WEAVER ORGELS. ADVERTENTIES Waarom lijdt gij? A. Thierry's Balsem, Waarom lijdt gij? Violen, Cilhers, Speeldoozen, Automaten, enz. REPARATIE-INRICHTING, Men ie doende ten onzent een dienst- bodenrereeniging samen te stellen. Mjjn dienstbode is er lid van en heeft denkelijk kans, bestuurslid te worden, zoodat ik 't vooruuzichc heb, mettertijd bestuurs vergaderingen in mijn keuken te krijgen. "Wij gaan vooruit! liet kookboek heeft in hooge mate mijn belangstelling gewekt en ik heb thans een overzicht van kookkunst, dat ng in staat stelt een oordeel te vellen over de beteekenis van een zoogenaamde cvolslagen" keukenmeid. Hare kennis is inderdaad niet gering, hare bek waam heden zij n vele, haar ethische en aesihetische ontwikkeling is gróót. Wij, litteraire menschen, zakenmen- schen, industriëele menschen, leeraren, kunstprobeerders, procuratiehouders, ban kiers, wij voelen ons zóó geducht. Wij, elk voor ons, zien zoo uit de hoogten on^er zelfschatting neer op luiden in andere bedrijven, die 't onze niet kennen. Wij zijn ons zoo geduchtelijk onze b'kwaamneden bewust en zeer zelden komen wij ons ik eens raadplegen om wat wij niet kennen. Zoo'u keukenmeid is een inferieur we zen. Zij ruikt naar spijzen, naar de kachel, naar versche groenten, naar oud bakken brood. Zij heeft roode handen, een beslagen gezicht met glimmende oogen en haar rokken flodderen om haar beenen. Ais een giftmengster is zij den gebee- lcn dag doende uit allerlei potjes en leschjes vochten te mengen en kruiden in dampende pannen zij is, hoe groote eischen van zindelijkheid wij haar plegen te stellen een onfrissche type. Zij wordt zelfs bij voorkeur niet in onze eetkamer geduld, hiér producten worden glorieus binnen gedragen door de andere m id, iu een mooie zwarte jurken een frisch wit mutsje op. Wij, als we geen epicuristen zijn, bemoeien ons matigjes met haar werk, zijn we 't wel, dan met groote belangstelling, maar zij bemerkt daarvan niets als wij tevreden zijn, als dus haar arbeid gesiaégd is. Kookt zij niet naar onzen zin, dan sturen we haar M»t onze vrouwen standjes. Als er een dinertje is en zij zich zeer bijzouder heeft uitgesloofd, dan kan zij in haar keuken 't gezellig rinkinkelen der borden en vorken hóóren en de opge wekte stemmen boven haar heerlijkheden. Zij stuurt prachtig opgemaakte schotels de keuken uit, terecht trotsch op haar werk, misschien zich met zelfwaardeering vóórpratend dat zij toch een bekwame vakvrouw is, en zij ziet van haar arbeid niets terug dan de verstrooide, uitgele pelde en afgekloven resten. Met het kookboek van de Haagscbe Kookschool (vijfde druk) vóór mij, durf ik de vrijheid nemen, hoogachtirg en bewondering te vragen voor de keuken meid. Ik boop dat te kunnen doen zon der eerig boos vermoeden op te wekken Mijn keukenmeid is oud en verstoken van alle schoonheid, verdord boven de keukenvuren, beenig en tanig, en ver loofd. En ik stel me altijd hóóg boven mijn vrouwelijk ambtenarenpersoneel. Er is iets zonderlings in, dat een heer komt met een aanprijzing ten bate van een categorie menschen, die zélf hun woord wel kunnen doen en die, nu zij zich vereenigen gaan, een geduchte macht in de maatschappij kunnen wor den. Maar ik, die weet wat er vastzit aan potage k la tortue, croquettes, filet de boeuf, sauce maaère, jambon aux épinard, aspic d' aiguilles k la mayonnaise, dinde trufUe, en hoe de andere schotels van 't conventioneel menu heeten mogen ik, die br grooten kan welk een schat van technisch kunnen hier wordt verbruikt, ik weet niet waarom ik minder hulde zou brengen aan een geroutineerde keu kenmeid als mijn Bet, dan aan een ge routineerd acteur als den heer Prits Tar- „Hoe ik aan al dat geld kom O, op de eenvoudigste manier. Ik heb onze goede wrduwe een kies getrokken. Gij kunt niet gelooven, hoe gaarne zij mij uit de verlegen- beid hielp, nadat ik haar schertsend met 1 huiszoeking had gedreigd en haar had voorgehouden, welk een gevaarlijk spel zij 1 id gespeeld en hoe het haar zou zijn ge gaan, wanneer zij in andere handen was vervallen dan in de mijne. We begrepen el kaar heel goed en allesliepvan een leien dak." De vrijheer zuchtte en draaide zich om. Hem kwam de heele zaak erg onaangenaam en stuitend voor. Hij gevoelde zich reeds weer als een gerehabiliteerd man, en als zoodanig mocht hij weer eischen stellen. „Ja. wat heb ik daar nu eigenlijk mede te maken Pwat moet ik nu nog bij Valerie doen vroeg hjj eenigszins uit de hoogte. ,.Ja, ja, ik vergat je te zeggen, dat ik j#u bij onzen handel niet heb vergeten. Ik geide tot mevrouw Valerie, dat ik jou tot deelgenoot van het geheim had gemaakt. Ik liet doorschemeren, dat ik het voor mijn vriendenplicht had gehouden, jou klaren wijn te schenken, daar jij je eigen vrouw verdacht hadt. Dat verraad was haar blijk baar zeer pijnlijk en zij wilde het mij eerst zeer kwalijk nemen, wat mij evenwel zeer koel liet. Ik gaf haar de goede aanwijzing hoe ze jou levenslang zou kunnen doen zwijgen, en ik geloof, dat ik haar zoo tam maakte dat ze je zelfs wel tegemoet zal komen, wanneer je zelt niet dadelijk be gint met de scbdderirg van den toestand vaarin je minrend hart verkeert. Ik zeide dat jij een andere opvatting van de zaak hebt' als ik, dat jij je diep beleedigd ge voelt en een zwaren strijd hebt te strijden gehad tusschen je neiging voor haar en je rechtvaardigheidsgevoel, dat je drong de zaak voor het gerecht te brengen." taud. Zij zijn beiden éven groot, maar de één krijgt kransen en applaus, de ander afgekloven beentjes en snauwen. Dat is onbillijk. Men beweert dat koken eenvoudig 't bijeen voegen en klaarmaken van de ingrediënten is. Om bij voorbeeld potage birque te be reiden (men bewondere mijn kookkennis) heeft men noodig 20 rivierkreeften bij 200 gram rijst, 1J/2 óL. cognac, cayenne peper, zout en 2 dL. bouillon. En om een schilderij te maken heeft men noodig 20 penseelen, 200 gram verf, 1 olie, vernis, palet en linnen. Nu is de scheppende kracht noodig om van deze dingen een lekkeren échotel of een aan grijpend schilderij te maken. En die is in den grooten schilder evenzeer aanwezig als in de bekwame keukenmeid. Iemand die van de natuur een mooie stem heeft gekregen en daarmede eenige malen per winter een publiek heel of half of volstrekt niet voldoet, is hij méér groot dan de jonge vrouw die een paar duizend recep- en in haar hoofd beeft en er een gezin eiken middag, jaren aanéén, gelukkig meê maakt Sterker nog, is er één wezen dat zóó zeer stemmingen beheerscht als deze vak vrouwe, die met f 150 per jaar plus waschgeld en fooien bezoldigd wordt, meid heet en bespot wordt als keuken prinses. Waar lekker gegeten wordt, o diep materialistische wereld, is opgewekt heid en eensgezindheid. Als pa gesmuld heeft aan zijne fines herbes, krijgen vrouw en kinderen zooveel van hem gedaan terwijl hij, na ongare escalopes de veau, hen afsnauwt en vraagt of zij denken dat het geld hem op den rug groeit. Een cbef, wiens goedgeluimdheid zijn ondergeschikten staag roemen, heeft vast een goede keukenmeid. Een bullebak leeft van ongaro spijzen en eet pessimisme in met aangebrande soepjes. De rol eener keukenprinses in ons gezin is groot en overwegend. Zij zal,met vele dozijnen mede-kooksters, een vereeniging oprichten om te trachten lotsverbetering en loonsverhooging te krijgen. Schande, dat dit noodig is Bij de Romeinen werd, wie kookte, hoog geëerd. De lijfkok van den Keizer van Duitscbland is een gentleman die een eigen buiten heeft en zijn snor naar 't model „es ist erreicht" draagt. Czaar Nicolaas de zooveelste verhief zijn kok tot graaf en eersten minister uit pure dankbaarheid. Een Shah wijdde zijn overleden keukenprins een standbeeld: Ddar was 't begrip van de beteekenis der kookarristen. Wij behandelen hen smadelijk, maken er meiden van, die zoolang de kachel niet brandt den keuken vloer dweilen en messen te slijpen hebben. Deze brief is een pleidooi voor de keukenmeid. Ik éér en bemin u, lieve laagge schatte Gróóte Ik bewonder uw kunst Gij zijt een weldoenster der mensehheid Uit uw handen ontvangt de gedegene reerde mensch zijn stemmingen, zijn lusten, zijn krachtenGij voedt zijn ziel méér dan zijn lichaam Gij erbarmt u zijner als alles hem verlaatGij geeft hem het geloof in de goedheid van het ondermaansche terug, wen hij geducht aan 't twijfelen sloeg O, goede, miskende keukenmeid Hoe is zij mij een ergernis, de annonce waar in een gezin z. k. van den P.G. een P.G. keukenmeid gevraagd wordt, g. v. h. w., bekwaam en eerlijk v. g. g. v. loon f 100 mèt waschgeld. Zich aan te melden in persoon. Het is een declineering. De kookschool wil ik verheffen tot kookacademie. Uw onderwijs worde bij het Hooger Onder wijs geschikt Gij behoort, na proefkook, een titel te verwerven, zoo goed als een Mr. en een Dr., bijvoorbeeld Kd. Er moesten tentoonstellingen en oponbare uitvoeringen zijn, waar gij schitteren kondet. Gij, keukenmeid Ik leg mijn kookboek weg, bleekjes bedenkend hoe ondaukbaar het leven is en hoe vol gruwzame inconsequenties dar menschdom is. J->. den Vergadering van Raad der gemeente Oudkn ï-s pel, op Donderdag 14 Maart 1901, voorm. hal^ tien. Afwezig met kennisgeving de hr. Pranger. DeVoorz.,de hr.Fuhrhop,opent de vergade ring en leest de notulen van de voorgaande, welke zonder aanmerking worden goedge keurd. Aan de orde is de benoeming van stem- bureaux, die als volgt worden samenge steld, nadat de heer Eecen had verzocht niet in aanmerking te komen, omdat zijn gezicht hem het bijhouden van.de lijst zoo moeilijk maakt. Als plaatsvervanger van den Burgemees ter, die ingevolge de wet Voorz. is, wordt voor alle stemmingen aangewezen de heer De Boer. Voor de Prov. Staten-verkiezing(vacature- Waller) op 19 Maart a. s. zijn leden de heeren Borst en Kroon en plaatsvervangers de heeren Hart en Butter. Voor de a. s. periodieke verkiezingen voor den Gemeenteraad, de Provinciale Staten en de Tweede Kamer, zijn om beur ten de heeren Hart en Butter en Borst en Kroon leden ol plaatsvervangers. Voor de benoeming van een onderwijzer in de plaats van den hr. Kosten is door Burg. en Weth. in overleg met den Arr. School opziener uit de 17 sollicitanten een voor dracht opgemaakt, bestaande uit de heeren K. Dikstaal te Berkhout, tijdelijk onder wijzer te Hoorn, T. R. de Kok tijdel. on- derw. te Helder, en J. Nooij, onderwijzer te Zaandam. Naar aanleiding van de gehouden proetlessen kan de Voorz. den eerstge noemde, die buitengewoon goed had voldaan, bijzonder aanbevelen. Na eenige bespreking werd metlalgemeene stemmen de heer K. Dikstaal benoemd. De Voorz. zal den benoemde daarmeê in kennis stellen en hem verzoeken 1 April in functie te treden. Ingevolge het besluit van de vorige ver gadering, heeft Voorz. nagegaan, welke de emolumenten waren, die aan den veld wachter, den heer A. Prijs, elk jaar bij stukjes en beetjes werden uitgekeerd, hetzij voor aanplakken en omroepen, indeeling van miliciens, begeleiding van lotelingen, inspectie, werkzaamheden bij verbranding etc. van besmet vee enz., en welke som die kleine postjes in billijkheid als vaste toelage zou kunnen vervangen. Als gevolg daarvan stelt spr. aan den Raad voor, den veldwachter een vaste gratificatie toe te kennen van f B.'s maands, of f 60.— per jaar, onder bepaling evenwel, dat de veldwachter dan geenerlei werkzaamheden afzonderlijk in rekening mag brengen. Voorz. herhaalt, wat hij ook in de vorige vergadering heeft gezegd, dat al die kleine postjes niet in het belang vaD een goede administratie kunnen zijn en dat het al zeer onaangenaam is, voor alle kleine kar weitjes een afzonderlijke belooning te moeten uitkeeren. Algemeen wordt goedgevonden de af zonderlijke vergoedingen voor allerlei werk zaamheden v. d. veldwachter te doen verval len en daarvoor in de plaats te geven ééne vaste toelage v. f 5 per maand.De veldwachter moet echter de verplichting op zich nemen, om daarvoor al de werkzaamheden te doen I die hij tot heden afzonderlijk in rekening bracht, of die zich bij gelegenheid mochten voordoen en bovendien om den' burge meester in het schrijfwerk ter secretarie behulpzaam te zijn. Het kohier van de hondenbelasting zal straks in geheime zitting worden behandeld. Volgens mededeeling van den Voorz. heeft de heer Eecen voorgesteld, om in den woningtoestand van den veldwachter, die dringend verbetering behoeft, te voorzien, door, met intrekking van het verleden jaar genomen besluit, een woning achter het raadhuis te bouwen, als tenminste de kos- ,,Hoe kon je de arme vrouw zoo bang maken vroeg Kraschwitz. „Zie je wel, dat jij niet in staat was je eigen zaakje op te knappen, jij met je zoo groote zachtmoedigheidriep Bieberitz geërgerd. „En wanneer ik je nu niet hielp, zou je de heele geschiedenis nog bederven, hoe schitterend ik ook alles voor elkaar j had. Bedenk toch eens, wat een magnifieke kans je in handen hebt. Hoe je je heele I leven de teugels in de vuisten houden kunt j om die kleine satan in bedwang te houden. Om 's hemels wil, nu geen mis plaatst medelijden, dan ben je dadelijk weer het kind van de rekening en je bent weer het hondje dat apporteert als de kleine duivelin het wil." „Geen van beiden, mijn waarde," ant woordde Kraschwitz geprikkeld, want de hooge toon, waarmede zijn vriend sprak, ergerde hem. „Ik zou het zaakje wel tot een goed einde brengen, hoewel het nooit mijn plan zou zijn, de vrouw, die ik eens vereerde, te kwellen of te plagen maar ik mis allen lust onze oude betrekking voort te zetten. Geen mensch kan over zijn eigen schaduw springen, en de begrippen van eer, waarmede men geboren is en groot is ge worden, zijn en blijven onze tyrannen. Ik heb nu geen t(jd voor Valerie, ik moet terug naar Liebenberg." Bieberitz zag zijn ouden kameraad half verwonderd, half spottend van terzijde aan. „Is die erfenis van je tante dan al zóó zeker Ik waarschuw je, vriend, ga niet tusschen twee stoelen zitten. Maar je moet weten wat je te doen staat." „Volkomen. Bad Valerie nog een bood schap voor me „Zjj verwachtte je vandaag. Ik ga met den middagtrein naar Berlijn terug. Mijn zending hier is vervuld. Officieel zal ik zeggen, dat iets gewichtigs mij roept en voorstellen de zaak te laten rusten totdat ik terugkom. Ik kóm natuurlijk niet terug." „Vaarwel dan, Bieberitz, 't ga je goed. Ik vermoed dat jij je nu als kalm man in 't privaat leven terugtrekt." „Zoover is het nog niet. Ik kan eerst wei een poosje verlof vragen en wat lief lijker hemelstreken opzoeken. Ik ga eens spoedig naar de Riviera." „Monte Carlo zeker? Nu, veel pleizier. Je hebt het zuur genoeg verdiend." „Ja, ja, die pereboom, dat was een heel zwaar oogenblik." „Maar gouden vruchten heb je er toch van geplukt." De vrienden scheidden, met een kame- raadschappelijken handdruk en gingen, elkaar minachtend, ieder buns weegs. HOOFDSTUK XXXVIII. Het testament van tante Wanzlow was geopend geworden in tegenwoordigheid der gansche familie Von Kraschwitz. Ottfried kreeg geljjkvanuit het graf regelde tante met nuchter verstand, en met haar onbarmbartigen wil bepaalde zjj het lot harer familie. Ottfried kreeg Liebenberg als hoofderf genaam. Bovendien was het baar vermogen in gelijke deelen verdeeld tusschen hem en zjjne zusters, zoodat de ouders nergens iets over hadden te zeggen, noch over het kapitaal, noch over de renten. Van de ren ten was maar een matig deel voor levens onderhoud en opvoeding, de rest moest weer bij het kapitaal gevoegd worden. Als hij 25 jaar was, zou Ottfried het be heer krijgen over Liebenberg en over zijn geld. Zijn zusters kregen het hare, als ze meerderjarig waren, of als zjj trouwden. Voor Lydia was een lijfrente vastgesteld, die haar in staat stelde rjjk te leven. Zij ten daarvan bestreden kunnen worden uit den verkoop van de tegenwoordige woning. Burgem. en Weth., die over dit punt hebben beraadslaagd, stellen voor, om, alvorens tot de verbouwing en den verkoop te besluiten, door den landmeter het terrein van het Raadhuis te doen opmeten en aan duiden, en voor dat onderzoek hem een cre- diet van f 15.te verleenen. Ir. een volgende vergadering kunnen dan definitieve voorstellen gedaan worden. Dit voorstel wordt algemeen goedgekeurd. Hierna wordt iu behandeling genomen, de toelage aan brandspuitlieden, welk punt aanleiding geeft tot nog al breedvoerige beschouwingen over de organisatie van het brandweercorps. Burg. en Weth. stellen voor, nu de ge meente vast brandweer-personeel heeft, bij eventueelen brand een uurloon uit te betalen van f0.25 voor de 48 pompers, f 0.50 voor de 6 onder-brandmeesters en fl.voor de 3 brandmeesters. De heer Butter acht 3 ploegen van 12 pompers voldoendedan hebben ze na 10 minuten pompen 20 minuten rust. De heer Hart gelooft niet, dat altijd alle leden van het personeel present zullen kunnen zijn, zoodat aanvullingspersoneel toch ook aanwezig moet zijn. Voorts meent spr., dat men vaste personen zal moeten benoemen voor afzetting van het terrein, voor het halen van haken en ladders, voor lantaarndragers enz.met den Voorz. is spreker het niet eens, dat deze personen wel gevonden kunnen worden uit de 48 pompers. Meermalen toch zal het gebeuren, dat er stellig geen mogelijkheid is, om b. v. de lantaarndragers ol kringsluiters af te lossen. Ten slotte wordt goedgevonden, de voor gestelde uurloonen eventuëel uit te betalen en de organisatie van de brandweer met inachtueming van het gesprokene aan Burg. en Weth. met de brandmeesters over te laten. Verder wordt aangenomen om ook voor dit jaar een premie van f 0.15 voor elke gedoode rat uit te betalen. Aangezien de landeige naars toch het meeste belang hebben bij de verdelging der ratten, zal aan het pol derbestuur, dat verleden jaar de helft bijdroeg, gevraagd worden '/a der uitge keerde premiën voor rekening van den polder te nemenvoor de gemeente blijft dan f0.05 per rat. Nog wordt goedgekeurd, de betaling van de voorloopig toegestane som van f 85.voor de onlangs gehouden testivi- teiten. Het kleine overschot van dit bedrag was door de commissie in de kas van de vrouwen-vereeniging gestort. Ingekomen is een adres van de afd. „Langedijk" van „Het Witte Kruis", Waarin te kennen gegeven wordt, dat door de afdeeling is besloten, in het belang van de volksgezondheid en ter voorkoming van het gevaar, dat kinderen zonder toe zicht op onveilige plaatsen gaan baden, aan het z.g. „Waardje" een bad- en zweminrichting te bouwen. De afd., den bouw voor hare rekening nemende, ver zoekt evenwel den Raad om gezamenlijk met Noord-Scharwoude de exploitatie, waarvan de kosten totaal f 130.per jaar zullen bedragen, dus voor elke gemeente f 65.voor gemeente-rekening te willen nemen. Tot zijn spijt heeft Voorz. gelezen, dat het verzoek in den Raad van Noord- Scharwoude niet is ingewilligd. Spreker meent, dat het voor de ouders geen geruststelling is, als de kinderen zonder toezicht op allerlei plaatsen gaan zwemmen, terwijl klachten zooals verleden jaar, b. v. over opjagen van vee, met een badinrich ting vermeden worden. Om aan de afdeeling zijn sympathie met het plan te betuigen, zou de Voorz. gaarne zien, dat de Raad gunstig op het verzoek beschikte, ofschoon nu van het bouwen der inrichting wel geen sprake meer kan zijn. De Raad evenwel, toont weinig lust om op het verzoek in te gaan. De heer Hart meent, dat men bij gebreke van een verbodsbepaling, toch niet kan voorkomen, dat er op verschillende plaatsen buiten de badinrichting gezwom men wordt. De heer De Boer vreest, dat het gebouwtje in den winter te veel te lijden zal hebben van het ijs, door de gestadige kreeg die evenwel slechts dón,als ze wettelijk gescheiden was van haar man. Als echt- genoote van den vrijheer Von Kraschwitz was zij onterfd en geheel zonder middelen. Dat testament was een vernietigende slag voor den vrijheer. Nauwelijks waren de formaliteiten vervuld en de familie zon der vreemden, of hij brak, doodsbleek en buiten zichzelf van woede, in allerlei ver- wenschingen los. „Dat is jouw werk!" schreeuwde hij met gebalde vuisten zijn vrouw toe. „Zoover heb jij het nu gebracht door je ophitserijen tegen mij, door je leugenachtige beschul digingen. Als een bedelaar word ik weg- gejaagd, nadat jij er voor gezorgd hebt, dat alles in je bezit kwam. Jjj waart in het bondgenootschap met die oude, ver droogde mummie, die den haar gansche leven lang opgekropten en gevoeden man nenhaat aan mij gekoeld heeft." Mevrouw Von Kraschwitz stond op, ging naar baar man, legde haar hand kalmee rend op zijn arm en zeide bedaard „De toekomst mijner kinderen is nu ver zekerd voor hen heb ik niets meer te vreezen. Wanneer ge gelooft, dat ik'bij je behoor, dan zal ik je niet verlaten. Het is mijn plicht, bij je te blijven, zelfs in den hoogsten nood. Ik zal afstand van de erfe nis van tante Wanzlow doen, ter wille van jou, wanneer ge mij belooft een nieuw leven te zullen beginnen. En zoover als ik onze kinderen ken, zullen ze ons geen gebrek laten lijden." Lydia had, hoog opgericht, ieder woord met grooten nadruk gezegd. Ottfried zag met gloeiende liefde en be wondering tot zijne moeder op, die bleek in het zwarte rouwkleed, als een martelares' voor hem stond. Hjj had. haar nooit zoo mooi gevonden rijzing en daling van het water in Raaks- maatsboezem. Met algemeene stemmen wordt dan ook het verzoek afgewezen. De heer Borst, op de kwestie van de brandweer terugkomende, vraagt, of er be diening voor de spuit van Noord-Scharwoude is, wanneer die in Oudkarspel te hulp ge roepen is. En omgekeerd, of het brand weerpersoneel van Oudkarspel meê naar Noord-Scharwoude moet, als daar, volgens overeenkomst, de spuit van Oudkarspel heengaat. Aan een brandspuit zonder be diening hoeft men niets, meent spreker. Voorz. meent, dat men het personeel niet kan verplichten, in een andere gemeente werkzaam te zyn, en al is dat wèl zoo,dan zou toch de gemeente, waar de brand is, de geheele kosten moeten betalen. Men vindt echter goed, dienaangaande in over leg te treden met het gemeentebestuur van Noord-Scharwoude. Voor kennisgeving worden vervolgens aangenomen de volgende ingekomen stuk ken 1. Mededeeling van Gedeputeerde Staten, dat de Rijksuitkeering voor het lager on derwijs over het dienstjaar 1901 voorloopig is bepaald op f 1100. 2. Missive van idem, ter begeleiding van het goedgekeurde kohier van den hoof- delijken omslag over 1901. Als heffingsper centage is daarbij genomen l'/i van het belastbaar inkomen. 3. Schrijven van de diakonie der Ge reformeerde kerk te Noord-Scharwoude c.a., dat zij zich niet langer kan belasten met de voorziening in de medische hulp aan de armen dier kerk, en derhalve die armen, wat die medische hulp aangaat, aan de gemeente overgeeft. 4. Missive van den Rijks-Ontvanger, berichtende de uitkeering van f 171.23 aan den Gemeente-ontvanger. 5. Idem van Gedeputeerde Staten, houdende mededeeling, dat de uitkeering overeenkomstig de wet van 24 Mei 1897 Stbl. 156 (vroeger 4/s personeel) over het laatste kwartaal van 1900, ten bedrage van f 802.44, betaalbaar gesteld is. De rondvraag niets opleverende, gaat de Raad hierna in geheime zitting, ter vast stelling van het kohier der hondenbelasting en ter bespreking van de tram concessie. als gij U volkomen zeker van uw lijden verlossen kunt door aanwending van den alleen ech ten Apotheker en alle maagziekten, hoest, tu berculose, katarrli, int algemeen alle inwendige kwalen kunt weg nemen en tegelijk dezen balsera ook in ontelbare gevallen uit wendig kunt gebruiken. Deze balsem is alleen echt wanneer hij nevenstaand officieel geregistreerd groen handels merk: l>e Non, draagt. 6 flacons kosten franco 6 gulden. Minder dan 3 flacons kunnen niet verzonden worden, zending al leen tegen contante betaling. als gij door aanwending van Apotheker A. THIERRY's alleen eclite Cen fifolien zalf iedere wond, al is zij ook 11 o gr zoo oud, en van welken aard ook, volkomen zeker kunt genezen, en gij daarbij bijna altijd elke gevaarlijke operatie kunt vermijden. Prijs per pot f 2.—, twee potten f3.franco. Verzending alleen tegen contante betaling. Deze zalf is alleen echt met ne venstaand officieel geregistreerd handelsmerk, dat op lederen pot is ingebrand. Hoofddepot: Hof-Apotheek H. SANDERS, Amsterdam, Rokin 8. Rotterdam bij SNABILIÉ, Steiger. Waar geen depot is bestells men direkt aan het adres: Apo theker A. THIERRY, te Pregrad* hij Rohitsch, Oostenrijk. (iCHDiENl Meln echter Balsam •ut dar Schutzengsl'Apothek* des A. Thierry in Pregrate bei Rohitioh-Sauerbrunn. desA.THIERRY ïrt PREGR&DA lIEIilbEK, Polderweg 15. Speciaal adres voor W. gg. Tielrooy. als op dat oogenblife, met dat groote leed in hare oogen. Alle drie de kinderen snelden bijna tegelijk op hun moeder toe en zeiden als uit één mond „Moeder, u behoort alles. Alles is van u." Maar heesch lachend keerde de vrijheer de groep den rug toe. „Van de genade van de kinderen leven Kostganger bij je eigen zoon zijn Of als in een armenhuis leven? Dood en duivel! dat zou juist iets zjjn naar mjjn smaak. Wanneer het je spijt, wat je hebt gedaan, nu is het te laatVoor heilige ben ik nu eenmaal niet geschikt. Zóó hopeloos staan mijn zaken nog niet, dat ik mijzelf tot een bedelaar heb te verlagen, die moet afhan gen van de kuren van anderen. Ik doorzie het complot wel, dat jelui met je waardige tante hebt gesmeed, om mij in een afhan kelijke positie te brengen, opdat ik heel aardig naar jullie pijpen zou moeten dan sen. Maar je hebt misgerekend, met dwang kom je bij mjj geen stap verder." „Aribert," antwoordde Lydia met beven de stem, „heb ik je niet gezegd, dat ik armoede zou willen ljjden terwille van jou Ik heb een zwaren strijd met mijzelf gestre den, want ge weet, wat scheidend tusschen ons getreden was. Terwille van de kinde ren heb ik mij van je afgewend en terwille van hun toekomst heb ik mij van je willen laten scheiden, omdat gij niet zooveel be langstelling in hen had als ik noodig oor deelde. Maar nu zijn de kinderen geborgen, onze zorgen behoeven ze niet meer, en nu zegt mij mijn geweten, dat gij mijn hoogste plicht zijt en dat ik jo niet mag verlaten om zelfzuchtige redenen. God zal een maal je ziel van mij vorderen," voegde ze er zachtkens aan toe. WORDT VERVOLGD-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 6