AlpiEll NiERWS-,
ilYUttllit- LllÜllflllL
Zondag 24 JUNI 1900.
44ste Jaargang Ho. 3533.
Pseudo-Democratie.
Dit nummer bestaat
twee biaden.
EERSTE BLAD.
Gemeente Sc hagen.
Bekendmakingen.
pcTlTtik
Binnenlandsch Nieuws.
HAGER
COURANT.
en
Dit blad verschijut 'weemaal per week Woensdag-
in terdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
'ffeureaa: SCHAWKAI, Laan, I) 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
Medewerker.1. W1 K E L.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
uit
Ter Secretarie der gemeente Schagen
zijn inlichtingen te bekomen omtrent eene
gevonden Hortemon nn io met
e e n i g geld.
VERGADERING van den Raad der
gemeente Schagen, op Dinsdag 2<> Juni,
des voormiddags ten 10 ure.
Punten van behandeling
1. Ingekomen stukken.
2. Comptabiliteit
3 Verpleging Neeltje Borst.
4. Adres Zijlstra om verhooging van
jaarwedde, enz.
5. De docterswoning.
6. Kaarten en legger* der wegen.
Zooals men weet, was bet vooral aan het ijverige
initiatief van dr. Kuyper te danken, dat in 1891
dus negen jaren geleden te Amsterdam door de
toen nog niet. verdeelde anti-revolutionnairen een sociaal
congres werd gehouden, waarop „mannen van Patri
monium" met „christenen uit hoogeren standa sa&rn-
verkeerden en sa&m beraadslaagden vooral ook tot
herstel van „het christelijk vertrouwen* onder deze
beide anti-revolutionnaire categorieën, dat op de iaar-
vergadering van Patrimonium, den llden November
van het daaraan voorafgaande jaar gehouden,duidelijk
bleek ondermijnd te zijn.
Het was den Patrimonium-mannen toch gebleken,
dat „de mannen onder ons*, op wie de plicht rustte,
Bom de sociale quaestie uit christelijk oogpunt tot een
onderwerp van gezette stadie te makec, in de vervul
ling van dezen plicht op jammerlijke wijze waren
tekort geschoten
Dr. Kuyper was de leider van dit congres en dat
voor het houden daarvan gewichtige redenen bestonden,
bleek uit het volgende, ontleend aan zyn openingsrede:
„Wat nu de onhoudbaarheid van den socialen
toestand betreft, gelyk die uit het individualisme
der Fransche revolutie geboren werd, daarover
kan, dunkt mij, onder Christenmannen, niet veel
verschil van opinie bestaan. Zoo ge u nog een
menschelijk hart in den boezem voelt kloppen,
en zoo ooit het ideaal van ons heilig Evangelie
u «verrukt heeft, moet ook in u elke betere aspi
ratie vloeken tegen den actuëelen toestand. Immers
gaat het zoo voort, dan wordt het al minder een
hemel en krygt het al meer iets van een hel op
aarde. Van den Christus raakt onze maatschappij
los voor den Mammon ligt ze in het stof gebogen;
en door den rnsteloozen pukkel van bet brutaalst
egoïsme waggelen, geliju de Psalmist klagen zou,
de fundamenten der aarde. Alle binten en ankers
van het maatschappelijk gebouw verschuiven
desorganisatie kweekt demoralisatieen in de
toenemende brooddronkenheid van den een tegenover
het steeds klimmend gebrek van den ander, speurt
ge eer iets van de ontbinding van het lyk, dan
van den frisschen blos en gespierde veerkracht
eener bloeiende gezondheid.*
Dit nu wisten de „mannen van Patrimonium" wel,
maar den „Christenen uit hoogeren stand" moest het
kennelyk nog geleerd worden.
„Mogen we dan aflaten", vroeg dr. Kuyper
eeuige oogeublikken daarna, „om, met Gods
Woord in de hand, een vernietigende critiek op
zoo ongezonde samenleving uit te oefenen Ja,
moogt ge dan rusten, zoolang die samenleving,
nu nog afgezien van Staatshulp, niet weer naar
Gods Woord hervormd is Den werkman als
„een stuk gereedschap" te misbruiken, is en blyft
een aanrauding van zyn menschenwaarde, sterker
nog, het is een zonde rechtstreeks ingaande
tegen het Zesde Gebod „Gij zult den arbeider
ook maatschappelijk niet doodeu."
Juiste woorden, passende in den mond van een
christen* democraat.
En, wat nu die „Staatshulp" netrof, het lag niet
op den weg der Overheid, om de taak van huisgezin
en maatschappij over te nemen.
„Maar,*' zeide dr Knyper verder, „zoodra er uit de
aanraking der verschillende levenskringen botsing
ontstaat, zóó dat de óéne kring het van Godswege aan
deu anderen kring toekomende erf te na komt, of aan
randt, dan is het de van God gestelde roeping der
Overheid, dat ze recht voor willekeur doe gelden en
het vuistrecht van den sterkste der twee terugdringe
door het recht onzes Gods over beiden. Wat ze dus
in geen geval doen mag, is zulk een rechtsverzekering
aan den ééuen kring te gunnen om aan den anderen
kring gelijke rechtszekerheid te onthouden. Een
wetboek voor den Handel, ik blijf er bij wat ik in
1875 in de Staten-Generaal sprak, roept om een wetboek
ook voor den Arbeid. De overheid helpe den arbeid
aan recht. Ook voor den arbeid moet de mogelijkheid
geboren worden, dat hij zich zelfstandig organiseere
en voor zijn rechten kunne opkomen.'
Wat dr Kuyper daar te Amsterdam op zgn congres
verkondigde, was voor velen onzer geen nieuws. ij
wiKten het wel, dat „aan het ééne uiteinde ier sociale
linie bezitters van milliardenen aan he' andere uiteinde
mier-arme tobbers"waren dat „in heel Europa thans een
welgedane bourgeoisie over een verarmenden werkenden
stand heerscht, die gestadig haar kapitaal moest voeden,
en gedoemd is, om hetgeen voor die kapitaalvoeding
geen dienst mter kan doen, te laten verzinken in het
moeras van het proletariaat*, dit alles was reeds
in 1887 door mr A. Kerdijk,toen hij den bevoorrechten
klassen deze haar tekortkomingen verweet, en voor
hem door vele anderen, verkondigd, maar de groote
beteekenis van dit congres was zoo zeer niet hetgeen
daar werd verricht en gezegd, dan wel dat de „bezitters
van adellijke titels en de anti-revolutionnaire pluto
craten," op bovengenoemde jaarvergadering van „Patri
monium," door den voorzitter, den heer Kater, van
„een kon kei pa dijtje" beschuldigd, thans onder leiding
van dr. Knyper meer gunstig gestemd werden voor
hetgeen de Patrimonium-mannen wilden, hetgeeu aan
leiding gaf, dat in de laatste algemeene vergadering
van het congres de voorzitter kon mededeelen, dat,
waar de nood der lijden in aodere dan anti-revolution
naire kringen verwijdering had doen ontstaan, het hg
de christen-werklieden was gebleken, dat het christelijk
vertrouwen niet was weggenomen, „waarvoor God den
Heer dank betuigd moest worden."
In het „Sociaal Weekblad" van 5 December 1891
vinden wij van de hand van Soranus een beschouwing
over dit congres en wij lezen aan het slot het.volgende
Met dit teruggekeerde vertrouwen moet dr.
Kuyper geluk worden gewenachten waar hg,
eooals bij ten slotte zeide, vaak het denkbeeld
had overwogen om terug te treden, dewyl men
beweerde, dat hij een hinderpaal zou zijn voor
de „eenheid der broederen", maar het nu niet
meer noodig oordeelde, daar geef ik hem volkomen
gelijk.
Voor mij. die dit congres met de hoogste
belangstelling en soms met onverholen sympathie
voor enkele sprekers niet het minst voor den
voorzitter, heb bijgewoond, is er één zeer
ernstig oogenblik geweest, en wel aan het slot der
vergadering, toen dr Kuyper in een vurig gebed
den God zyner belijdenis diens zegen op de werk
zaamheden afsmeekte. In gloeiende taal schilderde
hij de ellende van dnizen ien en duizenden, bad
om hulpe, en alsof hg zgn God mede verant
woordelijk wilde stellen voor de „jammerlgke
wijze,* waarop de „mannen onder ons" in de
vervulling van hun plicht waren te kort geschoten,
riep hij, met bet oog op het noodlijdende volk,
als in vertwijfeling uit: „Zij kunnen toch niet
wachten, geen dag en geen nacht
Ik herhaal het, dr. Kuyper gun ik volkomen
het succes, dat hij het vertrouwen tusschen de
twee „krachten" zijner politieke partij heeft weten
te herstellen. Maai wanneer hij naar eeu hooger
doel streeft dan het bewaren der eenheid, indien
hij, wat wij in ernst aannemen, de sociale nooden
wil bestrijden met al zgn talent en werkkracht,
laat hg dan steeds de woorden, tot zijn God
gesproken, ook aan „de mannen onder ons" voor
houden „Zij kunnen toch niet wachten, geen
dag en geen nacht
Wat hebben wg in de negen jaren, die tusschen dat
congres en het heden liggen, snel geleefd De „een
heid der broederen" ging verloren: de „bezitters van
adellijke titels" en de „anti-revolutionnaire plutocraten"
lieten voor het grootste gedeelte dr. Kuyper in den
steek. Zeker hebben daartoe theologische verschillen
ook aanleiding gegeven, wellicht ook het karakter
van den leider der christelijke democraten zelf, maar
even zeker is het, dat het in 1891 hersteld „christelijk
vertrouwen", na eenige jaren is geworden een christelijk
wantrouwen" waaraan het odium theologicum niet
vreemd moet zijn.
Dit nu doet er echter weinig aan toe. Ook bij de
andere partgen zag men een neiging om zich te
deelen, naar links en rechts te gaan, die zich zelfs
vertoont bij de party, welker keik tot leuze: semper
eadem altijd dezelfde heeftde sociaal-demo
cratie van 1891,toen nog niet mser dan straat socialisme,
werd voor de grootste helft het parlementaire socialisme
van het heden, terwijl de kleinere naar de anarchie
overging. De groote liberale partij verdeelde zich
ook in een rechter- en linkerzijde, welke laatste
sterker werd, al naar mafe de bourgeoisie meer en
meer begrip kreeg vau haar tekortkomingen, die
dr. Kuyper zijn „mannen onder ons" met zooveel
welsprekendheid verweet
Er ontstond, hier uit vrees, daar door een innig
gevoelde overtuiging, een revival,waardoor „de sociale
quaestie, de quaesiie, de brandende levensquaestie van
het einde der negentiende eeuw is geworden*.
Wie dat loochent, miskent de teekeuen des tijds.
Juist het feit, dat de socialisten, niettegenstaande
hun innerlyke groote verdeeldheid, zoo groot een
propaganda naar buiten konden maken, bewijst hoe
machtig een drijfkracht. zij de hunne kunnen noemen.
Daarachter staat de zedelijke eisch van het sociologische
leven, welke, zooals vroeger het geloof, spreekt èn
tot de verbeelding èn tot het hart
Het spreekt van zelf,dat deze levival invloed moest
uitoefenen op de wetgeving, of, om met dr. Kuyper
te spreken, de overheid moest den arbeid aan recht
helpen j zij moest er voor waken, dat er een eiude
kwam aan het hemeltergende feit, dat de kring,
welke het gezag in handen had, zich zelf slechts
„rechtsverzekering" gevende, den politiek- en oecono-
misch-zwakkeren kring „rechtszekerheid" onthield
m. a. w. de overheid moest een daad doen van
christelijke negatie en zelfopoffering en „het vuistrecht
van den sterkste terugdringen door de idéé der sociale
rechtvaardigheid."
Wie dit wilden, heette men in hel politieke leven
democraten en. naar mate van hun geloof of oeconomi.sche
overtuiging, noemde men ze Christelijke, vrijzinnige,
of sociaal-democraten.
Dit was echter zeker, hoewel zij vaak van meening
verschilden over de wyze waarop, de drie demo
cratische fracties wilden samen niets anders dan den
arbeid aan zijn recht helpen
Die taak was zeker moeilijk. „Voor wie om gevaar
voor zyn geldkist af te wenden, met ons in het gelid
wil treden," riep dr. Knyper op zgn congres den
„mannen onder ons" toe, „is hier geen plaats Het
is hier heilig land en wie het betreden wil, moet eerst
den voetzool van zijn egoïsme ontbinden" en daar
dit altijd eeu zeer moeilijke arbeid is, omdat men er
bij moet bukken, was het „medegevoel met het lyden
ier gedrukten en verdrukten in woorden vaak groot,
maar weigerde het meestal zich iD daden om te zetten.
Zoo werden er vele pseudo-democraten geboren.
Het spreekt van zelf, dal wij, naar aanleiding van
hetgeen dr. Knyper in 1891 sprak, na dien tgd steeds
hebben gelet op zijn daden. Waar hg op zgn congres
zich op Mozes, den Prediker en Jacobus beriep, ooi
de door deu hr. Kater gesignaleerde bezitters van adel
lgke titels en „de anti-revolutionnaire plntocraten" te
overtuigen, dat zy hun versteend conservatisme moesten
lateo varen en den voetzool van hun egoïsme ont
binden, was het ons daarna vooral te doen om na te
gaan, welke houding hg zou aannemen tegenover den
eisch van rechtvaardigheid, die zich al meer aan den
wetgever, waar deze den arbeid aan recht wilde helpen,
opdrong, en of hg als democraat elke eerlijke poging
van den wetgever zon steunen ter wille van hen, die
niet wachten konden geen dag en geen nacht en die
tot nu toe nog maar alleen met het „vuistrecht van
den sterkste* hadden kennis gemaakt.
Dat de poging langzaam, kalm en bedaard zou
zyn, dat daaraan niets revolutionnairs zon verbonden
wezen, wat de anti-revolutionnairen zou kunnen ergeren,
sprak van zelf. Wg weten niet, of het waar is, dat,
zooals dr. Kuvper in 1891 beweerde, de Fransche
revolutie de oorzaak was van den diep gaanden socialen
nood, maar wel weten we dat zij een ommekeer heeft.
teweeg gebracht in het levensbewustzijn van den
derden stand, die vóór haar, zooals de abt Siéyès in
die dagen terecht opmerkte, niets was, maar alles
kon worden.
Nn, hij werd alles, een nieuwe aristocratie, die
van het geld, vormde zich ook in het lieve vaderland,
en het was in de schaduw der kerk, dat zij welig
opschoot, groeide en bloeide. Op enkele uitzonderingen
na, waren haar dienaren tevens de woordvoerders der
nieuwe aristocratie, en kregen de proletariërs van
den arbeid, over wier lot een Prediker zoo hartroerend
klaagde, en terwille van wie Jacobus den banvloek
over de rijken uitsprakeon wissel op de
eeuwigheid.
Het sprak dns van zelf, dat zelfs de idéé der
revolutie, welke zooals de geschiedenis ons geleerd
heeft; toch altijd een noodlottige reactie vooral op
sociaal gebied achter zich heeft, verre van de
hervormingen moest gebonden worden; de democraten,
die tot leuze hadden „tegen de revolutie, voor het
evangelie 1" en wier hulp meu zoo gaarne zou willen
aanvaardeu, moesten toch niet door eenig revolutionnair
woord of vertoon worden afgeschrikt.
Dit nu kwam dan ook van de zijde van den
wetgever niet voor. Revolutionnaire galmen hoorde
men slechts zoo nu en dan van de zijde der
sociaal-democraten, maar in het algemeen was onze
sociale beweging in en buiten de Kamer zoo ordelijk
mogelijk èn konden democraten van alle nuancen
daaraan meedoen.
„Langs evolntionnairen weg moeten wg er komen",
was de leuze en zoo is men vooruitgegaan, stapje
voor stapje, en heeft de wetgever, vooral onder
leiding van het thans nog fungeerende ministerie,
getraeht „het vuistrecht van den sterkste" eenigszins
terug te dringen en deD arbeid aan recht te helpen.
De vraag is thans: welke positie nam de man in
deze aan, die iu October 1891 de openingsrede van
het Christelijk sociaal Congres uitspaak?
(Slot volgt.)
Dr. Kuyper. Het sociale vraagstuk en de
christelijke Religie, Bladz. 77, noot No. 103.
Woensdag den 20 sten Juni j. 1. ver-
gaderde ten huize van den heer P. Haringhnizen de
afdeeling Viniu c Miedorpu van de groen-
tenvereeniging „de Niedorper Kogge.'
De voorzitter, de heer J. B. Wilken, heet de aan
wezigen welkom, het betrenrende dat zoo weinigen
(een vijftiental) zijn opgekomen, en opent de vergadering.
De notulen der vorige worden gelezen en goedge
keurd, onder dankzegging aan den Secretaris.
Naar aanleiding der notulen deelt voorzitter mede:
ten late, dat het bestuur een vergadering heeft belegd
aan de Langereis. waar het met een 11-tal belang
stellenden, mees^a«dappelbonwer8, de mogelijkheid
besproken heeftjÉltfSi- Langereiser aardappelen te
Nieuwe Niedorp^^jJarkten. Als proef wilden ten
minste genoemde elf heeren zich dit voornemen,terwijl
zij, door gemakkelijk vervoer der producten aan te
bieden (door het beschikbaar stellen van hnn rijtuig)
anderen zouden opwekken hun voorbeeld te volgen.
Eeu aanwinst van leden uit dat gedeelte der gemeente
en een daardoor krachtiger worden der afdeeling zou
ongetwijfeld het gevolg zijn van het welslagen van
deze proefneming.
Dan zegt voorzitter ten 2de, betreflende de vergade
ring van de besturen der afdeelingen „Lutjewinkel-
Weere", „Moerbeek", Nieuwe Niedorp" en „Winkel",
dat die vergadering sterk gekant was tegen het
voornemen vau „N Niedorp', om ook na den 15den
Augustus te markten.
Het bestuur weuscht dit in bespreking te brengen
en is zelf van meening, wat reeds in de vorige
vergadering daarover te berde is gebracht, dat den
15en Augustus reeds ophouden met markten, onzin
is, onzin natuurlijk voor „Nieuwe Niedorp", wanneer
de markt levensvatbaarheid zal bljjken te bezitten.
De vergadering is volstrekt homogeen met 't bestuur
en op voorstel van de heeren P Koopman en D
Kuilman wordt besloten, de markt te doen aanvangen
en ook tot na den löden Augustus door te zetten.
De marktdagen worden na eenig overleg vastgesteld
op elkeu Maandag, Woensdag en Vrijdag, tegelijk met
die te Noord-Scharwonde, terwijl het aanvangsnur
bepaald wordt op half twee ongeveer, na aankomst
vau de middagtram van Schagen. De eerste markt zal
gehouden worden Woensdag den 27sten Juni as.
Nu dit vastgesteld is, wordt van verschillende
kanteu aangedrongen, om alles in het werk te stellen
wat zou kunnen bijdragen tot den bloei der markt,
teneinde eenig succes mogelijk le maken. Om het aan
het bestuur, wat de financiën betreft, gemakkelijk te
maken, wordt volmacht gegeven f 80 uit te trekken
voor eventueel te maken onkosten, voor welke som de
aanwezigen zich persoonlijk aansprakelijk stellen, met
dieu verstande echter, dat het bestuur een dergelijk
bedrag als subsidie zal aanvragen aan het gemeente
bestuur
De Voorzitter brengt thans eenige punten in be
spreking, waarover, naar aanleidiug van de genomen
besluiten, de vergadering zal moeten beslissen
Vooreerst wordt bepaald de plaats, waar de markt
zal gehouden worden. Genoemd worden daarvoor het
Zaagmolenpad en het tram-emplacement.De vergadering
siest den middenweg het gedeelte dorpsstraat vanaf
de Sluis tot aan de Hooge Brug, de Laagzijde.
Voorloopig althans zal de markt hier gehouden
worden, tot misschien later, wanneer het tram-emplace
ment in gereedheid is gebracht, dit in gebruik zal
genomen worden.
Op voorstel van den voorzitter wordt het te heffen
marktgeld bepaald op 2 pet. Tot marktmeester, keur
meester en vei Ier worden respectievelijk benoemd de
heeren J. B Wilken, A. Pool en A. HaringhuizeD.
Hierna wordt de vergadering gesloten met een
opwekkend woord van den voorzitter tot het inspannen
van aller krachten en met zijn wensch van te zullen
slagen
Leger des Heils.
Het Leger des Heils hield Woensdag
zijn velddag, geleid door den generaal
Booth, op het buiten „Waterland" vat
den burgemeester van Haarlem, jhr. mr.
J W. G. Boreel van Hogelanden. De
bijeenkomst was druk bezocht en er
heerschte op het kwistig versierde terrein
een prettige geest, terwijl de orde
voorbeeldig was. Naar schatting waren
er 7000 a 8000 personen aanwezig. De
72-jarige generaal, wien door zijn
volgelingen geestdriftige ovaties werden
gebracht, voerde twee malen het woord,
daarin bijgestaan door zgn officieren.
Wierinsfen.
In de vergadering van de afdeeling
Wieringen van de Noord-Hollandsche
Vereeniging „Het Witte Kruis," jl.
Dinsdagavond ten locale van den heer
Koorn gehouden, zijn als bestuursleden
benoemd de heeren Ds. Bax, voorz.,
Ds. Smidts, secr., L. C. Kolff, penningm.,
Jb.Mostert en P.Kaan Cz., commiss.,welke
heeren allen hunne benoeming aannamen.
Alle schoolkinderen van
WIERfNGERWA ARD hebben Woensdag een
prettigen dag gehad. De leerlingen der hoogste
klasse en die van de school vooru.l.o. brach
ten een bezoek aan Artis te Amsterdam en
Aquarium, de jongeren z(jn naar de Schaper
kermis geweest. In 26 rijtuigen reden de
laatsten langs den Barsingerweg over Bar-
singerhorn naar Schagen.
Eerst werd de tuin van den heer Broersma
opgezocht, waar de jongelui onder de druipende
boomen de snakerijen van Jan Klaassen aan
schouwden. Het bleef regenen,de biomatograaf
was nog niet gereed, maar de heer De Vroo-
men verklaarde zich bereid onvoorbereid een
kindervoorstelling te arrangeeren. Wat de
kleintjes in Cérès genoten hebben! De gedres
seerde hondjes vergeten zfj hun leven niet,
de vaardigheid van den goochelaar gin? hun
begrip verre te boven.
Intusschen was ook de feestvierende jeugd
van Kolhorn gearriveerd en gezamenlijk ging
men naar den stoomdraaimolen, waar de
meesten dol veel pret hadden, enkelen bang
werden.
Hierna werd de tent van den heer Wijlacker
bezocht, waar een operette Roodkapje en
een pantomime den kinderen veel stof tot
lachen en genieten ga^en.
De hongerige magen en dorstige kelen waren
b(j dat alles niet vergeten.
Te zes uur werd de terugtocht over't Wad
en langs den Walensweg aanvaard.
Hoogst voldaan kwamen alle kinderen
's avonds thuis.Als berichtgever spreek ik dan
ook stellig in den geest der kinderen, wanneer
ik allen dank, die tot het welslagen van
dezen blijden, leerrijken en genotvollen dag
hebben medegewerkt,
De TWEEDE KAMER heeft Don
derdag in hare vergadering behandeld de
interpellatie van den heer Van Kol over het
vonnis van één maand gevangenisstraf van
Mr Troelstra voor diens beleediging van den
Officier van Justitie te Leeuwarden.
Na een drukke discussie stelde de heer
Van Kol de volgende motie voor:
„De Kamer, van oordeel dat door de uit
voering der aan mr. P. J. Troe'stra opgelegde
gevangenisstraf het rechtsbewustzijn niet
wordt bevredigd, betuigt haar leedwezen dat
op het ingediend verzoek om opheffing of
wijziging der straf afwijzend is beschikt, en
gaat over tot de orde van den dag."
Deze motie werd verworpen met
60 tegen 13 stemmen. Voorde heeren Pokker.
Schaper,Van Kol, Lieftinck, Nolting.Marchand,
Veegens, Rink, Drucker, Ketelaar, De B er.
Verhey en Pyttersen.
De heer Staalman vroeg splitsing van de
motie- Hij wilde wel leedwezen betuigen, baar
de straf te zwaar is. Maar hij ontkende dat
de heer Troelstra handelde in het algemeen
belang Hij heeft zich te Leeuwarden ver
sproken.
De motie - Staalman werd verworpen
met 59 tegen 7 stemmen. Voor de heeren
Ketelaar, Staalman, Verhey, Fokker, Nolting,
Groen van Waarder en Rink
Beproeving van Grasmaai-
machines. Op Woensdag den 20 had
op land van den heer A. Zijp Hz. te Beemster
de beproeving van grasmaaimachines plaats
van wege de Vereeniging tot ontwikkeling
van den landbouw in Hollands Noorderkwar
tier. Er namen aan deel
J. Peignat Co., Amsterdam, Aultman
Miller's Buckeye Grasmaaimachine (Prijs
f 180), alsmede Millwaukee Kettingmachine;
Visser's Landbouwkantoor, Amsterdam,
2-paardsSteger maaimachine.ook in te richten
voor Graan maaier (Prijs f 195);
V. S- Ohmstede J Ozn., Djjk C 26 en 27,
Alkmaar, Osborne's GrasmwTmachine No. 4
voor 2 paarden, snijbreedte 41/, Eng. voet,
met 2 messen, reservestukken en gereed
schappen (Prijs f 195), alsmede Osborne's
Grasmaaimachine „Columbia" voor één paard,
snijbreedte 3'/j Eng. voet, met 2 messen,
reservestukken en gereedschappen (Prijs f 175);
Landié en Glindermau, Amsterdam, Nieuw
model „Adriana Buckeye" Grasmaaimachine
no. 8, voor twee paarden, snijbreedte 1.38
meter,met twee messen,eenige reservestukken
en gereedschappen (Prijs f 225). Inrichting
om de Grasmaaimachine ook als Graanmaaier
te gebruiken (Prijs f 45)
Wed. J. C. Massee Zoon, Goes, Massee's
Harris Maaimachine, compleet met 2 messen,
snijbreedte 4'/, voet (prijs f 160, franco elk'
spoorwegstation in Nederland)
Boeke en Huidekoper, Groningen, Mc. Cor-
nick's 2 paards Grasmaaimachine, snijbreedte
1.37 M (Prijs met 3 messen compleet f 175,)
alsmede Mc. Corninck's éénpaards Grasmaai
machine, snijbreedte 1.07 meter (Prijs met 3
messen compleet f 170) en een slijpmachine
voor messen van maaimachines (Prijs f 20).
Ondanks het slechte weder werd de wedstrijd
met belangstelling gevolgd.
Onlangs werd gemeld,
dat de heer Petrus Castien, wonende te
HEEMSTEDE, zijn 105en verjaardag
herdacht. Thans is echter gebleken, dat
hij op 22 Mei 1805 is gedoopt in de
R.-K. kerk van St -Bavo te Haarlem,
zoodat hij pas 95 jaren telt.
Met het uitplanten van
kool is men in den Annu Faa-
lownapolder thans druk in de
weer. Vijftig tot zestig bunders land zijn
voor den verbouw bestemd, zoodat de
teelt nog belangrijk meer zal kunnen
zijn dan in 1899. Het karwijveld, waar
van de opbrengst matig belooft te zjjn
is meerendeels voor „taaie gele" bestemd'
Enkele verbouwers denken er aan.
om een volgend jaar een proef me,
bloemkool te nemen.
Door den commissaris
van politie te HOORN wordt de
aandacht gevestigd op het zich weder
voordoen van uitgeven van valsch geld,
voornamelijk op marktdagen, laatstelijk
in de vorm van een rijksdaalder,
dragende de beeltenis van koning
Willem III, het rijkswapen en jaartal
1874, en missende het randschrift„God
zy met ons."
Op de laatste vergade-
ring van de afdeeling NoordHolland van de
vereeniging „het Nederlandsch Rundvee-
Stamboek" te AMSTERDAM in Kraz-
napolsky gehouden, kwam mede aan
de orde de weigering van de Paasch-
tentoonstelling te Schagen van de
sudsidie ad f 25 voor de beste melk.
De heer C. Spaans uitte de meening, dat
Schagen dit subsidie wel had kunnen aan
vaarden. De voorz., de heer Oostwoud
Wijdenes, en de vergadering waren
evenwel van oordeel, dat Schagen met
te weigeren volkomen gelijk had en
dat een dergelijke prijsuitloving in de
toekomst niet meer zou voorkomen.
Tot comm. voor het nazien van rekening
1900 en begrooting 1901 werden benoemd
de heeren C.Spaans, K.J.Govers en P.Olij.
Schagen werd, met Amsterdam in
herstemming, aangewezen als de plaats
voor de volgende algem.verg. Bij de behan
deling van rekening en begrooting der
Vereen wezen de heeren Krusemann en
Jb.Zijp Hz. op de wenschelijkheid, dat door
het Hoofdbestuur werd aangegeven waar
voor de gelden, uitgetrokken voor publi
citeit van 't Nederlandsch rundvee en de
vereeniging,waren uitgegeven en waarvoor
ze eventuëel zouden worden uitgegeven.Zij
brachten dat onder de aandacht met het oog
op de toegekende subsidie der regeering.
Daarna volgde een zeer belangrijke
discussie over het voorstel om het
onderzoek van melk van inge
schreven dieren te bevorderen. Het
voorstel werd geren voyeerd naar het be
stuur, om met nadere plannen voor den
dag te komen,
13 Leden woonden de vergadering bij.
T e LANGELO was een jon-
getje van13 jaren van de wed.P.S.met den
scheper in t veld, om op de schapen te
passen. Een eindje van den scheper af
heeft hij een hondenketting om een paal
gebonden, moet daar zijn hoofd in hebben
gelegd en zoo den dood gevonden, naar
alle waarschijnlijkheid dus spelenderwijs
zich hebben opgehangen.
De troebelen te APPEL-
TERN. Voor het gerechtshof te Arnhem
werd bevestiging van het vonnis
der Tielsche rechtbank gevraagd tegen
de acht pêrsonen, die tot verschillende
gevangenisstraffen waren veroordeeld
wegens de uitspattingen te Appeltern in
verband met den godsdienstmoord aldaar.
Hagelschade.
Nader meldt men nog uit TIEL over
den onlangs gewoed hebbenden hagelslag
Hoewel de schade nog niet met zeker
heid te bepalen is, wordt die in deze
streek alleen op meer dan een half
millioen geschat. De kersen verkoopingen,
welke na dien tijd waren aangekondigd,
gingen niet door, of de boomgaarden
werden ingehouden, zoo sterk daalde de
prijs Tan enkele is het geheele gewas
verwoest of tegen den grond.
Ook op het veld en in de tuinen der
groentenboeren is de verwoesting treurig
om aan te zien. De bui is niet op alle
plaatsen neergekomen, althans niet met
dezelfde hevigheid Het is als het ware
een streep, die verwoest werd, loopende
van het Zuidoosten naar het Noordwesten.
Zoo werd bijvoorbeeld te Zoelen en té
Avezaath geen schade toegebracht, doch
te Echteld en verdere plaatsen wel.
Alles ligt plat op het veld. Het
boonengewas is geheel verdwenen.
De heer G. Slotemaker is
herkozen als MoleD meester van den polder
Sch.ager\vaard,gemeenteHaringcarBpeL