Zondag 29 JULI 1900. 44st$ Jaargang No. 35^3. MM ovemÉ Ier «eet. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Hureau: Laau, II 4. UitgeverP. TRAPMAN, tledowerker AA I Al R B |Jt Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADV ERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct. Groot.® letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer twen bladen. bestaat uit ËËHSTE BLAD. G e rn eente S e li a ge n. Bekendmakingen. Kennisgeving. Vasthouden van Eenden. Moderne menschen. TRANSVAAL. Buitenlandse!) Nieuws. nu SCHAGE ilttwi Nienws-, BANT AJnrtcaiii- Uilliiiii H« t Hoofd van bet Plaatselijk Bestnnr der Gemeente Sr,hagen, brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier No. 1 der Bedrijfsbe lasting, dienst 1900/1901, op den 24 Juli 1900 door den Jlror Directeur der Directe Belastingen te Am sterdam is executoir ve klaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe l>ei.t*tiugen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daaby belang heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, teneinde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zonden voort vloeien, te ontgaan Sehagen, den 27 Juli 1900. Het Hoofd van het Plaatselyk Bestuur voornoemd, S. BERMAN Burgemeester en Wethouders van Sehagen Gezien art. 46 van de Politie verordening dier gemeente Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat vanaf heden tot en met éér. October a.s. de eenden binnen die gemeente opgesloten of gehokt moeten worden. Nalatigheid is bij de politie-verordening strafbaar gesteld met eene boete van ten hoogste f 26.of hechtenis van ten hoogste zes dagen. Behagen, 27 Juli 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Een Berlynsche miljonair had zich in een mooie badplaats een villa laton bouwen. Tusschen sappig, frisoh groen las? hot witte huis aan den voet van een met eeuwenoude boomen begroeiden berg. De familie, welke met twee kinderen, oen jonden en een meisje, pezegend was, had de villa juist betrokken. De heer des huizes, vermoeid en nerveus tengevolge van zijn drukke handelszaak in de hoofdstad,zocht hier elke week gedurendetwee etmalen rust en ontspanning. Ookzyn vrouw, aan de drukke wereldstad ontvlucht, leefde op in de welriekende boschlucht In haar wit batisten kleedje zag zy er nog bijna meisjes achtig uit. Nog een ander word tot de familie geteld. Een bekend schilder had de eei volle opdracht ontvangen, om het tuinsalon met eenige schilderingen te tooien. Veertien dagen waren verstreken, men had zich reeds gezellig ingericht in de nieuwe, moderne villa, waarin het, zooals vanzelf spreekt, aan geen weelde ontbrak. De vrouw des huizes had zich zoo spoedig van de vermoeienissen van hot winterseizoen hersteld, dat zy reeds weer behoefte gevoelde aan gezelschap. Daarom ging zij zooveel mo gelijk naar het tuinsalon,waarin de kunstenaar werkte. De schilder was de lieveling der dames. Niet meer iong, lag er eon trek van gebla seerdheid op zijn gelaat. Een vrouwelijk fijne mond, groote, smachtende, donkere oogen, hagelwitte tanden en dicht zwart haar, een hoog, smal voorhoofd; zijn kleeding ultra modern. Een gevaarlek mensch voor een vrouw,die op hot toppunt van haar schoonheid stond en wier door drukken ar bed vermoeide man Slechts twee etmalen in de week aan haar kon wijden. De man gevoelde dan zelt ook wel, lioe gevaarlijk dit experiment was eu zon op middolen, om zijn vrouw afleiding te bezorgen. Eerst dacht hy er aan een logeetje te vragen, doch daatvan wilde zijn vrouw uiets- weten Doch toevallig bracht een nieuwe kennis making een welkome uitkomst. Op een goeden dag kwamen de kinderen triomfeereud met een aardig vijfjarig knaapje naar huis geluopen, dat zij met zijn'moeder in het bosch hadden ontmoet. ,'t Ia een levende popi" riep het meisje uit En inderdaad, zoo zag de kleine vreem deling er ook uit, mot zijn lange, blonde bikken, rozig gelaat en merkwaardig" groote, donkere oogen. „Wn willen mei hem spelen!" riepen de kinderen uit. „Als zijn moeder het toestaat." „Wij zullen haar vragen." Üp dit oogenbltk verscheen er een dame gan de tuindeur en riep het knaapje. „Mag hjj hier bjijven vroeg het meisje, 'dat. gewoon was, al haar wenschen te zien ingewilligd. l)o eigenaar der villa trad nu ook nader en begroette de elegante, opvallend schoone dame „Ik wil hier spelen," riep nu ook het vijfjarig knaapje uit. Jubelend liepon de drie kinderen nu naar de speelplaats in de schaduw der hooge boomen. „Een heerlijk i lekje," kon de vreemde dame ■niet nalaten uit ie roepeu. „Komt u bjmieii, mevrouw. Kinderen slui ten toch spoodig vriendschap, vindt u niet," sprak de heer Felsen, de eigenaar der villa, oui een gesprek aan te knoopen. Aarzelend liep de dame nu op do speel plaats toe Door haar lorgnon had mevrouw Felsen dezo scène van de veranda gadegeslagen. De dame en het kind waren haar niet moer vreemd/op h ar wandelingen had zij heil meermalen gozien. Van al de badgasten waren zij hairhet meest opgevallen, want zoowol moedor als kind trokken de aandacht door hun elegante kleoding en schoonheid. In het duurste hötel#w*ren zij afgestapt en dat was voldoende om „hadkennismaking" aan te knoopen, welke immors vorder geen verplichtingen geoft. Men gaat zoolang mot elkaar om, als men elkaar bevalt. Do beide ilim maakten kennis en haar omgang werd van dag tot dag intiemer. l)o heer Folsen wreef zich vergenoegd de handen, toen liij by de eerste ontmoeting van den schilder met hun schoone nieuwe kennis dozen getroffen zag opkijken. ■Slechts één seconde knipte ookdeschoone vrouw met. do oogen, waaruit tneu verrassing zou kunnen opmaken, doch omniddeliyk daarop k wam het gewone betooverende lachje om haar lippen en maakte zy een nauweiyks merkbare buiging voor den schilder. „Trotsch is ze," dacht de miljonair, „maar dat is niets, dat zal hem prikkelen, het ver wende heer!" Gerustgesteld vertrok hy dezen keer weer naar Berlyn. Het gevaar was nu voorby. De schoone, koele weduwe was de beste bliksemafleider voor den vrede van zyn huisgezin Daar zy niet alleen schoon, maar verstandig en geestig tevens was, weid zy weldra de vriendin van mevrouw Felsen; maar koel, trotsch en ongenaakbaar bleef zy voor den schilder. Dikwyis voer een schok door haar leden als hu haar voorbyging. Zy verbleekte als by h mr kind aanraakte, z.yn hand op diens hoofd legde en hem in 't gelaat zag; dan riep zjj het knaapje tot zich en hield het verre van hem „Is onze gast u niet sympathiek?» vroeg mevrouw Felsen eens. „Neen „Dat verwondert my. hy is toch anders de lieveling van alle dames." O ja, ik weet hot,. kwam het verach telyk van de schoouo lippen. Zy stond op en vei trok snel, als brandde de bodem haar plotseling onder de voeten. Terwyi zy voorby het tuinsalon kwam, waar do schilder bezig was, koek hy haar na met verlangenden blik. Zyii witte tanden boorden zich ia de lippen, de geblaseerde trok op zyn gelaat was geheel verdwenen, zyn wangen kleurden zich. „Zy is het1" sprak hy. Den volgenden dag bleef zy onzichtbaar. Allen misten haar. „Zy is betopverend1" prees meviouw Felsen haar tegenover den schilder. „Ze'den heb ik een vrouw ontmoet, die zoo schoon, zoo geestig en lieftallig is Zy is weduwe,maar over haar man heeft zy nog nooit gesproken. „Weduwen, die riiet over haar echtgenoo- ten spreken, zyn van haar mannen geschei den," spotte hy. „Denkt gy, dat ze van haar man geschei den is?" „Zeker." „Dan vind ik hair nog interessanter. Nu moet zy my haar geschiedenis vertellen." „De oude historie, een man die haar ver- waarlo ede." „Onmogeiyk, welke man zou haar kunnen verwaarloozen .„Er zyn minnen, dje hun eigen vrouwen niet hegeerenswaard vinden." „Omdat zy het ongeluk hebben hun vrouwen te zyn," sprak mevrouw Felsen ondeugend. „Omdat zy vervelend wotden op den duur." „Dat zou zy nimmer zyn." Hü haalde de schouders op. Hy wist het beter. Een ruwe trek kwam om zy» mond. Hy dacht aan het verleden terug, Voor zich zag hy een jong, blond, lief meisje Onhandig, in haar eerste lange japon, liep zy voor hem uit. O. lioe trok zjj hem aan, die nog niet geheel ontloken ioos, half kind half vrouw. Schuchter zag zy hem aan met eert blik die niet mis te verstaan was. Met welgevallen merkte hy het op. Hy behoe'de slechts zjjn hand uit te strek- ken en zfj was hem. Hy maakte zyn berekening en overlegde doch vergiste zich in haar bruidschat. Hu trouwde haar Het jonge, kinderlijke vrouwtje aanbad hein, hem, den eens zoo ouden man, den interessanten, verwenden lieveling der dames. „Pah", sprak hy minachtend en klopte de asch van zyn sigaar „'t Was dwaas van me. Slechts ergernis, verdriet en teleurstelling De rozenknop ontplooide zich nooit. Zy kwynde door te groote gevoeligheid. Drie jaren toen was het voorby. „Een streep er door Hit stond op uit den gamakkelyken crepand, waarin het zoo heerlyk droomen was. Mevrouw Felsen hield haar hand in do zyno „Wat is er, myn vriend?" Hy voelde haar warmen handdruk, een zacht beven ging van haar op hem over. w eder een bloem, die haar kopje naar hem keerde als naar de zon. Wederom behoefde hy slechts de hand uit te strekken en zy was de zyne Scherper dan ooit kwam de gebla seerdheid van zyn gelaat uit. Het was alsof er een booze betoovoriug van hem uit ging. Als een magneet trok hy aan. bont eeti verleidelyk mensch"hoorde hy zich toefluisteren. Hy lachte, zelfbewust, ydel, zoodat zyn witte tanden te zien kwamen. Medelydend wierp hy een blik op baar, op de vrouw, met zichzelf den stryd streed tusschen en plicht, en de macht, die hy op haar die eer uitoefende. Zij wekte geen hartstocht by hem op. Hy dacht slechts aan die andore, de trotsche en koele, ongenaakbare vrouw en moeder, die haar kind tegen hom in besch«rraing nam. En sneller stroomde het bloed hem door de aderen.— Toen hy haar weerzag met het knaapje aan do hand, kon hy zich niet bedwingen, lil zyn oogen schitterde de gloed van den hartstocht, zyn lippen bee'dert terwyl hy uitriep-, „O, kunt ge my vergeven?" „Neen I" Trotsch en spottend wendde zjj zich van hem af. Hjj volgde haar. Hy zocht, haar. Zyn ge blaseerdheid week voor zyn hartstocht, Rusteloos gingen hem de dagen en slapeloos de nachten voorbij. Zyn arboid vorderde niet. Hjj kon niet scheppen, terwyl hem de oogen brandden on zyn hersens zich slechts met haar bezighielden. Hy ving gierig haar woorden, haar helderen lach op, die, ais zy buiten was, tot hem in zyn werkfamor doordrongen. Een andere en toch zyi De knop had zich tot bloem ontwikkeld, zy bloeide in volle pracht, in zeldzame schoon heid en frischheid doch niet voor hem I. Haar oog schitterde Zy was gewroken. „Ik heb hem boven alles liefgehad/' ver telde zy aan mevrouw Felsen. „En waarom bent u dan gescheiden?" „Waarom? O, God, hoe beleedigde hy my, het onervaren vrouwtje Zyn berekeningen hadden gefaald, hy had meer van my ver wacht myn vader was niet vrygevig genoeg- Mij onierhouden een vrouw onderhouden, dat wilde hjj niet. Hy haatte zyn kind, er moest zooveel moeite, tyd on geld aari besteed worden „Hy behoorde dus tot de mannen, die van de vrouwen alles nemen en niets geven?" „Die alles nemen, ziel en lichaam, die een vrouw het leven ondragelijk maken ja tot dezulken behoort hy. Ik haat hem, ik schaam my zyn vrouw te zyn geweest." Zy haalde diep en zwaar adem. Daarna scheen zy zich geheel verlicht te gevoelen. Een glimlach zweefde om haar lippen on uit haar oogen straalde nieuwe hoop en geluk. Hy, die luisterend in het tuinsalon stond,het palet in hand, hy hoorde zyn vonnis. Als in een koorts s'oegen zyn tanden tegen elkaar. Nu zy hem haatte, had hy haar lief. De heer en mevrouw Felsen hadden er geen vermoeden van, welk drama onder hun dak werd afgespeeld. Zy wisten niet, dat de beide menschen, die met hen aan één tafel zaten, zoo vreemd, zoo koel, zoo terughoudend en afwyzend zy, en dingend naar haar gunst en in hartstoch- telyke liefde ontbrand hy, zy wisten niet, dat deze beide menschen elkaar eenmaal hadden toebehoord in een driejarigen echt. Zy droeg niet zyn naam. Een oude erfoom had haar en haar kind geadopteerd, haar den gehaien naam ontno men en haar als zyn erfgename een half miljoen nagelaten. Rijk, schoon, begeerenswaard was zy nu, zy, die hy als zyn vrouw mishandelde, tot wanhopend wordens toe geplaagd en belee- digd en verhinderd had zich te ontwikkelen tot een schoone, trotsche hloem. Nog eenmaal schitterde de triomf uit haar oogen, toen op een goeden dag aan haar zyde een heer verscheen, voornaam, elegant, zeker ln zyn optreden, op den eersten blik te herkennen als een man, een man in den waren zin des woords. Nog slechts enkele dagen vau hopen en wachten en dagen van wanhoop en berouw voor hem, die eens haar man was-, toer. stelde zy hem den nieuw aangekomene als haar verloo'de voor. Dat was te veel. Hy vertrok. Hy was niet in slaat zyn opdracht, uit te voeren. „Het heeft erooten indruk op hem gemaakt", meende de heer Felsen. „Goddank dat hy weg is,"antwoordde me vrouw Felsou, „hy is een gevaartyk mensch t" troepen. Van alle kanten dringen de Boeren op het Britsche leger aan en de Engelschen moeten zich op verschillende punten versterken om staande te kunnen blijven, dus voorwaar wel een groote om keer,waarvan de terugslag in de Engelsche bladen dan ook duidelijk is op te merken. De Engeleche bladen laten zich over de laatste krijgstooneelen zeer verdrie tig uit. De zoogenaamde overwinningen lokken schampere opmerkingen uit en men geeft luide aan zijn teleurstelling lucht. Vooral ook klaagt de Pers over de censuur, die op de berichten wordt toe gepast. De wijze, waarop het Engelsche volk van het krijgsbedrijf hoort, of liever niet hoort, is, zegt zij, een vrij volk onwaardig. Telkens krijgen ze verliezen- lijsten van gevechten, waarvan men niet eens wist,dat ze hadden plaats gehad.Plaat sen worden ontzet, waarvan men niet wist, dat ze werden belegerd, enz., enz. Deze klachten zijn gegrond, maar één troost heeft het Engelsche volk: een zui vere voorlichting zou ze bij de uitge breidste berichten tbch niet krijgen. De berichten uit den Vrijstaat, door de Engelsche bladen meegedeeld, dus tot de kleinste afmetingeu teruggebracht., zijn voor ons, Boerenvrienden, zeer opbeurend. Na het voordeeltje bij Windrow, waar van we in ons vorig nummer reeds melding maakten, krijgen we er weer een bij Roodeval. Daar vermeesterden de Boeren een trein met levensmiddelen, benevens een geleide van tweehonderd man met een paar officieren. Een bewijs, dat De Wet uitstekend wordt ingelicht doorzijn spionnen, is wel, dat hij een paar andere treinen liet passeoren en alleen dezen trein snapte, want hem was de boodschap gezon den, dat er een flinke portie goud mede zou worden verzonden, n.1. 100.000 pond sterling. Dit was evenwel niet het geval, de wagen, laatste oogen- maar dat kwam, doordat waarin het goud, op het blik warm liep. De spoorwegverbinding naar het Zuiden is weer verbroken. De Wet heeft de brug over de Rhenosterrivier vernield. De Boeren hebben de Engelschen bij Retiefsnek verjaagd. De Engelschen ver loren vijftig man. Generaal Hunter viel 23 dezer de stelling der Boeren in de heuvels ten zuiden van Bethlehem aan. Na den ge- heelen dag gevochten te hebben, veroverde Hunter een heuvel. Er werd een aanval gedaan op een anderen heuvel, die een nek beheerschte, maar er werd hevige tegenstand geboden en de aanval slaagde niet. De lichte infanterie der Hooglanders werd door het zeer hevige vuur gedwongen terug te trekken. De Engelsche veiliezen be droegen ongeveer 50 man. Den volgenden dag bezette Hunter een hollen weg achter den nek en den 25en ontruimde de vijand zijne stelliDg. De Engelsche troepen,die overBeira door Rhodesia naar Transvaal zijn gezonden,zijn voor het eerst met de Boeren slaags geweest. I met zekerheid kan ontsnappen '/.ij hadden een stelling aangevallen bij de Helous-rivier en die stormenderhand veroverd na eed ernstig gevecht. De opmarsch naar het Oosten is be- gonneo. Generaal French is met twee vjjand vele dooden en gekwetsten achterliet en de Engelschen een aantal krijgsgevan gen namen.— Uit Pretoria wordt.niet alleen geseind dat de Boeren nog steeds voornemens zijo, den oorlog tot het uiterste vol te houden, maar wordt bovendien gemeld dat de Burgers nog 18000 mau in het veld hebben, die van goeden wille zijn. Van een andere zijde komt het bericht, dut de Boeren nog voor 2 jaar voedsel en ammunitie in voorraad hebben en minstens 5 groote kanonnen bezitten. Hun beslistheid om door te vechten, tot het laatste toe, is grooter dan ooit, - er is geen sprake van, dat de oorlog „zoo goed als uit is". Diezelfde bron sprak er van, dat èn lord Kitchener n Sir Redvers Bulier boos zijn De eerste om Lord Roberts' straffe critiek op de noodelooze opoffe ring van 1800 man bij Paardenberg, de tweede wegens de Spionkop-rapporten. Met Sir Redvers is niets te beginnen, hij wil niet optrekken en is op de meest krasse manier aan het drinken. De regeering zou hem dolgraag naar huis sturen, doch ze durft niet tegenover het Engelsche publiek eu zelf is hij er niet toe te krijgen overplaatsing of ontheffing te vragen. Een correspondent van het Fransche blad „Matin" schrijft iets over den ijse- lijken toestand in Bloemfontein. Hij haalt eerst aan een briefje van een vriend van hem uit Bloemfontein, dat luidt „Komt gij hier niet meer terug om mij met uw opgewektheid wat moed in te spreken Het is hier verschrikkelijk. De wind, de stof en de 50 60 dooden per dag, het is vreeseljjk. Terwijl ik dit schrijf, zjjn 5 dooden langs mijn raam gedragen. „Tot weerziens. Ik hoop gauw deze doodenstad te kunueo verlaten." Dit teekent volkomen den toestand, die te Bloemfontein heerscht. De grootste vijand van de Engelsehen, zegt de cor respondent verder, is de natuur, de ergste slacht velden zijn de hospitalen. Ik heb ze bezocht, die slagvelden zonder roem, er zijn er 20 in de stad. Deze waren niet voldoende, alle zieken te herbergen en zoodoende werden er tenten opgesla gen. De soldaten liggen er op veldbed den zoo gemakkelijk mogelijk. Als de zon schijnt, is het er nu uit te houden, maar als het regent, wordt alles doornat, welke voorzorgsmaatregelen ook worden genomen zelfs de beddeu blijven niet droog. Na een onweer ging ik 's morgens de tenten bekijken. De aarde was een stinkend moeras, het zand was modder geworden en onder de druipnatte dekens verborgeu de arme koortslijders zich, bibberend over hun geheele lichaam. Nu zijn er dekens, maar eenigen tijd terug lagen ze onder spreien. Vreeseljjker dan kogels zijn dergelijke onvermijdelijke gevolgen van den oorlog, die altijd terugkomen en waaraan niemand Dat er zoo langzamerhand gedurende de laatste 3 4 4 weken een heele ver andering is gekomen in den toestand in Zuid-Afrika, wordt ons heel duidelijk, als we het volgende eens nagaan Toen het departement van oorlog in Engeland bezig was met het nemen van voorbereidende maatregelen, om een ge- De heeren Chamberlain en Milner zoeketi naar middelen, om de rebellen in Kaapland eD Natal te kunnen straffen. De heer Milner heeft bij de opening van het Kaapsche parlement medegedeeld, waarin de tucétiging van H.M.'s oproerige onderdanen zal moeten bestaan. Hij verlangt van het parlement de aanneming van eene hoogverraadswet, waarbij de brigades in het Zuiden, Pole Carew in het centrum en Jan Hamilton en Mahon in het Noorden De Boeren hebben, op het vernemen van het oprukken der Engelschen, alle stellingen ontruimd en zijn naar Lijdenburg getrokken. Een deel der Boeren macht is in het noorden van lioesveldt gebleven, waar zij i) trachten de Engelsche verbindings- HH lijnen te onderbreken. De bruggen zijn gewone rechtspleging ter zijde zal worden deelte der strijdkrachten uit'Zuid-Afrika hier volkomen vernield, alsook twee gezet. Een speciaal hof zal dan worden naar China te zenden, werden aan Lord kleinere bruggen, twee mijlen naar het samengesteld, dat de leiders en den Roberts natuurlijk de noodige inlichtingen westen. grooteD hoop der opstandelingen, zonder gevraagd, en ook hoeveel troepen hjj zou Een telegram van lord Roberts uit eeuig recht op hooger beroep, zal von- kunuen missen. Balmoral van 25 Juli meldt de aankomst nissen. De straffen, die deze moderne Toen werd beweerd, dat na 1 Juli niet der Engelschen daar, zonder dat de inquisitie zou opleggen, moesten bestaan meer dan 100.000 man, doch Da 1 Au- vijand te zien geweest is. De Boeren in verbeurdverklaring der goederen, in waren Dinsdagmiddag in gevecht geweest gevangenisstraf eD ontneming van het met de cavalerie van FreDch en Hutton's stemrecht en verdere burgerschapsrechten, bereden infanterie, zes mjjlen ten zuiden Wanneer aan een groot deel der van Balmoral Alderson viel hun rech- Kaapsche Hollanders het stemrecht tervleugel aan, met de bereden infanterie, wordt ontnomen, zal de Engelsche partjj, terwijl French een wijde omtrekkende voor onbepaaldën tijd oppermachtig in beweging maakte om hun linkervleugel. Zuid-Afrika zijn. Toen de Boeren hun terugtochtsweg Een partijdige wetgeving, met al de bedreigd zagen, sloegen zij op de vlucht, gevolgen daarvan, zal dan, zoo hoopt door French en Hutton gevolgd. men natuurljjk, de Engelsche suprematie Verder meldt Roberts, dat hij slechts voor goed in de weerspannige koloniën den dood van 1 officier heeft te betreuren vestigen. Een vereenigd Zuid-Afrika, en verder geen verliezen leed, terwijl de onder den scepter van koningin Victoria, gustus slechts 75.000 man noodig waren Op die sterkte moest het leger zoowat een half jaar blijven. Binnen 2 of 3 weken werd de overgave van Kruger en Stejjn verwacht. Roberts dacht op 1 Juli meester te zijn van den geheelen Delagoa-spoorweg eu dan waren 50.000 man voldoende om Kruger en zijn enkele volgelingen in Lijdenburg uit te hongeren, zoo hjj er niet de voorkeur aan gaf, zich eerder over te geven. 30.000 Man werden voor De Wet en 8tejjn voldoende geacht. En geen sprake van vermindering van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1