Binnenlandsch Nieuws.
hoofdstuk xxvm.
VJk° T*™
delijk weerklonken, toonden, dat het pu
bliek met instemming luisterde.
«etrokken Prijzen.
6e klasse. 15e lijst.
Trekking van Woensdag 13 Februari
Pryzen van f 100 en daarboven.
Nos. 2528 6357 eu 19813 elk f 1000
No». 7621 9511 14672 16577 18898 en 19696
Cl^NO»4°435 669 8932 11967 12356 14434 14551
en 19413 elk f 200.
Nos. 1501 5647 5688 9377 11485 11996 15290
17678 en 18046 elk I 100
Prijzen van 1 70.
2230 4945 7612 10671 13149 15987 18500
264 5112 698 826 168 16038 567
276 118 883 884
221 994 901
236 8003 936
295 027 11157
109 158
90
133
62
65
243
333
80
82
97
479
317
340
429
437
579
665
729
529 3023
609 118
465
556
585
659
685
700
205
224
282
555
799
189
629
866
870
876
327
439
440
497
641
769
782
896
936
991
151 580
165 910
168 19041
199 171
206
316
333
627
655
767
26
85
753
834
916
1006
102
248
278
307
334
129
137
303 6019
387
481
566
607
625
691
851
882
346 4064
412
418
465
506
516
907
983
2096
2188
238 7073
341 152
743 9137 946 14006 17005
849 163 12043 253 193
182 097
178
179
213
340
364
400
410
527
535
571
200
324
332
439
684
708
751
853
971
528
543
664
666
682
179
331
205
239
253
276
400
449
645
716
723
752
814
819
840
434
713
729
733
757
267
310
457
549
584
593
701
704 959
756 18040
982 041
242
244
345
406
485
506
522
554
668
853
909
926
986
995
660 15122
689 227
398 10025
443 113
119
321
698
726
897
925
970
458 13105
240
562
565
673
878
954
809 20103
902 273
324
342
492
675
724
747
757
766
941
968
055
306
351
378
381
395
422
427
458
449
751 7460
483
491
5e klasse. 16e lijst
Trekking van Donderdag 14 Februari.
No. 8618 I 31000, vau m,
Nos. 762, 5414. 5483, 7105 en 13266 elk f 1000. e d
AT- ncinn CuöO ttQRA 10197 9.09.4.7 pn 2OK60
Nos. 7206, 8632, 8956, 18127, '20247 en 20560
elk f 400
Nos- 995, 13833, 19755 en 20999 elk f 200.
Nos. 14, 5057, 5703, 596». 8694, 12491, 12891,
14884, 16578 en 18103 elk f 100.
Pcijzen van t 70.
Donderdag gt .den in het koffiehuis
„de Beurs* van den heer W.RoggeveenCz.
Aanwezig 10 laden
De vice-voorzitter, de heer Jb. Zijp IIz.,
opent de vergadering en brengt hulde CTA.1TC1 <1TI?RI I
san de nagedachtenis van den heer 1 AA 1 OIjv/ 1 fciillJ
Waller, den overleden voorzitter der
Vereeniging, en verder aan den heer
Van Kossem, den vertrokken secretaris,
maar spreekt de hoop uit, dat de tegen
woordige leden bun werkkracht tot bloei
der Vereeniging zullen aanwendon.
De heer T. Koomen Az., secretaris,
leest de notulen, die onveranderd worden
goedgekeurd.
Do heer G. C. Hulst doet als pen
ningmeester rekening en verantwoording
over het jaar 1900.
De ontvangsten bedroegen f 220.755,
de uitgaven f 40.63, dus een batig saldo
van f 180.125. Er staat nog een bedrag
van f 175 op de Westfriesche Bank,
wat dus met het saldo een bedrag maakt
van f355.125. De begrooting werd vast
gesteld op eea bedrag in ontvang en
uitgaaf van f 355.125. De commissie, om de
rekeuiug na te zien, bestaande uit de
heeren J. Breebaart Kz., L. v. d. Vijzel
en P. Buis Jz., adviseert tot goedkeu
ring van rekening en begrooting. Aldus
geschiedt.
Er was ingekomen een brief met
mededeeting van hot overlijden van den
heer Wallerde secretaris had uit naam
der Vereeniging een biief met rouwbe
klag teruggezonden.
De secretaris leest daarna het jaar-
versla?, waaruit blijkt, dat de vereen,
telt 86 gewone leden, 1 polder k f 25.
8 gemeenten t 10.3 corporaties
k f 1.—.
Daarna wordt besloten dat het bestuur
een bezoek zal brengen aan den Minister
van Waterstaat, Handel en JN ij verheid,
om met hem te confereeren over het
puat, om het kanaalplan der vereeniging
op te nemen in het bij den Raad van
State ingediende ontwerp tot droog
making der Zuiderzee (Wieringer meerj.In
dat ontwerp komt voor een waterweg
dienende voor afwatering en tevens voor
scheepvaart, die wellicht wel zóó gelegd
kan worden als door de Kanaalvereeni-
ging zou worden gewenscht.
Tot bestuursleden worden herkozen
de heeren D. Pijper, H. J. K. v. d.
Steen en W. Roggeveen Cz. en gekozen
in de plaats van den heer Waller de hr.
J. Breebaart Kz, Daarna sluiting.
In de volgende beatuursverg. werd de hr.
J. Breebaart Kz. tevens als Voorz. gekozen.
Over den Transvaal-
avond door den heer J. Zandstra (zie
Adv. in dit no.) lezen wij in de Apel-
doornscbe courant
Voor een flink bezette zaal hield
de heer Zandstra eene voordracht over
Transvaal. De heer Zandstra was censor
der brieven voor de Britsche krijgsge
vangenen en Secretaris van den Boeren-
commandant Hermann.
Eindigende met de woorden van een
Tranvaalscb volkslied„Transvaal gaat
nooit verloren", bestoot do heer Zandstra
zijne voordracht, die zeker door allen
in de zaal met belangstelling werd aan
gehoord, getuige het langdurig applaus.
De Provinciale Overijselsche en Zwol-
sche Courant zegt
In de concertzaal van Odeon alhier
trad voor een eivolle zaal en een dank
baar publiek als spreker op de heer
J. Zandstra, verbannen onderwijzer uit
Transvaal.
De heer Z. spreekt met ernst, met
nadruk en klem. Yan 't begin tot het
heerlijke familie al heel goed aan te staan;
en terwijl de scherts der anderen nog
eenigszins binnen de perken bleef en alleen
vroolijkheid opwekte, werd bij scherp en
beleedigend, met iets bepaald uitdagends
in zijn wezen.
Dr. Balduin had een poosje zwijgend
toegeluisterd, doch spoedig was zijn geduld
ten einde.
„Mijne heeren, gij bedenkt zeker niet,
dat gij het ongeluk bespot," wendde hij
zich bedaard, maar zeer ernstig tot de jonge
mannen, terwijl hij vooral luitenant
Lanz scherp aankeek. „Ik dacht, dat het
de plicht van elk cavalier was, vrouwen in
nood en verdriet bij te staan, te meer als
zy van baar natuurlijken beschermer zijn
beroofd. Men gooit geen weerlooze vrouwen
en kinderen met steenen."
De woorden maakten indruk; het lachen
hield dadelijk op. Het meerendeel der
spotters had het niet zoo kwaad gemeend
en gaf zoodoende Dr. Balduin gelijk en
refererdaris Holberg zeide vrijmoedig
„Waarachtig, doctor, ik moet u gelijk
geven, het is ook eigenlijk oudewijvenpraat.
Maar dat afschuwelijke weer en de groote
verveling, waaraan men in dit ellendige
■est ten prooi is, is er de schuld van, dat
men boosaardig wordt als een oude-jonge-
juffer by een kofiiekransje. Lanzheb je
het gehoord wat doctor Balduin daar zeide
Lanz zette een hooge borst op.
,'t Spijt me, het heeft geen indruk op
me gemaakt. Zeer goedig van Dr. Balduin,
om ons een voordracht te houden over onze
plichten als cavalier ik kan ondertusschen
geen gebruik van die goede wenken maken.
Ik neem de vrijheid te constateeren, dat
ik heel erg goed weet wat ik dames verschul
digd ben. Ik heb eene dame nog nooit de
aciiting geweigerd, zoolang zij die verdient."
„Wat wil dat zeggen?" riep Dr. Balduin
verschrikt uit. „Moet dat beteekenen, dat
de dame, die gij zooeven maaktet tot het
voorwerp van uw zeer slecht gekozen
scherts, die achting, die gij tot dusverre
nog niemand hebt geweigerd, niet meer
verdient?"
^Bat m«st zesveel beteekenen, als dat
ei„a. Tolgde men Tooriraott Jï
aandacht de toejuichingen die herhaal- -raartegen het blad front wil maken, de democratie,
die tot „gevaarlijke" en „bedrieglijke" leuze heeft
„directe staatshulp voor minvermogenden* en die haar
doel wil bereiken door het algemeen kiesrecht.
Na er op gewezen te hebben, hoe kiesrechtuitbrei -
ding indertijd verlangd eu door de regeering i*
aangeboden* „niet ter wille der idee dat de wenachen
vau het volk te weinig door de regccring werden
gehoord", maar „als onmisbare voorwaarde van
blijvende verbetering", zegt het nieuwe conservatiet-
liberalc orgaan het volgende
„Ook than9 wordt algemeen kiesrecht niet als
doel, maar als middel op den voorgrond ge
schoven. Als middel tot meerdere sociale recht
vaardigheid, naar het heet. Maar „sociale recht
vaardigheid" dan, opgevat indien zin, dat directe
hulp uil de staatskas zal worden geboden aau
allen die geacht worden daaraan behoefte te
hebben. Met groote naïveteit wordt het als van
de daken verkondigd, dat b.v. een ouderdoms-
pena.oen met een „flinke" bjjdrage vau den
Staat (of geheel voor ziju rekening) niet ver-
krygbaar is zonder algemeen stemrecht. En
daarom moet men op algemeen stemrecht
aansturen. En dat is het eigenaaidig soort vau
„democratie", dat gepredikt wordten met
allesziu» verklaarbaar succes! Want al zullen
we ons onthouden van de wat versleten leen
spreuk la uémocratie c'est 1'envie, dat de
„democratie", die door onze sociaal-democraten
geleeraird wordt nis de alleen-zaligmakende
leus, feitelijk niet veel anders is dan een vaak
zelis niet vermomd klasse-belang, dan een op
wekking om te zorgen, dat de schatkist ten
dienste sta der minvermogenden, het behoeft
niet bewezen te worden omdat het telkeDS weer
met zooveel woorden onomwonden wordt erkend
l)ie erkenning trouwens is noodigvoer de
propaganda Van socialisme wendt ons indivi
dualistisch volkskarakter zich af; van een demo
cratie, die er alleen op uit zou zyn ter wille
eener theorie van rechtsgelijkheid ook de thans
pulitiek-onraondigen tot de stembus toe te Jaten,
van zoodanige democratie valt geen lens te
maken, waarvoor de „gelukkige bezitters" van
het kiesrecht warm worden,tenzij nu juist,
tenzij gij hun daarbij aantoont, dit deze demo
cratie ook hun meer welstand, meer levensgeluk,
minder zorgen zal breogen, zulks door de
onbekrompenheid van den fneusi"
Wij heb beu, waar wy het algemeen kiesrecht
verdedigen en in het bijzonder de urgentie der
grondwetsherziening om te komen tot algemeen
j kiesrecht dit nooit, zooals de sociaal-democraten,
beschouwd als een direct middel tot meerdere sociale
rechtvaardigheid, of liever als een middel in den strijd
van de min- en niet verrnogenden tegenover de
120
3083
5298
7806
10049 12639 14567 17658
58
3106
5460
28
096
642
636
709
269
3232
5537
49
154
821
763
817
78
43
5783
7915
163 13000
777
833
328
76
5868
19
220
057
970
863
627
96
6012
8004
384
325
15019 18096
630
3384
15
99
419
330
070
1J16
923
3503
6103
8124
420
427
'293
314
1037
35
27
58
460
430
333
361
1198
58
6410
81
585
448
334
464
1324
81
55
8275
613
565
540
518
1504
3669
71
8337
661
576
820
721
47
8782
6513
75
717
605
845
760
70
4120
24
8638
11064
747
917
863
73
4216
33
87*5
154
788
919
864
1714
17
6775
8805
303
866
951 19007
38
39
6816
8945
398
944
978
016
1815
75
6914
88
453
959 16'254
027
75
4332
57
9004
690
980
303
197
91
61
91
9135
597 14017
319
412
1941
95
7128
78
820
087
374
480
73
4418
67
9-2
825
093
409
593
24*33
4601
7214
9288
12011
100
684
903
'2154
4759
50
9521
016
118
804
968
97
93
85
62
140
119
931
969
2489
4823
7359
91
161
256 17053
20238
2522
70
87
9615
220
'270
115
313
'2609
89
7402
9787
322
295
247
336
'2824
4914
7566
9878
402
317
254
395
3033
5077
72
S3
506
376
270
418
36
5147
95
9916
541
446
318
563
41
54
7647
613
544
449
733
Als we het nog niet wisten, dan weten we het nu:
De Nieuwe Courant, het orgaan van de Nederland-
sche werkgevers, zal front maken tegen de democratie,
In het nummer van Zondag 3 Februari jl vinden
we daaromtrent een zeer interessant hoofdartikel.
Het blad verdeelt de democratie in twee soorten
de eerste is de „zuiver staatsrechterlyke democratie,"
waarin we ons met het oog op onze staatsinstellingen
reeds vrij wel kunnen verheugen de democratie
Wanneer toch, zooals de Liberale Unie in haar
zomervergadering heeft aangenomen* kiesrecht zal
worden verleend aan alle meerderjarige mannen en
vrouwen, dan zijn we er nog zoo zeker niet van,
dat het aantal kiezers onder de min- eu niet-verrno
genden zoo groot zal worden, dat dit tegenover de
verrnogendenin de meerderheid zal zijn.. Wij heb
ben dit reeds vroeger aangetoond en wanneer wy nu
voor dezen keer de vrouwen er bij nemen, dan is het
nog altijd de vraag, or daaronder niet duizenden en
duizenden zijn, die aan de zijde zullen gaan staan van
hen, die met De Nieuwe Courant l'ront makeu tegen
de democratie-Sociale rechtvaardigheid kan ook, indien
hij maar wil, betracht worden door den wetgever, die
zyn wetgevende macht aan het huidige kiesrecht
ontleeut.
Het was juist de „theorie van rechtsgelijkheid",
die ons aantrok, en dit werd des te sterker, omdat
een ellendige kieswet ót feitelijk zeer velen van het
kiesrecht uitsloot, of door haar uiterst ingewikkelde
samenstelling even zoorelen terughield om het kies
recht aan te vragen. Vooral was het ons een gruwel,
aat zy, die zooveel lange jaren aangedrongen hadden
op sociale rechtsgelijkheid, de arbeiders, die het
maar altyd tegen de werkgevers moesten afleggen
nu men er eindelijk, hoewel zeer langzaam, toe kwam
om hun goed recht in deze te erkennen, door huu
stem op de desbetreffende wetgeving niet eeuigen in
vloed zouden uitoefenen. Aau het: „wij willen over
u, by u, maar zonder u" over uw lot beslissen, moest
een einde komen, te meer omdat de „gelukkige be
zitters" vau het kiesrecht, jareu eu jaren lang, telkens
en telkens als het hun eigen -zaken betrof, door hun
stem nog al iets te zeggen hadden gehad.
Van die rechtsgelijkheid valt, meent de Nieuwe
Courant, geen leus te maken onder de ki zers Nu,
dat heeft de heer Roodhuizen in de vergadering
aer Liberale Unie ock gezegd en hij en de Nieuwe
Courant houden vol dat de kiezers er niet warm voor
te maken zyn. Het kan mogelijk wezen, hoewel de
33 afgevaardigden, die vóór de urgentie stemden, en
de kiesverenigingen, die hen ter vergadering zonden,
wel naar iets meer warmte heenwezen maar op
merkelijk is het, dat de Nieuwe Courant een „tenzij"
heeft en dan veronderfitelt,dat, wanneer men den kiezers
zelf maar meer welstand, meer levensgeluk, minder
zorgen zou kunnen voorspiegelen, zij wel iets zouden
voelen voor rechtsgelijkheid bij de stembus.
Wij zouden kunnen beweren: de Nieuwe Courant
kent zijn Pappenheimers, indien zij veronderstelt dat
egoïsme alleen de gelukkige bezitters van het kiesrecht
zou kunnen bewegen om die rechtsgelijkheid te erken
nen, dat dezen zouden zeggen er valt licht ook wat
voor ons af maar indien wy de beweging tegen
algemeen kiesrecht en tegen een betere soc.ale wetgeving,
die dairvaa het gevolg zal kunucn z.je, goed te|r9P?=;
dan durven wij wel ronduit verkondigen dat het
juist liet egoïsme ia, dat een zeer groot gedeelte der
kiezers en specual de economische groep, welke de
Nieuwe Courant vertegenwoordigt, terug houdt om de
theorie der rechtsgelijkheid tot de hunne teniiken.
Wij hebben die heeren a.in het we k gezien bij
de ongevallenwet„directe ataatahulp voor minver
mogenden" ia Uil eenmaal een gevaarlijke leus'en
niet zouder grond zien zij in, dat wanneer die
„minvermogenden" ook wat of iets meer bij de
stembus te zeggen krijgen, er eea nog krachtiger beroep
op die Btaatiilulp zal worden gedaan en dat die hulp
voor een vrij groot gedeelte betaald zal moeien
worden proportioneel door hen, die het meeat bezitten.
„Voor wie, om 't gevaar voor zijn geldkist af te
wenden", zeide dr. Kuyper op bet christelijk sociaal
congres in 1891, „met ons in het gelid willen
treden, is hier geen plaats. Het is hier heilig land,
en wie hel betreden wil, moet eerst de voetzool
van zijn egoi-me outbinden."
Het ia dus wanrljjk niet de „moderne democratie",
die am de kiezers, en speciaal nan de belaating-
kiezers, die toch het overgioote deel daarvan
vormen, meer welstand, meer levensgeluk, minder
zorgen kan beloven en belooft, wanneer zij ter
wille eener theorie van rechtsgelijkheid de thans
politiek onmondigen tot de stembus wil toelaten,
wij erkennen volkomen, dat wanneer we daardoor
krijgen een betere sociale wetgeving, deze offers nan
de gemeenschap zal vragen en dat zij daarin het
meeste zullen moeten betalen, die naai' verhouding
tot nn toe het minste offerdenontkennen doen
we echter niet de mogelijkheid, dat wanneer het de
onderste lagen der maatschappij door een wijze
wetgeving en betere economische verhoudingen minder
slecht zal gaan, de derde stand, die het gros der
kiezers vormt, daarvan eeuig voordeel zal kunnen ouder
vinden, al ware 't alleen maar doordat de koopkracht
van den vierden stand daardoor beter zou kunnen
worden.
Maar het zon te gek zijn om met znlk een
argument de tegenstanders van algemeen kiesrecht
tot voorstanders te maken
Neen, wie daaraan wil meiJoen, moet eerst de
voetzool van zijn egoïsme ontbinden 1
„Tegen die democratie ia het kwaad strijden"
zegt de Nieuwe Courant
„Want dien strijd aanbindend, moet gij den
door beloften verlokten kiezer er van overtuigen,
dat van het duizendjarig rijk van geluk voor
allen de sleutel niet bij den fiscus berust, moet
ge hem ontgoochelen en wie weigert niet,
zijn illusies weg te werpen? j moet ge met
beschouwingen, met onderscheidingen, met feiten
en cijfers, met meer dan «én voorbehoud, met
de troosteloos-klinkende verklaring eindelijk van
des wetgevers beperkten ia vloed, den kiezer aan
boord komen. En dat alles klinkt wel koud en
koel-beredeneerd tegenover de edelmoedige
beloften, de prachtige vooruitzichten t Wordt dan
bovendien van de andere zijde cenvoudig-weg
gezegd, dat al uw traai geredeneer enkel voort
spruit uit vrees voor den „geldzak," uit kapita
listische behoudzucht, dan is de kans niet
gering, dat de kiezer besluit maar liever bij den
ander zich aan te sluiten, die minder van h»m
vraagt, minder „self-help", minder berusting,
minder geduld, alleen maar een beetje meer geloof
in de wondermiddelen
„Ziedaar de groote moeilijkheid in den strijd
tegen de „democratie", tegen de sociaal-democratie
in de eerste plaats als de „veelbelovende" staats
partij bij uitnemendheid,"
Welnu, de Nieuwe Courant ziet de zaken te donker
in; strijdt tegen windmolens Gewone belastingkiezers
laten zich door geen belotten verlokken, eu ze zijn
alirn genoeg om te begrijpen, dat wanneer de poorten
van het duizend-jarig rijk door den fiscus moeten
worden ontsloten, dit het eerst op hen zal neerdrnipen
buitengewone belastingkiezers, zij die eenige stadie
hebben gemaakt van het sociale vraagstuk, weten
bovendien zeer goed, dat nooit door de sociaal-demo,
crateu de theorie is verkondigd dat de heilstaat
welken deze zich droomen, zal kunnen verkregen wor
den door een stelsel van belastingen.
lu ieder geval, vraagt de „moderne democratie"
geen geloof in wondermiddelen Ook het algemeen
kiesrecht is dat niet j wel vraagt zij van hen, die
macht hebben, eikenning van het recht, dat ieder
ataatburger bezit, om door zijn stem invloed uit te
oefenen op 's lands regeering, opdat ook de werklieden
stem erlangen in het kapittel van het staatsbestuur
wel vraagt zij aan allen, wortelende in den bodem
van het gemeenschapsgevoel, vrijwillige toewijding aan
het welzijn van den minder bevoorrechte; wel stelt
zij den Staat den eisch, om de gebrekco der samen
leving die door zijn wetten en verordeningen v/ordt
bijeengehouden, te bestrijden zooveel in ziju vermogen
is, en krachtdadig in te grijpen waar dit noodig
blijkt.
De moderne democratie verlangt, dat het huidige
voor zoover dit niet reeds geschied is,
bezittende klasse.
Dat wil de moderne democratiedat er
stoffelijk voordeel by te behalen zal zijn, geloor
niet. Wij kunnen noch meer welstand, noch *S
vensgelnk, noch minder zorgen aan de lastingki
voorspiegelen. Voor wie, om gevaar voor zijn i1*
kist af te wenden, met ons in het gelid wq
is bij ons derhalve geen plaats, integendeel, 1
vaardigheid zal er noodig wezen. e'- F
En dit is het nu juist dat ons in het bijzonder oud
scheidt van de groep van mannon, die de Nieuwe Oo
ik het nooit gehouden heb voor den plicht
van een cavalier, onrecht te verschoonen
en een lage handeling te vergoelijken,"
antwoordde Lanz met groeiende opgewon
denheid, terwijl zijn rood gelaat zich nog
donkerder kleurde.
„Dat is geen direct antwoordriep de
leeraar uit, „Gij maakt toespelingen, waar
voor ik een verklaring eisch, daar ge op
niet mis te verstane manier eene familie
beschuldigt, met welke ik bevriend ben.
Hoewel ook het ongeluk dezer familie door
de schuld van een der leden is veroorzaakt,
tot wiens verdediger ik mij niet wil op
werpen, zal ik toch nooit dulden, dat
in mijne tegenwoordigheid eene schuldelooze
vrouw beleedigd worden."
„Is er dan by u nog nooit de verdenking
opgekomen, wie de vervaardiger van die
anonieme brieven kan zijn vroeg luitenant
Lanz, terwijl hij Dr. Balduin brutaal
in het gelaat keek. „Zoudt u dus nog nooit
gehoord hebben, wat voor ons reeds lang
een publiek geheim is
Dr. Balduin was een oogenblik sprakeloos
van toorn, toen hem eeu licht opging, wie
luitenant Lanz verdacht.
„Wat wie meent ge?" vroeg hij
eindelijk toonloos. Hij boog zich voorover
en in de vlammende oogen en zijn doods
bleek gelaat lag eene bedreiging, die tot
voorzichtigheid aanmaande.
„Wij zijn het daarover allen eens, dat
die brieven door iemand uit onze kringen
moeten zijn geschreven," antwoordde luite-
nant Lanz, zonder zijne hoogmoedige, tar
tende houding te laten varen. „Het doel
van de geheele intrigue is bepaald deze
onze kringen te ondermijnen, den omgang
I onderling onmogelijk te maken, twist te
stoken, enz. Wie kan daarbij belang hebben
wie kan zoo iets genot verschaffen, anders
dan iemand, die onvrijwillig buitengesloten
wordt en nu met nijd en verbittering op
den kring blikt, waartoe hij eens heeft
behoord Ongelukkigerwijs verraadt de
misdadigster zic.hzelve. De grove en kwet
sende wijze, waaropeen zekere dame zich
sedert het oogenblik dat de brieven be
gonnen zijn te verschijnen, van haar vriem
oprichtten; die, de democratie vertegenwoordig,i1*8'
orthodoxen zie, slechts van de kiezers kunnen0^'11
dat deze met een zekere soort van democratie rT"'
gaan .omdat zij zouden kunnen meenen daardoor i
meer welstand te komen. kit
Zoials dc waard is, vertrouwt hij zyn gasten
Bestrijding dor bJctoriëuziêïJT
in de kool.
De Algemeene Vergadering der Naam
loozo Landbouw- en Handel8vereeni»jn'
LrimgedU U en Omstrelie0
op Woensdag 27 Februari a. s., bij jL
heer Brommer to Dirkshor n, belooft
in vele opzichten belangwekkend te
worden en niet hot minst door de pjan.
nen, die besproken zullen worden ter
bestrijding van de gevreesde bacteriën-
ziekte der kool.
Prof. Ritzema Bos is voornemens per.
soonlijk op de vergadering aanwezig te
zijn, om het onderstaande plan tos te
lichten
Plan voor proefnemingen betreffende
de bacteriënziekte der kooien.
1. Op een terrein, waar no*
geen kool werd geteeld, zaait I
men uit:
a. Zaad, van gezonde koolplanten ge-
wonnen
b. Zaad, gewonnen van zieke kool-
planten. Zie aanteekeningen.
(Is te Broek op Langendijk geen ge-
schikt terrein te krijgen, waar nooit kool
werd gezaaid of geplant, dan kan de
heer Porte waarschijnlijk te Winkel het
benoodigde terrein verschaften.)
a. De plantjes, afkomstig van gezond
zaad, plante men later uit
voor één derde gedeelte op land, waar
het vorige jaar zieke kool groeide (te
Broek op Langendijk)
voor één derde gedeelte op grond,
waarop nog nooit kool werd geteeld (dus
waarschijnlijk te Winkel);
voor één derde gedeelte op besmet
land, dat men vooraf heeft zuur gemaakt;
zie aanteekeningen
b. De plantjes, afkomstig van zaad
van zieke koolplanten, plante men uit;
voor de helft op land, waar het
vorige jaar zieke kool groeide, (te Broek
op Langendijk);
voor de andere helft op land, waarop
nog nooit kool werd geteeld, (te Winkel).
Bij den oogst van de kooien zoowel
van die onder a, als van die onder b
moet nauwkeurig worden naga^aaa
hoeveel gezonde en hoeveel zieke kooien
op elk perceel worden aangetroffen.
Het doel van de onder I
proeven is
le. met zekerheid uit te maken, of
da besmetting reeds op de banen geschiedt;
2e. en zoo ja, of zjj daar alleen plaats
grijpt, dan wel ook nog op do velden;
3e. wanneer dit laatste het geval
mocht zijn,of dan een zure reactie van den
bodem van het koolveld in staat zoa
zijn, deze besmetting te voorkomen door
terugkome van de dwaling, waarin het werd opgevoed de in den grond aanwezige bacteriën
en is opgegroeid, dat de handhaving van het recht dooden
den heeft teruggetrokken, was reeds ver
dacht genoeg. Ik heb me nooit veel om de
kletserij bekommerd, maar ik weet wat
men algemeen gelooft en weet."
„Maar wat u daar zegt, en waaruit ik
zooveel begrijp alsdat u mevrouw Von
Kraschwitz beschuldigt de maakster van
die brieven te zijn, zijn leugens, gemeene
leugens, en geen enkel bewijs is ervoor!"
riep Dr. Balduin, zijn stem verheffend. ,.Ik
verlang van u een bewijs, of de intrekking
van deze beschuldiging!"
Allen zetten groote oogen op, opge
wondenheid maakte zich van allen meester.
Eenigen schudden afkeurend het hoofd,
anderen demonstreerden zacht en heftig.
Manneke Pieper trok zich op den achter
grond terug hij hield er bepaald niet van
in twisten naar zijne meening gevraagd
te worden, of partij te moeten kiezen.
Hij verscheen steeds op het oogenblik
als de beslissing viel, met een gelaat als
was hij de meest besliste overwinnaar.
„Een overtuiging hebben en wettelijke
bewijzen, zijn tweeërlei", zeide luitenant
Lanz met pedante zekerheid
„Goed, ik zet mijne overtuiging tegen
over de uwe," antwoordde de leeraar nu be
daard. „Ik sta er borg voor,dat mevrouw von
Kraschwitz onschuldig is aan deze wandaad,
en ik vraag u nogmaals uwe beschuldiging
te herroepen
„Dan zou ik moeten liegen," lachte Lanz
hoonend.
„Voor dat woord zal ik genoegdoening
erlangen," antwoordde Balduin.
Lanz boog „Ik ben tot uw dienst."
In het volgende oogenblik had Balduin
het lokaal verlaten, alle. aanwezigen voor
de rest van den avoncj in de grootste op-
wondenheid achterlatend.
Nog dienzelfden avond kwam Ottfried
door zijne kameraden te weten wat gebeurd
was by manneke Pieper.
Dr. Balduin was bezig op zijn kamer zijn
zaakjes te ordenen, zooals een elk doet
die aan den vooravond van een duel staat.
de eenige ware roeping van den Staat ia, een dwaling
waarvan men, vooral als dit eigen belangen betrof, in
de laatste vijfentwintig jaren meer en meer terugkwam,
maar dit thans te moeilijker doet, naarmate de be
moeiing van den Staat ten goede zal komen aan de
arbeidende klasse, die maar al te vaak gedrukt
werd door de Staatsbemoeiing ten behoeve van d
e
wiaa1,,
Een vroegere regimentskameraad van hem,
bevond zich reeds op weg met eene uitdaging
voor luitenant Lanz, die plaats en wapen
zou vaststellen.
De leeraar zat aan zijn schrijftafel, las
en schiftte eenige documenten en brieven,
en de hoop verscheurd papier, die reeds
zoo groot was dat de papiermand te klein was
en de rest dus daarnaast plaats rdoest vinden,
roofde aan de kamer het anders zoo orde
lijke en gezellige en gaf den indruk van
een overhaast vertrek.
Somwijlen liet Dr. Balduin midden in
zyn werk de handen zinken en verzonk in
diep gepeins. Zoo nu en dan eens stond
bij op, rekte zich uit en liep dan met groote
en snelle schreden de kamer op en neer.
Zoo was hij dus ook als offer van het
noodlot gevallen o, hij had het gevoeld en
er tevergeefs tegen gestreden.
Geen mensch kan zijn noodlot ontgaan 1
Veel te fijn en te zeer door elkaar geslin
gerd voor ons grof waarnemingsvermogen,
zijn de draden die het lot der stervelingen
met elkaar verbinden. In het oogenblik,
waarin we het gevaar gelooven te bemerken,
waarvoor wij ons nog vrij wanen het te
kunnen ontgaan, zijn we reeds zoo diep in
het ons omstrikkend net verward, dat onze
pogingen om vrij te komen, slechts het
onmachtig gespartel van een gevangen
visch gelijkt.
De leeraar hield een streng gericht over
zichzelf en over de zwaar beleedigde vrouw
die zijn noodlot geworden was.
Hadden zij beiden op lichtzinnige manier
den onwil van de menschen op zich geladen
Hadden ze dan zoo zwaar gezondigd tegen
de eischen van stand, rang en gewoonte,
om de tegen hen ingebrachte aanklacht
waar te doen schijnen
Zijn geweten sprak hem en de ongeluk
kige vrouw vry; ziju levenservaring zeide
hem, dat het ongeluk in de oogen der ie
16 scbuld beteekent. Geen lage motieven
rs- T, n plicht' bad hem en
4e. uit te maken, of de ziekte ook
soms met het zaad zou kunnen worden
overgebracht.
II. Men kieze twee of drie
plantenbanen uit, die erg
En dat die jongen hem zoo lief en dier
baar was, dat was juist de oorzaak van
het punt van aanraking tusschen hem en
deze vrouw en hare kinderen.
Eer hij Lydia gezien had, was hij reeds
door de betoovering, die haar zoon op hem
uitoefende onafscheidelijk aan haar gehecht-
Even zoo zeker als tweemaal twee vier
is, moesten zij en hij door dien zoon tot
elkaar worden gebracht en evenzoo moest
die ontmoeting beslissend zyn voor geheel
zijn volgend leven.
Wanneer men twee lijnen naar één en
hetzelfde punt trekt, dan kan een samen
treffen niet uitblijven. Reeds eer hij e0
Lydia er eenig denkbeeld van hadden,
hadden hun levenslijnen naar het gelijk6
doel gestreefd en waren ze elkander steeds
nader en nader gekomen.
Vandaag werd het hem voor de oers
maal goed duidelijk, dat zijne vereenigi"?
met deze zwaarbeproefde vrouw slechts een
kwestie van tijd was.
Afgezien van hun innerlijk verbond
moest de oorlog, die hun door
schappij verklaard was, hen nood
en ontwijfelbaar samenbrengen.
Misschien, wanneer men hem niet 6P
liet aanstootelyke van zijn omgang met
barones had gewezen, misschien
neer haar kennissen haar niet in d011 J3
hadden gedaan en haar met ste
nen hadden geworpen, om tenslotte ee
gemeene, lage aanklacht tegen haar te do®
misschien neen, hoogstwaarschijo 'J
had het langoren tijd geduurd om het do
de omstandigheden, door een zekere
van zelfzucht onderdrukte, groote, ster
gevoel, dat hen tot elkaar dreef, tot volle on
wikkeling en tot bewustzyn te brengeii
eindresultaat was beslist hetzelfde 8eflre. j
De boosaardige praatjes en de leugen
der anderen dwongen hem nu, zich
snel mogelijk het recht toe te eigen
den beschermer te worden van deze l>e
terde vrouw. Het vreeselijke verwijd
de menschen hem in het aangezicht s
gerden; dat zij zouden hebben gezon
tegen het zesde gebod, dat moesthen uit
slaap opschrikken. WÓRDT VERVOL"