JUDEX II,
JièU
Dienstbode,
2enPaaschdag',
Boerenmeid,
vast Werkman,
Ruin ot Merrie,
B 11.
i mr Jffl
VeBYoeöerlcetBl,
NOG ENKELE LOTEN
m de Loterij zonder Nieten,
Prijs f 100.—,
ter doktiDg tetter
IHIGSTl
1
|uusasinns
op Maandag 16 April I9C0,
Dienstbode
1
èunzioe- cHijswiefe-'n.
Mi J. BUISMAN,
D. A. Wisselink,
August
beschikbaar.
P. B 00J%',
Het cewelen der sociaal-
democratische Kamerleder».
ADVKIiTKNTItëN.
Locaal PEN BURG.
Wordt gevraagd
Wordt gevraagd
TE KOOP:
Te koop gevraagd:
HoIIandsche Maatschappij
van Landbouw,
Afd. WIERINGEN.
„Oom Piel,"
te HIPPOLYTUSHOEF, bij den heer
Jb. Metselaar.
„Paul Kroger,"
Staat
ter dekking beschikbaar,
Gebrs. Hermans,
Dekgeld f 7.50,
f 14.drie stuks f 20.—
dekgeld f 2.50.
TANDARTS,
Hoofdgracht 77, Helder.
Te spreken dagelijks
van 95 uur.
Het ia n&tuurlgk aan al onre lezers lekend, dat op
den 30sten Maart jj. de leerplichtwet door de Tweede
Kamer met 50 tegen 49 s'emmen is aaneenomen.
Ware de graaf Schimmelpenninck niet Tan zijn paard
gevallen en had hij hij die gelejfenheid zijn been niet
gebroken, de stemmen zonden in een voltallige Kamer
hebben gestaakt en de wet ware verworpen
geweest.
Onder de voorstemmers vinden wij van de rechter
zijde de kamerleden Schaepman en Kolkman, terwijl
de heeren Basteti, Van Karnebeek en Pijnappel, uit
makende de niterste rechterzijde van de liberale partij,
zich oij de oppositie voet den. Alle calvinisten stemden
als één man tegen. Verder vinden we onder de tegen
stemmers den socialistis hen afgevaardigde Van der
Zwaag, die vóór de wet zon gestemd hebben, indieo
de radicale heer Tijdens, afgevaardigde voor het district
Winschoten, zich niet tegen het herhalingsonierwijs
had verklaard, dat met «én stem meerderheid die
van den heer Tijdens werd verworpen, en eindelijk
de sociaal-democratische kamerleden.
Hoewel jaar in jaar nit in alle volksvergaderingen
op een wet op den leerplicht werd aangedrongen,
meenden toch de heerec-Van Kol, S'.'haper en Troelstra
tegen deze wet hun stem te moeten uitbrengen
Nu is over den invloed, wel ken deze afgevaardigden
op den oilslag der stemming uitoefenden, zeer veel
geschreven zij hadden de beslissing in handen,
meende men, en daardoor werd natuurlijk de sociaal
democratische zelfingenomenheid, een qnaliteil altijd
eigen aan een jonge partij, sterk gevleid. Wanneer
we echter den nitslag nagaan, dan kannen we even
goed zeggen, dat de heeren Schaepman en Kolkman
den door-lag hebben gegeven en, ware de heer
Schimmelpenninck tegenwoordig geweest, dan zou men
het den heer Pgmppe! als zijn schuld hebben kunnen
aanrekenen,daldeKamer op het doode pont werd gebracht.
l)e sociaal -democratische kamerleden, de heereu
Van Kol, Schaper en mr. Troelstra, hebben zich
echter de problematische eer laten aanleunen, dat zij
het waren, die bij een voltallige Kamer het lot der
wet in handen hadden en opdat ,het Nederlandsche
volk" niet de arbeiderspartij, maar het Neder
landsche volk in zijn geheel zou weten, waarom
zij tegen de wet hebben gestemd, hebben deze groote
mannen een manifest aan dat volk uitgegeven, dat
men kan vinden in het te Amsterdam nienw opge
richte dagblad voor de arbeidersparty Het Volk,
waarvan mr. P. J. Troelstra hoofdredacteur en de heet
J. A Fortuyn, welbekend nit den vroegeren Volks-
park-tyd, directeur is
De heeren hebben misschien aldus geredeneerd
dank zij den liberalen organen.die steeds in hnn kamer
overzichten zooveel notitie nemen van hetgeen w ij
doen en zeggen en op een voor ons zeer welkome
manier voor ona propaganda maken, heeft alleen bet
uitbrengen van onze stem in de oogen van geheel
de natie beteekenis, en daarom zullen wij ons wenden
tot die natie Op het gebied der propaganda helpeD
alle beetjes.
In dat manifest, reeds eenige dagen te voren aan
gekondigd, voorkomende in het nummer van Zaterdag
7 April j 1, kannen we dan lezen de redenen, waarom
het in zijn eigen oogen zoo machtige driemanschap
tegen de wet stemde. Zg zyn in het kort de volgende
1. dat de kinderen reeds op dertienjarigen leeftijd
de school kunnen verlaten
2. dat schippers- en kramerskinderen buiten de
leerplichtwet worden gesteld
3 dat hetzelfde verzuim plaats vindt ten opzichte
van achterlijke kinderen
4. dat de wet in art. 7 snt> 8 aan hen, die een onder
wijzer wegens zijn sociale of politieke overtuiging, bui
ten de school beleden,onmogelijk willen maken,een wapen
daartoe aan da hand geelt, hetwelk vooral tegen socia
listische onderwgzers zal worden gebruikt
5. dat de wet voor den veldarbeid zulke vrygevige
uitzonderingsbepalingen in het leven roept, dat het
betrekkelijk schoolverzuim ten plattenlande, hoewel in
naam beslreden, wordt gesanclionneerd
6. dat het hoold der school nog voor een vierde
van alle schooltyden verzuim kan toestaan
7. dat de wet mimte laat voor een niet strafbaar
schoolverzuim van 41 op de 100 schooltgden
i. dat met het oog op de vele sociale oorzaken
van schoolverzuim, een toezicht, dat alleen straffeud
werkt, vaak tot onbillyke hardheden aanleiding zal
geven
9. dat wegens overtreding der wet wel arme
ouders, door den nood gedrongen of verleid, hnn
schoolplichtige kinderen iets te laten verdienen, zullen
worden gestraft, doch dat zg den werkgever, die Ier
vermeerdering zyner winst van deze goedkoope arbeids-
kracM gebruik maakt, vrij laat uitgaan
1(T dat het beter zou zyn, eerst te voorzien in de
sociale misstanden, waaruit het achoolvetzuim grooten-
decls voortspruit, dan een formeelen schooldwang op
te leggen;
11 dat door de niet opneming van verplichte
schoolvoeding en kleeding voor arme kinderen, men
willens en wetens nalaat een middel Ier bestrijding
van schoolverzuim aan te wenden, een maatregel welke
tevens zou dienen, om die ouders, welke in hun groote
ellende nog door de wet zullen worden benadeeld, den
last, hnn hierdoor opgelegd, te verlichten.
Het is waar, de sociaal-democratische afgevaardigden
hadden omtrent één punt benoeming van commissicn
uit belanghebbenden tot Uystand van den Arr. school
opziener in het onderzoek naar gepleegde verzuimen
hnn zin gekregen, maar het voornaamste gedeelte
van het desbetreffende amendement, hetwelk voorkoming
van straffen beoogde door bestrijding en leniging der
oorzaken van schoolverzuim mogelgk te maken, was
door de Kamer er uitgelicht en onmogelgk gemaakt
en bovendien stond tegenover deze geringe verbetering
,de veel grootere verslechtering der wet, door de
verwerping van den leerplicht voor het herfcalings-
onderwys veroorzaakt".
Dit zgn de redenen, welke, volgens het manifest,
de heeren Van Kol, Schaper en Troelstra noopten, om
tegen de wet te stemmen Gaat men de meesten dezer
goed na, dan zal men zien, dat zg vsu negatieven
aard zgn en dal de heeren hebben getracht de wet te
doen verwerpen wg wyztn oa. op de voeding en
kleeding der arme kinderen en op het verplicht
herhalingsonderwijs omdat er zooveel aan ontbrak-
Hnn stem tegen de wet werd das voor een groot
gedeelte gemotiveerd, niet door hetgeen in de wet
stond, maar wel door hetgeen daarin niet was opge-
Dat nn deze wet. zooals het manifest zegt, ,voor
de praktijk onbruikbaar" zon zijn, konnen we maar
zoo onmiddellijk niet aannemen Het is waar,
ook wij hadden gaarne gezien, dat de meeste eischen
der sociaal-democratische Kamerleden in de wet
waren opgenomenniemand meer dsn wij betreuren
het, dat het herhalingsonderwijs daaruit is gelicht,
maar om nu de wet onbruikbaar te noemen, omdat
zij niet geheel beantwoordt aan de eis'hen der te
Amsterdam gehouden ooderwijscoDgressen, waar de
sociaal-democraten den boventoon voerden, dat is wel
wat te hard geschreeuwdook zelfs in eea
manifest van het gewichtige driemanschap aan het
Nederlandsche volk.
Te looebeneD valt het niet. dat, zooa,s de wet
thans lnidt, de onders verplicht worden hnn kinderen
geregeld een lagere school te laten bezoeken, of
huisonderwijs te laten genieteD.
Het is waar, zij kunnen, door het geven van een
schriftelijke verklaring Vegens „overwegend bezwaar»
zich van die verplichting vrij maken, mits de
verklaring ook de handteekening draagt van den
artondissements-schoolopziener, maar het komt ons
voor, dat deze bepaling niet alleen ten goede komt
aan de onders, die wegens godsdienstige redenen hun
kinderen, in plaatsen, waar geen bijzondere zijn, niet
naar de openbare scholen willen zeudeu, maar ook
aan de „armsten", waarvan het manifest spreekt,
wanneer deze hnn kinderen niet nit schaamte de
school willen laten bezoeken, omdat z« geen schoeisel
en kleeding hebben, of omdat het uitgehongerde
lichaampje niet in staat is van het onderwijs te genieten.
Ware het ameadement van den heer Ketelaar aangeno
men, dat sprak van „godsdienstige gemoedsbezwaren",
dan zou dit anders geweest zijn, maar thans kunnen
ook de sociale bezwaren overwegend worden geacht.
Nu bovendien in art. 35 der Wet de bevoegdheid
der gemeenteraden is erkend, om bij ontstentenis
van voeding en kleeding hulp te verleenen, heeft
de vader, die zijn kind om die redenen niet naar
school kan zenden, het recht bij zulk een gemeente
bestuur om hulp te vragen, en wanneer nu deze
wordt geweigerd, dan kannen we toch niet aannemen,
aangenomen nn eens dat de arrondissements- en
districts-schoolopzieners de bezwaren van den vader
niet deelen, dat de commissie van toezicht deze niet
zou accepteeren en, ingeval er prcces-verbaal werd
opgemaakt, er een rechter zon gevonden worden,
die ze niet even goed zou doen gelden, als de
bezwaren van de kerkelijken op godsdienstig gebied,
die hun kind wèl een hemd aan het lichaam
kunnen geven
Boven alles zal de wet een grooten invloed
nitoefenen op het tijdelijk schouiverzuim, dat vooral
op het platteland zoo groot een uitgebreidheid heeft
verkregen, terwijl zij zal medewerken om in de
groote steden tal van kindereo van de straat te
houden, die nu door gewetenlooze ouders worden
geëxploiteerd en die vaak niet tot de armsten der
armen behooten.
Wij kwamen op voor de armen, verkondigt het
manifest. Zeker een lofwaardig streven, maar wat
zouden de kinderen dier armen gewonneu hebben,
indien door de stemmen van het driemanschap de
wet eens verworpen ware geweest Volkomen niets I
Niet eens de bevoegdheid der gemeentebesturen, tot
nu toe altijd Bterk betwijfeld en niet zonder grond
bestreden, om ten behoeve van het arme schoolkind
voeding en kleeding te verschaffen want
met de geheele wet zou ook art. 35 zijn verworpen
Het kind van den arme zon het slachtoffer van de
politiek der drie heeren zijn geworden en zelfs de
kans verloren hebben, dat er nog eens een gemeente
bestuur zal opstaan, dat het ook de taak der gemeen
schap en in het belang der gemeenschap acht, om
aan het arme schoolgaande kind wat warms om het
ijfje en wat voedsel in het holle ingewand te geven.
1
Er moeten dus bij de drie sociaal-democratische
heeren nog andere redenen hebben voorgezeten, toen
zij, er in hnn orgaan prat op gaande, dat zij het lot
van de wet en dus ook van het ministerie in han ien
hadden, tegen de leerplichtwet stemden en nu is het
eigenlgk motief wel een weinig om den hoek komen
kijken.
In het nummer van Donderdag 5 April jl. van
„Het Volk" vindt men een' verslag vaD een in de
hoofdstad gehouden openbare vergadering, belegd door
de aideeling Amsterdam van de Sociaal-Democratische
Arbeiderspartij, waarin mr. Troelstra aan zijn talrijk
dankbaar gehoor omtrent de houding der sociaal
democratische afgevaardigden in zake de leerplichtwet
het een en ander mededeelde. Wg vinden daarin,
maar iels meer gepeperd, hetzelfde terug als wat wij
in het manifest kunnen lezen, maar ook nog iets meer.
Kennelijk, want wg lezen het woord „applaus",
onder daverende toejuichingen van zijn gehoor, zeide
mr. Troelstra wij citeeren letterlgk, aan het
slot van zgn rede het volgende:
„En nu eindelijk odzc positie in de Kamer.
Onze kleine groep kan bg bgzondere gelegenheden
een grooten invloed uitoefenen. Wg voeren in de
Kamer allereerst een klassenstrgd en propaganda,
maar trachten tevens verbeteringen at te dwingen
zooveel mogelgk. Maar laten wij ons als een
hond, een bedelaar, met het kleinste, misselgkste
brokje afschepen, dan zco men zegden ze ketsen
wel lang, maar ze loepen ons toch achterna."
Klassenstrij 1 das en propaganda allereerst! En
w3l een machtig wapen in den door mr. Troelstra eo
de zjjn»n aangebonden klassenstrijd, welk een heerlijk
middel voor de propagan la zou bet geweest zgn.
indien de sociaal-democratische arbeiderspartij er zich
eens op had kunnen beroemen, oat hei haar zfgevuar-
digder waren geweest, die de wet hadden doen ver
werpen. het ministerie tot altreden hadden gedwongen
of een Kamerontbinding in het leven hadden geroepen
Nn heelt het aard van graaf Schimmelpenninck en
hebben de stemmen van dr. Schaepman en van d-n
heer Kolkman wel een streep door de rekening der
heeren gehaald, maar ook :n den min gunstigen nitslBg
zien zg een middel om den klassenstrijd aan te varen,
om levendig propaganda te maken; daarvan getnigl
én de „groote volksvergadering" in de hoofdstad, én
het manifest aan «ebeel het Nederlandsche volk.
En dan waren de drie heeren bang voor de open
bare meening, bang,dat men vaB ben zou zeggen, dat zij
in de Kamer verwaterden, dat men hen, ook in eigen
party, zou beschuldigen, de vooruitstrevende Kamer
leden achterna te loopen. Zg waren bang voor den
grooten „Men".
En daarom noemde mr. Troelstra in bovengenoemde
vergadering de wet op den leerplicht een „schynwetje
en „boerenbedrog" en vertelt het mauifest, dat wel
oppast om van den klassenstrgd te gewagen, dat de
sociaal-deinocratisehe afgevaardigden niet „met een
gernst geweten" hun stem aan de wet konden geven.
Dat „geweten* heeft in de politiek altijd een dank
bare rol gespeeld.
De heeren hebben in de Kamer wel wat geleerd.
Mej. de Wed. A. Z IJ P
te Schagerbrug Vi atifft een zindelijke
van niet te jeugdigen leeftijd.
(2en Paaschdag.)
Aanbevelend,
6. PLBVIEB,
SCHA GEN.
op den
bij Joch.
OUDESLUIS.
Wordt g'evraag'CÏ, om terstond
in dienst te treden, een flinke
bij O. Bruin, 't Rijp je, Gem.
St. Maarten.
Te H a a r 1 e m wordt verlaDgd, met
1 MEI, in een klein gezin, eene nette
P. G., welke flink werken en een
burgerpot koken kan. Loon f 90.,met
jaarl. verhoogirg en f 20.waschgeld.
Adres met opgaaf waar informatiën
te bekomen zijn,onder letter M, bureau
Schager CrtSchagen.
een
die goed kan ploegen en melken, bij
C. WD, W&teringskant.N.-Niedorp.
een flinke
nu naar huis was gekomen om zijn parade
uniform uit te trekken en dan evenals de
verdere familie, naar het vuurwerk te gaan.
Nu had hij hen evenwel onderweg ontmoet
en zijn nicht had hem gevraagd, de juf
frouw in het rijtuig mee te nemen, daar
zij uit gebrek aan plaats in hun rijtuig,
thuis had moeten blijven. Een half uur
later zat miss Wilson naast den officier in
het rijtuig. Hij had haar ridderlijk gehol
pen om daarin te komen, kortom,
hij had haar behandeld als een dame van
zijn stand. Het arme meisje beleefde
de gelukkigste uren haars levens.
Zoo kwamen zij in Londen en werden in
den stroom van menschen getrokken. Wat
de gouvernante dien avond had gezien, ze
herinnerde zich nergens meer iets van,
alleen dacht ze aan hem. Er waren
sinds jaren verloopen en dan had ze gehoord,
dat hij bruiloft vierde. Toen was ze naar
de kerk gegaan en had het orgel bespeeld,
urenlang, heel alleen in het kerkgebouw. En
steeds machtiger en hartstochtelijker waren
de accoorden geworden, die aan het instru
ment door haar werden ontlokt, en een
jubel-hymne had weerklonken ter eere van
hem.
Dan was ze langzaam naar huis gewan
deld, met het oog naar de ondergaande zon
gericht. En dieper zonk de gouden bal,
en de eenzame wandelaarster bleef onwille
keurig staan, onbewegelijk. Zoo ging de
d8g ten einde, de laatste morgen be
hoorde hij aan het goudlokkige meisje,
wier portret zij eenmaal had gezien.
De gloeiende bol had den horizon be
reikt, stralende vlainmenbundels schoten
naar alle kanten de laatste groet. Het
meisje keek met groote oogen in dien gloed,
terwijl die zonk, dieper en dieper; dan nog
een schemerende streep, dan ook deze ver
dwenen. Ellen had onwillekeurig de handen
uitgestrekt, als wilde ze het beeld vast
houden, het symbool van haar leven. Dan
zonk ze met een wilden kreet neer op den
h'arden weg; heete tranen drongen tusschen
de handea. die ze voor haar gelaat had
geslegen, door, de eerste ea eenige vaa
haar oazaiizuclitige liefde.
Den volgenden dag was het jonge meisje
even ernstig en nauwgezet aan den arbeid
als anders. Het droomende in haar
oogen was verdwenen en daarin lag nu een
heldere, kalme rust. Maar deze veraudering
nam niemand waar. Miss Wilson's oogen
waren niet mooi, zoodat men er niet naar
keek. Toen na jaren haar gezondheid zwak
werd, kwam ze op een badplaats. Daar
leerde ze een landsvrouwe kennen, die het
hoofd was van een pensionaat in Duitsch-
land. Deze nam miss Wilson aan als eerste
onderwijzeres in de Engelsche taal.
Met bewogen hart betrad het meisje het
vaderland van haar afgod. Zij dacht er
evenwel niet aan, zijn verblijfplaats op te
sporen. Zij was gelukkig, iu zijn vader
land te leven, dat spoedig ook het hare
was. En nu is ze oud geworden.
Uren zijn verloopen, sedert Elsje haar
onderwijzeres heeft verlaten. Heldere slagen
op het schoorsteenuurwerk manen haar
aan tot arbeid. Ellen heft het witte hoofd
op, de milde oogen zien verwonderd naar
de wijzerplaat. „Reeds zóó laat nauwe
lijks te gelooven, dat men zoo lang droo-
men kan." Het valt haar in, dat ze het mid
dagmaal geeft verzuimd maar ze heeft
toch geen honger. Terwijl haar breiwerk
wordt opgenomen en de naalden haastig
tikken, zweven hare gedachten tot hem
terug ,diehare herinneringen zoo heeft op
gewekt.
„Von Buchwald noemde Elsje hem. Zou
het een zoon van hem zijn geweest. Gang
en houding troffen mij. Lieve hemel, wan
neer ik dien nog eens mocht ontmoeten
De oude dame sprong zenuwachtig op. Hoe
klopte haar hart. Zij lachte weemoedig.
„Oud dwaas ding, wil je dan altoos nog
niet kalm zijn. Dien jongen man eenmaal
zien, eenmaal ontmoetenmurmelen de
oude lippen.
HOOFDSTUK X.
Het was wederom Zondag, maar nu was
het donker en regenachtig. Dikke wolken
verduisterden de zon en van alle daken,
muren en hoornen -druppelde de regen
P. G., loon naar bekwaamheid, om
zoo spoedig mogelijk in dienst in tre
den, bij J. Wlgl>OUt Fz. te
Wieringen.
MOTORVAARTUIGEN,
W. F. STOEL ZOON, ALKMAAR.
Een bijna nieuwe
inhoud 200 liter.
Te bevragen bij P, ftWftlltes te
Barsingerhorn a. d. Leek.
een zwarte
mak in tuig en bij den weg.
Aanbiedingen Bureau van dit blad,
franco brieven lett. S B.
Hoofdprijs f 25.000.
Prijs per Lot 50 ets.
Trekking 1 Mei.
A. van TWUIJVER,
Noord, Schagen.
lste klas, Eng. fabrikaat.
desverlaDgd gemakkelijke betaling,
degel ij ke garantie.
Vraag prijscourant en conditiën
te Oude X i e d o r p.
Houttil No. 1, Alkmaar,
belast zich met den aan- en verkoop van
effecten,
plaatst en bezorgt kleine en groote kapita
len op hypotheek op zeer
BILLIJKE VOORWAARDEN,
neemt gelden a déposito,
opent rekening-courant met rentevergoeding,
geeft geld op prolongatie,
koopt cheques, coupons, vreemd bankpapier
en specie voor de hoogste koersen,
sluit verzekering tegen brand en
inbraak,
verzekert op het leven, tegen invaliditeit
en ongelukken,
belast zich verder met alles wat op het
kassiersvak betrekking heeft.
Houdt Donderdags te Schagen zit
ting in het Café van den Heer Cor-
nelis Zijdewind.
neder.
Het eerste klokgelui begint. Daar komt
een huurrijtuig aanrollen, dat voor het
kerkportaal stilhoudt. Een oogenblik later
staat een jong officier op het trottoir en
biedt zijn hand aan een oude dame om haar
j bij het uitstappen behulpzaam te zijn. Deze
schuift ze evenwel met een korten lach terug.
„Maak geen drukte, Werner, de meesteres
van Buchwald komt steeds alleen uit haar
rijtuig, 't Zou wat moois zijn, als ze dat
niet kon. Ik weet verder, dat het gewoon
vleierij is, steeds zoo behulpzaam te lijken.
Bovendien laat ge mij thuis geen tijd ge
noeg om rustig te ontbijten, we moesten,
en zouden weg, je laat me dat arme paard
loopen als een dolle, en nu is er nog alle
tijd over." De luitenant lachte. „Zullen we
naar binnen gaan, tante Als het u ten
minste goed is." „Goed is herhaalt de
dame,„je bent wel een beetjeLm."Een
duidelijk gebaar tegen baar voorhoofd vol
eindigt haar volzin. „Natuurlijk wil ik
naar binnen, denkt ge soms, dat ik hier
wil wachten totdat het god Jupiter be
haagt, mij heelemaal te doorweeken Wer-
ner von Buchwald hoorde maar slechts
half wat zijn tante zeidehij keek uit naar
Elsje Herwig, die hij tot geen prijs wilde
laten ontsnappen.
Nadat hij de barones op een goede plaats
had gebracht, verliet hij haar, haastig een
verontschuldiging mompelend, die de oude
dame echter in het geheel niet verstond.
Weldra staat hij nu tegen de deur van
de galerij geleund, en wacht van minuut
tot minuut verlangender en ongeduldiger.
Zoo dikwijls er een lichte stap weerklinkt,
buigt hij zich voorover, maar steeds is het
een hem onbekend gelaat dat zichtbaar
wordt. Elsje komt niet, en daar luidt de
klok reeds voor de derde maal. De luitenant
is zeer opgewonden. Wat zal tante welzeg
gen, dat hij haar zoo verwaarloost, haar,
die hij tot eiken prijs in een goede luim
moet houden,daar toch immers van haar voor
het grootste, deel de vervulling
zoetste hoop afhangt.
Hij snelt de trap af en kijkt beneden naar alle
kanton rond niets te zien. Ze is nooit op j
O
Tot 1 September 1900 staan
de navolgende bekroonde Stieren
I 1, de Eenjarige stier
„C r o n j
teSMERP, biiden heerS
2. de Eenjarige stier *100r".
3. de Tweejarige stier
te WESTERKLIEF, bij den heer
C. N. Lont.
Allen tegen een dekgeld van f 1
HET BESTUUR.
vanaf 25 April 1900,
de Duitsclie hengst
van den heer A. A. van den BERG,
tegen een dekgeld van f 10.
bij niet drachtig zijn f 5.—, op de
bouwplaats van de heeren
in den Polder Waard-Nieuwland op
WIERINGEN,
Dekgeld te betalen 1 Januari 1901.
Ned. P. St. no. 530,
goedgekeurd te Schagen. VOS.
twee merriën van één eigenaar
Benevens
zijner
tijd, dat heeft hij reeds dikwijls genoeg
ondervonden,dat moet hij haar toch afwennen.
Binnen begint het orgel reeds en nog
steeds staat de getrouwe ridder te wachten.
Moot hij nu werkelijk alle hoop opgeven
Daar weer een lichte treder komt iets
de trap opgehuppeld en de man voelt, dat
zij het is. Als ze boven is, blijft ze aar
zelend staan, terwijl haar wangen zich
kleuren. Werner's boosheid is vervlogen,
ja verandert in groote bewondering. „Zoo
precies als een militair, lieve juffrouw",
roept hij plagend en Elsje buigt het
hoofd. Het schiet haar door de gedachten, hoe
boos haar moedei zooeven was, daar zij
zoo laDg werk had gehad aan haar toilet.
Maar die goede moeder kon immers niet
weten, waarom haar dochtertje vandaag
zooveel werk van haar toilet maakte. De
kleine schoonheid was vandaag niet over
haar kapkunst tevreden en toch rust des
luitenants oog met bewondering op haar.
W erner zegt de jonge dame, waarom hij
haar na den dienst niet zal kunnen ver
gezellen, maar dat hij beslist hoopt,haar aan
staanden Dinsdag weer te zullen ontmoeten.
Onder deze woorden zijn ze beiden de
deuren, die toegang tot het inwendige der
kerk geven, genaderd. Elsje wil binnen
treden, maar fiij houdt haar terug „Juf
frouw Elsje, lieve juffrouw Elsje, ik ben
zoo ongelukkig, dat ik u straks niet
zal kunnen vergezellen. Doet u dat ook niet
een weinig leed Hij heeft de stem tot fluis
teren gedempt en zoo klinkt, de vraag nog
te dringender, ondersteund door een paai
en! eekende oogen.
Elsje staat een oogenblik stil; in haar
kopje warielen de verstandigste en de
dwaaste gedachten door elkaar.
Daarom zegt ze niets en tracht te lachen'
want daarmede heeft ze zich steeds nog
weten te behelpen, wanneer de hartstocht
tot haar sprak. En die onverschillig
lachende oogen hebben nog steeds een ieder
ontmoedigd en ontnuchterd. Een meisje, dat
lietheeft, lacht haar minnaar niet in zijn
gelaat uit. Zoo heft ze ook nu het gezicht
op en tracht te lachen,maar ze vermoedt niet,
dat er in die blauwe sterren ineer te lezen
is, dan ze zelf wel weet. En de luitenant
kétn lezen, hij weet wat die vochtige glans
te beduiden heeft. Zijn oog schittert en
vestigt zich op den gordel om haar taille,
waarin een paar rozen. „Och, juffrouw Elsje,
geef me iets,dat mij aan u herinnert, ook als
ik u niet zal zien. Geef mij een van die
bloemen." Zij trekt een der rozen uit haar
ceintuur, maar hoe dat nu komt grijpt hij!
te haastig? trekt zij de hand te haastig
terug beiden prikken zich aan
een scherpen doom. Een droppel bloed
dringt door baar witten handschoen en de
twee kijken elkaar getroffen aan. Het
vroolijk geschitter in beider oogen is ver
dwenen. Een lange, bange blik en Werner
gaat naar beneden. Elsje treedt binnen.
Juist is de dominé op den preekstoel ver
schenen. Het meisje gaat met luid klop
pend hart zitten en doet haar uiterste best
de preek te volgen. Maar Werner's angstige;
blik wil haar niet uit de gedachten.
Werner von Buchwald is naast zijn tante
gaan zitten. Hij is zoozeer in gedachten
verzonken, dat hij noch haar ergernis over
zijn lang uitblijven, noch haar schrik over
de roos in zijn hand, bemerkt. Hij kijkt
onophoudelijk naar den preekstoel. Praat de
geestelijke zoo zonder zin, of ontzeggen zijn
hersenen hem eiken dienst? Hij hoort de
woorden, doch ze raken hem niet. Een doffe
drukking ligt hem op hoofd en borst. Hem is
het. alsof hij moest opspringen naar buiten
snellen. Daar eindelijk Amen
Goddank.
De zegen is uitgesproken.
In het oogenblik dat Werner met zijn
tante de trap bereikt, verschijnt op de
bovenste trêe Elsje. Hij groet eerbiedig en
zij knikt vriendelijk met het hoofd in het
volgende oogenblik is ze voorbijgesneld
en verdwenen. De luitenant kijkt haar na
en let er niet op, dat er aan de lippen van
zijn tante een uitroep van ergernis ontsnapt.
WORDT VERVOLGD.