Binnenlandsch Nieuws. STkiohien vindt men daartoe in het verleden een vinxerwijiing By de behandeling der herziening van de grondwet van 1187 werd o.m. een amende ment ingediend om ala vereischten voor het lidmaat schap der Eerste Kamer in art. 90 te doen vervallen de woorden ,o( behooren tot de hooect aangeslagenen in de Ryks directe belastingen, óf eene of meerhooge gewichtige openbare betrekkingen, by de wet aange- weaen, bekleeden of bekleed hebben", zoodat ieder lid der Eerste Kamer zou kunnen worden, die voldeed aan de vereischten, voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer gesteld- Men zal zich herinneren, dat de minister Heemskerk zich heftig tegen dit amendement verzette en dreigde het geheele wetsvoor stel der grondwetsherziening in te trekken, wanneer zish daarvoor een meerderheid vormde. Komt echter zulk een bepaling in de grondwet, dan zou ook hier elke band met belastingen verbroken zijn. Terecht merkt echter het Sociaal Weekblad op, dat een program niet in bijzonderheden kan treden. Par. 2 zou dus kunnen laiden: „Herziening van de grondwettelijke bepalingen met betrekking tot de verkiezing der leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal in dien geest, dat het betalen van belastingen niet mag zijn aen voorwaarde voor het lidmaatschap in dit college." Wanneer de Liberale Unie en haar geestverwanten het by de stembus tot een meerderheid weten te brengen, dan zal het noodzakelijk gevolg zgn, dat wg zullen krijgen een ministerie van grondwetsher ziening en daar dit uit den aard der zaak geen grondwetsherziening in twee tempo's zal voorstellen, zullen natuurlijk de artt, 82, 90 eu 91 niet aan zijn aandacht kunnen ontsnappen. Het doel, waarmee o. m de kiesrechtbeweging door de Liberale Unie op touw is gezet: „het komen tot een bevredigende en afdoende oplossing der in haar program genoemde vraagstukken", zal dan van zelf het nieuwe ministerie doen inzien, dat men dit doel nooit zal bereiken, indien ook niet de grondwettelijke bepalingen met betrekking tot de verkiezing der leden van de Eerste Kamer zullen worden herzien. Ten einde echter tot de overwinning bg de stembus te geraken, dient juist geformuleerd te worden wat men wil, en dat is algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen, zooals dit omschreven is in de bekende circulaire van het Bestuur, welke aanleiding gaf tot de zomervergadering en tot de nieuwe lezing van par. 1 vai het Hervormingsprogram, zooals deze op het oogenblik luidt. Wat daarin staat is urgent, beheerscht alles en zoowel de vertegenwoordiging als de verkies baarheid der leden van de Eerste Kamer worden mede door een oplossing van het vraagstuk in den geest van par. 1, beheerscht. Het een volgt uit het ander; •n evenzeer volgt uit de verklaring, dat de Liberale Unie haar herhaaldelijk uitgesproken meening ten gunste eener regeling van de kiesbevoegdheid, los van «Iken band met belastingen, handhaatt, dat zij van haar geestverwanten in de regeering vraagt, dat, bij ten herziening van art. 90, het hoogst aangeslagen oi zel's het aangeslagen zgn in Rijks directe belas tingen niet het criterium mag wezen voor de ver kiesbaarheid voor het lidmaatschap der Eerste Kamer. Wy moeten voor alles waarschuwen tegen de mo gelijkheid, dat men reeds dadelgk te veel hooi op den vork zal nemen, iets, wat de aandacht van de hoofdzaak zal afleiden. Zoo wil de Arnhemsehe C arant van Zaïerdag 29 December j.I„ dat de Li erale Unie zich ook voor een evenredige verie- gsnwoardiging zon verklaren, ook wanneer het algemeen kiesrecht niet werd ingevoerd. Ook dan werd zg door de rethtvaardigheid geboden. Nn hebben we in het Sociaal Weekblad van Za terdag 22 December jl., van de hand van een oud» voorzitter der Liberale Unie, prof. MolengraafF, een uitnemend artikel over evenredige vertegenwoordiging hg is van oordeel, en hjj toont dit aan, dat men door •venredige vertegenwoordiging komt tot „een werke lijke volksvertegenwoordiging". Maar deze zal toch nooit werkelijk zgn, indien niet geheel het volk aan da verkiazing van die vertegenwoordiging deel neemt. Waar de rechtvaardigheid gebiedt niemand, tenzij om redenen van overwegend staatsbelang, uit te slui ten, daar kan een evenredige vertegenwoordiging nooit door de rechtvaardigheid geboden worden, indien men ëaarbjj het allereerste beginsel van rechtvaardigheid •ver het hoofd ziet en hen uitsluit, die op het kiesrecht zelf svenvtel recht hebben als een ander. Dit ziet prof. Molengraall dan ook in, als hij zijn artikel als Talgt doet eindigen „Evenredige vertegenwoordiging tracht aan iedere staatkundige meening den invloed te verzekeren, welke overeenkomt met het aaDtal harer aanhangers onder de kiezersevenredige vertegenwoordiging beoogt de volksvertegenwoor diging tot waarheid te maken in haar vindt het algemeen kiesrecht de onmisbare voorwaarde voor hare juiste en volledige werkiDg. Algemeen kiesrecht en evenredige vertegenwoordiging dienen daarom samen te gaan Maar dan behoort ook bjj de komende verkiezingen de leuze te wezen Grondwetsherziening om te komen tot algemeen kiesrecht met evenredige vertegenwoordiging. Alleen daardoor kan een waarlijk vrijzinnige, inderdaad democratische, eene billyke oplossing van het kiesrechtvraogstuk worden verkregen." Indien men echter in de aanstaande vergadering zou gaan debattssren over de quaeatie, door de Arnh Courant opgeworpen, dan verloopt het debat en wordt de kostbare tyd vermorst, terwgl men van de hoofd- qnaestie afgaat Dat er, wanneer algemeen kiesrecht met evenredige vertegenwoordiging wordt ingevoerd, Dog andere arti- opmerking Let venster uitgekeken, waar men in den kring der jongelui Margot en Ellen steeds bij elkaar zag. „Ja, ziet u," antwoordde mevrouw Valerie aarzelend, „juist dit zou ik niet gaarne wil len, dat Ellen zich uitsluitend bij Margot aansloot, zooals dat vandaag ook weer het geval is. Juist het verkeer met de familie von Kraschwitz wensch ik niet." „U verbaast mij uitermate, mevrouw. Wat kunt u daartegen hebben vroeg mevrouw von Schelling, groote oogen op zettend. „Maar zoudt u dan niet weten, mevrouw, wat reeds een publiek geheim is, dat de finantiën van von Kraschwitz sedert eeni- gen tyd zeer in de war zijn „Ja, ja, mijn hemel men spreekt van ernstige finantiëele verlegenheid, maar ik bid n waar komt dit in dezen tyd niet voor?" „Dat zou ook alleen niet den doorslag geren bij mij," antwoordde mevrouw Ko- ber, „maar er zijn nog andere dingen, die het my niet aanlokkend doen schijnen, om een jong meisje dat huis binnen te leiden." „Ik zou u toch wel om een nadere ver klaring mogen vragen zeide mevrouw von Schelling. „De familie von Kraschwitz heeft steeds tot odzo kringen behoord. Men is begonnen met veel zonderling te vinden, en ik moet bekennen, ik had een paar dagen geleden een ontmoeting in Liebenberg, die mij ook wel eenigermate verwonderde en mij nadenkend maakte, maar ik heb de tot dusverre loopende ge ruchten voor overdreven gehouden." Mevrouw von Schelling speelde de on wetende, om zoodoende meer uit haar gezelschap te kunnen krijgen, want zij bemerkte dat deze iets bijzonders op het hart had. „Ik vrees, ik vrees," zeide mevrouw Kober, „de zaken staan bepaald erger dan men denkt. Een uitbarsting moet volgen, is bijna onvermijdelijk." „Inderdaad", antwoordde mevrouw von •Schelling levendig belangstellend, „ik geloof da' hy een vreeselijk rekbaar geweten heeft. Men zegt, dat zijn tegenwoordige zwarigheden «es omvang hebben, waarvan kelen der grondwet, dan waarvan par, 1 spreekt) zullen moeten worden herzien, spreekt van zelf. De Arnh. Courant behoeft daartoe niet te wijzeD op de artt 81 en 9«, maar waar het om gaat, wordt beheerscht door de genoemde artt 80, 127 en 148 en het ministerie van grondwetsherziening, dat, naar wij hopen, ons de stembus zal schenken, zal, als het aan het werk gaat en tevens voorstander is van even redige vertegenwoordiging, toch wel genoeg bekend zgn met de grondwet, om te weten, dat, wanneer zij deze wil, het ook de 'artt. 81 en 96 moet herzien. Wij schrijven: „voorstander van evenredige ver tegenwoordiging", want terecht wijst het Sociaal Weekblad er op, dat partij-politiek niet vraagt naar rechtvaardigheid; „zoo nog onlangs in Zwitserland, toen de beslissing der volksstemming (het referendum) over de invoering van evenredige vertegenwoordiging bleek af te hangen, niet van de vraag wat de bil lijkheid eischt, maar hiervan, of deze invoering mis schien de bovendrgvende partij zou berooven van hare meerderheid omdat daarvoor gevaar was, ver klaarde die partg er zich tegen". De redactie van het Sociaal Weekblad brengt daarom aan het bestuur der Liberale Unie hulde, waar het door zijn voorstel en door de motiveering er van toont, dat het, zonder zich te bekommeren om de practische gevolgen voor eigen richting, in de eerste plaats vraagt wat rechtvaardig is. Want dit moet ook bg het ijveren voor algemeen kiesrecht voor meerderjarige staatsburgers niet over het hoofd worden gezien, dat men later, wordt het ingevoerd, by de stemhns nooit zal weten waarvoor men zal komen le staan. Wanneer toch ongeveer 600.000 mcerderiarige mannelijke personen wij laten de vrouwen er nu nog eens buiten nit een beginsel van rechtvaardigheid het kiesrecht zullen erlangen, dan zullen dat niet alleen de door Van Houten zoo zeer veratschuwde „armen" zijn, maar personen van allerlei rang en stand,geloof en ongeloof; want alle staatsburgers tussehen 23 en 25 jaren zullen dan tevens kiezers zijn Dat zgn niet alleen de jonge werklieden, maar ook de zonen uit de gegoede klassen, die onze universiteiten bevolken en de beurs bezoeken, de rijks- en gemeente-ambtenaren en ook zij die niets doen dan hun geld verteren. En hoewel de jongelingschap in den regel nog wel eens vooruitstrevend is, zullen daaronder nog tal van clericale en conservatieve elementen schuilen. Wat de partg verhoudingen betreft zal het algemeen kiesrecht een sprong in het duister zgn. En toch wordt het, evenzeer als de evenredige vertegen woordiging, door de rechtvaardigheid geboden. (Slot volgt Woensdagavond 9 dezer ver gaderde de vereeniging„IJs-en Volksvermaak" te NIEUWE NIEDORP in het lokaal van den heer P. Haringhuizen. 26 Leden waren opgekomen (van de 99). Na de opening der bijeenkomst door don voorzitter den heer W. 0. Visser, werden de notulen der vorige jaarvergadering gelezen en goedgekeurd. De rekening en verantwoording over het afgeloopen boekjaar werd vervolgens nage zien door eene commissie bestaande uit de heeren P. Maats, Jb. de Vries Az. en W. Kuilman, op wier advies die rekening werd goedgekeurd in ontvangst op f 152.70, in uitgaaf op f 112.33, dus met een batig slot van f 40.32. Volgens mededeeling van den secr.-pen- ningm. den heer J. B. Wilken, was op het oogenblik een som van f 134.32 in kas. In de plaats van het aftredende en niet herkiesbare bestuurslid den heer H. Dekker, werd als zoodanig gekozen de heer K. de Moor, die evenwel voor die benoeming bedankte, waarna werd gekozen de Jb. Heinstman. Voor den heer D. Kuilman, die als bestuurs lid had bedankt, werd gekozen de heer Am. van der Oord. Het bestuursvoorstel om ook nu weerden beroemden kunstrijder den heer Cordes van 's-Hertogenbosch uit te noodigen tot het vertoonen zijner vaardigheden, werd zonder moeite aangenomen. Wordt die uitnoodiging aangenomen, dan zal de heer Cordes Zondagnamiddag ryden, terwijl de te N. Niedorp welbekende Noordhollandsche kunstrijders verzocht zullen worden die voorstelling bij te wonen en op te luisteren. De regeling van andere opluistering, door muziek etc., werd aan het bestuur opgedragen. Kan de heer Cordes Zondag niet komen, zoo werd verder na heel wat besprekingen besloten, dan zal een wedstrijd in hardrijden plaats hebben. Als uit te loven prijzen wer den vastgesteld f' 60. f 25.— en f 15.—. Voorstellen om als hoofdprijzen te bepalen f 75,—, f 50.— en f40.—werden verworpen. De besprekingen over eventuëele feesten by gelegenheid van Harer Majesteits huwe lijk, hadden tot resultaat dat werd goedge vonden zijn arme vrouw zelfs geen denkbeeld heeft. Tot voor korten tijd gaf ook ik hèm alleen de schuld van de heele wanorde, maar nu twijfel ik, en dat eerst sedert een paar dagen, of ook mevrouw von Krasch witz zich niet ernstige verwijten heeft te doen. Zeg eens, kent u misschien dien mijnheer Balduin,leeraar aan het gymnasium, persoonlijk Weet ge ook iets van hem „Zeker", antwoordde mevrouw Valerie, „in mijn oog is het een man met een onbetrouwbaar karakter. Hij is een vrijgeest van de gevaarlijkste soort, want hij is het onder den dekmantel van den best moge lijken naam. Aan 't gymnasium wordt hij geacht als een uitstekend leeraarhij bezit een zekere mate van genialiteit, wat zijn indruk op de leerlingen niet mist, net als de fluit van den rattenvanger. Zijne mede- leeraren houden hem voor verwaand. Met den directeur dr. Horn is het al menig maal tot allerlei botsingen gekomen. Maar hy moet een wit voetje hebben bij de hoogere schoolautoriteiten, die zijn buiten ge wonigheden wel goed oordeelen." „Ah jawel viel mevrouw von Schelling levendig in, „deze beschrijving past precies voor de situatie, waarin ik hem heb ontmoet. Hij schijnt bij afwezig heid van den echtgenoot, de huisvriend op Liebenberg te zijn. Dat is van het stand punt,waarop wij staan, toch wel wat opval lend en zonderling." Mevrouw Valerie zette nu op haarbeurt groote oogen op. „Gij hebt hem kort geleden op Lieben berg aangetroffen „Zeker. En, zooals het scheen, in een vertrouwelijken omgang met de barones en hare dochters. De kinderen veratgoden hem, wat zelfs myn Thea dadelijk onaangenaam aandeed. „En de barones maakte op mij al een heel gekken indruk, totaal veranderd in haar voorkomen, men kende de vrouw bijna niet meer. En is het niet opvallend,dat ze nu vandaag hier wéér niet is Zij moest toch iederen schijn vermijden als wilde ze van niets meer weten. Het is meer dan onverstandig, zich in héér positie van alle oude vrienden terug te trekken en ui tal ui- te zullen trachten, met medewerking van de verschillende vereenigingen, een paar feest avonden te bereiden aan de miugegoeden, hen daarbij te onthalen en zoo mogelijk allerlei nuttige zaken aan hen uit te deelen aan den Gemeenteraad te vragen, in aan sluiting met die partijtjes een kinderfeestje te organiseeren of te doen organiseeren een vergadering bijeen te roepen van alle ingezetenen, om daarin te benoemen een commissie voor do regeling der feeste lijke bijeenkomsten en hare financiëele gevolgen. Mocht, wat tusscben twee haakjes niet gewenscht werd, bjj dio huwolijksfoeston het ijs nog niet verdwenen zyn, dan heelt het bestuur machtiging zoo mogelijk daaraan ijsfeesten te verbinden. Voorts werd nog bosloten, Donderdag namiddag 10 dezer op de Rijd een kinder wedstrijdje te organiseeren. Do regeling daarvan werd aan het Bestuur overgelaten. Ónder dankzegging voor de medewerking der aanwezigen, sloot de Voorzitter de ver. gadering. Wieringen. Vergadering der IJsclub Wieringen, ge houden op Maandag 7 Januari 1901, ten huize van den heer A. de Haan. Aanwezig 30 leden. De voorzitter, de heer Jb. Mostert, opent met een welkomstwoord de":„vergadering, terwijl door den secretaris, den heer N. J. Poel, de notulen der vorige bijeenkomst worden gelezen en zonder op- of aanmer kingen goedgekeurd. De penningmeestor, de heer Berkemeier, doet rekening en verantwoording over het boekjaar 1900. De ontvangsten hebben bedragen f 100,18, de uitgaven f 76.25, alzoo een batig saldo van f 23 93. Met algemeene stemmen wordt deze goedgekeurd. De heer Berkemeier, penningmeester, vol gens rooster aan de beurt van aftreding, zijnde, wordt wederom herkozen. Vervolgens wordt besloten om op Vrijdag 11 Januari 1901 oen hardrijderij te houden voor paren (mannen en vrouwen). De deelnemende heeren zijn verplicht met hunne dame aan een ijsstok te rijden, niet hand aan hand. De prijzen zullen bestaan uit voorwerpen ter gezamenlijke waarde van f 30.-. De voorwerpen zullen door't bestuur worden aangekocht. Tot keurmeesters werden benoemd de heeren J. Jongkind, P. J. Keizer, A. J. van Kelckhoven, Jac- Kaptein, J. Harder en Mart. de Haan. De rondvraag niets opleverende, sluit de Voorz. de vergadering, doch brengt ter kennisse, dat diegenen, welke nog geen lid zjjn van de nuttige vereeniging „Het Witte Kruis", zich als lid kunnen laten in schrijven. De secretaris van de IJsclub was zoo beleefd, hiervan aanteekening te hou den. Intusschen meldden zich dan ook een 12-tal heeren als lid van H- W. K. aan. Dinsdag wilde de familie C. D. van 't Zand per rijtuig naar huis keeren. Bij bet inspannen sloeg het paard op hol en rende met het lemoen achter zich den Kanaaldijk langs. Nu ging de familie maar wandelende naar huis. Onderweg zagen zij een man in het Kanaal liggen, die door het ijs was ge zakt en zich er niet alleen uit kon hel pen. Door het toewerpen van aaneen gebonden kleedingstukken wist men den man te redden. Waar het op-hol-slaan van een paard al niet goed voor is W" leringen. Door de vereeniging van getrouw schoolbezoek is besloten om ter gelegen heid van het huwelijk van H. M. de Koningin met Z. H. Hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin den kinderen der lagere scholen een feestdag te bereiden. Op den Rijksweg van BRE DA naar ROZENDAAL heeft men een marskramer dood gevonden. De man was bevroren. Men meldt: Van den koetsier op de nachtpostkar van ZWOLLE op HEERENVEEN zij nde knieën, neus en lippen bevroren. tend piet zoo'n schoolmeester om te gaan." „Ja, zéér opvallend," bevestigde Valerie. Dan maakte ze een kleine pauze, als dacht ze scherp na over iets. „Heeft u al reeds over dat zaakje van die anonieme brieven gehoord, mevrouw, die nu onder ons zoo'n onaangenaam opzien heb ben gebaard?" vroeg ze plotseling. „Vooral mevrouw von Kraschwitz moet met zulke brieven nogal ruim bedacht zijn. Heeft zij u wellicht bij uw bezoek daarover iets ver teld, of toespelingen gemaakt op iemand, die die brieven zou hebben kunnen schrijven „Zij vertelde mij, twee van die epistels te hebben ontvangen, nadat ik er haar reeds 't een en ander van had verteld. Maar ze was zeer geheimzinnig ermeê en wilde er niet recht mede voor den dag komen. En zoo was ze het geheele bezoek door, zoo zonderling, zoo gesloten, alsof ik eene wildvreemde voor haar was. Maar denk eens ook ik zelf heb zulk een infamen brief zonder onderteekening gekregen, waarin men mij voor een paar heeren, die bij ons aan huis komen, waarschuwt. Namen wil ik niet noemen. Van den eenen wordt gezegd, dat hij zoovele schulden heeft, en de andere wordt genoemd een gewetenlooze don Juan, die, zonder ernstige plannen te hebben, jonge dames compro- mitteerd. Wat zegt u wel daarvan Ik ben geheel buiten mij zelf, dat mij nu zoo iets is overkomen." „En dr. Balduin was op Liebenberg En na dat bezoek ontvingt u dien anoniemen brief? Hebt ge daar wellicht gesproken over de heeren die bij u aan huis komen?" „Neen ja dat wil zeggen, het is mogelijk dat ik over hen gepraat heb. Maar wat meent u daarmede? U kunt toch onmogelijk meenen maar neen beste mevrouw Kober!" Mevrouw von Schelling sloeg ontzet de handen in elkaar en zette een gezicht als ging haar plotseling een vreeselijk licht op. „Ik bedoel niemendal. Ik vind het ook hoogst zonderling deze vriendschap dat intieme verkeer mijn hemel, zooiets moet toch een doel hebben. Men heeft reeds vele malen de ervaring opgedaan, dat Mon meldt uit TIIOLEN Dinsdag kwam alhier een jongen ter school, die reeds „de lier aan de wilgen had gehangen", maar door leerplicht weer genoopt was terug te keeren hij scheen evenwel op do hoogte te zijn van de be- paling, dat tijdelijke verwijdering van school als tuchtmiddel kan toegepast wor den, en maakte het zoé bont, dat het wel overleg scheen om de toepassing onmid dellijk uit te lokken. Hij vloekte tegen den klasse-onderwijzer op ergerlijke wij ze, dreigde hem met do vuisten, en beet het hoofd dor school, die er bij ge roepen werd, in de hand. Uit FRIESLAND schrijft men: Door de strenge koude gaan de veld- muizon, die in de bosschen huizen gedu rende den winter, hunne nesten verlaten en dringen de huizen binnen. In deze provincie klagen daarover de bewoners van boschrijke streken, te meer omdat deze dieren gaDgen graven in aardappel- hoopen en deze daardoor bevriezen. Een hoog bod. Aan den ei genaar van een bovenhuis, tegenover de Groote Kerk te 's-Graveuhage, waar de huwelijksstoet van de Koningin zal af stappen, moet f 1600 geboden zijn voor het verhuren van dio woning bij dio ge legenheid. Geen prettig ontwaken. Woensdagnacht, ruim één uur, werden de bewoners van een boven-perceel in de Geertestraat te UTRECHT opgeschrikt door een hevig gesuis en verdacht geklop. Wat was er eigenlijk gaande Vlug sprong de dochter des huizes uit haar bed, tot haar schrik juist met haar bloote voeten in een plas ijskoud water. Brrr. Om kippevel te krijgen, 't Bleek heel spoedig, dat de geheele achterkamer blank stond. De buis der waterleiding was nl. gesprongen, het water spatte tegen den zolder op. Pogingen om het gat te stoppen, mislukten een der andere huisgenooten moest dus half gekleed naar den beneden- bewoner, om dezen te verzoeken in den kelder de hoofdkraan af te sluiten. Nu toog men met emmers en andere schep- middelen aan den gang om boven hot overal been stroomend water te verwijde ren,hetgeen na geruimen tijd gelukte. Ware de dochter des huizes niet zoo spoedig wak ker geworden, dan hadden wellicht de bewoners in hunne bedden van een Kneippkuur kunnen genieten. P rov. Staten van N.-H o 11 a n d. Bij Koninklijk besluit is de commissaris der Koningin in Noord-Holland gemach tigd tot het bijeenroepen van de Staten dier provincie in buitengewone verga dering op Dinsdag 15 Januari 1901, om dan aan de orde te stellen de verkiezing van een lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer mr. M. C. van Hall. Er is sprake van het o p- richten van eene Vereeniging voor Dijk graven in Noordbolland. Den 25 Januari a.s. zal eene bijeenkomst ge houden worden. Uit ARNHEM meldt men: Donderdagmorgen te ruim tien uur had in een bovenwoning in de Riet- grachtstraat een hevige gasontploffing plaats, doordat een bewoner de onvoor zichtigheid had met een lucifer naar een lek in de gaskroon te zoeken. De woning en de meubels zijn erg beschadigd, pla fond en dak vernield, terwijl ook de menschen. die hun positie verliezen, of op het punt staan die te verliezen,zich vijandig plaatsen tegenover hun vroegere gelijken en hun vroegere kennissen onaangenaam trachten te zijn. En daarbij heeft men ge woonlijk een helper noodig." „Mijn GodZou het mogelijk zijn Zeker, dat zou veel verklarenHaar ver anderd voorkomen en dat zich terugtrekken. Die vriendschap met dien leeraar. En bij hèm is waarschijnlijk ijverzucht tegenover de heeren van onze kringen de drijfveer. Ja, hij zal het onaangenaam vinden, dat hij alléén op de sociëteit met hen mag omgaan. Bij ons op het land komen de leeraars nog niet in de salons. Neen maar, mijn lieve mevrouw Kober, op welk een gedachte heeft u mij gebracht De beide dames bleven nog eenige oogenblikken bij elkaar, totdat de vereer ders van mevrouw Valerie ongeduldig werden en er een haar met geweld voor de groote polonaise ontvoerde, die men in den tuin zooeven was begonnen. Mevrouw von Schelling had daarop niets beters te doen dan haar beste vriendin op te zoeken, wie zij de nieuwste verschrik kelijke ontdekking meêdeelen moest. En daar niemand haar „met geweld ont voerde" voor de polonaise, had ze rijkelijk tijd, het thema verder uit te spinnen en alles nog eens breedvoerig na te gaan. De jeugd had zich intusschen voortref felijk bij den dans vermaakt. Het was niet te loochenen zoóals mevrouw Valerie in de salons schitterde,zoo schitterde haar dochter Ellen onder de jonge dames als de meest begeerde. Margot streefde haar daarbij op zijde, maar Ellen was een weinig rijper en meer ontwikkeld, dan Margot, die nog half een kind was. Onder de jongere officieren was een luitenant Lanz, die blijkbaar het voorrecht voor zich had genomen om den ridder te spelen. Zijn uiterlijk gaf hem daartoe al geens zins het rechtby was klein, gezet,en had oen heel gewoon gezicht, maar hij was de zoon van een rijken papierfabrikant en voelde zich dus heel gewichtig. Zijn sterk ontwikkeld zelfbewustzijn benedenwoning is vernield en wel zoo danig, dat de pui ervan dreigt in (e storten. Wonderlijk genoog ontkwam de onvoorzichtige bewoner aan den dood. Alleen zijn haren zijn verschroeid en aan hoofd en hals heeft hij zich wat gebrand. De politie zette torstond de straat af daar het huis gevaar loopt in te storten en ook de aangrenzende gebouwen, die zeer beschadigd zijn, gevaar opleveren. Door den geweldigen slag zijn alle ruiten van de huizen in de buurt ver brijzeld, hier en daar zelfs binnenshuis. Op het dak van het huis, waarin de ontploffing geweest is, is geen pan blij ven liggen. Ook ontstond er brand, maar die ,«s spoedig gebluscht. Van gemeentewege is men bezig de voorzijde van het bovenhuis af te breken. Uit het hoogste Noorden. De correspondent van het Hdbld. te De Nes op AMELAND schrijft: „Wij zijn gevangen. 30 December heeft hij ons opgesloten, onze cipier. Op het meest onverwacht, in enkele uren, letterlijk als een dief in den nacht, is hij gekomen de winter, 's Avonds was het nog regen, in den voornacht hagel en sneeuw, tegen den dageraad felle vorst, en zoo is het voortgegaan, den Oude jaarsdag, jagende sneeuw, draaiend en wervelend en snuivend, totdat zij hier en daar lag tot aan de goten der daken. En nu zijn wij gevangen. Maar als „buurman's leed troost" geen edele troostdan ontbreekt het ons aan zulke vertroosting niet. Een inspecteur der belastingen kwam 30 Dec. „eventjes voor een dienstzaak", aan den avond van 31 Dec. hoopte hij in Dordt te zijn hij is hier nog. Een surnumerair zou van 110 Jan. met verlof gaan; hij houdt zijn chef gezel schap. Een paar onderwijzers met vacantie, enkele „uit-van-huizers" (logés), ver scheidene zeelieden, waaronder die een goede plaats verliezen, moesten mede over. „Gij zult niet", was het antwoord. Eens, tweemaal hebben de postschip- pers beproefd met de boot door het ijs te breken „spiegelgevechten" noemden spotvogels het - maar de poging bleek alras onmogelijk. De passagiers, die mede zouden, hadden „vaarwel" gezegd; „tot strakjes" was het kenners-antwoord. En intusschen liggen nog steeds hier onze Nieuwjaarsbrieven en -wenschen, en liggen zij aan den overkant, in Holwerd, voor ons, bij tien- en honderdtallen. Daar ligt ook gij, trouw „Handelsblad", met uw nu reeds dertig bladen, maar toch zal ik u haast van a tot z nog lezenen daar liggen andere couranten enz. bij stapels en bij hoopen. Daar liggen postpakketten, wie weet met haas of andere lekkernijen, daar ligt misschien de doodstijding van een geliefden vriend, reeds lang in den killen schoot der aarde opgenomen, of een goed bericht van naaste familie-leden. Maar zoo gaat de mare heden zullen de schippers beproeven te voet over het ijs den vasten wal te bereiken. Langzaam zal het gaan, stap voor stap, peilend en metend, vooruitziend en terugziend. Jaren geleden kostte het niet zooveel moeite, maar sedert de verbindingsdam is aangelegd en weer doorgebroken, zijn diepe geulen ontstaan en dus hinderpalen en gevaren. Doch, blijde dag, de poging wordt gedaan, en als deze brief, geachte redac tie, u morgenochtend of -avond bereikt, dan is zij gelukt en gaan wij morgen kreeg vandaag een stoot, toen Ellen Kober heel koeltjes bleef bij zijn huldebetuigingen. Hij had haar,als was dit iets heel natuurlijks, voor zich alleen in beslag willen nemen, en bij alle dansen haar partner willen zijn maar hij moest tot zijn groote verwon dering bemerken, dat hij te veel was en zijn plaats steeds bezet was. Eerst behandelde hij den soldaat Krasch witz, wiens directe chef hij was, als iemand die niet weet waar hij staan moet en die binnen de perken van „eerbied voor zijn meerdere" teruggewezen moet worden, toen hij hem een paar maal bij Ellen aantrof. Hij keek hem zeer ongenadig aan, riep hem apart, en vorderde van hem dat hij die jonge dame niet lastig zou vallen. Ottfried durfde niet weigeren en had alles moeten goedvinden, maar luitenant Lanz was met zijn arrogantie bij Ellen aan bet verkeerde kantoor. Zij draaide hem eenvoudig den rug toe en trok Ottfried maar steeds voor. »Wy zijn hier niet in de kazerne, mijn heer de luitenant," zeide zij, het kopje in den nek werpend, „mijnheer von Kraschwitz heelt mij het eerst gevraagd en ik zal dus de polonaise met hem dansen. Voor mijn persoon kunt u uwe rechten als meerdere in rang onmogelijk laten gelden, voor mij hebben alle heeren dezelfde rechten." Luitenant Lanz had zonder veel omslag Ellen by den arm willen nemen en over zyn schouder nog tot Ottfried gezegd „Kraschwitz, zeg eens tegen den kapel meester, dat wanneer hij niet een vlugger tempo aangeeft, ik hem mores zal leeren dit is ware treurmuziek." Met een stomme buiging had Lanz zich woedend verwijderd en Ellen nam lachend Uttfried s arm, die niet nalaten kon haar hand even te drukken. „Is dat een ezelzeide zij met afschuw. ln_, volgende half uur waren zij ei en de gelukkigste menschen van het gansche gezelschap. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 6