Zondag 2 December 1900.
44ste Jaargang No. 3580.
Politiet overaicM der «eet.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTLKN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: SCiÜAGSI, Laan, O 4.
Uitgever'. P. TRAPMAN.
Medewerker.1. W I Al k K L.
Prijs per jaar f 8.Franco per post 1 8.60,
Aizonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 5 et,
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Gemeente S c h a g e n.
Bekendmakingen.
Bij het scheiden van de
markt.
Buitenlandsch Nieuws.
Binnenlandsch Nieuws.
Alllllfl NlEIWS-
j
RAAIT.
Admiemie- Lanibomblai.
en
Vergadering van den RAAD der Ge
meente 8CHAGEN, cp Dinsdag 4
December 1900, des voormiddags
ten tien ure.
Punten van behandeling
1. Ingekomen stukken.
2. Verzoek ontslag leden Schoolcom
missie.
3. Benoeming leden vaste commissiën.
4. Statuten motorbootdienst.
5. Vaststelling ligger der wegen.
6. Verlichting ingang tot het post
kantoor.
7. Aanvrage telepboonkantoor.
8. Suppletoir kohier belasting op de
bonden.
9. idem idem hoofdelijken omslag.
I.
Toen na de resultaten der herstemming in het
gedenkwaardige verkiezingsjaar van 1897 het nieuwe
ministerie optrad, ondervond dit van de zijde der
clericalen, die mokten over de by de stembus onder
vonden nederlaag, een groote en heftige bestrijding.
Ten eerste over zijn samenstelling. Dat staats
lieden van een richting als Goeman Borgesius, Cort
van der Linden en Lely getoond hadden aan te hangen,
zitting namen in een kabinet met mr. W. H. de
Beaufort, die in zijn brochure: „De liberale party en
de verkiezingen", de Liberale Unie had beschuldigd
van „een star doclrinarisme," was naar hun meening,
vooral die van den leider der anti-revolutionnairen,
die het nieuwe kabinet het heftigste aanviel, incon.
stitutioneel
En toch zou het moeilyk geweest zyn, in die dagen
een ander kabinet te vormen, dat beter het resultaat
van de stembus teruggaf.
Want wat was toch het geval geweest
Toen den 20sten October 1896 het program der
Katholieke Staatspartij was vastgesteld, dat onverholen
beschermende rechten voor landbouw en nijverheid
vroeg, in zake belastingen zich zoo conservatief mo-
gelyk toonde, kwamen de anti-revolutionnairen in het
voorjaar van 1897 met hun program van actie voor
den dag, dat, hoewel in anderen vorm, evenzeer op
protectie van nyverheid en landbouw aandrong.
Wat de byzondere school betrof, vroeg het program
van actie nn wel niet met ronde woorden, zooals in
het katholieke program stond, dat de byzondere schooi
regel zou zyn, maar in de bedoeling lag toch wel,
dat men, wanneer de schoolstryd weóeiom zon opflik
keren, hand aan hand zou kunnen gaan.
Zoowel Het Huisgezin als Het Centrum gaven dan
ook toe, dat er veel overeenkomst bestond tusschen de
voornaamste punten in het katholieke program en in
dat der anti-revolutionnairen. Zooals ten duidelykste
bleek uit de paragrafen betreffende het onderwijs, de
jnstiiie en de koloniën, lag daaraan „één christelijk
idee" ten grondslag.
Het Venloosch Weekblad jnichte: „De Kuyperanen
zetten koers naar de golf der katholieken" De Gel
derlander was zelfs van oordeel, dat de katholieken
nn een anti-revolutionnair candidaat gerust bij de eerste
stemming konden stennen en ook De Residentiebode
gaf te kennen, dat aamenwerking nu wenschelyk was.
Alles vanwege dat „christelijk idee."
De Nieuwe IJselbode, het katholieke orgaan voor
Overijsel, riep dan ook allen, die de beginselen van
beide programma's beleden, op tot een gemeenschap-
pelyke actie tegen „de partij van het ongeloof", de
booze liberalen, „die de goddelijke wetten ter «yde
stellen en het er op toeleggen het volk te ontkerstenen."
En ten slotte was het Dr. Kuypei zelf, die in De
Standaard erkende, dat het program van actie ook
moest dienen, om de katholieken „in het gevlei" te
komen.
ToeD verscheen het bekende manifest der 83
liberalen, dat er o a. aan herinnerde, wat, bjj zoo
kennelyk een streven naar samenwerking bjj de
elericale partijen, by de aanstaande stembus te verliezen
zon zyn.
En het liet zich bij de eerste stemming aanzien,
dat de stryd waarlijk verloren zou worden, maar door
een reusachtige krachtsinspanning van geheel de
liberale party, uitgelokt door het voorbarig maar
wild triomtgeachreeuw der elericale bladen, werd
verhoed, waarop men kennelijk bad aangestuurd en
kennelyk had gerekend, dat een elericaal kabinet de
tengels van bet bewind opvatte.
Het logisch gevolg van deze actie by de stembus
was, dat zoowel de mannen der Liberale Unie, als
tij, die daarby niet waren aangesloten, die zich in
meer conservatieve richting bewogen, die niet bereid
waren het program van urgentie „met volle overtui
ging" aan te nemen, in de Kamer een kleine
meerderheid vormden, en het was dus noodig dat het
ministerie van deze meerderheid zooveel mogelijk den
terugslag g«f.
Daarom moest er gevormd worden een kabinet van
liberale coalitie, dat, metmr. Pierson als middenpunt,
door mr. Goeman Borgesius aan de vry zinnige
democraten de band reikte, door mr. W. H. de
Beaufort aan hen, die eenmaal door dr. Kuyper zoo
kernachtig „de passief-liberalen" zijn genoemd.
Wanneer men dit in het oog houdt, dan mag men
waarlijk niet beweren, dat het kabinet, de kieshervor-
uung daargelaten, waaromtrent, zooals by de behan
deling der „technische herziening" is gebleken, een
accoord bestond, dat coalitie-standpunt in aan-
«erking genomen, niet meer naar links heeft gestuurd
naar rechts. Het heeft den sinds tal van jaren
op de libersle programma's verlangde* dienstplicht
weten door te voeren, het heeft, onder de heftigste
bestrijding,door de Kamer de leerplichtwet weten te doen
aannemen en het was aan deze regeeriDg weggelegd,
voor het eerst visten voet te zetten op het gebied
der sociale hervormingen, die, omdat zy in tal van
verhoudingen ingrypen en zich aan allerlei omstan
digheden moeten aanpassen, oneindig moeilijker
bleken te zyn, dan ze op de studeerkamer den
meeaten wel voorkwamen. Bovendien hadden wy een
Kamer, waarin het weldra bleek, dat van een vaste
aaneengesloten meerderheid geen sprake kon zyn,
welker beslissingen dikwyls afhingen van het samen
gaan van toevallige combinatiën en waarvan de
gewone meerderheid, als daarvan eens een oogenblik
sprake was, niet altyd toonde bijzonder bevreesd te
zyn voor de politieke gevolgen van haar uitgebrachte
stemmen
Veel staatsmanskunst en veel staatsmanswysheid is
er dus noodig geweest om met zulk een Kamer
te regeeren en ten minste iets ten nutte van het
vaderland te bewerken.
Wie onpartydig de toeatanden beschouwt, zal de
waarheid van het bovenstaande begrijpen, maar niet
aldus vele leden der Tweede Kamer.
Als het 1ste hoofdstak der Staatsbegrooting in de
afdeelingen wordt behandeld, dan is het gebruikelijk
zich over de algemeene politiek van het kabinet uit
te laten en het voorloopige verslag in Bijlage A.
leert ons dan, welke opinie „vele", „sommige,"
„eenige" en „enkele" leden op dit punt zyn toegedaan.
Het spreekt van zelf, dat, nn het op een scheiden
van de markt gaat, er „meerdere",*„vele", „eenige",
en „enkele" leden waren, die hun hart eens moesten
lucht geven. Opmerkelijk was het echter, dat de
heftigste aanval kwam van de zyde van hen, die het
ministerie het naaste stonden.
Laten wij eerst eens nagaan welke „grieven" kenne
lijk door de oppositie werden geopperd.
Betrenrd werd, dat het ministerie zich nitsluilend
gehouden heeft aan het program der Liberale Unie.
Betreurd werd ook, dat de wet op den leerplicht was
doorgedreven tegen den wil van bjjna de helft der
leden van de Tweede Kamer. Verlangd werd verhoo
ging der bydragen voor het bijzonder onderwys.
Verscheidene opmerkingen werden gemaakt over de
houding der regeering in zake den oorlog in Transvaal
ook de toestand in China werd besproken en nog meer
dergelijke zaken, waarvan het gebruikelyk is, om ze
by hoofdstuk I te behandcleu Bovendien werd er
gewezen op het weinige resultaat van den arbeid der
ministers, terwyl tegen de wjjre waarop het ministerie
zijn taak had opgevat,verschillende giieven werden genit.
Sommige leden beweerden zelfs, dat het kabinet van
den beginne af aan zich op een onjuist standpunt
had geplaatst, bezat „gebrek aan politiek besef".
Maar toen kwam de storm van de zyde der vrienden
men vroeg invoering van algemeen kiesrecht,verkon
digende de overbekende stelling, dat voor afdoende
verbetering van den politieken toestand invoering
van algemeen kiesrecht onontbeerlijk is te achten.
Alleen op deze wyze was het mogelijk in de samen
stelling der Kamers zoodanige verandering te verkrijgen,
dat afdoende hervormingen op sociaal en ander gebied
tot stand gebracht konden worden.
Dan luidde verder de eisch 1. wijziging der grond
wettelijke bepalingen betreffende de Eerste Kamer
2. wettelijke voorziening van het lot van oude en
gebrekkige werklieden; 3 opneming in alle bestekken
voor de uitvoering van Rijkswerken, van bepalingen
tot vaststelling van een maximnm-arbeidstyd en van
miuimum-loonen 4 betere inrichting van de militaire
rechtspleging; 6. invoering eener administratieve
rechtspraak; 6. wettelyke regeling van den tijd; 7.
droogmakimg van de Zuiderzee.
Wat nu de grieven der oppositie betreft, de aan
dachtige lezer van De Standaard was daarvan volkomen
op de hoogte dr. Kuyper had ze in meer dan één
hoofdartikel en in meer dan één asterisk genit en,
uitgezonderd de grondwettelijke bepalingen betreffende
de Tweede Kamer en de directe eisch van algemeen
kiest echt, kan men het geheels verlangenlystje dér
voornitstrevenden terugvinden in het voorloopig
verslag van het vorigejaar; maar leton fait la musiqne.
De „bedenkingen" van het vorige jaar zyn thans
„grieven" geworden en dat wel uitgesproken op een
toon, die Het Vaderland deed uitroepen, dat de
heeren het recht misten, aldus tegen het kabinet op
te treden.
Die uitdrukking laten wij geheel voor rekening
van Het Vaderland,- het recht om als kamerlid aldus
te spreken, valt niet te ontkennen, maar de groote
vraag ot deze kamerleden verstandig deden, om aldus
op te treden, moet naar onze meening ontkennend
beantwoord worden.
Laten de heeren eens de hand op het hart leggen
en zichzelf afvragen, of zij, al vormden zy het
meest homogene ministerie, zcoals de Kamer nn is
sa&mgesteld, in staat zonden zyn, om, aleer een nienw
vierjarig tijdperk voorbjj zal wezen, met het oog op
algemeen kiesrecht, een grondwetsherziening tot stand
te brengen.
Nn weten wij we), dat zy dit dan ook alsnog
niet verwachten, dat hun groote grief is,
dat aan hun vele eischeD in het afge-
loopen parlementair tijdvak volgens hun meeniiig
zoo weinig is tegemoet gekomen, maar wy blyven de
vraag stellen heelt het kabinet in de gegeven poli
tieke omstandigheden veel meer kannen verrichten
dan het nu gedaan heeft?
De leden der Tweede Kamer kennen de constellatie
der verschillende politieke partyen en haar onderdee-
len te goed, dan dat een zniver party-ministerie, van
welke kleur ook, ooit op een meerderheid zon kannen
rekenen. En toch is het den minister van Binnen-
landsche Zaken gelukt, om de eenige wet. die door de
oppositie, welke er tegen gevoerd werd, een bepaalde
party-wet werd de wet op den leerplicht er
door te halen.
Het is waar, by „het gemeen overleg* heeft hij
menige veer moeten laten, maar het beginsel is wet
geworden.
Haar honding in zake de ongevallenwet is der
regeering verweten, maar nit het voorloopig Verslag
der Eerste Kamer bljjkt duidelijk, dat de oppositie
in dat lichaam zich is gaan inbinden, dat de wet
thans wel zal worden aangenomen Een ministerie,
dat ons, behalve tal van andere wetten, de dienst
plichtwet, de leerplichtwet en de ongevallenwet schonk,
is niet zoo sterk in zyn tekortkomingen als sommige
leden in de afdeelingen wel hebben willen beweren.
De kastijding, die Het Vaderland „den geavan-
ceerden onder de kamerleden" toedient, doet dr
Kuyper in een asterisk met bet opschrift„Ondank
's werelds loon", spottend uitroepen, dat de heeren
deze waarlyk niet verdiend hadden. Zy waren „een
toonbeeld van parlementaire inschikkelijkheid" geweest.
Daar echter Het Vaderlud ook erkent, „dat de
oogst van den arbeid van het ministerie niet buiten
gewoon rijk is geweest en dat de qnaliteit ook niet
geheel aan de aanvankelijk gekoesterde verwachtingen
beantwoordt," roept dr. Kuyper met zelfvoldoening
nit, dat de teleurstelling dus tameljjk algemeen is.
Algemeener dan hij aanvankelijk dacht.
En deze man voorspelde reeds voor twee jaren,
dat er van een eigenlyke goede wetgeving met dit
kabinet niets tot stand zon komen 1
Hij is dus betrekkelijk nog al lief. vooral omdat
hij de leerplichtwet heeft moeten slikken en de
Eerste Kamer vermoedelijk zijn raad, om de Onge
vallenwet nogmaals te verwerpen, niet zal opvolgen.
Laten wy nn eens zien, wat het kabinet op dit
alles heeft geantwoord. (Slot volgt).
De heer Paul Kruger heeft zoo geheel
en al de aandacht van de pers en het pu
bliek tot zich getrokken,dat al de andere
vraagstukken van eenig belang in deze
week onbesproken zijn gebleven. De
hoofdvraag is en blijftzal bet den Staats
president der Transvaalsche Republiek
gelukken, de tusschenkomst van een of
meer mogendheden te verkrijgen? Aller
oog is in de eerste plaats op Frankrijk
gericht. Hoe men daar over den stand
van zaken denkt, werd door een bekend
politiek persoon als volgt teruggegeven:
„Wij sympathiseeren met de Boeren, wij
willen hen gaarne helpen, als maar ie
mand medegaat. Alléén zal Frankrijk don
toorn van Engeland zeker niet trotseeren,
vooral ook, omdat Engeland een oorlog
met Frankrijk zoekt, om zijn geschokt
prestige te herstellen.Het liefst zou Frank
rijk in gezelschap van Rusland en
Duitschland optrokken, om aan de En-
gelsche willekeur in Zuid-Afrika een
einde to maken." In Rusland schijnt men
evenwel niet veel lust te hebben, om
voorloopig meer hooi op de vork te nemen.
Eerstens is de Cbineesche kwestie
nog verre van opgelost, en verder maakt
de ziekte van den Czaar een actieve
buitenlandsche politiek vrijwel onmogelijk.
Mocht de Czaar komen te sterven, dan
zal door de verwisseling van personen,
in den eersten tijd nog minder aan de
buitenlandsche politiek worden gedaan.
In Duitschland is de politieke wind
ter gunste der Boeren langzamerhand
gekeerd. Het is juist Frankrijk, dat op
deze verandering een grooten invloed
heeft gehad. Toen Keizer Wilhelm in
1896 het bekende telegram aan President
Kruger zond, scheen het een oogenblik,
dat een oorlog tusschen Duitschland en
Engeland onvermijdelijk was. Met
koortsachtigen ijver concentreerde Enge
land zijn oorlogsvloot in de Noordzee en
in het Kanaal, een vliegend eskader werd
uitgerust, een tweede op stapel gezet,
allen teekenen van een zeer gespannen
toestand.
Op het meest critieke oogenblik deed
Frankrijk te Londen het voorstel, om
in een oorlog met Duitschland met Enge
land samen te gaan.
De nauwe familiebetrekking tusschen
Keizer eu Koningin, eu ook de kalme
houding van het Duitsche volk tegenover
den uittartenden toon der Engelsche pers,
bezweerden het onheil. Eene toenadering
tusschen Frankrijk en Duitschland was
en is voor Engeland minder wenschelijk,
vandaar dat men in Engeland niet in
gebreke is gebleven, Duitschland van
Frankrijk's aanbod kennis te geven.
Sedert dien tijd is de houding van
Duitschland in de Zuid-Afrikaansche aan
gelegenheden geheel gewijzigd. De oor
zaak daarvan is dus het Fransche revanche
spook geweest. In blakenden ijver
voor wat waar is en recht, zou Frankrijk
thans wel met Duitschland vereenigd
tot interventie te bewegen zijn, doch
hiervan kan, helaasthans niets meer
komen.
Zoo blijven er voor den grijzen marte-
telaar uit Pretoria niets anders over dan
de ovaties van de menigte en de gelukwen-
schen der volken. De onontbeerlijke
steun van ministers en diplomaten blijft
op een eerbiedigen afstand.
Ons Nederlanders, die van den beginne
af aan de zijde der Boeren hebben
gestaan, niet alleen omdat onze sym
pathieën met het stamverwaute volk
waren, doch vooral omdat het goed recht
van den zwakke prijs werd gegeven
aan het ruwe geweld van den wereld
veroveraar, doet de warme ontvangst, die
den President in geheel Frankrijk
ten deel valt, bijzonder goed.
Wij wenschen, wij hopen, wij ver
wachten, haast zonder bepaalde redenen,
dat de algemeene hulde van de groote
natie de voorbode van betere tijden zal zijn.
Wanneer wij lezen,dat de Fransche Kamer
van Afgevaardigden met algemeene stem
men eene motie aannam, waarin Frankrijk
bij gelegenheid van de komst van Presi
dent Kruger zich gelukkig verklaart
hem zijne eerbiedige sympathie te kunnen
betuigen, dan wordt het ons warm om
het hart, dan zien wij de edele gevoelens
van die eenige natie zich verre buiten
hare grenspalen voortplanten, en in hunne
overweldigende majesteit datgene verrich
ten, wat de koude, berekenende politiek
niet kon.Zooals wij in den beginne op
merkten, was de algemeene politieke
barometer in den loop dezer week vrij
vast.
In China blijft het vrijwel bij het
oude. De gezanten vergaderen, nemen
eenstemmig moties en besluiten aan,
om straks opnieuw bijeen te komen,
omdat de Rus ot de Amerikaan op zijn
gegeven woord is teruggekomen. Straks
wordt Peking eene internationale leer
school voor diplomaten, waar Europa's
eerste mannen de verschillende politieke
stelsels nader uitwerken. Yoor graaf
Bülow, die als Duilschland's kanselier
en verantwoordelijke raadsman van Keizer
Wilhelm, de directeur van het orkest
is, komt er volop werk aan den winkel.
In Duitschland zijn de verschillende
partijen er op uit, om den „nieuwen
man" te toetsen, 't Is in de eerste plaats
de Duitsche Centrumpartij die den kan
selier dwingen wil, zijn standpunt tegen
over de verschillende godsdienstige
kwesties uiteen te zetten. Met dat doel
heeft de partij het van ouds bekende
voorstel tot opheffing van de Jezuïetenwet
opnieuw ingediend. Bovendien is een
voorstel ingediend tot volkomen en
algeheele vrijheid voor de uitoefening
van den godsdienst en het houden van
godsdienstige ceremoniën, zoowel in de
gebouwen der kerken, als in hot openbaar.
De sociaal-democraten willen de ver
antwoordelijkheid der ministers bij de
wet nader geregeld hebben. In de laat
ste tijden zijn er handelingen gepleegd,
woorden en uitdrukkingen bij officiëele
gelegenheden gebezigd, waarvan ten
slotte feitelijk geen verantwoordelijk per
soon was te vinden.
De Keizer nam besluiten en deelde
bevelen uit, waarvau de Rijkskanselier
bij ieders weten totaal onbekend was.
Dien toestand willen de sociaal-demo
craten beëindigen.
Zij hebben daarom een uitgewerkt
wetsvoorstel ingediend, waarin bepaald
wordt, dat de Rijkskanselier verantwoor
delijk is voor alle politieke daden van
den Keizer. Straks komen de nieuwe
handelsverdragen aan de ofte, wordt
het gewijzigde kanaalplan andermaal inge
diend, komen de heeren landjonkers met
wat egoïsme in den vorm van nog
hooger invoerrechten voor den dag, moet
aan de hernieuwing van het Drievoudig
Verbond de noodige aandacht geschonken
worden, zoodat de leider van Duitsch-
land's binnen- en buitenlandsche staat
kunde overvloed van arbeid zal vinden.
Woensdag 28 November
vergaderde de „IJsclub" te VVierin-
get*waardde opkomst was niet
schitterend. Na opening en voorlezing van
het jaarverslag door den secretaris, den hr.
D. A. Kaan, deelde de voorzitter, de heer
R. C. Blaauboer, mede, dat de Ko
ninklijke goedkeuring op de statuten
was ontvangen. In plaats van de aftre
dende en niet herkiesbare bestuursleden,
de heeren C. Haringhuizen, P. J). Schenk
en J. Breed, werden gekozen de heeren
J. Kikkert, D. JansJr. en K Kaan Kz.
Uit de rekening en verantwoording van
den penningmeester, den heer K. A. Kaan,
blijkt, dat de kas nog al goed gespekt
is. Tot afgevaardigden naar de Alge
meene Vergadering te Alkmaar werden
reeds eerder gekozen de heeren K. A.
Kaan en C. Haringhuizen (plaatsverv.
de heer R. C. Blaauboer). De vereeni-
ging zal zich tot het Polderbestuur
wenden om medewerking betreffende
het in goeden staat houden van het ijs,
het plaatsen van vondertjes onder de
bruggen, overstapjes etc.
Gaarne herinneren wij
nog eens aan de bijeenkomst te
Wieringerwanrd op Vrijdag
7 December a. s., waarin Ds. Bax van
Zaandam als spreker zal optreden. Toe
gangskaarten zijn tot een beperkt aantal
bij de leden van het Nut gratis ver
krijgbaar.
Te Wieringer waard
worden pogingen aangewend om het
„burgernnt", weleer zoo bloeiend, weer
in het leven te roepen. Binnen eenige
weken zal in het lokaal van den heer
Rob een bijeenkomst worden gehouden,
waaruit zal moeten blijken, of de pogin
gen kunnen slagen.
Op het adres vanuit
Zuid-Scharwonde aan den
Minister van W., H. en N., betreffen
de een intercommunale en internationale
telefoonverbinding, is door dien Minister
geantwoord, dat hij bereid is, de vesti
ging van zulk een rijks-telephoonbureel
te bevorderen, indien 25 personen zich
verbinden om hunne perceelen aan dit
bureel aan te sluiten.
Oii*li»hor,n.H et jaarlijkseh
feest voor de leerlingen der Zondags
school alhier zal dit jaargehouden
worden op Zondag den 23 December
a. sin de kerk der N. H. Gemeente,
't Zal voor vele ingezetenen zeker aan
genaam zijn te vernemen, dat het
feest weder evenals het vorige jaar zal
opgeluisterd worden door de vertoo
ning van lichtbeelden.
Sint Maarten is een
der weinige gemeenten, waar nog geen
afdeeling der Noord-Holl. Vereeniging
„Het Witte Kruis" gevestigd is. Thans
worden er pogingen aangewend door
eenige heeren aldaar tot het oprichten
van een afdeeling dier nuttige vereeniging.
Hadden in den afgeloopen
zomer de bouwers van vroege kool in
de zuidelijke dorpen van den LANGE-
DIJK veel nadeel van de aardvlooien,
voor vele houders van huis- of winter-
kool ziet het er daar nu ook niet roos
kleurig uit. In erge mate vertoont zich
namelijk de zoogenaamde „ziekte". De
kool, oogenschijnlijk zonder gebreken,
gaat onder het 2e of 3e blad tot rotting
over en verteert geheel.
De oorzaak dezer ziekte schijnt niet
bekend te zijn. Geheele akkers zijn er
waardeloos door.
Er i s t e AMSTERDAM weer
eens een brandkast opengebroken. Dit
maal is de inbraak geschied in de
diamantslijperij „Elise"in de Anje
liersstraat bjj de Lijnbaansgracht. Daar
stond in de machinekamer, die achter
de slijperij gelegen is, de brandkast,
waarin 's avonds de waarden aan geld
en diamanten geborgen werden. Die
brandkast is in den nacht ge
plunderd. De deur is met geweld
geopend. De roset vó<5r het slot is er
afgebroken en het sleutelgat is, met
behulp van een centerboor, uitgeboord.
Daarna is de kast vermoedelyk met
een valschen sleutel verder geopend.
Binnenin was nog een afzonderlijk
kastje, door een apart metalen deurtje
afgesloten. Dit deurtje werd er geheel
uitgebroken en lag kromgebogen naast
de geplunderde kast.
De dieven deden een goeden slag.
Ruim twaalf honderd gulden aan bank
papier, waarvan de nummers niet bekend
zijn, en ongeveer honderd gulden aan
specie worden vermist, eD voorts eenige
half afgewerkte ruwe diamanten, die met
doffer en al in de brandkast waren ge
borgen, maar door de dieven heel handig
uit den slijpersdoffer verwijderd zijn.
De fabriek is aan de voorzijde, aan de
Anjeliersstraat, door een deur en een
ijzeren hek afgesloten, maar het terrein
achter de sljjperij, een gang en een bin
nenplaatsje, is door schuttingen afgeslo
ten en kan dus gemakkelijk worden be
reikt.
De heer Aukes, de eigenaar van de
slijperij,had den ontvreemden diamant voor
een juwelier in bewerking.