N i t IT S-
AiTtrttitie- k UiIIiwéI
Elsj
Donderdag 7 JUNI 1900.
44sfa Jaargang No. 3523.
uw
Gemeente Sc hagen.
Bekendmakingen.
TRANSVAAL.
BEKENDMAKING
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAGËR
RANT
Dit blad verschijnt tweemaal per week .'»V o e n s d a g - en
iaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A.DVERTENTLBN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
iNGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Hurcaa: UCHLAOKÜf# l^aaa, ft) 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W I k E L
Prijs per jaar f 8.Franco per post t 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct
Groot e letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bureemeester enWethouders van Schagen;
Gezien artt- 94 en 95 der Algemeene Po
litieverordening voor deze gemeente,
Brengen ter algemeene kennis, dat in het
belang der openbare gezondheid alle verza
melingen van afval, vuilnis, mest of dergelijke
stoffen, zich op de erven of andere plaatsen
in do kom dor gemeente bevindende, moeten
zijn opgeruimd voor 1 Juli a.s.
Op behoorlijk afgodekte mestvaalton, zich
bevindende op erven bij boerderijen, is deze
bepaling niet van toepassing.
Nalatigheid met betrekking tot het voren
staande is strafbaar met eene geldboete van
ten hoogste f 25.— of hechtenis van ten
hoogste 6 dagen.
Schagen, 29 Mei 1900.
Burgemeester en Wethouders van
Schagen,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen maakt
bekend, dat voor jongelieden van 16- tot '24 jarigen
leeftijd, iudieu althans het voldoend aantal zich
aanmeldt, de gelegenheid wordt opengesteld tot het
kosteloos ontvangen van voorbereidend militair onder
richt, waaromtrent door Z E. den Minister van Oorlog
eene nieuwe regeling is vastgesteld, die ter Secretarie
dezer Gemeente voor belanghebbenden ter inzage ligt.
Dat onderricht heeft in het algemeen ten doel, door
locale oefening, die zooveel mogelijk aansluiting zoekt
bij het schoolonderwijs in de gymnastiek, de bekend
heid te bevorderen met de eenvoudigste militaire
exercitiën en de algemeene plichten van den soldaat,
doch strekt bovendien, om hen, <ti" <1« verbintenis
wenschen aan te gaan als vrijwilliger voor het
reservekader, in de gelegenheid te stellen, zich de voor
die verbintenis gevorderde bedrevenheid in de behande
ling van het geweer eigen te maken en voorts tot
opleiding vap toekomstige militieplichtigen, die
aanspraak wenschen te verkrijgen op plaatsing bij het
korps en in het garnizoen hunner keuze, of die zich
tijdens hun verblijf onder de wapenen wenschen toe
te leggen op het erlangen van eenen graad.
Het voorbereidend militair onderricht vormt eenen
cursus, die loopt over twee achtereenvolgende winler-
lijdperken, telkens van ongeveer half October tot ultimo
Februari, eu gedurende ten minste 8 uren per week
Voor de aanmelding tot deelneming aan het onderricht
bestaat gelegenheid gedurende de maand Juni, op alle
werkdagen, des voormiddags van 9 tot 12 uur, ter
Gemeente-secretarie, alwaar ook verdere inlichtingen
kunnen worden verkregen.
Ten slotte wordt in het bijzonder de aandacht der
belanghebbenden erop gevestigd, dat »p het voorrecht
om ingedeeld te worden bij het korps en in het
garnizoen hunner keuze, alleen die in te lijven lote-
lingen aanspraak hebben, voor zoover dit met de
belangen van den dienst is overeen te brengen, die
door het bijwonen van het voorbereidend militair
onderricht een bewjjs van militaire bekwaamheid
hebben weten te verwerven
Schagen, den lsten Juni 1900.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
ROMAN
van
HANNA ASCHENBACH.
23.
Na een oogenblik vraagt Hertha ernstig
„En hebt u niet eenig vermoeden, waarom
Elsje zoo zou hebben geweend „O ja,"
verzekert mevrouw Herwig op geheinizin-
nigen toon, „weet ge, ik heb alles zoo bij
elkaar gevoegd, want ik ben ook niet blind
in dergelijke zaken, en toen het kind dus
vanmorgen„Maar, mama," valt
Hertha haar in de rede, „zeg mij toch
dadelijk, wat u denkt dat het is, ik
„Ja, ja, Hertha, je bent ook steeds zoo
driftig, ik was er al juist aan toe, gij moet
me echter niet zoo steeds in de rede
vallen."
Hertha zet zich zenuwachtig op haar stoel
neer, terwijl mevrouw Herwig haar omstan
dig meedeelt, wat ze meent. Elsje had
zich verliefd op haar galant op de bruiloft
van Bertha Sensteich en ze was bedroefd,
doordat de officier zich in 't geheel niet
meer liet zien, en dat was wel goed,
daar die officier toch geen partij voor
Elsje zou zijn. Deze meening klinkt een
weinig romantisch en de ernstige Hertha
moet een paar malen lachen om de fan
tasievolle combinatiën harer moeder. „Ge
ziet, Hertha, ook hier staat ons veel ver
driet te wachten. Elsje is zoo teer, een
ongelukkige liefde zou haar het hart
breken."
„Nu, nu, mamaatje, zoo gevaarlijk is de
zaak nog niet. Ge moet niet steeds het
ergste denken. Nog is alles maar een ver
moeden, ofschoon uw opvatting in hoofd
zaak wel waar kan zijn. Zie, dat ge het
kind aan het babbelen krijgt. Het is niet
goed. als de kleine dergelijke gevoelsperi-
odes alleen doormaakt." „Ge hebt goed
praten, Hertha, zij is zoo eigenzinnig, en
iedere poging, om iets van haar te weten te
Nog altijd geen bericht ontvangen van
de bezetting van Pretoria door de En-
gelachen. Wat redenen zouden er voor
bestaan, dat Roberts Pretoria nog niet
heeft bezet Zouden de Boeren dan toch
niet zóó gedemoraliseerd zijn, al« de
Engelsche berichten ons wel gaarno zou
den doen gelooven (Zie laatste berichten.)
Hoe of de vork eigenljjk in den steel
zit, kunnen we uit de verschillende be
richten, die tusschen twee haakjes ge
zegd, weinig om het lijf hebben, niet lezen.
Dat de Boeren goddank vechten en
niet al hun moed verloren hebben,
blijkt wel uit een telegram, dat de cor-
respond-nt van de Standard te Pretoria
seinde. Dat dateert van Maandagavond:
*De burgers vechten met doodsver
achting de aanval der Engelschen is
tweemaal afgeslagen. Generaal Delarev's
commando's worden saamgetrokken bij
den spoorweg tusschen Klerksdorp en
Potchefstroom Er heerscht hier een
ontzettende drukte. Al de forten zijn
klaar om verdedigd te worden, maar ik
geloof niet, dat men in de hoofdstad
stand zal houden. Men is erg bang dat
de vreemde avonturiers en vrijwilligers
gebruik zullen maken van de ver-
wariing, om zoowel hier als te Johan-
nesburg te gaan plunderen De regee
ring geeft geen officieel oorlogsnieuws
meer uit. Het is zoo goed als onmoge
lijk, telegrammen uit Transvaal weg te
krijgen, daar de lijnen geheel in beslag
genomen worden door werk voor de
regeering en de militaire overheid.
Laffan seinde uit Pretoria
De regeering is geheel gedesorganiseerd.
Het is onmogelijk, om van den eenen dag
op den anderen de ontwikkeling der
gebeurtenissen te voorzien. Men verwacht
vanavond onlusten te Johannesburg, en
men is bang, dat de stad in brand ge
stoken zal worden. Kommandant Krause,
die met het bevel over de stad belast
is, neemt krachtige maatregelen om de
orde te bewaren en heeft een afzonderlijk
politiecorps gevormd, om plundering en
brandstichting to beletten.
In twee nachten na elkaar is er een
poging gedaan, om den spoorweg tusschen
Johannesburg en Pretoria te vernielen,
niet ver van de dynamietfabriek, maar
in beide gevallen mislukte die poging.
Men gelooft, dat Amerikaansche leren
het gedaan hebben. De gewone dienst
tusschen Pretoria en den Rand is geheel
opgeheven, de militaire overheid neemt
de lijn in beslag. Uitgewekenen komen
in menigte uit Johannesburg bier aan
President Sceyn, Christiaan de Wet en
6000 Vrijstaters vechten met de Trans-
valers mede.
Men zal goed doen, deze berichten
onder voorbehoud te aanvaarden als de
waarheid.
Telkens lezen we, dat het Lijdenburg-
sche district zeer wordt versterkt en van
de noodige levensmiddelen voorzien wel
een teeken, dat Kruger daar zich nog
met kracht denkt te verdedigen. Er moe
ten dagelijks vijftien treinen van Pretoria
naar Machadodorp gezonden worden met
levensmiddelen voor Lijdenburg. Zij, die
dus hebben gemeend, dat de oorlog ge
ëindigd zou zijn als Pretoria was inge
nomen, zullen geen gelijk krijgen. Het
doel, dat men zich schijnbaar voor oogen
heeft gesteld, om Pretoria zoolang te ver
dedigen, dat de levensmiddelen enz. zijn
geborgen, dat zullen de Boeren wel be
reiken.
Waarom men de mijnen te Johannes
burg niet heeft laten springen, wordt
toegeschreven aan den invloed van Frank
rijk en Duitschland. Deze rijken moeten,
volgens de geruchten,er bij Kruger vriend
schappelijk op hebben aangedrongen, om,
zoowel in zijn belang als het hunne, de
mijnen te sparen.
Hot bestoken der Engelsche troepen
in den Oranje-Vrijstaat neemt voortdurend
toe, als gevolg van de onhebbelijke manier,
waarop de Engelschen in den Vrijstaat
huishouden. De Vrijstaatsche troepen
onder generaal De Wet brengen den
Engelschen, onder Rundie, voortdurend
verliezen toe. Bij Lindley heeft de yeo-
manry kennis gemaakt met de guerilla-
taktiek der Boeren en met ernstige ver
liezen.
Uit Lourengo Marquez wordt aan de
„Morning Post" geseind, dat volgens offi-
ciëeleBoerenberichten de communicatie-lijn
van de (Engelsche) hoofdmacht dicht bij
de Vaal is afgesneden.
Er wordt melding gemaakt van een
ernstig gevecht bij Elandsfontein (Germis-
ton, de voorstad van Johannesburg.)
De Boeren zijn weer in de noordelijke
districten van den Vrijstaat teruggekeerd
en zijn met de Engelschen in gevecht bij
Ventersburg en Harrismith.
Aangenomen het beroepte
Boskoop (toez.) door ds. Kniphuijzen te
IV oord-Zij pe.
Op 16 Juni 1900 wordt te
ALKMAAR, in aansluiting met het
plaatselijk telephoonDet aldaar, een inter
communaal Rijkstelephoonbureel voor het
publiek verkeer geopend.
De diensturen zijn bepaald als volgt
Op werkdagen van 7.30 uur voorm.
tot 8.30 uur namidd.
Op Zon- en feestdagen, van 12.30 tot
1 30 namidd. (Geenwichtijd).
De kaasmarkten zullen te
MONN'IKENDAMweder beginnen.De eer
ste heeft plaats op heden,Woensdag 6 Juni.
Tamme kabeljauwen.
De firma A. Hoogendijk Jz. te
VLAAROINGEN heeft in een harer
vischkaren van haar filiaal te IJmuiden
twee kabeljauwen bewaard van den 2den
Maart af. De dieren komen thans uit
de hand eten en krijgen 3 k 4 wijtings
per dag. De beestjes zijn desniettemin
broodmager. Met de hand strijkt men
de dieren over den rug zonder ze te
verontrusten. De firma heeft ze thans
aan de diergaarde te Amsterdam aan
geboden.
Bij de Uitgevers J. Noor-
duyn en Zoon te GORINCHEM verschijnt
zooeven een werkje getiteldDe Leer
plichtwet, bevattelijk uiteengezet en toege
licht voor ouders, onderwijzers enz., door
C. A. Zelvelder, arrondissements-school-
opziener.
Het behandelt achtereenvolgens het
Schoolonderwijs en het Huisonderwijs,
in het bijzonder de rechten en plichten
van ouders, voogden en verzorgers daar-
I bij, geeft aan welke plichten dooi deze wet
op de onderwijzers gelegd worden, en wat
het schooltoezicht en de gemeentebestu
ren in deze te doen hebben.
Het is een eenvoudig en helder geschre
ven boekje, dat slechts 25 cents kost en
zeker welkom zal zijn aan allen die iets
met den leerplicht te maken hebben
daaronder begrepen de ouders van school
gaande kinderen.
komen, bezweert ze met een tranenvloed."
Hertha kijkt nadenkend het venster uit.
Wanneer ze het hoofd maar niet zoo vol
had met al die andere zorgen. Zij heett
geen helder hoofd meer. „Hertha," fluistert
mevrouw Herwig, „kind, als jij het eens
probeerdet, jij kreegt het misschien wel zoo
ver." „Dat gaat niet, moeder," weert
Hertha beslist af. „In een kwartiertje is
er in zoo'n zaak nog geen eind, en over
25 minuten gaat mijn trein." „Ge kunt
toch deu volgenden nemen?" „Neen,
moeder, die gaat eerst om zeven uur en
dat is te laat. Om zes uur komt de post,
ik laat papa nooit alleen, men kan niet
weten wat er dan passeert" De laatste
woorden spreekt ze meer tot zichzelf, dan
tot haai' moeder en deze heeft daarop dan
ook niet gelet. Zij heeft een zeer jaloersche
natuur, en de opoffering, die haar dochter
zich getroost voor dien andere, is haar
steeds een doorn in het oog. Grenzenloos
medelijden met den ongelukkigen man heeft
dat geheele op-gaan in zijn leven ten gevolge
gehad. Mevrouw Herwig weet dat, en ze
heeft zelf medelijden met hem,die zoo zwaar
moet boeten en nog steeds brengt ze hem
offer op offei, maar wanneer ze uit haar
humeur is, kan ze het niet laten, steeds
op hem te schelden en haar dochter haar
partijdigheid te verwijten. Deze is daaraan
gewoon en als mevrouw Herwig dan ook
uitroept „Natuurlijk, hij gaat vóór
alles. Dat ik mij in mijn angst om Elsje
niet weet te redden, is je natuurlijk on
verschillig antwoordt Hertha vriendelijk
„Dat gelooft u zelve niet, mama. Papa
is er erger aan toe dan u en daarom ga ik
naar hem. Ha, daar komt onze wild
zang."
De deur springt open en op haar oude
dolle manier holt de kleine binnen en valt
haar zuster om den hals. Hertha kust haar
hartelijk en grijpt haar onder de kin, om
haar eens flink in het kleine gezichtje te
kunnen zien. In de blauwe kijkers ligt nog
een vochtige glans, het eenige spoor
van de geweende tranen.Aan Werner's rouw
is de tol betaald nu verheft haar hartje zich
weer, gelukkig over de zalige zekerheid, dat
het geluk spoedig zal komen. Elsje Herwig
kijkt weer opgewekt en vroolijk het leven
in, al is het met droomerige oogen. Zij
heeft het examen harer zuster blozend door
staan nu gaat ze heen, om voor de koffie
tafel te zorgen, terwijl Hertha haar moeder
geruststellend toespreekt.Zij gebruikt een kop
van het geurige vocht; dau neemt ze afscheid
eu verlaat haastig het huis om naar haar zor
gen terug te keeren. Half geërgerd, half haar
bewonderend,kijkt mevrouw Herwig haar na.
„Wat heb ik nu aan dat meisje? niets!
Hij heeft haar mij geheel ontnomen. Of hij
haar opoffering naar waarde zal weten te
schatten Ik ben er van overtuigd van
niet. Dat is nooit zijne manier geweest. Zij
maakt een martelares van zichzelve, dat
arme kind. Zij maakt zich zeer liezorgd
voor de toekomst. Groote God, wat zal er
van ons worden
Als mevrouw Herwig na een oogenblik
van uit de keuken, waar ze den boel heeft
opgeruimd, in de kamer komt, vindt ze
Elsje bezig voor den spiegel haar hoed op
te zetten. „Ga je uit „Natuurlijk,
mamaatje, wij moeten immers naar professor
X. Hebt u dan vergeten, dat de papa van
Bertha mij zou laten uitschilderen als Heiden
roosje, om Bertha met dat portret te ver
rassen als ze thuiskomt? en dus wordt het
tijd. dat er aan begonnen wordt."
Professor X. is een oude kunstenaar met
een beroemden naam. Hij is vuur en vlam
voor zijn model, dat hem reeds op de bruiloft,
waartoe hij als oud vriend des huizes eveneens
genoodigd was,zoo buitengewoon is bevallen.
En als Elsje nu in een eleghnt pakje
beschroomd voor hem staat en hem de
hand geeft, is hij opnieuw verrast over
haar lieftalligheid en schoonheid. Hij houdt
haar hand lang in de zijne vast en ziet
haar vorschend aan, zoodat het meisje het
bloed naar de wangen stijgtdan knikt hij
bevredigd. „Niet meer het Elsje van
Maandag maar ook zóó goed wellicht
nog beter."
Mevrouw Herwig en haar dochter zien J
vragend mevrouw Seinsteich aan, die
eveneens is meêgegaan, en deze, haar
ouden vriend kennend, geeft te kennen, dat
Sigarenpuntjes voor
de oude zeelui.
De heer W. H. van Zanten Jr., te
LEIDERDORP, belast zich met het in
zamelen van sigarenpuntjes voor de oude
zeelieden in de Prins Hendrik Stichting.
Nu dit „zaakje" vier jaar bestaat, geeft
hij daarvan zelf de volgende beschrijving:
Geregeld zend ik elke week een kist,
inhoudende 174 onsen tabak, naar Eg-
mond a/Zee. Van tijd tot tijd gaan er
ook sigaren en boeken heen, die mjj
door de vrienden, en niet te vergeten,
het 't best is, dat men maar net doet alsof
de kunstenaar niets heeft gezegd. Hij is
wat eigenaardig.
Ondertusschen gaat professor X. voort,
meer tot zichzelf dan tot de dames „De
oogen zijn anders, maar toch ook goed
fameus zoo".,
Elsje verdwijnt, om met behulp van een
kamenier van mevrouw Sensteich als Heiden
roosje terug te keeren.
De kunstenaar begint dadelijk het beeld
in grove trekken op het linnen te werpen
dan zegt hij „Eerst het gelaat en vooral
de oogen, die moet ik vasthouden, wie weet,
hoe ze morgen de wereld inkijken. Zoo iets
duurt niet lang."
Mevrouw Herwig breekt zich het hoofd
over de woorden van den kunstenaar. Zij
vindt niets geen bijzonders in de oogen
van haar do.chter, zij schitteren maar wat
meer dan anders, zeker door de vergoten
tranen. Nu mompelt de professor weer wat,
maar ze kan het niet verstaan. Maar wat
mankeert Elsje, dat ze daarvan zoo'n vreese-
lijke kleur krijgt? Dat moet ze haar bepaald
straks eens vertellen. Elsje zal er evenwel
wel voor oppassen, dat te doen: zij kan die
woorden niet herhalen, waarvan zij zelve
bijna de beteekenis niet begrijpt„De oogen
droomen van kussen, maar de lippen weten
nog niets daarvan."
HOOFDSTUK XXVI.
Op dienzelfden tijd zit Werner von Buch-
wald voor de schrijftafel zijner moeder, om
haar papieren in orde te brengen. Het i
testament van de oude vrouw zal over een j
paar dagen op het slot Buohwald worden
geopend. Het was daar ook opgemaakt,
toen de weduwe na den dood van
haar man daar verblijf hield en, haar dagen
geteld geloovend, haar zoon steeds had be
schouwd als den aanstaanden majoraatsheer.
Werner's verlof is verlengd en hij
had het niet kunnen weigeren, te beloven,
de barones den dag na de begrafenis naar
het slot Buchwald te vergezellen.
V at hij in de schrijftafel zijner moeder
vindt, zijn meest brieven, door hem zelf
geschreven, vluchtige briefjes uit zijn cadet
tent jjd, later omvangrijke mededeelingen
door de vriendinnen van den onden zee
man, gezonden worden. Heeft de direc
teur van de P. H Stichting van een
anderen kant tabak ontvangen, wat nog
al eens gebeurt, dan houdt de zending
van hier tijdelijk op, anders zouden de
oudjes, ik wil nu niet zeggen te veel,
maar toch wel wat overvloedig krijgen,
en tabak moet een versnapering blijven.
Den 3en Maart 1896 verzond ik de
eerste tabak aan de Prins II. Stichting,
en den 4en Maart 1900 waren er p m.
24.300 onsen tabak door mij gezonden.
Tweeduizend vierhonderd en dertig kilo
tabak, gemaakt van sigarenpuntjes, is
geen kleinigheiden toch was ik in de
gelegenheid, bovendien een flinken voor
raad in het magazijn op te leggen.
Doch laat men gerust doorgaan mat
verzamelen, want ik hoop het gratis ver
schaffen van tabak uit te breiden, door
ook aan de oudjes, verpleegd in andere
gestichten van liefdadigheid van elke
richting, van tijd tot tijd, en liefst dik
wijls, wat te bezorgen.
Ook boeken, tijdschriften, feuilletons
voor lectuur en plaatjes om te kijken,
zijn erg welkom, terwijl schoone cou
ranten, bij de zendingen gevoegd, schijn
baar zoo'n nietigheid, door de massa 'n
aardig stuivertje opbrengen.
De heeren Yas Visser,
Voorzitter, en Bauduin, Hoofdbestuurslid
der Holl. Maatschappij van Landbouw,
zijn uitgenoodigd, als leden zitting te
nemen in de internationale jury voor de
bekroningen der vee-inzendingen ter
Parijsche tentoonstelling.
Beide juryleden vertrekken heden Woens
dag naar Parijs tot het vervullen van
hun taak.
In het orgaan van het
„Ned. Landbouwcomité" wordt medege
deeld, dat sedert de mededeeling in zijn
officieel jaarverslag over 1899, dat de
minister er althans voorloopig van afge
zien heeft een ontwerp van wet, betref
fende eene officiëele landbouw vertegen
woordiging bij de wetgevende macht aan
hangig te maken, de regeering wol
degelijk werkzaam is aan het voorbereiden
van een voorstel tot wettelijke landbouw-
vertegenwoordiging, doch dit zeer
omvangrijke onderwerp een nauwkeurig
en grondig onderzoek eischt, waarmede
zich de regeering geregeld bezighoudt.
Door tegenwoordigheid
van geest wisten drie mijnwerkers in de
mijn OraDje-Nassau te HEERLEN zich
over de manoeuvres. Hoe bly was ze er
steeds meê geweest en met hoeveel harte
lijke belangstelling had ze steeds de kleinste
deelen van zijn leven meêgeleefd. Hoe on
gaarne hij anders ook brieven schreef, het
viel hem zoo gemakkelijk als hij aan zijn
moeder schreef.
De jonge man zucl.t diep, terwijl hij
allee bij elkaar bindt. In een apart loket
vindt hij een klein pakketje verbleekte
brieven, door een licht-blauw lint bijeenge
bonden ze zijn van zijn vader.
„Zij konden elkaar maar zoo zelden schrij
ven gedurende dien schrikkelijk langen ver
lovingstijd," mompelt Werner halfluid.
„Arme ouders, hoe zwaar hebt ge voor uwe
liefde moeten strijden. En uw zoon staat,
hetzelfde te wachten."
Lang blijft hij nog in nadenken verzon
ken bij deze reliquiëndan sluit hij ze weg,
zich voornemend ze later te lezen. Ten
slotte valt hem nog een portefeuille in handen,
kostbaar bestikt. Hij kan zich niet herinne
ren, ze ooit meer te hebben gezien. Een
onverklaarbaar bang gevóél, als hij het slot
met den kleinen vergulden sleutel, die aan
een lintje aan de map bevestigd is, om
draait. Een aantal blauwe papiertjes rollen
er uit, papiertjes, die de jonge man met
bevreemding monstert.
't Zijn alle wissels, geschreven door
dezelfde hand en afgegeven door
Isidor Aaron. De bedragen zijn meest
1000 mark. Slechts van één wissel was het
bedrag 1500 mark. Ze waren alle
geaccepteerd door zyn moeder. De luite
nant bekeek met groote oogen de pa
pieren, wier gezamenlijk bedrag een
aardig kapitaaltje beliepen, dat wellicht
voldoende was geweest,om voor hem en zijn
Elsje een toekomst te vestigen. Hoe kwam
zijn moeder met die joden in betrekking? Zijn
vader had er geen deel aan. zijn naamtee-
kening was nergens te vinden en juist de
eerste wissel dateerde uit het jaar na zijn
dood, dan ieder jaar twee, tot het vorige.
Werner loopt met groote passen de kamer
op en neer.
WORDT VERVOLGD,