Alititci Willis-,
I- LllMIll
Donderdag 22 MAA.R.T 1900.
44sf.e Jaargang ITo. 3505.
ÏTÏsjël
Bekendmakingen.
Jacht en Visscherij.
mi
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot. 's morgens 9 ure, worden
A D VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: SCHlöKI. Laan, MS 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
SledewerkerW I Si K K L.
Prijs per jaar f 8.—. Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letterR worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente S c h agen.
Bevolking.
G. J. Versteeg wordt in zijn
belang aangemaand, zich tea spoedigste
ter gem.-secretarie alhier aan te melden.
De Burgemeester der gemeente
SCHAGEN, brengt ter kennis van de
ingezetenen, dat de aanvragen ter
bekoming van jacht- en visehakten en
van kostelooze vergunningen tot de
uitoefening der visscherij voor het
seizoen 1900/1901, ter secretarie voor
de belanghebbenden ter invulling verkrijg
baar zijn, dagelijks, Zon- en feestdagen
uitgezonderd, des voormiddags van 9
tot 12 ure.
Schagen, 16 Maart 1900.
De Burg. voornoemd,
S. BERMAN.
TRANSVAAL.
Steeds hebben we boven deze rubriek,
van het eerste oogenblik af aan, „Trans
vaal" geplaatstniet omdat we do Vrij-
staatsche Republiek niet evenzeer bewon
derden, maar omdat we om ons heen,
hoorende spreken over den oorlog in
Zuid-Afrika, steeds hoorden over den
Transvaal-oorlog, over de Trausvaalsche
Boeren, en meer dergelijke uitdrukkingen.
Wanneer evenwel de geruchten, van
I Engelsche zijde tot ons komende, waar
i zijn, dan zal het spoedig alléén Transvaal
wezen, dat tegen Engeland vecht. Want
1 steeds luiden de telegrammenzooveel
1 Vrijstaters hebben zich overgegeven,
zooveel Vrijstaters zijn naar hun hoeven
teruggekeerd; ja, een Engelsch blad ont
ziet zich zelfs niet te schrijvende ge
weren worden door de Vrijstaters vlugger
ingeleverd dan een geweerfabriek ze kan
maken. Of dat alles waar is, weten we
niet. Voor de Vrijstaters hopen we even
wel, dat ze meer karakter zullen toonen
te bezitten; dat ze hen, met wie ze den
strijd zijn begonnen voor recht en waar
heid, niet in den steek zullen laten,
't Voorbeeld, zoo verheven en groot, hun
door Cronjé gegeven, verdient een ander
gevolg; 't moest hen aansporen tot een
strijd op leven en dood; en wanneer men
zich dat beslist had voorgenomen,
we zouden nog niet wanhopen aan hun
succes,hoe groot de overmacht der Lngel-
schen ook mocht zijn.
FEUILLETON.
ROMAN
van
HANNA ASCHENBACH.
0-0-0
1.
Zacht galmden de laatste tonen der
kerkklokslechts enkele kerk
gangers nog snelden met vlugge schreden
naar de kerk, waarvan de groote deuren
zooeven gesloten waren.
Daar volgt nog uit een zijstraat een
jonge dame, die zich zoo haastig mogelijk
voortspoedt.
Zij schijnt nauwelijks den kinderschoenen
ontgroeid, die teere, jonge menschenknop.
't Is een gracieuze gestalte, door een wit
mousselinen kleedje omsloteneen verruk-
kelijk gezichtje, waaruit droomende blauwe
oogen van onder donkere wimpers blik
ken, en een macht van bruine lokken hangt
tot ver op haar rug af. Buiten adem komt
ze aan de gesloten kerkdeur. Een oogen
blik aarzelt zedan, vast besloten, snelt
ze de trap naar de galerij op. Vlug werpt
ze een blik op haar toilet, dan treedt ze
binnen. Bruisende aceoordeu golven haar
tegen en de nieuwsgierig op haar gerichte
blikken doen haar blozen. Met neergeslagen
oogen doet ze een paar schreden vooruit
en kijkt dan angstig naar een vrije plaats
om. Maar. o wee, alles is bezet. Reeds
wil ze zich naar een pilaar wenden, om,
daartegen leunend, de godsdienstoefening
staande bij te wonen, als met vluggen
tred een oflicier nadert. Met beleelden
groet wijst hij haar naar een bank, waar
van hij de hoekplaats had ingenomen, en
zoodoende de vrije plaats daarnaast aan het
oog van de kleine onttrokken had. Dankend
buigt het meisje het hoofd en gaat op de
aangeboden plaats toe, waar de officier
weldra naast baar is gezeten. Tersluiks,
maar met groote bewondering, monstert hij
bet bekoorlijke meisje naast hem, dat ver.
Alle mannen, die zich onderwerpen,
moeten onder eede een verklaring teeke-
nen, behelzende de belofte, dat zij tijdens
dezen oorlog niet weder de wapens zullen
opnemen tegen de Britsche regeering
dat zij den republikeinschen legers geen
inlichtingen zullen verschaffen omtrent
de bewegingen dor Britsche troepen, noch
gene op andere wjjze zullen bijstaan, en
dat zij rustig op hun hoeven zullen blijven,
totdat de oorlog afgeloopen is.
Groote voorraden graan en meel wor
den door Vrjjstaatsche molenaars naar
Bloemfontein gebracht voor de Britsche
troepen.
Oorlogsnieuws is er weinig, maar van
Roberts kunnen we ook weinig ver
wachten die verbiedt elk nieuws te
zenden, zoolang er door hem geen beslist
succes is behaald.
Nu, hij kan over hetgeen achter hem
ligt, tevreden zijn; hij heeft door zijn han
dig en beslist optreden in don Vrijstaat een
groot voordeel behaald en naeenigerust
zal hij den tocht naar het noorden aan
vaarden
Door de Boeren zijn de passen van
het Drakengebergte bezet en ook bij Kim
berley, waar Lord Methuen het bevel
voert, verzamelen zich Boeren. Maar veel
zullen dezen daar niet kunnen doen, dan
het ontzet van Mafekiog verijdelen. En
in den Vrijstaat verzamelt Joubert de
strijdmacht, die beschikbaar is, om Lord
Roberts op zijn zegetocht te bemoeilijken,
en om daardoor de verdediging van
Transvaal mogelijk te maken.
Een telegram uit Lorengo-Marquez
meldt, dat te Kroonstad bijeen zijn de
beide presidenten, generaal Joubert en
generaal Botha, die over nieuwe defensieve
maatregelen beraadslagen. De verstrooide
Boerencommando's worden bij deze plaats
geconcentreerd. De spoorweg naar Bloem
fontein is opgebroken. Men verwacht
geen ernstig gevecht voor over veertien
dagen.
Dat Roberts in zijn schik is met het
reeds behaalde succes, blijkt wel uit een
legerorder, die hij heeft uitgevaardigd
„Den 12den Februari trok deze strijd
macht de grens van den Vrijstaat over;
drie dagen later was Kimberley ontzet
op den vijftienden dag werd het gros van
het Boerenleger onder een van zijn ver
trouwdste generaals krijgsgevangen ge
maakt den zeventienden dag kwam be
richt van het ontzet van Ladysmith; en
op 13 Maart, 29 dagen na het begin van
de krijgsverrichtingen, werd de hoofdstad
van den Vrijstaat bezet. Dit is een reeks
legen en beschroomd het hoofdje gebogen
houdt. De zwarte wimpers liggen op
de gloeiende wangen en de vingers blade
ren zenuwachtig in het kerkboek.
Het orgel speelt met de noodige versier
selen een voorspel voor den te zingen psalm,
maar de beide jonge menschen daarboven
hebben daar geen oor voor. De luitenant
heeft het meisje het kerkboekje uit de
hand genomen en haar den psalm aange
wezen. Verward en toch dankbaar zien
de blauwe oogen tot hem op. Een betoo-
verend, onschuldig kind, denkt de joDge
man, en vraagt op eerbiedigen toon, of zij
hem toestaat,eveneens van haar boek gebruik
te maken Zij staat het toe. En dan, de
hoofden dicht bij elkaar, zingen zij beiden
ijveiig, zonder evenwel den zin der woorden
te begrijpen.
Zij heeft eindelijk den moed gevonden,
hem aan te zien. Hij bevalt haar goed,
werkelijk zeer goed, deze flinke krijgsman,
in de mooie jagersuniform. Zijn opvallend
bruin gelaat is koen en edel gesneden, en
een prachtige snor geeft hem een ferm,
kloek uiterlijk. Hij bemerkt heel goed, dat
ze hem gadeslaat, en daarom houdt hij
het gelaat even afgewend, als om haar de
gelegenheid daartoe volkomen te geven.
Hij is een mooie kerel, dat weet hij zelf,
en het kan geen kwaad als hij eenigen in
druk op die kleine maakt. Wie zou ze toch
wel zijn Zij heeft in haar voorkomen iets
gedistingeerds, trots al haar jeugd. Daar
schiet hem een gedachte door het hoofd. Hij
heeft immers haar gezangboek in de handen,
wellicht staat haar naam daar wel in. Als
het lied uit is, slaat hij vlug het titel
blad op. Juist, daar staat het, heel netjes
geschreven
Elfriede Herwig,
Dresden, Palmzondag 1894.
Ter herinnering aan haar bevestiging.
Het meisje heeft hem verschrikt aangezien.
Nu speelt een glimlach om hare lippen.
De kleine Eva voelt zich gestreeld. Hij
is een mooie man. daarenboven officier, het
ideaal van haar klein hart. En hij bewon
dert haar zoo onverholen, dat moet immers
i wel vreugde verwekken. Trotsch heit zo het
van wapenfeiten, waarop elk leger trotsch
zou zijn een reeks, die niet voltooid
had kunnen worden dan door ernstige,
goed gedisciplineerde manschappen, vast
besloten om hun plicht te doen, onder
welke moeilijkbeden en gevaren ook.
Blootgesteld aan de buitengewone hitte
des daags, bivakkeerende onder zwaren
regen, lange afstanden afleggende, dikwijls
op verminderd rantsoen, hebben alle
rangen een draagkracht, opgewektheid
en dapperheid getoond, die boven allen
lot is verheven."
Ten slotte zegt Roberts nog, dat hij
in het bizonder melding wil maken van
den heldbafiigen geest, waarmede de ge
wonden hun lijden gedragen hebben. Geen
klacht kwam over hun lippen. En als
er hulp opdaagde, was aller verlangen
dat men hun makkers eerst zou helpen.
Er is, ondanks al het succes, groote
kaas, dat de Eogelschen nog meer werk
zullen te verduwen krijgen, d1. in het
land, vanwaar Roberts is gekomen, in
Egypte.
De secte der Sinussi, die negen mil-
lioen aanhangers telt, zou op het punt
zijn in mas3a op te staan en zich te
werpen op de Engelschen in het Nijldal.
Die Sinussi is een nieuwe profeet, die
de geloovigen zal aanvoeren in een heili
gen oorlog tegen de blanken.
De geschiedenis van dien Senussi is van
dien aard, dat hij de man mag worden
genoemd, die is aangewezen om met
groote hardnekkigheid en beslistheid een
dergelijke beweging te kunnen uitvoeren.
Hij is de zoon van een rechtsgeleerde
in Algiers, die bij zijn dood reeds ver
klaarde, dat zijn zoon de ware Mahdi
was, die alle Mohammedanen om zich
heen moest vereenigen, om te stryden
tegen het ongeloof. De profeet en zijn
aanhang willen moraliteit, gastvrijheid,
eerlijkheid, enz. Zij eischen onvoorwaar
delijke gehoorzaamheid en stilzwijgend
heid. De profeet is 55 jaar oud en slechts
één Europeeër heeft hem gezien. Hij trekt,
evenals Jezus, rond, geeft les, predikt zijn
leer en overal krijgt hij aanhang. Hij moet
afstammeling zijn van den zoou van de
meest geliefde vrouw van Mohammed. Zijn
leer is door zijn aanhangers en hemzelf ver
breid tot in Somaliland en Senegambië.
En overal zijn er wapens bijeengebracht
voor den heiligen oorlog De profeet moet
zeer verstandig zijn hij liet slaven vrij,
onderwees ze en het gevolg was, dat
iedere slaaf de verbreider werd van zijnen
godsdienst. Hij is de volksleider bij uit
nemendheid en hij is in staat om geheel
kopje op. Zij weet, dat ze bekoorlijk is,
de kleine dame.
In het volgende oogenblik beknort ze
zichzelf, want wat zijn dat voor ijdele ge
dachten in de kerk. Maar hoe ze ook haar
best doet de preek van haar gelietden
dominé te volgen, het gelukt haar vandaag
niet. In haar hoofdje spelen helmen en
epauletten en trompetgeschal en wapenge
kletter de hoofdrol. En steeds weer moet
Elsje aan lmar buurman denken. Hoe
kranig zal hij er uitzien op zijn paard aan
het hoofd van zijn regiment.
O, wat zou ze hem zóó eens gaarne zien.
En zoo droomt het dwaze, kleine dametje
voort, totdat de preek geëindigd is en haar
buurman weer naar het gezangboek
grijpt.
De laatste orgelklanken schallen door de
steeds leeger wordende kerk. Elsje is van
plan de galerij te verlatenze is een van
de laatsten daar staat de luitenant weer
voor haar, hij slaat de hakken tegen elkaar
en zegt, met een diepe buiging „Mejuffrouw
sta mij toe, mijzelf aan u voor te stellen,
Werner von Buchwald." Elsje zegt iets
onverstaanbaars, dan gaan ze langzaam
samen de trap af, alledaagsche woorden
wisselend. Weder een buiging, een lauge
blik in een stralend oogenpaar, en de jonge
officier staat alleen aan de kerkdeur en ziet
de slanke gestalte na, die met vlugge
schreden zich voortbeweegt. Hoe sierlijk ze
de voetjes zet, en hoe trotsch ze het kopje
draagt! Voorwaar, een zoet schepseltje. „Ik
hoop, dat Fortuna nu eens met me is en
haar nog eens op mijn weg voertonder
deze gedachte wendt ook de jonge man
zich om tot heengaan.
Een lief huisje midden in een grooten tuin
met heerlijke linden en kastanjes: rondom
een houten galerij, zooals men dit bij Zwit-
sersche huisjes vindt; daar vlak tegenover
een springbron, en onder het vooruitsprin
gende dak nestelende zwaluwen en in alle
vensternissen bloeiende bloemen dat is
het tehuis van Elsje, een echt plekje om te
droomenjuist geschapen voor zulk een goud
feeënkind. En daar komt ze aanzweven en
Afrika, Arabië en zelfs Indië iu vuur en
vlam te zetten.
Het is nu het gunstigste oogenblik
voor Sinussioveral zijn onvoldoende
garnizoeus en Engeland is aan handen
en voeten gebonden, en het einde van den
oorlog met do Boeren is niet te voorzien
nog. Sinussi is natuurlijk met de om
standigheden maar al te goed op de
hoogte. Hij is nu gereed en de uitbar
sting kan elk oogenblik komen. Hij is
in het bezit van allerlei moderne oor
logswapenen, die jarenlang zijn binnenge
smokkeld en steeds zal hij met ziju
kameelen in staat zijn terug te trekken
in de onherbergzame woostijnen, waar
geen Europeesche troepen hem kunnen
volgen.
De schrijver van deze levensschets,
die in de Rsview of Reviews voorkwam,
waaraan het Handelsblad haar ontleende,
noemt dezen opstand van Sinussi zeer
gevaarlijk.
Alhoewel geen deel van den Trans-
vaalschen worstelstrijd, vonden we het
toch te interessant voor onze lezers,
om het onopgemerkt voorbij te laten
daar het op de Trans-
zeer overwegenden
gaan, te meer,
vaalsche zaak van
invloed kan zijn.
Tenslotte nog eenige cijfers uit den
Transvaal-oorlog.
Professor Molengraaf, hoofd van den
inlichtingendienst, maakt bekend, dat de
verliezen der federalen tot voor het
ontzet van Kimberley en Ladysmith
waren gesneuveld 677, gewond 2129,
gedood door een ongeluk 24, gewond
door een ongeluk 171, gestorven aan
een of andere ziekte 99, zieken die
herstelden of nog onder behandeliig
zijn 1251, totaal 4351.
De We8tmiii8ter Gazette publieoert een
staatje, waaruit blijkt, dat van de 9356
Engelsche gewonden tot nu toe slechts
772 hun plaats in de gelederen weder
kondeu innemen.
Van de 601 gewonde officieren konden
hun dienst weder verrichten 67, van de
18755 onder-officierenen minderen 705.
Dr. Rijkerson, hoofd van deCanadeesche
Roode-Kruis-ambulance, seinde den 16en
uit Kimberley Er liggen hier (luizend
zieken en gewonden. Volgens andere
berichten worden er in de verschillende
hospitalen (in Zuid-Afrika) in het geheel
17 000 man van alle rangen, ziek of
gewond, verpleegd.
De „Standard" heeft van zijn corres
pondent de volgende officiëele opgaven in
verband met het beleg van Ladysmith
men verwondert er zich oyer, dat de deur
niet openspringt om de meesteresse binnen
te laten. Maar Elsje moet bellen, evenals
ieder ander menschenkind, en als zij
nu haar moeder om den hals vliegt
en dan de trap opstormt, dan bemerkt
men dadelijk, dat men te doen heeft met
een wezen van vleesch en bloed.
Mevrouw Herwig heeft haar dochter hoofd
schuddend nagekeken. Wat een wildzang,"
zeide ze half geërgerd, half lachend. Daar
ze het meisje en haar levendige natuur kent,
bevreemt haar de stormachtige begroeting
geenszins en ze gaat dan ook weer naar de
keuken om voor het middagmaal te zorgen.
Mevrouw Herwig is, trots haar vijftig jaar,
nog een flinke vrouw, wie men nauwelijks
veertig zou toerekenen. De elegante een
voud van haar toilet toont de voor
name dame. Zij heeft dezelfde sierlijke ge
stalte van haar dochter en gelijkt haar ook
verder opvallend; maar om haar mond ligt
een zachte, droeve trek, en de oogen spreken
van veel, veel tranen, maar alleen tot hen,
die het verstaan in het menschelijk gelaat
de ruïne van het leven te ontcijferen.
Zoo aardig als het huisje zich van buiten
presenteert, zoo vertrouwelijk is het ook
ingericht van binnen. Nergens pracht en
rijkdom, en de meubels zijn niet modern,
maar overal heerscht smaak en gezelligheid.
Voor het middagmaal verzamelt zich de
familie in de woonkamer. Daar is een jongen
van veertien jaar. in zijn waardigheid als
gymnasiast, de hoofdpersoon van den kleinen
kring. Vanaf de veranda, waai- ze heeft
zitten lezen, komt een jonge dame, hoog
en slank opgegroeid. Op het eerste oog ziet
men groote gelijkenis tusschen haar en den i
jongen. Doch de uitdrukking van beider
gelaat is zóó verschillend, dat men de ge
lijkenis ook weer in hetzelfde oogenblik is
vergeten. Yreeselijk ernstig, bijna zwaar
moedig, kijken die meisjesoogen de wereld
in, en de kleine mond is vast op eikaar I
gedrukt. Nn strijkt ze met de hand over
het voorhoofd, als wilde ze de droeve ge-
dachten verbannen, en dwingt haar gelaat tot.i
een vroolijker uitdrukking. Het gelukt haar
ontvangen
Het beleg duurde van 2 November tot
1 Maart. In November bestond het garni
zoen uit 572 officieren en 12.924 man;
in Maart was het teruggebracht tot 403
officierenen 9761 man.
In het hospitaal werden behandeld
10.668 personen, waarondei 1766 lijders
aan typhus en 1857 gevallen van dysen
terie. Het aantal sterfgevallen bedroeg
600, o. a. 393 aan typhus en 117 aan
dysenterie.
Op 1 Maart waren nog 1996 zieken
in de hospitalen in behandeling. Van de
zen leden 708 aan typhus, 341 aan dy
senterie en waren 189 in den strijd
gekwetst.
Aan bekomen wonden stierven 59 man,
in gevechten werden gedood 35 officieren
en 353 man, door hot bombardement 2
officieren en 33 man.
In November waren iö de stad 5309
paarden en 4539 muilen. Bij het eind
van het beleg waren er nog 2900 paar
den, waaronder 500 valide, en 3713 muil
ezels.
Binnenlandsch Nieuws.
VVieriugen.
Volgens de alhier aangeplakte publi-
catiën zal de Burgemeester dezer gemeen
te op Zaterdag 31 Maart a. s., des avonds
7 uur, een vergadering houden met de
Zuiderzee-visschers, ter bespreking van
de a. s. revue der Zuiderzee-visschers-
vloot, welke revue aan II. M. de Koningin
is aangeboden.
Zondagavond gaf het
Zanggezelschap Amicitia te liolhorn
hare eerste uitvoering. Er was duchtig
gestudeerd en alle nummers van het
programma liepen vlot van stapel. Veel
succes werd verkregen met de opvoering
der operette „Het Verloren Balboekje."
„De Trausvaalsche Revue" een
comische voordracht, getoonzet voor drie
mannenstemmen verwierf den grootst
mogelijken bijval. Daar elk der vier
partijen te beschikken heeft over uitmun
tende krachten, behoort het niet tot de
onmogelijkheden, dat eene volgende
uitvoering nog beter slagen zal. Een
150 tal belangstellenden waren aanwezig,
terwijl de avond met „Bal" besloten werd.
VV ieringen.
Door het Gemeentebestuur alhier
werd aanbesteed de levering ,'t lossen, en
rijden van vier schepen grint. Laagste
inschij vers waren voor de levering de heer
verrassend goed. Welk een wilskracht steekt
er in dat meisje! Heeft ze trots haar jeugd
zij kan nauwelijks twintig jaar oud zijn,
reeds zooveel in de school van het leven
geleerd Er ligt een antwoord in haar
trekken, dat het hart met wee vervult.
Mevrouw Herwig verschijnt met een
dampenden schotel soep. „Waar Elsje toch
blijft," vraagt ze ongeduldig, en wii tot de
juist binnentredende een bestraffend woord
richten, als deze als de wind om haar
hals hangt ca haar met koddige gebaren
napraat„Elfriede, je bent zeer onaardig,
komt te laat aan tafel en hebt al je huise
lijke plichten verwaarloosdschaam je,
luiaard." Zij lacht plotseling hartelijk en
vraagt schel msch
„Was het zoo goed, moeke, heb ik het
haar nu niet eens goed gezegd?" En de
lokken op den rug werpend, zit ze een
oogwenk later tusschen haar broer en zuster
aan tafel.
Elsje is vandaag werkelijk zoo betooverend
overmoedighaar dolle invallen doen de
anderen zóó schateren van lachen, dat
mama haar ten slotte gebieden moet den
mond te houden,want dat anders niemand zal
kunnen genieten van het middagmaaal. Elsje
trekt een mondje en werpt trotsch het kopje
in den nek. maar in haar oogen flikkert
nog steeds de stralende vreugde, een triom-
feerend bewustzijn. „Zeg eens, Els,"
zegt Koert, „we moesten je eigenlijk her-
doopen. ik heb nog nooit iemand gezien,
die zijn naam met zooveel oheer draagt, als
jij. Elsje, een smachtend met de maan
dwepend meisje, en zulk een dartel ding
als jij. Ik sla voor, je heks te doopen; slaap
kop was ook niet ongeschikt."
Moeder en zuster lachen, terwijl Elsje een
grimas maakt tegen haar broer, maar beslist
den mond houdt.„Koert heeft geen ongelijk,"
zegt Hertha. ..Ik heb ook reeds dikwijls
gedacht, dat die naam niet voor ons zusje
past. Zij is een aardige snaak, maar een
Elsje stel ik me anders voor."
WORDT VERVOLGD.