JUDEX II, JièU Dienstbode, 2enPaaschdag', Boerenmeid, vast Werkman, Ruin ot Merrie, B 11. i mr Jffl VeBYoeöerlcetBl, NOG ENKELE LOTEN m de Loterij zonder Nieten, Prijs f 100.—, ter doktiDg tetter IHIGSTl 1 |uusasinns op Maandag 16 April I9C0, Dienstbode 1 èunzioe- cHijswiefe-'n. Mi J. BUISMAN, D. A. Wisselink, August beschikbaar. P. B 00J%', Het cewelen der sociaal- democratische Kamerleder». ADVKIiTKNTItëN. Locaal PEN BURG. Wordt gevraagd Wordt gevraagd TE KOOP: Te koop gevraagd: HoIIandsche Maatschappij van Landbouw, Afd. WIERINGEN. „Oom Piel," te HIPPOLYTUSHOEF, bij den heer Jb. Metselaar. „Paul Kroger," Staat ter dekking beschikbaar, Gebrs. Hermans, Dekgeld f 7.50, f 14.drie stuks f 20.— dekgeld f 2.50. TANDARTS, Hoofdgracht 77, Helder. Te spreken dagelijks van 95 uur. Het ia n&tuurlgk aan al onre lezers lekend, dat op den 30sten Maart jj. de leerplichtwet door de Tweede Kamer met 50 tegen 49 s'emmen is aaneenomen. Ware de graaf Schimmelpenninck niet Tan zijn paard gevallen en had hij hij die gelejfenheid zijn been niet gebroken, de stemmen zonden in een voltallige Kamer hebben gestaakt en de wet ware verworpen geweest. Onder de voorstemmers vinden wij van de rechter zijde de kamerleden Schaepman en Kolkman, terwijl de heeren Basteti, Van Karnebeek en Pijnappel, uit makende de niterste rechterzijde van de liberale partij, zich oij de oppositie voet den. Alle calvinisten stemden als één man tegen. Verder vinden we onder de tegen stemmers den socialistis hen afgevaardigde Van der Zwaag, die vóór de wet zon gestemd hebben, indieo de radicale heer Tijdens, afgevaardigde voor het district Winschoten, zich niet tegen het herhalingsonierwijs had verklaard, dat met «én stem meerderheid die van den heer Tijdens werd verworpen, en eindelijk de sociaal-democratische kamerleden. Hoewel jaar in jaar nit in alle volksvergaderingen op een wet op den leerplicht werd aangedrongen, meenden toch de heerec-Van Kol, S'.'haper en Troelstra tegen deze wet hun stem te moeten uitbrengen Nu is over den invloed, wel ken deze afgevaardigden op den oilslag der stemming uitoefenden, zeer veel geschreven zij hadden de beslissing in handen, meende men, en daardoor werd natuurlijk de sociaal democratische zelfingenomenheid, een qnaliteil altijd eigen aan een jonge partij, sterk gevleid. Wanneer we echter den nitslag nagaan, dan kannen we even goed zeggen, dat de heeren Schaepman en Kolkman den door-lag hebben gegeven en, ware de heer Schimmelpenninck tegenwoordig geweest, dan zou men het den heer Pgmppe! als zijn schuld hebben kunnen aanrekenen,daldeKamer op het doode pont werd gebracht. l)e sociaal -democratische kamerleden, de heereu Van Kol, Schaper en mr. Troelstra, hebben zich echter de problematische eer laten aanleunen, dat zij het waren, die bij een voltallige Kamer het lot der wet in handen hadden en opdat ,het Nederlandsche volk" niet de arbeiderspartij, maar het Neder landsche volk in zijn geheel zou weten, waarom zij tegen de wet hebben gestemd, hebben deze groote mannen een manifest aan dat volk uitgegeven, dat men kan vinden in het te Amsterdam nienw opge richte dagblad voor de arbeidersparty Het Volk, waarvan mr. P. J. Troelstra hoofdredacteur en de heet J. A Fortuyn, welbekend nit den vroegeren Volks- park-tyd, directeur is De heeren hebben misschien aldus geredeneerd dank zij den liberalen organen.die steeds in hnn kamer overzichten zooveel notitie nemen van hetgeen w ij doen en zeggen en op een voor ons zeer welkome manier voor ona propaganda maken, heeft alleen bet uitbrengen van onze stem in de oogen van geheel de natie beteekenis, en daarom zullen wij ons wenden tot die natie Op het gebied der propaganda helpeD alle beetjes. In dat manifest, reeds eenige dagen te voren aan gekondigd, voorkomende in het nummer van Zaterdag 7 April j 1, kannen we dan lezen de redenen, waarom het in zijn eigen oogen zoo machtige driemanschap tegen de wet stemde. Zg zyn in het kort de volgende 1. dat de kinderen reeds op dertienjarigen leeftijd de school kunnen verlaten 2. dat schippers- en kramerskinderen buiten de leerplichtwet worden gesteld 3 dat hetzelfde verzuim plaats vindt ten opzichte van achterlijke kinderen 4. dat de wet in art. 7 snt> 8 aan hen, die een onder wijzer wegens zijn sociale of politieke overtuiging, bui ten de school beleden,onmogelijk willen maken,een wapen daartoe aan da hand geelt, hetwelk vooral tegen socia listische onderwgzers zal worden gebruikt 5. dat de wet voor den veldarbeid zulke vrygevige uitzonderingsbepalingen in het leven roept, dat het betrekkelijk schoolverzuim ten plattenlande, hoewel in naam beslreden, wordt gesanclionneerd 6. dat het hoold der school nog voor een vierde van alle schooltyden verzuim kan toestaan 7. dat de wet mimte laat voor een niet strafbaar schoolverzuim van 41 op de 100 schooltgden i. dat met het oog op de vele sociale oorzaken van schoolverzuim, een toezicht, dat alleen straffeud werkt, vaak tot onbillyke hardheden aanleiding zal geven 9. dat wegens overtreding der wet wel arme ouders, door den nood gedrongen of verleid, hnn schoolplichtige kinderen iets te laten verdienen, zullen worden gestraft, doch dat zg den werkgever, die Ier vermeerdering zyner winst van deze goedkoope arbeids- kracM gebruik maakt, vrij laat uitgaan 1(T dat het beter zou zyn, eerst te voorzien in de sociale misstanden, waaruit het achoolvetzuim grooten- decls voortspruit, dan een formeelen schooldwang op te leggen; 11 dat door de niet opneming van verplichte schoolvoeding en kleeding voor arme kinderen, men willens en wetens nalaat een middel Ier bestrijding van schoolverzuim aan te wenden, een maatregel welke tevens zou dienen, om die ouders, welke in hun groote ellende nog door de wet zullen worden benadeeld, den last, hnn hierdoor opgelegd, te verlichten. Het is waar, de sociaal-democratische afgevaardigden hadden omtrent één punt benoeming van commissicn uit belanghebbenden tot Uystand van den Arr. school opziener in het onderzoek naar gepleegde verzuimen hnn zin gekregen, maar het voornaamste gedeelte van het desbetreffende amendement, hetwelk voorkoming van straffen beoogde door bestrijding en leniging der oorzaken van schoolverzuim mogelgk te maken, was door de Kamer er uitgelicht en onmogelgk gemaakt en bovendien stond tegenover deze geringe verbetering ,de veel grootere verslechtering der wet, door de verwerping van den leerplicht voor het herfcalings- onderwys veroorzaakt". Dit zgn de redenen, welke, volgens het manifest, de heeren Van Kol, Schaper en Troelstra noopten, om tegen de wet te stemmen Gaat men de meesten dezer goed na, dan zal men zien, dat zg vsu negatieven aard zgn en dal de heeren hebben getracht de wet te doen verwerpen wg wyztn oa. op de voeding en kleeding der arme kinderen en op het verplicht herhalingsonderwijs omdat er zooveel aan ontbrak- Hnn stem tegen de wet werd das voor een groot gedeelte gemotiveerd, niet door hetgeen in de wet stond, maar wel door hetgeen daarin niet was opge- Dat nn deze wet. zooals het manifest zegt, ,voor de praktijk onbruikbaar" zon zijn, konnen we maar zoo onmiddellijk niet aannemen Het is waar, ook wij hadden gaarne gezien, dat de meeste eischen der sociaal-democratische Kamerleden in de wet waren opgenomenniemand meer dsn wij betreuren het, dat het herhalingsonderwijs daaruit is gelicht, maar om nu de wet onbruikbaar te noemen, omdat zij niet geheel beantwoordt aan de eis'hen der te Amsterdam gehouden ooderwijscoDgressen, waar de sociaal-democraten den boventoon voerden, dat is wel wat te hard geschreeuwdook zelfs in eea manifest van het gewichtige driemanschap aan het Nederlandsche volk. Te looebeneD valt het niet. dat, zooa,s de wet thans lnidt, de onders verplicht worden hnn kinderen geregeld een lagere school te laten bezoeken, of huisonderwijs te laten genieteD. Het is waar, zij kunnen, door het geven van een schriftelijke verklaring Vegens „overwegend bezwaar» zich van die verplichting vrij maken, mits de verklaring ook de handteekening draagt van den artondissements-schoolopziener, maar het komt ons voor, dat deze bepaling niet alleen ten goede komt aan de onders, die wegens godsdienstige redenen hun kinderen, in plaatsen, waar geen bijzondere zijn, niet naar de openbare scholen willen zeudeu, maar ook aan de „armsten", waarvan het manifest spreekt, wanneer deze hnn kinderen niet nit schaamte de school willen laten bezoeken, omdat z« geen schoeisel en kleeding hebben, of omdat het uitgehongerde lichaampje niet in staat is van het onderwijs te genieten. Ware het ameadement van den heer Ketelaar aangeno men, dat sprak van „godsdienstige gemoedsbezwaren", dan zou dit anders geweest zijn, maar thans kunnen ook de sociale bezwaren overwegend worden geacht. Nu bovendien in art. 35 der Wet de bevoegdheid der gemeenteraden is erkend, om bij ontstentenis van voeding en kleeding hulp te verleenen, heeft de vader, die zijn kind om die redenen niet naar school kan zenden, het recht bij zulk een gemeente bestuur om hulp te vragen, en wanneer nu deze wordt geweigerd, dan kannen we toch niet aannemen, aangenomen nn eens dat de arrondissements- en districts-schoolopzieners de bezwaren van den vader niet deelen, dat de commissie van toezicht deze niet zou accepteeren en, ingeval er prcces-verbaal werd opgemaakt, er een rechter zon gevonden worden, die ze niet even goed zou doen gelden, als de bezwaren van de kerkelijken op godsdienstig gebied, die hun kind wèl een hemd aan het lichaam kunnen geven Boven alles zal de wet een grooten invloed nitoefenen op het tijdelijk schouiverzuim, dat vooral op het platteland zoo groot een uitgebreidheid heeft verkregen, terwijl zij zal medewerken om in de groote steden tal van kindereo van de straat te houden, die nu door gewetenlooze ouders worden geëxploiteerd en die vaak niet tot de armsten der armen behooten. Wij kwamen op voor de armen, verkondigt het manifest. Zeker een lofwaardig streven, maar wat zouden de kinderen dier armen gewonneu hebben, indien door de stemmen van het driemanschap de wet eens verworpen ware geweest Volkomen niets I Niet eens de bevoegdheid der gemeentebesturen, tot nu toe altijd Bterk betwijfeld en niet zonder grond bestreden, om ten behoeve van het arme schoolkind voeding en kleeding te verschaffen want met de geheele wet zou ook art. 35 zijn verworpen Het kind van den arme zon het slachtoffer van de politiek der drie heeren zijn geworden en zelfs de kans verloren hebben, dat er nog eens een gemeente bestuur zal opstaan, dat het ook de taak der gemeen schap en in het belang der gemeenschap acht, om aan het arme schoolgaande kind wat warms om het ijfje en wat voedsel in het holle ingewand te geven. 1 Er moeten dus bij de drie sociaal-democratische heeren nog andere redenen hebben voorgezeten, toen zij, er in hnn orgaan prat op gaande, dat zij het lot van de wet en dus ook van het ministerie in han ien hadden, tegen de leerplichtwet stemden en nu is het eigenlgk motief wel een weinig om den hoek komen kijken. In het nummer van Donderdag 5 April jl. van „Het Volk" vindt men een' verslag vaD een in de hoofdstad gehouden openbare vergadering, belegd door de aideeling Amsterdam van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, waarin mr. Troelstra aan zijn talrijk dankbaar gehoor omtrent de houding der sociaal democratische afgevaardigden in zake de leerplichtwet het een en ander mededeelde. Wg vinden daarin, maar iels meer gepeperd, hetzelfde terug als wat wij in het manifest kunnen lezen, maar ook nog iets meer. Kennelijk, want wg lezen het woord „applaus", onder daverende toejuichingen van zijn gehoor, zeide mr. Troelstra wij citeeren letterlgk, aan het slot van zgn rede het volgende: „En nu eindelijk odzc positie in de Kamer. Onze kleine groep kan bg bgzondere gelegenheden een grooten invloed uitoefenen. Wg voeren in de Kamer allereerst een klassenstrgd en propaganda, maar trachten tevens verbeteringen at te dwingen zooveel mogelgk. Maar laten wij ons als een hond, een bedelaar, met het kleinste, misselgkste brokje afschepen, dan zco men zegden ze ketsen wel lang, maar ze loepen ons toch achterna." Klassenstrij 1 das en propaganda allereerst! En w3l een machtig wapen in den door mr. Troelstra eo de zjjn»n aangebonden klassenstrijd, welk een heerlijk middel voor de propagan la zou bet geweest zgn. indien de sociaal-democratische arbeiderspartij er zich eens op had kunnen beroemen, oat hei haar zfgevuar- digder waren geweest, die de wet hadden doen ver werpen. het ministerie tot altreden hadden gedwongen of een Kamerontbinding in het leven hadden geroepen Nn heelt het aard van graaf Schimmelpenninck en hebben de stemmen van dr. Schaepman en van d-n heer Kolkman wel een streep door de rekening der heeren gehaald, maar ook :n den min gunstigen nitslBg zien zg een middel om den klassenstrijd aan te varen, om levendig propaganda te maken; daarvan getnigl én de „groote volksvergadering" in de hoofdstad, én het manifest aan «ebeel het Nederlandsche volk. En dan waren de drie heeren bang voor de open bare meening, bang,dat men vaB ben zou zeggen, dat zij in de Kamer verwaterden, dat men hen, ook in eigen party, zou beschuldigen, de vooruitstrevende Kamer leden achterna te loopen. Zg waren bang voor den grooten „Men". En daarom noemde mr. Troelstra in bovengenoemde vergadering de wet op den leerplicht een „schynwetje en „boerenbedrog" en vertelt het mauifest, dat wel oppast om van den klassenstrgd te gewagen, dat de sociaal-deinocratisehe afgevaardigden niet „met een gernst geweten" hun stem aan de wet konden geven. Dat „geweten* heeft in de politiek altijd een dank bare rol gespeeld. De heeren hebben in de Kamer wel wat geleerd. Mej. de Wed. A. Z IJ P te Schagerbrug Vi atifft een zindelijke van niet te jeugdigen leeftijd. (2en Paaschdag.) Aanbevelend, 6. PLBVIEB, SCHA GEN. op den bij Joch. OUDESLUIS. Wordt g'evraag'CÏ, om terstond in dienst te treden, een flinke bij O. Bruin, 't Rijp je, Gem. St. Maarten. Te H a a r 1 e m wordt verlaDgd, met 1 MEI, in een klein gezin, eene nette P. G., welke flink werken en een burgerpot koken kan. Loon f 90.,met jaarl. verhoogirg en f 20.waschgeld. Adres met opgaaf waar informatiën te bekomen zijn,onder letter M, bureau Schager CrtSchagen. een die goed kan ploegen en melken, bij C. WD, W&teringskant.N.-Niedorp. een flinke nu naar huis was gekomen om zijn parade uniform uit te trekken en dan evenals de verdere familie, naar het vuurwerk te gaan. Nu had hij hen evenwel onderweg ontmoet en zijn nicht had hem gevraagd, de juf frouw in het rijtuig mee te nemen, daar zij uit gebrek aan plaats in hun rijtuig, thuis had moeten blijven. Een half uur later zat miss Wilson naast den officier in het rijtuig. Hij had haar ridderlijk gehol pen om daarin te komen, kortom, hij had haar behandeld als een dame van zijn stand. Het arme meisje beleefde de gelukkigste uren haars levens. Zoo kwamen zij in Londen en werden in den stroom van menschen getrokken. Wat de gouvernante dien avond had gezien, ze herinnerde zich nergens meer iets van, alleen dacht ze aan hem. Er waren sinds jaren verloopen en dan had ze gehoord, dat hij bruiloft vierde. Toen was ze naar de kerk gegaan en had het orgel bespeeld, urenlang, heel alleen in het kerkgebouw. En steeds machtiger en hartstochtelijker waren de accoorden geworden, die aan het instru ment door haar werden ontlokt, en een jubel-hymne had weerklonken ter eere van hem. Dan was ze langzaam naar huis gewan deld, met het oog naar de ondergaande zon gericht. En dieper zonk de gouden bal, en de eenzame wandelaarster bleef onwille keurig staan, onbewegelijk. Zoo ging de d8g ten einde, de laatste morgen be hoorde hij aan het goudlokkige meisje, wier portret zij eenmaal had gezien. De gloeiende bol had den horizon be reikt, stralende vlainmenbundels schoten naar alle kanten de laatste groet. Het meisje keek met groote oogen in dien gloed, terwijl die zonk, dieper en dieper; dan nog een schemerende streep, dan ook deze ver dwenen. Ellen had onwillekeurig de handen uitgestrekt, als wilde ze het beeld vast houden, het symbool van haar leven. Dan zonk ze met een wilden kreet neer op den h'arden weg; heete tranen drongen tusschen de handea. die ze voor haar gelaat had geslegen, door, de eerste ea eenige vaa haar oazaiizuclitige liefde. Den volgenden dag was het jonge meisje even ernstig en nauwgezet aan den arbeid als anders. Het droomende in haar oogen was verdwenen en daarin lag nu een heldere, kalme rust. Maar deze veraudering nam niemand waar. Miss Wilson's oogen waren niet mooi, zoodat men er niet naar keek. Toen na jaren haar gezondheid zwak werd, kwam ze op een badplaats. Daar leerde ze een landsvrouwe kennen, die het hoofd was van een pensionaat in Duitsch- land. Deze nam miss Wilson aan als eerste onderwijzeres in de Engelsche taal. Met bewogen hart betrad het meisje het vaderland van haar afgod. Zij dacht er evenwel niet aan, zijn verblijfplaats op te sporen. Zij was gelukkig, iu zijn vader land te leven, dat spoedig ook het hare was. En nu is ze oud geworden. Uren zijn verloopen, sedert Elsje haar onderwijzeres heeft verlaten. Heldere slagen op het schoorsteenuurwerk manen haar aan tot arbeid. Ellen heft het witte hoofd op, de milde oogen zien verwonderd naar de wijzerplaat. „Reeds zóó laat nauwe lijks te gelooven, dat men zoo lang droo- men kan." Het valt haar in, dat ze het mid dagmaal geeft verzuimd maar ze heeft toch geen honger. Terwijl haar breiwerk wordt opgenomen en de naalden haastig tikken, zweven hare gedachten tot hem terug ,diehare herinneringen zoo heeft op gewekt. „Von Buchwald noemde Elsje hem. Zou het een zoon van hem zijn geweest. Gang en houding troffen mij. Lieve hemel, wan neer ik dien nog eens mocht ontmoeten De oude dame sprong zenuwachtig op. Hoe klopte haar hart. Zij lachte weemoedig. „Oud dwaas ding, wil je dan altoos nog niet kalm zijn. Dien jongen man eenmaal zien, eenmaal ontmoetenmurmelen de oude lippen. HOOFDSTUK X. Het was wederom Zondag, maar nu was het donker en regenachtig. Dikke wolken verduisterden de zon en van alle daken, muren en hoornen -druppelde de regen P. G., loon naar bekwaamheid, om zoo spoedig mogelijk in dienst in tre den, bij J. Wlgl>OUt Fz. te Wieringen. MOTORVAARTUIGEN, W. F. STOEL ZOON, ALKMAAR. Een bijna nieuwe inhoud 200 liter. Te bevragen bij P, ftWftlltes te Barsingerhorn a. d. Leek. een zwarte mak in tuig en bij den weg. Aanbiedingen Bureau van dit blad, franco brieven lett. S B. Hoofdprijs f 25.000. Prijs per Lot 50 ets. Trekking 1 Mei. A. van TWUIJVER, Noord, Schagen. lste klas, Eng. fabrikaat. desverlaDgd gemakkelijke betaling, degel ij ke garantie. Vraag prijscourant en conditiën te Oude X i e d o r p. Houttil No. 1, Alkmaar, belast zich met den aan- en verkoop van effecten, plaatst en bezorgt kleine en groote kapita len op hypotheek op zeer BILLIJKE VOORWAARDEN, neemt gelden a déposito, opent rekening-courant met rentevergoeding, geeft geld op prolongatie, koopt cheques, coupons, vreemd bankpapier en specie voor de hoogste koersen, sluit verzekering tegen brand en inbraak, verzekert op het leven, tegen invaliditeit en ongelukken, belast zich verder met alles wat op het kassiersvak betrekking heeft. Houdt Donderdags te Schagen zit ting in het Café van den Heer Cor- nelis Zijdewind. neder. Het eerste klokgelui begint. Daar komt een huurrijtuig aanrollen, dat voor het kerkportaal stilhoudt. Een oogenblik later staat een jong officier op het trottoir en biedt zijn hand aan een oude dame om haar j bij het uitstappen behulpzaam te zijn. Deze schuift ze evenwel met een korten lach terug. „Maak geen drukte, Werner, de meesteres van Buchwald komt steeds alleen uit haar rijtuig, 't Zou wat moois zijn, als ze dat niet kon. Ik weet verder, dat het gewoon vleierij is, steeds zoo behulpzaam te lijken. Bovendien laat ge mij thuis geen tijd ge noeg om rustig te ontbijten, we moesten, en zouden weg, je laat me dat arme paard loopen als een dolle, en nu is er nog alle tijd over." De luitenant lachte. „Zullen we naar binnen gaan, tante Als het u ten minste goed is." „Goed is herhaalt de dame,„je bent wel een beetjeLm."Een duidelijk gebaar tegen baar voorhoofd vol eindigt haar volzin. „Natuurlijk wil ik naar binnen, denkt ge soms, dat ik hier wil wachten totdat het god Jupiter be haagt, mij heelemaal te doorweeken Wer- ner von Buchwald hoorde maar slechts half wat zijn tante zeidehij keek uit naar Elsje Herwig, die hij tot geen prijs wilde laten ontsnappen. Nadat hij de barones op een goede plaats had gebracht, verliet hij haar, haastig een verontschuldiging mompelend, die de oude dame echter in het geheel niet verstond. Weldra staat hij nu tegen de deur van de galerij geleund, en wacht van minuut tot minuut verlangender en ongeduldiger. Zoo dikwijls er een lichte stap weerklinkt, buigt hij zich voorover, maar steeds is het een hem onbekend gelaat dat zichtbaar wordt. Elsje komt niet, en daar luidt de klok reeds voor de derde maal. De luitenant is zeer opgewonden. Wat zal tante welzeg gen, dat hij haar zoo verwaarloost, haar, die hij tot eiken prijs in een goede luim moet houden,daar toch immers van haar voor het grootste, deel de vervulling zoetste hoop afhangt. Hij snelt de trap af en kijkt beneden naar alle kanton rond niets te zien. Ze is nooit op j O Tot 1 September 1900 staan de navolgende bekroonde Stieren I 1, de Eenjarige stier „C r o n j teSMERP, biiden heerS 2. de Eenjarige stier *100r". 3. de Tweejarige stier te WESTERKLIEF, bij den heer C. N. Lont. Allen tegen een dekgeld van f 1 HET BESTUUR. vanaf 25 April 1900, de Duitsclie hengst van den heer A. A. van den BERG, tegen een dekgeld van f 10. bij niet drachtig zijn f 5.—, op de bouwplaats van de heeren in den Polder Waard-Nieuwland op WIERINGEN, Dekgeld te betalen 1 Januari 1901. Ned. P. St. no. 530, goedgekeurd te Schagen. VOS. twee merriën van één eigenaar Benevens zijner tijd, dat heeft hij reeds dikwijls genoeg ondervonden,dat moet hij haar toch afwennen. Binnen begint het orgel reeds en nog steeds staat de getrouwe ridder te wachten. Moot hij nu werkelijk alle hoop opgeven Daar weer een lichte treder komt iets de trap opgehuppeld en de man voelt, dat zij het is. Als ze boven is, blijft ze aar zelend staan, terwijl haar wangen zich kleuren. Werner's boosheid is vervlogen, ja verandert in groote bewondering. „Zoo precies als een militair, lieve juffrouw", roept hij plagend en Elsje buigt het hoofd. Het schiet haar door de gedachten, hoe boos haar moedei zooeven was, daar zij zoo laDg werk had gehad aan haar toilet. Maar die goede moeder kon immers niet weten, waarom haar dochtertje vandaag zooveel werk van haar toilet maakte. De kleine schoonheid was vandaag niet over haar kapkunst tevreden en toch rust des luitenants oog met bewondering op haar. W erner zegt de jonge dame, waarom hij haar na den dienst niet zal kunnen ver gezellen, maar dat hij beslist hoopt,haar aan staanden Dinsdag weer te zullen ontmoeten. Onder deze woorden zijn ze beiden de deuren, die toegang tot het inwendige der kerk geven, genaderd. Elsje wil binnen treden, maar fiij houdt haar terug „Juf frouw Elsje, lieve juffrouw Elsje, ik ben zoo ongelukkig, dat ik u straks niet zal kunnen vergezellen. Doet u dat ook niet een weinig leed Hij heeft de stem tot fluis teren gedempt en zoo klinkt, de vraag nog te dringender, ondersteund door een paai en! eekende oogen. Elsje staat een oogenblik stil; in haar kopje warielen de verstandigste en de dwaaste gedachten door elkaar. Daarom zegt ze niets en tracht te lachen' want daarmede heeft ze zich steeds nog weten te behelpen, wanneer de hartstocht tot haar sprak. En die onverschillig lachende oogen hebben nog steeds een ieder ontmoedigd en ontnuchterd. Een meisje, dat lietheeft, lacht haar minnaar niet in zijn gelaat uit. Zoo heft ze ook nu het gezicht op en tracht te lachen,maar ze vermoedt niet, dat er in die blauwe sterren ineer te lezen is, dan ze zelf wel weet. En de luitenant kétn lezen, hij weet wat die vochtige glans te beduiden heeft. Zijn oog schittert en vestigt zich op den gordel om haar taille, waarin een paar rozen. „Och, juffrouw Elsje, geef me iets,dat mij aan u herinnert, ook als ik u niet zal zien. Geef mij een van die bloemen." Zij trekt een der rozen uit haar ceintuur, maar hoe dat nu komt grijpt hij! te haastig? trekt zij de hand te haastig terug beiden prikken zich aan een scherpen doom. Een droppel bloed dringt door baar witten handschoen en de twee kijken elkaar getroffen aan. Het vroolijk geschitter in beider oogen is ver dwenen. Een lange, bange blik en Werner gaat naar beneden. Elsje treedt binnen. Juist is de dominé op den preekstoel ver schenen. Het meisje gaat met luid klop pend hart zitten en doet haar uiterste best de preek te volgen. Maar Werner's angstige; blik wil haar niet uit de gedachten. Werner von Buchwald is naast zijn tante gaan zitten. Hij is zoozeer in gedachten verzonken, dat hij noch haar ergernis over zijn lang uitblijven, noch haar schrik over de roos in zijn hand, bemerkt. Hij kijkt onophoudelijk naar den preekstoel. Praat de geestelijke zoo zonder zin, of ontzeggen zijn hersenen hem eiken dienst? Hij hoort de woorden, doch ze raken hem niet. Een doffe drukking ligt hem op hoofd en borst. Hem is het. alsof hij moest opspringen naar buiten snellen. Daar eindelijk Amen Goddank. De zegen is uitgesproken. In het oogenblik dat Werner met zijn tante de trap bereikt, verschijnt op de bovenste trêe Elsje. Hij groet eerbiedig en zij knikt vriendelijk met het hoofd in het volgende oogenblik is ze voorbijgesneld en verdwenen. De luitenant kijkt haar na en let er niet op, dat er aan de lippen van zijn tante een uitroep van ergernis ontsnapt. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 6