Ad oni e m.
Donderdag 7 Maart 1901.
45ste Jaargang No. 3607,
TRANSVAAL.
Binnenlandsch Nieuws,
SCHA
Alicitei NiKBws-,
RAAIT.
Adierteotie- LuHiivIlil
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau: 8CHACSKJSf, Laan, I) 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. \V 1 k E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Er behoort heel wat durf toe, om nu
nog, nadat dagenlang de bevestiging
op zich heeft laten wachten, te
durven zeggen Botha heeft zich over
gegeven.
Sommige Engelsehe bladen deinzen er
niet voor terug, dit nog vol te houden.
Ze beweren allerlei gekheden, om toch
maar den indruk te maken, dat Botha
toch wel met Kitchener of French zou
hebben onderhandeld.
De Times meldde, dat Botha om een
korten wapenstilstand had gevraagd en
dat zoodoende het bericht in de wereld
was gekomen' dat hij zich wilde over
geven. Een ander blad was even brutaler
en zeide, dat de onderhandelingen alleen
maar waren uitgesteld omdat men het
over eenige punten van ondergeschikt be
lang niet eens kon worden. Maar het mooi
ste bericht was, dat Botha een stilzwij-
genden wapenstilstand had gekregen en
dat om zich met Kruger in verbinding te
s'ollen. Rij beeft aan den ouden president
zeer besliste vragen gesteld, (welke wordt,
jammer genoeg, niet vermeld), Kruger
heeft zich toen gewend tot Rusland
met de vraag of interventie mogelijk
was, maar het antwoord moet zeer
onbevredigend zijn geweest. En nu kan
men natuurlijk eiken dag het bericht
ontvangen, dat de Bóeren-generaal er
den lepel bij neêr heeft gelegd, zoo
meeut men tenminste te Londen.
Van De Wet hebben we al heel
weinig vernomen. Uit Colesberg wordt d,d.
4 Maart bericht, dat Steijn en De Wet
den laatsten Februari met 1500 man de
Oranjerivier overgetrokken zijn bij Lelie
fontein, nabij de vernielde Colesbergbrug,
onder het vuur van acht kolonische
verkenners, die goed verborgen waren
en er verscheidene doodschoten. Het vuur
werd door de Boeren niet beantwoord.
Ondanks den hoogen stand van het
water en den sterken st room, kregen de
Boeren acht karren aan den overkant,
vijf karren en vele paarden werden
achtergelaten.
Een Boer van Leliefontein zegt, dat
Steijn er verschrikkelijk ellendig uitzag
en dat het geheele commando vreeselijk
uitgehongerd was.
Nu de groote Boeren-generaal ont
snapt is, verlagen de Engelschen zich
FEUILLETON.
weer tot allerlei aantijgingen. Dat de Boe
ren er uitgehongerd uitzien, is nog niet het
ergste wat men vertelt, neen, de corres
pondent van de Times zegt, dat De
Wet gekrenkt is in zijn geestvermogens
en iedereen, die in zijne nabijheid komt,
met de zweep afranselt. Hij spreekt van
hem als den voormaligen held en beweert
dat commandant Haasbroek geweigerd
heeft met De Wet sa&m te werken.
Dan leest men verder, heel naïef, dat
De Wet met zijn Boeren in handen
van het Engelsehe Kimberleycorps zouden
zijn gevallen, beslist, als ze maar niet
in den nacht door het cordon waren
geglipt. Hoe onschuldig klinkt dat.
Als mosterd na den maaltijd geeft de
„Times" nu een relaas van Plumer's
vervolging van De Wet. Deze raakte
13 Febr. voor het eerst slaags met de
achterhoede der Boeren. Maar Plumer
had echt Britsche pech. Den Ren kon
hij niets uitvoeren, want het stortregende.
Dan gaat het verhaal aldus voort
Den 15en viel Plumer de vijandelijke
stelling bij Wolvekuil aan, 40 K.M. ten
noorden van Philipstown. Plumer be
schikte toen over cavalerie (waarbij een
escadron garde-dragonders), verkenners
uit Nieuw-Zeeland, en een afdeeling
yeomanry. Na een gevecht dat vier
uren duurde, werden de Boeren naar
Osterg teruggeworpen, waar het slechte
weer opnieuw den algemeenen aanval
verhinderde. De Engelschen hadden
eenige gekwetsten, onder wie een luite
nant.
Sedert dat gevecht hebben de invallers
geen aanval meer afgewacht. Den 16en,
terwijl zij zich naar het station Hout-
kraal, ten noorden van de Aar, richtten,
verloren de Boeren, gelijk men weet,
ammunitie, kanonnen en krijgsgevan
genon. Kolonel Crabbe hield hen bij den
spoorweg tegen en noodzaakte hen een
omweg te maken Den 17en haalde
Plumer hen in bij de Put, ten westen
van den spoorweg. Den 18en was
Plumer's proviand verteerd, hij moest te
Pauwpan stil houden en op Elsievak
terugtrekken om zich van mondbehoeften
te voorzien. Drie sterke patrouilles
kregen de opdracht, voeling te blijven
houden met de achterhoede van De
Wet en de driften over de Oranjerivier
te bewaken. Dank zij het bewonderens
waardige optreden van die patrouilles,bleef
men in aanraking met den vijand, zoodat
ROMAN
van
MARIE STAHL.
31.
De grootste aantrekkingskracht oefende
evenwel mevrouwValerie zelve uit, die steeds
zeer opgewekt en amusant was. En terwijl
mijnheer Bieberitz steeds meer bij haar
werd een persoon van vertrouwen en zij
vast geloofde, dat de veldtocht naar Lie-
benberg goed vorderde, doordat hij eenige
dienstboden daar had omgekocht, die haar
meesteres zouden bespionneeren, kreeg hij
daarentegen telkens meer de overtui
ging, dat mevrouw Valerie de vervaardig-
ster was van de anonieme brieven.
Hij geraakte er heilig van overtuigd dat
Valerie de brieven sekreet en hij had zijn
vriendin al reeds een paar maal een strik
gespannen, maar toch had hij geen enkel
bewijs voor zijne veronderstelling. Trots
de zekerheid, waarmede zij comedie speelde,
doorzag hij toch haar slangennatuur. Het
viel Bieberitz, evenmin als anderen mannen
gemakkelijk, helder en kalm te blijven
denken in haar tegenwoordigheid. Zij deed
alles om hem te veroveren en om hem in
kaar macht te krijgen zij trachtte steeds
hem meê te sleepen, nu eens door haar
wisselend spel van verlokkende lieftallig
heid, dan weer door koele terughoudend
heid.
Maar Bieberitz had nog een grooteren harts
tocht dan voor de vrouwen. Dat was het ver
langen naar geld.
Hij bezat maar een zeer matig inkomen
sedert bij financiëel schipbreuk had geleden,
en hij wilde nu door een handigen greep
zich voldoende geld verschaffen om zoo
doende het onde leven vol genot en ple
zier weer te kunnen leiden.
Hoe dieper hij zich in dit geval
der anonieme brieven indacht, zooveel te
zekerder geloofde hy hier de gelegenheid
te hebben zijn slag te slaan.
Wanneer het hem gelukte, mevrouw
Kober te snappen, dan wis hij er. Zij
moest dan blij zijn, den vrijheer te kunnen
trouwen met of zonder Liebenberg, al naar
het uitkwam, en zijn stilzwijgendheid zou
met een klinkende som betaald worden.
Hij had zich al reeds lang ervan op de
hoogte gesteld, hoe groot het vermogen van
mevrouw Kober was en zijn verwachtingen
waren nog overtroffen geworden.
Terwijl hij nu, daar Von Kraschwitz naar
Berlijn was teruggekeerd, meer en meer
de bevoorrechte huisvriend werd, hield hij
de weduwe en elk hoekje van haar huis
voortdurend onder scherpe controle.
Mevrouw Valerie wist de vele bezoeken
van Bieberitz tegenover de praatsters in een
geloofwaardig schijnsel te hullen. Zij had
zich opgeworpen als zijn mede-arbeidster,
om zoodoende aller vijand te ontmas
keren en te verpletteren.
Op een avond dat Bieberitz vroeger dan
gewoonlijk de villa binnentrad, bemerkte
hij, in de kamer gekomen, dat daar in het
open haardvuur papier werd verbrand.
„Brrr, wat is het een hondenweer!" met
deze woorden schoof hij zijn stoel dicht
naar het vuur, boog zich voorover alsof hij
zijn handen wilde warmen, maar vestigde
in waarheid zijn scherpe oogen op een stuk
papier, dat, half verbrand en verkoold, iets
terzijde gevallen was.
Hij bedroog zich niet. Het papier was
met een schrijfmachine beschreven.
Al de anonieme brieven waren met een
schrijfmachine geschreven.
„In deze heerlijke, gezellige kamer is het
goed te wezen zeide Bieberitz en ter
wijl mevrouw Valerie de witte asters, die
hij haar had meêgebracht, in een roode
vaas plaatste, greep hij naar de tang en
rakelde het vuur zoodanig op, dat het balt
verbrande papiertje in de asch viel, waar
het voorloopig bleef liggen.
„Wat drommel, Bieberitz," lachte Valerie,
„je' kruipt ja byna in den schoorsteen.
Wat zou het jou in de hel prettig zyn. Ik
geloof, dat je er al naar verlangt. Je be
hoort er ook thuis, want je hebt een wara
generaal Knox zich precies rekenschap
kon geven van de bedoelingen van den
vijand, en de uit het zuiden komende
colonnes zóó rangschikken dat zij De
Wet's vereeniging met de Boeren, die
zich in het zuidwesten bevonden, konden
beletten.
Ook al volgens Engelsehe bron,
moeten de Boeren in de Kaapkolonie
berouw hebben over hun uitnoodiging
aan de Vrij staters om de Kaapkolonie
binnen te vallen. De invallers hebben
alles weggehaald en enkel betaald met
bons op de Vrijstaatsche schatkist.
Lettende op haar maatregelen, gelooft
de Britsche regeering zeker nog niet
aan een heel spoedig einde van den
krijg. In haar oorlogabegrooting rekent
zij er op, dat de strijdmacht in Zuid-
Afrika nog gedurende de eerste vier
maanden van het financiëele jaar ge
handhaafd blijft op haar geheele sterkte
en dat vervolgens, dus met Augustus,
eene geleidelijke vermindering zal plaats
hebben.
Maatregelen worden nog steeds maar
genomen, die wijzen op een langere
voortzetting van den worstelkamp. Het
Britsche departement van oorlog zal in
Frankrijk 50,000 zadels bestellen en
heeft in Amerika 3000 bijlen besteld
voor het vellen van hoornen. In Engeland
kon men die orders niet snel genoeg
uitvoeren. Ook is uit Hongarije weer
een scheepslading paarden Vertrokken
naar Zuid-Afrika. Met die lading inbe
grepen, zijn van uit Hongarije 150.000
paarden naar het oorlogsterrein gezonden. -
De pest breidt zich nog maar steeds
uit. Vrijdag en Zaterdag elf nieuwe
gevallen, waaronder een blanke vrouw.
Tot dusverre zijn er vijftig gevallen
van pest geconstateerd, waarvan twaalf
met doodelijken afloop. Reeds zijn in
twee plaatsen buiten Kaapstad pestge-
vallen voorgekomen.
Vergadering van den
Raad der gemeente SCijpe, op Dinsdag
5 Maart 1901, voormiddags 10 uur.
Tegenwoordig de Burgemeester, de heer
Hulst, Voorz., en de heeren Schuijt,
Nobel, Mann, De Wit, Francis, Jimmink,
Nieuwland en De Moor.
Na de opening der vergadering door
den Voorz., leest de Secr,, de heer M.
Bossen, de notulen der vorige bijeen
komst, welke zonder aanmerking worden
vastgesteld.
Naar aanleiding der notulen deelt
de Voorz. mede, dat de jachtopziener
nog steeds op zich laat wachten en dat
de heer Francis de benoeming tot
armvoogd heeft aangenomen.
Verder doet Voorz. mededeeling, dat
de heeren Bakker en Van Beusekom
hebben kennis gegeven, dat zij wegens
ongesteldheid de vergadering van heden
niet kunnen bijwonen.
Aan de orde is de benoeming van
stembureaux voor de verkiezing van een
lid der Provinciale Staten, waarvoor de
stemming op 19 Maart a. s. zal plaats
hebben.
Gekozen worden bij eerste stemmingen:
Voor district I (Schagerbrug) Voorz.
de heer Hulst, als leden de heeren
Jimmink en De Moor en als plaatsver
vangers de heeren De Wit en Bakker.
Voor district II (Burgerbrug) Voorz.
de heer Schuijt, als leden de heeren
Nobel en Nieuwland en als plaatsver
vangers de heeren Francis en Mann.
Door het bedanken van den heer
J. Bos als gemeente-opzichter zal een
nieuwe opzichter benoemd worden.
Voorz. stelt voor, een oproeping van
sollicitanten te doen in de Zijper Courant
en daarbjj te vermelden dat het tractement
f 100.per jaar bedraagt en dat schrif
telijke aanmelding van sollicitanten moet
plaats hebben bij den Burgemeester
vóór t April a.s. Niemand heeft bezwaar
tegen dit voorstel.
De heer Mann meent, dat het aanbe
veling zou verdienen om in de adver
tentie nog op te nemen, dat de f 100.
belooning alleen is voor het gewoon
toezicht op het onderhoud der gem.-
eigendommen en dat derhalve voor
het buitengewoon toezicht bij nieuwe
werken, afzonderlijk betaald wordt.
Hoewel Voorz. meent, dat men dit
altijd nog aan den benoemde kan
zeggen, waardoor de Raad vrijer zou
blijven, wordt toch algemeen goedge
vonden, de advertentie aldus aan te
vullen.
Een adres van den heer Ligthart om ont
heffing van hondenbelasting op grond
dat hij slechts enkele dagen belasting
plichtig was geweest, wordt als onge
zegeld ter zijde gelegd. De Raad toont
zich overigens niet genegen op het ver
voorliefde voor het heete element."
„Onder voorwaarde, dat men licht en
vuur daar voor niets heeft, zou het verblijf
bij de grootmoeder van onze onderaardsche
majesteit te prefereeren zijn boven het wo
nen bij manneke Pieper, die je voor roo-
kende kachels en miserabele kolen heel veel
geld laat betalen. Maar zoolang uw
rijk met zijn gastvrije poort nog voor mij
openstaat, ga ik niet naar de hel, ofschoon
het daar met dit ellendige weer heel amu
sant moet zijn."
„Dat is heel aardig van je, dat je aan
my de voorkeur geeft boven de grootmoe
der van den duivel. Dat moet bepaald
beloond worden, daarvoor moet ge het van
avond eens heel goed hebben. Ik zal dadelijk
om het noodige bellen en je eens wat lek
kers klaar maken, zoodat ge hier in Staf-
fenhagen tevreden zult zijn ondanks man
neke Pieper en zijne rookende kachels."
„Engel 1" zuchtte Bieberitz, de oogen
dwepend opslaande, terwijl hij de hand
op het hart legde, „ik aanbid u 1 Gij zijt
mijn heilige, mijn goede genius. De blauwe
bloem der poëzie, die ik tevergeefs in
de wereld daar buiten heb gezocht, bloeit
en geurt hier aan uwe voeten en in uw
huis."
„Wacht even tot ik je getracteerd heb,
dan zal het nog mooier worden," lachte
Valerie, zoo vroolijk mogelijk, en gaf
den bediende haar bevelen.
Bieberitz hield het papiertje in de asch
vast in het oog, en benutte het eerste het
beste oogenblik, terwyl mevrouw Valerie in
de kamer daarnaast ging, om het papiertje
op te rapen en zorgvuldig in zijn brieven-
tasc.h te steken.
Dat hem dat gelukt was, bracht hem in
de meest rooskleurige stemming.
Ook mevrouw Valerie geraakte in de
stemming, en terwijl de zilveren theeketel
tusschen hen op de theetafel gonsde, zat"
de twee menschen heel vertrouw'R en
gezellig te keuvelen. Bieberi*. nad naar
het scheen zooveel medegevoel voor de
positie van een alleenstaande weduwe als
Valerie, hy yes zoo trouwhartig en gedul-
dig, dsf Valerie er zich toe liet verleiden
meer van haar leven te vertellen, dan ze
ooit nog had gedaan.
Zij sprak over haar huwelijk en den velen
strijd, dien de bewondering van den vrijheer
haar al reeds had gebracht.
Zij was geheel in de rol der geduldige
vrouw vol heldenmoed, die onder haar hooge
plicht zwaar lijdt en wie het woprd van
haar jeugd af aan reeds in de ooren had ge
klonken ontzeggen zult gij; ontzeggen zult
gij u elk huwelijksgeluk.
HOOFDSTUK XXXVII.
Bieberitz wilde de gelegenheid niet laten
voorbijgaan om mevrouw Valerie eens op
den tand te voelen.
Hij wees er op, dat hij geheel het ver
trouwen van zijn vriend bezat, sprak van
diens liefde voor eene even schoone
als ongenaakbare vrouw, die hem veel ver
driet aandeed en die door haar trots en
deugd hem in allerlei dwaasheid had ge
dreven. En, zooals hij vast geloofde, was deze
vrouw bestemd om voor hem te zijn de redden
de en gelen hij zou zich door allen strijd heen
slaan, en haar eindelijk, als de zege na den
kamp triomfantelijk mogen wegdragen.
Bieberitz wilde door deze verheven
voorstelling alleen maar te weten komen,
of mevrouw Kober ernstig aan een huwe
lijk met Kraschwitz dacht.
Zij schudde na zijne woorden ernstig
met het hoofd.
Deze liefde was tot het ongeluk voor-!
beschiktzij moest wijken voor de sl" -/ate
omstandigheden. List en ge'1*" --eulooa-
heid hadden zich vereenigdom man have
en goed te ontrooven er> -olt z\jn eerlijken
naam. Hij was veel -e veel edelman om
de vrouw zite liefde een bezoedelden
naam te dr- en aanbieden.
Nu - ,ist Bieberitz wat hij weten wilde.
■Ou8 de vry heeren-titel zonder Lieben
berg is u niet genoeg, mijn beste, dacht
hy. Nu, wy zullen zien of' we u nog niet
zoo ver krijgen, dat ge dien voortreffe-
lijken Aribert en mij uit den nood
bevrijd en ons bovendien nog dankt
wanneer wy ons met dien handel
inlaten. Ik geloof hier een kleinen schat
zoek gunstig te beschikken, ook al was
het adres wel gezegeld.
Na de openbare rondvraag, die niets
oplevert, gaat de Raad in geheime zitting
ter vaststelling van het kohier van den
hoofdelijken omslag over het loopende
jaar.
DeheerenS. K. van Bar-
singerhorn en C.B. van NieuweNiedorp ge
raakten door verregaande onvoorzichtig
heid en onverschilligheid van eerstgenoem
de Zondagmiddag te IX ie u we fSie-
dorp met paard en kar op hol. Eeni
ge oogenblikken liet het geval zich ernstig
aanzien. Ter hoogte van de herberg van
den heer Adolf stortte het paard neer en
stoven de berijders niet zonder zich eenigs-
zins te bezeeren, uit de inmiddels niet
heel gebleven kar.
E d w a r d YII t e BREDA.
Men schrijft uit Breda
De Koning van Engeland zou op zijn
reis van Cronberg naar Vlissingen een
half uur te Breda stilhouden om daar
een diner te gebruiken. Alle toegangen
tot het station waren afgezet en een
sterke politiemacht was op de been. Deze
kon echter niet verhinderen dat in dat half
uur bijna onophoudelijk het Tranvaalsche
Volkslied werd gezongen, afgewisseld
door luide kreten Leve de Boeren I Leve
Paul Krugerenz.
De koning dineerde in den waggon en liet
door zijn kanselier aan den pachter der
buffetten, die het diner bereid had, zijn
tevredenheid betuigen.
Toen de trein vertrok, namen de kreten
en het gefluit van de menigte toe, zoo
dat de paarden der maréchaussées zeer
wild steigerden.
We betwijfelen sterk of de koning
smakelijk gedineerd heeft onder zoo'n
manifestatie,
Brandstichting.
Te HILVERSUM is het de laatste
weken herhaaldelijk gebeurd, dat men
getracht heeft huizen in brand te steken.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
alweer. Een huis met rieten dak in de
Vischsteeg raakte in brand. Het bleek
begoten te zijn met petroleumeen flesch
met petroleum werd in de nabijheid ge
vonden. Een buurvrouw zag iemand snel
wegloopen. De politie doet streng onder
zoek.
in mijn zak te hebben, dat papiertje zal
mij wel helpen om u van een paar duiten te
verlossen.
Toen hij eindelijk heenging en den weg
langs ging die hem naar de ongastvrije
woning van manneke Pieper voerde, dacht
hij er ernstig over na, wat er toch wel de
reden van kon zijn geweest, dat mevrouw
Kober zoo iets was begonnen. Of zij bij
voorbeeld geen practisch doel zich voor
oogen had gesteldeen huwelyk met Von
Kraschwitz.
Er bleef hem ten slotte niets anders over
dan te gelooven, dat haar door en door
verdorven natuur sterker genoegens be
hoefde. Misschien was ze er wel meê begon
nen om door anonieme brieven het huwelyk
van Von Kraschwitz te verstoren, en daarna
had ze zoo'n pleizier gekregen in dat
schrijven van anonieme brieven, dat ze zich
er toe had laten verleiden nog een paar
menschen er meê gelukkig te makenten
slotte had ze de zaak op wat ruimer schaal
gedreven.
In zijn woning aangekomen, haalde -TJ~
beritz dadelijk het papiertje voor -a "aSi
dat hy uit het vuur had ge- -a> om het
eens nauwkeurig na •J g&an. Hij
kon maar slechts enk']" onsamenhangende
woorden ontcijfer' -*> 8een enkele bij
zondere bete-uenis hadden, als: hij had
zij ginf uitspraak gerechtigd-in
gpr. geval goede buit maar van het
grootste gewicht scheen het hem toe, dat
deze woorden met een schrijfmachine op
het papier waren gezet.
Hij had nog nooit een schrijfmachine in
de villa gezien, oogenschijnlijk had mevrouw
Kober er geene in haar bezit. Zy moest
er dan toch eenige reden voor hebben
om het ding schuil te houden.
De mogelijkheid was evenwel niet uit
gesloten, dat dit stuk papier afkomstig was
van een gewone circulaire. Bieberitz ge
loofde dit evenwel niet.
WORDT VERVOLGD.