B. S. BOKRSIA,
ii 14 u
ii 14 rr ii
h 14
ii 13 II II
ii 11 ii ii
ii 11 ii ii
ii 10 u ii
ii 10 ii
ii 10 II n
ii 9 ii ir
11 9 II
h 8 ii ii
ii 4
ii
ii
ii
ii
u
ii
ii
n
ii
ii
u
ii
ii
ii 5 ii ii ir
ii 25 1/ H
ii
i\i in yerscnii
Schoenen voor Jen Zomer!
ADOLPH SCHUT,
SÉoeifl en Laarzen,
7e Groote Verloting raa Lenilow.
D. A. Wisselink,
ZUIVELBEREIDING.
Over de levering van melk
aan de kaaslabriek.
366ste STAATSLOTERIJ.
Ce trok ken Prijzen.
ADVERTENTIEN,
Markt, SCHAGEN
W. F. Stoel Zoon, Alkmaar.
W. VAN MANEN,
Mr, Kleêrmaker,
KIébsIqIs, Anna Pailema,
HEERENKLEEDING.
voorheen B. SCHUT,
Hoogzijde C 140, Schagen.
Houttii A'o. S, Alkmaar,
steuning ontvangen en deze ook niet
begeeren, omdat hunne verdiensten in de
gewone dagelijksche behoeften kunnen
voorzien, maar die te kort schieten, als
in dagen van ziekte en herstel extra
uitgaven worden vereischt voor kracht-
onderhoudende en aansterkende midde
len, die voor eene volkomen genezing
zoo hoog noodig zijn.
Dat dit erkend zal worden door U
allen, wien deze circulaire wordt toege
zonden, staat voor ons vast en dus ook,
dat wij niet tevergeefs een beroep zullen
doen op uwe medewerking.
Geld, voor dit doel uitgegeven, wordt
nuttig, doelmatig besteedhoe-
vele gaven worden aan behoeftigen
uitgereikt, waarvan men die zekerheid
niet heeft. Daarom, laat uwe geldelijke
inteckening zóó zijn, dat de te benoemen
commissie hare taak op afdoende, onbe
krompen wijze kan vervullen.
Een inteekening van b.v. f 5.zal
aan sommigen een hoog bedrag toeschijnen,
maar vijftig zulke inteekeningen geven
toch nog maar de som van f 250.
waarvoor niet zoo heel veel kan worden
gedaan.
En ter anderer zijdeals men in
aanmerking neemt, dat, wie voor een
dergelijk bedrag inteekent, toch niet
meer dan 10 cents per week afzondert
(wat zonder merkbaren druk geschieden
kan, als men zelf wekelijks zijn 10 cent
ter zijde legt) voor medeburgers, die
men beklaagt, wier lijden men wil ver
lichten en wien men zoo gaarne de
gezondheid zou zien hergeven, waarin
men zelf zich verheugt, dan wil 't ons
toeschijnen, dat er velen, zeer velen
zullen worden aangetroffen, wien dat
bedrag niet te hoog zal voorkomen,
terwijl van anderen de inteekening dat
bedrag ver zal te boven gaan. Er zullen
er ongetwijfeld ook zijn, voor wie dat
bedrag te hoog is. Welnu, zij teekenen
voor minder, hunne medewerking wordt
niet minder hoog gewaardeerdwij
veroorloofden ons 't voorbeeld slechts als
eene aansporing ter overweging, hoe, bij
ernstigen wil, een voortreffelijk doel met
een klein wekelijksch offer kan worden
bereikt.
Het aan deze circulaire bevestigde
inteekenbiljet zal binnen veertien dagen
aan huis worden afgehaald.
Het Bestuur van de afd. „Schagen"
van „Het Witte Kruis",
(w.g.) A. W. VAN KLU1JYE, Yoorz.
(w.g.) J. H. RESSING, Secr.
Schagen, 14 Maart 1901.
Door bijzondere omstandigheden, bui
ten den wil van het Bestuur, kon de
afhaling dezer circulaire niet binnen den
bepaalden tijd geschieden. Het lijdt geen
twijfel, dat dit uitstel een nadeeligen
invloed heeft uitgeoefend op den uitslag
der inteekening. Hoewel eenigen toch
door eene belangrijke bijdrage hebben
getoond, de instelling onzer onderafdee-
ling „Ziekenverpleging" te willen doen
verzekeren, bleek bij de inzameling, dat
velen zich de ontvangst van bovenstaande
circulaire niet meer herinnerden, of haar
na inzage hadden terzijde gelegd.
Ondanks dezen aanvankelijk minder
gunstigen uitslag zou het Bestuur achten
in zijne plichten te kort te schieten, in
dien het niet nogmaals eene poging
waagde, een beroep te doen op den be
kenden offervaardigheidszin van Schagen's
ingezetenen, waar het geldt de nooden
te lenigen van vele onzer minder be
deelde inwoners.
Het neemt daarom de vrijheid, aan
de mededeeling van bovenstaande circu
laire toe te voegen den inhoud van het
in de ledenvergadering van 10 Mei j.1.
met algemeene stemmen goedgekeurde
reglement, teneinde de leden van H. W.
K,, die niet ter vergadering waren en
ook velen buiten H. W. K. staande, in
de gelegenheid te stellen kennis te nemen
van de inrichting en de wijze van werken
van „Ziekenverpleging."
Art. 1. De Onderafdeeling „Zieken
verpleging" van „Het Witte Kruis" stelt
zich ten doel het verstrekken van ver
sterkende middelen aan zieken en her
stellenden in gezinnen van behoeftigen,
op advies van den geneesheer.
Art. 2. De versterkende middelen
worden, behoudens uitzonderingen, te
beoordeelen door den geneesheer, voor
niet langer dan 3 weken aaneen verstrekt.
Art. 3. De Onderafdeeling wordt be
heerd door eene commissie van twee
leden, jaarlijks te benoemen uit leden
van „Het Witte Kruis," door de in
Januari te houden Ledenvergadering.
De leden zijn herkiesbaar.
Art. 4, De commissie doet van haar
gehouden beheer rekening en verant
woording in de Januari-vergadoring.
Art. 5. De inkomsten der Onderaf
deeling bestaan in vrijwillige bijdragen,
waarvoor quitantie wordt verstrekt door
de commissie.
Zooals blijkt, is „Ziekenverpleging"
geen nieuwe vereeniging, doch werkt zij
onder controle van „Het Witte Kruis."
Na bovenstaande inlichtingen vleit het
Bestuur zich met de hoop, dat nog velen
bereid zullen gevonden worden, mede
te werken tot het slagen dezer zoo heil
zame onderneming.
Twee leden van Het Witte Kruis
hebben op zich genomen, ingezetenen
persoonlijk een bezoek te brengen, ten
einde hen op te wekken tot het verlee-
nen van den zoo noodigen finantiëelen
steun. Mogen hunne bemoeiingen met
goeden uitslag bekroond worden.
Met de opname dezer regelen hebt U
ten zeerste verplicht, M, de R.,
het Bestuur der Afd. „Schagen"
van H. W. K.,
A. W. van KLUIJVE, Voorz.
J. H, RESSING, Secr.
Iets over doodkisten.
We! een ietwat vreemd onderwerp
toch acht ik het mijn plicht, er wat
over te schrijven, en wel naar aanleiding
hiervan,dat de vorige week in een gemeente
van Noord-Holland een doodkist naar
„den baas" werd terug gebracht, omdat
de kist te smal en te kort was, en het
lijk er dus niet in kon.
Tot U, timmerlieden, dus het verzoek
zorgt steeds dat een kist groot genoeg is,
want het is meer gebeurd, dat de laatste
woning van den mensch onvoldoende was
voor hare bestemming.
Ik herinner mij nog een geval dat
de kist niet te kort of te smal was,
maar te laag, en hoe toen het lijk er in
moest worden gedrukt.
Neemt liever een gulden of een rijks
daalder meer, maar laten we toch onze
dooden ongeschonden naar het graf kun
nen brengen.
Nu ik toch over iets griezeligs schrijf,
wilde ik wel, dat de doodgraver dier
zelfde gemeente, bij het ontvangen van
een lijk, fatsoenlijk was gekleed't is
stuitend om te zien, hoe deze man nu en
dan bij zulk een gelegenheid zich steekt
in klompen, en pilowbroek en kiel.
Indertijd verzocht deze man het Be
stuur zijner gemeente om verhooging
van salaris, wat niet werd toegestaan.
Bescheiden geef ik het Bestuur zijner
gemeente in overweging, om den dood
graver der Algemeene Begraafplaats een
pak te verstrekken, dat hij dan bij de ter-
aarde-bestelling van een lijk verplicht is
te dragen.
X.
„Neen, u is niet de eerste die het ons
vertelt," antwoordde Frendlin, weer op zijn
stoel zitten gaande, „maar ik wil niemand
in het onzekere daarover laten, en zeg U, dat
ik die wandelingen en samenkomsten vanat
dit oogenblik krachtdadig zal tegengaan."
„U heeft volkomen gelijk, mijnheer
Frendlin," viel de majoor in. „Yergeefmij,
wanneer ik mijzelt wat al te veel op den
voorgrond stel, maar ik ben vader van een
volwassen dochter, dus ik begrijp uw ge
voelens volkomen. Aan mijne Arabella heeft
de jonge graat ook het hof gemaakt. En wat
was het einde Hij heeft haar op de
tong van alleman gebracht, en daarna,
adieu I Dat zal hier natuurlijk weer ge
beuren. Arabella heeft zich gelukkig spoe
dig getroost. Aan zulk een wankelmoedig
menseh verliest zij eigenlijk niets. Maar
voor mijn George moet de jonge graaf zich
in acht nemen. Nog vandaag heeft hij mij
gezegd, dat hij met de eer van eene vrouw,
die hem zoo na staat, niet spelen laat."
„Lieve hemel 1" riep Emma, „zy zullen
toch samen niet duelleeren
„Voorloopig niet," antwoordde Belgart,
en' nu zette hij zijn stem uit, toen hij er
aan toevoegde: „Maar George heeft gezegd,
dat wanneer de graaf het met juffrouw
Edith eveneens zoo aanlegt, als maar
ik vraag u wel om verschooning, ik spreek
daar van dingen
De majoor zweeg en sprak onsamenhan
gende woorden, hij zocht naar eene
wending om zijn zin te kunnen beëindigen.
Ik wiet niet," zeide Frendlin koud, „dat
uw zoon zich zoo verplicht gevoelde zich
warm te maken voor mijne dochter. Ik
herhaal u, dat ik liever eiken omgang met
de nabuurschap zal afbreken, dan nog lan
i.
Bij eene algemeene beschouwing van den toestand,
waarin de fabriekmatige kaasbereiding in de provincie
Noordholland zich bevindt, moet men erkennen, dat
ger voedsel te geven aan al dien kletspraat.
En daarmede denk ik, dat dit punt is af
gehandeld."
„Niet geheel," antwoordde de majoor,
zich verlegen de handen wrijvend. „Ik heb
niet zonder moedwil de namen van mijn
zoon George en uw dochter Edith tezamen
genoemd. Ik dacht wel reeds te voren, dat
het u, mijnheer Frendlin, zeer onaangenaam
zou zijn, als de geruchten over graaf Fel-
dern meer en meer bodem wonnen. Daarom
wilde ik u iets voorstellen, dat aan alle
praatjes beslist een einde zou maken."
„Ik begrijp u niet. Wanneer u rond
uit
„Juist, ronduit 1" vervolgde majoor Bel
gart snel, „dat wilde ik juist. Als oud
soldaat ben ik niet gewoon verstoppertje
te spelen. Dus kort en goedmijn George
heeft uwe dochter Edith lief, geëerde heer 1
De arme jongen is half ziek van liefde.
Dus zonder omwegen geantwoord, mag hij
hopen
Zoowel Frendlin als zijne zuster zagen
den majoor met onverholen verwondering
aan. Volgens hun weten waren de beide
jongelui nooit erg eigen met elkaar geweest
zij hadden elkaar by verschillende gelegen
heden ontmoet, maar nooit veel belang
stelling voor elkaar getoond.
„Heb ik het werkelyk goed verstaan,
majoor zoo drukte Frendlin eindelyk zijne
verwondering uit.
„Waarom bevreemdt U mijn voorslag
zoo vroeg de majoor, een glas wijn naar
binnen spoelend, dat hij zichzelf had inge
schonken.
„Om meer dan één reden. In zulke ge
vallen moeten de jongelui in kwestie het
in de eerste plaats eens zyn," merkte
er in verschillende opzichten verbeteringen kunnen
en moeten komen.
Bjj de oprichting wordt »1 dikwijls de fout begaan,
dat bet gebouw niet kan voldoen aan de eischen,
welke het bedrijf, dat daarin moet worden uilgeoefend,
daaraan stelt. Een dergelijke fout wordt dan ingezien,
wanneer het al te laat is, en hare verbetering gaat
gepaard met groote kosten, fabrieken, welke thans
worden opgericht, kunnen met de ervaring, elders
opgedaan, haar voordeel doen.
Maar wel kunnen en moeten de kaasfabrieken ver
betering aanbrengen in de levering van de melk,
zoodat de kaasmaker het geheele jaar door eene goede
grondstof krijgt te verwerken. Gedurende de warme
zomerdagen wordt er aan de fabriek wel melk geleverd,
den vorigen avond gemolken, die door den kaasmaker
mede verwerkt worden moet, al is hij er van over
tuigd, dat zij geen deugdelijke kaasmelk is. Hjj
zou ze gaarne weigeren, maar hij heeft er niet de
macht toe, en zjj gaat met de betere melk in den
kaasbak, albreuk doende aan de kwaliteit van het
geheele product van dien dag. Slechts dan kunnen
de melkproducten van hun kaasmaker redelijkerwijze
verlangen, dat hij een goed product maakt, wanneer
zij hem eene goede grondstof verstrekken.
Wanneer veehouders, die vroeger ieder voor zich de
melk hunner koeien verkaasden, zich te zamen ver
eenigen, eene fabriek oprichten, waar de melk van
allee gezamenlijk verwerkt wordt, om de netto op-
brengst onder elkaar te verdeelen, heeft het bedrijf
een geheel anderen vorm aangenomen, en de nieuw
ingetreden toestand brengt zjjne eischen mede. Aan
deze moet voldaan worden, zal de zaak goed gaan.
Vroeger verwerkte ieder zijn eigen melkhoe zijn
buurman met de melk handelde, of hij ze al of niet
koelde, wanneer zulks noodig was, daarmede had hij
niet te maken maar thans, nu beiden aan de fabriek
leveren, heeft de eene leverancier er wèl belang bjj,
hoe de andere de zaken behartigt. De een mag geen
schade lijden door den ander. Op het bestuur der
vereeniging rust de plicht zorg te dragen voor de
gemeenschappelijke belangen der leden en daaronder
behoort aan eene kaasfabriek wel in de eerste plaats
de levering van goede melk.
Welke middelen nu kunnen tot dit doel voeren?
Aan de tegenwoordige kaasfabrieken is het de ge
woonte, dat avondmelk tot den volgenden morgen op
de boerderij bljjft, gedurende welken tijd zjj staat te
roomen. Gedurende geruimen tijd en juist gedurende
dien t(jd, in welken hare behandeling de meeste zorg
vereischt, is de melk aan den leverancier toevertrouwd.
Van de moeite, die hij zich geeft, en v»n de meer
of minder goede inrichting van de boerderij wat eene
doelmatige melkbehandeling betreft, vooral in den
warmen tijd des jaars, hangt het onder anderen af,
in welken toestand de avondmelk 's morgens aan de
fabriek komt. De leveranciers, die de melk goed kun
nen behandelen en zulks ook doen, lyden directe
schade van degenen, die zich geen moeite geven of er
slecht op zyn ingericht. Aangezien nn de behandeling
van de avondmelk niet altijd aan alle leveranciers
eener kaasfabriek kan worden toevertrouwd, ligt bet
voor de hand verbetering hierin te zoeken, door die
behandeling van de boerderij over te brengen naar de
daarvoor goed ingerichte fabriek.
Doch in het algemeen zjjn de fabrieken daarop niet
gebouwd en de tegenwoordig in zwang zijnde gewoonte
om met de morgenmelk de geroomde avondmelk te
leveren, zal de meest gebruikelijke, althans voorloopig,
zjjn. De belangrijkheid van de zaak brengt mede,
dat alle belanghebbenden van de fabriek zooveel mo
gelijk moeten bevorderen, dat er goed behandelde
melk wordt geleverd. Daartoe moet de melk en
moeten de melkleveranciers geeontróleerd worden. De
contróle op de geleverde melk brengt vele moeilijk
heden mede. Tusschen goede melk en absoluut on
deugdelijke liggen zoovele soorten. De melk is
eenmaal in de fabriek, het terugzenden gaat zoo
moeilijk. En toch kan die twijfelachtige melk groote
Snantiëele schade aanbrengen. Het onderzoek van de
melk zou tjjd vereischen en het afkeurend oordeel
zou komen als mosterd na den maaltijd. Nuttig kan
die controle zijn, om den slechten leverancier te
leeren kennen, en hem te dwingen zich te beteren,
doch men heeft dan nog niet genoeg gedaanDoelmatiger
is het, het kwaad in zp'n hartader aan te tasten, de
kwade gevolgen te voorkomen, en dit doel streeft
men nader, door contróle uit te oefenen op de melk
behandeling op de boerderij zelve. Het is een teer
punt; men is niet gaarne geeontróleerd; en toch
zullen velen terstond toegeven, dat die ongewenschte
contróle een noodzakelijk gevolg is van den gemeen-
schappelijken bedrijfsvorm. Bleef iedere boer voor
zich kazen, dan is dit toezicht niet noodig. De goede
leveranciers zullen geen bezwaren tegen eene contróle
hebben en gaarne medewerken tot het instellen van
eene nuttige bepaling voor den bloei der onderneming.
Zoo kan men verschillende bepalingen maken om
trent de afkoeling van de melk, omtrent de wijze
waarop zij te roomen moet worden gezet, alle bedoe
lende eene goede behandeling der melkhoofdzaak
is nu maar de gestrenge doorvoering. Een fout van
de Noordhollandsche kaasfabrieken doet zich ook in
dit opzicht gelden. In het algemeen missen zij een
krachtige opperste leiding, een directeur zooals
zuivelfabrieken in andere streken dien bezitten. Be
kleed met het noodige gezag, moet hjj krachtig kunnen
ten uitvoer brengen alles, wat het bestuur der fabriek
goed heeft geoordeeldDe controle der melk en van
hare behandeling zijn aan hem toevertrouwd. Men
tracht nu hier en daar iu die leemte te voorzien door
een afzonderlijken controleur aan te stellen, die de
boerderjjen bezoekt; ook wel wordt de kaasmaker daar
mede belast.
Langs verschillende wegen kan men een doel naderbij
komen of bereiken het doel is hier het verkrijgen
van eene goede avondmelk en hoofdweg, die er heen
voert, is het toezicht op de melkbehandeling op de
boerderjj. Reinheid op bet vaatwerk, zjjoe doelmatige
en oordeelkundige reiniging ec afkoeling der melk
zjjn de hoofdzaken daarbij. Juist omdat deze moeite
meêbrengen, werkt het voorbeeld van hen, die er zich
niet druk mede maken, zoo licht aanstekelijk op an
deren. „Wanneer hjj niet koelt, behoef ik het ook niet
te doen", was 't antwoord op de klacht van den
kaasmaker over de goore avondmelk. Wanneer die
geest heerscht, dreigt er groot gevaar. Daartegen
moet het bestuur van iedere kaasfabriek en allen, die
er bjj geïnteresseerd zijn, waken I
Dr. L, T. C. 8CHEIJ,
Zuivelconsulent voor Noord-Holland.
Hoorn, Mei 1901.
Men leze het hoogst belangrijke „Verslag van
een onderzoek naar de uitkomsten der fabriekmatige
zuivelbereiding in Noordholland, ingesteld in op
dracht van de Vereeniging tot Ontwikkeliog van den
Landbouw in Hollands Noorderkwartier", hetwelk pas
is verschenen.
De fabriek in aaubouw te Binuenwjjzend, wordt
daarop ingericht.
Frendlin spottend op.
„Mijn zoon bemint, zooals gezegd, me
juffrouw uwe dochter, en zooals hij mij
verklaarde, gelooft hij ook bij haar tee
kenen eener ontkiemende neiging te hebben
waargenomen, maar de arme jongen is te
schuchter om zelf zyn zaakje aan te pakken.
Zoodoende moest ik me wel over hem er
barmen."
„Zooveel woorden, zooveel leugens,"
dacht Frendlin bij zichzelf. Hij wist wel,
dat men George von Belgart ieder ander
gebrek behalve schuchterheidkon aanwrijven.
Hij wist ook dat die jonge man zijn
dochter niet erg sympathiek was en hij
koesterde er niet den minsten twyfel over,
dat slechts de groote bruidsgift van Edith
het lokaas was, waarnaar vader en zoon
snakten.
„Wanneer het alleen op mij aankomt,"
antwoordde Frendlin eindelyk, „moet
ik u zeggen, dat ik tot dit huwelijk even
min mijne toestemming zou geven, als tot
dat andere, waarmede de menschen zich
zoo ijverig bezighouden."
De majoor stond op en zijn rood gelaat
werd, zoo het mogelijk was, nog een
schijntje rooder.
„Een formeele weigering dus
„Mijnerzyds, ja."
„En de reden, als ik vragen mag
„Ik wil nu eenmaal geen adellijke tot
schoonzoon."
De majoor mompelde zoo iets van „over
haasting" en „leed doen", waarop hij met
een korte buiging, die door don ander even
afgemeten werd beantwoord, vlug heenging.
Frendlin stapte met de handen op den
rug op en neer. Na een poosje verbrak
Emma het stilzwygen.
Trekking van Woensdag 15 Mei.
Vijfde klasse, 3e lijst.
No. 19200 f 50.000.
No. 4028, 5765, 10345, 19563 en 20804 elk
f 1000
No. 8210, 15395 en 17197 elk f 400.
No. 1330, 4350, 6358, 7852, 11588 en 15092
elk f 200.
No. 242, 3317. 3510, 4464, 5343, 7009, 8018,
11672, 14150, 15796, 16405, 16762 en 18696
elk f 100.
Prijzen van f 70.
60 2767 6175 8741 10888 12829 14810 17557
69 2851 6388 69 11174 879 15006 924
589 3004 6753 73 189 918 217 958
629 74 74 8994 195 13032 245 18286
677 3407 95 9210 382 043 298 530
880 3749 6937 99 396 061 346 773
962 77 7308 9311 504 071 451 916
1172 3850 7403 9417 575 504 472 19154
1321 4065 46 83 576 547 668 232
1486 4110 7587 9827 616 551 829 338
1580 4215 7669 32 668 648 869 350
1779 4412 78 39 735 759 J 6262 491
1972 32 7730 9951 944 772 266 726
96 80 48 10017 946 14868 290 829
99 4548 7811 061 12000 022 320 995
2161 4655 7931 269 118 075 343 20276
88 4834 8027 368 189 146 444 379
2212 81 8182 017 352 208 484 435
60 5165 38 638 507 409 806 496
81 5753 56 649 545 610 920 538
2525 5844 8288 783 686 687 976 583
33 77 8310 789 762 704 17026 654
2665 6049 38 846 771 712 053 921
99 6157 740
VERKRIJGBAAR bij
Kattetongen a 16 ets, per ons.
Wellington
Bitterkoekjes
Theebanket
Weespermoppen
Victoria-banket
Conlit.-banket
Arnh. meisjes
Zandkoekjes
Boterjanhagel
Spaansch brood
Allerhande
Sprits
Goudsche sprits
Zandtaartjes
Gevulde koeken
Gemberkoek
Ontbijtkoek a 10 en 20
v 14 w
i, stuk.
Beleefd aanbevelend.
beveelt zich beleefd aan voor het le
veren en maken van alle mogelijke
Hopende door een nette en prompte
bediening een ieders gunst te ver
werven.
„Je hebt hem wel wat al te grof afge
wezen."
„Je wilt dien baron zeker voor Edith in
reserve houden, als de graaf haar
zitten liet merkte Frendlin boos
aardig op, terwijl hij voor zijn zuster bleef
staan.
„Voor een afwijzing was ik ook, maar jo
waart Al te duidelijk."
„Beslist niet. Waarom is die oude zuip
lap
„Maar Gustaaf!"
„Och wat, noem het kind bij den rechten
naam. Waarom kwam hij eigenlijk hier?
Alleen om mij te ergeren. Eerst dat met
het park. Hij kan het heel goed weten, dat
de graaf het park mij voor niemendal wilde
schenken. Ik heb het geschenk niet aange
nomen, ik betaalde er hem de volle waarde
voor. En nu komt zoo'n kerel maar
waarom wind ik mij onnoodig daarover op.
De lui doen, alsof ik den graaf heb uitge
knepen, terwyl ik hem juist van de woeke
raars heb verlost. Maar ik wed, dat achter
al die praatjes mijn adellijke vrienden de
gravin en de majoor zitten."
„Neen Gustaaf, je ziet de zaken werkelijk
te zwart in. Zij zyn beiden steeds vriende
lijk en jij bent het, die hen terugstoot."
„Als ik achter hun vriendelijkheid
hunne bedoeling niet raadde. Het park met
de villa incluis zou de gravin gaarne
terughebben, als 't kon voor een spotprijsje.
Ook het volkspark is haar een doorn in het
oog. Vandaar kan nu elke plebejer in
haar park kijken, 'tlslameus!"
„Dat is de gravin. Maar wat heb je nu
tegen den zoon?Doch vóór je antwoordt,
feef ik je toe, dat hjj twee jaar geboemeld
eeft, zoo erg als een luitenant dat maar
van
Opgericht 1859.
IN VOORRAADde nieuwste modellen
welke voor zeer lage pryzen worden van de
hand gedaan.
Stoffen Pantoffels, zeer goede kwaliteit
f 1.10; Stoffen Pantoffels met hak, lakneusie'
en zyden strik f 1.50Dames-Riemschoentjes
met laknonsje er. zyden strik f 2,10; Dames
Kam garen 1 aarsjes met mooi leêr f 3,
Dames Kamgarenlaarsjes met fijn kalfsl'eêr'
elegante nieuwe modellen, f 3.50 en f 4.—'
gegarandeerd sterk; Dames Satinleeren
Knoopschoentjes, sterke kwaliteit, reclame
prijs f 2.75Dames bruin-leêren Pantoffels
met hak en zyden strik f2.-. Voorts bruine
Riemschoentjes en Knooplaarsjes, Chroom-
leeren Knooplaarsjes, Knoopschoentjes Elas
tieklaarsjes en fijne verlakte Schoentjes,
tegen sterk concurreerenda pryzen. Méér
dan 20 soorten Kinderschoentjes vanaf 40
ets. per paarHeeren gewaste Rijgschoenen
met neusje f 2,75; Heeren Rijgschoenen met
kamgaren, handwerk, f 3.25sterke Werk
en Ploegschoenen f 2 50.
Heeren-molières met laken, elastiek en
knoopjes f 3.25. Concurrentie in dit
artikel onmogelijk, terwijl voor
de goede kwaliteit wordt inge
staan.
Zie verder de Etalage.
Alle prijzen a contant berekend.
Aanbevelend,
Eerste prijs Complete II»-
venCairw eener boerderij,
bestaande uit 8 Koeien, 1 Paard, 12
Schapen, 2 Varkens, 2 Karren, 1
Dorschmachine, 1 Boterkarn, 1 Stroo-
snijder, 1 Penensnijder, 1 Graanbreker
en Boeren- en Bouwgereed
schap, ter waarde van 3000 gulden.
Tweede prijsEen Victoria-
rij tuig- met, 2 paarden. 10 prijzen
aangespannen rijtuigen, waarde 7000
gulden.
Verder 1000 prijzen 10 Rijwielen,
Gouden Horloges enz.
50.000 Loien. IreJcJcing 20 Mei a. s.
Per Lot 50 ets. 11 voor f 5
Verkrijgbaar te SCHAGEN alleen
bij 4. V. TwBlijver, hoofddepot,
en bij ff. Peerebootll, Zadel
maker te NIEUWE NIEDORP.
beiast zich met den aan- en verkoop van
effecten,
plaatst en bezorgt'kleine en groote kapita
len op hypotheek op zeer
BILLIJKE VOORWAARDEN,
neemt gelden a dóposito,
opent rekening-courant met rentevergoeding,
geeft geld op prolongatie,
koopt cheques, coupons, vreemd bankpapier
en specie voor de hoogste koersen,
sluit verzekering tegen brand er.
inbraak,
verzekert op het leven, tegen invaliditeit
en ongelukken,
belast zich verder met alles wat op het
kassiersvak betrekking heeft.
Houdt. Donderdags te Schagen zit
ting in het Café van den Heer Cor-
nelis Zijdewind.
kan doen. Hij dronk champagne, speelde,
maakte schulden,evengoed als zoovele andore
kameraden. Maar toen hij de uniform aan
den wand hing en zich daardoor onttrok
aan den invloed van zijne vrienden, bijvoor
beeld van Belgart, toen werd hij een ander
mensch dat hebt ge zelf toch reeds erkend."
„Ik hoorde hem door de professoren der
universiteit prijzen. Dat is alles. Anders
zou Belgart evengoed mijn schoonzoon
kunnen worden als hij."
„Je weet, de Belgarts hebben nu niet
zoo'n heelen besten naam. Wat beteekent
dat toch, dat zijn vrouw gedurende de
helft van het jaar alle badplaatsen bezoekt
ofschoon ik eerlijk zeggen moet, dat
die vrouw mij van de heele familie het best
bevalt. Zoon en vader zyn er een paar,
naar mijne meening, van slecht allooi. Uit
Arabella zou iets hebben kunnen groeien,
maar de beide mannen hebben haar glad
weg bedorven. Nu gebruikt ze haar ver
stand alleen maar om te intrigeeren. Ik
verwonder my er steeds over, dat de gravin
met een dergelijke tamilie kan omgaan."
„Zoo Gaat ze met hen om
„Zij noodigt hen steeds uit op haar
feestavondjes. Arabella komt nog al veel zoo
maar eens bij haar aanloopen."
„Daar zal zy hare bedoelingen wel meê
hebben."
„My verwondert het ook, dat Arabella
daar nog komt, nu Edgar zich zoo onaar
dig tegenover haar heeft gedragen."
„Toegegoven 1" zeide Frendlin, „en bent
ge er dan niet bevreesd voor, dat Edith
zich aan eenzelfde behaudeling blootstelt
„Neen. Ik zeg je,dat ik in den jongen man het
volste vertrouwen stel. Hij is zeer veranderd."
WORDT VERVOLGD.