Zondag 3 December 1900. 44ste Jaargang No. 3582. Politiek ovsmcbt ier weet Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden i A.DVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f S.jPranco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADYERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer 6 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Kantongerecht Schagen. Buitenlandsch Nieuws. SCHARE A j RAAIT. Almimtii- k Laiilmllal 011 Bureaa: iCH AWEI, Laau, O 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W I K K L. a i POLITIE. -Ter Secretarie der gemeente Schagen zijn inlichtingen te bekomen betreffende e°n gevonden rijwielbel. NATIONALE MILITIE. INSCHRIJVING. (Art. 19 der Wet.) Bur. imeester en Wethouders der Gemeente Schagen Brei gen ter openbare kennis, dat de mannelijke ingezetenen, geboren in het jaar 18S2, zich ter i n- schtijving voor de Nationale Militie behooren aan te melden ter Gemeente-Secretarie, tusschen den laten en den 81sten Januari 1901. Voor die inschrijving zal zitting worden gehouden iederen werkdag, van des voormiddags 9 ure tot dea namiddags 4 ure. Verder wordt de aandacht geveatigd op onderstaande ."'ikelen der wet van den 19den Augustus 1881 '.atsblad No. 72), welke betrekking hebben op de .»eor\jving voor de Militie Art. 16. Jaariyks worden voor de Militie inge schreven alle mannelijke ingezetenen, die op den 1 sten J* nari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden 1. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 (Stbl. No. 44); 2. hij, iie, geen ouders of voogd hebbende, gedu rende de laatste, aan het in de eer-te zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verbljjt hield 8. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen hèt Kijk verblgf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoorende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krygsdienst is onderworpen, ol waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. Art. 16. De inschrijving geschiedt: 1. van een ongehuwde in de gemeente waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont 2. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente, waar hij woont; 3. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen ia achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lande gevestigd is in de gemeente waar hg woont 4. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeen'.e, waar zyn vader of eoogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven 1. de in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geea Nederlander is. 2. de in een vreemd Rijk verblijfhoudende ouder- looze zoon van een vreemdeling, al ia zgn voogd ingezeten. 8. de zoon van den Nederlander, die ter zake van 's landt dienst in 's Rijks overweache bezittingen of koloniën woont. Art. 18. lste en 2de lid Elk, die volgens art- 16 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tusschen den lsteii en den 31sten Januari. By ongesteldheid, afwezigheid of ontst 'c:euis ia zjjn vader, of, is deze overleden, zyne moeder, of zgn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht. Art. 20. Hg, die eerst na het intreden van zgn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zgn 20ste, ingezeten wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrgving aan te geven bg Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de inschrijving, volgens art. 16, moet geschieden. Daarby gelden de bepalingen der 2de zinsnede van artikel 18. Zijne inschrgviog geschiedt in het register van het jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftgd behoort. Afgekondigd en aangeplakt voor de eerste maal te Schagen, den 4 December 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. BDIS Jx., 1. B. De Secretaris, DENIJS. Hekeud m a U i 11 g. De Burgemeester van Schagen brengt ter voorkoming van bekeuringen ter kennis der ingezetenen, dat de schoorsteenen ingevolge het bepaalde bg de politie verordening dier gemeente, tenminste twee malen 'ajaars, en wel in December en Maart, moeten worden geveegd en schoongemaakt. Schagen, 4 December 1900. De Burgemeester a.i. voornoemd, (get.) P. Buis Jz. dere grond, 1 gld. of 1 dag. P. D., Zijpe, overtreding Arbeidswet, tweemaal 2 gld. of 1 dag. C. K., idem, idem, 2 gid. of 2 dagen en 5 gld. of 2 dagen. J. J., Anna Paulowna, loopen zonder vergunning langs den spoorweg, 2 g. of 1 d. H. W., Amsterdam, trekken in den spoortrein aan het remtoestel zonder noodzaak, 10 gld. of 2 dagen. J. J. ten ET., idem, idem. H. L., Anna Paulowna, loopen langs den spoorweg zonder vergunning, 3 gld. of 2 dagen. C. K., Schagen, idem, 1 gld. of 1 dag. F. K., Zuidscharwoude, rijden met rijwiel enz. zonder licht, 50 cent of 1 dag. H. B., Noordscharwoude, idem, idem. S. de B., Oudkarspel, idem, idem. G. K., Winkel, idem, idem. A. O., idem, idem. J. B., Oudcarspel, rijden in draf in de gem. Schagen op een dag dat zuiks verboden was, 1 gld. of 1 dag. D. C., Hoorn, Innemen van een andere plaats op de markt te Schagen dan voor geschreven was, 2 gld. of 1 dag. P, M., Callantsoog, wegens na bezetten tijd openen van de herberg met muziek, 2 gld. of 1 dag en 3 gld of 1 dag. J. M., idem, wegens aanwezig zijn in de herberg na bezetten tijd, 1 g. of 1 dag. J. B., idem, idem. J. V., idem, na bezetten tijd tappen, 3 gld. of 2 dagen. G. V., idem, na bezetten tijd in de herberg, 1 gld. of 1 dag. A. S., idem, idem. C. V., idem, idem. A. v. Z., Wieringerwaard, laten schij nen van licht op den weg waar zulks verboden was, 50 cent of 1 dag. I. de V., Schagen, rijden op een hon denkar, 50 cent of 1 dag. G. H., zonder bekende woonplaats, 3 maal wegens dronkenschap, 3 maal 3 gld. boete2 maal wegens venten zonder vergunning, 2 maal 1 gld. W. K., Schagen, dronkenschap, twee maal, 2 maal 10 gld. of 2 maal 5 dagen. J. B., Zijpe, dronkenschap, 3 g. of 2 d, G. S., Schagen, idem, idem. C. K., Oudkarspel, idem, 1 g. of 1 d. S. V., idem, idem, 3 gld. of 2 dagen. P. W., 8chagen, idem, idem. M. M. Tz., Callantsoog, idem,2 g. of 1 d. P. M., Zijpe, idem, 3 gld. of 2 dagen. Uitspraak van Donderdag 6 December j.1. A. G., Zijpe, straatschenderij, 3 gld. of 2 dagen hechtenis. fct. v. Z., 's-Gravenhage, idem, idem. G. 8., Petten, stroopen, 50 ct. of 1 dag, M. S-j idem, idem, idem. A, K., Warmenhuizen, nachtrumoer, 5 gld. of 2 dagen. P. G., idem, idem. C. K., idem, idem, vrijgesproken. J. M., idem, burengerucht, 8 g. of 2 d. D. K., idem, idem, idem. C. B., Zaandam, loopen over eens an De slotsom van alle redeneeringen, zoowel in de pers als bij de staatslieden, isFrankrijk wil wel tusschenbeide komen ten gunste van de Zuid-Afrikaan- sche Republieken, maar het kèn en durft niet. Met Rusland bestaat in de Zuid-Afrikaansche aangelegenheden geene voeling, met Duitschland geene overeen stemming, terwijl een afzonderlijke actie tegen Engeland als een roekeloos spel wordt beschouwd. 't Is jammer, maar 't is een feit Frankrijk speelt sedert 1870 in het Europeesch concert eene tweede viool. 't Is niet alleen de vermindering van grondgebied, die het aanzien van het land in de vergaderzaal der groote mogend heden heeft verkleind, 't Is misschien nog meer de geringe toename zijner bevolking, die het land tot vernederende voorzichtigheid dwingt. Eens goldzon der geld geen Zwitsersthans geldt zonder vermeerdering der bevolking geene versterking van het leger. In vergelijking met Duitschland, neemt de bevolking van Frankrijk al heel weinig toe. De bevolkingscijfers van Frankrijk over 1899 zgn thans verschenen en geven de volgende getallen stof tot overdenking In dat jaar bedroegen de geboorten 847.627 en de sterfgevallen 816 233. Er was dus eene toename van 31.394 personen. Van 1890 tot 1899 werden er te zamen 227.152 meer geboren dan er overleden. In circa 10 jaren tijds vermeerderde de bevol king van Frankrijk met nog geen milli- oen zieleD,terwijl Duitschland over dezelfde jaren op eene toename van ruim 2l/t millioen kan wijzen. Terwijl het getal weerbare mannen in Duitschland per jaar met meer dan 10.000 toeneemt, blijft dat van Frankrijk vrij stationnair. Zulke cijfers zgn op eene offensieve staat kunde van buitengewonen invloed: 't Is geen wonder, dat Duitschland voor zijne toenemende bevolking, die zelfs reeds aan overbevolking grenst, naar geschikte koloniën uitziet, waar het Ger- maansche ras zich onder de kraehtige bescherming van het moederland welig kan voortplanten. De oorzaken van het verschil tusschen de Fransche en Duitsche kolonisatie vin den ook hierin haar ontstaan. De Fran sche koloniën dienen, om duizend en zooveel ambtenaren aan winstgevende betrekkingen te helpen zij zijn voor het moederland eerder schadeposten, dan bronnen van extra-inkomsten. Ook als afvoergebied van Frankrijk's nijverheid en fabriekswezen zij n de Fransche overzeesche bezittingen voor het moederland van weinig beteekenis. Hoe geheel anders is dat bij Duitschland De Duitsche koloniën zijn Duitsch grondgebied, be woond door Duitschers. Het productieve deel der inwoners, bestaat bf uit Duitschers, óf staat onder leiding van dezen. Het Duitsche kapitaal exploiteert het mijnwezen, legt middelen van vervoer aan, ontgint den bodem. Door eene wederzijdsche uitlevering van producten bestaat tusschen de deelen en het geheel een innig verband, zoodat men met volle recht kan spreken van een Duitsch Afrika, Azië en Australië. De Fransche koloniën zijn ridderorden die de gdelheid van het volk streelen, waarmee het zich versiert en opschikt, om er bij de andere volken meê te pronken; kostbare steenen zonder innerlijke waar de de Duitsche koloniën zijn productie middelen, die den eccnomischen welstand van het volk verhoogen, zijn weerstands vermogen versterken en verhoogen krachtige weermiddelen in den strijd om het bestaan. Geen wonder, dat Duitsohland er steeds op uit is, om zgn afvoergebied inOost enWest te vergrooten. Dit is zeker wel de hoofdreden, dat het zich in den Z.-A. oorlog aan de zijde van Engeland heeft geschaard. Dit bracht Duitschland de Samoa-eilanden, verschafte het een kolenstation in de Golt van Perziëregistreerde de pachtacte met China, en verschafte het tenslotte toegang tot het ongemeen vruchtbare en dichtbevolkte dal van de Jangtse-Eiang in China, tot dusver door Engeland be schouwd als behoorende tot zijn sfeer van invloed, doch waar het thans Duitsch land als mededinger moet gedoogen. Dit was de pleister op de wonde, die het schreeuwend onrecht in Zd.-Afrika ook in het rechtvaardigheidsgevoel van keizer en kanselier moet hebben geslagen. Het doet ons goed te kunnen constateeren, dat het Duitsehe volk beslist partij heeft getrokken tegen de verkrachting van waarheid en recht. Als in Frankrijk, is Eruger in Eeulen geëerd en gehuldigd, door allen, zonder onderscheid van rang, stand of partij Doch helaas, de geest drift der volken vond haar graf in het eigenbelang der regeeringen. Het egoïstisch Engeland drijft op de kurken van het egoïsme der andere groote mogendheden. Hoe innig en welgemeend de haat is, die in Frankrijk aan Engeland wordt toegedragen, bleek voor een paar dagen in den Seoaat. Naar aanleiding van de credieten voor marine, ontwikkelde generaal Mercier de stelling, dat eene landing in Engeland niet onuitvoerbaar is. Mercier zeide, dat het Engelsche leger in Transvaal, ondanks zijn dapperheid, niet op de hoogte van zgn taak is. Hij verlangde, dat de Senaat de regeering zou uitnoodigen, om met spoed alles gereed te maken wat noodig is, om een expeditie-corps naar Engeland zoo snel mogelijk te kunnen inschepen en ontschepen. In Engeland heeft deze uiting van een zoo hoog geplaatst persoon de aanwezige verbittering nog een paar graden doen stijgen. Daarbij zal het evenwel voorloopig wel blijven, want onrustige berichten uit Voor-Indië nopen tot dubbele voor zichtigheid in Europa. De in Engelsch-Indië wonende berg stammen, waaronder de krijgshaftige Affridi's eene eerste plaats innemen, hebben zich nauwer aaneengesloten, teneinde opnieuw pogingen aan te wen den om het Engelsche jnk af te schudden. Indien dit bericht van de „Memorial diplomatique" waarheid bevat,en de naam van het orgaan is daarvoor een bijna zekere waarborg,dan zullen er voor de heerschappij van Engeland aan de boorden van Indus en Ganges don kere dagen aanbreken. Bij den jongsten opstand der Affridi's, nu vijf jaren geleden, is het Engeland slechts door de grootste krachtsinspan ning gelukt, de krachtige en oorlogszuch tige bergbewoners te beteugelen. Daar voor werd toen een leger van 150.000 man te velde gebracht en eerst na maan den mocht het, met opoffering van dui zenden soldaten en millioenen schats, ge lukken, een onbetrouwbare verzoening tot stand te brengen. Hoe deerlijk zou het groote rijk in last zitten, wanneer opnieuw duizenden onverschrokken krijgers hnnne ontoe gankelijke dalen in het hooggebergte verlieten, om dood en verwoesting in het Voor-Indische hoogland aan te bren gen. Dan zou Zuid-Afrika in werkelijk heid gewroken worden. Wie weet, of het gezegde van Bismarck, dat Zuid- Afrika het graf van Engeland zal worden, niet reeds in de eerste periode van vervulling is. Engelsch-Indië is de kwetsbare plek van Engeland. Dat rijke reuzengewest is de bron van zijn rijkdom en welvaart, en wee Old England, wanneer het elders zijn krachten verspilt. Als door een krachtigen stoot de naar vrijheid reikhalzende 150 millioen Indiërs in beweging komen, zal Engeland te laat bemerken, dat Chamberlain zijn kwade geest is geweest. KKUGER. De President vertrok Donderdagmorgen te 9.45 in een extra-trein uit Eeulen naar Den Haag.Overal levendig toegejuicht.Ook te Dusseldorf, Duisburg en Oberhausen de stations opgepropt met menschen, de ontvangst van deputaties en een geest driftig gejuich. Zevenaar is het eerste station op Nederland's bodem, waar de grijze man begroet wordt. Het station staat over stroomd van menschen. Twee muziekkorpsen blazen het Volks lied, dat wordt overstemd door het gejuich. Een aantal telegrammen wordt Eruger aangeboden, waaronder een van de Eoningin, dat met Leve de Eoningin wordt begroet. De noodige toespraken worden ge houden, waarop Eruger antwoordde, zeggende Broeders 1 zusters 1 allen die de waarheid liefhebben, hebben God lief, die staat voor recht en waarheid. Dank voor het welkom en beden die tot God opgaan, tot God, die gezegd heeftlijdt en bidt. Het kleine kind dreigt door den grooten man verplet te worden en geen hulp komt opdagen, maar onze hoop is gevestigd op God, die regeert, God beveelt de waarheid lief te hebben. Op Zgn bevel is ons volk den strijd van waarheid begonnen. Wij zullen voortgaan tot God opstaat en zegttot hiertoe en niet verder 1 Wij moeten strijden- Slechts arbitrage, die recht spreekt, kan ons herstel van den vrede geven. Toen barstte wederom de jubel los. Onder het wuiven van handen, boeden. zakdoeken, weerklonk het Transvaalsche volkslied, daarna het Oude Wilhelmus, en langzaam rijdt de trein af onder den oorverdoovenden jubel. Overal langs zijn weg vindt Eruger hulde en sympathie Geen stationnetje, geen overweg, of er stonden hoopen volks, jubelend ter eere van den ouden president. Waar de trein langs een straatweg reed, was het als een eerewacht, die zich daar voor Eruger had opgesteld mannen in werk pak, vrouwen zóó uit huis geloopen, kinderen uit de school losgelaten, getooid met oranje en wuivend met vlaggetjes en al maar roependHoeraen Leve Erugeren vooralLeve de Boeren Hier en daar het Transvaalsche volkslied, waarvan flauw enkele klanken tot den voortjagenden trein doordrongen. En overal waar gestopt werd, was 't een ware ovatie, een spontane, ontroerende ovatie aan den grooten ouden man. Te Arnhem,Ede, te Zeist-Driebergen,maar ook vooral te Utrecht een schitterende ontvangst. Het station daar wordt door duizenden bestormd. Het enthousiasme stijgt naar mate 't uur van aankomst van den trein nadert. Het muziekcorps der studenten speelt het Transv. volkslied. De trein is te laat. Met ontzettende moeite maakt de politie eenige ruimte. De perrons waren overstroomd van belangstellenden, zij klompten er zich samen in dikke rijen, de voorsten zich moeilijk afdringend van den diepen perronrand, bang voor een val op de rails Toen Eruger kwam,barstte de sym pathie los, met niet te temmen kracht. Het was er een gejubel, alweer van overstelpende kracht. De ramen van de bij-staande huizen waren dicht bezet, op de loodsen en kleine gebouwtjes op 't emplacement vulden nieuwsgierigen de daken, al maar hoera en leve de Boe ren schreeuwend. Tal van dames dragen bloemstukken aan. De ambtenaren der spoorweg-maatschappij zwaaien een groote Transvaalsche vlag. De burgemeester, de heer Reiger, neemt het eerst het woord ter begroeting, maar kan zich op tien passen afstand niet verstaanbaar maken. Eruger sprak een woord van dank, maar kan zich ook niet doen hooren. Bloemen worden overhandigd, maar in weerwil dat niets van de officiëele huldiging terecht komt, houdt toch de betooging een grootsch karakter. Aan grijpend was de hulde van het volk aan de stamverwanten. Onder daverend gejuich vertrekt de trein naar Gouda en Den Haag. Voorbij het station waren alle aangrenzende wegen vol menschen. Eerbiedig weerklinkt het Transvaalsche volkslied. Eruger, leunen de uit het portier, wuifde met zijn hoed tot dank. Eindelijk in Den HaagOver de ont vangst daar lezen we Als een zwellende stroom rolden de juichkreten den trein vooruit toen deze de kom der gemeente binnenreed. Een trein P Neen, een bloemenwagen, waarin de kinderen Flora's aan veelkleurige linten zóó opgestapeld lagen, dat zij veel eer deden denken aan een lusthof dan aan het geriefelijk compartiment dat de Staatsspoorwegmaatschappij den eerwaar- digen grijsaard van af de grens had aangeboden. 't Viel dan ook moeilijk, de breedge schouderde gestalte dadelijk in 't oog te krijgen, maar toch, hij stond aan een der portierramen, aandachtig luisterende naar het psalmgezang,dat de zangerschare, onder leiding van Richard Hol, plecht statig onder 't ruime gewelf der over kapping deed ruischen De President verliet dan ook niet den waggon voordat het „Amen" het einde van deze even innige als godsdienstige begroeting had afgekondigd. Gedurende de geheele uitvoering stond de ovide man blootshoofd en hij gaf, vóór het perron te betreden, een dankbaar en goedkeurend knikje aan de dames en heeren, die zijn hart met het zingen dezer gewijde regelen hadden verkwikt. Bij 't verlaten van 't rijtuig geleidde dr. Leyds het Staatshoofd, die zich gekleed had in een pelsjas. Nauwelijks was zijn gelaat met stoere uitdrukking zichtbaar, of een donderend hoera vervulde de geheele ruimteen het „Leve Eruger" klonk hem links en rechts in de ooren op zijn gang naar den eivollen hofsalon, waar een leunstoel voor den bejaarden Boerenzoon gereed stond, waarvan Eruger echter «een gebruik maakte, daar bij gedurende den ganschen tijd der begroeting verschil lende redevoeringen in flinke, staande houding aanhoorde. Daarna sprak Eruger zelf geruimen tijd. Eigenaardig was, dat de oude man excuses maakte, als hij zich soms eens vergiste tegen de taalregels ik zij niet ongeleerd voegde hij eraan toe maar ben geheel ongeletterd. Buiten was de stemming prachtig. Langs den geheelen te volgen weg was de menschenvolte ontzaglijk, vooral na tuurlijk in de Rijnstraat, waar van af 10 uur 's morgens de menschen al plaatsen „besproken" hadden. Toen Oom Paul buiten kwam, klonk een welkomstkreet hem tegen, 't Ging in een twaalftal rgtuigen, in 't tweede

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1900 | | pagina 1