PLAATSELIJK NIEUWS.
De TraDsvaalsche oorlog in
verband met liet Kapitalisme.
Behagen, 14 Februari 1900.
LEËKPLICHT-
meeting te Behagen, belegd door de
Afdeeling Behagen van het Nederlandsch
Onderwijzer» Genootschap, gehouden in
de zaal van den heer D. van Twuiver,
op Dinsdag 13 Febr., des avonds te half
acht uur. Spreker de heer Mr. DeKanter.
Een 150-tal belangstellenden waren
opgekomen, waaronder de vertegenwoor
digers der vereeDigingen Bond van Ne-
derlandsche onderwijzers, D. O. G., Bar-
singerhorn, Yereeniging Getrouw School
bezoek, Oude Niedorp, Afdeeling Oudesluis
Ned. Ouderw. Genootschap, Dept. Winkel,
Behagen en Kolhorn van de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen, en van Volks
onderwijs te Winkel en Nieuwe Niedorp.
De heer De Vries van Schagerbrug, omdat
voorzitter van de afd. Schagen van het Mag
N. O. G., opende met een woord van
welkom en opwekking de vergadering.
De heer De Kanter begon zijn rede
met te zeggen, dat het onderwerp, dat
hij hedenavond zou behandelen, er niet
op kan bogen niouw te heeten. Wat al
jaren is er over leerplicht geeproken, wat
al jaren is er over leerplicht geschreven,
en met elke nieuwe verkiezing heeft het
dienst moeten doen als propaganda-middel.
Als ik een griet heb tegen de lib. partij,
zegt spr., is het deze, dat ze te lang
met leerplicht heeft gesold. Heel lang
heeft het geduurd, maar nu is het god
dank bij de 2de Kamer aanhangig. 'tWas
ook niet heelemaal onwaar, wat De Savor-
nin Lohman in zijn blad zeide, dat deze
regeering, die met nieuwe ontwerpen zou
komen, een van de oudste knollen had
van stal gehaald.
Maar, zoo zeg Spr., er is reden voor,
op te zien tegen eon ontwerp voor leer
plicht, want wanneer men putje bij paaltje
houdt, en men zegt zet dan eens zulk
een ontwerp in elkaar, dan verrijzen er
zeer vele bezwaren. En al heeft men met
die bezwaren niet geheel en al gelijk,
een grond van waarheid zit er toch
steeds in. Een uitnemend man heeft nu
een ontwerp-wet in elkaar gezet, een
man, die meermalen de invoering van
leerplicht heeft verdedigd. Het is gewor
den een eiBch van den tegenwoordigen
tijd, die zich op den voorgrond heeft
gedrongen.
Een eisch van den tegenwoordigen tijd,
gelukkigDe groote hoofdbezwaren, die
er vroeger tegen hebben bestaan, ze wor
den niet meer gevoeld overal. Zelfs anti-
revolutionnaire kringen en de katholieken,
de centrumgroep, hebben begrepen, dat
het is een eisch des tijds.
De drie hoofdbezwaren tegen leerplicht
zijn De staat heeft geen belang, de
staat is niet bevoegd, het is niet dringend
noodzakelijk.
De staat heeft geen belang 1 Is 't niet
een eerste eisch, dat 't volk over alle
lagen der maatschappij zij een weloat-
wikkeld volk Er wordt beweerd, dat
het volk niet zoo knap behoeft te zijn,
want hoe knapper het wordt, hoe lastiger.
Zeker, meerdere ontwikkeling brengt
meerdere behoeften met zich. Maar zou
men in 't openbaar durven zeggen, dat
het een staatsbelang is, een domme schaar
te houden
Spr. zegt vervolgensLaat ons een
oog slaan op de keerzijde der medaille
en zien, wat het gevolg is van het niet
geven van onderwijs. De statistiek leert
ons dat.
Statistiek wil Spr. noemen het weer
geven van den toestand in onze maat
schappij in cijfers.
En die statistiek leert, dat in 1897
20 pCt, van do gevangenen analphabeten
Welke opvoeding? Ze te laten rond- volutionnairen aangegrepen om te zeggen: 1 comité met de lan lbouwcursussen, dat
zie maar, ze willen ons dwingen onze de jongens niet in staat zijn het onder-
kinderen naar de Scaats-school te zenden, wijs met vrucht te vo.gen,om at ze in e
men wil het bijzonder onderwijs den kop jaren, sinds dat ze van schoo zijn gegaan
indrukken. Dat bezwaar heeft de minis- tot het oogecblik, dat ze de cursu-s n gaan
ter oudervangen. Staatsschool, bijz. volgen, hetgeen ze geleerd hebben zijn
school en huis-onderwijs, is hetzelfde, vergeten. Juist in d;e tusschenruimte van
als het kind maar leert, als het kind j 1, 2 of 3 jaar géén onderwijs, zit het
loopen op straat, ze te laten opgroeien
tot niet-outwikkelden, tot menschen die
niets kennen, tot non-valeurs
Ja, zoo vervolgt spr., bij de anti-
revolutionnaire partij, daar hebben ze het
steeds over de vaderlijke macht, dat
vinden ze zco'n allemachtig mooi ding,
daar zeggen zeje blijft van mijn kiud
af. Daar is die vaderlijke macht iets
heerlijks, een kruidje-roer-me-uiet. En
dan voeren ze daarvoor aan een bijbel
tekst, dien spr. 't eerst te Enkhuizen
hoorde en waarmede men leerplicht in
den grond trachtte te duwen. Die tekst
waskinderen zijn een erfdeel des
Heereu. Ja goddank, roept spr. uit, een
erfdeel des Hceren. Maar dan herinnert
spr. aan een anderen tekst van de 1,5 en
10 talenten, en waar degeen, die het
eene talent had begraven, werd berispt
hij een onnutte dienstknecht was.
men dan het erfdeel des Heeren
laten opgroeien tot ellende, tot wezens
die hun hoofd niet kunnen gebruiken
Men moet zijn kinderen onderhouden
en opvoeden, zegt de wet; hier wordt een
plicht opgelegd wat te doen, maar
ook om iets niet na ie laten. Door het
nalaten kan men veel kwaad doen en
met het uiet-zenden van de kinderen
naar school, is men bezig iets na te
laten. Door den strafrechter wordt reeds
meermalen aan ouders de macht ont
nomen en spr. wijst op de wet voor het
verwaarloosde kind, waar de staat meer
gebruik zal maken van haar recht
om ouders hun macht te ontuemeD. Spr.
meent dat de staatsbevoegdheid in deze
kwestie vrij vast staat en ze wordt ook
niet meer ontkend.
't Is niet noodig, luidt het derde be
zwaar er gaan heel aardig wat kinderen
school, wordt er beweerd. Laat de cijfers
weer spreken. Hoeveel kinderen krijgen
absoluut geen onderwijs? 59.700, die
in 't geheel geen onderwijs genieten.
Maar dat cijfer mogen we zoo niet aan
vaarden; daar moeten worden afgerekend
de kinderen, die zoo aanstonds de school
zullen bezoeken als het tijdstip van
aanteekening in Maart of Februari is
genomen de kinderen, die de school zoo
maar wordt onderwezen in de vakken,
die de wet op het lager onderwijs eischt.
Daarmede werd het genoemde hatelijke
argument weggecijferd.
Dan de gemoedsbezwaren. Spr.
vindt, dat men daarover niet te gering
moet denken. De minister doet dat ook
niet. Als men in een kring van drie
kwartieren geen school vindt naar zijn
overtuiging, is men geheel vrij zijn kiud
thuis te houden. Dat vinden velen van
liberale zijde te ver gaan. Ge
moedsbezwaren, die niet ernstig zijn,
vaden er buiten, de wet geeft maat
regelen aan, dat te onderzoeken.
Vaccine-dwang bestaat bij leerplicht
ook niet, ofschoon die in 't geheel niet
kwaad
Wie zal het betalen! wordt er geroe
pen. Er zal zooveel op ons budget bij
komen voor onderwijs, zeggen de
gemeentebesturen. Piano-aan, zegt de
minister, eerst over 3 jaar behoeft het
gereed to zijn, en de gemeentebes!urer
zelf maken het program op van het
herhalingsonderwijs en het vakonderwijs
in hunne gemeente. De schoolopzieners
en de Ged. Sr. zijn er voor controle.
Men hoort, zoo eindigt spr., steeds
over volksweerbaarheid, en men zegt:
leer ons volk schieten, en men wijst
dan op de Boeren.Nu, leer het schieten,
maar bouw dan eveneens de koppies,
waarachter de Boeren zich zoo handig
bestaat, zooals spr. zegt. Men moet wel kunnen verbergen. Men zegt ook, dat
zijn kind vaccineeren, als men 't op die volksweerbaarheid zoo goedkoop is;
school hebben wil, maar zendt men het laat men dan de helft voor oorlog en mari-
niet naar school, dan behoeft het ne aan onderwijs geven,want er is ook nog
kind niet gevaccineerd te worden. En een andere volksweerbaarheid, een weer-
heeft men uü bezwaar tegen vaccinatie, baarheid, die ons volk in staat zal stellen,
zegt het ontwerp-wet op leerplicht, dan be- vooruit te gaan,die den nood uit veler huizen
hoeft ge uw kind niet naar school te zal verdrijven, zoodat niet velen zullen
zenden. Sommigen vonden den leerplicht behoeven te zeggen ik ben arm en ik
zoo geschikt, vaccine-dwang in te voeren; blijf arm, omdat ik niks ken. Laat ons
de minister bedankte evenwel. De mi- nooit klagen, dat het veel geld kost; als
nister gaat zelfs zoo ver, dat, als je dat geld maar vruchten afwerpt, dan
heelemaal je kind niet naar school wilt zullen we kunnen zeggen: gelukkig
zenden, dan behoef je niet, maar dan moet vaderland! Wellicht zal ik het niet be-
ge een verklaring teekenen, dat ge het1 leven, maar als ik leerplicht voor mijn
voor het heil van uw kind wen- dood aanstaande zal zien, dan zal
echelijk vindt, dat het geen onderwijs ik reeds gelukkig zijn. Ik heb gezegd,
ontvangt. (Daverend en langdurig applaus.)
Spr. zou gaatne zien, dat de namen In het debat brengt de heer Holle
van die ouders, die dat durven verklaren, dank aan Spr., voor de wijze, waarop
publiek werden bekend gemaakt. hij het onderwerp heeft behandeld,omdat
Een groot bezwaar is het niet goed hij daarmede heeft bewezen, hart te heb-
gevoed en gekleed zijn der kinderen en ben voor het kind.
dat de minister die evengoed dwingt naar Spr. doet vervolgens een drietal vra-
school te gaan. Daarin moet bij deze gen, die in 't kort behelzen waarom
wet worden voorzien, zeggen velen. Spr. geen verplicht onderwijs in teekenen, en
is het met den minister eens, dat er uiet nuttige handwerken voor meisjesis
in kan worden voorzien bij de wet op leerplicht verplichtend voor 6 jaar, dus
juist hebben verlaten indien het tijdstip den leerplicht,dat zulks behoort bij Ar-zat men op scholen van 7 of 8 klassen na de
later is genomende zwervelingen,
waaronder de schipperskinderen, achter
lijken, ziekeD, kortom allerlei groepen.
Hoeveel er dan overblijven De minister
zegt 9000, de Standaard zegt 3000. Is
dat nu een getal, zoo roept men, om
leerplicht voor in te voeren P Al had de I en de minister dan
Standaard gelijk, zou spr. ja op die vraag ning kan houden.
menzorg.In dezen verwacht spr. voorloo- 6e klasse van den leerplicht ontslagen zijn;
pig alles van de philanthropie, die in
Nederland steeds nog heeft geholpen
waar haar steun werd gevraagd.
Spr. zegt „voorloopig,"daar de wet op
de Armenzorg toch moet worden herzien
met dit geval reke-
Leerplicht zelf zal
antwoorden.Maar dat absolute school- j mede een middel zijn, om langzamerhand
verzuim is het niet, dat het groote kwaad dit euvel te veranderen, want men zal
wrocht; het betrekkelijke schoolverzuim krijgen een beter ontwikkeld geslacht en
is de kanker, het te vroeg verlaten der doen verdwijnen die vele onontwikkel-
waren, menschen, die niet konden lezen
of schrijven. Rampzalige toestand 1 De
school, het ongeregeld bezoeken der
lessen, dót is het kwaad.
Spr. vraagt, of de mtllioenen, die in
ons land voor onderwijs worden uitge
geven, nuttig worden besteed; of daarmede
ons volk wordt gebracht op een peil van
ontwikkeling Spr. gaat, om die vraag
te beantwoorden, met ons naar den militie
raad en luistert daar de gesprekken af der
miliciens, wien gevraagd wordt, of ze kun
nen lezen of schrijven. Hoe droevig wordt
ons daar de toestand geschetst. Die
jonge man, die op hot punt staat de
maatschappij in te gaan, met zoo'n leeg
hoofd, hoe ellendig 1
Waar de schuld? zegt spr. Ze hebben
toch school gegaan Doen de onderwij
zers dan niet hun best
Daarna schetst Spr. als antwoord op
de vraag: waar de schuld de toestanden
op de scholen op het platteland, waar
iu zekere tijden van het jaar de school
is ontvolkt en hoe ondoenlijk het voor
de onderwijzers is, van die kinderen,die
zoo hall de school bezoeken, iets te ma
ken, hoe ze onmogelijk goed classicaal
opzien al
te mooi.
Daarna
de motie,
bovenkamer dier ongelukkigen was niet onderwijs op dergelijke scholen kunnen
in staat, hun den strijd om het bestaan
te doen volhouden, ze konden er langs
eerlijken weg niet komen, zonder werk
aan de wanhoop overgegeven, tot mis
drijf gebracht.
Spr. geeft daarna in cijfers aan, hoeveel door den
militie-plichtigen er op 19- h 20-jarigen 4 7/10 pCt.
leeftijd niet konden lezen of schrijven
dat liep tot 372/io P^t. Wie durft er,
zoo vraagt spr., zoo'n toestand voor zijn
verantwoording nemen Er is in 1870
gezegd, dat de Duitsche onderwijzers
geven, t Gebeurt spr. dikwijls, dat hij
die onderwijzers aan dergelijke scholen
moet bewonderen om hetgeen ze er nog
van terecht brengen. De cijfers van be
trekkelijk schoolverzuim waren opgegeven
miuister als 114/10 pCt. en
Maakt men dadr nu zoo'n
men
drukte om? werd er gevraagd; dat is
gering. Men had evenwel er bij genomen
plaatsen van beteekenis, waar het school
verzuim gering was en welke cijfers
die zoodoende tegen die van het platte-
den, die niets kennen en doodarm zijn.
En wanneer de particuliere philanthropie
niet genoeg doet, kan de regeeriqg helpen
uiet subsidies te schenken voor dat doel.
't Wordt te druk voor de onderwijzers
en schoolopzieners, is ook een bezwaar.
Dat bezwaar kan spr. niet deelen en het
is door de onderwijzers ook nooit nog
beweerd. De eenige drukte, die de onder
wijzer zou kunnen hebben, is het bijhou
den der absentielijsten; alsof dat nu niet antwoordt
evengoed moest geschieden.
Aan bet hoofd der school is de bevoegd
heid gegeven, in een aantal gevallen te
bepalen, dat het schoolverzuim geen straf
baar verzuim is. Dat wordt gebracht
tot 10 schooltijden verzuimen in de 28
dagen. Sommigen keuren die bevoegdheid
af; er zal geknoeid worden, beweren ze.
Spr. gelooft dat niet; maar leert de prak
tijk het anders, wel, dan kan later die
bevoegdheid anders worden geregeld.
Voor den landbouw zijn uitzonderings
bepalingen gemaakt, daar de landbouw
de kinderhanden op zekere tijden bij
den arbeid niet kan missen. De regee
ring staat toe, de vacanties en schooltijden
zóó te regelen, dat die landarbeid moge
lijk blijft. In Duitschland wordt er bijv.
op sommige tijden school gehouden van
5 tot 7 uur en dan verder vrijaf. De
wetgever staat toe, boven de vacanties,
wanneer het noodzakelijk is, nog 4 weken
de school te sluiten. Spr. wijst op Bever
wijk b.v., waar in den aardbeientijd zoo
iets noodig is.
Daarna wijst Spr. op het verschil in
het le en 2e ontwerp van den minister,
en het laatste ontwerp is Spr. zoo lief,
en was het niet goed bij deze leerplicht
wet tevens te regelen het salaris, dat
onderwijzers voor het herhalingsonderwijs
zullen mogen eischen
De heer Feisser vraagt Spr.'s meening
over het bezwaar van weer en wegen
met het geven van herhalingsonderwijs in
den winter. Spr. noemt het zeer be
zwaarlijk voor kinderen van buiten de
kom der gemeente, dat ouderwijs te
volgen.
De heer De Kanter antwoordt in het
breede,dat hij de vakken teckenen en nutti
ge handwerken ook verplichtend zou willen
ziendat de leerplicht is 6-jarig; dat
de minister heeft beloofd, de salarissen
der onderwijzers na de aanneming van
leerplicht te zullen regelen, opdat
de onderwijzers niet zooals tot dusverre
aan de willekeur der gemeentebesturen
zijn overgegeven. Den heer Feisser
hij, dat hij de
meisjes des zomers en de jongens des
winters de herhalingsschool zou willen
laten bezoeken en meent dat deze laatsten
tegen een reisje naar school niet zullen
is het weer nu eens niet al
dringt spr. er warm op aan,
die werd gesteld ten gunste
van leerplicht, aan te nemen, opdat de
(daar is leerplicht)hun soldaten de Fran- land opwogen, en zoodoende kreeg men omdat daarin herhalingsonderwijs is opge-
schen hebben doen overwinnen; dat durft zulk een mooi cijfer,
spr. nu niet direct te beweren, maar Later evenwel zijn de cijfers opgemaakt
wel weet hij, dat, al heeft men door de van elke gemeente apart en toen kreeg
afschaffing der plaatsvervanging het ge- men bijv. in het district Goes zelfs
halte in onze kazernen willen verbeteren, plaatsen van 52, 59 en 60 pCt. Spr.
men zonder leerplicht zal krijgen een gelooft, dat er geen principieel bezwaar
klein deel ontwikkelden en een groot deel zal bestaan tegen het noodig-ziju
onontwikkelden. Op den 19-jarigen leef- van leerplicht; dat spreekt,
tijd is het lezen en schrijven velen ont- Spr., maar al te duidelijk
nomen. Spr. wijst er op, dat het herha
lingsonderwijs reeds sedert 1806 bestaat,
maar dat het steeds is geweest een doode
letter in de wet. Wat Spr. evenwel dit
ontwerp nog liever maakt, is, dat er aan
dat herhalingsonderwijs vakonderwijs zal
worden verbondenhij noemt het een
volgens zegen, dat in deze wet eindelijk wordt
erkend, dat, wil de lagere volksklasse wat
regeeriog zal kunnen zeggen, dat achter
haar staat een groot deel van het volk,
dat dien leerplicht wil. Spr. wijst hier
nog mee nadruk op het feit, dat 't juist
zeer vele werklieden-vereenigingen zijn die
om leerplicht roepen.
De motie, luidende
De vergadering, als meeting saamge-
komen op 13 Febr. 1900te Schagen,ter be
spreking van het ontwerp-Leerplicht,
thans bij den Tweede Kamer aanhangig,
spreekt den wensch uit, dat dit ont
werp zooveel mogelijk ongewijzigd door
de Staten-Generaal zal worden goedge
keurd,
werd met overgroote meerderheid
aangenomen.
De voorzitter sloot met een hartelijk
dank aan spreker en aanwezigen, en
met de hoop, dat leerplicht spoedig
worde verbeven tot wet, de vergadering.
O p den Feestavond van
den Tooneelwedstrijd op 4 Maart a.s.
zal de Schager Rederijkerska-
mer opvoeren: „Het boerinnetje van
Woubrugge," blijspel in twee bedrijven.
De Rederijkerskamer „De
f Hoop" van A a r t s w o u d, de met goud
gaan. Uit deze genoemde feiten, zegt De heer De Kanter behandelt daarna worden, ook zij onderwijs moet hebben bekroonde Kamer, zal op dien avond
spr., spreekt het staatsbelang zoo gruwe- de bezwaren, die aan de ontwerp-wet tot 17 jaar. Spr. noemt het een plicht °Pv<>eren „Eene kleine vergissing,"
lijk duidelijk. Leerplicht zijn verbonden. Volgens Spr. van deu staat, voor al zijn landskinderen blijspel met zang in één bedrijf, door
Mag dat zoo maar? wordt er gevraagd, moet men piano-aan beginnen, want. te zorgen en ze te geven voortgezet lager Anthonie. Daar zullen in optreden: de
Mag die staat alles? Mag die staat ons zooals gezegd, in die bezwaren, al zijn onderwijs tot hun 17e jaar, opdat ze goed heeren J. Groen, F. Mienis, J. de Geus,
commandeeren, wat wij met onze kinde- ze niet alle waar, ligt steeds een grond onderlegd het leven ingaan en b o v e n Koorn, de damesM. Groen, J. Kort
ren moeten doen Mag hij met de ge- van waarheid. Mocht het later blijken,
vangenis dreigen, als we er geen lust in dat de ervaring leert, dat verschillende
hebben, onze kinderen naar school te dingen in de wet niet goed zijn, men
zenden Die uitbreiding van staatsbe- kan ze dan verscherpen. Dit wetsont-
voegdheid laten we niet toe. werp bewijst, volgens Spr., dat het is
lezen, rekenen en schrijven, ook iets te
weten komen omtrent hun vak.
Maar er wordt nu ook veel aan vak
onderwijs gedaan. Spr. zegt, dat er niet
anders dan subsidies worden gegeven en
en E. üeutekom.
De eerste 5 deden de Kamer de gou
den medaille verwerven.
Dinsdag 20 Febr. heeft er
eene leden-vergadering plaats van de
Weinigen weten, dat die staatsbevoegd- gemaakt door een man, die zijn natie dat het te veel middelbaar onderwijs is, afdeeling Schaden van°de I iïv«» l
heid reeds bestaat.OnsBurgerlijkWetboek, kent, die de toestanden kent, diewil.dat en dat, als men straf wil zijn, men al de Unie le
spr. wil niet zeggen met God en met men een wet krjjge. die tenslotte door leeraars aan de ambachtsscholen moest De Dunten van hehanAoUn^ n i
eere, bestaat al 62 jaar en daarin staat allen zal worden gewaardeerd. ontslaan, omdat ze geen akte M. O. heb- ning ove T899 Verïwfn7/Ju:
een artikel 353, waarin den ouders de Leerplicht is de jongste naam, vroe- ben.- Dat moet ophouden, zegt Spr, er leden weVens 'Jriod ek^Jfi S'
verplichting wordt opgelegd, hunne min- ger heette het schoolplichtigheid, vervol- moet op doeltreffende wijze vakonderwijs de heeren T aftreding van
derjarige kinderen te onderhouden en gens schoolplicht. Dat was niet de wa worden gegeven
op te voeden't is niet voldoende, ze te re naam, leerplicht moest het zijn. Die
J
en
L J. Roggeveen, M. Visser
L H.W. v. Rossem en vertrek van den
voeden, maar wel degelijk ep v o e d e n. j naam Schoolplicht werd door deWi-zw-j eok ''W hetg.1 val6 «^hèf Landbouw- KiosrLht 'ma h* d« ïlb" ülS
Zaterdag jï. trad met borengenoemle rede alhier
voor het publiek op de heer F. Domela Nieowenhuis.
Namens de Vrije Socialisten-rereeniging te Schagen
opende de heer Meulevelt de vergadering met een
hartelijk welkom en de mededeeling. dit de heer
Staalman voir de nitnoodiging om te komen debat'
teeien had bedankt en geschreven had, dat binnenkort
in zijn blad het antwoord aan Domela Nieuwenhuia
ion komen, hetwelk hij dezen nog verschuldigd was.
Met een herinnering aan het jubileum van Koningin
Victoiia begon de heer Nieuwenhuis daarop zijn rede.
In het toen verschenen manifest aan haar volk schreef
zij, dat, als het van haar afhing, het wachtwoord overal
zou zijn „Vrede, vrienden, is de leuze." Spreker
vond dit een voortreffelijk woord, het trof hem vooral
omdat er zoo klaar uit blijkt, dat het maken van
oorlog of vrede niet van de koningen afhangt. Zij
wo-dén voo uitgeschoven De werkelijke heerschera
over oorlog en vrede zijn de geldlni Daarop telkens
te wijzen, is plicht der socialisten. Ook op Chamberlain
kan men niet de gebeele schuld van dezen oorlog
werpen, al is hij beliokken in vele fiuantiëele Zuid"
Afiikaansche operaties Ook hij wordt voornitgeschoven
De belangzucht der Engelschen in hel algemeen dry ft
tot oorlog Ook de lamheid en lafheid van dit volk
is een krachtige factor voor het blijven heerschen van
tirannen en geldlui. De vredesconferentie noemde
spreker eene groole comedie. Hij geloofde zeker, dat
de diplomaten daar elkaar niet zonder lachen hebben
kunnen aanzien, evenmin als de priesters vroeger in het
Heidensche Rome elkaar aan durfden kijkenj wanneer
zij voor het volk de offeranden naar de altaren hunner
afgoden brachten,
In het breede schetste de haer Nieuwenhuis ver
volgens ie geschiedkundige ontwikkeling der Zuid-
Afrikaansche staten vanaf de eerste nederzetting onder
Jan van Riebeek, tot de oorzaken van dezen oorlog.
Hij herinnerde er ond^r anderen aan, dat de Trans
vaal in 1848 de suzereiniteit aan onzen koning had
aangeboden, die er echter voor bedankt had.
Na de geschiedkundige inleiding besprak de heer
Nieuwenhuis de kwestie, die hij met den heer Staalman
had Nieuwenhuis had beweerd, dat Paul Kruger een
■tuk grond aan de dyaamietmaat9chappij had verkocht
voor de groote som van f 1 200.000. Die grond was
lang de som niet waard, maar de dynamietmaatschappij
had van Kruger of liever van de Transvaal eene
voordeelige concessie verkregen.
Nieuwenhuis zag in de groote som na eeDe belooning
aan Kruger voor de verkregen concessies. De heer
Staalman ontkende de feiten, waarop Spreker de
officieële akten, betreffende den verkoop van den grond,
had gepubliceerd. Tot heden had Staalman op deze
publicatie niets geantwoord, waardoor hy, volgens
Spreker, den schijn van oneerlijkheid had op zich
geladen, te meer, daar Staalman in zijn blad niet
eens de akten had opgenomen, of iets had weerlegd.
Reeds drie maanden ware» na deze zaak verloopen en
nog had de heer Staalman niets In zijn blad geantwoord.
Nadat spreker nog zyne sympathie had betuigd met
de Boeren, die zoo wakker voor hunne onafhankelijk
heid strijden, werd eene kleine pauze gehouden
Na de pauze vergeleek de heer Nieuwenhuis den
Boerenkrijg met den strijd der Atjehneezen, voor wie
hij ook zooveel bewondering had en sprak als zijne
meening uit, dat wij, Nederlanders, niet minder roof
zuchtig, onedel, eoz waren dan de Engelschen. Den
arbeiders bewees hij, dat zij van den oorlog nooit iets
te wachten hadden, dat die altijd in het belang der
geldlui was en dat de arbeiders immer het kind van
de rekening waren en dus tegen eiken oorlog moeten
zijn.
Met een woord van hulde aan De Brain en Takken-
borg, de twee weerspannige miliciens, eindigde spreker
zijne niet zeer belangwekkende rede
De vergadering, die nist druk bezocht was,
werd daarop op de gebruikelijke wijze gesloten.
Door de gladdigheid had
het 11-jarig zoontje van den heer
S. Overtoom Woensdagmorgen het onge
luk, zoodanig op zijn achterhoofd te
vallen, dat hij bewusteloos bij den heer
P. van Twuijver moest worden binnen
gedragen. Zijn toestand is niet zonder
gevaar.
TRANSVAAL.
Als de EDgehche regeering maar half
geloofde, dat 't voor zoeten koek zou
worden opgenomen, zou ze de wereld wijs
maken, dat Buller eigenlijk voor zijn
pleizier den Vaalkrans heeft verlaten en
voor de derde maal de overzijde van de
Tugela heeft opgezocht. Nu, wédrom hij
eigenlijk is teruggegaan, zegt Buller zelf
in een rapport aan Lord Roberts
„Het was noodzakelijk na de bezetting
van Vaalkrans dezen heuvel te verster
ken tot een steunpunt voor andere
operaties, maar ik bevond, na het twee
dagen beproefd te hebben, dat wegens
de gesteldheid van den bodem zulks niet
doenlijk was. De heuvel was bovendien
blootgesteld aan het vuur der zware
kanonnen, die waren opgesteld in
posities, welke onze artillerie-stellingen
beheerschten. Het is voor troepen, die
op Ladysmith aanrukken over Harding
of Mongers—drift noodig, om Vaalkrans
veilig bezet te houden. Dienovereenkom
stig zetten wij den aanval langs deze
wegen niet voort, daar wij dien niet
veilig kunnen maken."
Nog duidelijker geeft een beschrijving
van een correspondent van de Times
weer het onmogelijke voor Buller, om
Vaalkrans bezet te kunnen houden,en dat
de Boeren hem gedwongen hebben,te gaan
vanwaar hij was gekomen.
Die correspondent zegt, dat de Boeren
de kanonnen Dinsdagmorgen hadden
kunnen opstellen in kloven, welke den
Vaalkrans bestreken, terwijl ze zelf on
zichtbaar waren. De pogingen der En
gelschen, om die kanonnen tot zwijgen
te brengen, waren alle tevergeefs. De
Boeren schoten onafgebroken den ge-
heelen dag door.
Tegen vior uur deden de Boeren, na
hevig geschoten te hebben met hun ka
nonnen, een krachtige poging om Vaal
krans te heroveren, daartoe over een
geheel onbegroeiden nek vooruitrukkende,
die Brakfontein met Vaalkrans verbindt.
Het gras op dezen nek was 's morgens
in brand gestoken door het vuren en
rookte nog. Zij zonden een hevig salvo
in de voorste rijen der Durham's, zoodat
dezen tijdelijk terugtrokken, maar de
Kings en de Schotsche jagers kwamen
hun spoedig te hulp, en de Durhams her
overden met de bajonet het schaosje en
namen verscheiden Boeren gevangen.
Dit gedeelte van het gevecht duurde
slechts een half uur.
Vooruitrukken was den Engelschen
onmogelijk. De stelling gaf hen te
weinig ruimte om kanonnen te plaatsen
en er was geen dekking tegen het kruis
vuur der Boeren, dat zonder ophouden
aanhield.