WEAVER ORGELS.
ADVERTENTIES
Waarom lijdt gij?
A. Thierry's Balsem,
Waarom lijdt gij?
Violen, Cilhers, Speeldoozen,
Automaten, enz.
REPARATIE-INRICHTING,
Men ie doende ten onzent een dienst-
bodenrereeniging samen te stellen. Mjjn
dienstbode is er lid van en heeft denkelijk
kans, bestuurslid te worden, zoodat
ik 't vooruuzichc heb, mettertijd bestuurs
vergaderingen in mijn keuken te krijgen.
"Wij gaan vooruit!
liet kookboek heeft in hooge mate
mijn belangstelling gewekt en ik heb
thans een overzicht van kookkunst, dat
ng in staat stelt een oordeel te vellen
over de beteekenis van een zoogenaamde
cvolslagen" keukenmeid.
Hare kennis is inderdaad niet gering,
hare bek waam heden zij n vele, haar ethische
en aesihetische ontwikkeling is gróót.
Wij, litteraire menschen, zakenmen-
schen, industriëele menschen, leeraren,
kunstprobeerders, procuratiehouders, ban
kiers, wij voelen ons zóó geducht. Wij,
elk voor ons, zien zoo uit de hoogten
on^er zelfschatting neer op luiden in
andere bedrijven, die 't onze niet kennen.
Wij zijn ons zoo geduchtelijk onze
b'kwaamneden bewust en zeer zelden
komen wij ons ik eens raadplegen om
wat wij niet kennen.
Zoo'u keukenmeid is een inferieur we
zen. Zij ruikt naar spijzen, naar de
kachel, naar versche groenten, naar oud
bakken brood. Zij heeft roode handen,
een beslagen gezicht met glimmende
oogen en haar rokken flodderen om haar
beenen.
Ais een giftmengster is zij den gebee-
lcn dag doende uit allerlei potjes en
leschjes vochten te mengen en kruiden
in dampende pannen zij is, hoe groote
eischen van zindelijkheid wij haar plegen
te stellen een onfrissche type. Zij
wordt zelfs bij voorkeur niet in onze
eetkamer geduld, hiér producten worden
glorieus binnen gedragen door de andere
m id, iu een mooie zwarte jurken een
frisch wit mutsje op. Wij, als we geen
epicuristen zijn, bemoeien ons matigjes
met haar werk, zijn we 't wel, dan met
groote belangstelling, maar zij bemerkt
daarvan niets als wij tevreden zijn, als
dus haar arbeid gesiaégd is. Kookt zij
niet naar onzen zin, dan sturen we haar
M»t onze vrouwen standjes.
Als er een dinertje is en zij zich zeer
bijzouder heeft uitgesloofd, dan kan zij
in haar keuken 't gezellig rinkinkelen der
borden en vorken hóóren en de opge
wekte stemmen boven haar heerlijkheden.
Zij stuurt prachtig opgemaakte schotels
de keuken uit, terecht trotsch op haar
werk, misschien zich met zelfwaardeering
vóórpratend dat zij toch een bekwame
vakvrouw is, en zij ziet van haar arbeid
niets terug dan de verstrooide, uitgele
pelde en afgekloven resten.
Met het kookboek van de Haagscbe
Kookschool (vijfde druk) vóór mij, durf
ik de vrijheid nemen, hoogachtirg en
bewondering te vragen voor de keuken
meid. Ik boop dat te kunnen doen zon
der eerig boos vermoeden op te wekken
Mijn keukenmeid is oud en verstoken
van alle schoonheid, verdord boven de
keukenvuren, beenig en tanig, en ver
loofd. En ik stel me altijd hóóg boven
mijn vrouwelijk ambtenarenpersoneel.
Er is iets zonderlings in, dat een heer
komt met een aanprijzing ten bate van
een categorie menschen, die zélf hun
woord wel kunnen doen en die, nu zij
zich vereenigen gaan, een geduchte
macht in de maatschappij kunnen wor
den. Maar ik, die weet wat er vastzit
aan potage k la tortue, croquettes, filet
de boeuf, sauce maaère, jambon aux
épinard, aspic d' aiguilles k la mayonnaise,
dinde trufUe, en hoe de andere schotels
van 't conventioneel menu heeten mogen
ik, die br grooten kan welk een schat van
technisch kunnen hier wordt verbruikt,
ik weet niet waarom ik minder hulde
zou brengen aan een geroutineerde keu
kenmeid als mijn Bet, dan aan een ge
routineerd acteur als den heer Prits Tar-
„Hoe ik aan al dat geld kom O, op de
eenvoudigste manier. Ik heb onze goede
wrduwe een kies getrokken. Gij kunt niet
gelooven, hoe gaarne zij mij uit de verlegen-
beid hielp, nadat ik haar schertsend met 1
huiszoeking had gedreigd en haar had
voorgehouden, welk een gevaarlijk spel zij
1 id gespeeld en hoe het haar zou zijn ge
gaan, wanneer zij in andere handen was
vervallen dan in de mijne. We begrepen el
kaar heel goed en allesliepvan een leien dak."
De vrijheer zuchtte en draaide zich om.
Hem kwam de heele zaak erg onaangenaam
en stuitend voor. Hij gevoelde zich reeds
weer als een gerehabiliteerd man, en als
zoodanig mocht hij weer eischen stellen.
„Ja. wat heb ik daar nu eigenlijk mede
te maken Pwat moet ik nu nog bij Valerie
doen vroeg hjj eenigszins uit de hoogte.
,.Ja, ja, ik vergat je te zeggen, dat ik
j#u bij onzen handel niet heb vergeten. Ik
geide tot mevrouw Valerie, dat ik jou tot
deelgenoot van het geheim had gemaakt.
Ik liet doorschemeren, dat ik het voor mijn
vriendenplicht had gehouden, jou klaren
wijn te schenken, daar jij je eigen vrouw
verdacht hadt. Dat verraad was haar blijk
baar zeer pijnlijk en zij wilde het mij eerst
zeer kwalijk nemen, wat mij evenwel zeer
koel liet. Ik gaf haar de goede aanwijzing
hoe ze jou levenslang zou kunnen doen
zwijgen, en ik geloof, dat ik haar zoo tam
maakte dat ze je zelfs wel tegemoet zal
komen, wanneer je zelt niet dadelijk be
gint met de scbdderirg van den toestand
vaarin je minrend hart verkeert. Ik zeide
dat jij een andere opvatting van de zaak
hebt' als ik, dat jij je diep beleedigd ge
voelt en een zwaren strijd hebt te strijden
gehad tusschen je neiging voor haar en je
rechtvaardigheidsgevoel, dat je drong de
zaak voor het gerecht te brengen."
taud. Zij zijn beiden éven groot, maar
de één krijgt kransen en applaus, de
ander afgekloven beentjes en snauwen.
Dat is onbillijk.
Men beweert dat koken eenvoudig 't bijeen
voegen en klaarmaken van de ingrediënten
is. Om bij voorbeeld potage birque te be
reiden (men bewondere mijn kookkennis)
heeft men noodig 20 rivierkreeften bij
200 gram rijst, 1J/2 óL. cognac, cayenne
peper, zout en 2 dL. bouillon. En om een
schilderij te maken heeft men noodig
20 penseelen, 200 gram verf, 1
olie, vernis, palet en linnen. Nu is de
scheppende kracht noodig om van deze
dingen een lekkeren échotel of een aan
grijpend schilderij te maken. En die is
in den grooten schilder evenzeer aanwezig
als in de bekwame keukenmeid. Iemand
die van de natuur een mooie stem heeft
gekregen en daarmede eenige malen per
winter een publiek heel of half of volstrekt
niet voldoet, is hij méér groot dan de
jonge vrouw die een paar duizend recep-
en in haar hoofd beeft en er een gezin
eiken middag, jaren aanéén, gelukkig
meê maakt
Sterker nog, is er één wezen dat zóó
zeer stemmingen beheerscht als deze
vak vrouwe, die met f 150 per jaar
plus waschgeld en fooien bezoldigd wordt,
meid heet en bespot wordt als keuken
prinses. Waar lekker gegeten wordt, o
diep materialistische wereld, is opgewekt
heid en eensgezindheid. Als pa gesmuld
heeft aan zijne fines herbes, krijgen
vrouw en kinderen zooveel van hem
gedaan terwijl hij, na ongare escalopes
de veau, hen afsnauwt en vraagt of zij
denken dat het geld hem op den rug
groeit.
Een cbef, wiens goedgeluimdheid zijn
ondergeschikten staag roemen, heeft vast
een goede keukenmeid.
Een bullebak leeft van ongaro spijzen
en eet pessimisme in met aangebrande
soepjes.
De rol eener keukenprinses in ons
gezin is groot en overwegend.
Zij zal,met vele dozijnen mede-kooksters,
een vereeniging oprichten om te trachten
lotsverbetering en loonsverhooging te
krijgen. Schande, dat dit noodig is
Bij de Romeinen werd, wie kookte,
hoog geëerd. De lijfkok van den Keizer
van Duitscbland is een gentleman die
een eigen buiten heeft en zijn snor naar
't model „es ist erreicht" draagt. Czaar
Nicolaas de zooveelste verhief zijn kok
tot graaf en eersten minister uit pure
dankbaarheid. Een Shah wijdde zijn
overleden keukenprins een standbeeld:
Ddar was 't begrip van de beteekenis
der kookarristen. Wij behandelen hen
smadelijk, maken er meiden van, die
zoolang de kachel niet brandt den keuken
vloer dweilen en messen te slijpen hebben.
Deze brief is een pleidooi voor de
keukenmeid.
Ik éér en bemin u, lieve laagge
schatte Gróóte Ik bewonder uw kunst
Gij zijt een weldoenster der mensehheid
Uit uw handen ontvangt de gedegene
reerde mensch zijn stemmingen, zijn
lusten, zijn krachtenGij voedt zijn
ziel méér dan zijn lichaam Gij erbarmt
u zijner als alles hem verlaatGij
geeft hem het geloof in de goedheid
van het ondermaansche terug, wen hij
geducht aan 't twijfelen sloeg
O, goede, miskende keukenmeid
Hoe is zij mij een ergernis, de annonce
waar in een gezin z. k. van den P.G.
een P.G. keukenmeid gevraagd wordt,
g. v. h. w., bekwaam en eerlijk v.
g. g. v. loon f 100 mèt waschgeld. Zich
aan te melden in persoon.
Het is een declineering. De kookschool
wil ik verheffen tot kookacademie. Uw
onderwijs worde bij het Hooger Onder
wijs geschikt Gij behoort, na proefkook,
een titel te verwerven, zoo goed als een
Mr. en een Dr., bijvoorbeeld Kd. Er
moesten tentoonstellingen en oponbare
uitvoeringen zijn, waar gij schitteren
kondet. Gij, keukenmeid
Ik leg mijn kookboek weg, bleekjes
bedenkend hoe ondaukbaar het leven is
en hoe vol gruwzame inconsequenties dar
menschdom is. J->.
den
Vergadering van
Raad der gemeente
Oudkn ï-s pel,
op Donderdag 14 Maart 1901, voorm. hal^
tien.
Afwezig met kennisgeving de hr. Pranger.
DeVoorz.,de hr.Fuhrhop,opent de vergade
ring en leest de notulen van de voorgaande,
welke zonder aanmerking worden goedge
keurd.
Aan de orde is de benoeming van stem-
bureaux, die als volgt worden samenge
steld, nadat de heer Eecen had verzocht
niet in aanmerking te komen, omdat zijn
gezicht hem het bijhouden van.de lijst zoo
moeilijk maakt.
Als plaatsvervanger van den Burgemees
ter, die ingevolge de wet Voorz. is, wordt
voor alle stemmingen aangewezen de heer
De Boer.
Voor de Prov. Staten-verkiezing(vacature-
Waller) op 19 Maart a. s. zijn leden de
heeren Borst en Kroon en plaatsvervangers
de heeren Hart en Butter.
Voor de a. s. periodieke verkiezingen
voor den Gemeenteraad, de Provinciale
Staten en de Tweede Kamer, zijn om beur
ten de heeren Hart en Butter en Borst en
Kroon leden ol plaatsvervangers.
Voor de benoeming van een onderwijzer
in de plaats van den hr. Kosten is door Burg.
en Weth. in overleg met den Arr. School
opziener uit de 17 sollicitanten een voor
dracht opgemaakt, bestaande uit de heeren
K. Dikstaal te Berkhout, tijdelijk onder
wijzer te Hoorn, T. R. de Kok tijdel. on-
derw. te Helder, en J. Nooij, onderwijzer te
Zaandam. Naar aanleiding van de gehouden
proetlessen kan de Voorz. den eerstge
noemde, die buitengewoon goed had voldaan,
bijzonder aanbevelen. Na eenige bespreking
werd metlalgemeene stemmen de heer K.
Dikstaal benoemd. De Voorz. zal den
benoemde daarmeê in kennis stellen en hem
verzoeken 1 April in functie te treden.
Ingevolge het besluit van de vorige ver
gadering, heeft Voorz. nagegaan, welke
de emolumenten waren, die aan den veld
wachter, den heer A. Prijs, elk jaar bij
stukjes en beetjes werden uitgekeerd, hetzij
voor aanplakken en omroepen, indeeling
van miliciens, begeleiding van lotelingen,
inspectie, werkzaamheden bij verbranding
etc. van besmet vee enz., en welke som
die kleine postjes in billijkheid als vaste
toelage zou kunnen vervangen. Als gevolg
daarvan stelt spr. aan den Raad voor, den
veldwachter een vaste gratificatie toe te
kennen van f B.'s maands, of f 60.—
per jaar, onder bepaling evenwel, dat de
veldwachter dan geenerlei werkzaamheden
afzonderlijk in rekening mag brengen.
Voorz. herhaalt, wat hij ook in de vorige
vergadering heeft gezegd, dat al die kleine
postjes niet in het belang vaD een goede
administratie kunnen zijn en dat het al
zeer onaangenaam is, voor alle kleine kar
weitjes een afzonderlijke belooning te
moeten uitkeeren.
Algemeen wordt goedgevonden de af
zonderlijke vergoedingen voor allerlei werk
zaamheden v. d. veldwachter te doen verval
len en daarvoor in de plaats te geven ééne
vaste toelage v. f 5 per maand.De veldwachter
moet echter de verplichting op zich nemen,
om daarvoor al de werkzaamheden te doen
I die hij tot heden afzonderlijk in rekening
bracht, of die zich bij gelegenheid mochten
voordoen en bovendien om den' burge
meester in het schrijfwerk ter secretarie
behulpzaam te zijn.
Het kohier van de hondenbelasting zal
straks in geheime zitting worden behandeld.
Volgens mededeeling van den Voorz.
heeft de heer Eecen voorgesteld, om in den
woningtoestand van den veldwachter, die
dringend verbetering behoeft, te voorzien,
door, met intrekking van het verleden jaar
genomen besluit, een woning achter het
raadhuis te bouwen, als tenminste de kos-
,,Hoe kon je de arme vrouw zoo bang
maken vroeg Kraschwitz.
„Zie je wel, dat jij niet in staat was je
eigen zaakje op te knappen, jij met je zoo
groote zachtmoedigheidriep Bieberitz
geërgerd. „En wanneer ik je nu niet hielp,
zou je de heele geschiedenis nog bederven,
hoe schitterend ik ook alles voor elkaar j
had. Bedenk toch eens, wat een magnifieke
kans je in handen hebt. Hoe je je heele I
leven de teugels in de vuisten houden kunt j
om die kleine satan in bedwang te
houden. Om 's hemels wil, nu geen mis
plaatst medelijden, dan ben je dadelijk
weer het kind van de rekening en je bent
weer het hondje dat apporteert als de
kleine duivelin het wil."
„Geen van beiden, mijn waarde," ant
woordde Kraschwitz geprikkeld, want de
hooge toon, waarmede zijn vriend sprak,
ergerde hem. „Ik zou het zaakje wel tot
een goed einde brengen, hoewel het nooit
mijn plan zou zijn, de vrouw, die ik eens
vereerde, te kwellen of te plagen maar
ik mis allen lust onze oude betrekking voort
te zetten. Geen mensch kan over zijn eigen
schaduw springen, en de begrippen van eer,
waarmede men geboren is en groot is ge
worden, zijn en blijven onze tyrannen. Ik
heb nu geen t(jd voor Valerie, ik moet
terug naar Liebenberg."
Bieberitz zag zijn ouden kameraad half
verwonderd, half spottend van terzijde aan.
„Is die erfenis van je tante dan al zóó
zeker Ik waarschuw je, vriend, ga niet
tusschen twee stoelen zitten. Maar je moet
weten wat je te doen staat."
„Volkomen. Bad Valerie nog een bood
schap voor me
„Zjj verwachtte je vandaag. Ik ga met
den middagtrein naar Berlijn terug. Mijn
zending hier is vervuld. Officieel zal ik
zeggen, dat iets gewichtigs mij roept en
voorstellen de zaak te laten rusten totdat
ik terugkom. Ik kóm natuurlijk niet terug."
„Vaarwel dan, Bieberitz, 't ga je goed.
Ik vermoed dat jij je nu als kalm man in
't privaat leven terugtrekt."
„Zoover is het nog niet. Ik kan eerst
wei een poosje verlof vragen en wat lief
lijker hemelstreken opzoeken. Ik ga eens
spoedig naar de Riviera."
„Monte Carlo zeker? Nu, veel pleizier.
Je hebt het zuur genoeg verdiend."
„Ja, ja, die pereboom, dat was een
heel zwaar oogenblik."
„Maar gouden vruchten heb je er toch van
geplukt."
De vrienden scheidden, met een kame-
raadschappelijken handdruk en gingen,
elkaar minachtend, ieder buns weegs.
HOOFDSTUK XXXVIII.
Het testament van tante Wanzlow was
geopend geworden in tegenwoordigheid der
gansche familie Von Kraschwitz.
Ottfried kreeg geljjkvanuit het graf
regelde tante met nuchter verstand, en met
haar onbarmbartigen wil bepaalde zjj het
lot harer familie.
Ottfried kreeg Liebenberg als hoofderf
genaam. Bovendien was het baar vermogen
in gelijke deelen verdeeld tusschen hem en
zjjne zusters, zoodat de ouders nergens
iets over hadden te zeggen, noch over het
kapitaal, noch over de renten. Van de ren
ten was maar een matig deel voor levens
onderhoud en opvoeding, de rest moest
weer bij het kapitaal gevoegd worden.
Als hij 25 jaar was, zou Ottfried het be
heer krijgen over Liebenberg en over zijn
geld. Zijn zusters kregen het hare, als ze
meerderjarig waren, of als zjj trouwden.
Voor Lydia was een lijfrente vastgesteld,
die haar in staat stelde rjjk te leven. Zij
ten daarvan bestreden kunnen worden uit
den verkoop van de tegenwoordige woning.
Burgem. en Weth., die over dit punt
hebben beraadslaagd, stellen voor, om,
alvorens tot de verbouwing en den verkoop
te besluiten, door den landmeter het terrein
van het Raadhuis te doen opmeten en aan
duiden, en voor dat onderzoek hem een cre-
diet van f 15.te verleenen.
Ir. een volgende vergadering kunnen dan
definitieve voorstellen gedaan worden. Dit
voorstel wordt algemeen goedgekeurd.
Hierna wordt iu behandeling genomen,
de toelage aan brandspuitlieden, welk punt
aanleiding geeft tot nog al breedvoerige
beschouwingen over de organisatie van het
brandweercorps.
Burg. en Weth. stellen voor, nu de ge
meente vast brandweer-personeel heeft, bij
eventueelen brand een uurloon uit te betalen
van f0.25 voor de 48 pompers, f 0.50 voor
de 6 onder-brandmeesters en fl.voor
de 3 brandmeesters.
De heer Butter acht 3 ploegen van 12
pompers voldoendedan hebben ze na 10
minuten pompen 20 minuten rust.
De heer Hart gelooft niet, dat altijd
alle leden van het personeel present zullen
kunnen zijn, zoodat aanvullingspersoneel
toch ook aanwezig moet zijn. Voorts meent
spr., dat men vaste personen zal moeten
benoemen voor afzetting van het terrein,
voor het halen van haken en ladders, voor
lantaarndragers enz.met den Voorz. is
spreker het niet eens, dat deze personen
wel gevonden kunnen worden uit de 48
pompers. Meermalen toch zal het gebeuren,
dat er stellig geen mogelijkheid is, om
b. v. de lantaarndragers ol kringsluiters af
te lossen.
Ten slotte wordt goedgevonden, de voor
gestelde uurloonen eventuëel uit te betalen
en de organisatie van de brandweer met
inachtueming van het gesprokene aan Burg.
en Weth. met de brandmeesters over te
laten.
Verder wordt aangenomen om ook voor dit
jaar een premie van f 0.15 voor elke gedoode
rat uit te betalen. Aangezien de landeige
naars toch het meeste belang hebben bij
de verdelging der ratten, zal aan het pol
derbestuur, dat verleden jaar de helft
bijdroeg, gevraagd worden '/a der uitge
keerde premiën voor rekening van den
polder te nemenvoor de gemeente blijft
dan f0.05 per rat.
Nog wordt goedgekeurd, de betaling
van de voorloopig toegestane som van
f 85.voor de onlangs gehouden testivi-
teiten. Het kleine overschot van dit bedrag
was door de commissie in de kas van de
vrouwen-vereeniging gestort.
Ingekomen is een adres van de afd.
„Langedijk" van „Het Witte Kruis",
Waarin te kennen gegeven wordt, dat
door de afdeeling is besloten, in het belang
van de volksgezondheid en ter voorkoming
van het gevaar, dat kinderen zonder toe
zicht op onveilige plaatsen gaan baden,
aan het z.g. „Waardje" een bad- en
zweminrichting te bouwen. De afd., den
bouw voor hare rekening nemende, ver
zoekt evenwel den Raad om gezamenlijk
met Noord-Scharwoude de exploitatie,
waarvan de kosten totaal f 130.per
jaar zullen bedragen, dus voor elke
gemeente f 65.voor gemeente-rekening
te willen nemen.
Tot zijn spijt heeft Voorz. gelezen, dat
het verzoek in den Raad van Noord-
Scharwoude niet is ingewilligd. Spreker
meent, dat het voor de ouders geen
geruststelling is, als de kinderen zonder
toezicht op allerlei plaatsen gaan zwemmen,
terwijl klachten zooals verleden jaar, b. v.
over opjagen van vee, met een badinrich
ting vermeden worden.
Om aan de afdeeling zijn sympathie
met het plan te betuigen, zou de Voorz.
gaarne zien, dat de Raad gunstig op het
verzoek beschikte, ofschoon nu van het
bouwen der inrichting wel geen sprake
meer kan zijn.
De Raad evenwel, toont weinig lust om
op het verzoek in te gaan.
De heer Hart meent, dat men bij
gebreke van een verbodsbepaling, toch niet
kan voorkomen, dat er op verschillende
plaatsen buiten de badinrichting gezwom
men wordt.
De heer De Boer vreest, dat het
gebouwtje in den winter te veel te lijden
zal hebben van het ijs, door de gestadige
kreeg die evenwel slechts dón,als ze wettelijk
gescheiden was van haar man. Als echt-
genoote van den vrijheer Von Kraschwitz
was zij onterfd en geheel zonder middelen.
Dat testament was een vernietigende
slag voor den vrijheer. Nauwelijks waren
de formaliteiten vervuld en de familie zon
der vreemden, of hij brak, doodsbleek en
buiten zichzelf van woede, in allerlei ver-
wenschingen los.
„Dat is jouw werk!" schreeuwde hij met
gebalde vuisten zijn vrouw toe. „Zoover
heb jij het nu gebracht door je ophitserijen
tegen mij, door je leugenachtige beschul
digingen. Als een bedelaar word ik weg-
gejaagd, nadat jij er voor gezorgd hebt,
dat alles in je bezit kwam. Jjj waart in
het bondgenootschap met die oude, ver
droogde mummie, die den haar gansche
leven lang opgekropten en gevoeden man
nenhaat aan mij gekoeld heeft."
Mevrouw Von Kraschwitz stond op, ging
naar baar man, legde haar hand kalmee
rend op zijn arm en zeide bedaard
„De toekomst mijner kinderen is nu ver
zekerd voor hen heb ik niets meer te
vreezen. Wanneer ge gelooft, dat ik'bij je
behoor, dan zal ik je niet verlaten. Het is
mijn plicht, bij je te blijven, zelfs in den
hoogsten nood. Ik zal afstand van de erfe
nis van tante Wanzlow doen, ter wille van
jou, wanneer ge mij belooft een nieuw
leven te zullen beginnen. En zoover als
ik onze kinderen ken, zullen ze ons geen
gebrek laten lijden."
Lydia had, hoog opgericht, ieder woord
met grooten nadruk gezegd.
Ottfried zag met gloeiende liefde en be
wondering tot zijne moeder op, die bleek
in het zwarte rouwkleed, als een martelares'
voor hem stond.
Hjj had. haar nooit zoo mooi gevonden
rijzing en daling van het water in Raaks-
maatsboezem.
Met algemeene stemmen wordt dan ook
het verzoek afgewezen.
De heer Borst, op de kwestie van de
brandweer terugkomende, vraagt, of er be
diening voor de spuit van Noord-Scharwoude
is, wanneer die in Oudkarspel te hulp ge
roepen is. En omgekeerd, of het brand
weerpersoneel van Oudkarspel meê naar
Noord-Scharwoude moet, als daar, volgens
overeenkomst, de spuit van Oudkarspel
heengaat. Aan een brandspuit zonder be
diening hoeft men niets, meent spreker.
Voorz. meent, dat men het personeel
niet kan verplichten, in een andere gemeente
werkzaam te zyn, en al is dat wèl zoo,dan
zou toch de gemeente, waar de brand is,
de geheele kosten moeten betalen. Men
vindt echter goed, dienaangaande in over
leg te treden met het gemeentebestuur
van Noord-Scharwoude.
Voor kennisgeving worden vervolgens
aangenomen de volgende ingekomen stuk
ken
1. Mededeeling van Gedeputeerde Staten,
dat de Rijksuitkeering voor het lager on
derwijs over het dienstjaar 1901 voorloopig
is bepaald op f 1100.
2. Missive van idem, ter begeleiding
van het goedgekeurde kohier van den hoof-
delijken omslag over 1901. Als heffingsper
centage is daarbij genomen l'/i van het
belastbaar inkomen.
3. Schrijven van de diakonie der Ge
reformeerde kerk te Noord-Scharwoude c.a.,
dat zij zich niet langer kan belasten met
de voorziening in de medische hulp aan de
armen dier kerk, en derhalve die armen,
wat die medische hulp aangaat, aan de
gemeente overgeeft.
4. Missive van den Rijks-Ontvanger,
berichtende de uitkeering van f 171.23
aan den Gemeente-ontvanger.
5. Idem van Gedeputeerde Staten,
houdende mededeeling, dat de uitkeering
overeenkomstig de wet van 24 Mei 1897
Stbl. 156 (vroeger 4/s personeel) over het
laatste kwartaal van 1900, ten bedrage van
f 802.44, betaalbaar gesteld is.
De rondvraag niets opleverende, gaat de
Raad hierna in geheime zitting, ter vast
stelling van het kohier der hondenbelasting
en ter bespreking van de tram concessie.
als gij U volkomen zeker van
uw lijden verlossen kunt door
aanwending van den alleen ech
ten Apotheker
en alle maagziekten, hoest, tu
berculose, katarrli, int algemeen
alle inwendige kwalen kunt weg
nemen en tegelijk dezen balsera
ook in ontelbare gevallen uit
wendig kunt gebruiken.
Deze balsem is alleen echt
wanneer hij nevenstaand officieel
geregistreerd groen handels
merk: l>e Non, draagt.
6 flacons kosten franco 6 gulden.
Minder dan 3 flacons kunnen niet
verzonden worden, zending al
leen tegen contante betaling.
als gij door aanwending van
Apotheker A. THIERRY's
alleen eclite
Cen fifolien zalf
iedere wond, al is zij ook
11 o gr zoo oud, en van welken
aard ook, volkomen zeker kunt
genezen, en gij daarbij bijna
altijd elke gevaarlijke operatie
kunt vermijden.
Prijs per pot f 2.—, twee
potten f3.franco. Verzending
alleen tegen contante betaling.
Deze zalf is alleen echt met ne
venstaand officieel geregistreerd
handelsmerk, dat op lederen
pot is ingebrand.
Hoofddepot: Hof-Apotheek H.
SANDERS, Amsterdam, Rokin 8.
Rotterdam bij SNABILIÉ, Steiger.
Waar geen depot is bestells
men direkt aan het adres: Apo
theker A. THIERRY, te Pregrad*
hij Rohitsch, Oostenrijk.
(iCHDiENl
Meln echter Balsam
•ut dar Schutzengsl'Apothek*
des
A. Thierry in Pregrate
bei Rohitioh-Sauerbrunn.
desA.THIERRY ïrt
PREGR&DA
lIEIilbEK, Polderweg 15.
Speciaal adres voor
W. gg. Tielrooy.
als op dat oogenblife, met dat groote leed
in hare oogen.
Alle drie de kinderen snelden bijna
tegelijk op hun moeder toe en zeiden als
uit één mond „Moeder, u behoort alles.
Alles is van u."
Maar heesch lachend keerde de vrijheer
de groep den rug toe.
„Van de genade van de kinderen leven
Kostganger bij je eigen zoon zijn Of als
in een armenhuis leven? Dood en duivel!
dat zou juist iets zjjn naar mjjn smaak.
Wanneer het je spijt, wat je hebt gedaan,
nu is het te laatVoor heilige ben ik nu
eenmaal niet geschikt. Zóó hopeloos staan
mijn zaken nog niet, dat ik mijzelf tot een
bedelaar heb te verlagen, die moet afhan
gen van de kuren van anderen. Ik doorzie
het complot wel, dat jelui met je waardige
tante hebt gesmeed, om mij in een afhan
kelijke positie te brengen, opdat ik heel
aardig naar jullie pijpen zou moeten dan
sen. Maar je hebt misgerekend, met
dwang kom je bij mjj geen stap verder."
„Aribert," antwoordde Lydia met beven
de stem, „heb ik je niet gezegd, dat ik
armoede zou willen ljjden terwille van jou
Ik heb een zwaren strijd met mijzelf gestre
den, want ge weet, wat scheidend tusschen
ons getreden was. Terwille van de kinde
ren heb ik mij van je afgewend en terwille
van hun toekomst heb ik mij van je willen
laten scheiden, omdat gij niet zooveel be
langstelling in hen had als ik noodig oor
deelde. Maar nu zijn de kinderen geborgen,
onze zorgen behoeven ze niet meer, en nu
zegt mij mijn geweten, dat gij mijn hoogste
plicht zijt en dat ik jo niet mag verlaten
om zelfzuchtige redenen. God zal een
maal je ziel van mij vorderen," voegde
ze er zachtkens aan toe.
WORDT VERVOLGD-