Binnenlandsch Nieuws.
STkiohien vindt men daartoe in het verleden een
vinxerwijiing By de behandeling der herziening
van de grondwet van 1187 werd o.m. een amende
ment ingediend om ala vereischten voor het lidmaat
schap der Eerste Kamer in art. 90 te doen vervallen
de woorden ,o( behooren tot de hooect aangeslagenen
in de Ryks directe belastingen, óf eene of meerhooge
gewichtige openbare betrekkingen, by de wet aange-
weaen, bekleeden of bekleed hebben", zoodat ieder
lid der Eerste Kamer zou kunnen worden, die voldeed
aan de vereischten, voor het lidmaatschap van de
Tweede Kamer gesteld- Men zal zich herinneren,
dat de minister Heemskerk zich heftig tegen dit
amendement verzette en dreigde het geheele wetsvoor
stel der grondwetsherziening in te trekken, wanneer
zish daarvoor een meerderheid vormde. Komt echter
zulk een bepaling in de grondwet, dan zou ook hier
elke band met belastingen verbroken zijn. Terecht
merkt echter het Sociaal Weekblad op, dat een program
niet in bijzonderheden kan treden. Par. 2 zou dus
kunnen laiden: „Herziening van de grondwettelijke
bepalingen met betrekking tot de verkiezing der leden
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal in dien
geest, dat het betalen van belastingen niet mag zijn
aen voorwaarde voor het lidmaatschap in dit college."
Wanneer de Liberale Unie en haar geestverwanten
het by de stembus tot een meerderheid weten te
brengen, dan zal het noodzakelijk gevolg zgn, dat
wg zullen krijgen een ministerie van grondwetsher
ziening en daar dit uit den aard der zaak geen
grondwetsherziening in twee tempo's zal voorstellen,
zullen natuurlijk de artt, 82, 90 eu 91 niet aan zijn
aandacht kunnen ontsnappen. Het doel, waarmee
o. m de kiesrechtbeweging door de Liberale Unie op
touw is gezet: „het komen tot een bevredigende en
afdoende oplossing der in haar program genoemde
vraagstukken", zal dan van zelf het nieuwe ministerie
doen inzien, dat men dit doel nooit zal bereiken,
indien ook niet de grondwettelijke bepalingen met
betrekking tot de verkiezing der leden van de Eerste
Kamer zullen worden herzien.
Ten einde echter tot de overwinning bg de stembus
te geraken, dient juist geformuleerd te worden wat
men wil, en dat is algemeen kiesrecht voor mannen
en vrouwen, zooals dit omschreven is in de bekende
circulaire van het Bestuur, welke aanleiding gaf tot
de zomervergadering en tot de nieuwe lezing van par.
1 vai het Hervormingsprogram, zooals deze op het
oogenblik luidt. Wat daarin staat is urgent, beheerscht
alles en zoowel de vertegenwoordiging als de verkies
baarheid der leden van de Eerste Kamer worden mede
door een oplossing van het vraagstuk in den geest
van par. 1, beheerscht. Het een volgt uit het ander;
•n evenzeer volgt uit de verklaring, dat de Liberale
Unie haar herhaaldelijk uitgesproken meening ten
gunste eener regeling van de kiesbevoegdheid, los van
«Iken band met belastingen, handhaatt, dat zij van
haar geestverwanten in de regeering vraagt, dat, bij
ten herziening van art. 90, het hoogst aangeslagen
oi zel's het aangeslagen zgn in Rijks directe belas
tingen niet het criterium mag wezen voor de ver
kiesbaarheid voor het lidmaatschap der Eerste Kamer.
Wy moeten voor alles waarschuwen tegen de mo
gelijkheid, dat men reeds dadelgk te veel hooi op
den vork zal nemen, iets, wat de aandacht van de
hoofdzaak zal afleiden. Zoo wil de Arnhemsehe
C arant van Zaïerdag 29 December j.I„ dat de
Li erale Unie zich ook voor een evenredige verie-
gsnwoardiging zon verklaren, ook wanneer het
algemeen kiesrecht niet werd ingevoerd. Ook dan
werd zg door de rethtvaardigheid geboden.
Nn hebben we in het Sociaal Weekblad van Za
terdag 22 December jl., van de hand van een oud»
voorzitter der Liberale Unie, prof. MolengraafF, een
uitnemend artikel over evenredige vertegenwoordiging
hg is van oordeel, en hjj toont dit aan, dat men door
•venredige vertegenwoordiging komt tot „een werke
lijke volksvertegenwoordiging". Maar deze zal toch
nooit werkelijk zgn, indien niet geheel het volk aan
da verkiazing van die vertegenwoordiging deel neemt.
Waar de rechtvaardigheid gebiedt niemand, tenzij
om redenen van overwegend staatsbelang, uit te slui
ten, daar kan een evenredige vertegenwoordiging nooit
door de rechtvaardigheid geboden worden, indien men
ëaarbjj het allereerste beginsel van rechtvaardigheid
•ver het hoofd ziet en hen uitsluit, die op het kiesrecht
zelf svenvtel recht hebben als een ander. Dit ziet
prof. Molengraall dan ook in, als hij zijn artikel als
Talgt doet eindigen
„Evenredige vertegenwoordiging tracht aan
iedere staatkundige meening den invloed te
verzekeren, welke overeenkomt met het aaDtal
harer aanhangers onder de kiezersevenredige
vertegenwoordiging beoogt de volksvertegenwoor
diging tot waarheid te maken in haar vindt het
algemeen kiesrecht de onmisbare voorwaarde
voor hare juiste en volledige werkiDg. Algemeen
kiesrecht en evenredige vertegenwoordiging dienen
daarom samen te gaan Maar dan behoort ook
bjj de komende verkiezingen de leuze te wezen
Grondwetsherziening om te komen tot algemeen
kiesrecht met evenredige vertegenwoordiging.
Alleen daardoor kan een waarlijk vrijzinnige,
inderdaad democratische, eene billyke oplossing
van het kiesrechtvraogstuk worden verkregen."
Indien men echter in de aanstaande vergadering
zou gaan debattssren over de quaeatie, door de Arnh
Courant opgeworpen, dan verloopt het debat en wordt
de kostbare tyd vermorst, terwgl men van de hoofd-
qnaestie afgaat
Dat er, wanneer algemeen kiesrecht met evenredige
vertegenwoordiging wordt ingevoerd, Dog andere arti-
opmerking Let venster uitgekeken, waar
men in den kring der jongelui Margot en
Ellen steeds bij elkaar zag.
„Ja, ziet u," antwoordde mevrouw Valerie
aarzelend, „juist dit zou ik niet gaarne wil
len, dat Ellen zich uitsluitend bij Margot
aansloot, zooals dat vandaag ook weer het
geval is. Juist het verkeer met de familie
von Kraschwitz wensch ik niet."
„U verbaast mij uitermate, mevrouw.
Wat kunt u daartegen hebben vroeg
mevrouw von Schelling, groote oogen op
zettend.
„Maar zoudt u dan niet weten, mevrouw,
wat reeds een publiek geheim is, dat de
finantiën van von Kraschwitz sedert eeni-
gen tyd zeer in de war zijn
„Ja, ja, mijn hemel men spreekt
van ernstige finantiëele verlegenheid, maar
ik bid n waar komt dit in dezen
tyd niet voor?"
„Dat zou ook alleen niet den doorslag
geren bij mij," antwoordde mevrouw Ko-
ber, „maar er zijn nog andere dingen, die
het my niet aanlokkend doen schijnen, om
een jong meisje dat huis binnen te leiden."
„Ik zou u toch wel om een nadere ver
klaring mogen vragen zeide mevrouw
von Schelling. „De familie von Kraschwitz
heeft steeds tot odzo kringen behoord.
Men is begonnen met veel zonderling te
vinden, en ik moet bekennen, ik had een
paar dagen geleden een ontmoeting in
Liebenberg, die mij ook wel eenigermate
verwonderde en mij nadenkend maakte,
maar ik heb de tot dusverre loopende ge
ruchten voor overdreven gehouden."
Mevrouw von Schelling speelde de on
wetende, om zoodoende meer uit haar
gezelschap te kunnen krijgen, want zij
bemerkte dat deze iets bijzonders op het
hart had.
„Ik vrees, ik vrees," zeide mevrouw
Kober, „de zaken staan bepaald erger dan
men denkt. Een uitbarsting moet volgen,
is bijna onvermijdelijk."
„Inderdaad", antwoordde mevrouw von
•Schelling levendig belangstellend, „ik geloof
da' hy een vreeselijk rekbaar geweten
heeft. Men zegt, dat zijn tegenwoordige
zwarigheden «es omvang hebben, waarvan
kelen der grondwet, dan waarvan par, 1 spreekt)
zullen moeten worden herzien, spreekt van zelf. De
Arnh. Courant behoeft daartoe niet te wijzeD op
de artt 81 en 9«, maar waar het om gaat, wordt
beheerscht door de genoemde artt 80, 127 en 148
en het ministerie van grondwetsherziening, dat, naar
wij hopen, ons de stembus zal schenken, zal, als het
aan het werk gaat en tevens voorstander is van even
redige vertegenwoordiging, toch wel genoeg bekend
zgn met de grondwet, om te weten, dat, wanneer zij
deze wil, het ook de 'artt. 81 en 96 moet herzien.
Wij schrijven: „voorstander van evenredige ver
tegenwoordiging", want terecht wijst het Sociaal
Weekblad er op, dat partij-politiek niet vraagt naar
rechtvaardigheid; „zoo nog onlangs in Zwitserland,
toen de beslissing der volksstemming (het referendum)
over de invoering van evenredige vertegenwoordiging
bleek af te hangen, niet van de vraag wat de bil
lijkheid eischt, maar hiervan, of deze invoering mis
schien de bovendrgvende partij zou berooven van
hare meerderheid omdat daarvoor gevaar was, ver
klaarde die partg er zich tegen".
De redactie van het Sociaal Weekblad brengt
daarom aan het bestuur der Liberale Unie hulde,
waar het door zijn voorstel en door de motiveering
er van toont, dat het, zonder zich te bekommeren
om de practische gevolgen voor eigen richting, in de
eerste plaats vraagt wat rechtvaardig is.
Want dit moet ook bg het ijveren voor algemeen
kiesrecht voor meerderjarige staatsburgers niet over
het hoofd worden gezien, dat men later, wordt het
ingevoerd, by de stemhns nooit zal weten waarvoor
men zal komen le staan. Wanneer toch ongeveer
600.000 mcerderiarige mannelijke personen wij
laten de vrouwen er nu nog eens buiten nit een
beginsel van rechtvaardigheid het kiesrecht zullen
erlangen, dan zullen dat niet alleen de door Van
Houten zoo zeer veratschuwde „armen" zijn, maar
personen van allerlei rang en stand,geloof en ongeloof;
want alle staatsburgers tussehen 23 en 25 jaren
zullen dan tevens kiezers zijn Dat zgn niet alleen
de jonge werklieden, maar ook de zonen uit de
gegoede klassen, die onze universiteiten bevolken en
de beurs bezoeken, de rijks- en gemeente-ambtenaren
en ook zij die niets doen dan hun geld verteren. En
hoewel de jongelingschap in den regel nog wel eens
vooruitstrevend is, zullen daaronder nog tal van
clericale en conservatieve elementen schuilen. Wat
de partg verhoudingen betreft zal het algemeen
kiesrecht een sprong in het duister zgn. En toch
wordt het, evenzeer als de evenredige vertegen
woordiging, door de rechtvaardigheid geboden.
(Slot volgt
Woensdagavond 9 dezer ver
gaderde de vereeniging„IJs-en Volksvermaak"
te NIEUWE NIEDORP in het lokaal van
den heer P. Haringhuizen.
26 Leden waren opgekomen (van de 99).
Na de opening der bijeenkomst door don
voorzitter den heer W. 0. Visser, werden de
notulen der vorige jaarvergadering gelezen
en goedgekeurd.
De rekening en verantwoording over het
afgeloopen boekjaar werd vervolgens nage
zien door eene commissie bestaande uit de
heeren P. Maats, Jb. de Vries Az. en W.
Kuilman, op wier advies die rekening werd
goedgekeurd in ontvangst op f 152.70, in
uitgaaf op f 112.33, dus met een batig slot
van f 40.32.
Volgens mededeeling van den secr.-pen-
ningm. den heer J. B. Wilken, was op het
oogenblik een som van f 134.32 in kas.
In de plaats van het aftredende en niet
herkiesbare bestuurslid den heer H. Dekker,
werd als zoodanig gekozen de heer K. de
Moor, die evenwel voor die benoeming
bedankte, waarna werd gekozen de Jb.
Heinstman.
Voor den heer D. Kuilman, die als bestuurs
lid had bedankt, werd gekozen de heer Am.
van der Oord.
Het bestuursvoorstel om ook nu weerden
beroemden kunstrijder den heer Cordes van
's-Hertogenbosch uit te noodigen tot het
vertoonen zijner vaardigheden, werd zonder
moeite aangenomen.
Wordt die uitnoodiging aangenomen,
dan zal de heer Cordes Zondagnamiddag
ryden, terwijl de te N. Niedorp welbekende
Noordhollandsche kunstrijders verzocht zullen
worden die voorstelling bij te wonen en op
te luisteren.
De regeling van andere opluistering, door
muziek etc., werd aan het bestuur opgedragen.
Kan de heer Cordes Zondag niet komen,
zoo werd verder na heel wat besprekingen
besloten, dan zal een wedstrijd in hardrijden
plaats hebben. Als uit te loven prijzen wer
den vastgesteld f' 60. f 25.— en f 15.—.
Voorstellen om als hoofdprijzen te bepalen
f 75,—, f 50.— en f40.—werden verworpen.
De besprekingen over eventuëele feesten
by gelegenheid van Harer Majesteits huwe
lijk, hadden tot resultaat dat werd goedge
vonden
zijn arme vrouw zelfs geen denkbeeld
heeft. Tot voor korten tijd gaf ook ik hèm
alleen de schuld van de heele wanorde,
maar nu twijfel ik, en dat eerst sedert een
paar dagen, of ook mevrouw von Krasch
witz zich niet ernstige verwijten heeft te
doen. Zeg eens, kent u misschien dien
mijnheer Balduin,leeraar aan het gymnasium,
persoonlijk Weet ge ook iets van hem
„Zeker", antwoordde mevrouw Valerie,
„in mijn oog is het een man met een
onbetrouwbaar karakter. Hij is een vrijgeest
van de gevaarlijkste soort, want hij is het
onder den dekmantel van den best moge
lijken naam. Aan 't gymnasium wordt hij
geacht als een uitstekend leeraarhij bezit
een zekere mate van genialiteit, wat zijn
indruk op de leerlingen niet mist, net als
de fluit van den rattenvanger. Zijne mede-
leeraren houden hem voor verwaand. Met
den directeur dr. Horn is het al menig
maal tot allerlei botsingen gekomen. Maar
hy moet een wit voetje hebben bij de
hoogere schoolautoriteiten, die zijn buiten
ge wonigheden wel goed oordeelen."
„Ah jawel viel mevrouw von
Schelling levendig in, „deze beschrijving
past precies voor de situatie, waarin
ik hem heb ontmoet. Hij schijnt bij afwezig
heid van den echtgenoot, de huisvriend op
Liebenberg te zijn. Dat is van het stand
punt,waarop wij staan, toch wel wat opval
lend en zonderling."
Mevrouw Valerie zette nu op haarbeurt
groote oogen op.
„Gij hebt hem kort geleden op Lieben
berg aangetroffen
„Zeker. En, zooals het scheen, in een
vertrouwelijken omgang met de barones en
hare dochters. De kinderen veratgoden hem,
wat zelfs myn Thea dadelijk onaangenaam
aandeed.
„En de barones maakte op mij al een
heel gekken indruk, totaal veranderd in
haar voorkomen, men kende de vrouw
bijna niet meer. En is het niet opvallend,dat
ze nu vandaag hier wéér niet is Zij moest
toch iederen schijn vermijden als wilde ze
van niets meer weten. Het is meer dan
onverstandig, zich in héér positie van alle
oude vrienden terug te trekken en ui tal ui-
te zullen trachten, met medewerking van
de verschillende vereenigingen, een paar feest
avonden te bereiden aan de miugegoeden,
hen daarbij te onthalen en zoo mogelijk
allerlei nuttige zaken aan hen uit te deelen
aan den Gemeenteraad te vragen, in aan
sluiting met die partijtjes een kinderfeestje
te organiseeren of te doen organiseeren
een vergadering bijeen te roepen van
alle ingezetenen, om daarin te benoemen
een commissie voor do regeling der feeste
lijke bijeenkomsten en hare financiëele
gevolgen.
Mocht, wat tusscben twee haakjes niet
gewenscht werd, bjj dio huwolijksfoeston
het ijs nog niet verdwenen zyn, dan heelt
het bestuur machtiging zoo mogelijk daaraan
ijsfeesten te verbinden.
Voorts werd nog bosloten, Donderdag
namiddag 10 dezer op de Rijd een kinder
wedstrijdje te organiseeren. Do regeling
daarvan werd aan het Bestuur overgelaten.
Ónder dankzegging voor de medewerking
der aanwezigen, sloot de Voorzitter de ver.
gadering.
Wieringen.
Vergadering der IJsclub Wieringen, ge
houden op Maandag 7 Januari 1901, ten
huize van den heer A. de Haan. Aanwezig
30 leden.
De voorzitter, de heer Jb. Mostert, opent
met een welkomstwoord de":„vergadering,
terwijl door den secretaris, den heer N. J.
Poel, de notulen der vorige bijeenkomst
worden gelezen en zonder op- of aanmer
kingen goedgekeurd.
De penningmeestor, de heer Berkemeier,
doet rekening en verantwoording over het
boekjaar 1900. De ontvangsten hebben
bedragen f 100,18, de uitgaven f 76.25, alzoo
een batig saldo van f 23 93. Met algemeene
stemmen wordt deze goedgekeurd.
De heer Berkemeier, penningmeester, vol
gens rooster aan de beurt van aftreding,
zijnde, wordt wederom herkozen. Vervolgens
wordt besloten om op Vrijdag 11 Januari
1901 oen hardrijderij te houden voor paren
(mannen en vrouwen).
De deelnemende heeren zijn verplicht met
hunne dame aan een ijsstok te rijden, niet hand
aan hand. De prijzen zullen bestaan uit
voorwerpen ter gezamenlijke waarde van
f 30.-. De voorwerpen zullen door't bestuur
worden aangekocht.
Tot keurmeesters werden benoemd de
heeren J. Jongkind, P. J. Keizer, A. J. van
Kelckhoven, Jac- Kaptein, J. Harder en
Mart. de Haan.
De rondvraag niets opleverende, sluit de
Voorz. de vergadering, doch brengt ter
kennisse, dat diegenen, welke nog geen lid
zjjn van de nuttige vereeniging „Het Witte
Kruis", zich als lid kunnen laten in
schrijven. De secretaris van de IJsclub was
zoo beleefd, hiervan aanteekening te hou
den. Intusschen meldden zich dan ook een
12-tal heeren als lid van H- W. K. aan.
Dinsdag wilde de familie
C. D. van 't Zand per rijtuig naar
huis keeren. Bij bet inspannen sloeg het
paard op hol en rende met het lemoen
achter zich den Kanaaldijk langs. Nu
ging de familie maar wandelende naar
huis. Onderweg zagen zij een man in het
Kanaal liggen, die door het ijs was ge
zakt en zich er niet alleen uit kon hel
pen. Door het toewerpen van aaneen
gebonden kleedingstukken wist men den
man te redden.
Waar het op-hol-slaan van een paard
al niet goed voor is
W" leringen.
Door de vereeniging van getrouw
schoolbezoek is besloten om ter gelegen
heid van het huwelijk van H. M. de
Koningin met Z. H. Hertog Hendrik
van Mecklenburg-Schwerin den kinderen
der lagere scholen een feestdag te
bereiden.
Op den Rijksweg van BRE
DA naar ROZENDAAL heeft men een
marskramer dood gevonden. De man was
bevroren.
Men meldt:
Van den koetsier op de nachtpostkar
van ZWOLLE op HEERENVEEN zij nde
knieën, neus en lippen bevroren.
tend piet zoo'n schoolmeester om te gaan."
„Ja, zéér opvallend," bevestigde Valerie.
Dan maakte ze een kleine pauze, als
dacht ze scherp na over iets.
„Heeft u al reeds over dat zaakje van
die anonieme brieven gehoord, mevrouw, die
nu onder ons zoo'n onaangenaam opzien heb
ben gebaard?" vroeg ze plotseling. „Vooral
mevrouw von Kraschwitz moet met zulke
brieven nogal ruim bedacht zijn. Heeft zij
u wellicht bij uw bezoek daarover iets ver
teld, of toespelingen gemaakt op iemand,
die die brieven zou hebben kunnen
schrijven
„Zij vertelde mij, twee van die epistels
te hebben ontvangen, nadat ik er haar reeds
't een en ander van had verteld. Maar ze
was zeer geheimzinnig ermeê en wilde
er niet recht mede voor den dag komen.
En zoo was ze het geheele bezoek door,
zoo zonderling, zoo gesloten, alsof ik eene
wildvreemde voor haar was. Maar denk
eens ook ik zelf heb zulk een infamen
brief zonder onderteekening gekregen,
waarin men mij voor een paar heeren,
die bij ons aan huis komen, waarschuwt.
Namen wil ik niet noemen. Van den eenen
wordt gezegd, dat hij zoovele schulden
heeft, en de andere wordt genoemd een
gewetenlooze don Juan, die, zonder ernstige
plannen te hebben, jonge dames compro-
mitteerd. Wat zegt u wel daarvan Ik
ben geheel buiten mij zelf, dat mij nu zoo
iets is overkomen."
„En dr. Balduin was op Liebenberg En
na dat bezoek ontvingt u dien anoniemen
brief? Hebt ge daar wellicht gesproken
over de heeren die bij u aan huis komen?"
„Neen ja dat wil zeggen, het is
mogelijk dat ik over hen gepraat heb.
Maar wat meent u daarmede? U kunt
toch onmogelijk meenen maar neen
beste mevrouw Kober!"
Mevrouw von Schelling sloeg ontzet de
handen in elkaar en zette een gezicht als
ging haar plotseling een vreeselijk licht op.
„Ik bedoel niemendal. Ik vind het ook
hoogst zonderling deze vriendschap
dat intieme verkeer mijn hemel, zooiets
moet toch een doel hebben. Men heeft reeds
vele malen de ervaring opgedaan, dat
Mon meldt uit TIIOLEN
Dinsdag kwam alhier een jongen ter
school, die reeds „de lier aan de wilgen
had gehangen", maar door leerplicht weer
genoopt was terug te keeren hij scheen
evenwel op do hoogte te zijn van de be-
paling, dat tijdelijke verwijdering van
school als tuchtmiddel kan toegepast wor
den, en maakte het zoé bont, dat het wel
overleg scheen om de toepassing onmid
dellijk uit te lokken. Hij vloekte tegen
den klasse-onderwijzer op ergerlijke wij
ze, dreigde hem met do vuisten, en
beet het hoofd dor school, die er bij ge
roepen werd, in de hand.
Uit FRIESLAND schrijft
men:
Door de strenge koude gaan de veld-
muizon, die in de bosschen huizen gedu
rende den winter, hunne nesten verlaten
en dringen de huizen binnen. In deze
provincie klagen daarover de bewoners
van boschrijke streken, te meer omdat
deze dieren gaDgen graven in aardappel-
hoopen en deze daardoor bevriezen.
Een hoog bod. Aan den ei
genaar van een bovenhuis, tegenover de
Groote Kerk te 's-Graveuhage, waar de
huwelijksstoet van de Koningin zal af
stappen, moet f 1600 geboden zijn voor
het verhuren van dio woning bij dio ge
legenheid.
Geen prettig ontwaken.
Woensdagnacht, ruim één uur, werden
de bewoners van een boven-perceel in
de Geertestraat te UTRECHT opgeschrikt
door een hevig gesuis en verdacht geklop.
Wat was er eigenlijk gaande Vlug
sprong de dochter des huizes uit haar
bed, tot haar schrik juist met haar
bloote voeten in een plas ijskoud water.
Brrr. Om kippevel te krijgen, 't Bleek
heel spoedig, dat de geheele achterkamer
blank stond. De buis der waterleiding
was nl. gesprongen, het water spatte
tegen den zolder op.
Pogingen om het gat te stoppen,
mislukten een der andere huisgenooten
moest dus half gekleed naar den beneden-
bewoner, om dezen te verzoeken in den
kelder de hoofdkraan af te sluiten. Nu
toog men met emmers en andere schep-
middelen aan den gang om boven hot
overal been stroomend water te verwijde
ren,hetgeen na geruimen tijd gelukte. Ware
de dochter des huizes niet zoo spoedig wak
ker geworden, dan hadden wellicht de
bewoners in hunne bedden van een
Kneippkuur kunnen genieten.
P rov. Staten van N.-H o 11 a n d.
Bij Koninklijk besluit is de commissaris
der Koningin in Noord-Holland gemach
tigd tot het bijeenroepen van de Staten
dier provincie in buitengewone verga
dering op Dinsdag 15 Januari 1901, om
dan aan de orde te stellen de verkiezing
van een lid van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, ter voorziening in de
vacature, ontstaan door het overlijden
van den heer mr. M. C. van Hall.
Er is sprake van het o p-
richten van eene Vereeniging voor Dijk
graven in Noordbolland. Den 25
Januari a.s. zal eene bijeenkomst ge
houden worden.
Uit ARNHEM meldt men:
Donderdagmorgen te ruim tien uur
had in een bovenwoning in de Riet-
grachtstraat een hevige gasontploffing
plaats, doordat een bewoner de onvoor
zichtigheid had met een lucifer naar een
lek in de gaskroon te zoeken. De woning
en de meubels zijn erg beschadigd, pla
fond en dak vernield, terwijl ook de
menschen. die hun positie verliezen, of op
het punt staan die te verliezen,zich vijandig
plaatsen tegenover hun vroegere gelijken
en hun vroegere kennissen onaangenaam
trachten te zijn. En daarbij heeft men ge
woonlijk een helper noodig."
„Mijn GodZou het mogelijk zijn
Zeker, dat zou veel verklarenHaar ver
anderd voorkomen en dat zich terugtrekken.
Die vriendschap met dien leeraar. En bij
hèm is waarschijnlijk ijverzucht tegenover
de heeren van onze kringen de drijfveer.
Ja, hij zal het onaangenaam vinden, dat
hij alléén op de sociëteit met hen mag
omgaan. Bij ons op het land komen de
leeraars nog niet in de salons. Neen maar,
mijn lieve mevrouw Kober, op welk een
gedachte heeft u mij gebracht
De beide dames bleven nog eenige
oogenblikken bij elkaar, totdat de vereer
ders van mevrouw Valerie ongeduldig
werden en er een haar met geweld voor de
groote polonaise ontvoerde, die men in
den tuin zooeven was begonnen.
Mevrouw von Schelling had daarop niets
beters te doen dan haar beste vriendin op
te zoeken, wie zij de nieuwste verschrik
kelijke ontdekking meêdeelen moest.
En daar niemand haar „met geweld ont
voerde" voor de polonaise, had ze rijkelijk
tijd, het thema verder uit te spinnen en
alles nog eens breedvoerig na te gaan.
De jeugd had zich intusschen voortref
felijk bij den dans vermaakt.
Het was niet te loochenen zoóals mevrouw
Valerie in de salons schitterde,zoo schitterde
haar dochter Ellen onder de jonge dames
als de meest begeerde. Margot streefde
haar daarbij op zijde, maar Ellen was een
weinig rijper en meer ontwikkeld, dan
Margot, die nog half een kind was.
Onder de jongere officieren was een
luitenant Lanz, die blijkbaar het voorrecht
voor zich had genomen om den ridder te
spelen.
Zijn uiterlijk gaf hem daartoe al geens
zins het rechtby was klein, gezet,en had
oen heel gewoon gezicht, maar hij was de
zoon van een rijken papierfabrikant en
voelde zich dus heel gewichtig.
Zijn sterk ontwikkeld zelfbewustzijn
benedenwoning is vernield en wel zoo
danig, dat de pui ervan dreigt in (e
storten. Wonderlijk genoog ontkwam
de onvoorzichtige bewoner aan den dood.
Alleen zijn haren zijn verschroeid en aan
hoofd en hals heeft hij zich wat gebrand.
De politie zette torstond de straat af
daar het huis gevaar loopt in te storten
en ook de aangrenzende gebouwen, die
zeer beschadigd zijn, gevaar opleveren.
Door den geweldigen slag zijn alle
ruiten van de huizen in de buurt ver
brijzeld, hier en daar zelfs binnenshuis.
Op het dak van het huis, waarin de
ontploffing geweest is, is geen pan blij
ven liggen. Ook ontstond er brand,
maar die ,«s spoedig gebluscht. Van
gemeentewege is men bezig de voorzijde
van het bovenhuis af te breken.
Uit het hoogste Noorden.
De correspondent van het Hdbld. te
De Nes op AMELAND schrijft:
„Wij zijn gevangen. 30 December
heeft hij ons opgesloten, onze cipier. Op
het meest onverwacht, in enkele uren,
letterlijk als een dief in den nacht, is hij
gekomen de winter, 's Avonds was het
nog regen, in den voornacht hagel en
sneeuw, tegen den dageraad felle vorst,
en zoo is het voortgegaan, den Oude
jaarsdag, jagende sneeuw, draaiend
en wervelend en snuivend, totdat zij
hier en daar lag tot aan de goten der
daken.
En nu zijn wij gevangen. Maar als
„buurman's leed troost" geen edele
troostdan ontbreekt het ons aan
zulke vertroosting niet.
Een inspecteur der belastingen kwam
30 Dec. „eventjes voor een dienstzaak",
aan den avond van 31 Dec. hoopte hij
in Dordt te zijn hij is hier nog. Een
surnumerair zou van 110 Jan. met
verlof gaan; hij houdt zijn chef gezel
schap. Een paar onderwijzers met vacantie,
enkele „uit-van-huizers" (logés), ver
scheidene zeelieden, waaronder die een
goede plaats verliezen, moesten mede
over. „Gij zult niet", was het antwoord.
Eens, tweemaal hebben de postschip-
pers beproefd met de boot door het ijs
te breken „spiegelgevechten" noemden
spotvogels het - maar de poging bleek
alras onmogelijk. De passagiers, die
mede zouden, hadden „vaarwel" gezegd;
„tot strakjes" was het kenners-antwoord.
En intusschen liggen nog steeds hier
onze Nieuwjaarsbrieven en -wenschen, en
liggen zij aan den overkant, in Holwerd,
voor ons, bij tien- en honderdtallen.
Daar ligt ook gij, trouw „Handelsblad",
met uw nu reeds dertig bladen, maar
toch zal ik u haast van a tot z nog
lezenen daar liggen andere couranten
enz. bij stapels en bij hoopen. Daar
liggen postpakketten, wie weet met haas
of andere lekkernijen, daar ligt misschien
de doodstijding van een geliefden vriend,
reeds lang in den killen schoot der
aarde opgenomen, of een goed bericht
van naaste familie-leden.
Maar zoo gaat de mare heden
zullen de schippers beproeven te voet
over het ijs den vasten wal te bereiken.
Langzaam zal het gaan, stap voor stap,
peilend en metend, vooruitziend en
terugziend. Jaren geleden kostte het
niet zooveel moeite, maar sedert de
verbindingsdam is aangelegd en weer
doorgebroken, zijn diepe geulen ontstaan
en dus hinderpalen en gevaren.
Doch, blijde dag, de poging wordt
gedaan, en als deze brief, geachte redac
tie, u morgenochtend of -avond bereikt,
dan is zij gelukt en gaan wij morgen
kreeg vandaag een stoot, toen Ellen Kober
heel koeltjes bleef bij zijn huldebetuigingen.
Hij had haar,als was dit iets heel natuurlijks,
voor zich alleen in beslag willen nemen,
en bij alle dansen haar partner willen zijn
maar hij moest tot zijn groote verwon
dering bemerken, dat hij te veel was en
zijn plaats steeds bezet was.
Eerst behandelde hij den soldaat Krasch
witz, wiens directe chef hij was, als iemand
die niet weet waar hij staan moet en die
binnen de perken van „eerbied voor zijn
meerdere" teruggewezen moet worden, toen
hij hem een paar maal bij Ellen aantrof.
Hij keek hem zeer ongenadig aan, riep
hem apart, en vorderde van hem dat hij
die jonge dame niet lastig zou vallen.
Ottfried durfde niet weigeren en had
alles moeten goedvinden, maar luitenant
Lanz was met zijn arrogantie bij Ellen
aan bet verkeerde kantoor.
Zij draaide hem eenvoudig den rug toe
en trok Ottfried maar steeds voor.
»Wy zijn hier niet in de kazerne, mijn
heer de luitenant," zeide zij, het kopje in
den nek werpend, „mijnheer von Kraschwitz
heelt mij het eerst gevraagd en ik zal dus
de polonaise met hem dansen. Voor mijn
persoon kunt u uwe rechten als meerdere
in rang onmogelijk laten gelden, voor mij
hebben alle heeren dezelfde rechten."
Luitenant Lanz had zonder veel omslag
Ellen by den arm willen nemen en over
zyn schouder nog tot Ottfried gezegd
„Kraschwitz, zeg eens tegen den kapel
meester, dat wanneer hij niet een vlugger
tempo aangeeft, ik hem mores zal leeren
dit is ware treurmuziek."
Met een stomme buiging had Lanz zich
woedend verwijderd en Ellen nam lachend
Uttfried s arm, die niet nalaten kon haar
hand even te drukken.
„Is dat een ezelzeide zij met afschuw.
ln_, volgende half uur waren zij
ei en de gelukkigste menschen van het
gansche gezelschap.
WORDT VERVOLGD.