ATTENTIE. Zondag 1 APRIL 1900. 44ste Jaargang No. 3509. Polei overzien der leei. Dit nummer drie bladen. bestaat uit EERSTL BLAD. TRANSVAAL. Buitenlandsch Nieuws. SCHAGER AUmeeo Situi-, COURANT. itratBiiit- k Luüuvilil. en üxt blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure. worden VVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. [NGrRZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: SUHAöU'Si ^«tau, O UitgeverP. TRAPMAN. Medewerker: .1. WINKEL. Prijs per jaar f 8.Franco per post f 3.60, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ci Groote letter» worden naar plaatsruimte berekend. Den abonnés van het Greïllus»- treerd Zondagsblad deelen wij mede, dat wegens de enorme ver hooging der pa pier prijzen een gevolg van de algemeen erkende stijging van de waarde der grondstoffen de prijs van dat blad voortaan, dus met ingang van het 2e kwartaal 1900, eenigszins moet worden ver hoogd. Ofschoon de Illustratie uitermate goed koop is en de prijs niet in verhouding tot het vele, dat zij biedt, zullen wij voor een geheel kwartaal slechts 7"12 cent meer rekenen. Wij houden ons overtuigd, dat niemand onzer lezers, die het Geïllustreerd Zon dagsblad ontvangen en het hebben leeren waardeeren om zijn schat van keurige gravuren en belangwekkende verhalen in den laatsten tijd ook om de vele en kostbare platen betrekkelijk den oorlog zulk een klein verschil te zwaar zal vallen en daarom zich den eigendom van eene zoo fraaie Illustratie zal willen ontzeggen. 1 )e prije» is* dun, te begin nen met liet üe kwartaal IOOO, f 0.37'/si of franco per post f .45. DE UITGEVER. Joubert dood! In het eerste oogenblik geloofden we het niet, toen het telegram uit Lorengo Marquez kwam, maar toen een telegram uit Pretoria het bevestigde, moesten we het gelooven. Dinsdagavond halt twaalf uur moet de groote man zijn overleden. Aan een maagkwaal, aan een buikvliesontsteking, aan een nierziekte, de oorzaken worden verschillend opge geven. De hoofdzaak is evenwel de slag, die Transvaal, die de zaak van vrijheid en recht, heeft getroffen. Het heeft er allen schijn van, dat Joubert reeds langer lijdende was, en dat de ziekte is ver borgen gehouden. Hij was tenminste van Kroonstadt naar Pretoria gegaan wegens ongesteldheid, maar hoopte weer spoedig naar de troepen in Natal te kunnen gaan; het heeft evenwel zoo niet mogen zijn. Het ruwe kampleven, het slechte drink water, de vele ongemakken, zullen het gestel van den ouden man bepaald geen goed hebben gedaan. De dood van Slim Piet is voor Trans vaal een ontzettend verlies. Joubert was een van de machtigen onder de Boeren hij is oud geworden met de geschiedenis van Transvaal, hij is ingeweven in de vele gebeurtenissen van den worstelstrijd van het Transvaalsche volk. Ily was de commandant-generaal in den eersten vrijheidsoorlog, hij was het weer in dezen strijd. Hij was voor de Boeren een man van groote waarde, omdat hij niet alleen veldheerstalent bezat, maar ook een politicus was. Niet zoo'n groot talent spreidde hij daarin ten toon als Kruger, maar zijn oordeel was in vele zaken van groote en onschatbare waarde. Vooral ook was Joubert de man voor de buitenwereld, daar was zijn naam in even hoog aanzien, zooal niet nog meer, dan bij zijn eigen landgenooten. Hem nu te verliezen, kon een oorzaak tot ontmoediging zijn, maar het verlies is goddank niet onherstelbaar. De oorlog, die nu wordt gestreden, heeft getoond, dat de Boeren nog meerdere mannen van stavast hebben. De plaats van Joubert zal weder door een ander waardig kunnen worden bekleed. Piet Cronjé zou de aangewezen persoon zijn geweest, maar helaas, dat kan niet. Nu schijnt Louis Bot ha de opvolger te zullen worden. Dit is nog een jong man van ongeveer 36 jaar, die van groot doorzicht en weergalooze dapperheid reeds vele blijken heeft gegeven. au verschillende zijden wordt gemeld, dat Oom Paul zelf het opper- in handen denkt te nemen. Ook bevel toekomst zal evenwel leeren, hoe deze kwestie zich zal oplossen. Hier volge een korte levensbeschrijving van den grooten Joubert Joubert werd 22 Januari 1831 geboren. In 1870 begon hij eerst invloed te krijgen. Toen in dat jaar de grensquaestie be slecht moest worden tusschen Transvaal en den Vrijstaat in het district Wakker- stroom, werd Joubert met Kruger, pre sident Pretorius en eenige anderen tot ge delegeerden van Transvaal benoemd. In 1874, toen er sprake was van den „trek" naar Damaraland, weifelde men tusschen Kruger en Joubert als leider. Men bleet ten slotte in het land en in Septem ber van hetzelfde jaar werd Joubert tot voorzitter van den Volksraad verkozen. In 1875 volgde Burger's reis naar Euro pa; Joubert werd tot waarnemend presi dent benoemd. Het eerst op den voorgrond trad hij in April 1878, toen hij, als lid van den Volksraad, met Paul Kruger en W. E. Bok afgevaardigd werd in een deputatie aan het Engelsche volk, om dat in hun hoofdstad te gaan zeggen, dat de Trans valere in vrede en vriendschap met het Engelsche gouvernement begeerden te leven en de Engelsche regeering zooveel als slechts mogelijk was, ter wille zouden zjjn, wat betreft de inboorlingen- en andere quaesties, doch onder geen voor waarde Britsche onderdanen wilden zijn. Zooals men weet, kreeg de deputatie nul op het request. De Volksraad besloot toen voor de onafhankelijkheid te strijden en het was alweer Joubert, die afgevaar digd werd naar Natal, om Sir Bartle Frère dit besluit te gaan aanzeggen. De confe rentie had te Pieter Maritzburg plaats op 4 Februari 1879. Op alle bezwaren gaf Joubert ten antwoord „O, ja, maar het volk blijft er bij, dat het onaf hankelijk wil zijn." En verslag doende van zijn onderhoud, op 17 Februari op de plaats Eendracht, was hij het, die het volk stelde voor de keuze zich te onderwerpen of te strijden. En tot den strijd werd besloten. Nog ééns op 12 April had een confe rentie plaats, waarbij Kruger, Joubert, Pretorius, Viljoen en Maré o.a. de Boe ren vertegenwoordigden. Ook dit pogen mislukte, evenals ten slotte de laatste poging, door Kruger en Joubert te Kaapstad aangewend. De oorlog brak uit Door den Volksraad werden Kruger, Joubert eu Pretorius aangesteld tot voor- loopige regeering der Republiek en Joubert bovendien benoemd tot comman dant-generaal der geheele Boerenkrijgs- macht. In dezen worstelkamp komt ook de groote Majuba-dag,die reeds zoovele malen is aangehaald in dezen oorlog en we gelooven, dat velen lezers een eenigszins uitvoerige beschrijving daarvan aangenaam is. Het was Zondag 27 Februari 1881 vroeg inden morgen, in het Boerenkamp aan den voet van den Amajoeba. Des Zondagsmorgens zat Joubert nog geen half uur voor den wagen, of zijne vrouw, die hem binnen miste, kwam naar buiten om hem gezelschap te houden. Onwil lekeurig slaat zij de oogen naar den top van den Amajuba, en bemerkt dat daarboven menschen zijn. Ze wijst het haar man, die echter antwoordt: „Dat zullen de menschen uit district Pretoria zijn die komen om het lager te versterken endaar ze den weg niet kennen, verdwaald zijn." „Neen," antwoordde mevrouw, „dat is Rooinekke", en reikt haar man den verrekijker aan, waardoor deze ontdekt dat ze goed gezien heeft. Onmiddellijk was de generaal te paard om de wachten na te gaan. Deze hadden den vijand niet kunnen bemerken, omdat ze te dicht onder den berg geposteerd waren. Voort„jagen' naar trans Joubert was het werk van een oogenblik: „Daar is Rooinekke op die koppie en julle moet die koppie weer schoonmaak! Zonder verdere orders af te wachten, stelden de veldcornetten Joachim Ferreira en Johan- nes Roos zich aan het hoofd van 150 man, om die schijnbaar onmogelijke taak te ondernemen. 150 man! in gewone omstandigheden, volgens Joubert, wel wat veel tegenover 800 Engelschen. Daar viel reeds een schot. Een Engelsch- man schoot op een der schildwachten. De Boer, die bijna getroffen was, meende zijn geweer omging en riep half schert send: „Voorzichtig een beetje! Julle zou een mensoh raak schietMaar een tweede en derde schot iichtte hen allen beter in. Onderwijl joegen de 150 Boeren, waarbij zich nog ongeveer 40 anderen voegden, tot aan den eersten kliprand, een goede honderd voet bergop. Hier moest afgestegen worden en de tocht verder te voet voortgezet. In drie afdee- lingen, elk van ruim 60 man, klom de j kleine Boerenmacht naar boven. Aan de zijde van het kamp van Joubert is de berg zeer steileen groot voordeel voor de BoereD, die zich daardoor goed tegen het vuur van de Engelschen konden dekken. Van klippie tot klippie klommen de Boeren op, gedurig schietende, als slechts een oogenblikje een Engelschman over den rand keek. En elk schot was raak. Ook de jongste gevechten leeren, dat de Boer even mag opschrikken, doch verder niets heeft dat op zenuwen gelijkt. Te 12 ure waren de bestormers boven en brachten een volslagen paniek onder de Engelschen. Het was „sauve qui peut!" Een uur later was de kop „schoon." Aan Engelsche zijde waren gesneuveld generaal Colley, 4 officieren en 86 man gewond 8 officieren en 125 man gevan gen 6 officieren en 51 man. De Boeren haddeD 1 doode en 6 gewonden verloren. Over wat'Joubert in dezen oorlog voor zijn land is geweest, behoeven we niet uit te wijden. Oorlogsnieuws is er zoo goed als niets; alleen tal van berichten van kleine schermutselingen, die er op wijzen, dat de Boeren nog verre van moedeloos zijn en nog een groote bewegelijkheid kunnen ontwikkelen. Overal in den Vrijstaat, die in Engelsch bezit heet te zijn, bevinden zich nog Boerenafdeelingen en het zijn juist deze afdeelingen, die den Engelschen generaal Roberts den noodigen last bezor- gen. Voortdurend zwerven grootere en kleinere troepenafdeelingen van het Vrijstaatsche leger om de posities der Engelschen, en verstoren den aanvul- lingsdienst, snijden de telegraaflijnen door en verontrusten den vijand. Hier is de Boer in zijn element. Geen zwaar geschut behoeft hij mede te voeren, geen wagens met levensmiddelen en ammunitie. Met een vlug paard, een nooit falend geweer, den gevulden bandelier over de schouder en een stuk biltong aan den zadel, trekt hij er op uit, in een kleine afdeeling, om te gaan „snipen". Hij schiet de Engelsche officieren weg, die op verkenning zijn, verontrust de voorposten, bespiedt elke beweging en bedreigt voortdurend de verbindingen. Een afdeeling van vierhonderd tot vijfhonderd man waagt het zelfs in den J rug van den vijand te pogen diens convooien buit te maken. Daardoor wordt Roberts genoodzaakt, telkens afdeelingen uit te zenden, om de Boeren te verjagen en moet bij zijn kracht versnipperen om zijn rug en zijn flanken te dekken en overal posten achter te laten. Voor de Boeren is daarentegen elke tijdwinst een groote winstzij worden daardoor in staat gesteld hunne posities te kiezen met veel zorg, en ze geheel gereed te maken voor het verdedigend gevecht. En hoe langer dat Roberts wordt vastgehouden, hoe spoediger het jaar getijde met zijn zware regens en koude nachten, de Engelschen zal knoeien. Nu reeds lezen we Door geheel Zuid-Afrika zijn zware regens gevallen. Rivieren, die jaren lang droog hebben gestaan, zijn veranderd in bruisende stortvloeden. Vele militaire kampen zijn in moerassen veranderd. Het getal zieken schijnt in de hospita len van Durban, Ladysmith en Pieter- de manschappen hebben winterkleeding noodig hen onvoorbereid te laten vooruitrukken, zou met waanzinnigen zelfmoord gelijkstaan. Bewjjzen voldoende, dat het voor Ro berts en de zijnen niet alles rozengeur en maneschijn is. Tevens is een groot voordeel voor de Boeren geweest, dat het commandant Olivier gelukt is, uit de handen van gene raal French te blijven. Deze laatste had de Boeren van hun tocht van de Oranje rivier naar de Boerenhoofdmacht willen afsnijden; dat is den Engelschman niet gelukt. De marsch der Boeren was be wonderenswaardig. Olivier zal zich nu met generaal De Wet vereenigen en ze zullen dan in staat zijn, Roberts een ontzettenden tegenstand te bieden aan de Leeuwrivier. Ook van andere zijden wordt bericht, dat de Boe renmacht weer geheel in staat is, den strijd aan te binden. Volgens de Daily Telegraph staan ongeveer 20.000 Boeren onder commandant De Beer aan de negen passen van het Drakengebergte. Door het departement van oorlog in Londen is een nieuwe opgave gegeven van Engelsche verliezen, aan dooden, gewonden, gevangenen, gestorven aan ziekten en op andere wijze buiten gevecht gesteld.Het loopt tot een totaal van 20.605. die heeft reeds bewezen, dat de handen nem daarvoor niet verkeerd staan. De I dat zjjn kameraad wat onvoorzichtig met maritzburg zoo snel toe te nemen, dat men extra booten noodig heeft om ze naar Engeland over te brengen. De Simla en Lorion zullen beide een aantal zieken te Durban aan boord nemen. De correspondent der Times te Bloem fontein bereidt het Engelsche publiek voor op een lang tijdperk van rust aldaar. Hij seint, dat men een nieuwe fase van den oorlog ingaat met het tegemoetgaan van den Zuid-Afrikaanschen winter. Het is de vraag, hoe de paarden de eerste vorst zullen doorstaan en De uitspraak van het scheidsgerecht te Bern, in zake den Delagoabaai-spoorweg, is gevallen. Jarenlang is deze kwestie hangende geweest. In Juni 1891 werd de commissie van arbritage benoemd, doch de vele moeilijkheden, onder andere door herhaaldelijke reizen naar en in Zuid- Afrika, hebben de uitspraak tot heden verschoven. Men zal zich herinneren, hoe de kwestie in elkander zat. In 1883 kreeg een Amerikaan, van Schotsche afkomst, kolonel Mc. Murdo, van de Portugeesche regeering concessie voor een spoorweglijntje van de Transvaalsche grens tot aan de Dela- goabaai. De ondernemer kon echter het noodige kapitaal niet bij elkander brengén, zoodat zes jaren verliepen vóórdat met de uitvoering der werkzaam heden een begin kon worden gemaakt. De oorzaak daarvan was, dat aan de Transvaalsche regeering bij eene geheime overeenkomst met Portugal concessie voor eene met de spoorlijn evenwijdig loopende stoomtram was verleend, zoodat met de uitvoering van dit werk gevreesd werd, dat de spoorweg geen levensvat baarheid zou hebben. Tot driemaal toe zou de Transvaal daardoor de vorming eener maatschappij verijdeld hebben. In Pretoria hoopte men zoodoende de concessie te laten verloopen, om daarna zelve voor Mc.Murdo in de plaats te treden. Dan zou de Transvaal een weg naar zee krijgen zonder van Engeland afhankelijk te zijn. In 1887 werd evenwel eene Engelsche maatschappij gevormd, die den aanleg en de exploitatie van den spoorweg op zich nam. In Juni 1889 was evenwel de termijn der concessie vervallen en gebruik makende van eene bepaling in de voorwaarden, verklaarde de Portugeesche regeering de i concessie vervallen, daar de fijn niet op den bepaalden tijd gereed was. Volgens Engelsche lezingen geschiedde zulks onder pressie van de Transvaalsche regeering. De Engelsche maatschappij riep nu de hulp der Engelsche regeering in, terwijl de weduwe van Mc. Murdo zich tot de regeering te Washington wendde. De onderhandelingen, die daarop gevoerd werdeo, hadden ten gevolge, dat Engeland, de Vereeuigde Staten en Portugal over eenkwamen, om de kwestie door drie arbiters,te benoemen door den Zwitserschen Bondsraad, te doen uitmaken. Deze commissie was geroepen, het bedrag der schadeloosstelling te bepalen, dat Portugal binnen zes maanden na de uit spraak zal moeten uitkeeren. Het Zwit- sersche scheidsgerecht heeft Portugal nu veroordeeld tot betaling van 15 314.000 francs schadevergoeding aan de belang hebbenden. De groote vraag is nu, waar Portugal dit bedrag vandaan zal halen. De financiëele toestand is zoodanig, dat deze som niet uit de gewone middelen betaald kan worden, zoodat alleen eene leening uitkomst kan brongen. Engeland kon echter in dit geval wel eens eene misrekening maken. Er zullen wel mogendheden zijn, die Portugal aan de noodige fondsen zullen willen helpen en dan zou het wel eens kunnen zijn, dat juist Engeland de laatste zal zijn, die aan het bod komt. Volgens berichten uit Washington, zouden de Vereenigde Staten wel genegen zijn, Portugal de noodige gelden voor te schieten, op voorwaarde echter, dat de Delagoa-baai aan de Unie in pacht zou worden afgestaan. In Londen heerscht de overtuiging, dat Amerika gaarne een punt op de Oostkust van Zuid-Afrika in bezit zou willen hebben. Neef Sam zoo onmiddellijk in de nabijheid, schijnt John niet bijzonder aan te staan. Bij voorbaat trekt hij reeds een boos gezicht, opdat men aan gene zijde van den Oceaan wel wete, wat men doet. Het bezit van de Delagao-baai wordt nu eenmaal door Engeland als een levensquaestie beschouwd en alleen de gedachte reeds, dat anderen de hand op het begeerde gebied zouden willen leggen, brengt hem het bloed aan het koken. In Engeland is men verbazend boos over den uitspraak van het scheidsgerecht. De meeste bladen zijn teleurgesteld over de som, die Portugal moet betalen. Daar gaat evenwel nog het noodige af. Eerst de kosten van het scheidsgerecht, dan het deel der Amerikaansche belangheb benden en dan de rest voor Engeland, 't is om razend te worden. De Engelsche bladen beginnen daarom nu reeds een andere manier aan te geven, om de Dela goa-baai te krijgen, nu dit spelletje is mislukt. De rege«riDg moet trachten de baai langs diplomatieken weg te krijgen. Nu, we zijn gewoon, dat dit nog al lang duurtzoolang kan Transvaal rustig van het voordeel genieten. De zucht naar uitbreiding van grond gebied neemt in Amerika een besmet telijk karakter aan. Het is begonnen met de Sandwich-eilanden, die als stations tusschen Amerika, Australië en Azië een gewichtige beteekenis hebben. Daarna werd een deel der Spaansche koloniën ingepalmd en nu heeft het van Denemarken de eilanden St. Thomas, St. John en St. Croix, behoorende tot de Kleine Antillen, gekocht. St. Thomas heeft een veilige haven en is het centraalpunt van verkeer tusschen West-Indië en Europa. Voor Denemarken was dit bezit van weinig waarde, doch voor de Unie met haar Monroe-leer is er weer eene koloniale mogendheid minder in de Caraïbische zee. Behalve door dezen verkoop, vraagt Denemarken de aandacht wegens eene ministeriëele crisis. Denemarken wordt bestuurd door een conservatief ministerie, dat evenwel in de 2e Kamer, de Folke- thing. geene meerderheid bezit. Deze Kamer bestaat uit 15 conservatieven, 63 radicalen, 23 gematigden en 12 socialis ten. Het ministerie steunt geheel op de lste Kamer, de Landsthing, die geheel uit conservatieve grondeigenaars is sa mengesteld. Deze anti-constitutioneele toestand bestaat reeds sedert jaren, en heeft al aan heel wat geharrewar het leven geschonken. De verwerping van een brandewijn-belasting heeft nu den minister Hörring aanleiding gegeven om ontslag te vragen. In den staatkundigen toestand zal daardoor evenwel geene verandering komen. Ook met een nieuw stel minis ters blijft de koers behoudend. 8edert eenigen tijd wordt in den lande ijverig propaganda gemaakt voor eene wijziging in de bevoegdheid, om in de Landsthing zitting te kunnen nemen. Alleen wanneer de Eerste Kamer „om" is, zal een parlementair ministerie aan het bewind kunnen komen. Belangrijker nog dan de strijd tusschen de oude en nieuwe richting, ia het bericht, dat de Tsaar van Rusland en de Prins van Wales elkander in Kopenhagen zullen ontmoeten. Verband te zoeken tusschen deze fami lie-bij eeukomst en de Zuid-Afrikaansche kwestie is louter gissen,waarop wij dan ook geene berekeningen willen bouwen.Het komt ons voor, dat het Egyptische vraag stuk, door Dr. Leyds te berde gebracht, van meer beteekenis kan worden. Egypte heeft aan Engeland voor den Zuid-Afri kaanschen oorlog eenige Maxims geleend^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1