Donderdag 14 Februari 1901.
45ste Jaargang No. 3601.
Bureau: iCHACEH, Laan, D 4.
Gemeente Sc hagen.
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Anoniem.
SGHAE
Alititci Nieiws-,
RAAIT.
Aiicrtcitic- Laillnillafl.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WIKKEL.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter Secretarie der gemeente Schagen zijn inlich
tingen te hekomen betreffende eeue portemonnaie met
eenig geld.
In den voormiddag van
Zondag jl. had in de Hervormde kerk
te Holhorn de bevestiging plaats
van don heer H. G. W. Briedé, can-
didaat tot den H. D. Als voorganger
trad op ds. P. R. A. v. Meurs van
Barsingerhorn. Naar aanleiding van
Math. 7: 29: ,W a n t hij leerde
haar als machthebbend e",
hield hij een zinrijke verhandeling,
waarin in korte, doch kernachtige bewoor
dingen gewezen werd op den ernst van
't oogenblik, op de doornen en distelen
tussehen de rozen, op den te beganen
weg verscholen en op den moed, takt
de volharding, benoodigd om de begeerde,
schoone roeping naar eisch te vervullen.
Hierna had mede door ds. A. J.
Werner van Hem de handoplegging
plaats, waarna de plechtigheid eindigde
met het 96e Gezang, dat staande
gezongen werd.
Des namiddags trad ds. Briedé op
om naar aanleiding van Joh. 16: 33:
„Heb goeden moed, ik heb de
wereld overwonne n", zijn intreê-
rede te houden Beginnend met een
korte beschouwing in verband met den
huidigen toestand en de gevolgen der
maatschappelijke misstanden, daarbij de
litteratuur aanbevelend als trouwsten
spiegel van de stemming des tijds,
kwam spreker geleidelijk tot de kern
van zijn tekst. Heb goeden moed
beteekende„hoop, gelooi en heb lief"
en overwinnen moeten we, zoowel de
wereld om als ia ons. Met de uitwer
king dezer onderdeelen besloot hij zijn
rede. Achtereenvolgens sprak hij daarna
toeden Consulent, de Ringbroeders, de
Leden van den Kerkeraad,de Kerkvoogden
en Notabelen, den organist, het hooid
der school, zijne moeder en zusters, zijn
vrienden, en tenslotte de gansche
gemeente. Hij herdacht den vertrokken
predikant, die bijna 4 jaren en niet zonder
vrucht was werkzaam geweest en beloofde,
zooveel hij zulks vermocht, zijn arbeid
ROMAN
van
MARIE STAHL.
25
In zijn eerste opgewondenheid reed de
baron naar mevrouw Kober. Zij was een
verstandige vrouw, hij voelde dringend be
hoefte haar raad eens te vragen en haar
idééën te hooren.
Hij vond haar juist teruggekeerd van
eene reis. Zij had haar dochter weggebracht,
zooals ze zeide, naar een pensionaat, opdat
het kind wat meer zou leeren dan in dat
nest van een Staffenhagen.
Mevrouw Kober had in dien tusschen-
tijd een oude juffrouw bij zich in huis
genomen, die vroeger in Malta, waar haar
man consul was, de bonne was geweest van
Ellen. Miss Jefferson was stokdoof en ver
stond maar heel weinig Duitsch.
Mevrouw Valerie wist steeds haar tatsoen
voor de buitenwereld te bewaren en, zooals
zij zeide, de eischen van de convenientie
met haar eigen liefhebberijtjes harmonisch
te verbinden. Door het bijzijn van de doove
gezelschapsjuffer was ze voor alle kletspraat
der menschen veilig en toch kon miss Jeffer
son haar op geen enkele manier lastig worden.
De oude Engelsche werd slechts voor
den dag gehaald wanneer dit gewenscht
was; anders bracht ze al haar tijd op haar
eigen kamer door, waar ze behaaglijk met
haar hondje dicht bij de kachel zat, zeer
veel at, in den bijbel las en breide.
Mevrouw Kober ontving den vrijheer zoo-
als gewoonlijk wanneer het een vertrouwe
lijk onderhoud gold, in haar klein boudoir.
Miss Jefferson bleef op haar kamer.
„Mijn lieve vriend," zeide ze, nadat ze
zijn sermoen had aangehoord, „ik zou je
eigenlijk wel willen feliciteeren. Het moest
komen, dat kon niet anders. Slechts had
de aanvraag om echtscheiding van u moeten
uitgaan."
voort te zetten. Nadat de gemeente hem
het bekende vers uit den 134en Psalm
had toegezongen, verliet de breede
schare het gebouw.
Later bleek nog, dat onder de liefde
gaven, die voor de armen waren
ingezameld, zich een goudstuk bevond.
Voorwaar iets zeldzaams in dezen tijd
en dank waard aan do onbekende milde
hand.
Vergadering van den
Raad der gemeente Anna Bau-
lowna, gehouden op Dinsdag 12 Fe
bruari 1901, des voormiddags ten 10
ure.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de heer 0. D. Waiboer,
wethouder.
Na opening der vergadering wijdt de
Voorz. eenige deelnemende woorden aan
het verlies, dat de gemeente heeft geleden,
door het overlijden van den heer Th. J,
Waller, en brengt warme hulde aan zijne
goede hoedanigheden.
Daarna worden de notulen gelezen en
onveranderd goedgekeutd.
Het suppletoir kohier der hondenbe
lasting wordt vastgesteld op f5.50.
Tot leden van de commissie tot wering
van schoolverzuim, worden benoemd
voor school I, de heeren Van den
Berg, C. Tijsen en J. Bakker, (dubbel
tal de heeren N. Raap, H. Jonker en
C. Blom)voor school II, de heeren K.
Kuiper, C. v. d. Linden en C. J. de
Mazure, (dubbeltal de heeren P. Visser,
A. Kos en E. Romar)voor school III,
de heeren K. L. v. Gorkom, G. Brands
en Jb. Waiboer, (dubbeltal mej. Franks
en de heeren E. Stoel en N. Kaan).
Daarna wordt vastgesteld het huis
houdelijk reglement dier commissie.
Er was nog ingekomen van mevr. de wed.
Waller eene kennisgev. van het overlijden
van haar echtgenootmede een dankbetui
ging voor het blijk van hulde aan den over
ledene. De raad besloot, een adres van
rouwbeklag te zenden.
Bij de rondvraag informeert de heer
Geerligs naar de vulkachel in school
no. 1.
De Voorz. en de heer v. Wijk deelen
mede, dat bij hun bezoek de heer Van
den Berg niet heel erg over de kachel
tevreden was. Zij was zeer duur in het
gebruik van brandstof. De heeren
schreven dit evenwel toe hieraan, dat
de hr. Van den Berg niet voldoende ervan
„Maar mevrouw, u laat de omstandig
heden geheel buiten beschouwing. Weet
u dan niet, dat de beste aller erftantes er
zeer na aan toe is het tijdelijke met het
eeuwige te verwisselen
„Neem je in acht; ik geloof, dat de oude
dame daaraan in 't geheel nog niet denkt.
Wie weet, wat voor verrassingen er nog
voor je zijn weggelegd. Je krijgt al heel
gauw een aankondiging van een verloving."
En Valerie lachte, lachte steeds luider,
tot haar de tranen over de wangen liepen.
Mijnheer von Kraschwitz werd heel erg
zenuwachtig.
„Maar zeg mij toch, wat je bedoelt 1
wat is er Maak geen gekheid met me
Valerie, wat moet dat beteekenen
„Heb je dan niet gehoord ha, ha, ha,
dat op dien zwanenridder, dien Dr. Bal
duin, tante Wanzlow verliefd is geraakt
En Valerie begon opnieuw te schateren.
„Ik weet het van je eigen kinderen, die
het Ellen verteld hebben," voegde ze er bij.
De vrijheer keek heel niet vroolijk.
„Dat mankeert er nu pre'cies nog aan 1 Gek
genoeg zijn zulke oude juffers er voor,
men kan alles van ze verwachten. Maar tot
trouwen zal tante Wanzlow wel niet meer
komen."
„Misschien neemt ze hem wel aan als
zoon, onder voorwaarde dat hij later met
je vrouw trouwt. Troost je, Aribert."
„Ik vermoord je, als je zoo voortgaat
met me te kwellen."
Hij greep haar bij de polsen, drukte
haar in een stoel neer en deed haar
zijn kracht gevoelen.
Zij keek hem steeds nog lachend en
uitdagend aan.
Toen kuste hij haar plotseling harts
tochtelijk en liet haar los.
„Jij bent er de schuld van, wanneer ik
mijne zinnen verlies", zeide hij, opge
wonden de kamer op en neer loopend.
Wanneer je nog verder de duivelin spelen
wilt, sta ik niet meer voor mijzelf in.
Want wie zou hier meester blijven van
zichzelf? Overal rozengeur en jij tergende
vrouw. Maak mij niet razend, Valerie 1"
„Ik zal je oogenblikkeljjk aan den ketting
op de hoogte was, hoe de kachel moet
worden gestookt. Een heele verbetering
was het reeds,dat het in het bewuste lokaal
niet meer rookte zooals voorheen.
De heer Geerligs meent, dat dan al
reeds genoeg is gewonnen en gelooft,
met de heeren mede, dat het verbruik van
zooveel brandstof aan de manier van
stoken ligt.
Er wordt besloten, dat B. en W. nog
eens zullen informeeren hoe de kachel
nu bevalt en daarnaar zullen handelen
't zij huur betalen voor deze kachel, of
ze koopen.
De heer Rezelman informeert of er,
daar er toch een som is uitgetrokken
op de begrooting om met het huwelijk
van deKoningin een schoolfeestje te vieren,
wat natuurlijk door den dood van den heer
Waller niet heeft kunnen plaats vinden,
nog iets voor de kinderen zal komen.
Voorz. zegt, dat daarover in de
volgende vergadering, die spoedig zal
worden gehouden, de beslissing zal
worden genomen.
Daarna gaat de raad in comité ter
behandeling van het suppl. kohier H. O.
Wegens overigden van
den Penningmeester van den polder
Geestmer Ambacht, (Ooster-
dijk en Molengeerzen,) den heer K. Over,
is door het dagelijksch bestuur het
volgend drietal voor die betrekking opge
maakt (alphabetisch):C. Bos Wz.,C. Brink
man en W. Kooreman.
Zondagavond trad op uit-
noodiging der Arbeiders-kiesvereeniging
van AlkmaarteZuidscharwoude
in het lokaal van den beer A. Kist
als spreekster op Mevrouw Roland Holst
van Blarikum, lid der S. D. A. P. Ge
sproken werd over den aanstaanden ver
kiezingsstrijd. De opkomst was gering.
Aau het debat werd deelgenomen door de
heeren Vlug, Kok en Rol, allen van den
Langedijk. Daar de spreekster nog den
zelfden avond met den trein moest ver
trekken, werd de bijeenkomst, welke te
halfzeven was begonnen, voor 9 uur
reeds gesloten.
Willem van Zuylen.f
Zondag 10 Februari 1901 is Willem
vanZuylen teROTTERDAM te half twaalf
's avonds gestorven. Hij was sedert eenige
dagen ziek, maar in den laatsten tijd was
zijn gezondheid wel weer niet best en zoo
was van deze ziekte niets vernomen. De
leggen, wacht maar eens even, onaange
naam menschik geloof waarachtig dat je
me hebt gebeten 1" En zij wreef zich de
lippen af met een doekje dat een zakdoek
moest verbeelden.
„Valerie, heb ik je pijn gedaan? Mag
ik de wond heelen
Hij boog zich over haar heen en keek
haar met brandend verlangen aan.
In zulke oogenblikken van hartstocht
maakte zijn mannelijke schoonheid steeds
nog een bedwelmenden indruk. Al het
slappe verdween dan uitzijn trekken,waaruit
weer het jeugdig vuur straalde.
Valerie duwde met beide handen tegen
zijn borst en weerde hem af.
„Ga heen, Aribert!" zeide ze zacht. Dan
viel zij mat in haar stoel achterover. Hij
kuste haar handen met grooten hartstocht,
dan liep hij weer op en neer en zuchtte
diep.
Zij richtte zich plotseling met kracht op.
„Ik wilde vandaag juist eens op een
andere manier met u spreken baron. Moet
ik u dan zeggen, dat ge eindelijk eens een
man worden moet Ge hebt geen oogen en
ooien, je bent blind en doof, evenals de
echtgenoot in een comediestuk die niets
begrijpt, terwijl het publiek in de verste
hoeken het verraad ziet en hoort. Of ben
je laf
„Valerie
„Maar ik heb gelijk. Heel Staffenhagen
en omtrek spreekt van een zeker geschie-
denisje tussehen een zekere barones en een
gymnasiumleeraar.
„Dat is gelogenriep de baron buiten
zich zeiven.
De laatste rest van eerlijkheid, die hij
nog over had, verzette zich tegen deze
beschuldiging.
Mevrouw Kober haalde de schouders op.
,,'t Is ongelooflijk. Het moet toch wel
heel moeilyk zijn als man op te treden I"
Dat trof.
„Ik zal mij zekerheid verschaffen en
daarnaar handelen," antwoordde de vrijheer.
„Doe dat, mijn beste. Ik kan je daarbij
wellicht nog een goeden raad geven. Je
hebt toch wel van die anonieme brieven
droevige tijding kwam dus wel onver
wacht.
Willem van Zuylen is bijna zijn ge-
heele leven tooneelspeler geweest. Hij
werd 3 April 1847 in Den Haag geboren.
Onderscheidingen aan
prins Hendrik verleend.
Ter gelegenheid van Hoogstdeszelfs
huwelijksverbintenis met H. M. de Ko
ningin, zijn aan Z. K. H. Hendrik, Prins
der Nederlanden,Hertog van Mecklenburg,
enz,, enz., geschonken
door Z. M. den Koning der Belgen,
de versierselen van Grootkruis der Orde
van Leopold
door Z. K. H. den Groot-Hertog van
Luxemburg, Hertog van Nassau, de
versierselen van Ridder le klasse der
Orde van den Gouden Leeuw van het
Huis van Nassau
door Z. M. den Koning van Rumenië,
de versierselen van Grootkruis der Orde
van de Ster van Rumenië.
door Z. M. den Koning van Wurtem-
berg, de versierselen van Grootkruis der
Orde van de Wurtembergsche Kroon
en door Z. M. den Koning van Zweden
en Noorwegen, de versierselen van Ridder
der Seraphynen-Orde.
Langs den bruidsweg.
Men raamt het aantal menschen dat
Donderdag in Den Haag langs den bruids
weg was opgehoopt, op 200.000.
Volgens de Pari s-N ouvel-
les heeft president Kruger aan Koningin
Wilhelmina driehonderd brieven ter hand
laten stellen uit Boeren-kringen in de
Kaapkolonie, geschreven om Haar geluk
te wenschen met Haar huwelijk,
Voor den schrik.
Op een der plaatsjes in den
Gelderschen Achterhoek zou op 7 Febru
ari bij het huwelijk der Koningin de to
renklok geluid worden. Om de burgerij
niet ongerust te makeD, ging de omroe
per vooraf aankondigen, dat er ondanks
het gelui der klokken niemand overleden
was, onderstellende, dat men aan het ge
wichtige feit van den dag niet zou denken.
Een krasse tippelaar.
De 86-jarige v. d. K. te Heelsum ont
ving verleden week het overlijdensbericht
van een broeder, ongeveer van denzelf
den leeftijd, te Lunteren, met uitnoodi-
ging de begrafenis bij te wonen. Op
den dag dat deze zou plaats hebben, stap-
gehoord Zeker wel want je verteldet
mij zelf Welnu, in den laatsten tijd
kwam er zulk een vloed van deze interes
sante documenten over onze goede stad,
dat niemand zich meer zeker van zijn leven
gevoelt. Er heeft zich nu een consortium
van twee drie families gevormd, die een
detective uit Berlijn heeft laten komen om
de zaak na te speuren en aan het licht te
brengen wie de dader van dit snood bedrijf
is. Eigenlijk mocht ik er niets van weten,
maar men heeft zoo zijn goede vrienden.
Mevrouw Von Schelling hield mij op de
hoogte. Deze detective is, naar het schijnt,
een cavalier, een heel charmant mensch.
Hij houdt zich nu reeds in de stad op. Hij
heet mijnheer von Bieberitz en woont bij
den kastelein Pieper. Voor 't oog om his
torische bijzonderheden te verzamelen van
onze oude Lieve-vrouwenkerk en van de
vele oude kasteelen in den omtrek. Dat
geeft hem gelegenheid overal te komen."
„Bieberitz, Bieberitz zeide de baron
nadenkend. „Halt, ik ben er het is
een neef van Röderich Wernecke in Silezië,
ik heb hem daar herhaalde malen op de
jacht aangetroffen."
„Dat zal hem bepaald wel zijn. Die
moet je nu dadelijk eens opzoeken. Geef
hem een kleinen wenk, dat hij voor zjjn
onderzoek ook Liebenberg niet vergeet.
Op grond van je vroegere vriendschap kan
jij hem ongegeneerd van alles op de hoogte
brengen. Er is bij ons nauwelijks geen
twijfel meer, uit welke bron die anonieme
brieven komen. Maar men heeft bewjjzen
noodig."
„God, Valerie, je hebt je blind
gestaard op een valsch schijnsel, het is een
idée-fixe bij je geworden en je kunt er niet
meer van loskomen. Ik geloof nu niet en
nooit, dat mijn vrouw zich zal verlagen tot
zoo iets gemeens."
„Je bent gek 1" schreeuwde Valerie, toor
nig met haar voetje stampend. Het kwam
niet dikwijls voor dat zij zich vergat, maar
op dat oogenblik was ze zoo boos, als de
vrijheer haar nog nooit had gezien. Hij zette
een zeer verschrikt gezicht.
Dadelijk daarop was ze zichzelf weer
te ons oudje op 't pad naar Lunteren en
keerde na afloop per zelfde gelegenheid
terug. Hij had ongeveer tien uur op ééu
dag gemarcheerd en vertoonde bij thuis
komst weinig vermoeidheid. Zéé kras
zijn er weinigen.
Oude gebruiken.
Nu het wederom tegen Vastenavond
loopt, kan men op vele Noordbrabantsche
dorpen uit verschillende herbergen eene
vlag zien wapperen, ten teeken dat het
een of andere boog-, kaart- of ander
gezelschap daar zijn „teredag" houdt.
Bij dat potverteren worden dikwijls
nog eeuwenoude gewoonten en gebruiken
in acht genomen.
Bijzondere vermelding in dit opzicht
verdient het St.-Antoniusgilde, te Gemert.
Op den dag van het jaarieest trekken de
gildebroeders met hun Koning en dekens
in hunne eigenaardige kleedij steek,
groene bandelier, korte broek en witte
slobkousen voorafgegaan door den
kornet te paard, met den tamboer en
vaandrig, door eenige straten van het
dorp. Hier en daar wordt aan eene
particuliere woning halt gehouden en
door den vaandrig „gevendeld" dat is
het vaandel op kunstige wijze heen en
weer gezwaaid. Nadat aan de broeders
de eerewijn is aangeboden, gaat de stoet
verder, om ten slotte in de herberg,
waar het gilde gevestigd is, het feest
voort te zetten.
Eigenaardig is ook de wijze waarop
de nieuwe deken die elk jaar geko
zen wordt door de buren wordt ge
huldigd. Terwijl de nieuwbenoemde door
het gilde naar huis wordt geleid, komen
de buurmeisjes met een hoogen hoed en
een lange pijp, versierd met groene linten
en bloemen, den deken tegemoet. Nadat
hij een feesthoed heeft opgezet en de
feestpijp heeft aangestoken, dansen de
meisjes, op de slagen der trom, in een
grooten kring om hem heen.
Dit jaarlijksch „trekken" van dit gilde
wekt altijd veel belangstelling.
In het begin yan Septem
ber van het vorige jaar had een tele
grambesteller te AMSTERDAM, zekere
A., het ongeluk met zijn rijwiel een
leelijken val te doen. De gevolgen van
dien val waren zeer ernstighij moest
naar huis gebracht worden en kwam
n!et weer op zijn verhaal. Hij was en
bleef geheel versuft, zijn geheugen was
geheel weg. Hij kon niet meer geregeld
meester.
„Met jou is niets aan te vangen. Zie je
dan niet in, hoe gunstig het voor je was,
wanneer je vrouw van zulk een misdaad kon
worden beschuldigd, en dat met bewij zen
gestaafd O, dat je daar nu eerst je neus
aan moet stooten eer je dat begrjjpt. Die
goede kameraadschap tusschenDr.Balduin en
de twee dames op jouw kasteel doet alles
vermoeden. Ja, ja, ik houd die oude Wanz
low er ook niets te goed voor, dat zij er
een handje in heeft. Oude-jongejuffers zijn
steeds boosaardig. En juist sedert die be
roemde tante op Liebenberg is, brak die
stroom van anonieme brieven over ons los."
De vrijheer schudde beslist met het hoofd.
„Tante Wanzlow Zij is alles wat
onaangenaam is, maar eerlijk als een dap
per soldaat."
„Zoo welnu, lees dat dan eens en
zeg mij dan nog eens wat je ervan denkt."
Zij ging op haar schrijftafel toe, haalde
uit een gesloten vak een brief en gaf dien
aan den baron over.
De vrijheer las
„Geëerde mevrouw
Een vriend, die uwe belangstelling
voor mijnheer Von Kraschwitz kent, deelt
u mede dat deze nu tijdelijk in Berlijn
is. Zijn adres is Grootestraat 14. Zoo
er u iets aan zijn vriendschap gelegen
is, verras hem dan eens tuschen vier
en vjjf uur in den namiddag. Dan zult
ge zijn waar karakter leeren kennen.
Hoogachtend,
een Onbekende."
„Nu vroeg Valerie, toen de vrijheer
verwonderd den brief van alle kanten
bekeek.
„Dat is een strik dien men u heeft ge
spannen," zeide hjj zenuwachtig.
„Natuurlijk. En wie kende uw adres in
Berlijn buiten uw vrouw?"
„Buiten mijn vrouw kendet alleen gij
mijn adres daar."
„Dus
Mijnheer von Kraschwitz greep met
beide handen naar hoofd.
„God, Valerie, het is onmogelijk
WORDT VERVOLGD.