N i t IT S- AiTtrttitie- k UiIIiwéI Elsj Donderdag 7 JUNI 1900. 44sfa Jaargang No. 3523. uw Gemeente Sc hagen. Bekendmakingen. TRANSVAAL. BEKENDMAKING FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. SCHAGËR RANT Dit blad verschijnt tweemaal per week .'»V o e n s d a g - en iaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden A.DVERTENTLBN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. iNGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Hurcaa: UCHLAOKÜf# l^aaa, ft) 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I k E L Prijs per jaar f 8.Franco per post t 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct Groot e letters worden naar plaatsruimte berekend. Bureemeester enWethouders van Schagen; Gezien artt- 94 en 95 der Algemeene Po litieverordening voor deze gemeente, Brengen ter algemeene kennis, dat in het belang der openbare gezondheid alle verza melingen van afval, vuilnis, mest of dergelijke stoffen, zich op de erven of andere plaatsen in do kom dor gemeente bevindende, moeten zijn opgeruimd voor 1 Juli a.s. Op behoorlijk afgodekte mestvaalton, zich bevindende op erven bij boerderijen, is deze bepaling niet van toepassing. Nalatigheid met betrekking tot het voren staande is strafbaar met eene geldboete van ten hoogste f 25.— of hechtenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen, 29 Mei 1900. Burgemeester en Wethouders van Schagen, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester van Schagen maakt bekend, dat voor jongelieden van 16- tot '24 jarigen leeftijd, iudieu althans het voldoend aantal zich aanmeldt, de gelegenheid wordt opengesteld tot het kosteloos ontvangen van voorbereidend militair onder richt, waaromtrent door Z E. den Minister van Oorlog eene nieuwe regeling is vastgesteld, die ter Secretarie dezer Gemeente voor belanghebbenden ter inzage ligt. Dat onderricht heeft in het algemeen ten doel, door locale oefening, die zooveel mogelijk aansluiting zoekt bij het schoolonderwijs in de gymnastiek, de bekend heid te bevorderen met de eenvoudigste militaire exercitiën en de algemeene plichten van den soldaat, doch strekt bovendien, om hen, <ti" <1« verbintenis wenschen aan te gaan als vrijwilliger voor het reservekader, in de gelegenheid te stellen, zich de voor die verbintenis gevorderde bedrevenheid in de behande ling van het geweer eigen te maken en voorts tot opleiding vap toekomstige militieplichtigen, die aanspraak wenschen te verkrijgen op plaatsing bij het korps en in het garnizoen hunner keuze, of die zich tijdens hun verblijf onder de wapenen wenschen toe te leggen op het erlangen van eenen graad. Het voorbereidend militair onderricht vormt eenen cursus, die loopt over twee achtereenvolgende winler- lijdperken, telkens van ongeveer half October tot ultimo Februari, eu gedurende ten minste 8 uren per week Voor de aanmelding tot deelneming aan het onderricht bestaat gelegenheid gedurende de maand Juni, op alle werkdagen, des voormiddags van 9 tot 12 uur, ter Gemeente-secretarie, alwaar ook verdere inlichtingen kunnen worden verkregen. Ten slotte wordt in het bijzonder de aandacht der belanghebbenden erop gevestigd, dat »p het voorrecht om ingedeeld te worden bij het korps en in het garnizoen hunner keuze, alleen die in te lijven lote- lingen aanspraak hebben, voor zoover dit met de belangen van den dienst is overeen te brengen, die door het bijwonen van het voorbereidend militair onderricht een bewjjs van militaire bekwaamheid hebben weten te verwerven Schagen, den lsten Juni 1900. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. ROMAN van HANNA ASCHENBACH. 23. Na een oogenblik vraagt Hertha ernstig „En hebt u niet eenig vermoeden, waarom Elsje zoo zou hebben geweend „O ja," verzekert mevrouw Herwig op geheinizin- nigen toon, „weet ge, ik heb alles zoo bij elkaar gevoegd, want ik ben ook niet blind in dergelijke zaken, en toen het kind dus vanmorgen„Maar, mama," valt Hertha haar in de rede, „zeg mij toch dadelijk, wat u denkt dat het is, ik „Ja, ja, Hertha, je bent ook steeds zoo driftig, ik was er al juist aan toe, gij moet me echter niet zoo steeds in de rede vallen." Hertha zet zich zenuwachtig op haar stoel neer, terwijl mevrouw Herwig haar omstan dig meedeelt, wat ze meent. Elsje had zich verliefd op haar galant op de bruiloft van Bertha Sensteich en ze was bedroefd, doordat de officier zich in 't geheel niet meer liet zien, en dat was wel goed, daar die officier toch geen partij voor Elsje zou zijn. Deze meening klinkt een weinig romantisch en de ernstige Hertha moet een paar malen lachen om de fan tasievolle combinatiën harer moeder. „Ge ziet, Hertha, ook hier staat ons veel ver driet te wachten. Elsje is zoo teer, een ongelukkige liefde zou haar het hart breken." „Nu, nu, mamaatje, zoo gevaarlijk is de zaak nog niet. Ge moet niet steeds het ergste denken. Nog is alles maar een ver moeden, ofschoon uw opvatting in hoofd zaak wel waar kan zijn. Zie, dat ge het kind aan het babbelen krijgt. Het is niet goed. als de kleine dergelijke gevoelsperi- odes alleen doormaakt." „Ge hebt goed praten, Hertha, zij is zoo eigenzinnig, en iedere poging, om iets van haar te weten te Nog altijd geen bericht ontvangen van de bezetting van Pretoria door de En- gelachen. Wat redenen zouden er voor bestaan, dat Roberts Pretoria nog niet heeft bezet Zouden de Boeren dan toch niet zóó gedemoraliseerd zijn, al« de Engelsche berichten ons wel gaarno zou den doen gelooven (Zie laatste berichten.) Hoe of de vork eigenljjk in den steel zit, kunnen we uit de verschillende be richten, die tusschen twee haakjes ge zegd, weinig om het lijf hebben, niet lezen. Dat de Boeren goddank vechten en niet al hun moed verloren hebben, blijkt wel uit een telegram, dat de cor- respond-nt van de Standard te Pretoria seinde. Dat dateert van Maandagavond: *De burgers vechten met doodsver achting de aanval der Engelschen is tweemaal afgeslagen. Generaal Delarev's commando's worden saamgetrokken bij den spoorweg tusschen Klerksdorp en Potchefstroom Er heerscht hier een ontzettende drukte. Al de forten zijn klaar om verdedigd te worden, maar ik geloof niet, dat men in de hoofdstad stand zal houden. Men is erg bang dat de vreemde avonturiers en vrijwilligers gebruik zullen maken van de ver- wariing, om zoowel hier als te Johan- nesburg te gaan plunderen De regee ring geeft geen officieel oorlogsnieuws meer uit. Het is zoo goed als onmoge lijk, telegrammen uit Transvaal weg te krijgen, daar de lijnen geheel in beslag genomen worden door werk voor de regeering en de militaire overheid. Laffan seinde uit Pretoria De regeering is geheel gedesorganiseerd. Het is onmogelijk, om van den eenen dag op den anderen de ontwikkeling der gebeurtenissen te voorzien. Men verwacht vanavond onlusten te Johannesburg, en men is bang, dat de stad in brand ge stoken zal worden. Kommandant Krause, die met het bevel over de stad belast is, neemt krachtige maatregelen om de orde te bewaren en heeft een afzonderlijk politiecorps gevormd, om plundering en brandstichting to beletten. In twee nachten na elkaar is er een poging gedaan, om den spoorweg tusschen Johannesburg en Pretoria te vernielen, niet ver van de dynamietfabriek, maar in beide gevallen mislukte die poging. Men gelooft, dat Amerikaansche leren het gedaan hebben. De gewone dienst tusschen Pretoria en den Rand is geheel opgeheven, de militaire overheid neemt de lijn in beslag. Uitgewekenen komen in menigte uit Johannesburg bier aan President Sceyn, Christiaan de Wet en 6000 Vrijstaters vechten met de Trans- valers mede. Men zal goed doen, deze berichten onder voorbehoud te aanvaarden als de waarheid. Telkens lezen we, dat het Lijdenburg- sche district zeer wordt versterkt en van de noodige levensmiddelen voorzien wel een teeken, dat Kruger daar zich nog met kracht denkt te verdedigen. Er moe ten dagelijks vijftien treinen van Pretoria naar Machadodorp gezonden worden met levensmiddelen voor Lijdenburg. Zij, die dus hebben gemeend, dat de oorlog ge ëindigd zou zijn als Pretoria was inge nomen, zullen geen gelijk krijgen. Het doel, dat men zich schijnbaar voor oogen heeft gesteld, om Pretoria zoolang te ver dedigen, dat de levensmiddelen enz. zijn geborgen, dat zullen de Boeren wel be reiken. Waarom men de mijnen te Johannes burg niet heeft laten springen, wordt toegeschreven aan den invloed van Frank rijk en Duitschland. Deze rijken moeten, volgens de geruchten,er bij Kruger vriend schappelijk op hebben aangedrongen, om, zoowel in zijn belang als het hunne, de mijnen te sparen. Hot bestoken der Engelsche troepen in den Oranje-Vrijstaat neemt voortdurend toe, als gevolg van de onhebbelijke manier, waarop de Engelschen in den Vrijstaat huishouden. De Vrijstaatsche troepen onder generaal De Wet brengen den Engelschen, onder Rundie, voortdurend verliezen toe. Bij Lindley heeft de yeo- manry kennis gemaakt met de guerilla- taktiek der Boeren en met ernstige ver liezen. Uit Lourengo Marquez wordt aan de „Morning Post" geseind, dat volgens offi- ciëeleBoerenberichten de communicatie-lijn van de (Engelsche) hoofdmacht dicht bij de Vaal is afgesneden. Er wordt melding gemaakt van een ernstig gevecht bij Elandsfontein (Germis- ton, de voorstad van Johannesburg.) De Boeren zijn weer in de noordelijke districten van den Vrijstaat teruggekeerd en zijn met de Engelschen in gevecht bij Ventersburg en Harrismith. Aangenomen het beroepte Boskoop (toez.) door ds. Kniphuijzen te IV oord-Zij pe. Op 16 Juni 1900 wordt te ALKMAAR, in aansluiting met het plaatselijk telephoonDet aldaar, een inter communaal Rijkstelephoonbureel voor het publiek verkeer geopend. De diensturen zijn bepaald als volgt Op werkdagen van 7.30 uur voorm. tot 8.30 uur namidd. Op Zon- en feestdagen, van 12.30 tot 1 30 namidd. (Geenwichtijd). De kaasmarkten zullen te MONN'IKENDAMweder beginnen.De eer ste heeft plaats op heden,Woensdag 6 Juni. Tamme kabeljauwen. De firma A. Hoogendijk Jz. te VLAAROINGEN heeft in een harer vischkaren van haar filiaal te IJmuiden twee kabeljauwen bewaard van den 2den Maart af. De dieren komen thans uit de hand eten en krijgen 3 k 4 wijtings per dag. De beestjes zijn desniettemin broodmager. Met de hand strijkt men de dieren over den rug zonder ze te verontrusten. De firma heeft ze thans aan de diergaarde te Amsterdam aan geboden. Bij de Uitgevers J. Noor- duyn en Zoon te GORINCHEM verschijnt zooeven een werkje getiteldDe Leer plichtwet, bevattelijk uiteengezet en toege licht voor ouders, onderwijzers enz., door C. A. Zelvelder, arrondissements-school- opziener. Het behandelt achtereenvolgens het Schoolonderwijs en het Huisonderwijs, in het bijzonder de rechten en plichten van ouders, voogden en verzorgers daar- I bij, geeft aan welke plichten dooi deze wet op de onderwijzers gelegd worden, en wat het schooltoezicht en de gemeentebestu ren in deze te doen hebben. Het is een eenvoudig en helder geschre ven boekje, dat slechts 25 cents kost en zeker welkom zal zijn aan allen die iets met den leerplicht te maken hebben daaronder begrepen de ouders van school gaande kinderen. komen, bezweert ze met een tranenvloed." Hertha kijkt nadenkend het venster uit. Wanneer ze het hoofd maar niet zoo vol had met al die andere zorgen. Zij heett geen helder hoofd meer. „Hertha," fluistert mevrouw Herwig, „kind, als jij het eens probeerdet, jij kreegt het misschien wel zoo ver." „Dat gaat niet, moeder," weert Hertha beslist af. „In een kwartiertje is er in zoo'n zaak nog geen eind, en over 25 minuten gaat mijn trein." „Ge kunt toch deu volgenden nemen?" „Neen, moeder, die gaat eerst om zeven uur en dat is te laat. Om zes uur komt de post, ik laat papa nooit alleen, men kan niet weten wat er dan passeert" De laatste woorden spreekt ze meer tot zichzelf, dan tot haai' moeder en deze heeft daarop dan ook niet gelet. Zij heeft een zeer jaloersche natuur, en de opoffering, die haar dochter zich getroost voor dien andere, is haar steeds een doorn in het oog. Grenzenloos medelijden met den ongelukkigen man heeft dat geheele op-gaan in zijn leven ten gevolge gehad. Mevrouw Herwig weet dat, en ze heeft zelf medelijden met hem,die zoo zwaar moet boeten en nog steeds brengt ze hem offer op offei, maar wanneer ze uit haar humeur is, kan ze het niet laten, steeds op hem te schelden en haar dochter haar partijdigheid te verwijten. Deze is daaraan gewoon en als mevrouw Herwig dan ook uitroept „Natuurlijk, hij gaat vóór alles. Dat ik mij in mijn angst om Elsje niet weet te redden, is je natuurlijk on verschillig antwoordt Hertha vriendelijk „Dat gelooft u zelve niet, mama. Papa is er erger aan toe dan u en daarom ga ik naar hem. Ha, daar komt onze wild zang." De deur springt open en op haar oude dolle manier holt de kleine binnen en valt haar zuster om den hals. Hertha kust haar hartelijk en grijpt haar onder de kin, om haar eens flink in het kleine gezichtje te kunnen zien. In de blauwe kijkers ligt nog een vochtige glans, het eenige spoor van de geweende tranen.Aan Werner's rouw is de tol betaald nu verheft haar hartje zich weer, gelukkig over de zalige zekerheid, dat het geluk spoedig zal komen. Elsje Herwig kijkt weer opgewekt en vroolijk het leven in, al is het met droomerige oogen. Zij heeft het examen harer zuster blozend door staan nu gaat ze heen, om voor de koffie tafel te zorgen, terwijl Hertha haar moeder geruststellend toespreekt.Zij gebruikt een kop van het geurige vocht; dau neemt ze afscheid eu verlaat haastig het huis om naar haar zor gen terug te keeren. Half geërgerd, half haar bewonderend,kijkt mevrouw Herwig haar na. „Wat heb ik nu aan dat meisje? niets! Hij heeft haar mij geheel ontnomen. Of hij haar opoffering naar waarde zal weten te schatten Ik ben er van overtuigd van niet. Dat is nooit zijne manier geweest. Zij maakt een martelares van zichzelve, dat arme kind. Zij maakt zich zeer liezorgd voor de toekomst. Groote God, wat zal er van ons worden Als mevrouw Herwig na een oogenblik van uit de keuken, waar ze den boel heeft opgeruimd, in de kamer komt, vindt ze Elsje bezig voor den spiegel haar hoed op te zetten. „Ga je uit „Natuurlijk, mamaatje, wij moeten immers naar professor X. Hebt u dan vergeten, dat de papa van Bertha mij zou laten uitschilderen als Heiden roosje, om Bertha met dat portret te ver rassen als ze thuiskomt? en dus wordt het tijd. dat er aan begonnen wordt." Professor X. is een oude kunstenaar met een beroemden naam. Hij is vuur en vlam voor zijn model, dat hem reeds op de bruiloft, waartoe hij als oud vriend des huizes eveneens genoodigd was,zoo buitengewoon is bevallen. En als Elsje nu in een eleghnt pakje beschroomd voor hem staat en hem de hand geeft, is hij opnieuw verrast over haar lieftalligheid en schoonheid. Hij houdt haar hand lang in de zijne vast en ziet haar vorschend aan, zoodat het meisje het bloed naar de wangen stijgtdan knikt hij bevredigd. „Niet meer het Elsje van Maandag maar ook zóó goed wellicht nog beter." Mevrouw Herwig en haar dochter zien J vragend mevrouw Seinsteich aan, die eveneens is meêgegaan, en deze, haar ouden vriend kennend, geeft te kennen, dat Sigarenpuntjes voor de oude zeelui. De heer W. H. van Zanten Jr., te LEIDERDORP, belast zich met het in zamelen van sigarenpuntjes voor de oude zeelieden in de Prins Hendrik Stichting. Nu dit „zaakje" vier jaar bestaat, geeft hij daarvan zelf de volgende beschrijving: Geregeld zend ik elke week een kist, inhoudende 174 onsen tabak, naar Eg- mond a/Zee. Van tijd tot tijd gaan er ook sigaren en boeken heen, die mjj door de vrienden, en niet te vergeten, het 't best is, dat men maar net doet alsof de kunstenaar niets heeft gezegd. Hij is wat eigenaardig. Ondertusschen gaat professor X. voort, meer tot zichzelf dan tot de dames „De oogen zijn anders, maar toch ook goed fameus zoo"., Elsje verdwijnt, om met behulp van een kamenier van mevrouw Sensteich als Heiden roosje terug te keeren. De kunstenaar begint dadelijk het beeld in grove trekken op het linnen te werpen dan zegt hij „Eerst het gelaat en vooral de oogen, die moet ik vasthouden, wie weet, hoe ze morgen de wereld inkijken. Zoo iets duurt niet lang." Mevrouw Herwig breekt zich het hoofd over de woorden van den kunstenaar. Zij vindt niets geen bijzonders in de oogen van haar do.chter, zij schitteren maar wat meer dan anders, zeker door de vergoten tranen. Nu mompelt de professor weer wat, maar ze kan het niet verstaan. Maar wat mankeert Elsje, dat ze daarvan zoo'n vreese- lijke kleur krijgt? Dat moet ze haar bepaald straks eens vertellen. Elsje zal er evenwel wel voor oppassen, dat te doen: zij kan die woorden niet herhalen, waarvan zij zelve bijna de beteekenis niet begrijpt„De oogen droomen van kussen, maar de lippen weten nog niets daarvan." HOOFDSTUK XXVI. Op dienzelfden tijd zit Werner von Buch- wald voor de schrijftafel zijner moeder, om haar papieren in orde te brengen. Het i testament van de oude vrouw zal over een j paar dagen op het slot Buohwald worden geopend. Het was daar ook opgemaakt, toen de weduwe na den dood van haar man daar verblijf hield en, haar dagen geteld geloovend, haar zoon steeds had be schouwd als den aanstaanden majoraatsheer. Werner's verlof is verlengd en hij had het niet kunnen weigeren, te beloven, de barones den dag na de begrafenis naar het slot Buchwald te vergezellen. V at hij in de schrijftafel zijner moeder vindt, zijn meest brieven, door hem zelf geschreven, vluchtige briefjes uit zijn cadet tent jjd, later omvangrijke mededeelingen door de vriendinnen van den onden zee man, gezonden worden. Heeft de direc teur van de P. H Stichting van een anderen kant tabak ontvangen, wat nog al eens gebeurt, dan houdt de zending van hier tijdelijk op, anders zouden de oudjes, ik wil nu niet zeggen te veel, maar toch wel wat overvloedig krijgen, en tabak moet een versnapering blijven. Den 3en Maart 1896 verzond ik de eerste tabak aan de Prins II. Stichting, en den 4en Maart 1900 waren er p m. 24.300 onsen tabak door mij gezonden. Tweeduizend vierhonderd en dertig kilo tabak, gemaakt van sigarenpuntjes, is geen kleinigheiden toch was ik in de gelegenheid, bovendien een flinken voor raad in het magazijn op te leggen. Doch laat men gerust doorgaan mat verzamelen, want ik hoop het gratis ver schaffen van tabak uit te breiden, door ook aan de oudjes, verpleegd in andere gestichten van liefdadigheid van elke richting, van tijd tot tijd, en liefst dik wijls, wat te bezorgen. Ook boeken, tijdschriften, feuilletons voor lectuur en plaatjes om te kijken, zijn erg welkom, terwijl schoone cou ranten, bij de zendingen gevoegd, schijn baar zoo'n nietigheid, door de massa 'n aardig stuivertje opbrengen. De heeren Yas Visser, Voorzitter, en Bauduin, Hoofdbestuurslid der Holl. Maatschappij van Landbouw, zijn uitgenoodigd, als leden zitting te nemen in de internationale jury voor de bekroningen der vee-inzendingen ter Parijsche tentoonstelling. Beide juryleden vertrekken heden Woens dag naar Parijs tot het vervullen van hun taak. In het orgaan van het „Ned. Landbouwcomité" wordt medege deeld, dat sedert de mededeeling in zijn officieel jaarverslag over 1899, dat de minister er althans voorloopig van afge zien heeft een ontwerp van wet, betref fende eene officiëele landbouw vertegen woordiging bij de wetgevende macht aan hangig te maken, de regeering wol degelijk werkzaam is aan het voorbereiden van een voorstel tot wettelijke landbouw- vertegenwoordiging, doch dit zeer omvangrijke onderwerp een nauwkeurig en grondig onderzoek eischt, waarmede zich de regeering geregeld bezighoudt. Door tegenwoordigheid van geest wisten drie mijnwerkers in de mijn OraDje-Nassau te HEERLEN zich over de manoeuvres. Hoe bly was ze er steeds meê geweest en met hoeveel harte lijke belangstelling had ze steeds de kleinste deelen van zijn leven meêgeleefd. Hoe on gaarne hij anders ook brieven schreef, het viel hem zoo gemakkelijk als hij aan zijn moeder schreef. De jonge man zucl.t diep, terwijl hij allee bij elkaar bindt. In een apart loket vindt hij een klein pakketje verbleekte brieven, door een licht-blauw lint bijeenge bonden ze zijn van zijn vader. „Zij konden elkaar maar zoo zelden schrij ven gedurende dien schrikkelijk langen ver lovingstijd," mompelt Werner halfluid. „Arme ouders, hoe zwaar hebt ge voor uwe liefde moeten strijden. En uw zoon staat, hetzelfde te wachten." Lang blijft hij nog in nadenken verzon ken bij deze reliquiëndan sluit hij ze weg, zich voornemend ze later te lezen. Ten slotte valt hem nog een portefeuille in handen, kostbaar bestikt. Hij kan zich niet herinne ren, ze ooit meer te hebben gezien. Een onverklaarbaar bang gevóél, als hij het slot met den kleinen vergulden sleutel, die aan een lintje aan de map bevestigd is, om draait. Een aantal blauwe papiertjes rollen er uit, papiertjes, die de jonge man met bevreemding monstert. 't Zijn alle wissels, geschreven door dezelfde hand en afgegeven door Isidor Aaron. De bedragen zijn meest 1000 mark. Slechts van één wissel was het bedrag 1500 mark. Ze waren alle geaccepteerd door zyn moeder. De luite nant bekeek met groote oogen de pa pieren, wier gezamenlijk bedrag een aardig kapitaaltje beliepen, dat wellicht voldoende was geweest,om voor hem en zijn Elsje een toekomst te vestigen. Hoe kwam zijn moeder met die joden in betrekking? Zijn vader had er geen deel aan. zijn naamtee- kening was nergens te vinden en juist de eerste wissel dateerde uit het jaar na zijn dood, dan ieder jaar twee, tot het vorige. Werner loopt met groote passen de kamer op en neer. WORDT VERVOLGD,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1