Zondag 5 Mei 1901.
45ste Jaargang No. 3624.
TWEEDE BLAD.
De Thee-avondjes
bij M. A. G.
NUS.
FEU1LLKTON.
c.
Binnenlaodsch Nieuws.
SCHAGER
COURANT.
SchageD, 2 Mei 1901.
Drie specialiteiten tegelijk op de thee. Een
stout fieschje.Hoe lang een Engelschman
tegen barsten bestand is. Cock leest uit
de Telegraaf. Treub is hatelijk en ver
klaart zich tegen het boycotplan. De
generaal beoordeelt den Boerenstrijd.
Wie helpen kan. Roosje drinkt haar
Pale Ale en Cock grijst af. De
hoed van Treubde vulpenhou
der van Nus. Eland buldert. Hij
vraagt ons rekenschap Arme
schutters. Ondankbaar vader
land. Treub is bescheiden
maar Nus zet hem vast. A l-
lerlei toezeggingen. Ver
guldsel voor een kroon.
Piet Hein in Singapore.
Cock wil ons in oor
log brengen. Een
advies van Treub.
Allemaal leuzen.
De liberalen in
af wachting. Een
gevangen poes.
Cock stamelt.
o
Drie specialiteiten had ik op bezoek,
drie tegelijk, mannen van sta-vast, aller
eerst professor Treub, de groote man
van de Vrijzinnig-Democraten, ten tweede
generaal oud-minister Eland, en ten
derde do heer T. de Cock Buning. Als
ik me niet vergis, is de heer Cock Buning
de meest beroemde van de drie. Hij
woont te Alkmaar, wat op zichzelf al
een verdienste is. Maar bovendien is hij
de groote man van het Boycot-plan,
welk plan hij in de Telegraaf gestadig
ontwikkeld heeft. Roosje wist niet, hoe
gauw ze haar fleschje pale—ale zou weg
doen, toen ze hem verschijnen zag, want
pale-ale is Engelsch en dus uit den
booze. Het was evenwel te laat.
Wat zie ik vroeg Cock met heilige
verontwaardiging, nadat hij gezeten was,
de heeren begroet en een slokje thee
gedronken had. Wat zie ik herhaalde
hij, galmend als een dominé. Drinken
jullie pale-ale
van
WENTLAND.
0-0-0
11.
HOOFDSTUK X.
Sedert drie weken was Helmers in Ems,
en zijne brieven aan zijne vrienden in
Stuttgart berichtten steeds, dat zijne krach
ten toenamen, en Klausen had, evenals
Harden en Mathesius, tevreden kunnen
zijn,maar hij was het niet.H jj las tusschen de
regels van deze schijnbaar zoo verstandige,
kalme brieven, en hij vertrouwde die kalmte
niet. Bovendien drukte de gedachte aan
gravin Gerda hem zwaar.
Hij was Gerda met toorn, ja, met haat
tegemoetgetreden, omdat hij haar noemde
het ongeluk van zyn vriend. Maar toen hij
haar de eerste maal zag, hadden haat en
toorn geen stand gehouden, ze waren op
de vlucht gedreven door die waardige
verschijning, door die diepe, mooie vrou-
wenoogen, waarin eene wereld van smart
en onuitsprekelijken angst lag. Hij wist toen
dadelijk, dat ze onnoemlijk leed sedert zij
Helmers' brief had ontvangen, waarin hij
had geschreven, dat hij haar jong leven
niet aan het zijne, dat half verwoest was,
wilde verbinden. Daarin stond geen woord
van hoop op de toekomst, op latere ver-
eeniging, of zoo iets.
Daar verscheen Helmers plotseling weder,
op een mooien dag in Augustus, in de
woning van Klausen, lichamelijk beter en
sterker, maar in zjjn oogen was nog een
schuwe, vreemde uitdrukking, en zijne
manier van optreden verstrooid en weifelend.
Met Helmers was een jong, gedistingeerd
er uitziend heer, maar toch met flinke bewe
gingen. Helmers stelde hem voor als den
privaat-docent Römer, dien hij in Ems had
leeren kennen. De vreemdeling beviel Klau
sen dadeljjk, men sprak over alles en nog wat.
Ja, ik, voor mijn gezondheid, ver
klaarde Roosje manhaftig. Ik vind 'et
lekker en 't is versterkend. Wilt u een
glaasje P
Nooit van m'n leven, zei Cock
verontwaardigd. Zou ik iets eten of
drinken, dat uit Engeland komt, uit het
land van de Boeren-beulen? Nooit, zeg
ik U, en ik herhaal U, nooit. Aan mij
en in mij zal nooit iets Engelsch wezen.
En hoe lang denkt dat vol te
houden vroeg Treub droog.
Zoolang tot de Engelschen barsten
van spijt.
Nu, dat zal niet lang duren, meende
Eland. Het komt mij voor, dat, wanneer
de Engelschen hooren, dat de heer T.
Cock Buning van Alkmaar niets Engelsch
meer eet of drinkt of draagt, dat ze
dan wel gauw barsten zullen.
Mijn plan is een grootsch plan,
getuigde Cock en hij haalde de Telegraaf
uit zijn zak
„Mijn systeem is zóó eenvoudig, zóó
gemakkelijk toe te passen en eischt zóó
weinig opoöering van de Boerenvrienden,
dat het m. i. succes moet hebben," las hij.
„Immers, ieder is geheel vrij, of hij
al of niet Engelsche artikelen wil koopen,
en moet zelf weten, hoe het met zijn
geweten in 't reine te brengen, als hij
inwendig trilt van woede en verontwaar
diging over Engeland's gruweldaden en
toch tot bestendiging van dien toestand
medewerkt, door het koopen van Engel
sche waren."
Maar ik geloof niet, dat u veel
succès zult hebben I meende Roosje. En als
u en honderd anderen doen wat u
voorstelt, wat zal dat den Engelschen
kunnen schelen. Bovendien
O, neen, viel Cock haar in de
rede, blikkend in de Telegraaf, Ik wil
meer." En hij las
„Wanneer nu weldra uit verschillende
rijken adhaesiebetuigingen zullen zijn
ontvangen en in Engelsche bladen wor
den gepubliceerd, dan vermeen ik, dat
het successievelijk vermelden hiervan
meer prikkelend zal werken op het
zenuwgestel van den Brit, dan het
plotseling optreden eeuer enkele natie."
Hoe vindt u dat, meneer Treub, vindt
u dat geen grootsch plan P
Ik zou die kunsten maar laten,
zei Treub met de droge hatelijkheid,
die hem zoo wonderwel afgaat in het
debat. Ik vind die donguichotterie mal.
Met dergelijke maatregelen zoudt u een
paar fabrikanten schade doen, maar de
Engelsche natie koud laten, of verbittering
en tegenmaatregelen verwekken tegen ons.
Als het lot van de Boeren afhangt van
dergelijke goedkoope wraakneminkjes,
dan ziet het er droevig met hen uit.
Precies mijn idee, verklaarde Eland.
Laten wij geld bijeenbrengen om de
Boerenvrouwen in de kampen te helpen
aan dekking en voedsel, en de mannen
't zelf laten uitvechten. Zij winnen 't
tóch en of u uw glaasje pale niet drinkt,
helpt den Boeren zelfs niet aan een
Daarbij zeide de jonge privaat-docent
lachend„Jij hebt je vriend nog niets van
je plannen meegedeeld, beste Helmers."
En daar Heinz zweeg, ging hij voort„Ik
heb het plan, binnen kort een studiereis naar
Indië te maken, en zocht sedert lang een
persoon, die mij zou kunnen en willen
vergezellen. Uw vriend heeft besloten mij
te vergezellen.''
Klausen keek Helmers verwijtend vragend
aan Helmers gaf den blik donker en trotsch
terug.
„Wellicht is het het beste zoo", zeide
Klausen eindeljjk.
„Dat meen ik ook," riep Römer leven
dig uit. „Uw vriend moet eens uit den
ouden sleur; hier kan hij onmogelijk ge
nezen. Frissche zeelucht, nieuwe, interes
sante indrukken, nieuwe menschen dat
is het, wat hij noodig heelt."
„En hoe lang denkt u weg te blijven
„Een af twee jaar."
„Twee jaar", herhaalde Klausen werk
tuigelijk. Dan drukte hij Römer de hand.
„Breng hem ons gezond terug, naar lijf en
ziel gezond, en die twee jaren zullen ons
niet lang duren."
„Ik hoop het beste", antwoordde Römer.
„Reizen en trekken heeft bij dergelijk
lijden reeds dikwijls wonderen gedaan." Hij
stond op. „Gij verontschuldigt mij wel, U
zult elkaar nog velerlei te vertellen
hebben en ik moet nog een bezoek bij een
bekende van mij afleggen."
Toen de vrienden alleen waren, stapte
Klausen een paar maal de kamer op en
neer. Dan bleef hij dicht voor Helmers
Wanneer zult ge afscheid van haar
nemen
„In 't geheel nietwas het korte ant
woord.
„Heinz wat scheelt je
Helmers sprong op en drukte beide han
den tegen de slapen. „Stilstilof ik
word nog waanzinnig."
„Ja, mijn God, maar heb je haar dan
niet meer lief?"
„Laat mjj met rust, of ik ga weer."
Klausen deed een stap terug. „Ik houd
klein Engelsch convooi. De tijd van
praten is voorbij, er moet nu ged&hn
worden, en voor dat doen zorgen de
Boeren zelf.
Maar als over de geheele wereld
Engeland geboycot werd, waren we
immers klaar
Dat gebeurt nooit, zei, met econo
mische zekerheid, Treub. Zóó Boeren-
bevriend is geen enkele geheele natie,
dat zij de Engelsche artikelen, die goed-
kooper of beter of onmisbaarder zijn dan
die uit andere landen,niet meer zal koopen,
terwille van de Boeren. Hulp is er door
geen enkele natie verleend, omdat de
drang uit geen enkele natie sterk genoeg
was om de regeeringen te dwingen. Zelfs
niet in Frankrijk. Stel u maar niks van uw
boycot voor.
Dan zal ik mijn fleschje pale-ale
maar drinken 1 riep Roosje en Cock zag
met afgrijzen, hoe zij 't uit de kast haalde
en er een smakelijken slok van nam.
Dat breekt zijn hart, klaagde ik
en ik wees terwijl op Treub's hoed,
waarin met groote letters vermeld
stond „English made
Eland keek op zijn Engelsch horloge
en ik speelde met mijn Engelschen
vulpenhouder. Cock van Alkmaar was
puur beduusd van zooveel Engelschheid.
En toch houden we net zooveel
van de Boeren als jij, Cock, net zooveel
als Treub van de Vrijzinnig-democraten
houdt, en Eland van de Iegerwetten.
Praat me niet van de Iegerwetten,
want dan word ik woedend, bulderde
Eland.
En je hebt ze zelf gemaakt,
merkte ik schuchter op.
Ja, op de Iegerwetten word ik ook
niet woedend, maar op de Kamerriep
Eland. Foei, foei, foeiwat een behan
deling. Van mij weigert ze, wat ze van
Kool aanneemt. Is dat geen schandeP
Waarom moest ik naar huis
Dat weet ik ook niet, zei Treub.
En wat zijn onze schuttertjes
kaal van de reis gekomen, klaagde
Roosje, die altijd een voorliefde voor
schutters heeft gehad, om hun heldhaftig
karakter. Ze zijn afgeschaft zonder één
woord van hulde of beklag. Mijn arme
officiertjes en manschappen zitten met
hun uniformen en wapens en geen oud
roest die er een cent voor geeft. Dat
is wel ondankbaar van de Regeering
Ze hebben zoo lang het vaderland
vermaakt en nu behandelt het vader
land ze zóó, spotte Treub. Je moet het
van 't vaderland maar hebben,
Maar het gekste is, dat ze mij aan
den dijk hebben gezet, da's nog ondank
baarder, klaagde Eland.
Nu ja, jij wordt nog wel eens
minister van oorlog, troostte ik, maar
een afgedankte schutter heeft nooit kans
soldaat opnieuw te worden.
Zeker, zoodra de Vrijzinnig-demo
craten regeeren, maken ze meneer Eland
minister, nietwaar, meneer Treub, aldus
Roosje.
je niet vast," zeide hij koel.
In het volgende oogenblik stormde
Helmers hem voorbij Klausen snelde hem
berouwvol na. Lieve hemel, hij was nog
ziek„Heinzriep hij, op den
ouden, warmen toon.
Hij kreeg geen antwoord.
En terwijl Klausen erg uit zijn humeur
voor zijne schrijftatel zat te peinzen en zich
zelf te berispen, reisde Römer met den
trein naar Rosau en sloeg van het station
den weg in naar de Holmströmsche
villa.
Hij werd dadelijk bij de dames toege
laten men had hem bljjkbaar verwacht.
Gerda kwam hem met uitgestrekte han
den tegemoet: „Hartelijk welkom, lieve
vriend."
H\j kuste haar de hand. „Vele, vele
groeten van Alice en van mijne moeder aan
u en aan uwe tante."
„Het gaat ze toch goed
„God zij dank ja. En zij wenschen u van
ganscher harte, dat ook gjj weer eens
spoedig vroolijke dagen zult beleven."
Een bitter lachje speelde er om Gerda's
mond. „Vroolijke dagenherhaalde zij,
„hoe zou dat mogelijk kunnen zijn Ik heb
die nooit gekend."
Hij zat tegenover de dames en zijne
oogen rustten half met medelijden, half
met verrukking op Gerda's mooi gelaat
er lag een trek op dat gelaat, die
hem aangreepeen trotsche, stille smart.
„Wanneer er gerechtigheid is, is de
hemel u nog een groot, echt geluk schul
dig", zeide hij bewogen.
Zij schudde het donkere hoofd. „Dat is
voorbij." En dan, met een vluggen, vor-
Bchenden blik „Jelui bent het eens, niet
waar
„Ja, gravin. Het ging nogal gemakkelijk.
Na dien brief aan Alice ging ik naar Ems,
op zoo'n badplaats maakt men gemakkelijk
kennis met elkaar en hij toonde zich
tegenover mij tot mijn geluk openhartiger en
toegankelijker dan voor anderen.Op een goe
den dag sprak kjj van zijn lust om de tegen
woordige omstandigheden te ontvluchten,
maar dat was hem niet mogelyk door zyn be-
Kindlief,ik mag voor de Vrijzinnig
democraten géén toezeggingen doen,
zei Treub.
Zoo vriend, maar dat heb je
anders wel in Leiden gedaan, waar je
hebt gezegd, dat, als er te kiezen viel
tusschen een liberaal en een sociaal
democraat, de sociaal zou gestemd wor
den, zei ik.
Omdat die voor grondwetsherziening
is, en grondwetsherziening boven alles,
zei Treub. Ik ben geen socialist, maar
ik ben hervormer.
Dat wil ik ook zijn, klaagde Cock
Buning, en als ik erover spreek, lachen
jullie me uit. Ik wil den heelen Engel
schen handel hervormen, ten bate van
de Boeren.
Ik zou een socialist stemmen als
die voor vrouwenkiesrecht is, maar overi
gens ben ik het met oom eens. U hebt
een toezegging gedaan.
Nu ja, in verkiezingstijd wordt er
zooveel toegezegd, sprak Eland. Op
allerlei vragen is een antwoord. Hebben
jullie gezien, wat Hugenholtz in Anna
Paulowna antwoordde, toen hem werd
gevraagd, waarom verlaging van het
inkomen der Kroon niet op 't program
der S D. A. P. stond P
Geantwoord werd, zei ik, volgens
't verslag van de Schager Courant, dat
de 8. D. A. P. niet meer speciaal strijdt
tegen het Koningschap, omdat dit vanzelf
zal verdwijnen en zoolang de Kroon
het ornament is van 't bezit, dient
't ook behoorlijk verguld te zijn
Is dat geen dwaasheid P Je bent vóór
de Kroon, of je bent er tegen, maar als
je er tegen bent, help je 't ding niet
vergulden, ging ik voort. Aan iets dat
je nutteloos of schadelijk vindt, of dat
toch wel gauw weg zal wezen, geef je
geen geld uit.
Laten we ons niet op gevaarlijk
terrein begeven, verzocht de generaal.
Ik hoor niet graag over de Kroon
spreken, waar ik bij ben.
Dan vind ik de anti-militaristen
consequenter, ging ik voort. Die stemmen
tegen elke begrooting van oorlog, omdat
zij het leger en de soldaterij nutteloos
en schadelijk vinden. Die zouden dan ook
wel kunnen zeggen zoolang er een leger
is, moeten de soldaatjes er netjes uitzien
Maar zoo spreken ze niet.
Gelukkig komen de nieuwe oorlogs
schepen niet meer uit Engeland, zei
Cock van Alkmaar, met voldoening.
Verbeeld je, dat zoo iets ook nog gebeurde.
Maar hoe vindt u het, dat een Hol-
landsch oorlogsschip in Singapore was,
met vlaggen in de masten, toen daar de
Engelsche Kroonprins en zijn vrouw wa
ren? vroeg Roosje»Cock kreeg een hoest
bui van drift. Een schande vind ik het, riep
hij. Er was geen enkel vreemd oorlogs
schip, wèl een Hollandsch. Wjj alleen
zijn de beulen van de Boeren gaan hul
digen,wij alleen Foei, foei, foei
Maar misschien is dat wel als
machtsvertooning bedoeld, veronderstel-
perkte middelen. Ik vertelde hem daarop
van de reis, die ik zou gaan
doen en bood hem de plaats van mijn ge
zelschap aan. Hij greep dadelijk toe en
toonde van dat oogenblik een roerende
dankbaarheid."
„Je beloofdet hem een honorarium
vroeg mevrouw Constance.
„Zeker, evenals aan ieder ander, dien ik
zou geëngageerd hebben. Hij wilde het niet
aannemen. Toen zeide ik hem, dat ik onder
dergelijke omstandigheden een ander zou
moeten nemen. Dat hielp."
„En, wat ik je bid", zeide Gerda drin
gend, „neem nu ook zijn diensten en tijd
in beslag, opdat hij zich niet geheel en al
overbodig zal gevoelen."
„Heb maar geen zorg. Ik denk hem
eens duchtig aan het werk zetten. Dan zal
er geen tijd voor muizenissen overblijven."
„Ik zie, dat hij in goede handen is,"
zeide Gerda met een warmen blik. „Ik zal
mijne vriendschap met Alice, die voor mij
al zoo innig veel waard is geweest, dubbel
zegenen, wanneer door hare bemiddeling
het gelukt, van Heinz weer een mensch te
maken, die aan zijn eigen kracht gelooft."
„Wat ik daaraan kin doen, zal geschie
den. Den korten tijd dat ik hem ken, is
hij mij al reeds lief geworden. Wat moet
hij vroeger een man geweest zijn I"
Gerda sloeg de handen voor het gelaat.
„Vroeger 1 vóór hij zijn stem verloor
door mij
„Gravin 1 ik bid uEen treurige samen
loop van omstandigheden, meer niet."
„Ja, en toch door mij," barstte zij harts
tochtelijk los, „de keten van mijn schuld is
zoo duidelijk te zien, schalm voor schalm.
Ik heb mij in zijn leven binnengedrongen
in zijn smart over mij is hij naar buiten
gestormd, den regen in verloor zijn
stem werd een ziek, gebroken man."
„Zoo kwelt zij zich nu dag aan dag,"
merkte tante Constance verwijtend op. „En
dat om een man, die het niet eens de
moeite waard acht
„Stil, tante, geen woord over hem. Hij
heeft het recht om mjj te veroordeelen. Ik
ben de oorzaak van zyn ongeluk en mjjn
de Treub met een glimlach. We hebben
misschien ermee te kennen willen geven
Zie je wel, dat wij, Hollanders, óók nog
oorlogsschepen hebbenpas dus op.
Ja, als dat het geval is, zei Cock,
dadelijk gerustgesteld, als dat zoo is.
Maar dan hadden we ook een enkel
kanonschotje moeten lossen
Hó hé hé, riep Eland, U zoudt
van Alkmaar uit, ons in oorlog met
Engeland brengen. Verbeeld-je, dat wij
op een Engelsch oorlogsschip schoten
O, als 't aan hem ligt, krijgen we
dadelijk oorlog met den Brit, nie-waar,
Cockie vroeg ik, en dan stelt hij zich
aan het hoofd.
Neen, da's flauw, zei Cock. Wat
ik wil, is de Engelschen in hun zak te laten
voelen, dat de wereld verontwaardigd is.
Begin dan een hötel, adviseerde
Treub en geef je Engelsche gasten ge
peperde rekeningen. Da's veel verstan
diger en daar heb jij voordeel van.
Och, u spot er mee, riep Cock.
U bent altijd nog te radicaal.
Foei, spreek dat woord niet uit, zei
ik. 't Radicalisme is dood. Treub is niet
meer radicaal. Radicalisme leed aan
Engelsche ziekte
Asjeblieft óók geen Engelsche ziekte,
steunde Cock.
We zijn nu althans zoover, dat
we de verkiezingen ingaan met een
zuivere leus „grondwetsherziening, om
te komen tot algemeen kiesrecht", zei
Treub.
Tenminste, dat is jouw leus, pro
fessor de heer Drucker zegteerst libe
raal en dan democratisch, de heer Drucker
zou dus een liberaal vóór een socialist
nemen en de leuze van grondwetsher
ziening achterstellen bij de leuzezoo
veel mogelijk liberalen, zei Eland.
Dat moeten we nog uitmaken, zei
Treub. Zaterdag vergadert onze bond en
en het is te hopen, dat hij mijn
leus aanneemt, omdat mijn leus de
eenige goede is. Zoolang we geen
algemeen kiesrecht hebben, is alle her
vorming onmogelijk.
Ik hoop het met je, zei ik. En dan
moge je bond en de liberale partij eens
overal aan het werk gaan. Want nu
zijn alleen de sociaal-democraten met
kracht bezig ,aan het voorbereidend werk.
De anderen kijken de kat uit den
boom, zei Eland.
Jawel, als de socialisten inmiddels
poesje maar niet gevangen hebben. Onze
vrienden verspillen hun tijd, vergeten
dat time is money ook in de politiek.
O, asjeblieft geen Engelsche citaten,
stamelde Cock, asjeblieft niet
Aan het post- en telefoo n-k a n-
toor W armenhuizen werden ge
durende de maand April behandeld 20
inlagen spaarbank, bedragende f 2128.05,
19 terugbetalingen uitmakende f 1726.42,
146 postpakketten, 66 telegrammen.
- - -.'i- ui
levenstaak is het nu, goed te maken, wat
ik bedorven heb, zoover mijn krachten
daartoe reiken. Niets meer voor mij alles
voor hem."
Zij keek duister voor zich heen. „En
wanneer mijn persoon, de herinnering, het
bewustzijn van mijn bestaan, hem een
kwelling blijft, ik zou zelfs
„Gerdakreet mevrouw Con
stance, en Römer legde zwaar de hand
op haar arm. „Halt", zeide hij streng,
„nu is het genoeg, gravin dat is dwaze
zeltkwelling. Gij hebt alles, wat mogelijk
was, gedaan, om zijn leven weder in effen
banen te leiden, het overige moet ge nu
aan de hoogere macht overlaten."
Gerda was opgesprongen en stapte een
paar maal bewogen de kamer op en neer.
„Ik smeek u nogmaals", zeide zij dan,
„houd vooral voor hem geheim, dat wij
elkaar kennen, dat het idéé van deze reis
van mij uitging dat zou alles weer in de
war brengen, hij zou niet meegaan, alle hulp
zou hy bepaald afwijzen. Wat van mij
komt, is zij zweeg.
„Stil nu, Gerda", zeide mevrouw Con
stance. „Je hebt mijnheer Römer nog niet
gezegd, wat professor L. heeft geschreven.
De beroemde zenuwarts deelde ons mede,
dat hij voor twee jaar een zelfde geval
had gehad en een jeugdige zangeres haar
stem had verloren, maar deze was weer
geheel hersteld."
„Doe uw best, dat Heinz na zijn terug
keer professor L. eens opzoekt", verzocht
Gerda. „Voorloopig raadde de professor
ons aan, hem op reis te zenden, later kon
er een onderzoek plaats hebben."
„Ik zal al het mogelijke doen", verzekerde
Römer.
„En je schrijit heel veel aan Alice, hoe
het gaat? Niet waar? Dat is beter dan
direct aan mij te schrijven, want
ik zal dan eens hier, dan weer daar zjjn."
„Dus u blijft bij uw plan, om zuster van
het Roode Kruis te worden vroeg hij.
„Ja. Ik moet werken, hard werken."
„En wat zegt u daarvan, mevrouw
vind het goed, ik heb het haar aan
geraden."