In de Lente. Donderdag 8 November 1900. 44ste Jaargang No. 3572. Invoer van vee in België. FEUILLETON. Bureau: BCHAOKW, Laan, O 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. WINKEL. Prijs per jaar 8.—. Franco per post f 8.60, Afzonderlijke nummers 6 Gents. ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25; iedere regel meer 6 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente Sc ha gen. Bekendmakingen. Binnenlandsch Nieuws. HAGER Alpino Nitim- COURANT. Aiurteiiic- Laniloiiblal Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden A.DVERTENTTEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. De Burgemeester van 8ohagen brengt, ingevolge de aanschrijving van den heer Commissaris der Koningin in deze pro vincie, ter kennis van belanghebbenden, dat met ingang van ÜO October 1J»00 de invoer van Melkvee in Bel gië langs Clinge iStatioD) weder in toegestaan. Schsgen, 2 November 1900. De Burgemeester voornoemd, S. BERMA.N. Vergadering vin den RAAD der gemeente Z, 1 .1 PK, gehouden op Dinsdag 6 Nov. 1900, des morgens ten 10 ure. Aanweiig alle leden. Vooraitter de heer G. C. Halst, Burgemeester. Na opening der vergadering volgt voorletirg en goedkeuring der notulen, met dank aan den secretaris. Vervolgens wordt voorgeleaen het bekende adres van de Ambachtsschool te Alkmaar, om geldelyken •steun, met ver wij ring naar de hulp van Heiloo, dat t 100.geeft. Voore. «egt, dat het bekend is, hoe nattig die inrichting is en dat we ook allen weten, dat de inrichting stenn behoeft. Op dit oogenblik gaan vanuit onae gemeente twee leerlingen naar Alkmaar, om van het onderwys op de Ambachtsschool te pro- flteeren. Heiloo geeft f 100.«ooals in het adrea staat vermeld, en apr. gelooft wel, dat Heiloo dat kan en wil doen omdat Heiloo zooveel dichter by Alkmaar is gelegen enAlkmaar met de atoomtrsm eoo ge makkelijk is te bereiken. B. en W. hebbeu gemeend, geen vaste som aan de Ambachtsschool te moeten geven, maar het subsidie te bepalen naar het aantal kin deren, dat vannit de Zype naar de inrichting gaat en dat bedrag te bepalen voor het jaar 1900 op f 10.per kinddat zou dus nu f 80.bedragen. De heer Francis vraagt, of de aaovrage bedoelt, dat dit zal zyn een doorloopende subsidie. Voorz. zegt van ja; we geven f 10.per kind per jaar, dus zyn er volgend jaar meer dan twee, dan wordt er ook weer zooveel maal f 10. meer uitgegeven De heer Francis zou het beter oordeelen, dat een vaste aom werd vastgesteld, bjjv. f 26.Gaan er nu maar 2 kinderen heen, dan zou de gemeente wat schade lyden, maar gaan er later meer heen, welnn, dan zon de gemeente iets proflteeren. De heer Bakker vraagt, of de anhsidie wel doorloopend wordt gevraagd, want immers, een volgend jaar zou de inrichting wel wat meer subsidie kuuuen noodig hebben, of wat minder, dus meent Sprdat elk jaar om subsidie zal worden gevraagd. Voorz. is van meening, dat de subsidie doorloopend wordt gevraagd. De beer Mann juicht het toe, dat B. en W. in zoo'n guuatigen zin adviaeeren. Spr. vindt het noodzakelijk, dat de buitengemeenten de gemeente Alkmaar steunen, waar deze zooveel op richt met groote kotten, waarvan ook de buitengemeenten kunnen proflteeren. Spr. kan zich heel goed veieenigen met het idóe van den heer Francis, om een vaste bijdrage te geven. Hij oordeelt het voor een inrichting als de Ambachtsschool, die subsidie van rijk, provincie en van de gemeente Alkmaar krygt, dat «yn vaste nitkomsten, noodig, dat ook het verdere deel van baar inkomsten niet aan schommeling onderhevig is, en daarom acht hy het beter een vast bedrag te geven. De Voorzitter zegt met dat idee van eene vatte bjj- drage zich heel goed te kunnen vereenigen. De heeren Schojjt en Nobel eveneeuz. De heer Mann vraagt, of het bedrag niet wat zon kunnen worden verhoogd Er zijn, volgent het adrez. van 21 gemeenten 84 leerlingen op de echool en alz nu elke gemeente maar f 25 geeft,zal dat de geldmidde len der inrichting niet veel versterken. Voort, wijst er op, dat Heiloo wel meer geeft, maar ook gemakkelijker kan proflteeren. De heer De Moor vindt het bedrag van f 26 ook te laag. B. en W. hebben voorgesteld, f 10 te geven per leerling en thans gaan er wel maar 2 kinderen op de school, maar Spr. twjjfelt niet, of dat aantel zal voenemen't Ia voor deze gemeente nog wat nieuw, maar de resultaten, die we nu reeds van het onderwijs op de Ambachtsschool zien, zyn van dien aard,dat er bepaald in de toekomst ook van nit de Zype meerdere leerlingen zullen komenSpr. zon het bedrag gaarne op f 40.gesteld willen zien. De heer Nobel heett, toen hy als wethouder zich vereenigde met het idee om f 10 per kind te geven, eveneens geredeneerd als nu de heer De Moor. Ook hy meende, dat er bepaald meer kinderen uit de Zijpe naar de echool zullen gaan, omdat de Am bachtsschool te Alkmaar voor het platteland een school is van groot nut, waarvan de resultaten nu reedt blyk geven. Daarom zal spr. het voorstel van den heer De Moor steunen en gaarne er zyn atem aan geven. De heer Mann verklaart ook het voorstel van den heer De Moor te willen steunen. Het vooratel om f 40 te geven in stemming ge bracht, wordt aangenomen met 6 tegen 5 stemmen. Voor: de heeren Bakker, De Moor, Jimmink, Mann, Nobel en Hulsttegen de heeren Van Beuae- kom, Nieuwland, De Wit, Francis en Schnyt, Voorzitter deelt mede dat de begrooting voor 1901 goedgekeurd is terugootvangen De laatste kasopname sloot met een bedrag van f2190.47. By de rondvraag vestigt de heer Francis er de aandachtop.dat by sommige perceelen 's avonds het licht over den weg ichjjnthy verzoekt voorzitter daarop de politie te willen wyzen.Voorzitter belooft dat, waarna de vergadering gesloten wordt en de raad in geheime zitting gaat ter behandeling van een kohier van den Hoofdelijken omslag Aunu Paulownn, Een treu rig onheil bad jl. Zaterdagmiddag plaats Een dochtertje van den heer De G., met haar broer willende meerjjden, die een kar met steenen vervoerde, had het on geluk er al te vallen en onder de kar te geraken, zoodat het wiel over het bovenlichaam ging en ook een handje verbrijzelde. Ondanks spoedig aange brachte geneeskundige hulp is het arme kind tengevolge van inwendig bekomen wonden bezweken. Anna Paulowua. Het her- halings-onderwijs aan school no. 1 is aangevangen met 16 leerlingen. R O M-A N van ARTHUR Z AP P. 8. „Ge hebt geljjk, Lonny," zegt Bernhard, haar liefkoozend. „Vergeef me. Gg kunt niet anders. Ik voel het nu maar al te goed. Ge zijt het offer van je opvoeding, van de gedachten en gewoonten, te midden waarvan ge zgt opgegroeid. Men heeft je dat alles van je kindsheid af ingeprent. Je hebt gelijk, Lonny, je kunt niet leven met mg, welnu, dan zult ge met mg sterven." Hij zinkt eveneens op een stoel neder en eenige oogenblikken heerscht een diepe stilte. Plotseling heffen beiden verschrikt het hoofd op. Wat is dat Luid lachen weerklinkt rechts, en dan een mannenstem „Veronika 1 Wijfje I" En dan een gegooi met stoelen en het geluid van elkaar achterna loopende mensehen. Bernhard snelt naar de deur van de kamer rechts en luistert. Het is een wilde jacht in die kamer. Lonny staat bleek naast de tafel, zg beeft en rilt. Bernhard Frank drukt een paar maal driftig op de electrische bel. Spoedig daarop wordt er aan de deur geklopt. Bernhard opent. De kellner treedt binnen. „Wat is dat daar?" vraagt Bernhard, het voorhoofd fronsend, en wgst op de deur, die naar de kamer rechts voert. oont daar iemand „Ja," is het bescheid. „Daar logeeren een heer en eene dame, reeds acht dagen. Een jong paartje op de huwelijksreis Een heftige, gebiedende wenk doet den kellner verstommen. „Geef ons een andere kamer." beveelt Frank. „Een kamer, die absoluut rustig is, zonder buren." De dienende geest haalt de schouders op. „Pardon, maar dat gaat niet." Het fanfare-korps „T. O. N. I. D. O." te Barsingerhorn hield j.1. Zon dagavond in de kolfbaan van den kas telein Slotemaker eeu muziekuitvoering voor zijne aanmoedigende leden en eenige genoodigden. Als zoodanig was deze uit voering de eerste, waarbij het muziek gezelschap zelfstandig optrad en zijnen genoodigden aanbood, wat het te geven had, om aan de talrijke aanwezigen een genotvollen avond te verschaffen. Voor het begin heette, namens T. O. N. I. D. O., de heer P. R A. van Meurs de aanwezigen welkom en voegde daaraan toe een woord van dank voor de betoonde belangstelling, waarbij hg ook voor het vervolg het jeugdige mu ziekkorps in de gunst der welgezinde burgerij aanbeval, met de verzekering dat haar steun steeds door de werkende leden zal worden gewaardeerd. Onmiddellijk hierop richtte de spreker zich tot den directeur, den heer C. Spaans Dz. Naast de heeren Koelemeij van Oude Niedorp en J. Spaans Dz. toch, hebben de leden van T. O. N. I. D. O. hunne kennis der instrumentale muziek te danken aan zijne leiding, waarmede hij zoo belangeloos hen al geruimen tijd heeft gediend. Om een stoffelijk bewijs hunner erkentelijkheid daarvoor te geven, hadden de werkende leden besloten den heer Spaans bij deze gelegenheid een fraaien dirigeerstok in étui aau te bieden. Met ingenomenheid werd dit geschenk door den direoteur Spaans ontvangen en op dezen avond in gebruik gesteld. Met de uitvoering van het Transvaal- sche Volkslied werd, ongeveer ten 10 ure, dit eerste concert van T. O. N. I. D. O. besloten. Te AMSTERDAM hebben twee echtelieden, waarvan de een 94 en de andere 91 jaar is, hun 70-jarige bruiloft herdacht. Een ontzettende dood heeft de wisselwachter J. Werner te VENLOO gehad. Hij was met den hak van zijn schoeisel tusschen de rail en conirarail beklemd geraakt en deed alle moeite om zich los te werken, toen hij een rangeermachine zag aankomen. De machine naderde en hij had geen gelegen heid te ontkomen. Hg moet nog ge schreeuwd hebben, doeh niemand merkte hem op vóórdat het te laat was. De statuten van de VVie- ringerwaarder IJsclub zgn in de Staatscourant van Maandag jl. opgenomen. Door gas bedwelmd. Te kwart over vijf uur Maandagmor gen werd de heer J., wonende aan de Moreelselaan te UTRECHT, wakker door een benauwde gaslucht, die in zgn kamer heerschte. Een onderzoek werd door hem ingesteld, doch van gas, dat in een der door hem bewoonde vertrokken (hg woonde boven) zou kunnen zijn ontsnapt, viel geen apoor te ontdekken. Het moest dus uit het benedenhuis komen. De heer J. schelde daarom bij den beneden bewoner, den heer T., aan, doch ontving op zgn herhaaldelijk en luid schellen geen teeken van leven. Zijne ver moedens werden daardoor sterker, dat de heer T. en zijn eehtgenoote wellicht door gas verdoofd waren. De heer J. riep daarop de hulp van een politie-agent in. Met behulp van een tweeden sleutel, gelukte het in huis te komen, en vond men ook werkelijk den heer en mevrouw T. bewusteloos. De hulp van een dokter werd onmiddel lijk ingeroepen en had tot resultaat, dat beiden spoedig het bewustzijn terug kregen. De oorzaak van het incident moet waarschijnlijk gezocht worden in het feit, dat een der gaskraantjes niet goed ge sloten was. Een vreemd geval doet zich te DINXPERLO in de onderwijs wereld voor, wel geschikt om onderwijzers, die toezicht wenschen te houden op hetgeen hun leerlingen baiten de schooluren doen, daarvan afkeerig te maken. De onderwijzeres Mej. Yenneman, aan de openbare school werkzaam, meende haar leerling Ilting, die verdacht werd twee appels uit den tuin van het Raads lid Kleinhesselink te hebben opgeraapt, te moeten berispen en hem te noodzaken de appels terug te brengen. De jongen, die dit op school zou hebben bekend, bracht de ontvangen berisping ter kennis van zijne ouders en dezen gingen, omdat hun zoon het tegenover hen ontkende, naar den Burgemeester om de onderwij zeres wegens beleediging aan te klagen. Van het geval is nu proces-verbaal opgemaakt tegen de onderwijzeres, die volgens plicht meende aldus te moeien handelen. „Gaat niet „Het heele hötel wordt opgeknapt voor den zomer. Deze drie kamers" de kellner wgst naar rechte en links „zgn de eenige die nu bewoonbaar zijn." Bernhard Frank maakt een beweging, die zijn ergernis te kennen geeft, denkt een oogenblik na en en wenkt den kellner om te gaan. „Heeft u nog iets vraagt de man met het servet, in de deur staande. „Neen, dank je." De deur wordt weer dichtgehaald. Bern hard loopt zwggend op en neer. Lonny is weer op een stoel neêrgezonken. Bernhard houdt naast haar stil, slaat zgn arm om haar hals en kust haar op de hem willig geboden lippen. Dan grijpt Lonny, aan een plotseling gevoel gehoor gevend, zgn hand en drukt die innig. Ze kgken elkaar zwg gend en toch zoo véélzeggend aan. Vastberaden gaat Bernhard nu naar de slaapkamer links en haalt zijn koffer; het is een kleine handkoffer waarmede hg terugkomt. Hg zet hem op den grond neer en knielt er naast, om hem open te maken. Het eerste wat hem in handen valt, is papier. Hij neemt een paar velletjes en legt het op tafel. „Ala je soms den een of ander een brief wilt schrijven „Ik dank je", zegt Lonny. „Ik heb, voor mijn vertrek, aan Quinke mijn brief ter bezorging gegeven." „Voor je vader Zij knikt. „Mgn laatste verzoek aan papa. Ik zou gaarne willen, dat hg mij hier hier op deze plaats, met jou samen in één een graf Zij zwijgt en slaat de handen voor het bleeke gelaat. Hij springt op en kust haar op de handen. „Je meent vraagt hij stamelend, „hg zal zal het niet „Jawel," zegt ze in een vlaag van bitter heid, „de dood doet elk onderscheid tus schen rang en stand ophouden." Hij rommelt in den koffer rond en haalt 1 er een kistje uit, dat allerlei kleinigheden bevat, 't Een na het ander haalt hg er uit en steekt het in zgn zak. Lonny kgkt met verwondering naar hem. Nu vindtl hg een fotographie. Hg houdt dit in de hand en kgkt er met voile aandacht naar. Lonny staat op en gaat ook naast den koffer op haar knieën liggen. „Mgn portret", roept ze blij verrast. Hij knikt lachend. „Weet je nog, wanneer gg het mij gaaft Ook over haar doodsbleek gelaat breidt zich een vroolijk lachje uit. „In de vacantie," antwoordt zij snel, „toen je voor de eerste maal als student naar huis kwaamt. Maanden lang heb ik de fotographie voor je bewaard, stil Bernhard heef t de fotographie omgedraaid, en hij toont haar met blijden glimlach den achterkant, waarop door een meisjeshand een paar woorden zgn ge schreven. Lonny leest„Van Lonny aan haar vriend Bernhard." „Gelooft ge wel," roept Bernhard, en zijn oogen schitteren van vroolijke herinneringen, „hoe gelukkig ik toen was Hoe dikwgls heb ik mgn lippen niet gedrukt op de plaats, waar deze vriendelijke woorden stonden neergeschreven Het jonge meisje slaat haar arm om Bernhard's hals en bukt nu met hem over den koffer. Er wordt een rose lint uit te voorschgn gehaald. Verwonderd kgkt Lonny hem aan. „Van mg vraagt ze levendig. Hg knikt. „Dit is reeds mgn eigendom van uw veertienden verjaardag af. Het was groot feest op het slot. Wij, jong volkje, speel den in het slotpark. Gij droegt een witte jurk met rose strikken. Een daarvan bleef in mijn handen, toen ik u tevergeefs trachtte te vangen. Natuurlijk stak ik het heimelgk in mijn zak. Ik heb het al die jaren trouw bewaard. Niemand zal het bezitten na mg." Hg steekt den strik in zgn zak,bg de an dere dingen, die hg daar reeds had geborgen. Lonny lacht, blozend, en tast in haar verwarring in den koffer. Een bruin kistje, dat ze onwillekeurig bg het hengsel heeft gegrepen, trekt hare opmerkzaamheid. Zg wil het optillen, maar Bernhard, hevig schrikkend, is haar voor. Hg neemt het haar ruw uit de handen en springt er mede op. Op de tafel, in 't midden ervan, zet hg het neêr en zinkt dan op een stoel neder, donker voor zich heenziende, het hoofd in de hand gesteund. Lonny kijkt verwonderd en onrustig naar hem. Zg staat ook op, en het kistje nauw keuriger gadeslaande, begrgpt ze wat daar in is. „Wapenen?" stamelt ze, verbleekend. Bernhard antwoordt niet, maar kijkt star naar het kistje. Daarna slaat hg het deksel op. Een revolver wordt zichtbaar. Lonny buigt zich voorover en kgkt een oogenblik in koortsachtige spanning toe. Dan deinst ze plotseling achteruit, alle kleur is uit haar toch reeds bleek gelaat geweken. Met haar hand achterwaarts grijpend, steunt ze zich op de leuning van een stoel en met al haar krachten tracht ze de oogen- blikkelgke zwakte te overwinnen. Zg sid dert aan het gansche lichaam, het bloed stolt haar in de aderen. Trots al haar inspanning zinkt ze in een stoel neêr. „Lonnyroept Bernhard verschrikt, „Lonny Het jonge meisje strgdt met vertwijfeling tegen de verlammende onmacht.Haar hoofd zinkt mat achteroverzg sluit bewusteloos de oogen. Bernhard Frank snelt naar de tafel, vult een daar staand glas met water en keert naar Lonny terug. Hg houdt haar het glas aan den mond. Maar zg geeft geen teeken van terugkeerend bewustzijn. Hij tilt haar hoofd op en bevochtigt haar lippen en slapen met het koude water. Eiu- delijk slaat ze de oogen op. Zg ziet ver wonderd en vragend rondom zich. Haar blik valt reeds dadelgk op het op de tafel staande revolverkistje. Met een onwillekeu rige beweging van angst en afschuw vlnt ze zich tegen Bernhard aan. Hg drukt haar vaster tegen zich en fluistert haar teedere, geruststellende woorden in „Mgn lieveling Mgn engel I Wees bedaard Huwel(jk der Koningin. Het aanstaand huwelijk van Koningin Wilhelmina geeft stof tot verschillende vragen van staats rechterlijken en wettelij- ken aard, naar welker beantwoording zoo goed als mogelijk is achter de for muleering van elke vraag getracht is. 1. Is voor het aangaan van het huwe lijk de „toestemming" van de Staten- Generaal noodig P Neende toestemming van de wet wordt alleen veraischt voor een huwelijk, door een Prins of Prinses van het regeerend stamhuis gesloten. Voor een Koning of eene Koningin vereisoht de Grondwet van 1887 gemeen overleg met de Staten-Generaal in den vorm van een wetsontwerp tot goedkeuring van het huwelijk. 2. Moet de Koningin in Amsterdam trouwen, zooals velen meenen P Neen, de Grondwet bepaalt alleen, dat de Koning (Koningin), de regeering aan vaard hebbende, zoodra mogeljjk pleohtig beëedigd en ingehuldigd wordt binnen de stad Amsterdam in eene openbare en vereenigde vergadering der Staten-Gene raal. 3. Waar zal het huwelijk voltrokken worden, indien 't in Nederland wordt aangegaan P Te 's-Gravenhage, ingevolge artikel 131 van het Burgerlijk Wetboek, bepa lende, dat het huwelijk in het openbaar in het huis der gemeente, ten overstaan van den ambtenaar van den burgerlijken stand der woonplaats van eene der beide partijen zal worden voltrokken. 4. Zal het koninklijk eohtpaar zich daartoe naar het stadhuis moeten begeven P De verschijning in het huis der ge meente voor den ambtenaar van den burgerlijken stand is regel, maar art. 132 B. W. laat hierop een uitzondering toe door te bepalen, dat, indien eene der partgen,uit hoofde van een behoorlijk bewezen wettig beletsel, verhinderd wordt zioh naar het huis der gemeente te begeven, het huwelijk zal kunnen voltrokken worden in een bijzonder huls, binnen dezelide gemeente gelegen, mits geschiedende in tegenwoordigheid van zes getuigen. 5. Zal de huwelijksvoltrekking plaats hebben ten overstaan van den wethouder, ambtenaar van den burgerlijken stand (tegenwoordig de heer De Wijs), of wel van den Burgemeester der Residentie P Wees maar niet bang. Dat behoeft immers niet Wanneer ge niet wilt, behoeft ge maar één woord te zeggen, ik snel naar je vader, ik zal hem bidden,smeeken ik zal, ja -- ik wil Hg zucht en maakt een beweging van wanhoop. „Alles, alles wil ik, als hij je maar niet dwingt, dien Aubert te trouwen." Zg schudt met het hootd en richt zich energiek op. „Te laatIk kan niet meer terug, ik wil niet meer terug." Zg staat op, strgkt zich over het voor hoofd en lacht hem zacht toe. „Vergeef me I Een kinderachtige zwak heid. Het is reeds voorbg. Zij drinkt het glas water leeg, dathg haar toereikt. Dadelgk daarna doet ze alle moeite weer kalm, ja vroolgk te schgnen. „Nu gevoel ik me weer heel goed", zegt zg, hem vriendelijk toeknikkend. „Het was maar voor een oogenblik kjjk maar" zij reikt hem de hand „hoe kalm ik nu ben. Ik ben nu, in 't geheel niet meer bang." Zij gaat naar de tafel en neemt het doodaanbrengende wapen in de hand. „Ik begrgp niet, hoe ik zoo kinderachtig kon zijn." Tevergeefs echter poogt ze Haar afschuw te verbergen. „Ik heb reeds eenmaal spreekt ze verder, „in het park van Lichtenfels Thilo schoot op een schgf en toen toen heb ook ik Haar zwakte krggt weer de overhand, hoe ze ook haar best doet, sterk te schg nen. Zg laat de revolver op tafel vallen en zinkt in een stoel neer. „Geef me nog wat water", zegt ze en strekt bevend de hand naar het glas uit. Bernhard vult het glas spoedig en zet het aan haar lippen. Zij drinkt gretig en zet het daarna weer neer. Bernhard loopt driftig op en neer. Zijn gedachten kleeden zich in woorden, die hg met doffe stem, zgn vuisten in onmachtige woede ballend, voor zich heen spreekt „Het is ons noodlot, dat we niet vijftig of honderd jaar later geboren zijn." WORDT VERVOLGD,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1