Zondag 18 November 1SOO. 44sU Jaargang No. 3576. ZittiDG van ito Militieraad. fkureaa: ICfllGKI, Laaa, .O 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. WINKEL Dit nummer twee bladen. bestaat uit EERSTE BLAD. Gemeente S c h a g e n. Bekendmakingen. PLAATSELIJK NIEUWS. Nmifs-, ïsrtïttiiÊ- k L ai Dit blad verschijnt tweemaal pei weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.. INGEZONDEN STUKKEN één dag vToeger. PrijB per jaar f 3.Pranco per post f 8.60, Ahtonderlijke nummers Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regol meer 5 cl Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie der gemeente Schagen worden inlichtingen veriocht omtrent eenige rerloren ondergoederen. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de gewone na jaarspaardenmarkt (venlenmarkt) aal gehouden worden op '29 November a a. Schagen, 13 November 1900. Burgemeester en Wetbonderi voornoemd. S. BEKMAN, De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen maken bekend, dat de Zitting van den Militieraad voor deze gemeente zal worden gehouden ten Raad- hnize te Hoorn, op Dinsdag den 11 December aan. staande, des namiddags te 1 uren. Voor den Militieraad moet verschijnen de loteling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of wegens gemis van de gevorderde lengte. Tevens worden de belanghebbenden er uitdrukkelijk op gewezen, dat het opgeven van redenen van vrij stelling tijdens de aangifte ter inschrijving voor de militie of bij gelegenheid van de loting aan den Militie-Commissaris en het doen opmaken en bij den Burgemeester inleveren van de uoodige bewijsstukken tot bet bekomen van vrijstelling om eene andere reden dan lichamelijke ongeschiktheid of gemis van de gevonderde lengte, niet voldoende zijD om zich de vrijstelling te verzekeren, waarop zij meenen aanspraak te kannen maken, maar dat hun belang medebrengt om bovendien de vrijstelling op boven- ve uield tjjdstip bij den Militieraad te vragen. Schagen, den 16 November 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, S BERMAN. De Secretaris, DENIJS. den staat kunnen zijn. Woorden zijn menschen uit den hoogeren stand. Als ze woorden, maar juist door daden moet i populair zijn, komen de dominé's bij den men toonen Jezus' (en ook Boedha's) leer middenstand aan huis, bij de arbeiders .te willen volgen. Spr. zegt, dat velen de ontmoet men ze niet, daar gevoelen ze 1 daad van den beer Berman niet goed zich niet thuis, en dat is zeker de hebben begrepen, omdat ze niet in staat oorzaak, waarom de arbeider zoo slecht wareg-daartoe, maar anderen hebben dat met hen overweg kan. Alles rammelt j maar at te goed gedaan, doch zij schuwen in de kerk, dat zijn de bonken van het de waarheid. Bijv., zoo zegt ds. De Koe, j de N. R. Crtdie als groot blad dit j bericht van Berman's bedanken wel moest vermelden. Maar men heeft zooveel mogelijk verzwegen, zooveel mogelijk besnoeid, 't Viel spr. zeer sterk op, dat men in dat blad maar sprak van berg rede en niet van de Bergrede van Jezus. Dat moest er niet bij, anders begrijpen de menschen het te goed. Nu redeneer den ze Wat gek, dat een burgemeester oui zoo iets kau bedanken. Andere couranten verzwegen het feit geheel. Daarna leest Ds. de Koe een gedeelte van de Bergrede. Volgens'hem het voor naamste gedeelte, waar gesproken wordt van steeds waarte zij a, van den moed tot lij den, auderen geen kwaad te doen, dat leer- aart liefde, volkomen liefde, spreekt van zachtheid en lankmoedigheid, dat is de kern van alle godsdienstig geloof, zegt spr. Hierna gaat hij zeer uitvoerig na, dat liefde moet zijn de hoogste drijfkracht vau ons leven en dat steeds waarheid, daarvan moet zijn het kenmerk. Geen gedrijf naar baantjes of gewin, niet naar mooie meubels of andere stoffelijke Schagen, 17 November 1900. Donderdagavond werd in het lokaal van den heer J. Vader eene vergadering gehouden, waarin als spre kers optraden de heeren De Koe van Den Helder en Schermerhorn van Nieuwe Niedorp, om te spreken over het ontslag van den heet* si. lierman, onzen Burgemeester. De vergadering werd geopend door den beer Meuleveld. Ais eerste spreker trad op Ds de Koe. Zoo zijn we dan hier gekomen om te spreken naar aanleiding van het bedan ken van Schageu's Burgemeester. Deze daad is 't gevolg van 't begin van een nieuw geestelijk levez, dat diep zal ingrijpen iu het persoonlijk leven en in dat der maatschappij. Wij jui chen de begeerte toe, die leidt tot dat, wat wij noemen het nieuwe religieuze leven, zoo begint spr. zijn rede. Daarna leest hij bet slot van het raadsversiag, in ons blad voorkomende, waarin de heer Berman den raid zijn ontelag-aan vrage meêdeelt. Ofschoon dat bericht, zoo vervolgt Ds. de Koe, zeer duidelijk is, zijn er menschen geweest,die gezegd hebben, dat het ontslag het gevolg is geweest van moeilijkheden met den gemeenteraad. Kunt gij lezen Er staat geen woord van in. Zou Ber man dan de ware reden hebben verzwe gen en hebben gelogen Wanneer iemand den moed heeft om zijn postje er aan te geven, wanneer hij den moed heeft, geen mijnheer meer te willen zijn en als een eenvoudig arbeider te leven, dan geloof ik niet, dat hij zoo laag kan zijn om te liegen. In' het door Berman gesprokene zijn vol doende aangegeven de gevoelens, die hem hebben bewogen dezen stap te doen omdat de eischen, die zijn ambt aan hem «telde, niet overeoukwamen, in botsing kwamen met zijn innerlijk leven. Die gevoelens ziju aangegeven in de Berg rede van Jezus, 't Is een zeer belangrijk en, dit bedanken. Berman en zijn vrouw hebben eeu opofferende daad gedaan waar hunne christelijke beginselen vier kant stonden tegenover het gezag van den staat. Daarna beweert spr dat per sonen, die de ware christelijke beginselen zijn toegedaan, geen gezaghebbers van belangen moet ons streven zijn, maar men moet willen lijden voor de onbeperkte liefde. Daarom mag onze levenswijze ook niet in strijd zijn met de beginselen die men voorstaat, moet men zich ook niet vastklemmen aan stoffelijke belangen In ons is een tweeledig leven 1. een stoffelijke natuur, die stoffelijke dingen begeert2. de ontwakende mensch, de Godszoon, die, geboren tot een hoogere orde van dingen, roept om andere spijs dan deze maatschappij geven kan. Ons hoogste geluk is gelegen iu waarheid vrijheid en liefde. Spr. hekelt het leven van die indivi- duën iu de maatschappij, die, rondloopend in warme pelsjassen, of behoorend tot een gegoede burgerij, of tot den eenvou- digen werkmansstand, evenals ieder mensch, gaarne aanspraak makende op gelukkig-zijn, toch iu hun heele diepe binnenste moeten getuigen, dat hun leven geen zin heeft Zoo vaak is 't, dat menschen naar een zeker doel streven, naar een zekeren post in de maatschappij, naar fraaie meubels, nasr geld eu gewin en dat, als ze hun doel bereiken, niet vinden, wat ze dachten te vinden, zij onge lukkig zijn. Er werkt in ons een macht waartegen niet te strijden is, maar waar mede velen geen rekening houden, en geraamte Spr. noemt nu een drietal practische gevolgtrekkingen, die geëischt worden in het maatschappelijk leven van diegenen, die het nieuwe religieuze leven belijden: 1. alle onthouding van het gebruik van bedwelmende dranken,waaraan spr. de gewone leerstellingen omtrent ge heel-onthouding vastknoopt 2. het liefdelooze beginsel afzweren dat deze maatschappij belijdt, namelijk het werk te schuiven op den hals van auderenzelf veel geld verdienen en anderen het werk laten doen; zelf niet veel uitvoeren,waarbij spr. onder de aandacht brengt de internationale broederschap te Blaricum, waar spr's. vrienden als landbouwers en tuinbouwers hun brood verdienenwaar ze leven als broeders, elkaar niet uitbuiten, een ieder werkt naar eigen lustwaar geen meester is, alles allen toebehoort en een ieder gebruikt van het geheel naar zijn bescheiden be hoeften 3. de verhouding van den mensch tot het dier in de maatschappij, en hun samenhang, waaraan spr. verbindt een betoog voor het vegetarisme en het bescher men van dieren;tegen het proevennemen van geleerden op dieren (vivisectie), wat hem met dr. v. Eden doet uitroepen Met bloed van één dier is te duur ge kocht een paradijs van keuuis. In grove trekken, zoo eindigt spr., heb ik u onze beginselen ontvouwt en u getoond, dat het niet mogelijk is, met deze beginselen toegedaan, te blijven in een betrekking, die steeds in botsing komt met onze innigste gevoelens. Dat is in booge mate het ge val bij het ambt van burge meester, want die is verplicht hoog te houden dingeu, die naar ons idéé diep onrein zijn. Daarom is het bedanken van den heer Berman als burgemeester van Schagen een daad van hooge be- teekenis, niet alleen van hemzelf, maar ook van zijn vrouw. En spr. gelooft, dat dit bedanken meer dienst aan Behagen zal kunnen doen, dan een 100-jarig plichtbetrachtend burgemeesterschap, in dien Schagen de beteekenis van deze daad voelt en ze ter harte wil nemen. (Applaus). Na de pauze krijgt ds. Schermerhorn van Nieuwe Niedorp het woord Vrienden, 't is hoogst verwonderlijk en zeer leerzaam, als men eens nagaat, wat er zoo al is gezegd over 't die macht drijft niet aan op een stoffe- j ontslag van den burgemeester van Scha- lijk leven, maar maakt ons vrij van alle gen. Met verbazing heb ik geluisterd stoftelijk goed. En een leven dusdanig naar de wonderlijke dingen, die gezegd leidt, volgens spr., tot vrede, welke moet werden en de meeste menschen vonden zijn het doel van aller leven. Altoos zijne handeling zeer dwaas en velen liefde, steeds zichzelf gelijk, nooit ver- wezen heel bedenkelijk met den vinger toornd, geen geweld jegeus anderen, zie- tegen hot voorhoofd, en ik begreep, wat daar het religieuze loveu dat spr. wil. dat zeggen wilde, zoo begint de heer Dat leven vindt spr. niet in de kerk, Schermerhorn. daar is het christendom dat wordt ge- Dat, zoo ging spr. voort, is evenwol predikt, een dood ding, een leer, een heele maal geen onverklaarbaar versehijn- handenvouwen, eeu kerkdienst. In de sel voor iemand, die wa; menscnenkeunis kerken vindt men geen waar godsdien stig leven, geen christelijke beginselen, geen diepe levenswaarheden Men gelooft niet in het waarachtig leven, uitgespro ken door Jezus Ja, een enkele noemt leven is een zaakje, een geldkwestie, men zoekt naar uiterlijke grootheid en macht. Daarom is het verklaarbaar, dat men er algemeen niets van heeft gesnapt, dat de burgemeester hier zijn baantje heeft neêrgelegd. Als men maar wist, dat hij er een f 200 meer mede zou verdienen, ja, dan zou men het wel begrijpen, dan gaf het geldelijk voordeel. Dat was nu de reden niet en daarom was men niet in staat, de motieven, die Berman er toe hebben geleid,te begrijpen. Dat is droevig, bij de meesten is bitter weinig gevoel voor werkelijke menschen- waarde. Men kan zich niet indenken in de gevoelens van anderen en snappen wat iemand tot een daad als deze heeft gebracht. Er zijn echter nu tegenwoordig voor ons verblijdende teekeneneen man als Tolstoï wekt het volk op en spreekt tot de arbeidersmassa. Kolonies worden gesticht, dienstweigeraars doen van zioh spreken, een burgemeester breekt officiéél met zijn ambt,dat zijn teekenen van het ontstaan van een reinen, trisschen levensstroom, 'k Geef u toe, het getal is nog gering, maar het is een stroom, die aanzwelt in kracht, die gevoed wordt door verschillende stroo men, en die breéder en breeder zal worden. Wie verder ziet dan de oppervlakte, voelt, dat er iets gist en werkt bij velen, voelt, dat er iets nieuws in aantocht is. Overal verschijnselen van individuëel ont waken. Te lang is het ware beginsel verwaarloosd. De zielen der menschen willen leeren leven, er waait een frissche wind door de gewelven der funzige maat schappij. De waarde van den mensch bestaat niet in geld of goed, maar innerlijk, van binnen, daar is de waarde Daarna trekt spr. op tegen de inrich ting onzer maatschappij, tegen wet en gewoonte. Hij geeft aan het verschil tusschen de sociaal-democraten, die zich meester willen maken van de macht, om dkn de maatschappij te verbete ren, en tusschen de christelijk-anar- chisten, die door menschenverbete- ring de maatschappij willen redden van binnen-uit. Geen wetten, geen tyrannie.De maatschappij waarin wij leven, draagt zoo den onuitwischbaren stem pel, dat onze wettenmakers, onze heer- schers, behooren tot de bezittende klasse Daarom noemt spr. het een natuurlijk gevolg, dat zij, in wie de behoefte in de kerk die theorie onfeilbaar, maar in het werkelijke leven wil men er niets van weten, daar wil men niet leven het leven door Jezus geleefd. De houden zelfs boog de gruwelen oorlog. In Engeland afgezet, omdat hij Zuid-Afrika durfde afkeurenop oor logsschepen en in het militaire kamp te Millingen houdt men godsdienst oefening en de regeering moedigt dat natuurlijk aan. In de kerken wordt onderscheid gemaakt tusschen rijk en arm, de plaatsen in het kerkelijk college worden bezet door de bezittende klasse en maar zelden, of liever nooit, vindt men er een arbeider. De welgestelden, de goedbetalenden hebben de beste plaat sen, de armen hebben vrije plaatsen, maar daar, waar het slecht hoort, of in den toohthoek. De predikanten zjjn bezitmen zou er zich bepaald over verwonderen als het anders was. Immers, deze wereld is heelemaal schijn, 't is een wedloop tusschen menschen, om zich te verwerven geld, eer en aanzien, 't Is een koortsachtig jagen en een klimmen naar omhoog, zoo hoog mogelijk, en dat klimmen is gemakkelijk, omdat onze kerken maatschappij is eene maatschappij van van den rangen en standeu. Allerwege een is een predikant aanbidding van de grootheid ln de kerk den oorlog in wil men zonder protest er nog wel eens naar luisteren, dat er eigenlijk maar één is, die ons aller meester is. In de kerk zwijgt men, als het door de gewelven galmt,dat er één meester is, aller dienaar genoemd. Maar daarbuiten is het een verwoede strijd van allen tegen allen. Daar is de zuchtgeen dienaar te zijn, maar meester. Het christendom en evangelie worden opgeborgen tusschen de steenen muren van de kerk. 't Evangelie is goed voor de dominé's, om er hun geld meé te verdienen, maar in 't leven, daar moet men praotisch wezen. En 't practische en sluit op binnen dikke muren en den mensch verbeteren kan toch alleen door overtuiging De staat leert jonge mannen andere menschen dooden op de vlugste manier, met de meest verfijnde middelen. Spr. leest een brief voor van een jong Duitsch soldaat, die de oorlogsgruwelen in China heeft leeren kennen. Maar de Btaat is zoo heerlijk 1 Hij geeft velen te eten en hoe hooger je in dien staat bent, des te rijker, hoe meer bezit is ervan te halen. Maar van ware gewetensvrij heid geen sprake, en daarom is het ook onmogelijk, daf een ware christen staats ambtenaar kan zijn. De staat is zooeen groot deel der menschen is in de macht van een klein deel, een deel daarvan is weer in de macht van een kleiner deel, daarvan weer een deel in de macht van een kleiner deel, totdat eindelijk één man met militair ge weld de macht in handen heeft. De maatschappij is kegelvormig en de macht heeft hij, die boven op den top staat. Spr. wil wel gezag, maar geen gewelds- gezag. Hij wil vanzelf gezag onder de menschen. Dezen zullen zich vanzelf buigen voor meerdere verstandelijke ontwikkeling of zedelijke meerderheid, maar dat is vrijwillig, geen gedwongen onderwerpen, 't Is zoo begrijpelijk, dat iemand, die dat alles zöö voelt, niet wil meewerken tot het in stand houden van het gezag, dat zoo wreed is. We moeten leven als broeders en zusters, vrijheid is een eerste levensvoorwaar de Daarom steeds de oude worsteling tusschen vrijheid en gezag, maar spr. gevoelt, witar de overwinning in den strijd, want hoe geweldig de macht van den staat ook mag zijn, de triomf is düt toegedacht wat goed en waar is. Men- schengezag kan veel,maar niet vermoorden een hoog idéé, daartoe is geen enkele regeering in staat-En spr.gelooft,dat menzal komen tot dat, wat hjj wilde menschen gelukkig te maken en in rijke, volle glorie te komen tot Gods kind. Klein is het aantal strijders nog, maar spr. put kracht uit het lied van Gustaaf Adolf Wees niet vervaard,gij kleine stoet,(enz.) Niet den moed laten zinken, we ge- looven in den mensch, in den heiligen geest, we weten, dat de vrijheid komen moet. Er zal komen eenmaal een tijd, dat niemand meer staat tusschen God en zijn schepselen. De zielen, die hunkeren, zullen geen belemmeringen weêrhouden, zullen leven in de perfecte adoratie (volkomen huldiging) van den alleen heiligen God. (Applaus.) De heer P. Breed maakte er de sprekers een verwijt van, dat zij hadden meegewerkt tot de verheerlijking heden avond van den heer Berman dat achtte spr. verkeerd. Verder vroeg hij, hoe de sprekers, veroordeelende het gezag, daar naast toch plaatsen het gezag van God, De heer Schermerhorn beantwoordde spr. uitvoerig. Hij, als christelijk-anar- chist, veroordeelt het geweldsgezag. Met betrekking tot het gezegde van de ver heerlijking van den heer Berman, ant woordde spr. ditdat het feit van het bedanken van den heer Berman was aangegrepen geworden als een gelegenheid om de beginselen, die spr. voorstond, bekend te maken. Niet om burgemeester Berman mooi te maken, of hem een pluim op zijn hoed te steken. De heer De Koe zag niet in, waarom hij wèl in 't algemeen zou mogen spreken en niet deze daad op zichzelf zou mogen noemen. Hij weet wel, dat de heer Berman en zijn vrouw zwakke menschen zijn, en zij hem wellicht later nog zeer kunnen teleurstellen, maar de daad, die hier is gedaan, acht hij een daad van beteekenis,'t gevolg van denedel- sten aandrang des harten en daarom achtte hij zioh verplicht daarover te spreken. De heer Meuleveld dankte de sprekers, de aanwezigen, ook den heer Bermau, voor de daad die hij had gedaan in 't algemeen belang, en hij hoopte, dat hij voor de goede zaak zou blijven strijden, voor de volkszaak, waar hij zijn sporen nog moest verdienen. levendig wordt naar een beter, religiëus leven, in opstand, in botsing komen tegen en met bestaande wetten. Dan veroor deelt spr. scherp het geweldsgezag, het gezag dezer maatschappij, dat volgens hem tot de ellendigste dingen en toestan den voert. Hij veroordeelt elk gezag, gees telijk en wereldlijk, dat onnoemlijk veel kwaad doet. 't Gezag is altijd ge weest behoudend, 't Heeft nooit ge aarzeld, elk middel te baat te nemen, om elk nieuw geestelijk leven den kop in te drukken. Steeds is de vrijheid in botsing geweest met het gezag. Maar 1 het is een gelukkig verschijnsel, de vrij heid breidt zich uit, het gezag krimpt in. Daarvoor beroept spr. zich op de historie en noemt de hervormingsbeweging met het optreden van'Luther zoo leerzaam daar was 't ook het gezag, dat de waarheid wilde stuiten, maar tevergeefs. Want er is een macht, die sterker is dan alles, en dat is de macht der waarheid. De hernieuwde beweging onzer dagen vraagt die vrijheid, vraagt die waarheid en de overtuiging daarvan wenschen spr. en de zijnen neer te leggen in hun leven. Gewetensvrijheid wordt zoo dikwijls aan gevoerd,maar men moet het recht hebben, naar zijn geweten te handelen. Men moet bet recht hebben, te doen' en ter laten wat men wil, alles volgens het geweten dat mag aan geen banden wor den gelegd, en daarom gééD gezag. Spr. voert daarna aan den wonderlijken indruk, dien de eerste lezing van Tolstoï's werken op hem heeft gemaakt't was o! hij keek in een oneindige diepte. Zoo moet volgens hem geweest zijn, het gevoel vau den geloovigen katholiek, die in de dagen der Hervorming met de leer van Luther kennis maakte. Vervolgens veroordeelt spr, den staat als den hoogsten vorm van het gezag. De Daarna sluiting. De zaal was vol. staat vraagt geen menschen, maar B ij K o n. b e s 1. is, met i n- werktuigen, automaten, die slechts op gang van 1 Dec. a.s., aan den heer S. Ber- bevel weteu te handelen. Boven den man, op zijn verzoek eervol ontslag mensch wordt de gehoorzame burger verleend als burgemeester der gemeente geplaatst. De staat stopt in de gevangenis 1 Sohagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1