Alieicei- Uitlij-, iimisini- Uaiitimllai Kiezerslijst. Donderdag 8 Februari 1900. 44ste Jaargang ITo. 3491. Zoogewonnen zoo geronnen. Gemeente Sc hagen. FEUILLETON. Grondbelasting. Jacht en Visscherij. Binnenlandsch Nieuws. HAGER Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden IDVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. IMGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Burean: S€HAGKS. Laan, O 4. Uitgever: P. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I X k L. Prijs per jaar f 8.—. Franco per post f 8.60. Atzonderlijke nummers 5 Cents. A.DVERrENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letter» worden naar plaatsruimte berekend. Bekendmakingen. De BURGEMEESTER der gemeente SCHAGEN Gelet op de irtikelen 11, 12 en 13 der Kieswet (Wet van den 7den September 1896, Staatsblad Na 164); Noodigt de mannelijke inwoners dezer gemeente nit, om, zoo zij in eene andere gemeente over het volle laatstverloopen dienstjaar in eene der Rijks directe belastingen zijn aangeslagen, wat de r grondbelasting betreft in eene andere gemeente of in meer gemeenten te zamen, tot een bedrag van ten minste één gulden, daarvan door overlegging der, overeenkomstig het bepaalde bij artikel la der Kieswet, voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den 15d e n Februari a s. te doen blijken. Deze aanslagbiljetten worden na de vaststelling der kiezerslijften aan belanghebbenden teruggegeven. Nog worden de mannelijke inwoners, die op grond van het bepaalde bij het derde lid van artikel 2 der voormelde wet aanspraak meenen te kunnen maken om geplaatst te worden op de kiezerslijst, uitgenoodigd daarvan vóór den 15d e n Februari n, s. aangifte te doen. De bewijsstukken, bij zoodanige aangifte over te leggen, waartoe moeten behooren het aanslagbiljet, of een door den Ontvanger gewaarmerkt duplicaat daarvau, eene opgaaf van het bedrag vau het aandeel in den aanslag en de noodige bescheiden ten bewijze van bet gemeenschappelijk bezit, worden na de vaststelling der kiezerslijsten aan belanghebbenden teruggegeven. Tevens worden de mannelijke inwoners dezer gemeente, die krachtens artikel lb derzelfde wet aanspraak mvenen te kunnen maken om geplaatst te worden op de kiezerslijst, uitgenoodigd daarvan vóór den 15den Februari a. s. aangifte te doen Wie tot deze aangifte bevoegd zijn, blijkt uit de artikelen 1 en 2 der Kieswet, luidende Artikel 1. De leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal worden gekozen door de mannelijke ingezetenen des Rijks, tevens Nederlanders, die den leeftijd van vijf en twintig jaren nebben bereikt, voor zoover zij over het laatstverloopen dienstjaar in eene of meer der Rijks directe belastingen zijn aangeslagen, het te dier zake verschuldigde voor of op den lsten Maart voldaan hebben, en a. over het volle laatstverloopen dienstjaar zijn aangeslagen in de grondbelasting voor een bedrag van tenminste een gulden, in de vermogensbelasting, in de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten of naar een of meer der vijf eerste grondslagen van de personeele belasting, zooals die is geregeld bij de Wet van 16 April 1896 (Staatsblad No. 72)of b. indien zij niet overeenkomstig het bepaalde sub a zijn aangeslagen, voldoen aan eene der volgende voorwaarden lo. dat zij als hoofden van gezinnen of als alleen wonende personen op den 3 lsten Januari sedert den lsten Augustus van het vorige jaar hebben bewoond krachtens bnur, achtereenvolgens in dezelfde gemeente niet meer dan twee buizen of gedeelten van huizen, voor elk waarvan, met of zonder bijbehoorenden grond of lokalen en bijgebouwen, niet ter bewoning bestemd, de werkeljjke huurprijs per week berekend, tenminste heeft bedragen de som, voor de gemeente of bet gedeelte der gemeente, waar het huis gelegen is, vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur, eenzelfde vaartuig van tenminste 24 kubieke Meter; 2o. dat zij op den 3 lsten Januari sedert, de» lsten Januari van bet laatst-ve'loo- pen jaar bij dezelfde persoon, onderneming, open bare of bijzondere instelling in dieBstbetrekking of als inwonende zoon in bet bedrijf of beroep der ouders werkzaam ziju en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten als voor de gemeente of bet gedeelte der gemeente, waar zij wonen, is vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel of dat zij op den lsten Februari in het genot zijn j van een door eene openbare instelling verleend pensioen van gelijk bedrag met dien verstande dat voor hen, die in beide gevallen verkeeren, zoo noodig, ter bereiking van het vereischte bedrag,het inkomen en het pensioen worden samengeteld; 3o. dal zij op den lsten Februari sedert een jaar den eigendom met recht van vrije beschikking hebben van ten minste f 100.(nominaal), ingeschreven in de Grootboeken der Nationale Schuld of van ten minste f 60.ingelegd in de Rijkspostspaarbank 4o. dat zij hebben voldaan aan de eischen van bekwaamheid, door of krachtens de wet gesteld voor de benoembaarheid tot eenig ambt, voor de vervulling van eenige betrekking ot voor de uitoefening van eenig bedrijf ot beroep. Art. 2. Onder hen, die den leeftijd van vijf en twintig jaren hebben bereikt, verstaat deze wet hen, die dien leeftijd hebben bereikt vóór of op den löden Mei. De aanslag der vrouw in de Rijks directe belas tingen geldt voor haren man die van minderjarige kinderen wegens goederen, waarvan hun vader het vruchtgenot heeft, voor hunnen vader. Aanslagen in de grondbelasting wegens onroerende goederen eener onverdeelde nalatenschap gelden ook voor den mede-eigenaar, wiens naam niet bij den aanslag in bet kohier is vermeld, mits zijn aandeel in dien aanslag ten minste één gulden bedraagt. Door den aanslag in de grondbelasting, in art. 1 ver meld, worden de hoo:dsom en de Rijksopcenten verstaan. Aanslag in de vermogens- of in de bedrijfsbelasting geeft geeue aanspraak op kiesrecht, indien hij het gevolg is van eene met de waarheid strydige aangifte. Bij de berekening van den werkelijken huurprijs wordt maand huur tot weekhuur herleid door deeling met vier, jaaihuur door deeling met vijftig. Bij de berekening van het inkomen, bedoeld in art. lb, 2o., eerste lid, worden vrije woning of inwoning en vrije kost en inwoning gerekend op het bedrag, voor de gemeente of het gedeelte der gemeente, waar zij genoten worden, vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel; enkel vrije kost op het bediag, ver meld in de laatste kolom, verminderd met dat, vermeld in de voorlaatste kolom dier tabel Overigens komt alleen geld in aaomerking. Indien het inkomen, bedoeld in art. 1 b, 2o., als vast week-, veertiendaagsch-, maand- of jaarloon is genoten en dit loon wegens ziekte of verwonding gedurende ten hoogste twee maanden niet of niet ten volle is outvaugen, wordt het geacht tot hel normale bedrag te zijn genoten. Indien gedeelten eener Gemeente in de bij deze wet gevoegde tabel afzondei lijk worden genoemd, wordt de grens tusschen die gedeelten door Ons, Gedeputeerde Staten gehoord, bepaald en wanneer verandering van omstandigheden daartoe aanleiding geeft, gewyzigd. Van deze besluiten wordt mededeeling gedaan in de „Staatscourant'1, met byvoeging van de adviezen van Gedeputeeide Staten, voor zoover bij de besluiten van die adviezen is afgeweken. Volgens artikel 20 der Wet is voor hen, die krachtens vroeger gedane aangifte op de loopeode kiezerslijst voorkomen hernieuwde aangifte o n n o o d i g,indien de plaatsing op die lijst berustte op 1. bewoning van een huis of gedeelte van een huis of van een vaartuig, mits zij op 31 Januari alsnog hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde huis of hetzelfde vaartuig bewonen 2. genot van pensioen; 2 bezit van eene inschrijving in de Grootboeken der Nationale Schuld of van een inleg in de Rijks postspaarbank 4. aflegging van een examen. Daarentegen is hernieuwde aangifte w 1 noodig voor hen, wier plaatsir g op de lijst berustte op 1. bewoning van een huis of gedeelte van een huis of van een vaartuig, indien zij niet meer op 31 Januari hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde huis of hetzelfde vaartuig bewonen; of 2. op genot van inkomen in dienstbetrekking, of als inwonende zoon, in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam,het zij met of zonder genot van pensioen. Aan hen, die verkeeren in het laatste onder No. 2 vermelde geval, wordt door den Burgemeester een aangifle-biljet ter invulling toegezonden. In de tabel, bedoeld in de artikelen 1 en 2 der Kieswet, is, voor zoover de Gemeente Schagen betreft bet volgende bepaald -• 14. „Ge kent vermoedelijk", vroeg Edith aan Raimar, „het vlugschrift, dat voor eenige dagen is verschenen en nu dagelijks het onderwerp van gesprek is „Ja." „En ge kent den schrijver wellicht „Ja." Edith sprong op zulk een onomwonden antwoord had ze niet verwacht. „Nu. ik ken hem ook.In hetzelfde uur, dat ik het boek las, kende ik ook den schrijver hij heet Ernst Raimar „Ja," antwoordde Raimar koud. „Ik be ken dat geheel, maar sta mij nu op mijn beurt een vraag toe. Mijn geschrijf is gericht tegen Ronald, tegen Ronald alléén, en gij roept mij daarvoor ter verantwoording Edith aarzelde maar één enkele seconde: het was, alsot iets haar den adem benam, maar daarna klonk het antwoord vast en helder van hare lippen „Ik ben de verloofde van Felix Ronald." Ernst gaf geen teeken van verwondering of verrassing, hij had dat ook reeds lang geraden, in het uur geraden, waarop Ronald op Gernsbach verscheen; hij werd alleen een tintje, bleeker, toen hij de bevestiging van zijn vermoeden hoorde. „Dan ben ik ook in uwe oogen reeds veroordeeld," zeide hij bedaard. „Ik heb het u reeds gezegd, juffrouw, het noodlot heeft het beschikt, dat we steeds vijandig tegen over elkaar zullen staan, en in die overtui- ging had ik het bepaald niet gewaagd, u te naderen. Gij waart het, die mij hier hebt ontboden." „Ik wilde zekerheid," verklaarde Edith. -Voor mij was er echter bijna geen twijfel meer.Gij hebt woord gehouden, mijnheer Rai mar. Gij wist den man te treffen, als wiens vijand gij u tegenover mij hebt bekend ge maakt,en ge voert uwe wapenen meesterlijk." „In den strijd heeft men wapenen noodig," antwoordde Ernst heel bedaard, zonder acht te geven op den verachtelijken toon, waarop Edith haar woorden uitte. „En mijn heer Ronald zal den strijd wel aanvaarden." „Tegen wien riep Edith met vlammende oogen. „Tegen een vijand zonder naam, die zich laf in het duister verbergt en van daaruit zijn aanval richt, zijn schimpscheuten naar den man slingert, die voor aller oogen zichtbaar staat Zoo strijdt geen eerlijke tegenstander. Ronald heeft gelijk,een derge lijke aanval is reeds veroordeeld omdat er geen man is, die hem met zijn naam waar borgt." Zij schenen van rol gewisseld te hebben, vandaag was zij het, die zich door haar opgewondenheid liet meeslepen, terwijl hij onbewogen bleef en de beleedigingen met een ijzige kalmte beantwoordde. „Gij vergist u zeer. waarde juffrouw. Ik heb mij reeds bekend gemaakt. Ik had zeer overwegende gronden, het geschrift zonder mijn waren naam de wereld in te zenden; ongenoemd en zoodoende ongestraft te blijven, was nooit mijn plan. Ik wilde alleen een openlijk antwoord afwachten. Dat is gister gekomen, en de avondbladen van heden brengen in Berlijn het bericht, dat ik de schrijver ben. Mijnheer Ronald heeft zijn eigen bronnen en komt het na tuurlijk eerder te weten dan het publiek. Hij weet nu reeds vermoedelijk, wie zijn tegenstander is." De aanval was afgeslagen. Edith stond daar zonder een woord te zeggen, maar zij haalde diep en verlicht adem, toen hij zich van het verwijt van lafheid reinigde. 'tWas haar, alsof haar daarmee een last van de borst werd genomen. „Dat kon ik inderdaad niet veronder stellen," antwoorde zij eindelijk. „Dan was dit onderhoud ook geheel overbodig ik heb er spijt van, u lastig gevallen te Gemeente of deel der Gemeente OQ *- h o s Be lb,l°. B B a B M 1 U J* a d o e 1 d 1 lb, 2°. i- o n »-2 °.a i ii A r t 2. a §•3 - O O u\2 i k e 1 2. Schagen. f 1.- f3.- f37.50 f200.— De formulieren tot het doen van aangifte zijn ko9telooa verkrijgbaar ter Secretarie der Gemeente. De ingevulde formulieren kunnen kosteloos per post aau den Burgemeester worden toegezonden, met inachtneming van het volgende voorschrift: dat de omslagen met aangiften en stukken moeten dragen boven aan de voorzijde het opschrift „Vrij van briefport, iDgevolgc art 50 der Kieswet" en in den linkerbenedenhoek de vermelding van den naam en de woonplaats van den afzender, gewaarmerkt door zijne handteekening Schagen, den 30 Januari 1900. De Burgemeester voornoemd, S BRRMAN. De Burg' meester van Schagen, brengt naar aanlei* ding van art 15 2e lid der wet van 26 Mei 1870 (Stbl. No 82) ter kennis van belanghebbenden, dat heden ter secretarie dezer gemeente gedurende 30 dagen tei inzage is nedergelegd eene opgave van uit komsten van meting en schatting bedoeld in de artt. 15, 23 en 43 der gemelde wet. Schagen, 6 Februari 1900. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. De Burgemeester van Schagen brengt ter kennis van belanghebbenden De Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie van 24 Januari 1900 no. 66; Gelet op artikel 11 der „Jagtwet" Brengt ter kennis van belanghebbenden: a. dat de jacht op houtsnippen in deze provincie zal worden gesloten op den 28sten April 1900 met zonsondergang b. dat de jacht op eenden zal worden gesloten den 28sten Ifebruari 1900 met zonsondergang; c. dat de jacht op ander waterwild zal worden gesloten den 31sten Maart 1900 met zonsondergang; d. dat het weispel van kwartelen met steekgaren ol vliegnet zal mogen worden uitgeoefend van 1 Mei tot en met 14 Juli 1900 e dat de visscherij met het staande spieringnet zal zijn gesloten van 1 Maart tot 1 November 1900 f. dat de visscherij met alle overige vischtnigen, uitgezonderd die met aalkorven, aaldobbers en paling- fuiken, die met het schepnet ol de gebbe om kleine vischjes te vangen voor de aaldobbers en die op snoek in de gemeente Texel, zal zijn gesloten van 15 Maart tot 1 Juni 1900, en g. dat gedurende den gestolen vischtijd, vermeld sub f van dit besluit, ook het visschen met den hengel in de hand is vei boden. En zal dit besluit in het Piovinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord holland worden aangeplakt. hebben." Raimar boog slechts even met het hoofd. „Wellicht laat ge me nu persoonlijk recht wedervaren, meer mag ik op dit oogenblik niet eischen vaarwel I" Hij ging, of tenminste hij wilde gaan, maar daar ontmoetten zijn oogen de hare en als getroffen door dezen blik, bleef hij staan. De kille toon was verdwenen uit zijn stem, zij had weder den ouden, droe ven klank toen hij zeide „Juffrouw één enkel woord Met een afwerende beweging trad Edith terug. „Ik geloof, mijnheer Raimar, dat we elkaar niets meer hebben te zeggen." „Toch wel, een waarschuwing heb ik u nog toe te roepen. Gij hebt den man nooit gekend, met wien ge u hebt verloofd. Hij heeft u verblind met zijn groote dingen, zooals hij uw vader, zooals hij een elk de oogen heeft verblind. Kijk naar het beeld, dat ik u van hem heb geteekend, het is het ware. Wilt ge werkelijk aan dezen man uw toekomst verbinden Aan hem uw geluk toevertrouwen „Gij zijt zijn vijand!" antwoordde Edith scherp en bitter. „Gij hebt alles in het leeiijkste licht gesteld. Het kan zijn, dat er veel is gebeurd, dat hij zich boven de wet heeft geplaatst maar hij mag niet met dezelfde maat als anderen gemeten worden, hij is Felix Ronald. Hij kan eischen, dat men hem over een anderen kam scheert dan gewone menschen, hij kan eischen, dat men voor hem en zijne scheppingen andere wetten heeft. Gij ziet in hem slechts den speculant." „Dat doe ik nietriep Ernst met vollen nadruk uit. „Ik heb het niet getracht, om mijn tegenstander te verkleinen, ik heb open en eerlijk den genialen trek erkend, dien zoowel de man als zijn ondernemingen aan den dag leggen, maar er heerscht een dsemon in hem, die anderen, en ook v. el- licht hemzelf, eenmaal in het verderf zal storten. Hoed u daarvoor!" Een zachte siddering ging er door de Haarlem, 29 Januari 1900. De Commissaris der Koningin voornoemd, (get.) VAN TIENHOVEN. Schagen, 6 Febr 1900. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Vergadering van den Raad der gemeente VV ierinsjen, gehoudeD op Zaterdag 3 Februari 1900, des namiddags 2 uur. Aanwezig de heeren Obreen, J. Tijsen, P. Tijsen, P. Kuut en P. Lujjt. Afwezig de heeren Heijblok en Koorn. Voorzitter de heer L. C. Kolfi, bur gemeester. Na opening door den Voorz., worden door den Secr., den heer Poel, de notulen der vorige vergadering gelezen en door den raad onveranderd goedgekeurd. Voorz. deelt mede, dat deze vergade ring al vroeger had moeten plaats hebben, doch dat ze door drukte op de secretarie tot heden was uitgesteld. 1. Waren ingekomen 2 missives van den heer Rijks-Ontvanger te Anna Paulowna, dato 20 Dec. 1899 en 2 Jan. 19U0,behelzende de mededeelingen,dat aan den heer Gemeente-Ontvanger alhier zijn uitbetaald de sommen van f 215.295 en f 274.715. 2. Missive, dat door den heer Betaal meester te Amsterdam op 6 Jan. 1900, aan den heer Gem.-Ontv. is uitbetaald een bedrag van f 1140.895. 3. Wordt ter tafel gebracht bet proces-verbaal der door B. en W. op 26 Jan. 1900 gehouden kasverificatie, waaruit blijkt, dat overeenkomstig boeken en bescheiden in kas was f 4546.215. De ontvaugsten hadden bedragen f25812.065, de uitgaven f 21265.85. 4. Eec missive van heeren Gedepu teerde Staten, dato 27 December 1899, begeleidende de goedgekeurde begrooting voor het dienstjaar 1900. 5. Een missive van den heer Com missaris der Koningin, dato 11 Jan. 1900, begeleidende de goedgekeurde verordening op de heffing en invordering van Staangelden. 6. Worden met algemcene stemmen de besluiten tot af- en overschrijving op den dienst van 1899 van posten tot een bedrag van f 525.vastgesteld. 7. Een schrijven van heeren Gede puteerde Staten, begeleidende een ver zoekschrift van Jn. Wit, om verminde ring van schoolgeld. Wit geeft te kennen, dat hij wekelijks f 9.verdient, met vrjje woning en bovendien een stuk tuingrond heeft. B. en W. adviseeren, gestalte van het meisje. Dat waren immers Ronald's eigen woorden; hij had ook van een dsemon gesproken, die hem de hoogte in had gevoerd, en dien hij volgen moest. Edith dacht aan den toon en den blik, toen hij dreigde den vijand te verpletteren, die zijn weg ooit zou durven kruisen. Toen had die duistere, geweldige macht zich even laten kennen, en zij had er voor gegruwd, maar het was nu te laat voor de waar schuwing en voor het berouw. „Gij spreekt van mijn verloofde, mijnheer Raimar, hij heeft mijn woord." „Eu ook uw hart Edith zweeg; ze had „ja" willen zeggen, slechts om aan het gesprek een einde te maken, om die oogen niet langer te moeten zien, maar die leugen wilde haar niet over de lippen. Nu trad Ernst nader op haar toe. „Edith Neen, wijk niet van mij terug. Ik spreek niet voor mij zelf. Ik heb afge sloten met alle hoop, toen ik dien stap deed, want ik heb reeds lang geraden, hoe het tusschen u en hem stond en wist en ge voelde, dat gij mij hetgeen ik nu heb gedaan, nooit zoudt vergeven. Wellicht overwint Ronald in dezen strijd, wellicht brengt hij mijn aanklacht tot zwijgen. Hij heeft mach tige bondgenooten, hem staat het geld ten gerieve en dit heeft groote macht hier op de wereld, en ik sta alleen, zonder hulp. Maar wanneer hij boven op zijn voetstuk blijft, ik heb hem toch der wereld getoond in zijn ware gestalte, en dat kan hij met al zijn macht en geld niet te niet doen. Ook bij u niet, en dat doodt ieder vertrou wen. Edith, om uw zelfswille, maak u los van dien man, eisch uw woord terug. Maak u vrij tot eiken prijs." „Neen sprak Edith, zonder hem aaD te zien. maar met onbuigzamen trots. „Edith „Neen herhaalde zij. „Ik gaf hem mijn woord en ik heb hem mijn handgegeven, toen hij in volle glorie was en op ziju voetstuk stond.' Hij heeft mij lief en hij legde alles aan mijn voeten wat hij bereikt en veroverd had, en ik heb het aangenomen als een hierop afwijzend te beschikken. Met algemeene stemmen wordt dien overeenkomstig besloten. 8. Wordt aan J. Yroone geheele ontheffing van Schoolgeld toegestaan. 9. Was ingekomen een verzoekschrift vaD Mej. Ch. de 5 ries-Offringa, waarin wordt verzocht, om eene kleine tegemoet koming te mogen genieten, voor verwar ming en verlichting van het telephoon- kantoor. Wordt besloten, haar jaarlijksch traktement te verhoogen met f 15. 10. Is aan de oide: het vaststellen van 't kohier op de hondenbelasting. Met algemeene stemmen wordt dit kohier vastgesteld tot een bedrag van f 327. 11. Volgt: Benoeming wegwerker. Ingekomen waren 12 sollicitatiën, van C. Smit, Joh. de Wit, H. Doves, C. Wieg man, J. Nieuwenburg, S. D. Doves, J. E. Halfweeg, J. J. Dekker, L. Kuil, S. Heijblok Jr8. Smit, en N. S. Wage- maker. De door B. en W. opgemaakte voordracht luidde: 1. S. Heijblok Jr., 2 S. Smit, en 3 N. S. Wagemiker. Tot stemming overgaande, verkreeg Heij blok 1, Smit 3 en Wagemaker 1 stem alzoo gekozen S. Smit. De raad stelde de volgende werkuren vastin de Zomer maanden van 's morgens 5 uur tot 's avonds 7 uur, en in de wintermaanden van 's morgens 8 uur tot 's avonds 4 uur. Verder werden de heeren Kuit en P. Tijsen benoemd als commissie-leden, om toezicht te houden op de verschillende werkzaamheden. 12. Wordt gelezen een verzoekschrift van C. de Wit, om een halfjaar ontheffing van hondenbelasting. Toegestaan. 13. Wordt tot ontvanger der begrafe nisrechten, voor de begraafplaatsen te Hippolytushoef en Stroa, benoemd de heer Jac. Wijn. 14. Is ingekomen: Een schrijven van den heer P. IJpma van Amsterdam, verzoekende om vergunning tot't oprich ten van een koffiehuis met biljart aan den Oever. Voor kennisgeving aangeno men. 15. De maandstaten der Zeegras exploitatie over Nov. en Dec. '99 worden ter inzage aangeboden. Bij de algemeene rondvraag vestigde de heer Obreen de aandacht op de brievenbus aan de Haukes, welke ver plaatst was. Vroeger hing deze voor aan 't huis van den brievengaarder, doch thans is zjj verplaatst naar 't kantoor aan de achterzijde van 't huis. De lantaarn, welke daar aan den weg is geplaatst, kan nu voor de bus niet van dienst zijn. Spreker zou het wenschelijk recht, dat mij toekwam. En nu, nu de storm opsteekt,die hem bedreigde, nü zal ik het woord breken, zal ik de eerste zijn, die hem in het gevaar verlaat Hebt ge zoo iets in ernst van mij kunnen denken Gij wist het immers vooruit, hoe mijn ant woord zou luiden?" „Ik heb het gevreesd!" zeide Raimar zacht. „En nu geen woord verder Wij mogen elkaar niet meer spreken ga heen Ernst gehoorzaamde, zijn blik vestigde zich nog eenmaal op het gelaat van liet mooie meisje; dan ging hij, zonder vaarwel, zonder nog een blik op haar te werpen. Edith was alleen, zij stond onbeweeglijk en keek met droge, strakke oogen naar de deur, die zich gesloten had achter hem achter haar geluk. Daar gingen twee menschen van elkander in hetzelfde uur waarin twee anderen elkaar vonden. Aan het eind van het park stond een klein prieel, half verscholen, de lieve lingsplaats van Wilma, en daar zat majoor Harmut naast zijn verloofde. Hij had zich vandaag nog niet willen verklaren, de korte kennismaking gaf hem daar nog het recht niet toe. Hij wilde alléén het terrein verkennen, dan een be- slissenden aanval doen, als de loopgraven waren gelegd, en met slaande trom en vlie gende vaandels de vesting in bezit nemen. Voor den grooten aanval had hij zijn uniform meegenomen, maar het heele zoo goed over legde plan was in duigen gevallen en de uniform was heelemaal niet noodig. Toen hij daar zoo naast de jonge weduwe zat en haar in de oogen keek,, toen had zijn hart zoo raar gedaan en de bekentenis was hem plots over de lippen gekomen. Wilma had in het geheel niets gezegd, maar hem haar beide handen toegestoken, en toen had hij die handen niet gegrepen, maar de kleine, blonde vrouw in zijn armen genomen en aan zijn hart gedrukt. En nu zaten ze daar beiden als midden in het paradijs. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1