den kruis
tocht tegen de „Maffia", een geheime
vereeniging, die in Zuid-Italië en op
Sicilië oppermachtig is. Doch wat is
thans gebleken Niet alleen behooren
verschillende Kamerleden tot de leden,
maar zelfs een paar der ministers ston
den met de hooiden van het genootschap
in verstandhouding.
Nu is het deksel van den doofpot ge
licht, om daar de uitkomsten van het
onderzoek in te stoppen. In Noord-Italië
is men met dit echt-Italiaansche slot
ditmaal niet tevreden, en het staat te be
zien, dat het ministerie tevens in den
doofpot zal worden gestopt.
't Spaansche ministerie zit ook al op
heete kolen. In Spanje is men nog altijd
niet tevreden met de jongste belasting
wetten. Eerst hebben de kooplieden van
Barcelona, door sluiting hunner zaken, j
tegen deze wetten geprotesteerd de
Brusselsche kooplieden, verzet aantee-
kenende tegen Alva's tienden penning,
en dat ruim drie en eeD kwart eeuw later
in Spanje. Een mooi bewijs voor den cir
kelgang der menschheid. De betooging te
Barcelona heeft in korten tijd in heel
het land navolging gevonden. Breed
en krachtig heeft het algemeen misnoe
gen zich geuit op de vergadering van
afgevaardigden van all® Spaansche Ka
mers van Koophandel te Valladolid. Op
den laatsten dag der bijeenkomst is een
stemmig een resolutie aangenomen, waar
bij de wenschelijkheid werd uitge
sproken van balastingweigoring in geheel
Spanje, zoolang de budgetten van oorlog
en marine niet besnoeid, de financiëele
en administratieve hervormingen in Ca-
talonië en elders niet toegezegd zijn.
Onrustig vraagt de regeering zich af,
waar dit alles naar toe moetWel heeft
ze alom bekend gemaakt, dat ieder, die
anderen aanzet tot belastingweigering,
vervolgd zal worden, doch eene dergelij
ke vervolging is ondenkbaar, wanneer
duizendtallen in de lande de wet over
treden. Een ander ministerie, meer zelf
standig, minder af hankelijk van generaals
en bisschoppen, alleen kau de gemoederen
tot rust brengen.
Dit kabinet is ten doode opgeschreven.
Het ministeriëele leven van Salisbury
en. zijn collega's hangt ook al aan een
zijden draadje. Mochten de Boeren Buller's
macht ten noordei» van de Toegela ver
slaan, dan is het met Salisbury's reeds
ernstig geschokt prestige gedaan. Van ver
schillende zijden beleett het ministerie kwa
de dagen. VonBülow's rede in denDuitschen
rijksdag is een onvoorziene tegenvaller.
Chamberlain had zeker gemeend, met den
nieuwen vriend door dik en dun te kun
nen draven, doch de woorden van graaf
Bülow, na het onderzoek op de aangehou
den Duitsche mailbooteu, heeft hem zeker
reeds voor goed uit den droom geholpen.
De hr.voa Bülow yil eene internationale
conferentie bijeen roepen tot herziening
van de internationale bepalingen voor
het zeerecht. Engeland's oppermacht ter
zee door eene internationale wetgeving
aan banden leggea, en dat voortvloeiende
uit den koker,dien men meende door de
Samoa-eilanden goed en wel verzegeld
te hebben, 't Is ongehoord
De Times met zijne kornuiten begrijpt
er dan ook niets van en meent, dat von
Bülow's stug optreden grootendeels dienen
moet om het Duitsche volk tevreden te
stellen. In hunne harten meenen, de
keizer en zijn minister van buitenlandsche
zaken het zoo kwaad niet.
De wensch is hier ook de moeder der
gedachte. De Russische bladen lachen
in hun vuistje. Zij vinden het plan van
von Bulöw uitstekend en verklaren een
stemmig en volmondig, dat Engeland's
eigenmachtig optreden de noodzakelijk
heid der herziening van het recht ter zee
duidelijk aan het licht heeft gebracht.
Uit de bittere stemming,die in Duitschland
algemeen tegen Engeland heerscht,hoopt de
keizer nog in 't bijzonder een voordeeltje te
slaan. Men moet het ij «er smeden als het
heet is, heeft hij zeker gedacht, toen hij
bij den rijksdag eene nieuwe vlootwet
indiende.
Dit plan behelst niets meer of minder,
dan de verdubbeling der Duitsche
zeemacht. Het volk en de afgevaardigden,
overtuigd, dat men Engeland in de
toekomst alleen met succes zal kunnen
bekampen als de maritieme weermiddelen
flink versterkt worden, zullen vrij zeker
met den nieuwen last genoegen nemen.
Zoo verschaft Albion zijn concur
renten zelf de wapenen, waarmee het
straks bestreden zal worden. Bij al den
last, die èn de Europeesche politiek, èn
de Afrikaansche oorlog Engeland ver
oorzaakt, komen ook nog zeer treurige
berichten uit Indië.
De Secretaris van Landbouw in
Engelsch-Indië bericht, dat op dit oogen-
blik 22 millioen menschen op Engelsch
gebied en 27 millioen in de onder pro
tectoraat staande inlandsche Staten
honger lijden. Meer dan 374 millioen
menschen ontvangen onderstand. Milli-
oenen guldens zijn er noodig om den
nood te lenigen, doch der inlandsche
schatkist ontbreken de middelen, om in
alles te kunnen voorzien.
Bij het heerschen van den hongers
nood in 1897 vloeiden ruime bijdragen
uit Engeland naar de geteisterde pro
vinciën, doch deze bron staat thans ge
heel stil, daar alles wordt geofferd om
de gezinnen der in Afrika gesneuvelde
Engelsche soldaten van het noodige te
voorzien.
't Schreeuwt ten hemelHier milli-
oenen, die om geld voor brood smee-
ken en niet krijgen, daar millioenen, die
moeten dienen om een klein, doch krach
tig volk ten onder te brengen.
De Raad der gemeente
Deemster zal dezer dagen in be
handeling nemen het plan, om daar een
weekmarkt in te stellen.
Station Noord-Scharwoude.
Reeds begonnen op het einde der vorige
week de toch al niet lage koolprijzen
nog weder te stijgen, zoodat er prijzen
konden worden geconstateerd van 13 gld.
voor le soort roode en van 15 gulden
voor le soort gele kool. Vooral de
laatste schijnt zeer gewild te zijn. Hoe
wel in den loop dezer week geene daling
in de prijzen was waar te nemen, was
toch de handel min of meer stug. De
prijzen zijn thans als volgt
le soort roode kool f 13.a f 15.
2e
3e
le
3e
3e
le
2e
3e
Uien
Rapen
Wortelen
gele kool
witte kool
10.— a f 12.
7.af 8.—
14.— a f 15.
10.a f 13.
7.a f 9.
10.— af 11.—
8.-
5.—
a f
a f
9.—
7.—
1.65 af
2,
1.25
af 2.50
a f
Eindelijkis aan den Lan-
gedijk eens een einde gekomen aan de
stijging der groenteprijzen. De handel
is de laatste dagen veel minder levendig.
De uien, waarvoor de vorige week f2
per 50 K. G. werd besteed, zijn in
prijs teruggegaan tot f 1.75. Eerste soort
roode kool geldt f 12.A f 13.gele
kool f 13.A t 14.witte kool f9 50
A f 10.50 per 100 stuks. Voor later te
leveren kool worden nog eenigszins
hoogere prijzen bedongen.
Is er elders in den winter voor den
timmerman gewoonlijk weinig werk,
met het maken van nieuwe broeiramen
hebben timmerman en schilder hier in
den winter overvloedig werk.
Dezen winter is het al bijzonder druk.
Sedert eenige weken zijn op dit kleine
dorpje 15 A 16 timmerlieden tot 'e avonds
laat bezig met deze broeiramen.
Als lid van het Bestuur
van het district Zuid-Scharwou-
de van den polder Geestmer-Ambacht
is gekozen de heer T. Kostelijk Tz.
De prijs der alikruiken
is in den laatsten tijd belangrijk gestegen.
Thans bedraagt die van f 4.50 tot f 5.25
per baal. De vangst bedroeg in den
Diefstal op het LOO.
Woensdagavond is de eerste reken-
plichtige klerk ten paleize het Loo ge
vankelijk naar Zutfen overgebracht. Bij
onderzoek moet een tekort van ongeveer
f 15,000 in de kas geconstateerd zijn.
Dezer dagen kon men
te VIANEN in de straten een jacht op
haas in verboden tijd aanschouwen. Een
langoor, zeker door het opkomend water
beangst geworden, hoewel wat voorbarig,
kwam in vollen ren de stad binnen, waar
het dier dra, opgemerkt door hen, die
zich op dezen tijd des jaars in troepjes
op de hoeken der straten bevinden, alias
werkloozen, zoodanig in de engte ge
dreven werd, dat het de openstaande
deur der R. KKerk binnensnapte en
zich onder de banken verborg. Doch ook
hier was onze steiloor niet veilig en
werd dra beslag op hem gelegd, echter
niet op zijn dierbaar leven, wijl men
hem, denkende aan de wet, die langoor
gedurende deze zes maanden in bescher
ming neemt, aan de polite overleverde,
die den rustverstoorder niet opsloot, maar
de volkomen vrijheid weergaf.
De gepensionneerde luitenant-generaal
Van der Heyden is Vrijdagochtend te
ruim zeven uur overleden. Het einde
kwam plotseling, daar bij van de influenza
herstellende was. Hartverlamming schijnt
de oorzaak te zijn geweest.
Geboren den 12 Januari 1826 te Ba
tavia, nam Van der Heyden den 2den
Juli 1841 dienst als soldaat voor zes
jaren, zonder handgeld, bij het algemeen
depot der landmacht. Ruim 2 maanden
later was hij korporaal-titulair.
Den 81 December 1873 werd Van
der Heyden aangewezen als commandant
der le brigade bij de 2e expeditie tegen
het rijk Atjeh en in 1876 werd hij tot
kolonel benoemd en ter beschikking ge
steld van den militairen en civielen bevel
hebber in Atjeh. Reeds in 1877 werd hij
tijdelijk belast met de functie van militair
en civiel bevelhebber in Atjeh en dat
deed hij tot tevredenheid van den koning.
Den 13en Januari 1878 volgde zijn be-
afgeloopen week op Wieringen
ruim 400 balen, wat met het oog op n°cminS tQt gouverneur van Atjeh en on-
het ongunstige weer vrij goed is. De dernoorigheden,tevens militair bevelhebber
geheele vangst wordt geregeld naar Lon- a'daar.
den verscheept. ^en ran£ van luitenant-generaal ver
wierf v. d. Heyden bij Kon. Besl. van
Naar werd vernomen, is er 11 Januari 1880, als buitengewone beloo-
ernstig sprake van eene nieuwe stoom-
bootverbinding tusschen Nieuwediep, Vlie
land en Terschelling.
Donderdagmorgen in de
vroegte had er in de gist- en spiritus
fabriek te SAPPEMEER een droevig
ongeluk plaats. De werkman G. Koning, wor^en 5^Jlaa^'3aa
ning voor de uitstekende diensten, bewe
zen bij de krijgsverrichtingen tegen de
XXII en XXVI moekims, van 23 Juli
1878 tot September 1879. Tevens werd
toen bepaald, dat hij ook als zoodanig in
zijne betrekking van gouverneur zou
een lantaarn willende krijgen, struikelde
en viel in een kuip, waarin veevoeder
voor de groote veestalling wordt gekookt.
Hoewel de ongelukkige zich aan het
In 1881 is hij eervol ontheven van
het ambt vau gouverneur van Atjeh en
zijne betrekking als militair bevel
van
hekwerk greep, kwam hij nog tot aan
het middel in de gloeiende massa, waar
door hij verschrikkelijk gebrand werd.
hebber, onder dankbetuiging voor de door
hem in die betrekkingen bewezen goede
diensten. Kort daarna volgde zijn op
non-activiteiistelling, waarop v. d.Heyden
een jaar verlof naar Nederland vroeg en
i De levering van 45000 KG. verkreeg.
Superphoephaat ten behoeve der Coöpe- In het laatst van dat jaar vroeg de
ratieve Landbouwvereeniging te Den generaal zijn ontslaa uit Zr. Ms. militai-
Helder is gegund aan den heer Joh. ren dienst aan, hetwelk hem met ingang
I FMorra te Alkmaar. van 1 Februari 1882 op de meest eer-