Anoniem. Dcnderclag, 29 November 1900. 44ste Jaargang No. 3579. Bureau: Laau, O 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I K K L. Posterijen. Birmenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Alitieci Nieuws-, Alitrieiiit- k Laiibouwhlai. Lht blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 'b morgens 9 ure, worder. ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STTJKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f S.Franco per post f 8.60, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.26; iedere regel meer 6 et. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Kantoor SCHAGES. Ter verzekering van eene goede over komst der postpakketten bij het a s. St Nicolaasfeest, wordt het publiek beleefd uitgenoodigd, zorg te dragen voor eene doelmatige en stevige verpakking het adres zoo mogelijk op den omslag van het pakket te schrijven en zoo dit niet kan, het daaraan vast te hechten met lijm, gom, enz., doch in geen ge- va 1 met lak. Voorts wordt de aandacht gevestigd op de bepalingen, dat het gedurende die dagen niet geoorloofd zal zijn, op ééne adreskwart meer dan één pakket te ver zenden. Schagen, November 1900. De Directeur, OUDENHOVEN, l.d. KantoorSCHAGEN. Het gebeurt meermalen, dat couranten en drukwerken onoordeelkundig gevou wen en slecht verpakt ter post worden bezorgd, waardoor brieven en andere stukken tijdens het vervoer, onopgemerkt er tusachen worden geschoven en gevaar voor verlies ontstaat, of althans vertraging in de overkomst. Door de Hoofdadministratie wordt de aandacht van het publiek op deze zaak gevestigd. Schagen, November 1900. De Directeur, OUDENHOVEN, l.d. Bij de Maandag j. 1. ge houden stemming is de heer M. Wit herkozen als Molenmeester van den Moerbeekerpolder en do heer K. de Moor als Hoofdingeland bij het bestuur van de Niedorper Kogge Strijkmolens. In het bestuur van den „Niedorperpolder" onder Nieuwe en Oude Niedorp is de vorige week herkozen als Molenmeester-Voorzitter de heer Jb.Haringbuizen tedude INiedorp. Zondag 25 dezer is als notabel en als lid van het kiescollege der ROMAN van MARIE STAHL. 3. „Als man die zoogenaamd dweepte met alles wat hoog en edel was, voelde de baron zich ge drongen, zijn kapitaal in een dure bibliotheek te steken", zoo ging dr. Springer voort, terwijl men nu, nu het met hervormen en kunstscheppen en de muzen niet best meer vlotten wil, doordat de beurs leeg is, zich in het geheel niet meer tot vrouw Venus aangetrokken gevoelt. „Wat in het klein begon, wordt nu in het groot bedreven de baron verwaarloost zijne familie de toekomst zijner kinderen is hem geheel onverschillig van jaar tot jaar worden zijn hartstochten erger met de riddereer en den naam als cavalier kan dat soort leugen en bedrog heel gemak kelijk vereenigd worden, 't Behoort immers alles tot de „edele passiën." „Zoo is dan de bodem, waarop die arme kinderen groeien en zich ontwikkelen moeten, geheel ondermijnd. Vrede en har monie tusschen man en vrouw zijn natuur lek naar den duivel. De botsingen tusschen hen komen steeds meer voor en nemen steeds een boosaardiger vorm aan. „Natuurlijk doet die booze geest zich op de geheele omgeving gevoelen. Het heele huisgezin is door het vuil ingevreten en ofschoon de arme vrouw er wel nauwelijks eenig denkbeeld van zal hebben,hoever in deze de schuld van haar man wel gaat, hebben toch het verdriet en haar zielelijden diepe scha duwen op het leven harer kinderen ge worpen. „Ottfried heeft reeds verstand genoeg, om het ongeluk zgner moeder meê te voelen en reeds onder de veronachtzaming en licht zinnigheid van zijn vader te ljjden. En dat is het, wat je scholier niet in staat dqet zyn, aan zyn schoolwerk de noodige Ned. Hervormde kerk te Nieuwe IN iedorp gekozen de heer J B. Wil- ken, in herstemming als notabel met den heer C. Smit en als lid van het kies college met den heer H. Nooij. Hoe gevaarlijk vuurwa- penen zijn in handen van personen, die er niet genoeg meê vertrouwd zijn, bleek Zondagmorgen j. 1. weer te IN ieuwe JNiedorp. De 18-jarige zoon van den landbouwer T. Waterdrinker zou met een Flobertbuks kraaien schieten, maar bij het uitzien naar wild, ging per onge luk de haan over, met het gevolg dat het kogeltje in den voet terecht kwam. De geneesheer Dr. Maats was niet bij machte de juiste plaats van den kogel te ontdekken. In gasthuis te Amsterdam zal getracht worden, waarschijnlijk nadat met Rönt- gen-stralen de plaats gevonden is, den kogel te verwijderen. Maandagavond, om- streeks 5 uur ontstond er brand in de boerenplaats, bewoond door den heer K. Quak te Sint IVIaavtens- vlotbrug aan den Ruigenweg. Het huis met alle meubelen en gereedschap pen werd een prooi der vlammen boven dien nog 30 kippen. Het vee werd ge- ted. Alles is geassureerd Als oorzaak wordt genoemd het omvallen van een petroleumlamp, die gebruikt werd bij het spitten van hooi voor het vee. Het te Callautsoog ge strande Stoomschip „O'.denburg" is Zon dagavond omstreeks 9 uur door 4 sleep- booten afgebracht en met verlies van vin en roer naar Den Helder gesleept. De.heer J. in 't Veld te Oallants»«»og is als rijksveldwachter aangesteld te Amsterdam. Een h u w e 1 ij k s g e s c h e n k aan Koningin Wilhelmina. De Matin.eeD groot blad te Parijs, opent een inschrijving om aan koningin Wil helmina, bij gelegenheid van haar huweljjk, een geschenk aan te bieden, en doet hiervoor oen beroep op de Pransche vrouwen. In het afgeloopen jaar was er niet één harddraverij-paard, dat bijna alles won op de korte baan, zooals vroeger gebeurde, zegt O. P. Huntrees won f 2590, Egbertine f 2000, Sador II f 1065, Dawnlight f800 enz. In 't geheel werd ongeveer f 15.000 aan prijzen uitgeloofd voor harddraverpen op de korte baan. Dit cijfer gevoegd bij de ruim f 40.000, uitgeloofd bij de dra- vergen op de lange baan, doet zien dat er toch meer dan een halve ton gouds in 1900 „verharddraald" werd. T e HAARLEMMERMEER heeft de levering van brandstoffen aan de scho len nog niet plaats gehad. In een der scholen liet men de kinderen dezer dagen met jassen en mantels aan plaats nemen en de school drie kwartier vroeger dan gewoonlijk uitgaan Volgens advertentie in de Enkhuizer Courant zullen de heeren Ds. De Koe van Helder en Ds. Scher- merhoro van Nieuwe Niedorp te ENK HUIZEN optreden op ongeveer half December, om te spreken over het af treden van den heer Berman als bur gemeester van Schagen. Met het oog op het voor genomen huwelijk van H. M. de Koningin is de post van f 8000, aanvankelijk op de Staatsbegrooting voor 1901 uitgetrok ken voor benoemingen in Nederlandsche orden, met f 12.000 verhoogd en mits dien gebracht op f 20.000. Verscheidene benoemingen van vreem delingen in de hoogere rangen zullen alsdan plaats hebben. De leerlingen der Open bare en Bijzondere school te Hint Pankras werden Dinsdag 1. 1. door de Armenvoogden weder onthaald. Al lang te voren verheugen de kinderen zich met het vooruitzicht op „Sint Ka trijn". Dan is het de betaaldag voor de huurders van het land, toebehoorende aan het Burgerlijk Armbestuur, en na af loop daarvan kwamen ook nu weder de Armenvoogden in de scholen en onthaalden de kinderen op een grooten taai-taai. Door den ministervan binnenlundsche zaken is een circu laire gezonden aau de commisarissen der Koningin, waarin er op wordt gewezen, dat in den laateten tijd door de Belgische autoriteiten weder verschillende malen de toelating is ge weigerd van uit Nederland ten invoer aangevoerd vee, op grond dat de dieren waren hetzij lijdende aan, hetzij verdacht van mond- en klauwzeer De minister van buitenl. zaken ont ving naar aanleiding daarvan reeds een schrijven van den Belgischen gezant te 's-Gravenbage, waarin der Nederlandsche regeering wordt verzocht, maatregelen te nemen,om een herhaling van genoemde ge vallen te voorkomen. In overeenstem ming hiermede zijn de spoorwegmaat schappijen door tusschenkomst van den min. van waterst. aangeschreven, zich met groote stiptheid te houden aan de voorschriften nopens het vorderen van een gezondheidscertificaat bij het ten vervoer aannemen van naar België be stemd rundvee. Daarnaast acht eerstgenoemde Minister een uiterst gestreng veterinair toezicht op de veemarkten dringend noodig. Den Commissarissen derKoningin wordt daarom verzocht, de aandacht van burge meesters van plaatsen waar veemarkten worden gehouden, ten spoedigste op het bovenstaande te vestigen, en heu uit te noodigen om, in overleg met den districts veearts, voor zoover dit nog niet behoor lijk geschiedt, maatregelen te nemen, opdat zooveel mogelijk worde toegezien, dat de ter markt toegelaten dieren en in het bijzonder die, welke met bestem ming naar België worden verkocht, in gezonden toestand verkeeren. Indien daartoe buitengewone maatre gelen van gemeentewege mochten worden genomen, verklaart de Minister zich bereid, te bevorderen, dat van rijkswege een tegemoetkoming in de kosten worde verleend. Een brandkast gestolen. De heeren inbrekers hebben in AM STERDAM een ongewoon brutaal stukje uitgehaald. Men deelt hieromtrent mede: In het kantoor der sigarenfabriek „Modjo," firma B. van den Brink Co., directeuren de heeren E. Donkersloot Jr. en W. A. van Hees, gevestigd Jacob van Lennepkade No. 157, heeft men getracht de brandkast open te breken, en toen dit niet gelukte, werd het zware meubel met aanzienlijken inhoud op een kar van de firma vervoerd. Toen de directie den volgenden morgen op het kantoor kwam,stonden de houten blok ken, waarop de brandkast had gerust, vau hun last bevrijd, tegen den muur, maar de kast was verdwenen. Op de tafel van het kantoor lagen eenige inbre kers-werktuigen en verder hadden de dieven men vermoedt, dat minstens aandacht te wijden. De beide meisjes zijn nog wat kinderlijker en hebben Dog steeds in onwetendheid geleefd, maar Margot, de oudste, heeft toch in den laatsten tijd, naar het schynt, ook een goed deel van haar opgeruimdheid verloren. „'t Is zooals je straks hebt gezegd, zulke dingen kunnen alleen verbeterd worden als het onkruid met wortel en tak wordt uit gerukt, en daarom is scheiding de eenige weg." Dr. Balduin liet zich nog veel van de familie Von Kraschwitz vertellen. Hij kwam nog te weten, dat mevrouw von Kraschwitz een geboren gravin Plasten was en haar man een groot vermogen mee ten huwelijk had gebracht. Er leefde nu nog een zuster harer moe der, een oudejongejuffer, Leopoldina von Wanzlow, van wie mevrouw von Krasch witz de eenige erfgename was. Deze oude dame had, ondanks hare vele eigenaardigheden, het hart op de rechte plaats. Zij kon den baroD niet uitstaan en was reeds in de eerste jaren van het huwe lijk harer nicht opgetreden om eens orde op zaken te stellen zooals zij het uitdrukte, tnaar had toen natuurlijk aan doovemans deur geklopt. De wereld sprak nu van onterving ten gunste der kinderen. Doctor Balduin wist nu, wat zijn leer ling hem niet had kunnen meedeelen. Hij besloot, zich nog meer met den armen jon gen te bemoeien en al zijn best te doen, hem dat te vergoeden, wat hij in het ouder lijk huis miste. „Zeg, Margot", zeide de twaalfjarige Tilly von Kraschwitz, terwijl ze als een windvlaag de woonkamer binnenstormde, „ik geloof dat de oude Petzold gek is. Het is aanstonds avond en alle kippen zyn nog opgesloten." Tilly's wangen gloeiden van toorn, maar ook door den scherpen wind. Tilly liep nooit bedaard, steeds op een draf. Gewoonlyk had ze een paar jonge honden of katten in de armen, soms ook een konyn of kuiken, terwyl een gansche bende twee-en viervoeters haar op de hielen volgde. Zy was een dolle liefhebster van dieren. Men kon maar zelden het landgoed Liebenberg doorwandelen, of men ontdekte Tilly met haar nog al lange beenen het terrein metend. „Och, laat dat maar," antwoordde Margot op onverschilligen toon, „ik zeg er niets meer van. Vrouw Petzold is altijd zoo lui en vergeetachtig." Zy had blijkbaar zonder iets te doen voor het venster gestaan en droef naar buiten gestaard. Het frissche gelaat van het ze ventien-jarige meisje was tenminste treurig en somber. „Zooriep Tilly, de handen driftig in de zakken van haar blauwe schort ste kend, „en de arme beesten moeten dan maar honger en dorst lijden Ik zal het mama zeggen." „Laat dat om 's hemels naam vandaag tenminste. Je weet toch, dat mama hoofdpijn heeft." „Dan laat ik de beesten er zelf uit. Zulk een diorenplagerij kan ik onmogelijk aanzien. Weet je, Margot, ik trouw ook met een man, die een landgoed heeft. Maar zooals dat hier bestuurd wordt, zal het dan niet gaan. Een vrouw als die Petzold zond ik dadelijk weg." Weg was Tilly en dadelijk daarop zag men haar met haar volgelingen door den tuin stormen. Vijf minuten later kwam Ottfried bij Margot binnen. Hij kwam zoo juist vaD de stad zijn kleeren waren nog vochtig van den Maartavond. „Je komt tegenwoordig zoo laat," zeide Margot klagend, want ze had met smart op haar broer gewacht. „Dat moet je goed vinden, Margot," antwoordde hij, zijn zuster teeder de wan gen streelend, „ik zal nu eiken dag zoo laat komen. Maar je moogt er niet boos om zijn wanneer ik je wachten laat, ik werk met dr. Balduin en dank zij hem, heb ik weer nieuwen moed. en het besluit genomen, toch nog het examen te doen." „Oh, Ottfried, hoe big ben ik daarom," riep Margot, „wat een best mensch is toch die Dr. Balduin. Na alles wat ik ©en drietal personen hier aan het werk zijn geweest een bewys van hun aan wezigheid achtergelaten in gedeeltelijk opgerookte sigaren en afgebrande lucifers. Ook lag er een hoeveelheid krijt over den grond verspreid, een gevolg van de pogingen tot braak, waaraan de kast was onderworpen, pogingen, die, dank zij de soliditeit der kast, of omdat de inbrekers in hun werk gestoord werden, halver wege gestaakt moesten worden. Ook hadden zij nog geprobeerd, het bureau open te brekende bovenste laden waren erg beschadigd, doch ook hier was hun pogen ijdeltoen was de cylinder geopend, waardoor de dieven zich van een aantal briefkaarten, post zegels en de kleine kas meester konden maken. Als men na het plegen van een mis drijf naar den dader vraagt, wordt ge woonlijk geantwoord die heeft zijn adres niet achtergelaten.Hier schijnt dit echter in den letterlijken zin wèl het geval te zijn geweest. Op den vloer van 't kantoor werd namelijk een briefje gevonden, dat niet minder was dan een kennisgeving van den Hoofdcommissaris van Politie, den heer Franken, dat een verzoek om kwijtschelding van straf was geweigerd. Natuurlijk lag het vermoeden voor de hand, dat de persoon, aan wien dit schrij ven was gericht en wiens naam daarin voorkwam, de dader of een der daders van de inbraak was. Deze is dan ook reeds door de politie gearresteerd en naar het Huis van Bewaring overgebracht. De brandkast was vervoerd naar een huis in de Nieuwe Kerkstraat, waar zij door de politie-beambten van het Jonas Daniël Meijerplein in beslag werd geno men, nog vóór de ontvoerders den tijd hadden gehad, het meubel van zijn kost baren inhond te ontlasten. Wij verwijzen onze lezers gaarne naar de advertentie in dit en in het vorig nummer, betreffende het concert op Zondag 2 December van het Harmonie-ge zelschap „Excelsior" te Nieuwe IVieclorp. Het programma wijkt eens af van de gewone fanfare-program ma's en bevat o. a. de Hochzeitsmarsch aus dem „Sommernachtetraum" van Men- delssohneen aria uit „Der Eremit von St. Laurento" van E.- Werner; Gebet aus „Das Nachtlager von Granada," van Kreutzer, enz. van hem heb gehoord, moet hij wel de beste man van de heele wereld zijn." „Je hebt gelyk, er is ook geen betere," zeide Ottfried met volle overtuiging. „Maar hoor eens, zustertje, je hebt weer geweend. Wat is er gebeurd Gauw verteld, je moogt voor mij niets geheim houden." Bij deze woorden was het gelaat van Ottfried donker en treurig geworden en de blijde lach, die zooeven om zijn lippen speelde, was verdwenen. „Ach, laat maar, Ottfriéd," antwoordde Margot, angstig het gelaat afwendend, „er is niets bijzonders. Laat je maar niet ver ontrusten, je hebt al je kracht en gedach ten nu wel noodig voor je werk." „Neen, Margot, zoo kom je niet van mg af. Niets is ellendiger dan twijfel en onbe stemde zorgen. Ik moet weten wat er gebeurd is, anders zal ik morgen weer niet in staat zijn, ook maar aan iets anders te denken dan aan thuis." „Mama heeft zich opgesloten en wil niemand binnenlaten, wil niemand zien," antwoordde Margot, in tranen uitbarstend. „Zij heeft een brief gekregen, ik weet niet van wien en ook niet wat er in staat, maar het moet wel heel erg zijn, want zooals vandaag, heb ik mama nog nooit gezien. Ik heb me zoo angstig gemaakt, maar mama wil mij niets zeggen. Ik geloof, dat ze den ganschen dag nog niets heeft gebruikt. Wanneer ik aan de deur klop en vraag binnen te mogen komen, dan stuurt ze mg steeds terug, en haar stem heeft zoo'n treu- rigen, vreemden klank." „Margot, stil maar, kind, ik zal dadelijk wel naar haar toegaan,"antwoordde Ottfried, die bij de woorden van zijn zuster er ont steld uitzag. Bedrukt ging hij daarna naar de kamer van zijn moeder. Toen hij aanklopte en zeide dat hij het was, werd de deur dadelijk geopend. „Wat scheelt eraan, mama?" vroeg de jongeling met groote bezorgdheid, toen hg tegenover zijn moeder stond. Het was een vrouw, gebroken door verdriet, die daar voor hem stond. Hij vond haar, sinds hij haar van morgen had verlaten, merkbaar verouderd. Lydia von Kraschwitz was, hoewel ze een-en-veertig jaar telde, nog steeds een mooie vrouw. Zij behoorde tot de groote vrouwen, had een bepaald mooi gelaat en een trotsche houding. Elke trek, elke lijn van haar gelaat en gestalte was zacht en voornaam, en haar verschijning paarde aan een imponeerende waardigheid, toch een zeldzame bekoorlijkheid. „Kom binnen, Ottfried", zeide zij, haar zoon met moede, rood gekreten oogen aanziende. Geheel tegen haar gewoonte, was haar glanzend bruin haar slordig bij elkaar gestoken en droeg zij nog haar mor genkleed. „Ik heb weer hoofdpijn, mijn jongen, maar ik wilde je toch goeden dag zeggen. Je bent nu zoo ijverig, zoodat men je den ganschen dag niet ziet." Zij wilde haar zoon op het voorhoofd kussen zij streed wanhopig, om haar bedaardheid te bewaren, maar toen Ottfried, door een groot mede lijden gedreven, zyn beide armen om haar hals sloeg, verloor zij haar zelfbeheersching. Met een kreet van naamloos leed legde zê het hoofd op zgn schouder. „Moeder, lieve moeder!" stamelde Ottfried, „wat is er? zeg me toch alles." Nog eenmaal trachtte de vrouw haar bedaardheid terug te krijgen en het leed voor zich alleen te houden. „Maak je toch niet angstig, mijn vent. Ik ben maar wat zenuwachtig - het is heel verkeerd van me je zoo te doen ontstel len. Maar die hoofdpijn en de eenzaam heid dan krijg je allerlei dwaze gedach ten ik heb me bezorgd gemaakt over je examen." „Arm moedertje. U kunt mij niet om den tuin leiden, en jokken dat kunt u heele- rnaal niet. Neen moeder, ik ben vast be sloten, het moet nu tusschen ons alles helderen duidelijk worden. Ik weet het, het is overgroots liefde van uw kant, dat u mij wilt ontzien, maar ik ben nu op een leeftijd, dat het mijn recht en mijn plicht is, u te beschermen en u bg te staan, waar u onrecht en leed worden aangedaan." WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1