Zondag 29 JULI 1900.
44st$ Jaargang No. 35^3.
MM ovemÉ Ier «eet.
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Hureau: Laau, II 4.
UitgeverP. TRAPMAN,
tledowerker AA I Al R B |Jt
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60,
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADV ERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct.
Groot.® letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer
twen bladen.
bestaat uit
ËËHSTE BLAD.
G e rn eente S e li a ge n.
Bekendmakingen.
Kennisgeving.
Vasthouden van Eenden.
Moderne menschen.
TRANSVAAL.
Buitenlandse!) Nieuws.
nu
SCHAGE
ilttwi Nienws-,
BANT
AJnrtcaiii- Uilliiiii
H« t Hoofd van bet Plaatselijk Bestnnr der Gemeente
Sr,hagen, brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen
dier gemeente, dat het kohier No. 1 der Bedrijfsbe
lasting, dienst 1900/1901, op den 24 Juli 1900 door
den Jlror Directeur der Directe Belastingen te Am
sterdam is executoir ve klaard en op heden aan den
Heer Ontvanger der directe l>ei.t*tiugen binnen deze
gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daaby belang heeft, wordt
alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag
behoorlijk acht te geven, teneinde alle gerechtelijke
vervolgingen, welke uit nalatigheid zonden voort
vloeien, te ontgaan
Sehagen, den 27 Juli 1900.
Het Hoofd van het Plaatselyk Bestuur voornoemd,
S. BERMAN
Burgemeester en Wethouders van Sehagen
Gezien art. 46 van de Politie verordening dier
gemeente
Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat vanaf
heden tot en met éér. October a.s. de eenden binnen
die gemeente opgesloten of gehokt moeten worden.
Nalatigheid is bij de politie-verordening strafbaar
gesteld met eene boete van ten hoogste f 26.of
hechtenis van ten hoogste zes dagen.
Behagen, 27 Juli 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Een Berlynsche miljonair had zich in een
mooie badplaats een villa laton bouwen.
Tusschen sappig, frisoh groen las? hot witte
huis aan den voet van een met eeuwenoude
boomen begroeiden berg.
De familie, welke met twee kinderen, oen
jonden en een meisje, pezegend was, had de
villa juist betrokken.
De heer des huizes, vermoeid en nerveus
tengevolge van zijn drukke handelszaak in de
hoofdstad,zocht hier elke week gedurendetwee
etmalen rust en ontspanning. Ookzyn vrouw,
aan de drukke wereldstad ontvlucht, leefde
op in de welriekende boschlucht In haar wit
batisten kleedje zag zy er nog bijna meisjes
achtig uit.
Nog een ander word tot de familie geteld.
Een bekend schilder had de eei volle opdracht
ontvangen, om het tuinsalon met eenige
schilderingen te tooien.
Veertien dagen waren verstreken, men had
zich reeds gezellig ingericht in de nieuwe,
moderne villa, waarin het, zooals vanzelf
spreekt, aan geen weelde ontbrak.
De vrouw des huizes had zich zoo spoedig
van de vermoeienissen van hot winterseizoen
hersteld, dat zy reeds weer behoefte gevoelde
aan gezelschap. Daarom ging zij zooveel mo
gelijk naar het tuinsalon,waarin de kunstenaar
werkte.
De schilder was de lieveling der dames.
Niet meer iong, lag er eon trek van gebla
seerdheid op zijn gelaat. Een vrouwelijk fijne
mond, groote, smachtende, donkere oogen,
hagelwitte tanden en dicht zwart haar, een
hoog, smal voorhoofd; zijn kleeding ultra
modern.
Een gevaarlek mensch voor een vrouw,die
op hot toppunt van haar schoonheid stond
en wier door drukken ar bed vermoeide man
Slechts twee etmalen in de week aan haar
kon wijden. De man gevoelde dan zelt ook
wel, lioe gevaarlijk dit experiment was eu
zon op middolen, om zijn vrouw afleiding te
bezorgen. Eerst dacht hy er aan een logeetje
te vragen, doch daatvan wilde zijn vrouw
uiets- weten
Doch toevallig bracht een nieuwe kennis
making een welkome uitkomst.
Op een goeden dag kwamen de kinderen
triomfeereud met een aardig vijfjarig knaapje
naar huis geluopen, dat zij met zijn'moeder
in het bosch hadden ontmoet.
,'t Ia een levende popi" riep het meisje
uit En inderdaad, zoo zag de kleine vreem
deling er ook uit, mot zijn lange, blonde
bikken, rozig gelaat en merkwaardig" groote,
donkere oogen.
„Wn willen mei hem spelen!" riepen de
kinderen uit.
„Als zijn moeder het toestaat."
„Wij zullen haar vragen."
Üp dit oogenbltk verscheen er een dame
gan de tuindeur en riep het knaapje.
„Mag hjj hier bjijven vroeg het meisje,
'dat. gewoon was, al haar wenschen te zien
ingewilligd.
l)o eigenaar der villa trad nu ook nader
en begroette de elegante, opvallend schoone
dame
„Ik wil hier spelen," riep nu ook het
vijfjarig knaapje uit.
Jubelend liepon de drie kinderen nu naar
de speelplaats in de schaduw der hooge
boomen.
„Een heerlijk i lekje," kon de vreemde dame
■niet nalaten uit ie roepeu.
„Komt u bjmieii, mevrouw. Kinderen slui
ten toch spoodig vriendschap, vindt u niet,"
sprak de heer Felsen, de eigenaar der villa,
oui een gesprek aan te knoopen.
Aarzelend liep de dame nu op do speel
plaats toe
Door haar lorgnon had mevrouw Felsen
dezo scène van de veranda gadegeslagen.
De dame en het kind waren haar niet
moer vreemd/op h ar wandelingen had zij
heil meermalen gozien. Van al de badgasten
waren zij hairhet meest opgevallen, want
zoowol moedor als kind trokken de aandacht
door hun elegante kleoding en schoonheid.
In het duurste hötel#w*ren zij afgestapt en
dat was voldoende om „hadkennismaking"
aan te knoopen, welke immors vorder geen
verplichtingen geoft. Men gaat zoolang mot
elkaar om, als men elkaar bevalt.
Do beide ilim maakten kennis en haar
omgang werd van dag tot dag intiemer.
l)o heer Folsen wreef zich vergenoegd de
handen, toen liij by de eerste ontmoeting
van den schilder met hun schoone nieuwe
kennis dozen getroffen zag opkijken.
■Slechts één seconde knipte ookdeschoone
vrouw met. do oogen, waaruit tneu verrassing
zou kunnen opmaken, doch omniddeliyk
daarop k wam het gewone betooverende lachje
om haar lippen en maakte zy een nauweiyks
merkbare buiging voor den schilder.
„Trotsch is ze," dacht de miljonair, „maar
dat is niets, dat zal hem prikkelen, het ver
wende heer!"
Gerustgesteld vertrok hy dezen keer weer
naar Berlyn. Het gevaar was nu voorby.
De schoone, koele weduwe was de beste
bliksemafleider voor den vrede van zyn
huisgezin
Daar zy niet alleen schoon, maar verstandig
en geestig tevens was, weid zy weldra de
vriendin van mevrouw Felsen; maar koel,
trotsch en ongenaakbaar bleef zy voor den
schilder.
Dikwyis voer een schok door haar leden
als hu haar voorbyging. Zy verbleekte als
by h mr kind aanraakte, z.yn hand op diens
hoofd legde en hem in 't gelaat zag; dan
riep zjj het knaapje tot zich en hield het
verre van hem
„Is onze gast u niet sympathiek?» vroeg
mevrouw Felsen eens.
„Neen
„Dat verwondert my. hy is toch anders de
lieveling van alle dames."
O ja, ik weet hot,. kwam het verach
telyk van de schoouo lippen. Zy stond op
en vei trok snel, als brandde de bodem haar
plotseling onder de voeten.
Terwyi zy voorby het tuinsalon kwam,
waar do schilder bezig was, koek hy haar
na met verlangenden blik. Zyii witte tanden
boorden zich ia de lippen, de geblaseerde
trok op zyn gelaat was geheel verdwenen,
zyn wangen kleurden zich.
„Zy is het1" sprak hy.
Den volgenden dag bleef zy onzichtbaar.
Allen misten haar.
„Zy is betopverend1" prees meviouw Felsen
haar tegenover den schilder. „Ze'den heb
ik een vrouw ontmoet, die zoo schoon, zoo
geestig en lieftallig is Zy is weduwe,maar
over haar man heeft zy nog nooit gesproken.
„Weduwen, die riiet over haar echtgenoo-
ten spreken, zyn van haar mannen geschei
den," spotte hy.
„Denkt gy, dat ze van haar man geschei
den is?"
„Zeker."
„Dan vind ik hair nog interessanter. Nu
moet zy my haar geschiedenis vertellen."
„De oude historie, een man die haar ver-
waarlo ede."
„Onmogeiyk, welke man zou haar kunnen
verwaarloozen
.„Er zyn minnen, dje hun eigen vrouwen
niet hegeerenswaard vinden."
„Omdat zy het ongeluk hebben hun
vrouwen te zyn," sprak mevrouw Felsen
ondeugend.
„Omdat zy vervelend wotden op den
duur."
„Dat zou zy nimmer zyn."
Hü haalde de schouders op. Hy wist het
beter. Een ruwe trek kwam om zy»
mond.
Hy dacht aan het verleden terug, Voor
zich zag hy een jong, blond, lief meisje
Onhandig, in haar eerste lange japon, liep zy
voor hem uit. O. lioe trok zjj hem aan, die
nog niet geheel ontloken ioos, half kind
half vrouw.
Schuchter zag zy hem aan met eert blik
die niet mis te verstaan was.
Met welgevallen merkte hy het op.
Hy behoe'de slechts zjjn hand uit te strek-
ken en zfj was hem.
Hy maakte zyn berekening en overlegde
doch vergiste zich in haar bruidschat.
Hu trouwde haar Het jonge, kinderlijke
vrouwtje aanbad hein, hem, den eens zoo
ouden man, den interessanten, verwenden
lieveling der dames.
„Pah", sprak hy minachtend en klopte de
asch van zyn sigaar
„'t Was dwaas van me. Slechts ergernis,
verdriet en teleurstelling
De rozenknop ontplooide zich nooit. Zy
kwynde door te groote gevoeligheid.
Drie jaren toen was het voorby.
„Een streep er door
Hit stond op uit den gamakkelyken crepand,
waarin het zoo heerlyk droomen was.
Mevrouw Felsen hield haar hand in do
zyno
„Wat is er, myn vriend?"
Hy voelde haar warmen handdruk, een
zacht beven ging van haar op hem over.
w eder een bloem, die haar kopje naar hem
keerde als naar de zon. Wederom behoefde
hy slechts de hand uit te strekken en zy was
de zyne Scherper dan ooit kwam de gebla
seerdheid van zyn gelaat uit.
Het was alsof er een booze betoovoriug
van hem uit ging. Als een magneet trok
hy aan.
bont eeti verleidelyk mensch"hoorde
hy zich toefluisteren.
Hy lachte, zelfbewust, ydel, zoodat zyn
witte tanden te zien kwamen. Medelydend
wierp hy een blik op baar, op de vrouw,
met zichzelf den stryd streed tusschen
en plicht, en de macht, die hy op haar
die
eer
uitoefende.
Zij wekte geen hartstocht by hem op. Hy
dacht slechts aan die andore, de trotsche en
koele, ongenaakbare vrouw en moeder, die
haar kind tegen hom in besch«rraing nam.
En sneller stroomde het bloed hem door
de aderen.—
Toen hy haar weerzag met het knaapje
aan do hand, kon hy zich niet bedwingen,
lil zyn oogen schitterde de gloed van den
hartstocht, zyn lippen bee'dert terwyl hy
uitriep-, „O, kunt ge my vergeven?"
„Neen I" Trotsch en spottend wendde zjj
zich van hem af.
Hjj volgde haar. Hy zocht, haar. Zyn ge
blaseerdheid week voor zyn hartstocht,
Rusteloos gingen hem de dagen en slapeloos
de nachten voorbij. Zyn arboid vorderde niet.
Hjj kon niet scheppen, terwyl hem de
oogen brandden on zyn hersens zich slechts
met haar bezighielden. Hy ving gierig haar
woorden, haar helderen lach op, die, ais zy
buiten was, tot hem in zyn werkfamor
doordrongen.
Een andere en toch zyi
De knop had zich tot bloem ontwikkeld,
zy bloeide in volle pracht, in zeldzame schoon
heid en frischheid doch niet voor hem I.
Haar oog schitterde Zy was gewroken.
„Ik heb hem boven alles liefgehad/' ver
telde zy aan mevrouw Felsen.
„En waarom bent u dan gescheiden?"
„Waarom? O, God, hoe beleedigde hy my,
het onervaren vrouwtje Zyn berekeningen
hadden gefaald, hy had meer van my ver
wacht myn vader was niet vrygevig genoeg-
Mij onierhouden een vrouw onderhouden,
dat wilde hjj niet. Hy haatte zyn kind, er
moest zooveel moeite, tyd on geld aari besteed
worden
„Hy behoorde dus tot de mannen, die van
de vrouwen alles nemen en niets geven?"
„Die alles nemen, ziel en lichaam, die een
vrouw het leven ondragelijk maken ja
tot dezulken behoort hy. Ik haat hem, ik
schaam my zyn vrouw te zyn geweest."
Zy haalde diep en zwaar adem.
Daarna scheen zy zich geheel verlicht te
gevoelen.
Een glimlach zweefde om haar lippen on
uit haar oogen straalde nieuwe hoop en
geluk.
Hy, die luisterend in het tuinsalon stond,het
palet in hand, hy hoorde zyn vonnis.
Als in een koorts s'oegen zyn tanden
tegen elkaar.
Nu zy hem haatte, had hy haar lief.
De heer en mevrouw Felsen hadden er
geen vermoeden van, welk drama onder hun
dak werd afgespeeld.
Zy wisten niet, dat de beide menschen,
die met hen aan één tafel zaten, zoo vreemd,
zoo koel, zoo terughoudend en afwyzend zy,
en dingend naar haar gunst en in hartstoch-
telyke liefde ontbrand hy, zy wisten niet,
dat deze beide menschen elkaar eenmaal
hadden toebehoord in een driejarigen echt.
Zy droeg niet zyn naam.
Een oude erfoom had haar en haar kind
geadopteerd, haar den gehaien naam ontno
men en haar als zyn erfgename een half
miljoen nagelaten.
Rijk, schoon, begeerenswaard was zy nu,
zy, die hy als zyn vrouw mishandelde, tot
wanhopend wordens toe geplaagd en belee-
digd en verhinderd had zich te ontwikkelen
tot een schoone, trotsche hloem.
Nog eenmaal schitterde de triomf uit haar
oogen, toen op een goeden dag aan haar
zyde een heer verscheen, voornaam, elegant,
zeker ln zyn optreden, op den eersten blik
te herkennen als een man, een man in den
waren zin des woords.
Nog slechts enkele dagen vau hopen en
wachten en dagen van wanhoop en berouw
voor hem, die eens haar man was-, toer.
stelde zy hem den nieuw aangekomene als
haar verloo'de voor.
Dat was te veel. Hy vertrok. Hy was niet
in slaat zyn opdracht, uit te voeren.
„Het heeft erooten indruk op hem gemaakt",
meende de heer Felsen.
„Goddank dat hy weg is,"antwoordde me
vrouw Felsou, „hy is een gevaartyk mensch t"
troepen. Van alle kanten dringen de
Boeren op het Britsche leger aan en de
Engelschen moeten zich op verschillende
punten versterken om staande te kunnen
blijven, dus voorwaar wel een groote om
keer,waarvan de terugslag in de Engelsche
bladen dan ook duidelijk is op te merken.
De Engeleche bladen laten zich over
de laatste krijgstooneelen zeer verdrie
tig uit. De zoogenaamde overwinningen
lokken schampere opmerkingen uit en
men geeft luide aan zijn teleurstelling
lucht.
Vooral ook klaagt de Pers over de
censuur, die op de berichten wordt toe
gepast. De wijze, waarop het Engelsche
volk van het krijgsbedrijf hoort, of liever
niet hoort, is, zegt zij, een vrij volk
onwaardig. Telkens krijgen ze verliezen-
lijsten van gevechten, waarvan men niet
eens wist,dat ze hadden plaats gehad.Plaat
sen worden ontzet, waarvan men niet
wist, dat ze werden belegerd, enz., enz.
Deze klachten zijn gegrond, maar één
troost heeft het Engelsche volk: een zui
vere voorlichting zou ze bij de uitge
breidste berichten tbch niet krijgen.
De berichten uit den Vrijstaat, door de
Engelsche bladen meegedeeld, dus tot de
kleinste afmetingeu teruggebracht., zijn
voor ons, Boerenvrienden, zeer opbeurend.
Na het voordeeltje bij Windrow, waar
van we in ons vorig nummer reeds melding
maakten, krijgen we er weer een bij
Roodeval. Daar vermeesterden de Boeren
een trein met levensmiddelen, benevens
een geleide van tweehonderd man met
een paar officieren. Een bewijs, dat De
Wet uitstekend wordt ingelicht doorzijn
spionnen, is wel, dat hij een paar andere
treinen liet passeoren en alleen dezen trein
snapte, want hem was de boodschap gezon
den, dat er een flinke portie goud mede zou
worden verzonden, n.1. 100.000 pond
sterling. Dit was evenwel niet het geval,
de wagen,
laatste oogen-
maar dat kwam, doordat
waarin het goud, op het
blik warm liep.
De spoorwegverbinding naar het Zuiden
is weer verbroken. De Wet heeft de brug
over de Rhenosterrivier vernield.
De Boeren hebben de Engelschen bij
Retiefsnek verjaagd. De Engelschen ver
loren vijftig man.
Generaal Hunter viel 23 dezer de
stelling der Boeren in de heuvels ten
zuiden van Bethlehem aan. Na den ge-
heelen dag gevochten te hebben, veroverde
Hunter een heuvel.
Er werd een aanval gedaan op een
anderen heuvel, die een nek beheerschte,
maar er werd hevige tegenstand geboden
en de aanval slaagde niet. De lichte
infanterie der Hooglanders werd door
het zeer hevige vuur gedwongen terug
te trekken. De Engelsche veiliezen be
droegen ongeveer 50 man.
Den volgenden dag bezette Hunter een
hollen weg achter den nek en den 25en
ontruimde de vijand zijne stelliDg.
De Engelsche troepen,die overBeira door
Rhodesia naar Transvaal zijn gezonden,zijn
voor het eerst met de Boeren slaags geweest. I met zekerheid kan ontsnappen
'/.ij hadden een stelling aangevallen bij
de Helous-rivier en die stormenderhand
veroverd na eed ernstig gevecht.
De opmarsch naar het Oosten is be-
gonneo. Generaal French is met twee
vjjand vele dooden en gekwetsten achterliet
en de Engelschen een aantal krijgsgevan
gen namen.—
Uit Pretoria wordt.niet alleen geseind
dat de Boeren nog steeds voornemens
zijo, den oorlog tot het uiterste vol te
houden, maar wordt bovendien gemeld
dat de Burgers nog 18000 mau in het
veld hebben, die van goeden wille zijn.
Van een andere zijde komt het bericht,
dut de Boeren nog voor 2 jaar voedsel
en ammunitie in voorraad hebben en
minstens 5 groote kanonnen bezitten.
Hun beslistheid om door te vechten,
tot het laatste toe, is grooter dan ooit, -
er is geen sprake van, dat de oorlog
„zoo goed als uit is".
Diezelfde bron sprak er van, dat èn
lord Kitchener n Sir Redvers Bulier boos
zijn De eerste om Lord Roberts' straffe
critiek op de noodelooze opoffe
ring van 1800 man bij Paardenberg,
de tweede wegens de Spionkop-rapporten.
Met Sir Redvers is niets te beginnen,
hij wil niet optrekken en is op de
meest krasse manier aan het drinken.
De regeering zou hem dolgraag naar
huis sturen, doch ze durft niet tegenover
het Engelsche publiek eu zelf is hij er
niet toe te krijgen overplaatsing of
ontheffing te vragen.
Een correspondent van het Fransche
blad „Matin" schrijft iets over den ijse-
lijken toestand in Bloemfontein.
Hij haalt eerst aan een briefje van
een vriend van hem uit Bloemfontein,
dat luidt
„Komt gij hier niet meer terug om
mij met uw opgewektheid wat moed in
te spreken Het is hier verschrikkelijk.
De wind, de stof en de 50 60 dooden
per dag, het is vreeseljjk. Terwijl ik
dit schrijf, zjjn 5 dooden langs mijn
raam gedragen.
„Tot weerziens. Ik hoop gauw deze
doodenstad te kunueo verlaten."
Dit teekent volkomen den toestand,
die te Bloemfontein heerscht. De grootste
vijand van de Engelsehen, zegt de cor
respondent verder, is de natuur, de ergste
slacht velden zijn de hospitalen. Ik heb
ze bezocht, die slagvelden zonder roem,
er zijn er 20 in de stad. Deze waren
niet voldoende, alle zieken te herbergen
en zoodoende werden er tenten opgesla
gen. De soldaten liggen er op veldbed
den zoo gemakkelijk mogelijk.
Als de zon schijnt, is het er nu uit te
houden, maar als het regent, wordt alles
doornat, welke voorzorgsmaatregelen ook
worden genomen zelfs de beddeu blijven
niet droog. Na een onweer ging ik
's morgens de tenten bekijken. De aarde
was een stinkend moeras, het zand was
modder geworden en onder de druipnatte
dekens verborgeu de arme koortslijders
zich, bibberend over hun geheele lichaam.
Nu zijn er dekens, maar eenigen tijd
terug lagen ze onder spreien.
Vreeseljjker dan kogels zijn dergelijke
onvermijdelijke gevolgen van den oorlog,
die altijd terugkomen en waaraan niemand
Dat er zoo langzamerhand gedurende
de laatste 3 4 4 weken een heele ver
andering is gekomen in den toestand in
Zuid-Afrika, wordt ons heel duidelijk, als
we het volgende eens nagaan
Toen het departement van oorlog in
Engeland bezig was met het nemen van
voorbereidende maatregelen, om een ge-
De heeren Chamberlain en Milner
zoeketi naar middelen, om de rebellen
in Kaapland eD Natal te kunnen straffen.
De heer Milner heeft bij de opening van
het Kaapsche parlement medegedeeld,
waarin de tucétiging van H.M.'s oproerige
onderdanen zal moeten bestaan. Hij
verlangt van het parlement de aanneming
van eene hoogverraadswet, waarbij de
brigades in het Zuiden, Pole Carew in
het centrum en Jan Hamilton en Mahon
in het Noorden De Boeren hebben, op
het vernemen van het oprukken der
Engelschen, alle stellingen ontruimd en
zijn naar Lijdenburg getrokken.
Een deel der Boeren macht is in het
noorden van lioesveldt gebleven, waar
zij i) trachten de Engelsche verbindings- HH
lijnen te onderbreken. De bruggen zijn gewone rechtspleging ter zijde zal worden
deelte der strijdkrachten uit'Zuid-Afrika hier volkomen vernield, alsook twee gezet. Een speciaal hof zal dan worden
naar China te zenden, werden aan Lord kleinere bruggen, twee mijlen naar het samengesteld, dat de leiders en den
Roberts natuurlijk de noodige inlichtingen westen. grooteD hoop der opstandelingen, zonder
gevraagd, en ook hoeveel troepen hjj zou Een telegram van lord Roberts uit eeuig recht op hooger beroep, zal von-
kunuen missen. Balmoral van 25 Juli meldt de aankomst nissen. De straffen, die deze moderne
Toen werd beweerd, dat na 1 Juli niet der Engelschen daar, zonder dat de inquisitie zou opleggen, moesten bestaan
meer dan 100.000 man, doch Da 1 Au- vijand te zien geweest is. De Boeren in verbeurdverklaring der goederen, in
waren Dinsdagmiddag in gevecht geweest gevangenisstraf eD ontneming van het
met de cavalerie van FreDch en Hutton's stemrecht en verdere burgerschapsrechten,
bereden infanterie, zes mjjlen ten zuiden Wanneer aan een groot deel der
van Balmoral Alderson viel hun rech- Kaapsche Hollanders het stemrecht
tervleugel aan, met de bereden infanterie, wordt ontnomen, zal de Engelsche partjj,
terwijl French een wijde omtrekkende voor onbepaaldën tijd oppermachtig in
beweging maakte om hun linkervleugel. Zuid-Afrika zijn.
Toen de Boeren hun terugtochtsweg Een partijdige wetgeving, met al de
bedreigd zagen, sloegen zij op de vlucht, gevolgen daarvan, zal dan, zoo hoopt
door French en Hutton gevolgd. men natuurljjk, de Engelsche suprematie
Verder meldt Roberts, dat hij slechts voor goed in de weerspannige koloniën
den dood van 1 officier heeft te betreuren vestigen. Een vereenigd Zuid-Afrika,
en verder geen verliezen leed, terwijl de onder den scepter van koningin Victoria,
gustus slechts 75.000 man noodig waren
Op die sterkte moest het leger zoowat
een half jaar blijven. Binnen 2 of 3 weken
werd de overgave van Kruger en Stejjn
verwacht. Roberts dacht op 1 Juli meester
te zijn van den geheelen Delagoa-spoorweg
eu dan waren 50.000 man voldoende om
Kruger en zijn enkele volgelingen in
Lijdenburg uit te hongeren, zoo hjj er
niet de voorkeur aan gaf, zich eerder
over te geven. 30.000 Man werden voor
De Wet en 8tejjn voldoende geacht. En
geen sprake van vermindering van