PLAATSELIJK NIEUWS. De TraDsvaalsche oorlog in verband met liet Kapitalisme. Behagen, 14 Februari 1900. LEËKPLICHT- meeting te Behagen, belegd door de Afdeeling Behagen van het Nederlandsch Onderwijzer» Genootschap, gehouden in de zaal van den heer D. van Twuiver, op Dinsdag 13 Febr., des avonds te half acht uur. Spreker de heer Mr. DeKanter. Een 150-tal belangstellenden waren opgekomen, waaronder de vertegenwoor digers der vereeDigingen Bond van Ne- derlandsche onderwijzers, D. O. G., Bar- singerhorn, Yereeniging Getrouw School bezoek, Oude Niedorp, Afdeeling Oudesluis Ned. Ouderw. Genootschap, Dept. Winkel, Behagen en Kolhorn van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, en van Volks onderwijs te Winkel en Nieuwe Niedorp. De heer De Vries van Schagerbrug, omdat voorzitter van de afd. Schagen van het Mag N. O. G., opende met een woord van welkom en opwekking de vergadering. De heer De Kanter begon zijn rede met te zeggen, dat het onderwerp, dat hij hedenavond zou behandelen, er niet op kan bogen niouw te heeten. Wat al jaren is er over leerplicht geeproken, wat al jaren is er over leerplicht geschreven, en met elke nieuwe verkiezing heeft het dienst moeten doen als propaganda-middel. Als ik een griet heb tegen de lib. partij, zegt spr., is het deze, dat ze te lang met leerplicht heeft gesold. Heel lang heeft het geduurd, maar nu is het god dank bij de 2de Kamer aanhangig. 'tWas ook niet heelemaal onwaar, wat De Savor- nin Lohman in zijn blad zeide, dat deze regeering, die met nieuwe ontwerpen zou komen, een van de oudste knollen had van stal gehaald. Maar, zoo zeg Spr., er is reden voor, op te zien tegen eon ontwerp voor leer plicht, want wanneer men putje bij paaltje houdt, en men zegt zet dan eens zulk een ontwerp in elkaar, dan verrijzen er zeer vele bezwaren. En al heeft men met die bezwaren niet geheel en al gelijk, een grond van waarheid zit er toch steeds in. Een uitnemend man heeft nu een ontwerp-wet in elkaar gezet, een man, die meermalen de invoering van leerplicht heeft verdedigd. Het is gewor den een eiBch van den tegenwoordigen tijd, die zich op den voorgrond heeft gedrongen. Een eisch van den tegenwoordigen tijd, gelukkigDe groote hoofdbezwaren, die er vroeger tegen hebben bestaan, ze wor den niet meer gevoeld overal. Zelfs anti- revolutionnaire kringen en de katholieken, de centrumgroep, hebben begrepen, dat het is een eisch des tijds. De drie hoofdbezwaren tegen leerplicht zijn De staat heeft geen belang, de staat is niet bevoegd, het is niet dringend noodzakelijk. De staat heeft geen belang 1 Is 't niet een eerste eisch, dat 't volk over alle lagen der maatschappij zij een weloat- wikkeld volk Er wordt beweerd, dat het volk niet zoo knap behoeft te zijn, want hoe knapper het wordt, hoe lastiger. Zeker, meerdere ontwikkeling brengt meerdere behoeften met zich. Maar zou men in 't openbaar durven zeggen, dat het een staatsbelang is, een domme schaar te houden Spr. zegt vervolgensLaat ons een oog slaan op de keerzijde der medaille en zien, wat het gevolg is van het niet geven van onderwijs. De statistiek leert ons dat. Statistiek wil Spr. noemen het weer geven van den toestand in onze maat schappij in cijfers. En die statistiek leert, dat in 1897 20 pCt, van do gevangenen analphabeten Welke opvoeding? Ze te laten rond- volutionnairen aangegrepen om te zeggen: 1 comité met de lan lbouwcursussen, dat zie maar, ze willen ons dwingen onze de jongens niet in staat zijn het onder- kinderen naar de Scaats-school te zenden, wijs met vrucht te vo.gen,om at ze in e men wil het bijzonder onderwijs den kop jaren, sinds dat ze van schoo zijn gegaan indrukken. Dat bezwaar heeft de minis- tot het oogecblik, dat ze de cursu-s n gaan ter oudervangen. Staatsschool, bijz. volgen, hetgeen ze geleerd hebben zijn school en huis-onderwijs, is hetzelfde, vergeten. Juist in d;e tusschenruimte van als het kind maar leert, als het kind j 1, 2 of 3 jaar géén onderwijs, zit het loopen op straat, ze te laten opgroeien tot niet-outwikkelden, tot menschen die niets kennen, tot non-valeurs Ja, zoo vervolgt spr., bij de anti- revolutionnaire partij, daar hebben ze het steeds over de vaderlijke macht, dat vinden ze zco'n allemachtig mooi ding, daar zeggen zeje blijft van mijn kiud af. Daar is die vaderlijke macht iets heerlijks, een kruidje-roer-me-uiet. En dan voeren ze daarvoor aan een bijbel tekst, dien spr. 't eerst te Enkhuizen hoorde en waarmede men leerplicht in den grond trachtte te duwen. Die tekst waskinderen zijn een erfdeel des Heereu. Ja goddank, roept spr. uit, een erfdeel des Hceren. Maar dan herinnert spr. aan een anderen tekst van de 1,5 en 10 talenten, en waar degeen, die het eene talent had begraven, werd berispt hij een onnutte dienstknecht was. men dan het erfdeel des Heeren laten opgroeien tot ellende, tot wezens die hun hoofd niet kunnen gebruiken Men moet zijn kinderen onderhouden en opvoeden, zegt de wet; hier wordt een plicht opgelegd wat te doen, maar ook om iets niet na ie laten. Door het nalaten kan men veel kwaad doen en met het uiet-zenden van de kinderen naar school, is men bezig iets na te laten. Door den strafrechter wordt reeds meermalen aan ouders de macht ont nomen en spr. wijst op de wet voor het verwaarloosde kind, waar de staat meer gebruik zal maken van haar recht om ouders hun macht te ontuemeD. Spr. meent dat de staatsbevoegdheid in deze kwestie vrij vast staat en ze wordt ook niet meer ontkend. 't Is niet noodig, luidt het derde be zwaar er gaan heel aardig wat kinderen school, wordt er beweerd. Laat de cijfers weer spreken. Hoeveel kinderen krijgen absoluut geen onderwijs? 59.700, die in 't geheel geen onderwijs genieten. Maar dat cijfer mogen we zoo niet aan vaarden; daar moeten worden afgerekend de kinderen, die zoo aanstonds de school zullen bezoeken als het tijdstip van aanteekening in Maart of Februari is genomen de kinderen, die de school zoo maar wordt onderwezen in de vakken, die de wet op het lager onderwijs eischt. Daarmede werd het genoemde hatelijke argument weggecijferd. Dan de gemoedsbezwaren. Spr. vindt, dat men daarover niet te gering moet denken. De minister doet dat ook niet. Als men in een kring van drie kwartieren geen school vindt naar zijn overtuiging, is men geheel vrij zijn kiud thuis te houden. Dat vinden velen van liberale zijde te ver gaan. Ge moedsbezwaren, die niet ernstig zijn, vaden er buiten, de wet geeft maat regelen aan, dat te onderzoeken. Vaccine-dwang bestaat bij leerplicht ook niet, ofschoon die in 't geheel niet kwaad Wie zal het betalen! wordt er geroe pen. Er zal zooveel op ons budget bij komen voor onderwijs, zeggen de gemeentebesturen. Piano-aan, zegt de minister, eerst over 3 jaar behoeft het gereed to zijn, en de gemeentebes!urer zelf maken het program op van het herhalingsonderwijs en het vakonderwijs in hunne gemeente. De schoolopzieners en de Ged. Sr. zijn er voor controle. Men hoort, zoo eindigt spr., steeds over volksweerbaarheid, en men zegt: leer ons volk schieten, en men wijst dan op de Boeren.Nu, leer het schieten, maar bouw dan eveneens de koppies, waarachter de Boeren zich zoo handig bestaat, zooals spr. zegt. Men moet wel kunnen verbergen. Men zegt ook, dat zijn kind vaccineeren, als men 't op die volksweerbaarheid zoo goedkoop is; school hebben wil, maar zendt men het laat men dan de helft voor oorlog en mari- niet naar school, dan behoeft het ne aan onderwijs geven,want er is ook nog kind niet gevaccineerd te worden. En een andere volksweerbaarheid, een weer- heeft men uü bezwaar tegen vaccinatie, baarheid, die ons volk in staat zal stellen, zegt het ontwerp-wet op leerplicht, dan be- vooruit te gaan,die den nood uit veler huizen hoeft ge uw kind niet naar school te zal verdrijven, zoodat niet velen zullen zenden. Sommigen vonden den leerplicht behoeven te zeggen ik ben arm en ik zoo geschikt, vaccine-dwang in te voeren; blijf arm, omdat ik niks ken. Laat ons de minister bedankte evenwel. De mi- nooit klagen, dat het veel geld kost; als nister gaat zelfs zoo ver, dat, als je dat geld maar vruchten afwerpt, dan heelemaal je kind niet naar school wilt zullen we kunnen zeggen: gelukkig zenden, dan behoef je niet, maar dan moet vaderland! Wellicht zal ik het niet be- ge een verklaring teekenen, dat ge het1 leven, maar als ik leerplicht voor mijn voor het heil van uw kind wen- dood aanstaande zal zien, dan zal echelijk vindt, dat het geen onderwijs ik reeds gelukkig zijn. Ik heb gezegd, ontvangt. (Daverend en langdurig applaus.) Spr. zou gaatne zien, dat de namen In het debat brengt de heer Holle van die ouders, die dat durven verklaren, dank aan Spr., voor de wijze, waarop publiek werden bekend gemaakt. hij het onderwerp heeft behandeld,omdat Een groot bezwaar is het niet goed hij daarmede heeft bewezen, hart te heb- gevoed en gekleed zijn der kinderen en ben voor het kind. dat de minister die evengoed dwingt naar Spr. doet vervolgens een drietal vra- school te gaan. Daarin moet bij deze gen, die in 't kort behelzen waarom wet worden voorzien, zeggen velen. Spr. geen verplicht onderwijs in teekenen, en is het met den minister eens, dat er uiet nuttige handwerken voor meisjesis in kan worden voorzien bij de wet op leerplicht verplichtend voor 6 jaar, dus juist hebben verlaten indien het tijdstip den leerplicht,dat zulks behoort bij Ar-zat men op scholen van 7 of 8 klassen na de later is genomende zwervelingen, waaronder de schipperskinderen, achter lijken, ziekeD, kortom allerlei groepen. Hoeveel er dan overblijven De minister zegt 9000, de Standaard zegt 3000. Is dat nu een getal, zoo roept men, om leerplicht voor in te voeren P Al had de I en de minister dan Standaard gelijk, zou spr. ja op die vraag ning kan houden. menzorg.In dezen verwacht spr. voorloo- 6e klasse van den leerplicht ontslagen zijn; pig alles van de philanthropie, die in Nederland steeds nog heeft geholpen waar haar steun werd gevraagd. Spr. zegt „voorloopig,"daar de wet op de Armenzorg toch moet worden herzien met dit geval reke- Leerplicht zelf zal antwoorden.Maar dat absolute school- j mede een middel zijn, om langzamerhand verzuim is het niet, dat het groote kwaad dit euvel te veranderen, want men zal wrocht; het betrekkelijke schoolverzuim krijgen een beter ontwikkeld geslacht en is de kanker, het te vroeg verlaten der doen verdwijnen die vele onontwikkel- waren, menschen, die niet konden lezen of schrijven. Rampzalige toestand 1 De school, het ongeregeld bezoeken der lessen, dót is het kwaad. Spr. vraagt, of de mtllioenen, die in ons land voor onderwijs worden uitge geven, nuttig worden besteed; of daarmede ons volk wordt gebracht op een peil van ontwikkeling Spr. gaat, om die vraag te beantwoorden, met ons naar den militie raad en luistert daar de gesprekken af der miliciens, wien gevraagd wordt, of ze kun nen lezen of schrijven. Hoe droevig wordt ons daar de toestand geschetst. Die jonge man, die op hot punt staat de maatschappij in te gaan, met zoo'n leeg hoofd, hoe ellendig 1 Waar de schuld? zegt spr. Ze hebben toch school gegaan Doen de onderwij zers dan niet hun best Daarna schetst Spr. als antwoord op de vraag: waar de schuld de toestanden op de scholen op het platteland, waar iu zekere tijden van het jaar de school is ontvolkt en hoe ondoenlijk het voor de onderwijzers is, van die kinderen,die zoo hall de school bezoeken, iets te ma ken, hoe ze onmogelijk goed classicaal opzien al te mooi. Daarna de motie, bovenkamer dier ongelukkigen was niet onderwijs op dergelijke scholen kunnen in staat, hun den strijd om het bestaan te doen volhouden, ze konden er langs eerlijken weg niet komen, zonder werk aan de wanhoop overgegeven, tot mis drijf gebracht. Spr. geeft daarna in cijfers aan, hoeveel door den militie-plichtigen er op 19- h 20-jarigen 4 7/10 pCt. leeftijd niet konden lezen of schrijven dat liep tot 372/io P^t. Wie durft er, zoo vraagt spr., zoo'n toestand voor zijn verantwoording nemen Er is in 1870 gezegd, dat de Duitsche onderwijzers geven, t Gebeurt spr. dikwijls, dat hij die onderwijzers aan dergelijke scholen moet bewonderen om hetgeen ze er nog van terecht brengen. De cijfers van be trekkelijk schoolverzuim waren opgegeven miuister als 114/10 pCt. en Maakt men dadr nu zoo'n men drukte om? werd er gevraagd; dat is gering. Men had evenwel er bij genomen plaatsen van beteekenis, waar het school verzuim gering was en welke cijfers die zoodoende tegen die van het platte- den, die niets kennen en doodarm zijn. En wanneer de particuliere philanthropie niet genoeg doet, kan de regeeriqg helpen uiet subsidies te schenken voor dat doel. 't Wordt te druk voor de onderwijzers en schoolopzieners, is ook een bezwaar. Dat bezwaar kan spr. niet deelen en het is door de onderwijzers ook nooit nog beweerd. De eenige drukte, die de onder wijzer zou kunnen hebben, is het bijhou den der absentielijsten; alsof dat nu niet antwoordt evengoed moest geschieden. Aan bet hoofd der school is de bevoegd heid gegeven, in een aantal gevallen te bepalen, dat het schoolverzuim geen straf baar verzuim is. Dat wordt gebracht tot 10 schooltijden verzuimen in de 28 dagen. Sommigen keuren die bevoegdheid af; er zal geknoeid worden, beweren ze. Spr. gelooft dat niet; maar leert de prak tijk het anders, wel, dan kan later die bevoegdheid anders worden geregeld. Voor den landbouw zijn uitzonderings bepalingen gemaakt, daar de landbouw de kinderhanden op zekere tijden bij den arbeid niet kan missen. De regee ring staat toe, de vacanties en schooltijden zóó te regelen, dat die landarbeid moge lijk blijft. In Duitschland wordt er bijv. op sommige tijden school gehouden van 5 tot 7 uur en dan verder vrijaf. De wetgever staat toe, boven de vacanties, wanneer het noodzakelijk is, nog 4 weken de school te sluiten. Spr. wijst op Bever wijk b.v., waar in den aardbeientijd zoo iets noodig is. Daarna wijst Spr. op het verschil in het le en 2e ontwerp van den minister, en het laatste ontwerp is Spr. zoo lief, en was het niet goed bij deze leerplicht wet tevens te regelen het salaris, dat onderwijzers voor het herhalingsonderwijs zullen mogen eischen De heer Feisser vraagt Spr.'s meening over het bezwaar van weer en wegen met het geven van herhalingsonderwijs in den winter. Spr. noemt het zeer be zwaarlijk voor kinderen van buiten de kom der gemeente, dat ouderwijs te volgen. De heer De Kanter antwoordt in het breede,dat hij de vakken teckenen en nutti ge handwerken ook verplichtend zou willen ziendat de leerplicht is 6-jarig; dat de minister heeft beloofd, de salarissen der onderwijzers na de aanneming van leerplicht te zullen regelen, opdat de onderwijzers niet zooals tot dusverre aan de willekeur der gemeentebesturen zijn overgegeven. Den heer Feisser hij, dat hij de meisjes des zomers en de jongens des winters de herhalingsschool zou willen laten bezoeken en meent dat deze laatsten tegen een reisje naar school niet zullen is het weer nu eens niet al dringt spr. er warm op aan, die werd gesteld ten gunste van leerplicht, aan te nemen, opdat de (daar is leerplicht)hun soldaten de Fran- land opwogen, en zoodoende kreeg men omdat daarin herhalingsonderwijs is opge- schen hebben doen overwinnen; dat durft zulk een mooi cijfer, spr. nu niet direct te beweren, maar Later evenwel zijn de cijfers opgemaakt wel weet hij, dat, al heeft men door de van elke gemeente apart en toen kreeg afschaffing der plaatsvervanging het ge- men bijv. in het district Goes zelfs halte in onze kazernen willen verbeteren, plaatsen van 52, 59 en 60 pCt. Spr. men zonder leerplicht zal krijgen een gelooft, dat er geen principieel bezwaar klein deel ontwikkelden en een groot deel zal bestaan tegen het noodig-ziju onontwikkelden. Op den 19-jarigen leef- van leerplicht; dat spreekt, tijd is het lezen en schrijven velen ont- Spr., maar al te duidelijk nomen. Spr. wijst er op, dat het herha lingsonderwijs reeds sedert 1806 bestaat, maar dat het steeds is geweest een doode letter in de wet. Wat Spr. evenwel dit ontwerp nog liever maakt, is, dat er aan dat herhalingsonderwijs vakonderwijs zal worden verbondenhij noemt het een volgens zegen, dat in deze wet eindelijk wordt erkend, dat, wil de lagere volksklasse wat regeeriog zal kunnen zeggen, dat achter haar staat een groot deel van het volk, dat dien leerplicht wil. Spr. wijst hier nog mee nadruk op het feit, dat 't juist zeer vele werklieden-vereenigingen zijn die om leerplicht roepen. De motie, luidende De vergadering, als meeting saamge- komen op 13 Febr. 1900te Schagen,ter be spreking van het ontwerp-Leerplicht, thans bij den Tweede Kamer aanhangig, spreekt den wensch uit, dat dit ont werp zooveel mogelijk ongewijzigd door de Staten-Generaal zal worden goedge keurd, werd met overgroote meerderheid aangenomen. De voorzitter sloot met een hartelijk dank aan spreker en aanwezigen, en met de hoop, dat leerplicht spoedig worde verbeven tot wet, de vergadering. O p den Feestavond van den Tooneelwedstrijd op 4 Maart a.s. zal de Schager Rederijkerska- mer opvoeren: „Het boerinnetje van Woubrugge," blijspel in twee bedrijven. De Rederijkerskamer „De f Hoop" van A a r t s w o u d, de met goud gaan. Uit deze genoemde feiten, zegt De heer De Kanter behandelt daarna worden, ook zij onderwijs moet hebben bekroonde Kamer, zal op dien avond spr., spreekt het staatsbelang zoo gruwe- de bezwaren, die aan de ontwerp-wet tot 17 jaar. Spr. noemt het een plicht °Pv<>eren „Eene kleine vergissing," lijk duidelijk. Leerplicht zijn verbonden. Volgens Spr. van deu staat, voor al zijn landskinderen blijspel met zang in één bedrijf, door Mag dat zoo maar? wordt er gevraagd, moet men piano-aan beginnen, want. te zorgen en ze te geven voortgezet lager Anthonie. Daar zullen in optreden: de Mag die staat alles? Mag die staat ons zooals gezegd, in die bezwaren, al zijn onderwijs tot hun 17e jaar, opdat ze goed heeren J. Groen, F. Mienis, J. de Geus, commandeeren, wat wij met onze kinde- ze niet alle waar, ligt steeds een grond onderlegd het leven ingaan en b o v e n Koorn, de damesM. Groen, J. Kort ren moeten doen Mag hij met de ge- van waarheid. Mocht het later blijken, vangenis dreigen, als we er geen lust in dat de ervaring leert, dat verschillende hebben, onze kinderen naar school te dingen in de wet niet goed zijn, men zenden Die uitbreiding van staatsbe- kan ze dan verscherpen. Dit wetsont- voegdheid laten we niet toe. werp bewijst, volgens Spr., dat het is lezen, rekenen en schrijven, ook iets te weten komen omtrent hun vak. Maar er wordt nu ook veel aan vak onderwijs gedaan. Spr. zegt, dat er niet anders dan subsidies worden gegeven en en E. üeutekom. De eerste 5 deden de Kamer de gou den medaille verwerven. Dinsdag 20 Febr. heeft er eene leden-vergadering plaats van de Weinigen weten, dat die staatsbevoegd- gemaakt door een man, die zijn natie dat het te veel middelbaar onderwijs is, afdeeling Schaden van°de I iïv«» l heid reeds bestaat.OnsBurgerlijkWetboek, kent, die de toestanden kent, diewil.dat en dat, als men straf wil zijn, men al de Unie le spr. wil niet zeggen met God en met men een wet krjjge. die tenslotte door leeraars aan de ambachtsscholen moest De Dunten van hehanAoUn^ n i eere, bestaat al 62 jaar en daarin staat allen zal worden gewaardeerd. ontslaan, omdat ze geen akte M. O. heb- ning ove T899 Verïwfn7/Ju: een artikel 353, waarin den ouders de Leerplicht is de jongste naam, vroe- ben.- Dat moet ophouden, zegt Spr, er leden weVens 'Jriod ek^Jfi S' verplichting wordt opgelegd, hunne min- ger heette het schoolplichtigheid, vervol- moet op doeltreffende wijze vakonderwijs de heeren T aftreding van derjarige kinderen te onderhouden en gens schoolplicht. Dat was niet de wa worden gegeven op te voeden't is niet voldoende, ze te re naam, leerplicht moest het zijn. Die J en L J. Roggeveen, M. Visser L H.W. v. Rossem en vertrek van den voeden, maar wel degelijk ep v o e d e n. j naam Schoolplicht werd door deWi-zw-j eok ''W hetg.1 val6 «^hèf Landbouw- KiosrLht 'ma h* d« ïlb" ülS Zaterdag jï. trad met borengenoemle rede alhier voor het publiek op de heer F. Domela Nieowenhuis. Namens de Vrije Socialisten-rereeniging te Schagen opende de heer Meulevelt de vergadering met een hartelijk welkom en de mededeeling. dit de heer Staalman voir de nitnoodiging om te komen debat' teeien had bedankt en geschreven had, dat binnenkort in zijn blad het antwoord aan Domela Nieuwenhuia ion komen, hetwelk hij dezen nog verschuldigd was. Met een herinnering aan het jubileum van Koningin Victoiia begon de heer Nieuwenhuis daarop zijn rede. In het toen verschenen manifest aan haar volk schreef zij, dat, als het van haar afhing, het wachtwoord overal zou zijn „Vrede, vrienden, is de leuze." Spreker vond dit een voortreffelijk woord, het trof hem vooral omdat er zoo klaar uit blijkt, dat het maken van oorlog of vrede niet van de koningen afhangt. Zij wo-dén voo uitgeschoven De werkelijke heerschera over oorlog en vrede zijn de geldlni Daarop telkens te wijzen, is plicht der socialisten. Ook op Chamberlain kan men niet de gebeele schuld van dezen oorlog werpen, al is hij beliokken in vele fiuantiëele Zuid" Afiikaansche operaties Ook hij wordt voornitgeschoven De belangzucht der Engelschen in hel algemeen dry ft tot oorlog Ook de lamheid en lafheid van dit volk is een krachtige factor voor het blijven heerschen van tirannen en geldlui. De vredesconferentie noemde spreker eene groole comedie. Hij geloofde zeker, dat de diplomaten daar elkaar niet zonder lachen hebben kunnen aanzien, evenmin als de priesters vroeger in het Heidensche Rome elkaar aan durfden kijkenj wanneer zij voor het volk de offeranden naar de altaren hunner afgoden brachten, In het breede schetste de haer Nieuwenhuis ver volgens ie geschiedkundige ontwikkeling der Zuid- Afrikaansche staten vanaf de eerste nederzetting onder Jan van Riebeek, tot de oorzaken van dezen oorlog. Hij herinnerde er ond^r anderen aan, dat de Trans vaal in 1848 de suzereiniteit aan onzen koning had aangeboden, die er echter voor bedankt had. Na de geschiedkundige inleiding besprak de heer Nieuwenhuis de kwestie, die hij met den heer Staalman had Nieuwenhuis had beweerd, dat Paul Kruger een ■tuk grond aan de dyaamietmaat9chappij had verkocht voor de groote som van f 1 200.000. Die grond was lang de som niet waard, maar de dynamietmaatschappij had van Kruger of liever van de Transvaal eene voordeelige concessie verkregen. Nieuwenhuis zag in de groote som na eeDe belooning aan Kruger voor de verkregen concessies. De heer Staalman ontkende de feiten, waarop Spreker de officieële akten, betreffende den verkoop van den grond, had gepubliceerd. Tot heden had Staalman op deze publicatie niets geantwoord, waardoor hy, volgens Spreker, den schijn van oneerlijkheid had op zich geladen, te meer, daar Staalman in zijn blad niet eens de akten had opgenomen, of iets had weerlegd. Reeds drie maanden ware» na deze zaak verloopen en nog had de heer Staalman niets In zijn blad geantwoord. Nadat spreker nog zyne sympathie had betuigd met de Boeren, die zoo wakker voor hunne onafhankelijk heid strijden, werd eene kleine pauze gehouden Na de pauze vergeleek de heer Nieuwenhuis den Boerenkrijg met den strijd der Atjehneezen, voor wie hij ook zooveel bewondering had en sprak als zijne meening uit, dat wij, Nederlanders, niet minder roof zuchtig, onedel, eoz waren dan de Engelschen. Den arbeiders bewees hij, dat zij van den oorlog nooit iets te wachten hadden, dat die altijd in het belang der geldlui was en dat de arbeiders immer het kind van de rekening waren en dus tegen eiken oorlog moeten zijn. Met een woord van hulde aan De Brain en Takken- borg, de twee weerspannige miliciens, eindigde spreker zijne niet zeer belangwekkende rede De vergadering, die nist druk bezocht was, werd daarop op de gebruikelijke wijze gesloten. Door de gladdigheid had het 11-jarig zoontje van den heer S. Overtoom Woensdagmorgen het onge luk, zoodanig op zijn achterhoofd te vallen, dat hij bewusteloos bij den heer P. van Twuijver moest worden binnen gedragen. Zijn toestand is niet zonder gevaar. TRANSVAAL. Als de EDgehche regeering maar half geloofde, dat 't voor zoeten koek zou worden opgenomen, zou ze de wereld wijs maken, dat Buller eigenlijk voor zijn pleizier den Vaalkrans heeft verlaten en voor de derde maal de overzijde van de Tugela heeft opgezocht. Nu, wédrom hij eigenlijk is teruggegaan, zegt Buller zelf in een rapport aan Lord Roberts „Het was noodzakelijk na de bezetting van Vaalkrans dezen heuvel te verster ken tot een steunpunt voor andere operaties, maar ik bevond, na het twee dagen beproefd te hebben, dat wegens de gesteldheid van den bodem zulks niet doenlijk was. De heuvel was bovendien blootgesteld aan het vuur der zware kanonnen, die waren opgesteld in posities, welke onze artillerie-stellingen beheerschten. Het is voor troepen, die op Ladysmith aanrukken over Harding of Mongers—drift noodig, om Vaalkrans veilig bezet te houden. Dienovereenkom stig zetten wij den aanval langs deze wegen niet voort, daar wij dien niet veilig kunnen maken." Nog duidelijker geeft een beschrijving van een correspondent van de Times weer het onmogelijke voor Buller, om Vaalkrans bezet te kunnen houden,en dat de Boeren hem gedwongen hebben,te gaan vanwaar hij was gekomen. Die correspondent zegt, dat de Boeren de kanonnen Dinsdagmorgen hadden kunnen opstellen in kloven, welke den Vaalkrans bestreken, terwijl ze zelf on zichtbaar waren. De pogingen der En gelschen, om die kanonnen tot zwijgen te brengen, waren alle tevergeefs. De Boeren schoten onafgebroken den ge- heelen dag door. Tegen vior uur deden de Boeren, na hevig geschoten te hebben met hun ka nonnen, een krachtige poging om Vaal krans te heroveren, daartoe over een geheel onbegroeiden nek vooruitrukkende, die Brakfontein met Vaalkrans verbindt. Het gras op dezen nek was 's morgens in brand gestoken door het vuren en rookte nog. Zij zonden een hevig salvo in de voorste rijen der Durham's, zoodat dezen tijdelijk terugtrokken, maar de Kings en de Schotsche jagers kwamen hun spoedig te hulp, en de Durhams her overden met de bajonet het schaosje en namen verscheiden Boeren gevangen. Dit gedeelte van het gevecht duurde slechts een half uur. Vooruitrukken was den Engelschen onmogelijk. De stelling gaf hen te weinig ruimte om kanonnen te plaatsen en er was geen dekking tegen het kruis vuur der Boeren, dat zonder ophouden aanhield.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 2