Zondag 2 December 1900. 44ste Jaargang No. 3580. Politiet overaicM der «eet. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTLKN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: SCiÜAGSI, Laan, O 4. Uitgever'. P. TRAPMAN. Medewerker.1. W I Al k K L. Prijs per jaar f 8.Franco per post 1 8.60, Aizonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 5 et, Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Gemeente S c h a g e n. Bekendmakingen. Bij het scheiden van de markt. Buitenlandsch Nieuws. Binnenlandsch Nieuws. Alllllfl NlEIWS- j RAAIT. Admiemie- Lanibomblai. en Vergadering van den RAAD der Ge meente 8CHAGEN, cp Dinsdag 4 December 1900, des voormiddags ten tien ure. Punten van behandeling 1. Ingekomen stukken. 2. Verzoek ontslag leden Schoolcom missie. 3. Benoeming leden vaste commissiën. 4. Statuten motorbootdienst. 5. Vaststelling ligger der wegen. 6. Verlichting ingang tot het post kantoor. 7. Aanvrage telepboonkantoor. 8. Suppletoir kohier belasting op de bonden. 9. idem idem hoofdelijken omslag. I. Toen na de resultaten der herstemming in het gedenkwaardige verkiezingsjaar van 1897 het nieuwe ministerie optrad, ondervond dit van de zijde der clericalen, die mokten over de by de stembus onder vonden nederlaag, een groote en heftige bestrijding. Ten eerste over zijn samenstelling. Dat staats lieden van een richting als Goeman Borgesius, Cort van der Linden en Lely getoond hadden aan te hangen, zitting namen in een kabinet met mr. W. H. de Beaufort, die in zijn brochure: „De liberale party en de verkiezingen", de Liberale Unie had beschuldigd van „een star doclrinarisme," was naar hun meening, vooral die van den leider der anti-revolutionnairen, die het nieuwe kabinet het heftigste aanviel, incon. stitutioneel En toch zou het moeilyk geweest zyn, in die dagen een ander kabinet te vormen, dat beter het resultaat van de stembus teruggaf. Want wat was toch het geval geweest Toen den 20sten October 1896 het program der Katholieke Staatspartij was vastgesteld, dat onverholen beschermende rechten voor landbouw en nijverheid vroeg, in zake belastingen zich zoo conservatief mo- gelyk toonde, kwamen de anti-revolutionnairen in het voorjaar van 1897 met hun program van actie voor den dag, dat, hoewel in anderen vorm, evenzeer op protectie van nyverheid en landbouw aandrong. Wat de byzondere school betrof, vroeg het program van actie nn wel niet met ronde woorden, zooals in het katholieke program stond, dat de byzondere schooi regel zou zyn, maar in de bedoeling lag toch wel, dat men, wanneer de schoolstryd weóeiom zon opflik keren, hand aan hand zou kunnen gaan. Zoowel Het Huisgezin als Het Centrum gaven dan ook toe, dat er veel overeenkomst bestond tusschen de voornaamste punten in het katholieke program en in dat der anti-revolutionnairen. Zooals ten duidelykste bleek uit de paragrafen betreffende het onderwijs, de jnstiiie en de koloniën, lag daaraan „één christelijk idee" ten grondslag. Het Venloosch Weekblad jnichte: „De Kuyperanen zetten koers naar de golf der katholieken" De Gel derlander was zelfs van oordeel, dat de katholieken nn een anti-revolutionnair candidaat gerust bij de eerste stemming konden stennen en ook De Residentiebode gaf te kennen, dat aamenwerking nu wenschelyk was. Alles vanwege dat „christelijk idee." De Nieuwe IJselbode, het katholieke orgaan voor Overijsel, riep dan ook allen, die de beginselen van beide programma's beleden, op tot een gemeenschap- pelyke actie tegen „de partij van het ongeloof", de booze liberalen, „die de goddelijke wetten ter «yde stellen en het er op toeleggen het volk te ontkerstenen." En ten slotte was het Dr. Kuypei zelf, die in De Standaard erkende, dat het program van actie ook moest dienen, om de katholieken „in het gevlei" te komen. ToeD verscheen het bekende manifest der 83 liberalen, dat er o a. aan herinnerde, wat, bjj zoo kennelyk een streven naar samenwerking bjj de elericale partijen, by de aanstaande stembus te verliezen zon zyn. En het liet zich bij de eerste stemming aanzien, dat de stryd waarlijk verloren zou worden, maar door een reusachtige krachtsinspanning van geheel de liberale party, uitgelokt door het voorbarig maar wild triomtgeachreeuw der elericale bladen, werd verhoed, waarop men kennelijk bad aangestuurd en kennelyk had gerekend, dat een elericaal kabinet de tengels van bet bewind opvatte. Het logisch gevolg van deze actie by de stembus was, dat zoowel de mannen der Liberale Unie, als tij, die daarby niet waren aangesloten, die zich in meer conservatieve richting bewogen, die niet bereid waren het program van urgentie „met volle overtui ging" aan te nemen, in de Kamer een kleine meerderheid vormden, en het was dus noodig dat het ministerie van deze meerderheid zooveel mogelijk den terugslag g«f. Daarom moest er gevormd worden een kabinet van liberale coalitie, dat, metmr. Pierson als middenpunt, door mr. Goeman Borgesius aan de vry zinnige democraten de band reikte, door mr. W. H. de Beaufort aan hen, die eenmaal door dr. Kuyper zoo kernachtig „de passief-liberalen" zijn genoemd. Wanneer men dit in het oog houdt, dan mag men waarlijk niet beweren, dat het kabinet, de kieshervor- uung daargelaten, waaromtrent, zooals by de behan deling der „technische herziening" is gebleken, een accoord bestond, dat coalitie-standpunt in aan- «erking genomen, niet meer naar links heeft gestuurd naar rechts. Het heeft den sinds tal van jaren op de libersle programma's verlangde* dienstplicht weten door te voeren, het heeft, onder de heftigste bestrijding,door de Kamer de leerplichtwet weten te doen aannemen en het was aan deze regeeriDg weggelegd, voor het eerst visten voet te zetten op het gebied der sociale hervormingen, die, omdat zy in tal van verhoudingen ingrypen en zich aan allerlei omstan digheden moeten aanpassen, oneindig moeilijker bleken te zyn, dan ze op de studeerkamer den meeaten wel voorkwamen. Bovendien hadden wy een Kamer, waarin het weldra bleek, dat van een vaste aaneengesloten meerderheid geen sprake kon zyn, welker beslissingen dikwyls afhingen van het samen gaan van toevallige combinatiën en waarvan de gewone meerderheid, als daarvan eens een oogenblik sprake was, niet altyd toonde bijzonder bevreesd te zyn voor de politieke gevolgen van haar uitgebrachte stemmen Veel staatsmanskunst en veel staatsmanswysheid is er dus noodig geweest om met zulk een Kamer te regeeren en ten minste iets ten nutte van het vaderland te bewerken. Wie onpartydig de toeatanden beschouwt, zal de waarheid van het bovenstaande begrijpen, maar niet aldus vele leden der Tweede Kamer. Als het 1ste hoofdstak der Staatsbegrooting in de afdeelingen wordt behandeld, dan is het gebruikelijk zich over de algemeene politiek van het kabinet uit te laten en het voorloopige verslag in Bijlage A. leert ons dan, welke opinie „vele", „sommige," „eenige" en „enkele" leden op dit punt zyn toegedaan. Het spreekt van zelf, dat, nn het op een scheiden van de markt gaat, er „meerdere",*„vele", „eenige", en „enkele" leden waren, die hun hart eens moesten lucht geven. Opmerkelijk was het echter, dat de heftigste aanval kwam van de zyde van hen, die het ministerie het naaste stonden. Laten wij eerst eens nagaan welke „grieven" kenne lijk door de oppositie werden geopperd. Betrenrd werd, dat het ministerie zich nitsluilend gehouden heeft aan het program der Liberale Unie. Betreurd werd ook, dat de wet op den leerplicht was doorgedreven tegen den wil van bjjna de helft der leden van de Tweede Kamer. Verlangd werd verhoo ging der bydragen voor het bijzonder onderwys. Verscheidene opmerkingen werden gemaakt over de houding der regeering in zake den oorlog in Transvaal ook de toestand in China werd besproken en nog meer dergelijke zaken, waarvan het gebruikelyk is, om ze by hoofdstuk I te behandcleu Bovendien werd er gewezen op het weinige resultaat van den arbeid der ministers, terwyl tegen de wjjre waarop het ministerie zijn taak had opgevat,verschillende giieven werden genit. Sommige leden beweerden zelfs, dat het kabinet van den beginne af aan zich op een onjuist standpunt had geplaatst, bezat „gebrek aan politiek besef". Maar toen kwam de storm van de zyde der vrienden men vroeg invoering van algemeen kiesrecht,verkon digende de overbekende stelling, dat voor afdoende verbetering van den politieken toestand invoering van algemeen kiesrecht onontbeerlijk is te achten. Alleen op deze wyze was het mogelijk in de samen stelling der Kamers zoodanige verandering te verkrijgen, dat afdoende hervormingen op sociaal en ander gebied tot stand gebracht konden worden. Dan luidde verder de eisch 1. wijziging der grond wettelijke bepalingen betreffende de Eerste Kamer 2. wettelijke voorziening van het lot van oude en gebrekkige werklieden; 3 opneming in alle bestekken voor de uitvoering van Rijkswerken, van bepalingen tot vaststelling van een maximnm-arbeidstyd en van miuimum-loonen 4 betere inrichting van de militaire rechtspleging; 6. invoering eener administratieve rechtspraak; 6. wettelyke regeling van den tijd; 7. droogmakimg van de Zuiderzee. Wat nu de grieven der oppositie betreft, de aan dachtige lezer van De Standaard was daarvan volkomen op de hoogte dr. Kuyper had ze in meer dan één hoofdartikel en in meer dan één asterisk genit en, uitgezonderd de grondwettelijke bepalingen betreffende de Tweede Kamer en de directe eisch van algemeen kiest echt, kan men het geheels verlangenlystje dér voornitstrevenden terugvinden in het voorloopig verslag van het vorigejaar; maar leton fait la musiqne. De „bedenkingen" van het vorige jaar zyn thans „grieven" geworden en dat wel uitgesproken op een toon, die Het Vaderland deed uitroepen, dat de heeren het recht misten, aldus tegen het kabinet op te treden. Die uitdrukking laten wij geheel voor rekening van Het Vaderland,- het recht om als kamerlid aldus te spreken, valt niet te ontkennen, maar de groote vraag ot deze kamerleden verstandig deden, om aldus op te treden, moet naar onze meening ontkennend beantwoord worden. Laten de heeren eens de hand op het hart leggen en zichzelf afvragen, of zij, al vormden zy het meest homogene ministerie, zcoals de Kamer nn is sa&mgesteld, in staat zonden zyn, om, aleer een nienw vierjarig tijdperk voorbjj zal wezen, met het oog op algemeen kiesrecht, een grondwetsherziening tot stand te brengen. Nn weten wij we), dat zy dit dan ook alsnog niet verwachten, dat hun groote grief is, dat aan hun vele eischeD in het afge- loopen parlementair tijdvak volgens hun meeniiig zoo weinig is tegemoet gekomen, maar wy blyven de vraag stellen heelt het kabinet in de gegeven poli tieke omstandigheden veel meer kannen verrichten dan het nu gedaan heeft? De leden der Tweede Kamer kennen de constellatie der verschillende politieke partyen en haar onderdee- len te goed, dan dat een zniver party-ministerie, van welke kleur ook, ooit op een meerderheid zon kannen rekenen. En toch is het den minister van Binnen- landsche Zaken gelukt, om de eenige wet. die door de oppositie, welke er tegen gevoerd werd, een bepaalde party-wet werd de wet op den leerplicht er door te halen. Het is waar, by „het gemeen overleg* heeft hij menige veer moeten laten, maar het beginsel is wet geworden. Haar honding in zake de ongevallenwet is der regeering verweten, maar nit het voorloopig Verslag der Eerste Kamer bljjkt duidelijk, dat de oppositie in dat lichaam zich is gaan inbinden, dat de wet thans wel zal worden aangenomen Een ministerie, dat ons, behalve tal van andere wetten, de dienst plichtwet, de leerplichtwet en de ongevallenwet schonk, is niet zoo sterk in zyn tekortkomingen als sommige leden in de afdeelingen wel hebben willen beweren. De kastijding, die Het Vaderland „den geavan- ceerden onder de kamerleden" toedient, doet dr Kuyper in een asterisk met bet opschrift„Ondank 's werelds loon", spottend uitroepen, dat de heeren deze waarlyk niet verdiend hadden. Zy waren „een toonbeeld van parlementaire inschikkelijkheid" geweest. Daar echter Het Vaderlud ook erkent, „dat de oogst van den arbeid van het ministerie niet buiten gewoon rijk is geweest en dat de qnaliteit ook niet geheel aan de aanvankelijk gekoesterde verwachtingen beantwoordt," roept dr. Kuyper met zelfvoldoening nit, dat de teleurstelling dus tameljjk algemeen is. Algemeener dan hij aanvankelijk dacht. En deze man voorspelde reeds voor twee jaren, dat er van een eigenlyke goede wetgeving met dit kabinet niets tot stand zon komen 1 Hij is dus betrekkelijk nog al lief. vooral omdat hij de leerplichtwet heeft moeten slikken en de Eerste Kamer vermoedelijk zijn raad, om de Onge vallenwet nogmaals te verwerpen, niet zal opvolgen. Laten wy nn eens zien, wat het kabinet op dit alles heeft geantwoord. (Slot volgt). De heer Paul Kruger heeft zoo geheel en al de aandacht van de pers en het pu bliek tot zich getrokken,dat al de andere vraagstukken van eenig belang in deze week onbesproken zijn gebleven. De hoofdvraag is en blijftzal bet den Staats president der Transvaalsche Republiek gelukken, de tusschenkomst van een of meer mogendheden te verkrijgen? Aller oog is in de eerste plaats op Frankrijk gericht. Hoe men daar over den stand van zaken denkt, werd door een bekend politiek persoon als volgt teruggegeven: „Wij sympathiseeren met de Boeren, wij willen hen gaarne helpen, als maar ie mand medegaat. Alléén zal Frankrijk don toorn van Engeland zeker niet trotseeren, vooral ook, omdat Engeland een oorlog met Frankrijk zoekt, om zijn geschokt prestige te herstellen.Het liefst zou Frank rijk in gezelschap van Rusland en Duitschland optrokken, om aan de En- gelsche willekeur in Zuid-Afrika een einde to maken." In Rusland schijnt men evenwel niet veel lust te hebben, om voorloopig meer hooi op de vork te nemen. Eerstens is de Cbineesche kwestie nog verre van opgelost, en verder maakt de ziekte van den Czaar een actieve buitenlandsche politiek vrijwel onmogelijk. Mocht de Czaar komen te sterven, dan zal door de verwisseling van personen, in den eersten tijd nog minder aan de buitenlandsche politiek worden gedaan. In Duitschland is de politieke wind ter gunste der Boeren langzamerhand gekeerd. Het is juist Frankrijk, dat op deze verandering een grooten invloed heeft gehad. Toen Keizer Wilhelm in 1896 het bekende telegram aan President Kruger zond, scheen het een oogenblik, dat een oorlog tusschen Duitschland en Engeland onvermijdelijk was. Met koortsachtigen ijver concentreerde Enge land zijn oorlogsvloot in de Noordzee en in het Kanaal, een vliegend eskader werd uitgerust, een tweede op stapel gezet, allen teekenen van een zeer gespannen toestand. Op het meest critieke oogenblik deed Frankrijk te Londen het voorstel, om in een oorlog met Duitschland met Enge land samen te gaan. De nauwe familiebetrekking tusschen Keizer eu Koningin, eu ook de kalme houding van het Duitsche volk tegenover den uittartenden toon der Engelsche pers, bezweerden het onheil. Eene toenadering tusschen Frankrijk en Duitschland was en is voor Engeland minder wenschelijk, vandaar dat men in Engeland niet in gebreke is gebleven, Duitschland van Frankrijk's aanbod kennis te geven. Sedert dien tijd is de houding van Duitschland in de Zuid-Afrikaansche aan gelegenheden geheel gewijzigd. De oor zaak daarvan is dus het Fransche revanche spook geweest. In blakenden ijver voor wat waar is en recht, zou Frankrijk thans wel met Duitschland vereenigd tot interventie te bewegen zijn, doch hiervan kan, helaasthans niets meer komen. Zoo blijven er voor den grijzen marte- telaar uit Pretoria niets anders over dan de ovaties van de menigte en de gelukwen- schen der volken. De onontbeerlijke steun van ministers en diplomaten blijft op een eerbiedigen afstand. Ons Nederlanders, die van den beginne af aan de zijde der Boeren hebben gestaan, niet alleen omdat onze sym pathieën met het stamverwaute volk waren, doch vooral omdat het goed recht van den zwakke prijs werd gegeven aan het ruwe geweld van den wereld veroveraar, doet de warme ontvangst, die den President in geheel Frankrijk ten deel valt, bijzonder goed. Wij wenschen, wij hopen, wij ver wachten, haast zonder bepaalde redenen, dat de algemeene hulde van de groote natie de voorbode van betere tijden zal zijn. Wanneer wij lezen,dat de Fransche Kamer van Afgevaardigden met algemeene stem men eene motie aannam, waarin Frankrijk bij gelegenheid van de komst van Presi dent Kruger zich gelukkig verklaart hem zijne eerbiedige sympathie te kunnen betuigen, dan wordt het ons warm om het hart, dan zien wij de edele gevoelens van die eenige natie zich verre buiten hare grenspalen voortplanten, en in hunne overweldigende majesteit datgene verrich ten, wat de koude, berekenende politiek niet kon.Zooals wij in den beginne op merkten, was de algemeene politieke barometer in den loop dezer week vrij vast. In China blijft het vrijwel bij het oude. De gezanten vergaderen, nemen eenstemmig moties en besluiten aan, om straks opnieuw bijeen te komen, omdat de Rus ot de Amerikaan op zijn gegeven woord is teruggekomen. Straks wordt Peking eene internationale leer school voor diplomaten, waar Europa's eerste mannen de verschillende politieke stelsels nader uitwerken. Yoor graaf Bülow, die als Duilschland's kanselier en verantwoordelijke raadsman van Keizer Wilhelm, de directeur van het orkest is, komt er volop werk aan den winkel. In Duitschland zijn de verschillende partijen er op uit, om den „nieuwen man" te toetsen, 't Is in de eerste plaats de Duitsche Centrumpartij die den kan selier dwingen wil, zijn standpunt tegen over de verschillende godsdienstige kwesties uiteen te zetten. Met dat doel heeft de partij het van ouds bekende voorstel tot opheffing van de Jezuïetenwet opnieuw ingediend. Bovendien is een voorstel ingediend tot volkomen en algeheele vrijheid voor de uitoefening van den godsdienst en het houden van godsdienstige ceremoniën, zoowel in de gebouwen der kerken, als in hot openbaar. De sociaal-democraten willen de ver antwoordelijkheid der ministers bij de wet nader geregeld hebben. In de laat ste tijden zijn er handelingen gepleegd, woorden en uitdrukkingen bij officiëele gelegenheden gebezigd, waarvan ten slotte feitelijk geen verantwoordelijk per soon was te vinden. De Keizer nam besluiten en deelde bevelen uit, waarvau de Rijkskanselier bij ieders weten totaal onbekend was. Dien toestand willen de sociaal-demo craten beëindigen. Zij hebben daarom een uitgewerkt wetsvoorstel ingediend, waarin bepaald wordt, dat de Rijkskanselier verantwoor delijk is voor alle politieke daden van den Keizer. Straks komen de nieuwe handelsverdragen aan de ofte, wordt het gewijzigde kanaalplan andermaal inge diend, komen de heeren landjonkers met wat egoïsme in den vorm van nog hooger invoerrechten voor den dag, moet aan de hernieuwing van het Drievoudig Verbond de noodige aandacht geschonken worden, zoodat de leider van Duitsch- land's binnen- en buitenlandsche staat kunde overvloed van arbeid zal vinden. Woensdag 28 November vergaderde de „IJsclub" te VVierin- get*waardde opkomst was niet schitterend. Na opening en voorlezing van het jaarverslag door den secretaris, den hr. D. A. Kaan, deelde de voorzitter, de heer R. C. Blaauboer, mede, dat de Ko ninklijke goedkeuring op de statuten was ontvangen. In plaats van de aftre dende en niet herkiesbare bestuursleden, de heeren C. Haringhuizen, P. J). Schenk en J. Breed, werden gekozen de heeren J. Kikkert, D. JansJr. en K Kaan Kz. Uit de rekening en verantwoording van den penningmeester, den heer K. A. Kaan, blijkt, dat de kas nog al goed gespekt is. Tot afgevaardigden naar de Alge meene Vergadering te Alkmaar werden reeds eerder gekozen de heeren K. A. Kaan en C. Haringhuizen (plaatsverv. de heer R. C. Blaauboer). De vereeni- ging zal zich tot het Polderbestuur wenden om medewerking betreffende het in goeden staat houden van het ijs, het plaatsen van vondertjes onder de bruggen, overstapjes etc. Gaarne herinneren wij nog eens aan de bijeenkomst te Wieringerwanrd op Vrijdag 7 December a. s., waarin Ds. Bax van Zaandam als spreker zal optreden. Toe gangskaarten zijn tot een beperkt aantal bij de leden van het Nut gratis ver krijgbaar. Te Wieringer waard worden pogingen aangewend om het „burgernnt", weleer zoo bloeiend, weer in het leven te roepen. Binnen eenige weken zal in het lokaal van den heer Rob een bijeenkomst worden gehouden, waaruit zal moeten blijken, of de pogin gen kunnen slagen. Op het adres vanuit Zuid-Scharwonde aan den Minister van W., H. en N., betreffen de een intercommunale en internationale telefoonverbinding, is door dien Minister geantwoord, dat hij bereid is, de vesti ging van zulk een rijks-telephoonbureel te bevorderen, indien 25 personen zich verbinden om hunne perceelen aan dit bureel aan te sluiten. Oii*li»hor,n.H et jaarlijkseh feest voor de leerlingen der Zondags school alhier zal dit jaargehouden worden op Zondag den 23 December a. sin de kerk der N. H. Gemeente, 't Zal voor vele ingezetenen zeker aan genaam zijn te vernemen, dat het feest weder evenals het vorige jaar zal opgeluisterd worden door de vertoo ning van lichtbeelden. Sint Maarten is een der weinige gemeenten, waar nog geen afdeeling der Noord-Holl. Vereeniging „Het Witte Kruis" gevestigd is. Thans worden er pogingen aangewend door eenige heeren aldaar tot het oprichten van een afdeeling dier nuttige vereeniging. Hadden in den afgeloopen zomer de bouwers van vroege kool in de zuidelijke dorpen van den LANGE- DIJK veel nadeel van de aardvlooien, voor vele houders van huis- of winter- kool ziet het er daar nu ook niet roos kleurig uit. In erge mate vertoont zich namelijk de zoogenaamde „ziekte". De kool, oogenschijnlijk zonder gebreken, gaat onder het 2e of 3e blad tot rotting over en verteert geheel. De oorzaak dezer ziekte schijnt niet bekend te zijn. Geheele akkers zijn er waardeloos door. Er i s t e AMSTERDAM weer eens een brandkast opengebroken. Dit maal is de inbraak geschied in de diamantslijperij „Elise"in de Anje liersstraat bjj de Lijnbaansgracht. Daar stond in de machinekamer, die achter de slijperij gelegen is, de brandkast, waarin 's avonds de waarden aan geld en diamanten geborgen werden. Die brandkast is in den nacht ge plunderd. De deur is met geweld geopend. De roset vó<5r het slot is er afgebroken en het sleutelgat is, met behulp van een centerboor, uitgeboord. Daarna is de kast vermoedelyk met een valschen sleutel verder geopend. Binnenin was nog een afzonderlijk kastje, door een apart metalen deurtje afgesloten. Dit deurtje werd er geheel uitgebroken en lag kromgebogen naast de geplunderde kast. De dieven deden een goeden slag. Ruim twaalf honderd gulden aan bank papier, waarvan de nummers niet bekend zijn, en ongeveer honderd gulden aan specie worden vermist, eD voorts eenige half afgewerkte ruwe diamanten, die met doffer en al in de brandkast waren ge borgen, maar door de dieven heel handig uit den slijpersdoffer verwijderd zijn. De fabriek is aan de voorzijde, aan de Anjeliersstraat, door een deur en een ijzeren hek afgesloten, maar het terrein achter de sljjperij, een gang en een bin nenplaatsje, is door schuttingen afgeslo ten en kan dus gemakkelijk worden be reikt. De heer Aukes, de eigenaar van de slijperij,had den ontvreemden diamant voor een juwelier in bewerking.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1