In de Lente.
Donderdag 8 November 1900.
44ste Jaargang No. 3572.
Invoer van vee in België.
FEUILLETON.
Bureau: BCHAOKW, Laan, O 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WINKEL.
Prijs per jaar 8.—. Franco per post f 8.60,
Afzonderlijke nummers 6 Gents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25; iedere regel meer 6 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente Sc ha gen.
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
HAGER
Alpino Nitim-
COURANT.
Aiurteiiic- Laniloiiblal
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A.DVERTENTTEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
De Burgemeester van 8ohagen brengt,
ingevolge de aanschrijving van den heer
Commissaris der Koningin in deze pro
vincie, ter kennis van belanghebbenden,
dat met ingang van ÜO October
1J»00 de invoer van Melkvee in Bel
gië langs Clinge iStatioD) weder in
toegestaan.
Schsgen, 2 November 1900.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMA.N.
Vergadering vin den RAAD der
gemeente
Z, 1 .1 PK,
gehouden op Dinsdag 6 Nov. 1900, des morgens ten
10 ure.
Aanweiig alle leden.
Vooraitter de heer G. C. Halst, Burgemeester.
Na opening der vergadering volgt voorletirg en
goedkeuring der notulen, met dank aan den secretaris.
Vervolgens wordt voorgeleaen het bekende adres
van de Ambachtsschool te Alkmaar, om geldelyken
•steun, met ver wij ring naar de hulp van Heiloo, dat
t 100.geeft.
Voore. «egt, dat het bekend is, hoe nattig die
inrichting is en dat we ook allen weten, dat de
inrichting stenn behoeft. Op dit oogenblik gaan
vanuit onae gemeente twee leerlingen naar Alkmaar,
om van het onderwys op de Ambachtsschool te pro-
flteeren. Heiloo geeft f 100.«ooals in het adrea
staat vermeld, en apr. gelooft wel, dat Heiloo dat
kan en wil doen omdat Heiloo zooveel dichter by
Alkmaar is gelegen enAlkmaar met de atoomtrsm eoo ge
makkelijk is te bereiken. B. en W. hebbeu gemeend,
geen vaste som aan de Ambachtsschool te moeten
geven, maar het subsidie te bepalen naar het aantal kin
deren, dat vannit de Zype naar de inrichting gaat en dat
bedrag te bepalen voor het jaar 1900 op f 10.per
kinddat zou dus nu f 80.bedragen.
De heer Francis vraagt, of de aaovrage bedoelt,
dat dit zal zyn een doorloopende subsidie.
Voorz. zegt van ja; we geven f 10.per kind per
jaar, dus zyn er volgend jaar meer dan twee, dan
wordt er ook weer zooveel maal f 10. meer uitgegeven
De heer Francis zou het beter oordeelen, dat een
vaste aom werd vastgesteld, bjjv. f 26.Gaan er
nu maar 2 kinderen heen, dan zou de gemeente wat
schade lyden, maar gaan er later meer heen, welnn, dan
zon de gemeente iets proflteeren.
De heer Bakker vraagt, of de anhsidie wel
doorloopend wordt gevraagd, want immers, een volgend
jaar zou de inrichting wel wat meer subsidie kuuuen
noodig hebben, of wat minder, dus meent Sprdat elk
jaar om subsidie zal worden gevraagd.
Voorz. is van meening, dat de subsidie doorloopend
wordt gevraagd.
De beer Mann juicht het toe, dat B. en W. in zoo'n
guuatigen zin adviaeeren.
Spr. vindt het noodzakelijk, dat de buitengemeenten
de gemeente Alkmaar steunen, waar deze zooveel op
richt met groote kotten, waarvan ook de buitengemeenten
kunnen proflteeren. Spr. kan zich heel goed veieenigen
met het idóe van den heer Francis, om een vaste
bijdrage te geven. Hij oordeelt het voor een
inrichting als de Ambachtsschool, die subsidie van
rijk, provincie en van de gemeente Alkmaar krygt, dat
«yn vaste nitkomsten, noodig, dat ook het verdere deel
van baar inkomsten niet aan schommeling onderhevig
is, en daarom acht hy het beter een vast bedrag
te geven.
De Voorzitter zegt met dat idee van eene vatte bjj-
drage zich heel goed te kunnen vereenigen.
De heeren Schojjt en Nobel eveneeuz.
De heer Mann vraagt, of het bedrag niet wat zon
kunnen worden verhoogd Er zijn, volgent het adrez.
van 21 gemeenten 84 leerlingen op de echool en alz
nu elke gemeente maar f 25 geeft,zal dat de geldmidde
len der inrichting niet veel versterken.
Voort, wijst er op, dat Heiloo wel meer geeft,
maar ook gemakkelijker kan proflteeren.
De heer De Moor vindt het bedrag van f 26 ook te
laag. B. en W. hebben voorgesteld, f 10 te geven
per leerling en thans gaan er wel maar 2 kinderen op de
school, maar Spr. twjjfelt niet, of dat aantel zal
voenemen't Ia voor deze gemeente nog wat nieuw,
maar de resultaten, die we nu reeds van het onderwijs
op de Ambachtsschool zien, zyn van dien aard,dat er
bepaald in de toekomst ook van nit de Zype meerdere
leerlingen zullen komenSpr. zon het bedrag gaarne
op f 40.gesteld willen zien.
De heer Nobel heett, toen hy als wethouder zich
vereenigde met het idee om f 10 per kind te geven,
eveneens geredeneerd als nu de heer De Moor. Ook
hy meende, dat er bepaald meer kinderen uit de
Zijpe naar de echool zullen gaan, omdat de Am
bachtsschool te Alkmaar voor het platteland een
school is van groot nut, waarvan de resultaten nu
reedt blyk geven. Daarom zal spr. het voorstel van
den heer De Moor steunen en gaarne er zyn atem
aan geven.
De heer Mann verklaart ook het voorstel van den
heer De Moor te willen steunen.
Het vooratel om f 40 te geven in stemming ge
bracht, wordt aangenomen met 6 tegen 5 stemmen.
Voor: de heeren Bakker, De Moor, Jimmink,
Mann, Nobel en Hulsttegen de heeren Van Beuae-
kom, Nieuwland, De Wit, Francis en Schnyt,
Voorzitter deelt mede dat de begrooting voor 1901
goedgekeurd is terugootvangen
De laatste kasopname sloot met een bedrag van
f2190.47.
By de rondvraag vestigt de heer Francis er de
aandachtop.dat by sommige perceelen 's avonds het licht
over den weg ichjjnthy verzoekt voorzitter daarop
de politie te willen wyzen.Voorzitter belooft dat, waarna
de vergadering gesloten wordt en de raad in geheime
zitting gaat ter behandeling van een kohier van den
Hoofdelijken omslag
Aunu Paulownn, Een treu
rig onheil bad jl. Zaterdagmiddag plaats
Een dochtertje van den heer De G., met
haar broer willende meerjjden, die een
kar met steenen vervoerde, had het on
geluk er al te vallen en onder de kar
te geraken, zoodat het wiel over het
bovenlichaam ging en ook een handje
verbrijzelde. Ondanks spoedig aange
brachte geneeskundige hulp is het arme
kind tengevolge van inwendig bekomen
wonden bezweken.
Anna Paulowua. Het her-
halings-onderwijs aan school no. 1 is
aangevangen met 16 leerlingen.
R O M-A N
van
ARTHUR
Z AP P.
8.
„Ge hebt geljjk, Lonny," zegt Bernhard,
haar liefkoozend.
„Vergeef me. Gg kunt niet anders. Ik
voel het nu maar al te goed. Ge zijt het
offer van je opvoeding, van de gedachten
en gewoonten, te midden waarvan ge zgt
opgegroeid. Men heeft je dat alles van je
kindsheid af ingeprent. Je hebt gelijk,
Lonny, je kunt niet leven met mg, welnu,
dan zult ge met mg sterven." Hij zinkt
eveneens op een stoel neder en eenige
oogenblikken heerscht een diepe stilte.
Plotseling heffen beiden verschrikt het
hoofd op. Wat is dat Luid lachen
weerklinkt rechts, en dan een mannenstem
„Veronika 1 Wijfje I" En dan een gegooi
met stoelen en het geluid van elkaar
achterna loopende mensehen.
Bernhard snelt naar de deur van de
kamer rechts en luistert. Het is een wilde
jacht in die kamer. Lonny staat
bleek naast de tafel, zg beeft en rilt.
Bernhard Frank drukt een paar maal
driftig op de electrische bel. Spoedig
daarop wordt er aan de deur geklopt.
Bernhard opent. De kellner treedt binnen.
„Wat is dat daar?" vraagt Bernhard,
het voorhoofd fronsend, en wgst op de deur,
die naar de kamer rechts voert. oont
daar iemand
„Ja," is het bescheid. „Daar logeeren
een heer en eene dame, reeds acht dagen.
Een jong paartje op de huwelijksreis
Een heftige, gebiedende wenk doet den
kellner verstommen.
„Geef ons een andere kamer." beveelt
Frank. „Een kamer, die absoluut rustig
is, zonder buren."
De dienende geest haalt de schouders op.
„Pardon, maar dat gaat niet."
Het fanfare-korps „T. O. N. I. D. O."
te Barsingerhorn hield j.1. Zon
dagavond in de kolfbaan van den kas
telein Slotemaker eeu muziekuitvoering
voor zijne aanmoedigende leden en eenige
genoodigden. Als zoodanig was deze uit
voering de eerste, waarbij het muziek
gezelschap zelfstandig optrad en zijnen
genoodigden aanbood, wat het te geven
had, om aan de talrijke aanwezigen een
genotvollen avond te verschaffen.
Voor het begin heette, namens T. O.
N. I. D. O., de heer P. R A. van
Meurs de aanwezigen welkom en voegde
daaraan toe een woord van dank voor
de betoonde belangstelling, waarbij hg
ook voor het vervolg het jeugdige mu
ziekkorps in de gunst der welgezinde
burgerij aanbeval, met de verzekering
dat haar steun steeds door de werkende
leden zal worden gewaardeerd.
Onmiddellijk hierop richtte de spreker
zich tot den directeur, den heer C.
Spaans Dz. Naast de heeren Koelemeij
van Oude Niedorp en J. Spaans Dz.
toch, hebben de leden van T. O. N. I.
D. O. hunne kennis der instrumentale
muziek te danken aan zijne leiding,
waarmede hij zoo belangeloos hen al
geruimen tijd heeft gediend. Om een
stoffelijk bewijs hunner erkentelijkheid
daarvoor te geven, hadden de werkende
leden besloten den heer Spaans bij deze
gelegenheid een fraaien dirigeerstok in
étui aau te bieden.
Met ingenomenheid werd dit geschenk
door den direoteur Spaans ontvangen
en op dezen avond in gebruik gesteld.
Met de uitvoering van het Transvaal-
sche Volkslied werd, ongeveer ten 10
ure, dit eerste concert van T. O. N. I.
D. O. besloten.
Te AMSTERDAM hebben twee
echtelieden, waarvan de een 94 en de
andere 91 jaar is, hun 70-jarige bruiloft
herdacht.
Een ontzettende dood
heeft de wisselwachter J. Werner te
VENLOO gehad. Hij was met den hak
van zijn schoeisel tusschen de rail en
conirarail beklemd geraakt en deed alle
moeite om zich los te werken, toen hij
een rangeermachine zag aankomen. De
machine naderde en hij had geen gelegen
heid te ontkomen. Hg moet nog ge
schreeuwd hebben, doeh niemand merkte
hem op vóórdat het te laat was.
De statuten van de VVie-
ringerwaarder IJsclub zgn in de
Staatscourant van Maandag jl. opgenomen.
Door gas bedwelmd.
Te kwart over vijf uur Maandagmor
gen werd de heer J., wonende aan de
Moreelselaan te UTRECHT, wakker door
een benauwde gaslucht, die in zgn kamer
heerschte. Een onderzoek werd door hem
ingesteld, doch van gas, dat in een der door
hem bewoonde vertrokken (hg woonde
boven) zou kunnen zijn ontsnapt, viel
geen apoor te ontdekken.
Het moest dus uit het benedenhuis
komen. De heer J. schelde daarom bij
den beneden bewoner, den heer T., aan,
doch ontving op zgn herhaaldelijk en luid
schellen geen teeken van leven. Zijne ver
moedens werden daardoor sterker, dat de
heer T. en zijn eehtgenoote wellicht door
gas verdoofd waren.
De heer J. riep daarop de hulp van
een politie-agent in. Met behulp van een
tweeden sleutel, gelukte het in huis te
komen, en vond men ook werkelijk den
heer en mevrouw T. bewusteloos. De
hulp van een dokter werd onmiddel
lijk ingeroepen en had tot resultaat,
dat beiden spoedig het bewustzijn terug
kregen.
De oorzaak van het incident moet
waarschijnlijk gezocht worden in het feit,
dat een der gaskraantjes niet goed ge
sloten was.
Een vreemd geval doet
zich te DINXPERLO in de onderwijs
wereld voor, wel geschikt om onderwijzers,
die toezicht wenschen te houden op hetgeen
hun leerlingen baiten de schooluren
doen, daarvan afkeerig te maken.
De onderwijzeres Mej. Yenneman,
aan de openbare school werkzaam, meende
haar leerling Ilting, die verdacht werd
twee appels uit den tuin van het Raads
lid Kleinhesselink te hebben opgeraapt,
te moeten berispen en hem te noodzaken
de appels terug te brengen. De jongen,
die dit op school zou hebben bekend,
bracht de ontvangen berisping ter kennis
van zijne ouders en dezen gingen, omdat
hun zoon het tegenover hen ontkende,
naar den Burgemeester om de onderwij
zeres wegens beleediging aan te klagen.
Van het geval is nu proces-verbaal
opgemaakt tegen de onderwijzeres, die
volgens plicht meende aldus te moeien
handelen.
„Gaat niet
„Het heele hötel wordt opgeknapt voor
den zomer. Deze drie kamers" de kellner
wgst naar rechte en links „zgn de
eenige die nu bewoonbaar zijn."
Bernhard Frank maakt een beweging,
die zijn ergernis te kennen geeft, denkt
een oogenblik na en en wenkt den kellner
om te gaan.
„Heeft u nog iets vraagt de man met
het servet, in de deur staande.
„Neen, dank je."
De deur wordt weer dichtgehaald. Bern
hard loopt zwggend op en neer. Lonny is
weer op een stoel neêrgezonken. Bernhard
houdt naast haar stil, slaat zgn arm om
haar hals en kust haar op de hem willig
geboden lippen. Dan grijpt Lonny, aan een
plotseling gevoel gehoor gevend, zgn hand
en drukt die innig. Ze kgken elkaar zwg
gend en toch zoo véélzeggend aan.
Vastberaden gaat Bernhard nu naar de
slaapkamer links en haalt zijn koffer; het
is een kleine handkoffer waarmede hg
terugkomt. Hg zet hem op den grond
neer en knielt er naast, om hem open te
maken. Het eerste wat hem in handen
valt, is papier. Hij neemt een paar velletjes
en legt het op tafel.
„Ala je soms den een of ander een brief
wilt schrijven
„Ik dank je", zegt Lonny. „Ik heb, voor
mijn vertrek, aan Quinke mijn brief ter
bezorging gegeven."
„Voor je vader
Zij knikt.
„Mgn laatste verzoek aan papa. Ik zou
gaarne willen, dat hg mij hier hier op
deze plaats, met jou samen in één een
graf Zij zwijgt en slaat de handen voor
het bleeke gelaat. Hij springt op en kust
haar op de handen.
„Je meent vraagt hij stamelend, „hg
zal zal het niet
„Jawel," zegt ze in een vlaag van bitter
heid, „de dood doet elk onderscheid tus
schen rang en stand ophouden."
Hij rommelt in den koffer rond en haalt 1
er een kistje uit, dat allerlei kleinigheden
bevat, 't Een na het ander haalt hg er
uit en steekt het in zgn zak. Lonny kgkt
met verwondering naar hem. Nu vindtl hg
een fotographie. Hg houdt dit in de hand
en kgkt er met voile aandacht naar.
Lonny staat op en gaat ook naast den
koffer op haar knieën liggen.
„Mgn portret", roept ze blij verrast.
Hij knikt lachend.
„Weet je nog, wanneer gg het mij gaaft
Ook over haar doodsbleek gelaat breidt
zich een vroolijk lachje uit.
„In de vacantie," antwoordt zij snel,
„toen je voor de eerste maal als student
naar huis kwaamt. Maanden lang heb ik
de fotographie voor je bewaard, stil
Bernhard heef t de fotographie omgedraaid,
en hij toont haar met blijden glimlach
den achterkant, waarop door een
meisjeshand een paar woorden zgn ge
schreven.
Lonny leest„Van Lonny aan haar
vriend Bernhard."
„Gelooft ge wel," roept Bernhard, en zijn
oogen schitteren van vroolijke herinneringen,
„hoe gelukkig ik toen was Hoe dikwgls
heb ik mgn lippen niet gedrukt op de
plaats, waar deze vriendelijke woorden
stonden neergeschreven
Het jonge meisje slaat haar arm om
Bernhard's hals en bukt nu met hem
over den koffer. Er wordt een rose lint
uit te voorschgn gehaald. Verwonderd kgkt
Lonny hem aan.
„Van mg vraagt ze levendig.
Hg knikt.
„Dit is reeds mgn eigendom van uw
veertienden verjaardag af. Het was groot
feest op het slot. Wij, jong volkje, speel
den in het slotpark. Gij droegt een witte
jurk met rose strikken. Een daarvan bleef
in mijn handen, toen ik u tevergeefs
trachtte te vangen. Natuurlijk stak ik het
heimelgk in mijn zak. Ik heb het al
die jaren trouw bewaard. Niemand zal het
bezitten na mg."
Hg steekt den strik in zgn zak,bg de an
dere dingen, die hg daar reeds had geborgen.
Lonny lacht, blozend, en tast in haar
verwarring in den koffer. Een bruin kistje,
dat ze onwillekeurig bg het hengsel heeft
gegrepen, trekt hare opmerkzaamheid. Zg
wil het optillen, maar Bernhard, hevig
schrikkend, is haar voor. Hg neemt het
haar ruw uit de handen en springt er
mede op. Op de tafel, in 't midden ervan,
zet hg het neêr en zinkt dan op een stoel
neder, donker voor zich heenziende, het hoofd
in de hand gesteund.
Lonny kijkt verwonderd en onrustig naar
hem. Zg staat ook op, en het kistje nauw
keuriger gadeslaande, begrgpt ze wat
daar in is.
„Wapenen?" stamelt ze, verbleekend.
Bernhard antwoordt niet, maar kijkt star
naar het kistje. Daarna slaat hg het
deksel op.
Een revolver wordt zichtbaar. Lonny
buigt zich voorover en kgkt een oogenblik
in koortsachtige spanning toe. Dan deinst
ze plotseling achteruit, alle kleur is uit
haar toch reeds bleek gelaat geweken. Met
haar hand achterwaarts grijpend, steunt
ze zich op de leuning van een stoel en
met al haar krachten tracht ze de oogen-
blikkelgke zwakte te overwinnen. Zg sid
dert aan het gansche lichaam, het bloed
stolt haar in de aderen. Trots al haar
inspanning zinkt ze in een stoel neêr.
„Lonnyroept Bernhard verschrikt,
„Lonny
Het jonge meisje strgdt met vertwijfeling
tegen de verlammende onmacht.Haar hoofd
zinkt mat achteroverzg sluit bewusteloos
de oogen.
Bernhard Frank snelt naar de tafel,
vult een daar staand glas met water en
keert naar Lonny terug. Hg houdt haar
het glas aan den mond. Maar zg geeft
geen teeken van terugkeerend bewustzijn.
Hij tilt haar hoofd op en bevochtigt haar
lippen en slapen met het koude water. Eiu-
delijk slaat ze de oogen op. Zg ziet ver
wonderd en vragend rondom zich. Haar
blik valt reeds dadelgk op het op de tafel
staande revolverkistje. Met een onwillekeu
rige beweging van angst en afschuw vlnt ze
zich tegen Bernhard aan. Hg drukt haar
vaster tegen zich en fluistert haar
teedere, geruststellende woorden in „Mgn
lieveling Mgn engel I Wees bedaard
Huwel(jk der Koningin.
Het aanstaand huwelijk van Koningin
Wilhelmina geeft stof tot verschillende
vragen van staats rechterlijken en wettelij-
ken aard, naar welker beantwoording
zoo goed als mogelijk is achter de for
muleering van elke vraag getracht is.
1. Is voor het aangaan van het huwe
lijk de „toestemming" van de Staten-
Generaal noodig P
Neende toestemming van de wet
wordt alleen veraischt voor een huwelijk,
door een Prins of Prinses van het
regeerend stamhuis gesloten. Voor een
Koning of eene Koningin vereisoht de
Grondwet van 1887 gemeen overleg met
de Staten-Generaal in den vorm van een
wetsontwerp tot goedkeuring van het
huwelijk.
2. Moet de Koningin in Amsterdam
trouwen, zooals velen meenen P
Neen, de Grondwet bepaalt alleen, dat
de Koning (Koningin), de regeering aan
vaard hebbende, zoodra mogeljjk pleohtig
beëedigd en ingehuldigd wordt binnen de
stad Amsterdam in eene openbare en
vereenigde vergadering der Staten-Gene
raal.
3. Waar zal het huwelijk voltrokken
worden, indien 't in Nederland wordt
aangegaan P
Te 's-Gravenhage, ingevolge artikel
131 van het Burgerlijk Wetboek, bepa
lende, dat het huwelijk in het openbaar
in het huis der gemeente, ten overstaan
van den ambtenaar van den burgerlijken
stand der woonplaats van eene der
beide partijen zal worden voltrokken.
4. Zal het koninklijk eohtpaar zich
daartoe naar het stadhuis moeten begeven P
De verschijning in het huis der ge
meente voor den ambtenaar van den
burgerlijken stand is regel, maar art.
132 B. W. laat hierop een uitzondering
toe door te bepalen, dat, indien eene
der partgen,uit hoofde van een behoorlijk
bewezen wettig beletsel, verhinderd
wordt zioh naar het huis der gemeente
te begeven, het huwelijk zal kunnen
voltrokken worden in een bijzonder huls,
binnen dezelide gemeente gelegen, mits
geschiedende in tegenwoordigheid van
zes getuigen.
5. Zal de huwelijksvoltrekking plaats
hebben ten overstaan van den wethouder,
ambtenaar van den burgerlijken stand
(tegenwoordig de heer De Wijs), of wel
van den Burgemeester der Residentie P
Wees maar niet bang. Dat behoeft immers
niet Wanneer ge niet wilt, behoeft ge
maar één woord te zeggen, ik snel naar je
vader, ik zal hem bidden,smeeken ik zal,
ja -- ik wil Hg zucht en maakt een
beweging van wanhoop. „Alles, alles wil
ik, als hij je maar niet dwingt, dien Aubert
te trouwen."
Zg schudt met het hootd en richt zich
energiek op.
„Te laatIk kan niet meer terug, ik
wil niet meer terug."
Zg staat op, strgkt zich over het voor
hoofd en lacht hem zacht toe.
„Vergeef me I Een kinderachtige zwak
heid. Het is reeds voorbg.
Zij drinkt het glas water leeg, dathg haar
toereikt. Dadelgk daarna doet ze alle moeite
weer kalm, ja vroolgk te schgnen.
„Nu gevoel ik me weer heel goed", zegt
zg, hem vriendelijk toeknikkend. „Het was
maar voor een oogenblik kjjk maar"
zij reikt hem de hand „hoe kalm ik nu
ben. Ik ben nu, in 't geheel niet meer
bang."
Zij gaat naar de tafel en neemt het
doodaanbrengende wapen in de hand. „Ik
begrgp niet, hoe ik zoo kinderachtig kon
zijn." Tevergeefs echter poogt ze Haar
afschuw te verbergen.
„Ik heb reeds eenmaal spreekt ze
verder, „in het park van Lichtenfels
Thilo schoot op een schgf en toen toen
heb ook ik
Haar zwakte krggt weer de overhand,
hoe ze ook haar best doet, sterk te schg
nen. Zg laat de revolver op tafel vallen en
zinkt in een stoel neer.
„Geef me nog wat water", zegt ze en
strekt bevend de hand naar het glas uit.
Bernhard vult het glas spoedig en zet
het aan haar lippen. Zij drinkt gretig en
zet het daarna weer neer.
Bernhard loopt driftig op en neer. Zijn
gedachten kleeden zich in woorden, die hg
met doffe stem, zgn vuisten in onmachtige
woede ballend, voor zich heen spreekt
„Het is ons noodlot, dat we niet vijftig
of honderd jaar later geboren zijn."
WORDT VERVOLGD,