Elsj Donderdag 9 AÏÏGÏÏSTUS 1900. 44ste Jaargang Ho. 3546. jTc¥t. feu1lleton. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden A.DVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: SCHAOJKN, Laan, II 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerWINKEL. Prijs per jaar f 8.—. Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente Schagen. Binnenlandsch Nieuws. 'y„ SCHAGER Alpineeo Kinws-, COURANT. AflurtERtie- LuUiitIIiL Bek end makï luren. De Burgemeester der gemeente Schagen brengt ter algemeene kennis De Commissaris der Koningin in de provin cie Noord-Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie dd. 25 Juli 1900 no. 33 Gelet op artikel 11 der „Jagtwet"; Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in Noordholland a. de jacht op klein wild, met uitzondering van die op hazen en fazanten, zal worden geopend op Zaterdag, 1 September 1900, met zonsopgang b. de jacht op hazen en fazanten zal worden geopend op Zaterdag 29 September 1900, met zonsopgang c. de korte jacht dagelijks, met uitzondering van den Zondag, en de lange jacht alleen op Woensdag en Zaterdag zal mogen worden uitgeoefend. En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente van Noordholland worden aangeplakt. Haarlem, 1 Augustus 1900. De Commissaris der Koningin voornoemd, Bij afwezen, Het Lid van Gedeputeerde Staten, G. S. BOREEL. De Burgemeester van Schagen, S. BERMAN. weest en hebben genoter. van zyn vroolyke luim, zjjn opgeruimden geest zijn eenvoud des harten ook. Ja, eenvoud was een kenmerk van Fraji van gewoon werkman werd hij eerst opzich ter van „Geestmer-Ambacht," later penning meester van dat Waterschap en Secretaris van St. Maartendaarna in 1873 Secretaris en Ontvanger van Haringcarspel, terwijl hij ook directeur was van het in 1848 in veree- niging met den heer De Jongh opgeriphte begrafenisfonds, dat nog bestaat en in bloeienden toestand verkeert. Doch hoe Vrouw Fortuna hem ook haar gaven schonk, Fray bleef eenvoudig in alles en had weinig of geen behoeften voor zichzelf. Destemeer scheen hij echter de behoeften van anderen te gevoelen en een lange reeks van getuigen zouden zij kunnen vormen, al degenen, wien h\j in stilte zijn gaven deed toekomen bij ziekte of kouden winterdag, of die bij achter uitgang in zaken door hem met raad en daad werden bijgestaan. Zoo was het leven van dezen eenvoudigen man velen ten zegen-, moge het voor velen een voorbeeld zijn, dat nage volgd wordt! Zijn nagedachtenis blijft in eere bi) het groot aantal vrienden, dat hij zich wist te verwerven. f JACOB FRAIJ. 4 Nov. 1816 - 1 Aug. 1900. Werd in No. 3544 van dit blad in korte woorden hulde gebracht aan de nagedachtenis van den man, wiens naam hierboven is ver meld, 't zij mij vergund op deze plaats eenigszins uitvoeriger te wijzen op het leven en werken van een persoon, die zoo lange jaren een man van beteekenis is geweest voor allen, die hem kenden, een toonbeeld van ijver in al de betrekkingen, welke hi bekleedde, een man vol eenvoud met een hart zoo rein als goud, een merkwaardige verschijning in vele opzichten. Uit geringe ouders geboren, ontving Jacob Fraij het gewoon lager onderwijs van den hoer T. de Jor.gh te Eenigenburg, die in den kleinen Jacob met zijn schitterende oogjes een vlijtigen leerling had. Ook na 't door- loopen der school bleef h\j zich in zijn vrijen tijd oefenen en zoo vertelde hij steller dezes wel eens „als ik daags in den modderbak had gestaan, mocht ik 's avonds graag wat zitten rekenen in een algebraïsch of meetkundig rekenboek." Op een anderen tijd weer wist hij te vertellen van de moei lijkheden, die hem de kubiek-wortel trekking gaf en hoeveel genot hij er in vond met logarithmen te werken „bij 't licht van een eindje kaars!" Deze groote leerlust bleet den heer Fraij tot op hoogen leeftijd bij. Op zestig-jarigen leeftijd begon hij zich nog in de Duitsche taal te oefenen en hij las sedert dien tijd geregeld Duitsche tijdschriften. Toen hij zeventig jaar oud was, bekroop hem nog de lust om Engelsch te leeren an al bracht hij 't hierin niet zoo ver als in 't Duitsch, te bewonderen blijft in allen gevalle 's mans meer dan gewone wilskracht. Le digheid was hem een straf, en al las hij veel liefhebber van schaken en dammen als hij was kon men hem tot kort voor zijn dood 's avonds dikwijls vinden met dam- o' schaakbord voor zich om den een of anderen „mooien" zet te zoeken. 't Liefst bewoog hij zich echter' onder de menschen en hoe waard zijn gezelschap steeds was, kunnen zij allen getuigen, die in grooteren of kleineren kring meermalen met hem zijn samen ge- ROMAN van HANNA ASCHENBACH. 41. Een schelle schreeuw uit Elsje's mond dwingt hem, haar aan te zien. Tot in het hart ontstellend, bemerkt hij de vreeselijke verandering,die er met het meisje heeft plaats gegrepen. Hare trekken zijn doodsbleek en verwrongen,en de blauwe oogen staren ontzet voor zich uit. Dat duurt eenige seconden, dan wordt het gelaat door een vlammend rood overtogen en de lippen mompelen „Dus daarom daarom Maar hij had ge lijk gelijk. Mijn God Dan slaat ze met een vertwijfelden kreet de handen voor het gelaat. De man staat het harte stil en ang stig ziet hij om zich heen. Hoe brutaal,hoe scherp was hij geweest. Hoe kon hij dat- lieve kind zoo kwellen. En toch meende hij het zoo goed. Zou hij haar nu aan zich zelf overlaten, of haar trachten te troosten Dat hartverscheurend zuchten is voor hem niet langer om aan te hooren. „Mijn lief, goed kind, niet om u smart aan te doen, zeide ik u dit alles, maar om met Gods hulp alles nog weer ten goede te keereD." Elsje schudt het hoofd daarna laat ze de handen zinken en uit haar betraand gezichtje treffen hem twee oogen zóó dood-treurig, zóó smartelijk, dat den man zelf de tranen in de oogen schieten. Hij wil spreken, maar dan ziet hij haar oogen schitteren, en in het volgendé oogen- Vergadering van den Raad der gemeente ZFJJPE, gehouden op Dinsdag 7 Aug. 1900, des morgens 10 ure. Afwezig de heer De Moor met kennisgeving De voorz. opent de vergadering, waarna de secre taris de herbenoeming van den heer Hulst als burgemeester voorleest. De Raad feliciteert den heer Hulst. Daarna leggen de heeren Jimmink en Mann de vereischte eeden in handen van den voorzitter af, waarna de voorzitter de heeren nogmaals feliciteert en de hoop uitspreekt, dat ze de belangen van de gemeente zullen behartigen, evenals hij dat van nu af aan weer zal trachten te doen De notulen worden gelezen en goedgekeurd. De rekeningen van gemeente, Armbestuur en Weeshuis worden aangeboden en tot commissie om die rekeningen na te zien, worden benoemd de heeren Francis, Nieuwland en De Wit Tot leden der stembnreaux worden benoemd in district 1 (Schagerbrug) de heeren fichuyt (voorzitter), v. Beu- sekom, De Wit, en als plaatsvervangers de heeren Jimmink en Bakker; District II (Burgerbrng) de heeren Nobel (voorzitter), Mann en Francis, en plaatsvervangers de heeren Otto en Nieuwland. De tijdelijke vergunning, om een tramlijn te leggeu vanaf Zyperschutsluis tot den dijk te Callantsoog.voor zoover de gemeenle daarin heeft te zeggen, wordt op verzoek van den heer Galland verauderd in een voort durende, met algemeene stemmen. Van het gemeentebestuur van Schagen was ingeko men een adres, om. in aansluiting met zijne beplant ting, den weg van Schagerbrug tot deu Westfrieschen dijk eveneens met hoornen te beplanten. De heer Francis is daar tiet voormen weet, volgens hem, wel, waar men mede begint, maar niet waarmede men eindigt. De inwoners zouden voor andere wegen ook aaDvraag doen. De heer Maun is het met den heer Francis eens. Voorts had spr. het beter geoordeeld, als de gemeente Schagen bij den polder had aangeklopt dat lichaam is beheerder en eigenaar van de wegen. Voorz licht in, dat de gemeente Schagen en ook particulieren by het polderbestuur hebbeD aangeklopt, maar dat een afwijzende beschikking is gevolgd. De heer Nobel deelt nu-de, dat in het Dag. Bestuur 3 meeningen warenéén, die het adres wilde afwyzen, een tweede die het wilde toestaan, en een derde, en dat was spr. zelf, die wilde uitgemaakt zien het beginsel, of er in de Zype ook op de wegen, die daar verder voor geschikt waren, boomeu zouden worden geplant. Dat weuschte spr. door stemming eerst te zien uitgemaakt. De heer Manu 'zegt, dat het plan door het idée- Nobel veel grootscher wo'dt, en acht dan, om de kosten eens 1e kunnen beoordeelen, aanhouding van het adies Schagen noouig. Hij wil de zaak in haar geheel eens wat beter nagaan. De heeren De Wit, Frsnciê en Schuyt verklaren zich tegen aanhouding, de andere heeren voor. blik ligt ze snikkend io de armen eener jonge dame, die de kleine met opwekkende woorden tracht gerust te stellen en dan vragend haar ernstige kijkers op den ka pitein vestigt. Deze mompelt iets en draait verlegen aan zijn snor. Waarachtig, hij verkeert nu in een pijnlijke positie, inderdaad zeer pijnlijk! Wat een oogen heeft zij, zoo door dringend en strengzij schijnt hem voor een aanrander, of iets dergelijks te hou den, en waarachtig, hij weet niet wat hij moet zeggen. Eenige seconden staan beiden zwijgend tegenover elkaar slechts Elsje's weenen onderbreekt de pijnlijke stilte. Hertha's blik wordt steeds koeler en hoogmoediger en eindelijk zegt ze kort en vormelijk „Hertha Herwig." Deze bijna beleedi- gende hoffelijkheid geeft den goeden kapitein zijn zelfbeheersching terug. Hij richt zich trotsch op. „Mijn naam is Nor den. Ik bevind mij hier in een zeer pijn lijke positie, doch ik denk, dat de uniform die ik draag, mij wel voor elke verdenking beschermt. Uw zuster zal u de noodige opheldering geven. Sta mij toe, dat ik mij verwijder." Hij buigt trotsch voor de eenigszins be schaamde jonge dame en na een langen blik op Elsje draait hij zich om en rijdt snel weg. Hertha trekt haar zuster op de bank en zegt„Maar zeg mij toch om 's hemels wil, kind, wat beteekent dat alles Het duurt lang eer Hertha eenigermate een duidelijk beeld heeft van het voorge vallene, want ieder woord moet zij door herhaald vragen te weten komen. Maar, zonderling, hoe helderder haar alles wordt, Een suppletoir kohier hondenbelasting, tot een bedrag van f 18.—, wordt algemeen goedgekeurd. De voordracht voor twee zetters wordt opgemaakt als volgt: de heeren A. Zgp (aftr.), J Otto (aftr.), A Bakker en G de Wit. Volgt de lexing van een adres der Westfriesche Kanaalvereeniging.met de vraagom meerderen geldelijken steun, daar dan regeering en provincie wellicht zullen willen helpen. Voorz. deelt mede,dat vroeger f 1000 is toegestaan en dat B en W. dat bedrag wenschen te handhaven. De heer Mann oordeelt het eigenaardig, dat geen bepaald cijfer is gevraagd. Was dat gedaan, dan wist men bijv., of het kanaal met f 100 meer was te redden nu weet men niets, dus zon Spr. het verzoek van de hand willen wijzen Algemeen wordt het handhaven van de som van f 1000 goed geoordeeld. Van de Noorder-Stoomtram-VereeoigiDg is het volgende adres ingekomen Aan het Gemeentebestuur van Zgpe Geeft eerbiedig te kennen De Noorder-Stoomtram-Vereeniging, gevestigd te Schagen -. Dat zij, sedert haar adres van den 27 Januari 1898 aan UwelEd.A. werd gericht en het daarop ontvangen antwoord ddonafgebroken werk zaam is geweest om de tot-stand-koming van de Tram AlkmaarSchagen langs het N.-Holl. Kanaal en door de gemeente Zijpe te verzekeren. Dat hare pogingen echter nog niet tot het ge- wenschte resultaat hebben kunnen leiden, doordat het plan van aanleg sedert nogal belangrijk is moeten worden gewijzigd en er bij de Prov Staten een ander beginsel is aangenomen omtrent het subsidiëeren van Tramlijnen in N.-Holland. Een en ander heelt onze taak aanmerkelijk verzwaard en is oorzaak, dat wij die niet zullen kunnen ten uitvoer brengen zonder belangrijk hooger geldelijke offers van de Gemeente en Polderbesturen, die bij den aanleg belang hebben, te hebben verkregen. Dat onze begrooting, aanvankelijk opgemaakt met het oog op smal spoor thans is verhoogd tot 1 1.050.000, doordat het ons noodzakelijk is gebleken, dat de geheele lijn op normale spoorwijdte worde aangelegd, opdat bij het vervoer van kool en tuin bouwproducten geene overlading zal moeten geschieden en de vrachtwagens direct naar de groote steden en bet buitenland kunnen worden vervoerd. De aanleg moet daardoor belangrijk zwaarder worden en het materiëel veel kostbaarder zijn Dat de finantiëele moeilijkheden dientengevolge veel grooter worden, spreekt van zelf, doch dit sou voor ons nog geen onoverkomelijk bezwaar hebben opgele verd, indien de Prov Staten ons den stenn hadden verleend op dezelfde wijze zooals dit vroeger voor den aanleg van andere lijnen geschiedde. Dat volgens mededeeiing van Heeren Ged. St. thans door de Prov. Staten als beginsel is aangenomen dat uit de Provinciale fondsen geene hoogere eu an dere subsidie wordt verleend dan door de belang hebbende Gemeente- en Polderbesturen te zamen. Dat wij naar aanleiding van besprekingen met eene Commissie nit Gedeputeerde Staten ook in overleg zijn getreden met de Hollandsche Spoorweg Mij., waarvan het gevolg is, dat zij xieh bereid heeft verklaard de lijn bij totstandkoming te exploi- teeien, of te doen exploiteeren, en voor het rollend materiëel te znllen zorgen, waardoor onze begrooting na aftrek van dit materiëel wordt teruggebracht op f 900 000. Dat de Hollandsche Spoorweg-Mij. zich verder bereid heeft verklaard, om van het van het kapitaal 3 pCt. rente te garandeeren, of eene jaarlijkschehuur te betalen voor bet gebruik der lijn van f 9000. Het is mogelijk, dat dit bedrag nog iets hooger zou kunnen wordes gesteld, doch daarop mochten wij aanvankelijk niet rekenen. Dat dientengevolge de financiëele zyde der zaak moet worden geregeld als volgt Door het Comité moet worden voorzien in f300.000 aandeelen -kapitaal waarvan de Hollandsche Spoorweg- Maatschappij een rente garandeert van 3 procent. Door bet Bjjk zal een renteloos voorschot worden verleend van f 800 000 en door de Provincie van f 150 000. indien ook de belanghebbende Gemeente en Polderbesturen een renteloos voorschot verleenen van f 150 000. Ook zal de Provincie waarschijnlijk deelnemen in het aandeelen-kapitaal tot een bedrag van f 150.000. Dat wjj ons dientengevolge genoodzaakt zien ons nogmaals tot UwelEdA. te wenden met verzoek ona oen voor den aanleg benoodigden steun te verleenen. Het groote belang der zaak heeft ona doen beslui ten de vrijwillig op ona genomen taak nog niet neder te leggen, maar alles aan te weDden om tot het doel te geraken overtuigd als wij zijn, dat Je aanleg der tram in den tegeowoordigen tijd eene levens kwestie is voor onze streek en dat, indien de zaak thans mislukt, er zee- weinig kans bestaat, dat wij in het bezit van het noodzakelijk vervoermiddel geraken Dat wij, in het vertrouwen dat deze zienswijze door UwelEdA. zsl worden gedeeld, bij deze de vrijheid nemen, de volgende bijdrageo te verzoeken 1. Een renteloos voorschot van f 10 000. 2 Deelneming in het aandeelen-kapitaal tot een bedrag van f 10.000 UwelEdelA kant hierbij in het oog houden, dat de rentelooze voorschotten successievelijk zullen worden afgelost zoodra de ontvangsten meer bedragen dan de kosten van exploitatie en de 3 pCt. gegarandeerde renten van het van het aanlegkapitaal eo dat van het aandeelenkapitaal in ieder geval 3 pCt. rente wordt uitbetaald. Schagen, den 1 Augustus 1900. De Noorder Stoomtram-Yereeniging, S. lierman, VoorzM. Bossen Secr., G C. Hulst, J Swan, K. Blom, G. J. ter Plegt, Koogman, H. G. T. Mann, A Eriks. P S. Het Comité houdt zich aanbevolen om door een paar harr.r leden de zaak in uwe vergadering nader toe te lichten. Van dag en uur wordt gaarne bericht ingewacht Tot commissie om deze zaak eens te onderzoeken, worden benoemd de heeren Mann, Van Beusekom en Nieuwland. Voorzitter deelt mede.dat de kas van den gemeente ontvanger in orde is bevonden. In kas was f2190.46. De volgende raadsvergadering zal gehouden worden 27 Angustus a. s. De raad gaat vervolgens in comité ter behandeling van een reclame Hoofdelijken Omslag. Ter plaatsing onder het tram-adres weid ons het volgende onderschrift gezonden Voor een goede Hollandsche Tram heeft men na bet ontwerpen van het plan, nog 10 jaren noodig om ze tot stand te brengen, zegt men wel, en dat is zeker voorde „Chineezen van Europa" al zeer wel. Het Comité heeft met zooveel bezwaren te kampen vooral wat betreft de verschillende concessiën, de verdeeling der kosten en den aard der bgdragen van de Provincie, de Gemeente- en Polderbesturen, dat er waarlijk moed toe behoort, om niet te versagen bij den onwil en den conservatieven geest, die er in sommige gemeente- en polderbesturen heerscht, natuurlijk de goeden niet te na gesproken, want er zjjn verscheidene gemeente- en polderbesturen, die van goeden wil hebben doen blijken. Intusschen de weg is thans afgebakend. Indien de Gemeente- en Polderbesturen in het bezit willen komen van het onontbeerlijk vervoermiddel in den tegenwoordigen tijd, dan zullen zij te zamen moeten bijdragen f 150 000 als renteloos voorschoten f 150.000 aandeelen-kapitaal, van welk laatste bedrag 3°/0 rente wordt gegarandeerd. Een groot bezwaar is dit zeker niet, indien allen maar willen bijdragen, naar mate van hun belang en hunne krachten. Indien b v. een Bestuur deelneemt voor f 20.000, dan kan dat geld op annuïteit van 50 jaren worden geleend tegen betaling van f 922 's jaars. Van de helft komt 3% terug van de Hollandsche Spoorweg- Maatschappij, zoodat de kosten jaarlijks bedragen f 622. Neemt men deel voor f 50,000, dan bedragen de jaarlijksche kosten f 1555. Na 50 jaren is men dan van de schuld af, behoudt de 3°;s gegarandeerde rente, plas het recht op de aflossing van de rentelooze voorschotten. Als men nu in aanmerking neemt de enorme voor- deelen, die een Tram voor Ingezetenen en Landeigenaars opleveit, dan mag het verwondering wekken, dat er in de verschillende polder- en gemeentebesturen nog zoo velen z)jn, die het onontbeerlijke vervoermiddel van den tegenwoordigen tijd met wantrouwen bejegenen. Heft daD uwe oogen op en ziet wat elders gebeurt, gij zwaartillenden en ongeloovigen I De markten worden drukker bezochthet vervoer van vee en land bon wprodneten kan op eene min kostbare wijze geschiedennwe jongens en meisjes kunnen de ver schillende scholen in de stad bezoekengij maakt uwe plaats meer ter bewoning geschikt voor hen, die vrij zijn in het kiezen eener woonplaats; sn zoo ontstaat het een door het ander. Vooral ook om het zooveel te opgewekter wordt ook haar gelaat. En als Elsje dan in een hernieuwden aanval van verdriet de woorden uitstoot „Dat is nu mijn straf, dat ik steeds zoo lui ben geweestnu heb ik al mijn geluk vernietigd", dan neemt ze haar zuster in de armen en haar oogen slaat ze dankbaar omhoog en in haar hart jubelt het: einde lijk eindelijk Want het verstandige, in de school des levens gerijpte meisje had reeds lang zichzelve bekend, dat de zoozeer geprezen, zonnige natuur van haar jongere zuster nooit iets anders was geweest dan jeugdige overmoed en egoïstische zor geloosheid. Zij had het immers gezien, dat de eerste zielestorm het ranke kind had heen en weer gezwiept en bepaald zou heblien terneerge worpen, als niet een sterke steun naast haar had gestaan. Nu begon het teere plantje, dank zij de zoo goede verpleging, weer te groeien, maar nog ontbrak haar de innerlijke levenskracht. Hertha meende te mogen gelooven, dat de officier van zooeven haar had wakkerge- schud en dien man had zij zoo slecht behan deld. Nu is ze hem dankbaar, en bovendien, ze wist immers straks niet, wat hij had gedaan Een kwartier is voorbij, dan gaan twee slanke meisjesgestalten denzelfden weg als Julius Cesar, om maar zoo spoedig mogelijk buiten het gedrang te zijn. De eene heeft een rood gezichtje van het weenen, maar toch schittert er in de blauwe oogen een vroolijk schijnsel, als ze zoo ijverig aan de lippen der andere hangen, die, met een soort van begeestering op haar anders zoo kalm gelaat, tot haar zuster spreekt. HOOFDSTUK XL. In de vriendel"l"v huiskamer van het „witte kasteeltje" zit Hertha Herwig aan de schrijftafel. Voor haar ligt een onbe schreven vel papier en de mooie penhouder rust onbeweeglijk in de blanke meisjeshand. Aan het venster in hare nabijheid zit Elsje, met een helder huishoudschort voor, dat haar allerliefst staat. Zij stopt ijverig een kous en het groote gat zegt al reeds, dat haar lieve broer Koert de eigenaar en drager van die kous is. Het vlijtige meisje heeft zich bij den haar ongewonen arbeid zoo inge spannen, dat ze er roode wangen van heeft gekregen. Het wordt al langzamerhand schemerig, maar vóór donker wilde ze zoo gaarne haar werk afhebben. Maar hoe is het dien Koert mogelijk, om zulke groote gaten te maken Zij zucht eens. Een klein oogenblikje houdt ze moedeloos opdan echter begint ze met dubbelen ijver opnieuw. Is dat Elsje Herwig, dat luie, wilde Elsje? Zij is het, maar zeer veranderd. De wangen hebben de oude ronding nog lang niet terug, maar ze beginnen toch weer een kleurtje te vertoonen. De blauwe oogen kijken wel ernstig, maar toch opgewekt het leven in. Men vraagt zich onwillekeurig afheeft het meisje een gelofte gedaan, of heeft ze zich een zekere taak op de schouders gelegd, een boetedoening opgelegd Elsje werkt zonder morren, maar ook zonder vreugde. Zij ontzegt zich ieder harer vroegere liefhebberijen en op vermaningen van moeder en zuster, om toch ook eens iets voor haar plezier te doen, schudt ze beslist het hoofd. Er huist een ijzeren energie in het kleine schepseltje en dat bemerken de anderen tot haar groote verwondering. En de lokken, de mooie vroolijke krullen, wat had ze daarmêe gedaan? „Die zijn de hoofdoorzaak van mjjn wuftheiddaarop pUttelind meer bewoonbaar te maken en de steden niet in overbevolking te doen toenemen, geschiedt de tegenwoordige stenn van Regeeringswegc tot aanleg van tramwegen. Eu wat dat een en ander beteekent, kan moeilgk onder cgfera worden gebracht, doch dat het voor sommigen meer kan bedragen, dan de geheele rentelast bedraagt, is zeker. Indien het vervoer op een waggon kool b.v. f 10verschilt, ho. veel is men dan samen meer kwijt dan noodig is? En wat zal het waard zyn, indien men de Tuinbouwproducten naar de centra der bevolking kon vervoeren Welke voordeelen kunnen er niet ontstaan, indien men door de Tram zelf een markt kan atichten en zgn melk vervoeren naar een fabriek, die 5 cent per liter betaalt? Wat ia het waard, indien kinderen onkostbaar de scholen voor uitgebreid onderwijs kunnen bezoeken Wg znllen dan ook hopen, dat de leden van ge meente- en polderbesturen het zullen inzien, dat thans de tgd gekomen is om de banden ineen te slaan en te letten op de voordeelen, die een Stoomtram kan geven. Rust roest I maar leven en beweging ia eene voorwaarde om den strgd om het bestaan met gunstig gevolg te voeren. Op Maandag 20 Augustus a. s. zal een buitengewone algemeene vergadering der nfdeeliiig Noord- riolland van de vereeniging „Het Nederlandsch Paarde n-S t a m- b o e k" worden gehouden, in het café Krasnapolsky te Amsterdam, waar het volgende zal worden behandeld 1. Notulen 2. Ingekomen stukken 3. Mededeelingen 4. Beschrijvingsbrief van de buitengewone vergadering der Vereeniging op 27 Aug. e.k., te Rot terdam a. herziening van statuten en bepalingen der vereeniging b. bespreking van het wetsontwerp op de paarden fokkerij 5. Hetgeen verder aan de orde zal worden gebracht. Zaterdagavond omstreeks 10 ure verbrandde te Stroet, gem. ?Sint Miitiftim,de woning bewoond door den heer P. Korver en mej. de wed. J. de Wit. Door den hevigen wind was het huis spoedig afgebrand en konden de menschen zich met moeite redden. De inboedel van eerstgenoemde was verzekerd, doch van laatstgenoemde niet. Oorzaak onbekend. Zondagavond ongeveer 7 uur werd de brandweer opnieuw gealarmeerd door eeu fel uitslaanden braDd in de kapitale boerderij van den heer P. Bruin, bewoond door zijn zoon, den heer G. Bruin, te Rijp, binnen deze gemeente. Aangezien dit groote gebouw terstond in lichte laaie stond, kon, behalve eenige rijtuigen en enkele kaasgereedschappen, niets gered worden. Ook de boet met een klamp van 20 wagens hooi werden een prooi der vlammen. Alles was verzekerd bij de H.H, De Jong en Co. te Am sterdam. Broeien van het hooi schijnt de oorzaak te zijn. Op het strand te Col lants- oog is het lijk gevonden van een jongeling van 16 A 17 jaar, alleen gekleed met een zwembroek van rood en wit gestreept tricotgestalte tamelijk lang, en rosachtig haar. De handen waren klein en schenen niet die van een werk man te zijn. ben ik te verwaand geweest," hadden de bleek e meisjeslippen den dag na het gesprek met Norden op het ijs, gezegd en toen had den twee kleine handen die dichte haarmassa bijeengedraaid en in een niet heel gracieuzen knoop achter op het hoofd gelegd. Koert had net geschreeuwd als een Idianen-hoofd- man en daarbij op zijn zuster gewezen, maar het doodsbleeke gelaat van het meisje en de bestraffende blik van Hertha hadden den spotter spoedig den mond gesnoerd en dan was er door Hertha's hulp spoedig een fatsoenlijk kapsel van gegroeid, dat het lieve kopje bijna nog aantrekkelijker maakte maar de mooie krullen waren het toch niet. De kous is klaar en vliegt in de mand. „Ach, Hertha, hoe lomp van me, je zit heelemaal in donker met je schrijverij. Ik zat nog aan het venster, maar jij waarom heb je niet om de lamp geroepen De oudste streelt teeder het gloeiende gezichtje, dat zich tegen haar wang legt. „Oh, kijk eens, lieve, ik heb nog geen woord geschre ven. Het valt me zoo moeilijk en toch moet ik iets antwoorden op al die ansichtskaar- ten." „Vanwaar komt de laatste „Uit Jeruzalem. Kijk maar, die met Gol- gotha er op. Je hebt die zeker nog niet gezien. Zij is vanmiddag gekomen." Elsje neemt de kaart in haar eene hand en met haar andere om haar zusters hals en de kaart dicht voor haar oogen, leest ze halfluid an deze heilige plaats zend ik u, lieve vriendin, mijn innigste ge dachten. Ik zie het meest verhevene wat de wereld biedt, en in mijn hart leeft slechts spijt, dat gij al die heerlijkheden niet mede kunt aanschouwen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1