Alieicei- Uitlij-,
iimisini- Uaiitimllai
Kiezerslijst.
Donderdag 8 Februari 1900.
44ste Jaargang ITo. 3491.
Zoogewonnen
zoo geronnen.
Gemeente Sc hagen.
FEUILLETON.
Grondbelasting.
Jacht en Visscherij.
Binnenlandsch Nieuws.
HAGER
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
IDVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
IMGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Burean: S€HAGKS. Laan, O 4.
Uitgever: P. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W I X k L.
Prijs per jaar f 8.—. Franco per post f 8.60.
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
A.DVERrENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letter» worden naar plaatsruimte berekend.
Bekendmakingen.
De BURGEMEESTER der gemeente SCHAGEN
Gelet op de irtikelen 11, 12 en 13 der Kieswet
(Wet van den 7den September 1896, Staatsblad
Na 164);
Noodigt de mannelijke inwoners dezer gemeente
nit, om, zoo zij in eene andere gemeente over het
volle laatstverloopen dienstjaar in eene der Rijks
directe belastingen zijn aangeslagen, wat de r
grondbelasting betreft in eene andere gemeente
of in meer gemeenten te zamen, tot een bedrag van
ten minste één gulden, daarvan door overlegging
der, overeenkomstig het bepaalde bij artikel la der
Kieswet, voor voldaan geteekende aanslagbiljetten
vóór den 15d e n Februari a s. te doen
blijken. Deze aanslagbiljetten worden na de vaststelling
der kiezerslijften aan belanghebbenden teruggegeven.
Nog worden de mannelijke inwoners, die op grond
van het bepaalde bij het derde lid van artikel 2
der voormelde wet aanspraak meenen te kunnen
maken om geplaatst te worden op de kiezerslijst,
uitgenoodigd daarvan vóór den 15d e n Februari
n, s. aangifte te doen.
De bewijsstukken, bij zoodanige aangifte over te
leggen, waartoe moeten behooren het aanslagbiljet,
of een door den Ontvanger gewaarmerkt duplicaat
daarvau, eene opgaaf van het bedrag vau het aandeel
in den aanslag en de noodige bescheiden ten bewijze
van bet gemeenschappelijk bezit, worden na de
vaststelling der kiezerslijsten aan belanghebbenden
teruggegeven.
Tevens worden de mannelijke inwoners dezer
gemeente, die krachtens artikel lb derzelfde wet
aanspraak mvenen te kunnen maken om geplaatst te
worden op de kiezerslijst, uitgenoodigd daarvan vóór
den 15den Februari a. s. aangifte te doen
Wie tot deze aangifte bevoegd zijn, blijkt uit de
artikelen 1 en 2 der Kieswet, luidende
Artikel 1.
De leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
worden gekozen door de mannelijke ingezetenen des
Rijks, tevens Nederlanders, die den leeftijd van vijf
en twintig jaren nebben bereikt, voor zoover zij over
het laatstverloopen dienstjaar in eene of meer der Rijks
directe belastingen zijn aangeslagen, het te dier zake
verschuldigde voor of op den lsten Maart voldaan
hebben, en
a. over het volle laatstverloopen dienstjaar zijn
aangeslagen in de grondbelasting voor een bedrag van
tenminste een gulden, in de vermogensbelasting, in de
belasting op bedrijfs- en andere inkomsten of naar
een of meer der vijf eerste grondslagen van de personeele
belasting, zooals die is geregeld bij de Wet van 16
April 1896 (Staatsblad No. 72)of
b. indien zij niet overeenkomstig het bepaalde
sub a zijn aangeslagen, voldoen aan eene der volgende
voorwaarden
lo. dat zij als hoofden van gezinnen of als alleen
wonende personen op den 3 lsten Januari sedert den
lsten Augustus van het vorige jaar hebben bewoond
krachtens bnur, achtereenvolgens in dezelfde gemeente
niet meer dan twee buizen of gedeelten van huizen,
voor elk waarvan, met of zonder bijbehoorenden
grond of lokalen en bijgebouwen, niet ter bewoning
bestemd, de werkeljjke huurprijs per week berekend,
tenminste heeft bedragen de som, voor de gemeente
of bet gedeelte der gemeente, waar het huis gelegen
is, vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel
of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur,
eenzelfde vaartuig van tenminste 24 kubieke Meter;
2o. dat zij op den 3 lsten Januari sedert,
de» lsten Januari van bet laatst-ve'loo-
pen jaar bij dezelfde persoon, onderneming, open
bare of bijzondere instelling in dieBstbetrekking of
als inwonende zoon in bet bedrijf of beroep der ouders
werkzaam ziju en als zoodanig over dat jaar een
inkomen hebben genoten als voor de gemeente of bet
gedeelte der gemeente, waar zij wonen, is vermeld in
de bij deze wet gevoegde tabel
of dat zij op den lsten Februari in het genot zijn j
van een door eene openbare instelling verleend pensioen
van gelijk bedrag
met dien verstande dat voor hen, die in beide gevallen
verkeeren, zoo noodig, ter bereiking van het vereischte
bedrag,het inkomen en het pensioen worden samengeteld;
3o. dal zij op den lsten Februari sedert een jaar
den eigendom met recht van vrije beschikking hebben
van ten minste f 100.(nominaal), ingeschreven in
de Grootboeken der Nationale Schuld of van ten
minste f 60.ingelegd in de Rijkspostspaarbank
4o. dat zij hebben voldaan aan de eischen van
bekwaamheid, door of krachtens de wet gesteld voor
de benoembaarheid tot eenig ambt, voor de vervulling
van eenige betrekking ot voor de uitoefening van
eenig bedrijf ot beroep.
Art. 2.
Onder hen, die den leeftijd van vijf en twintig
jaren hebben bereikt, verstaat deze wet hen, die dien
leeftijd hebben bereikt vóór of op den löden Mei.
De aanslag der vrouw in de Rijks directe belas
tingen geldt voor haren man die van minderjarige
kinderen wegens goederen, waarvan hun vader het
vruchtgenot heeft, voor hunnen vader.
Aanslagen in de grondbelasting wegens onroerende
goederen eener onverdeelde nalatenschap gelden ook
voor den mede-eigenaar, wiens naam niet bij den
aanslag in bet kohier is vermeld, mits zijn aandeel in
dien aanslag ten minste één gulden bedraagt.
Door den aanslag in de grondbelasting, in art. 1 ver
meld, worden de hoo:dsom en de Rijksopcenten verstaan.
Aanslag in de vermogens- of in de bedrijfsbelasting
geeft geeue aanspraak op kiesrecht, indien hij het
gevolg is van eene met de waarheid strydige aangifte.
Bij de berekening van den werkelijken huurprijs
wordt maand huur tot weekhuur herleid door deeling
met vier, jaaihuur door deeling met vijftig.
Bij de berekening van het inkomen, bedoeld in art.
lb, 2o., eerste lid, worden vrije woning of inwoning
en vrije kost en inwoning gerekend op het bedrag,
voor de gemeente of het gedeelte der gemeente, waar
zij genoten worden, vermeld in de bij deze wet
gevoegde tabel; enkel vrije kost op het bediag, ver
meld in de laatste kolom, verminderd met dat, vermeld
in de voorlaatste kolom dier tabel Overigens komt
alleen geld in aaomerking.
Indien het inkomen, bedoeld in art. 1 b, 2o., als
vast week-, veertiendaagsch-, maand- of jaarloon is
genoten en dit loon wegens ziekte of verwonding
gedurende ten hoogste twee maanden niet of niet ten
volle is outvaugen, wordt het geacht tot hel normale
bedrag te zijn genoten.
Indien gedeelten eener Gemeente in de bij deze wet
gevoegde tabel afzondei lijk worden genoemd, wordt
de grens tusschen die gedeelten door Ons, Gedeputeerde
Staten gehoord, bepaald en wanneer verandering van
omstandigheden daartoe aanleiding geeft, gewyzigd.
Van deze besluiten wordt mededeeling gedaan in
de „Staatscourant'1, met byvoeging van de adviezen
van Gedeputeeide Staten, voor zoover bij de besluiten
van die adviezen is afgeweken.
Volgens artikel 20 der Wet is voor hen, die
krachtens vroeger gedane aangifte op de loopeode
kiezerslijst voorkomen hernieuwde aangifte
o n n o o d i g,indien de plaatsing op die lijst berustte op
1. bewoning van een huis of gedeelte van een
huis of van een vaartuig, mits zij op 31 Januari
alsnog hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde huis
of hetzelfde vaartuig bewonen
2. genot van pensioen;
2 bezit van eene inschrijving in de Grootboeken
der Nationale Schuld of van een inleg in de Rijks
postspaarbank
4. aflegging van een examen.
Daarentegen is hernieuwde aangifte w 1 noodig
voor hen, wier plaatsir g op de lijst berustte op
1. bewoning van een huis of gedeelte van een
huis of van een vaartuig, indien zij niet meer op
31 Januari hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde
huis of hetzelfde vaartuig bewonen; of
2. op genot van inkomen in dienstbetrekking, of
als inwonende zoon, in het bedrijf of beroep der
ouders werkzaam,het zij met of zonder genot van pensioen.
Aan hen, die verkeeren in het laatste onder No. 2
vermelde geval, wordt door den Burgemeester een
aangifle-biljet ter invulling toegezonden.
In de tabel, bedoeld in de artikelen 1 en 2 der
Kieswet, is, voor zoover de Gemeente Schagen betreft
bet volgende bepaald -•
14.
„Ge kent vermoedelijk", vroeg Edith aan
Raimar, „het vlugschrift, dat voor eenige
dagen is verschenen en nu dagelijks het
onderwerp van gesprek is
„Ja."
„En ge kent den schrijver wellicht
„Ja."
Edith sprong op zulk een onomwonden
antwoord had ze niet verwacht.
„Nu. ik ken hem ook.In hetzelfde uur, dat
ik het boek las, kende ik ook den schrijver
hij heet Ernst Raimar
„Ja," antwoordde Raimar koud. „Ik be
ken dat geheel, maar sta mij nu op mijn
beurt een vraag toe. Mijn geschrijf is gericht
tegen Ronald, tegen Ronald alléén, en gij
roept mij daarvoor ter verantwoording
Edith aarzelde maar één enkele seconde:
het was, alsot iets haar den adem benam,
maar daarna klonk het antwoord vast en
helder van hare lippen
„Ik ben de verloofde van Felix Ronald."
Ernst gaf geen teeken van verwondering
of verrassing, hij had dat ook reeds lang
geraden, in het uur geraden, waarop Ronald
op Gernsbach verscheen; hij werd alleen
een tintje, bleeker, toen hij de bevestiging
van zijn vermoeden hoorde.
„Dan ben ik ook in uwe oogen reeds
veroordeeld," zeide hij bedaard. „Ik heb het u
reeds gezegd, juffrouw, het noodlot heeft
het beschikt, dat we steeds vijandig tegen
over elkaar zullen staan, en in die overtui-
ging had ik het bepaald niet gewaagd, u
te naderen. Gij waart het, die mij hier
hebt ontboden."
„Ik wilde zekerheid," verklaarde Edith.
-Voor mij was er echter bijna geen twijfel
meer.Gij hebt woord gehouden, mijnheer Rai
mar. Gij wist den man te treffen, als wiens
vijand gij u tegenover mij hebt bekend ge
maakt,en ge voert uwe wapenen meesterlijk."
„In den strijd heeft men wapenen noodig,"
antwoordde Ernst heel bedaard, zonder
acht te geven op den verachtelijken toon,
waarop Edith haar woorden uitte. „En mijn
heer Ronald zal den strijd wel aanvaarden."
„Tegen wien riep Edith met vlammende
oogen. „Tegen een vijand zonder naam, die
zich laf in het duister verbergt en van
daaruit zijn aanval richt, zijn schimpscheuten
naar den man slingert, die voor aller oogen
zichtbaar staat Zoo strijdt geen eerlijke
tegenstander. Ronald heeft gelijk,een derge
lijke aanval is reeds veroordeeld omdat er
geen man is, die hem met zijn naam waar
borgt."
Zij schenen van rol gewisseld te hebben,
vandaag was zij het, die zich door haar
opgewondenheid liet meeslepen, terwijl hij
onbewogen bleef en de beleedigingen met
een ijzige kalmte beantwoordde.
„Gij vergist u zeer. waarde juffrouw. Ik
heb mij reeds bekend gemaakt. Ik had
zeer overwegende gronden, het geschrift
zonder mijn waren naam de wereld in te
zenden; ongenoemd en zoodoende ongestraft
te blijven, was nooit mijn plan. Ik wilde
alleen een openlijk antwoord afwachten.
Dat is gister gekomen, en de avondbladen
van heden brengen in Berlijn het bericht,
dat ik de schrijver ben. Mijnheer Ronald
heeft zijn eigen bronnen en komt het na
tuurlijk eerder te weten dan het publiek.
Hij weet nu reeds vermoedelijk, wie zijn
tegenstander is."
De aanval was afgeslagen. Edith stond
daar zonder een woord te zeggen, maar zij
haalde diep en verlicht adem, toen hij zich
van het verwijt van lafheid reinigde. 'tWas
haar, alsof haar daarmee een last van de borst
werd genomen.
„Dat kon ik inderdaad niet veronder
stellen," antwoorde zij eindelijk. „Dan was
dit onderhoud ook geheel overbodig
ik heb er spijt van, u lastig gevallen te
Gemeente of
deel der
Gemeente
OQ
*-
h
o
s
Be
lb,l°.
B B
a B
M 1
U J*
a
d o e 1 d
1 lb, 2°.
i-
o n
»-2
°.a
i ii A r t
2.
a
§•3
-
O
O
u\2
i k e 1
2.
Schagen.
f 1.-
f3.-
f37.50
f200.—
De formulieren tot het doen van aangifte zijn
ko9telooa verkrijgbaar ter Secretarie der Gemeente.
De ingevulde formulieren kunnen kosteloos per
post aau den Burgemeester worden toegezonden, met
inachtneming van het volgende voorschrift:
dat de omslagen met aangiften en stukken moeten
dragen boven aan de voorzijde het opschrift „Vrij van
briefport, iDgevolgc art 50 der Kieswet" en in den
linkerbenedenhoek de vermelding van den naam en
de woonplaats van den afzender, gewaarmerkt door
zijne handteekening
Schagen, den 30 Januari 1900.
De Burgemeester voornoemd,
S BRRMAN.
De Burg' meester van Schagen, brengt naar aanlei*
ding van art 15 2e lid der wet van 26 Mei 1870
(Stbl. No 82) ter kennis van belanghebbenden, dat
heden ter secretarie dezer gemeente gedurende 30
dagen tei inzage is nedergelegd eene opgave van uit
komsten van meting en schatting bedoeld in de artt.
15, 23 en 43 der gemelde wet.
Schagen, 6 Februari 1900.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
De Burgemeester van Schagen brengt ter kennis
van belanghebbenden
De Commissaris der Koningin in de provincie
Noord-Holland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier
provincie van 24 Januari 1900 no. 66;
Gelet op artikel 11 der „Jagtwet"
Brengt ter kennis van belanghebbenden:
a. dat de jacht op houtsnippen in deze provincie
zal worden gesloten op den 28sten April 1900 met
zonsondergang
b. dat de jacht op eenden zal worden gesloten den
28sten Ifebruari 1900 met zonsondergang;
c. dat de jacht op ander waterwild zal worden
gesloten den 31sten Maart 1900 met zonsondergang;
d. dat het weispel van kwartelen met steekgaren ol
vliegnet zal mogen worden uitgeoefend van 1 Mei
tot en met 14 Juli 1900
e dat de visscherij met het staande spieringnet zal
zijn gesloten van 1 Maart tot 1 November 1900
f. dat de visscherij met alle overige vischtnigen,
uitgezonderd die met aalkorven, aaldobbers en paling-
fuiken, die met het schepnet ol de gebbe om kleine
vischjes te vangen voor de aaldobbers en die op snoek
in de gemeente Texel, zal zijn gesloten van 15 Maart
tot 1 Juni 1900, en
g. dat gedurende den gestolen vischtijd, vermeld sub
f van dit besluit, ook het visschen met den hengel
in de hand is vei boden.
En zal dit besluit in het Piovinciaal Blad worden
geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord
holland worden aangeplakt.
hebben."
Raimar boog slechts even met het hoofd.
„Wellicht laat ge me nu persoonlijk recht
wedervaren, meer mag ik op dit oogenblik
niet eischen vaarwel I"
Hij ging, of tenminste hij wilde gaan,
maar daar ontmoetten zijn oogen de hare
en als getroffen door dezen blik, bleef hij
staan. De kille toon was verdwenen uit
zijn stem, zij had weder den ouden, droe
ven klank toen hij zeide
„Juffrouw één enkel woord
Met een afwerende beweging trad Edith
terug.
„Ik geloof, mijnheer Raimar, dat we elkaar
niets meer hebben te zeggen."
„Toch wel, een waarschuwing heb ik u
nog toe te roepen. Gij hebt den man nooit
gekend, met wien ge u hebt verloofd. Hij
heeft u verblind met zijn groote dingen,
zooals hij uw vader, zooals hij een elk de
oogen heeft verblind. Kijk naar het beeld,
dat ik u van hem heb geteekend, het is
het ware. Wilt ge werkelijk aan dezen
man uw toekomst verbinden Aan hem uw
geluk toevertrouwen
„Gij zijt zijn vijand!" antwoordde Edith
scherp en bitter. „Gij hebt alles in het
leeiijkste licht gesteld. Het kan zijn, dat
er veel is gebeurd, dat hij zich boven de
wet heeft geplaatst maar hij mag niet
met dezelfde maat als anderen gemeten
worden, hij is Felix Ronald. Hij kan eischen,
dat men hem over een anderen kam scheert
dan gewone menschen, hij kan eischen, dat
men voor hem en zijne scheppingen andere
wetten heeft. Gij ziet in hem slechts den
speculant."
„Dat doe ik nietriep Ernst met vollen
nadruk uit. „Ik heb het niet getracht, om
mijn tegenstander te verkleinen, ik heb
open en eerlijk den genialen trek erkend,
dien zoowel de man als zijn ondernemingen
aan den dag leggen, maar er heerscht een
dsemon in hem, die anderen, en ook v. el-
licht hemzelf, eenmaal in het verderf zal
storten. Hoed u daarvoor!"
Een zachte siddering ging er door de
Haarlem, 29 Januari 1900.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
(get.) VAN TIENHOVEN.
Schagen, 6 Febr 1900.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Vergadering van den
Raad der gemeente VV ierinsjen,
gehoudeD op Zaterdag 3 Februari 1900,
des namiddags 2 uur.
Aanwezig de heeren Obreen, J. Tijsen,
P. Tijsen, P. Kuut en P. Lujjt.
Afwezig de heeren Heijblok en Koorn.
Voorzitter de heer L. C. Kolfi, bur
gemeester.
Na opening door den Voorz., worden
door den Secr., den heer Poel, de notulen
der vorige vergadering gelezen en door
den raad onveranderd goedgekeurd.
Voorz. deelt mede, dat deze vergade
ring al vroeger had moeten plaats
hebben, doch dat ze door drukte op
de secretarie tot heden was uitgesteld.
1. Waren ingekomen 2 missives
van den heer Rijks-Ontvanger te Anna
Paulowna, dato 20 Dec. 1899 en 2
Jan. 19U0,behelzende de mededeelingen,dat
aan den heer Gemeente-Ontvanger alhier
zijn uitbetaald de sommen van f 215.295
en f 274.715.
2. Missive, dat door den heer Betaal
meester te Amsterdam op 6 Jan. 1900,
aan den heer Gem.-Ontv. is uitbetaald een
bedrag van f 1140.895.
3. Wordt ter tafel gebracht bet
proces-verbaal der door B. en W. op
26 Jan. 1900 gehouden kasverificatie,
waaruit blijkt, dat overeenkomstig boeken
en bescheiden in kas was f 4546.215. De
ontvaugsten hadden bedragen f25812.065,
de uitgaven f 21265.85.
4. Eec missive van heeren Gedepu
teerde Staten, dato 27 December 1899,
begeleidende de goedgekeurde begrooting
voor het dienstjaar 1900.
5. Een missive van den heer Com
missaris der Koningin, dato 11 Jan.
1900, begeleidende de goedgekeurde
verordening op de heffing en invordering
van Staangelden.
6. Worden met algemcene stemmen
de besluiten tot af- en overschrijving
op den dienst van 1899 van posten tot een
bedrag van f 525.vastgesteld.
7. Een schrijven van heeren Gede
puteerde Staten, begeleidende een ver
zoekschrift van Jn. Wit, om verminde
ring van schoolgeld. Wit geeft te kennen,
dat hij wekelijks f 9.verdient, met
vrjje woning en bovendien een stuk
tuingrond heeft. B. en W. adviseeren,
gestalte van het meisje. Dat waren immers
Ronald's eigen woorden; hij had ook van
een dsemon gesproken, die hem de hoogte
in had gevoerd, en dien hij volgen moest.
Edith dacht aan den toon en den blik, toen
hij dreigde den vijand te verpletteren, die
zijn weg ooit zou durven kruisen. Toen
had die duistere, geweldige macht zich even
laten kennen, en zij had er voor gegruwd,
maar het was nu te laat voor de waar
schuwing en voor het berouw.
„Gij spreekt van mijn verloofde, mijnheer
Raimar, hij heeft mijn woord."
„Eu ook uw hart
Edith zweeg; ze had „ja" willen zeggen,
slechts om aan het gesprek een einde te
maken, om die oogen niet langer te moeten
zien, maar die leugen wilde haar niet over
de lippen. Nu trad Ernst nader op haar toe.
„Edith Neen, wijk niet van mij terug.
Ik spreek niet voor mij zelf. Ik heb afge
sloten met alle hoop, toen ik dien stap deed,
want ik heb reeds lang geraden, hoe het
tusschen u en hem stond en wist en ge
voelde, dat gij mij hetgeen ik nu heb gedaan,
nooit zoudt vergeven. Wellicht overwint
Ronald in dezen strijd, wellicht brengt hij
mijn aanklacht tot zwijgen. Hij heeft mach
tige bondgenooten, hem staat het geld ten
gerieve en dit heeft groote macht hier op
de wereld, en ik sta alleen, zonder hulp.
Maar wanneer hij boven op zijn voetstuk
blijft, ik heb hem toch der wereld getoond
in zijn ware gestalte, en dat kan hij met
al zijn macht en geld niet te niet doen.
Ook bij u niet, en dat doodt ieder vertrou
wen. Edith, om uw zelfswille, maak u los
van dien man, eisch uw woord terug. Maak
u vrij tot eiken prijs."
„Neen sprak Edith, zonder hem aaD
te zien. maar met onbuigzamen trots.
„Edith
„Neen herhaalde zij. „Ik gaf hem mijn
woord en ik heb hem mijn handgegeven, toen
hij in volle glorie was en op ziju voetstuk
stond.' Hij heeft mij lief en hij legde alles
aan mijn voeten wat hij bereikt en veroverd
had, en ik heb het aangenomen als een
hierop afwijzend te beschikken.
Met algemeene stemmen wordt dien
overeenkomstig besloten.
8. Wordt aan J. Yroone geheele
ontheffing van Schoolgeld toegestaan.
9. Was ingekomen een verzoekschrift
vaD Mej. Ch. de 5 ries-Offringa, waarin
wordt verzocht, om eene kleine tegemoet
koming te mogen genieten, voor verwar
ming en verlichting van het telephoon-
kantoor. Wordt besloten, haar jaarlijksch
traktement te verhoogen met f 15.
10. Is aan de oide: het vaststellen
van 't kohier op de hondenbelasting.
Met algemeene stemmen wordt dit
kohier vastgesteld tot een bedrag van
f 327.
11. Volgt: Benoeming wegwerker.
Ingekomen waren 12 sollicitatiën, van C.
Smit, Joh. de Wit, H. Doves, C. Wieg
man, J. Nieuwenburg, S. D. Doves,
J. E. Halfweeg, J. J. Dekker, L. Kuil,
S. Heijblok Jr8. Smit, en N. S. Wage-
maker. De door B. en W. opgemaakte
voordracht luidde: 1. S. Heijblok Jr., 2
S. Smit, en 3 N. S. Wagemiker. Tot
stemming overgaande, verkreeg Heij
blok 1, Smit 3 en Wagemaker 1 stem
alzoo gekozen S. Smit. De raad stelde
de volgende werkuren vastin de Zomer
maanden van 's morgens 5 uur tot
's avonds 7 uur, en in de wintermaanden
van 's morgens 8 uur tot 's avonds 4
uur. Verder werden de heeren Kuit
en P. Tijsen benoemd als commissie-leden,
om toezicht te houden op de verschillende
werkzaamheden.
12. Wordt gelezen een verzoekschrift
van C. de Wit, om een halfjaar ontheffing
van hondenbelasting. Toegestaan.
13. Wordt tot ontvanger der begrafe
nisrechten, voor de begraafplaatsen te
Hippolytushoef en Stroa, benoemd de
heer Jac. Wijn.
14. Is ingekomen: Een schrijven van
den heer P. IJpma van Amsterdam,
verzoekende om vergunning tot't oprich
ten van een koffiehuis met biljart aan
den Oever. Voor kennisgeving aangeno
men.
15. De maandstaten der Zeegras
exploitatie over Nov. en Dec. '99 worden
ter inzage aangeboden.
Bij de algemeene rondvraag vestigde
de heer Obreen de aandacht op de
brievenbus aan de Haukes, welke ver
plaatst was. Vroeger hing deze voor aan
't huis van den brievengaarder, doch
thans is zjj verplaatst naar 't kantoor
aan de achterzijde van 't huis. De
lantaarn, welke daar aan den weg is
geplaatst, kan nu voor de bus niet van
dienst zijn. Spreker zou het wenschelijk
recht, dat mij toekwam. En nu, nu de
storm opsteekt,die hem bedreigde, nü zal
ik het woord breken, zal ik de eerste zijn,
die hem in het gevaar verlaat Hebt ge
zoo iets in ernst van mij kunnen denken
Gij wist het immers vooruit, hoe mijn ant
woord zou luiden?"
„Ik heb het gevreesd!" zeide Raimar zacht.
„En nu geen woord verder Wij mogen
elkaar niet meer spreken ga heen
Ernst gehoorzaamde, zijn blik vestigde
zich nog eenmaal op het gelaat van liet
mooie meisje; dan ging hij, zonder vaarwel,
zonder nog een blik op haar te werpen.
Edith was alleen, zij stond onbeweeglijk
en keek met droge, strakke oogen naar de
deur, die zich gesloten had achter hem
achter haar geluk.
Daar gingen twee menschen van elkander
in hetzelfde uur waarin twee anderen elkaar
vonden. Aan het eind van het park stond
een klein prieel, half verscholen, de lieve
lingsplaats van Wilma, en daar zat majoor
Harmut naast zijn verloofde.
Hij had zich vandaag nog niet willen
verklaren, de korte kennismaking gaf hem
daar nog het recht niet toe. Hij wilde
alléén het terrein verkennen, dan een be-
slissenden aanval doen, als de loopgraven
waren gelegd, en met slaande trom en vlie
gende vaandels de vesting in bezit nemen.
Voor den grooten aanval had hij zijn uniform
meegenomen, maar het heele zoo goed over
legde plan was in duigen gevallen en de
uniform was heelemaal niet noodig.
Toen hij daar zoo naast de jonge weduwe
zat en haar in de oogen keek,, toen had
zijn hart zoo raar gedaan en de bekentenis
was hem plots over de lippen gekomen.
Wilma had in het geheel niets gezegd,
maar hem haar beide handen toegestoken,
en toen had hij die handen niet gegrepen,
maar de kleine, blonde vrouw in zijn
armen genomen en aan zijn hart gedrukt.
En nu zaten ze daar beiden als midden in
het paradijs.
WORDT VERVOLGD.