Binnenlandsch Nieuws. hoofdstuk xxvm. VJk° T*™ delijk weerklonken, toonden, dat het pu bliek met instemming luisterde. «etrokken Prijzen. 6e klasse. 15e lijst. Trekking van Woensdag 13 Februari Pryzen van f 100 en daarboven. Nos. 2528 6357 eu 19813 elk f 1000 No». 7621 9511 14672 16577 18898 en 19696 Cl^NO»4°435 669 8932 11967 12356 14434 14551 en 19413 elk f 200. Nos. 1501 5647 5688 9377 11485 11996 15290 17678 en 18046 elk I 100 Prijzen van 1 70. 2230 4945 7612 10671 13149 15987 18500 264 5112 698 826 168 16038 567 276 118 883 884 221 994 901 236 8003 936 295 027 11157 109 158 90 133 62 65 243 333 80 82 97 479 317 340 429 437 579 665 729 529 3023 609 118 465 556 585 659 685 700 205 224 282 555 799 189 629 866 870 876 327 439 440 497 641 769 782 896 936 991 151 580 165 910 168 19041 199 171 206 316 333 627 655 767 26 85 753 834 916 1006 102 248 278 307 334 129 137 303 6019 387 481 566 607 625 691 851 882 346 4064 412 418 465 506 516 907 983 2096 2188 238 7073 341 152 743 9137 946 14006 17005 849 163 12043 253 193 182 097 178 179 213 340 364 400 410 527 535 571 200 324 332 439 684 708 751 853 971 528 543 664 666 682 179 331 205 239 253 276 400 449 645 716 723 752 814 819 840 434 713 729 733 757 267 310 457 549 584 593 701 704 959 756 18040 982 041 242 244 345 406 485 506 522 554 668 853 909 926 986 995 660 15122 689 227 398 10025 443 113 119 321 698 726 897 925 970 458 13105 240 562 565 673 878 954 809 20103 902 273 324 342 492 675 724 747 757 766 941 968 055 306 351 378 381 395 422 427 458 449 751 7460 483 491 5e klasse. 16e lijst Trekking van Donderdag 14 Februari. No. 8618 I 31000, vau m, Nos. 762, 5414. 5483, 7105 en 13266 elk f 1000. e d AT- ncinn CuöO ttQRA 10197 9.09.4.7 pn 2OK60 Nos. 7206, 8632, 8956, 18127, '20247 en 20560 elk f 400 Nos- 995, 13833, 19755 en 20999 elk f 200. Nos. 14, 5057, 5703, 596». 8694, 12491, 12891, 14884, 16578 en 18103 elk f 100. Pcijzen van t 70. Donderdag gt .den in het koffiehuis „de Beurs* van den heer W.RoggeveenCz. Aanwezig 10 laden De vice-voorzitter, de heer Jb. Zijp IIz., opent de vergadering en brengt hulde CTA.1TC1 <1TI?RI I san de nagedachtenis van den heer 1 AA 1 OIjv/ 1 fciillJ Waller, den overleden voorzitter der Vereeniging, en verder aan den heer Van Kossem, den vertrokken secretaris, maar spreekt de hoop uit, dat de tegen woordige leden bun werkkracht tot bloei der Vereeniging zullen aanwendon. De heer T. Koomen Az., secretaris, leest de notulen, die onveranderd worden goedgekeurd. Do heer G. C. Hulst doet als pen ningmeester rekening en verantwoording over het jaar 1900. De ontvangsten bedroegen f 220.755, de uitgaven f 40.63, dus een batig saldo van f 180.125. Er staat nog een bedrag van f 175 op de Westfriesche Bank, wat dus met het saldo een bedrag maakt van f355.125. De begrooting werd vast gesteld op eea bedrag in ontvang en uitgaaf van f 355.125. De commissie, om de rekeuiug na te zien, bestaande uit de heeren J. Breebaart Kz., L. v. d. Vijzel en P. Buis Jz., adviseert tot goedkeu ring van rekening en begrooting. Aldus geschiedt. Er was ingekomen een brief met mededeeting van hot overlijden van den heer Wallerde secretaris had uit naam der Vereeniging een biief met rouwbe klag teruggezonden. De secretaris leest daarna het jaar- versla?, waaruit blijkt, dat de vereen, telt 86 gewone leden, 1 polder k f 25. 8 gemeenten t 10.3 corporaties k f 1.—. Daarna wordt besloten dat het bestuur een bezoek zal brengen aan den Minister van Waterstaat, Handel en JN ij verheid, om met hem te confereeren over het puat, om het kanaalplan der vereeniging op te nemen in het bij den Raad van State ingediende ontwerp tot droog making der Zuiderzee (Wieringer meerj.In dat ontwerp komt voor een waterweg dienende voor afwatering en tevens voor scheepvaart, die wellicht wel zóó gelegd kan worden als door de Kanaalvereeni- ging zou worden gewenscht. Tot bestuursleden worden herkozen de heeren D. Pijper, H. J. K. v. d. Steen en W. Roggeveen Cz. en gekozen in de plaats van den heer Waller de hr. J. Breebaart Kz, Daarna sluiting. In de volgende beatuursverg. werd de hr. J. Breebaart Kz. tevens als Voorz. gekozen. Over den Transvaal- avond door den heer J. Zandstra (zie Adv. in dit no.) lezen wij in de Apel- doornscbe courant Voor een flink bezette zaal hield de heer Zandstra eene voordracht over Transvaal. De heer Zandstra was censor der brieven voor de Britsche krijgsge vangenen en Secretaris van den Boeren- commandant Hermann. Eindigende met de woorden van een Tranvaalscb volkslied„Transvaal gaat nooit verloren", bestoot do heer Zandstra zijne voordracht, die zeker door allen in de zaal met belangstelling werd aan gehoord, getuige het langdurig applaus. De Provinciale Overijselsche en Zwol- sche Courant zegt In de concertzaal van Odeon alhier trad voor een eivolle zaal en een dank baar publiek als spreker op de heer J. Zandstra, verbannen onderwijzer uit Transvaal. De heer Z. spreekt met ernst, met nadruk en klem. Yan 't begin tot het heerlijke familie al heel goed aan te staan; en terwijl de scherts der anderen nog eenigszins binnen de perken bleef en alleen vroolijkheid opwekte, werd bij scherp en beleedigend, met iets bepaald uitdagends in zijn wezen. Dr. Balduin had een poosje zwijgend toegeluisterd, doch spoedig was zijn geduld ten einde. „Mijne heeren, gij bedenkt zeker niet, dat gij het ongeluk bespot," wendde hij zich bedaard, maar zeer ernstig tot de jonge mannen, terwijl hij vooral luitenant Lanz scherp aankeek. „Ik dacht, dat het de plicht van elk cavalier was, vrouwen in nood en verdriet bij te staan, te meer als zy van baar natuurlijken beschermer zijn beroofd. Men gooit geen weerlooze vrouwen en kinderen met steenen." De woorden maakten indruk; het lachen hield dadelijk op. Het meerendeel der spotters had het niet zoo kwaad gemeend en gaf zoodoende Dr. Balduin gelijk en refererdaris Holberg zeide vrijmoedig „Waarachtig, doctor, ik moet u gelijk geven, het is ook eigenlijk oudewijvenpraat. Maar dat afschuwelijke weer en de groote verveling, waaraan men in dit ellendige ■est ten prooi is, is er de schuld van, dat men boosaardig wordt als een oude-jonge- juffer by een kofiiekransje. Lanzheb je het gehoord wat doctor Balduin daar zeide Lanz zette een hooge borst op. ,'t Spijt me, het heeft geen indruk op me gemaakt. Zeer goedig van Dr. Balduin, om ons een voordracht te houden over onze plichten als cavalier ik kan ondertusschen geen gebruik van die goede wenken maken. Ik neem de vrijheid te constateeren, dat ik heel erg goed weet wat ik dames verschul digd ben. Ik heb eene dame nog nooit de aciiting geweigerd, zoolang zij die verdient." „Wat wil dat zeggen?" riep Dr. Balduin verschrikt uit. „Moet dat beteekenen, dat de dame, die gij zooeven maaktet tot het voorwerp van uw zeer slecht gekozen scherts, die achting, die gij tot dusverre nog niemand hebt geweigerd, niet meer verdient?" ^Bat m«st zesveel beteekenen, als dat ei„a. Tolgde men Tooriraott Jï aandacht de toejuichingen die herhaal- -raartegen het blad front wil maken, de democratie, die tot „gevaarlijke" en „bedrieglijke" leuze heeft „directe staatshulp voor minvermogenden* en die haar doel wil bereiken door het algemeen kiesrecht. Na er op gewezen te hebben, hoe kiesrechtuitbrei - ding indertijd verlangd eu door de regeering i* aangeboden* „niet ter wille der idee dat de wenachen vau het volk te weinig door de regccring werden gehoord", maar „als onmisbare voorwaarde van blijvende verbetering", zegt het nieuwe conservatiet- liberalc orgaan het volgende „Ook than9 wordt algemeen kiesrecht niet als doel, maar als middel op den voorgrond ge schoven. Als middel tot meerdere sociale recht vaardigheid, naar het heet. Maar „sociale recht vaardigheid" dan, opgevat indien zin, dat directe hulp uil de staatskas zal worden geboden aau allen die geacht worden daaraan behoefte te hebben. Met groote naïveteit wordt het als van de daken verkondigd, dat b.v. een ouderdoms- pena.oen met een „flinke" bjjdrage vau den Staat (of geheel voor ziju rekening) niet ver- krygbaar is zonder algemeen stemrecht. En daarom moet men op algemeen stemrecht aansturen. En dat is het eigenaaidig soort vau „democratie", dat gepredikt wordten met allesziu» verklaarbaar succes! Want al zullen we ons onthouden van de wat versleten leen spreuk la uémocratie c'est 1'envie, dat de „democratie", die door onze sociaal-democraten geleeraird wordt nis de alleen-zaligmakende leus, feitelijk niet veel anders is dan een vaak zelis niet vermomd klasse-belang, dan een op wekking om te zorgen, dat de schatkist ten dienste sta der minvermogenden, het behoeft niet bewezen te worden omdat het telkeDS weer met zooveel woorden onomwonden wordt erkend l)ie erkenning trouwens is noodigvoer de propaganda Van socialisme wendt ons indivi dualistisch volkskarakter zich af; van een demo cratie, die er alleen op uit zou zyn ter wille eener theorie van rechtsgelijkheid ook de thans pulitiek-onraondigen tot de stembus toe te Jaten, van zoodanige democratie valt geen lens te maken, waarvoor de „gelukkige bezitters" van het kiesrecht warm worden,tenzij nu juist, tenzij gij hun daarbij aantoont, dit deze demo cratie ook hun meer welstand, meer levensgeluk, minder zorgen zal breogen, zulks door de onbekrompenheid van den fneusi" Wij heb beu, waar wy het algemeen kiesrecht verdedigen en in het bijzonder de urgentie der grondwetsherziening om te komen tot algemeen j kiesrecht dit nooit, zooals de sociaal-democraten, beschouwd als een direct middel tot meerdere sociale rechtvaardigheid, of liever als een middel in den strijd van de min- en niet verrnogenden tegenover de 120 3083 5298 7806 10049 12639 14567 17658 58 3106 5460 28 096 642 636 709 269 3232 5537 49 154 821 763 817 78 43 5783 7915 163 13000 777 833 328 76 5868 19 220 057 970 863 627 96 6012 8004 384 325 15019 18096 630 3384 15 99 419 330 070 1J16 923 3503 6103 8124 420 427 '293 314 1037 35 27 58 460 430 333 361 1198 58 6410 81 585 448 334 464 1324 81 55 8275 613 565 540 518 1504 3669 71 8337 661 576 820 721 47 8782 6513 75 717 605 845 760 70 4120 24 8638 11064 747 917 863 73 4216 33 87*5 154 788 919 864 1714 17 6775 8805 303 866 951 19007 38 39 6816 8945 398 944 978 016 1815 75 6914 88 453 959 16'254 027 75 4332 57 9004 690 980 303 197 91 61 91 9135 597 14017 319 412 1941 95 7128 78 820 087 374 480 73 4418 67 9-2 825 093 409 593 24*33 4601 7214 9288 12011 100 684 903 '2154 4759 50 9521 016 118 804 968 97 93 85 62 140 119 931 969 2489 4823 7359 91 161 256 17053 20238 2522 70 87 9615 220 '270 115 313 '2609 89 7402 9787 322 295 247 336 '2824 4914 7566 9878 402 317 254 395 3033 5077 72 S3 506 376 270 418 36 5147 95 9916 541 446 318 563 41 54 7647 613 544 449 733 Als we het nog niet wisten, dan weten we het nu: De Nieuwe Courant, het orgaan van de Nederland- sche werkgevers, zal front maken tegen de democratie, In het nummer van Zondag 3 Februari jl vinden we daaromtrent een zeer interessant hoofdartikel. Het blad verdeelt de democratie in twee soorten de eerste is de „zuiver staatsrechterlyke democratie," waarin we ons met het oog op onze staatsinstellingen reeds vrij wel kunnen verheugen de democratie Wanneer toch, zooals de Liberale Unie in haar zomervergadering heeft aangenomen* kiesrecht zal worden verleend aan alle meerderjarige mannen en vrouwen, dan zijn we er nog zoo zeker niet van, dat het aantal kiezers onder de min- eu niet-verrno genden zoo groot zal worden, dat dit tegenover de verrnogendenin de meerderheid zal zijn.. Wij heb ben dit reeds vroeger aangetoond en wanneer wy nu voor dezen keer de vrouwen er bij nemen, dan is het nog altijd de vraag, or daaronder niet duizenden en duizenden zijn, die aan de zijde zullen gaan staan van hen, die met De Nieuwe Courant l'ront makeu tegen de democratie-Sociale rechtvaardigheid kan ook, indien hij maar wil, betracht worden door den wetgever, die zyn wetgevende macht aan het huidige kiesrecht ontleeut. Het was juist de „theorie van rechtsgelijkheid", die ons aantrok, en dit werd des te sterker, omdat een ellendige kieswet ót feitelijk zeer velen van het kiesrecht uitsloot, of door haar uiterst ingewikkelde samenstelling even zoorelen terughield om het kies recht aan te vragen. Vooral was het ons een gruwel, aat zy, die zooveel lange jaren aangedrongen hadden op sociale rechtsgelijkheid, de arbeiders, die het maar altyd tegen de werkgevers moesten afleggen nu men er eindelijk, hoewel zeer langzaam, toe kwam om hun goed recht in deze te erkennen, door huu stem op de desbetreffende wetgeving niet eeuigen in vloed zouden uitoefenen. Aau het: „wij willen over u, by u, maar zonder u" over uw lot beslissen, moest een einde komen, te meer omdat de „gelukkige be zitters" vau het kiesrecht, jareu eu jaren lang, telkens en telkens als het hun eigen -zaken betrof, door hun stem nog al iets te zeggen hadden gehad. Van die rechtsgelijkheid valt, meent de Nieuwe Courant, geen leus te maken onder de ki zers Nu, dat heeft de heer Roodhuizen in de vergadering aer Liberale Unie ock gezegd en hij en de Nieuwe Courant houden vol dat de kiezers er niet warm voor te maken zyn. Het kan mogelijk wezen, hoewel de 33 afgevaardigden, die vóór de urgentie stemden, en de kiesverenigingen, die hen ter vergadering zonden, wel naar iets meer warmte heenwezen maar op merkelijk is het, dat de Nieuwe Courant een „tenzij" heeft en dan veronderfitelt,dat, wanneer men den kiezers zelf maar meer welstand, meer levensgeluk, minder zorgen zou kunnen voorspiegelen, zij wel iets zouden voelen voor rechtsgelijkheid bij de stembus. Wij zouden kunnen beweren: de Nieuwe Courant kent zijn Pappenheimers, indien zij veronderstelt dat egoïsme alleen de gelukkige bezitters van het kiesrecht zou kunnen bewegen om die rechtsgelijkheid te erken nen, dat dezen zouden zeggen er valt licht ook wat voor ons af maar indien wy de beweging tegen algemeen kiesrecht en tegen een betere soc.ale wetgeving, die dairvaa het gevolg zal kunucn z.je, goed te|r9P?=; dan durven wij wel ronduit verkondigen dat het juist liet egoïsme ia, dat een zeer groot gedeelte der kiezers en specual de economische groep, welke de Nieuwe Courant vertegenwoordigt, terug houdt om de theorie der rechtsgelijkheid tot de hunne teniiken. Wij hebben die heeren a.in het we k gezien bij de ongevallenwet„directe ataatahulp voor minver mogenden" ia Uil eenmaal een gevaarlijke leus'en niet zouder grond zien zij in, dat wanneer die „minvermogenden" ook wat of iets meer bij de stembus te zeggen krijgen, er eea nog krachtiger beroep op die Btaatiilulp zal worden gedaan en dat die hulp voor een vrij groot gedeelte betaald zal moeien worden proportioneel door hen, die het meeat bezitten. „Voor wie, om 't gevaar voor zijn geldkist af te wenden", zeide dr. Kuyper op bet christelijk sociaal congres in 1891, „met ons in het gelid willen treden, is hier geen plaats. Het is hier heilig land, en wie hel betreden wil, moet eerst de voetzool van zijn egoi-me outbinden." Het ia dus wanrljjk niet de „moderne democratie", die am de kiezers, en speciaal nan de belaating- kiezers, die toch het overgioote deel daarvan vormen, meer welstand, meer levensgeluk, minder zorgen kan beloven en belooft, wanneer zij ter wille eener theorie van rechtsgelijkheid de thans politiek onmondigen tot de stembus wil toelaten, wij erkennen volkomen, dat wanneer we daardoor krijgen een betere sociale wetgeving, deze offers nan de gemeenschap zal vragen en dat zij daarin het meeste zullen moeten betalen, die naai' verhouding tot nn toe het minste offerdenontkennen doen we echter niet de mogelijkheid, dat wanneer het de onderste lagen der maatschappij door een wijze wetgeving en betere economische verhoudingen minder slecht zal gaan, de derde stand, die het gros der kiezers vormt, daarvan eeuig voordeel zal kunnen ouder vinden, al ware 't alleen maar doordat de koopkracht van den vierden stand daardoor beter zou kunnen worden. Maar het zon te gek zijn om met znlk een argument de tegenstanders van algemeen kiesrecht tot voorstanders te maken Neen, wie daaraan wil meiJoen, moet eerst de voetzool van zijn egoïsme ontbinden 1 „Tegen die democratie ia het kwaad strijden" zegt de Nieuwe Courant „Want dien strijd aanbindend, moet gij den door beloften verlokten kiezer er van overtuigen, dat van het duizendjarig rijk van geluk voor allen de sleutel niet bij den fiscus berust, moet ge hem ontgoochelen en wie weigert niet, zijn illusies weg te werpen? j moet ge met beschouwingen, met onderscheidingen, met feiten en cijfers, met meer dan «én voorbehoud, met de troosteloos-klinkende verklaring eindelijk van des wetgevers beperkten ia vloed, den kiezer aan boord komen. En dat alles klinkt wel koud en koel-beredeneerd tegenover de edelmoedige beloften, de prachtige vooruitzichten t Wordt dan bovendien van de andere zijde cenvoudig-weg gezegd, dat al uw traai geredeneer enkel voort spruit uit vrees voor den „geldzak," uit kapita listische behoudzucht, dan is de kans niet gering, dat de kiezer besluit maar liever bij den ander zich aan te sluiten, die minder van h»m vraagt, minder „self-help", minder berusting, minder geduld, alleen maar een beetje meer geloof in de wondermiddelen „Ziedaar de groote moeilijkheid in den strijd tegen de „democratie", tegen de sociaal-democratie in de eerste plaats als de „veelbelovende" staats partij bij uitnemendheid," Welnu, de Nieuwe Courant ziet de zaken te donker in; strijdt tegen windmolens Gewone belastingkiezers laten zich door geen belotten verlokken, eu ze zijn alirn genoeg om te begrijpen, dat wanneer de poorten van het duizend-jarig rijk door den fiscus moeten worden ontsloten, dit het eerst op hen zal neerdrnipen buitengewone belastingkiezers, zij die eenige stadie hebben gemaakt van het sociale vraagstuk, weten bovendien zeer goed, dat nooit door de sociaal-demo, crateu de theorie is verkondigd dat de heilstaat welken deze zich droomen, zal kunnen verkregen wor den door een stelsel van belastingen. lu ieder geval, vraagt de „moderne democratie" geen geloof in wondermiddelen Ook het algemeen kiesrecht is dat niet j wel vraagt zij van hen, die macht hebben, eikenning van het recht, dat ieder ataatburger bezit, om door zijn stem invloed uit te oefenen op 's lands regeering, opdat ook de werklieden stem erlangen in het kapittel van het staatsbestuur wel vraagt zij aan allen, wortelende in den bodem van het gemeenschapsgevoel, vrijwillige toewijding aan het welzijn van den minder bevoorrechte; wel stelt zij den Staat den eisch, om de gebrekco der samen leving die door zijn wetten en verordeningen v/ordt bijeengehouden, te bestrijden zooveel in ziju vermogen is, en krachtdadig in te grijpen waar dit noodig blijkt. De moderne democratie verlangt, dat het huidige voor zoover dit niet reeds geschied is, bezittende klasse. Dat wil de moderne democratiedat er stoffelijk voordeel by te behalen zal zijn, geloor niet. Wij kunnen noch meer welstand, noch *S vensgelnk, noch minder zorgen aan de lastingki voorspiegelen. Voor wie, om gevaar voor zijn i1* kist af te wenden, met ons in het gelid wq is bij ons derhalve geen plaats, integendeel, 1 vaardigheid zal er noodig wezen. e'- F En dit is het nu juist dat ons in het bijzonder oud scheidt van de groep van mannon, die de Nieuwe Oo ik het nooit gehouden heb voor den plicht van een cavalier, onrecht te verschoonen en een lage handeling te vergoelijken," antwoordde Lanz met groeiende opgewon denheid, terwijl zijn rood gelaat zich nog donkerder kleurde. „Dat is geen direct antwoordriep de leeraar uit, „Gij maakt toespelingen, waar voor ik een verklaring eisch, daar ge op niet mis te verstane manier eene familie beschuldigt, met welke ik bevriend ben. Hoewel ook het ongeluk dezer familie door de schuld van een der leden is veroorzaakt, tot wiens verdediger ik mij niet wil op werpen, zal ik toch nooit dulden, dat in mijne tegenwoordigheid eene schuldelooze vrouw beleedigd worden." „Is er dan by u nog nooit de verdenking opgekomen, wie de vervaardiger van die anonieme brieven kan zijn vroeg luitenant Lanz, terwijl hij Dr. Balduin brutaal in het gelaat keek. „Zoudt u dus nog nooit gehoord hebben, wat voor ons reeds lang een publiek geheim is Dr. Balduin was een oogenblik sprakeloos van toorn, toen hem eeu licht opging, wie luitenant Lanz verdacht. „Wat wie meent ge?" vroeg hij eindelijk toonloos. Hij boog zich voorover en in de vlammende oogen en zijn doods bleek gelaat lag eene bedreiging, die tot voorzichtigheid aanmaande. „Wij zijn het daarover allen eens, dat die brieven door iemand uit onze kringen moeten zijn geschreven," antwoordde luite- nant Lanz, zonder zijne hoogmoedige, tar tende houding te laten varen. „Het doel van de geheele intrigue is bepaald deze onze kringen te ondermijnen, den omgang I onderling onmogelijk te maken, twist te stoken, enz. Wie kan daarbij belang hebben wie kan zoo iets genot verschaffen, anders dan iemand, die onvrijwillig buitengesloten wordt en nu met nijd en verbittering op den kring blikt, waartoe hij eens heeft behoord Ongelukkigerwijs verraadt de misdadigster zic.hzelve. De grove en kwet sende wijze, waaropeen zekere dame zich sedert het oogenblik dat de brieven be gonnen zijn te verschijnen, van haar vriem oprichtten; die, de democratie vertegenwoordig,i1*8' orthodoxen zie, slechts van de kiezers kunnen0^'11 dat deze met een zekere soort van democratie rT"' gaan .omdat zij zouden kunnen meenen daardoor i meer welstand te komen. kit Zoials dc waard is, vertrouwt hij zyn gasten Bestrijding dor bJctoriëuziêïJT in de kool. De Algemeene Vergadering der Naam loozo Landbouw- en Handel8vereeni»jn' LrimgedU U en Omstrelie0 op Woensdag 27 Februari a. s., bij jL heer Brommer to Dirkshor n, belooft in vele opzichten belangwekkend te worden en niet hot minst door de pjan. nen, die besproken zullen worden ter bestrijding van de gevreesde bacteriën- ziekte der kool. Prof. Ritzema Bos is voornemens per. soonlijk op de vergadering aanwezig te zijn, om het onderstaande plan tos te lichten Plan voor proefnemingen betreffende de bacteriënziekte der kooien. 1. Op een terrein, waar no* geen kool werd geteeld, zaait I men uit: a. Zaad, van gezonde koolplanten ge- wonnen b. Zaad, gewonnen van zieke kool- planten. Zie aanteekeningen. (Is te Broek op Langendijk geen ge- schikt terrein te krijgen, waar nooit kool werd gezaaid of geplant, dan kan de heer Porte waarschijnlijk te Winkel het benoodigde terrein verschaften.) a. De plantjes, afkomstig van gezond zaad, plante men later uit voor één derde gedeelte op land, waar het vorige jaar zieke kool groeide (te Broek op Langendijk) voor één derde gedeelte op grond, waarop nog nooit kool werd geteeld (dus waarschijnlijk te Winkel); voor één derde gedeelte op besmet land, dat men vooraf heeft zuur gemaakt; zie aanteekeningen b. De plantjes, afkomstig van zaad van zieke koolplanten, plante men uit; voor de helft op land, waar het vorige jaar zieke kool groeide, (te Broek op Langendijk); voor de andere helft op land, waarop nog nooit kool werd geteeld, (te Winkel). Bij den oogst van de kooien zoowel van die onder a, als van die onder b moet nauwkeurig worden naga^aaa hoeveel gezonde en hoeveel zieke kooien op elk perceel worden aangetroffen. Het doel van de onder I proeven is le. met zekerheid uit te maken, of da besmetting reeds op de banen geschiedt; 2e. en zoo ja, of zjj daar alleen plaats grijpt, dan wel ook nog op do velden; 3e. wanneer dit laatste het geval mocht zijn,of dan een zure reactie van den bodem van het koolveld in staat zoa zijn, deze besmetting te voorkomen door terugkome van de dwaling, waarin het werd opgevoed de in den grond aanwezige bacteriën en is opgegroeid, dat de handhaving van het recht dooden den heeft teruggetrokken, was reeds ver dacht genoeg. Ik heb me nooit veel om de kletserij bekommerd, maar ik weet wat men algemeen gelooft en weet." „Maar wat u daar zegt, en waaruit ik zooveel begrijp alsdat u mevrouw Von Kraschwitz beschuldigt de maakster van die brieven te zijn, zijn leugens, gemeene leugens, en geen enkel bewijs is ervoor!" riep Dr. Balduin, zijn stem verheffend. ,.Ik verlang van u een bewijs, of de intrekking van deze beschuldiging!" Allen zetten groote oogen op, opge wondenheid maakte zich van allen meester. Eenigen schudden afkeurend het hoofd, anderen demonstreerden zacht en heftig. Manneke Pieper trok zich op den achter grond terug hij hield er bepaald niet van in twisten naar zijne meening gevraagd te worden, of partij te moeten kiezen. Hij verscheen steeds op het oogenblik als de beslissing viel, met een gelaat als was hij de meest besliste overwinnaar. „Een overtuiging hebben en wettelijke bewijzen, zijn tweeërlei", zeide luitenant Lanz met pedante zekerheid „Goed, ik zet mijne overtuiging tegen over de uwe," antwoordde de leeraar nu be daard. „Ik sta er borg voor,dat mevrouw von Kraschwitz onschuldig is aan deze wandaad, en ik vraag u nogmaals uwe beschuldiging te herroepen „Dan zou ik moeten liegen," lachte Lanz hoonend. „Voor dat woord zal ik genoegdoening erlangen," antwoordde Balduin. Lanz boog „Ik ben tot uw dienst." In het volgende oogenblik had Balduin het lokaal verlaten, alle. aanwezigen voor de rest van den avoncj in de grootste op- wondenheid achterlatend. Nog dienzelfden avond kwam Ottfried door zijne kameraden te weten wat gebeurd was by manneke Pieper. Dr. Balduin was bezig op zijn kamer zijn zaakjes te ordenen, zooals een elk doet die aan den vooravond van een duel staat. de eenige ware roeping van den Staat ia, een dwaling waarvan men, vooral als dit eigen belangen betrof, in de laatste vijfentwintig jaren meer en meer terugkwam, maar dit thans te moeilijker doet, naarmate de be moeiing van den Staat ten goede zal komen aan de arbeidende klasse, die maar al te vaak gedrukt werd door de Staatsbemoeiing ten behoeve van d e wiaa1,, Een vroegere regimentskameraad van hem, bevond zich reeds op weg met eene uitdaging voor luitenant Lanz, die plaats en wapen zou vaststellen. De leeraar zat aan zijn schrijftafel, las en schiftte eenige documenten en brieven, en de hoop verscheurd papier, die reeds zoo groot was dat de papiermand te klein was en de rest dus daarnaast plaats rdoest vinden, roofde aan de kamer het anders zoo orde lijke en gezellige en gaf den indruk van een overhaast vertrek. Somwijlen liet Dr. Balduin midden in zyn werk de handen zinken en verzonk in diep gepeins. Zoo nu en dan eens stond bij op, rekte zich uit en liep dan met groote en snelle schreden de kamer op en neer. Zoo was hij dus ook als offer van het noodlot gevallen o, hij had het gevoeld en er tevergeefs tegen gestreden. Geen mensch kan zijn noodlot ontgaan 1 Veel te fijn en te zeer door elkaar geslin gerd voor ons grof waarnemingsvermogen, zijn de draden die het lot der stervelingen met elkaar verbinden. In het oogenblik, waarin we het gevaar gelooven te bemerken, waarvoor wij ons nog vrij wanen het te kunnen ontgaan, zijn we reeds zoo diep in het ons omstrikkend net verward, dat onze pogingen om vrij te komen, slechts het onmachtig gespartel van een gevangen visch gelijkt. De leeraar hield een streng gericht over zichzelf en over de zwaar beleedigde vrouw die zijn noodlot geworden was. Hadden zij beiden op lichtzinnige manier den onwil van de menschen op zich geladen Hadden ze dan zoo zwaar gezondigd tegen de eischen van stand, rang en gewoonte, om de tegen hen ingebrachte aanklacht waar te doen schijnen Zijn geweten sprak hem en de ongeluk kige vrouw vry; ziju levenservaring zeide hem, dat het ongeluk in de oogen der ie 16 scbuld beteekent. Geen lage motieven rs- T, n plicht' bad hem en 4e. uit te maken, of de ziekte ook soms met het zaad zou kunnen worden overgebracht. II. Men kieze twee of drie plantenbanen uit, die erg En dat die jongen hem zoo lief en dier baar was, dat was juist de oorzaak van het punt van aanraking tusschen hem en deze vrouw en hare kinderen. Eer hij Lydia gezien had, was hij reeds door de betoovering, die haar zoon op hem uitoefende onafscheidelijk aan haar gehecht- Even zoo zeker als tweemaal twee vier is, moesten zij en hij door dien zoon tot elkaar worden gebracht en evenzoo moest die ontmoeting beslissend zyn voor geheel zijn volgend leven. Wanneer men twee lijnen naar één en hetzelfde punt trekt, dan kan een samen treffen niet uitblijven. Reeds eer hij e0 Lydia er eenig denkbeeld van hadden, hadden hun levenslijnen naar het gelijk6 doel gestreefd en waren ze elkander steeds nader en nader gekomen. Vandaag werd het hem voor de oers maal goed duidelijk, dat zijne vereenigi"? met deze zwaarbeproefde vrouw slechts een kwestie van tijd was. Afgezien van hun innerlijk verbond moest de oorlog, die hun door schappij verklaard was, hen nood en ontwijfelbaar samenbrengen. Misschien, wanneer men hem niet 6P liet aanstootelyke van zijn omgang met barones had gewezen, misschien neer haar kennissen haar niet in d011 J3 hadden gedaan en haar met ste nen hadden geworpen, om tenslotte ee gemeene, lage aanklacht tegen haar te do® misschien neen, hoogstwaarschijo 'J had het langoren tijd geduurd om het do de omstandigheden, door een zekere van zelfzucht onderdrukte, groote, ster gevoel, dat hen tot elkaar dreef, tot volle on wikkeling en tot bewustzyn te brengeii eindresultaat was beslist hetzelfde 8eflre. j De boosaardige praatjes en de leugen der anderen dwongen hem nu, zich snel mogelijk het recht toe te eigen den beschermer te worden van deze l>e terde vrouw. Het vreeselijke verwijd de menschen hem in het aangezicht s gerden; dat zij zouden hebben gezon tegen het zesde gebod, dat moesthen uit slaap opschrikken. WÓRDT VERVOL"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 2