B. S. BOKRSIA, ii 14 u ii 14 rr ii h 14 ii 13 II II ii 11 ii ii ii 11 ii ii ii 10 u ii ii 10 ii ii 10 II n ii 9 ii ir 11 9 II h 8 ii ii ii 4 ii ii ii ii u ii ii n ii ii u ii ii ii 5 ii ii ir ii 25 1/ H ii i\i in yerscnii Schoenen voor Jen Zomer! ADOLPH SCHUT, SÉoeifl en Laarzen, 7e Groote Verloting raa Lenilow. D. A. Wisselink, ZUIVELBEREIDING. Over de levering van melk aan de kaaslabriek. 366ste STAATSLOTERIJ. Ce trok ken Prijzen. ADVERTENTIEN, Markt, SCHAGEN W. F. Stoel Zoon, Alkmaar. W. VAN MANEN, Mr, Kleêrmaker, KIébsIqIs, Anna Pailema, HEERENKLEEDING. voorheen B. SCHUT, Hoogzijde C 140, Schagen. Houttii A'o. S, Alkmaar, steuning ontvangen en deze ook niet begeeren, omdat hunne verdiensten in de gewone dagelijksche behoeften kunnen voorzien, maar die te kort schieten, als in dagen van ziekte en herstel extra uitgaven worden vereischt voor kracht- onderhoudende en aansterkende midde len, die voor eene volkomen genezing zoo hoog noodig zijn. Dat dit erkend zal worden door U allen, wien deze circulaire wordt toege zonden, staat voor ons vast en dus ook, dat wij niet tevergeefs een beroep zullen doen op uwe medewerking. Geld, voor dit doel uitgegeven, wordt nuttig, doelmatig besteedhoe- vele gaven worden aan behoeftigen uitgereikt, waarvan men die zekerheid niet heeft. Daarom, laat uwe geldelijke inteckening zóó zijn, dat de te benoemen commissie hare taak op afdoende, onbe krompen wijze kan vervullen. Een inteekening van b.v. f 5.zal aan sommigen een hoog bedrag toeschijnen, maar vijftig zulke inteekeningen geven toch nog maar de som van f 250. waarvoor niet zoo heel veel kan worden gedaan. En ter anderer zijdeals men in aanmerking neemt, dat, wie voor een dergelijk bedrag inteekent, toch niet meer dan 10 cents per week afzondert (wat zonder merkbaren druk geschieden kan, als men zelf wekelijks zijn 10 cent ter zijde legt) voor medeburgers, die men beklaagt, wier lijden men wil ver lichten en wien men zoo gaarne de gezondheid zou zien hergeven, waarin men zelf zich verheugt, dan wil 't ons toeschijnen, dat er velen, zeer velen zullen worden aangetroffen, wien dat bedrag niet te hoog zal voorkomen, terwijl van anderen de inteekening dat bedrag ver zal te boven gaan. Er zullen er ongetwijfeld ook zijn, voor wie dat bedrag te hoog is. Welnu, zij teekenen voor minder, hunne medewerking wordt niet minder hoog gewaardeerdwij veroorloofden ons 't voorbeeld slechts als eene aansporing ter overweging, hoe, bij ernstigen wil, een voortreffelijk doel met een klein wekelijksch offer kan worden bereikt. Het aan deze circulaire bevestigde inteekenbiljet zal binnen veertien dagen aan huis worden afgehaald. Het Bestuur van de afd. „Schagen" van „Het Witte Kruis", (w.g.) A. W. VAN KLU1JYE, Yoorz. (w.g.) J. H. RESSING, Secr. Schagen, 14 Maart 1901. Door bijzondere omstandigheden, bui ten den wil van het Bestuur, kon de afhaling dezer circulaire niet binnen den bepaalden tijd geschieden. Het lijdt geen twijfel, dat dit uitstel een nadeeligen invloed heeft uitgeoefend op den uitslag der inteekening. Hoewel eenigen toch door eene belangrijke bijdrage hebben getoond, de instelling onzer onderafdee- ling „Ziekenverpleging" te willen doen verzekeren, bleek bij de inzameling, dat velen zich de ontvangst van bovenstaande circulaire niet meer herinnerden, of haar na inzage hadden terzijde gelegd. Ondanks dezen aanvankelijk minder gunstigen uitslag zou het Bestuur achten in zijne plichten te kort te schieten, in dien het niet nogmaals eene poging waagde, een beroep te doen op den be kenden offervaardigheidszin van Schagen's ingezetenen, waar het geldt de nooden te lenigen van vele onzer minder be deelde inwoners. Het neemt daarom de vrijheid, aan de mededeeling van bovenstaande circu laire toe te voegen den inhoud van het in de ledenvergadering van 10 Mei j.1. met algemeene stemmen goedgekeurde reglement, teneinde de leden van H. W. K,, die niet ter vergadering waren en ook velen buiten H. W. K. staande, in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van de inrichting en de wijze van werken van „Ziekenverpleging." Art. 1. De Onderafdeeling „Zieken verpleging" van „Het Witte Kruis" stelt zich ten doel het verstrekken van ver sterkende middelen aan zieken en her stellenden in gezinnen van behoeftigen, op advies van den geneesheer. Art. 2. De versterkende middelen worden, behoudens uitzonderingen, te beoordeelen door den geneesheer, voor niet langer dan 3 weken aaneen verstrekt. Art. 3. De Onderafdeeling wordt be heerd door eene commissie van twee leden, jaarlijks te benoemen uit leden van „Het Witte Kruis," door de in Januari te houden Ledenvergadering. De leden zijn herkiesbaar. Art. 4, De commissie doet van haar gehouden beheer rekening en verant woording in de Januari-vergadoring. Art. 5. De inkomsten der Onderaf deeling bestaan in vrijwillige bijdragen, waarvoor quitantie wordt verstrekt door de commissie. Zooals blijkt, is „Ziekenverpleging" geen nieuwe vereeniging, doch werkt zij onder controle van „Het Witte Kruis." Na bovenstaande inlichtingen vleit het Bestuur zich met de hoop, dat nog velen bereid zullen gevonden worden, mede te werken tot het slagen dezer zoo heil zame onderneming. Twee leden van Het Witte Kruis hebben op zich genomen, ingezetenen persoonlijk een bezoek te brengen, ten einde hen op te wekken tot het verlee- nen van den zoo noodigen finantiëelen steun. Mogen hunne bemoeiingen met goeden uitslag bekroond worden. Met de opname dezer regelen hebt U ten zeerste verplicht, M, de R., het Bestuur der Afd. „Schagen" van H. W. K., A. W. van KLUIJVE, Voorz. J. H, RESSING, Secr. Iets over doodkisten. We! een ietwat vreemd onderwerp toch acht ik het mijn plicht, er wat over te schrijven, en wel naar aanleiding hiervan,dat de vorige week in een gemeente van Noord-Holland een doodkist naar „den baas" werd terug gebracht, omdat de kist te smal en te kort was, en het lijk er dus niet in kon. Tot U, timmerlieden, dus het verzoek zorgt steeds dat een kist groot genoeg is, want het is meer gebeurd, dat de laatste woning van den mensch onvoldoende was voor hare bestemming. Ik herinner mij nog een geval dat de kist niet te kort of te smal was, maar te laag, en hoe toen het lijk er in moest worden gedrukt. Neemt liever een gulden of een rijks daalder meer, maar laten we toch onze dooden ongeschonden naar het graf kun nen brengen. Nu ik toch over iets griezeligs schrijf, wilde ik wel, dat de doodgraver dier zelfde gemeente, bij het ontvangen van een lijk, fatsoenlijk was gekleed't is stuitend om te zien, hoe deze man nu en dan bij zulk een gelegenheid zich steekt in klompen, en pilowbroek en kiel. Indertijd verzocht deze man het Be stuur zijner gemeente om verhooging van salaris, wat niet werd toegestaan. Bescheiden geef ik het Bestuur zijner gemeente in overweging, om den dood graver der Algemeene Begraafplaats een pak te verstrekken, dat hij dan bij de ter- aarde-bestelling van een lijk verplicht is te dragen. X. „Neen, u is niet de eerste die het ons vertelt," antwoordde Frendlin, weer op zijn stoel zitten gaande, „maar ik wil niemand in het onzekere daarover laten, en zeg U, dat ik die wandelingen en samenkomsten vanat dit oogenblik krachtdadig zal tegengaan." „U heeft volkomen gelijk, mijnheer Frendlin," viel de majoor in. „Yergeefmij, wanneer ik mijzelt wat al te veel op den voorgrond stel, maar ik ben vader van een volwassen dochter, dus ik begrijp uw ge voelens volkomen. Aan mijne Arabella heeft de jonge graat ook het hof gemaakt. En wat was het einde Hij heeft haar op de tong van alleman gebracht, en daarna, adieu I Dat zal hier natuurlijk weer ge beuren. Arabella heeft zich gelukkig spoe dig getroost. Aan zulk een wankelmoedig menseh verliest zij eigenlijk niets. Maar voor mijn George moet de jonge graaf zich in acht nemen. Nog vandaag heeft hij mij gezegd, dat hij met de eer van eene vrouw, die hem zoo na staat, niet spelen laat." „Lieve hemel 1" riep Emma, „zy zullen toch samen niet duelleeren „Voorloopig niet," antwoordde Belgart, en' nu zette hij zijn stem uit, toen hij er aan toevoegde: „Maar George heeft gezegd, dat wanneer de graaf het met juffrouw Edith eveneens zoo aanlegt, als maar ik vraag u wel om verschooning, ik spreek daar van dingen De majoor zweeg en sprak onsamenhan gende woorden, hij zocht naar eene wending om zijn zin te kunnen beëindigen. Ik wiet niet," zeide Frendlin koud, „dat uw zoon zich zoo verplicht gevoelde zich warm te maken voor mijne dochter. Ik herhaal u, dat ik liever eiken omgang met de nabuurschap zal afbreken, dan nog lan i. Bij eene algemeene beschouwing van den toestand, waarin de fabriekmatige kaasbereiding in de provincie Noordholland zich bevindt, moet men erkennen, dat ger voedsel te geven aan al dien kletspraat. En daarmede denk ik, dat dit punt is af gehandeld." „Niet geheel," antwoordde de majoor, zich verlegen de handen wrijvend. „Ik heb niet zonder moedwil de namen van mijn zoon George en uw dochter Edith tezamen genoemd. Ik dacht wel reeds te voren, dat het u, mijnheer Frendlin, zeer onaangenaam zou zijn, als de geruchten over graaf Fel- dern meer en meer bodem wonnen. Daarom wilde ik u iets voorstellen, dat aan alle praatjes beslist een einde zou maken." „Ik begrijp u niet. Wanneer u rond uit „Juist, ronduit 1" vervolgde majoor Bel gart snel, „dat wilde ik juist. Als oud soldaat ben ik niet gewoon verstoppertje te spelen. Dus kort en goedmijn George heeft uwe dochter Edith lief, geëerde heer 1 De arme jongen is half ziek van liefde. Dus zonder omwegen geantwoord, mag hij hopen Zoowel Frendlin als zijne zuster zagen den majoor met onverholen verwondering aan. Volgens hun weten waren de beide jongelui nooit erg eigen met elkaar geweest zij hadden elkaar by verschillende gelegen heden ontmoet, maar nooit veel belang stelling voor elkaar getoond. „Heb ik het werkelyk goed verstaan, majoor zoo drukte Frendlin eindelyk zijne verwondering uit. „Waarom bevreemdt U mijn voorslag zoo vroeg de majoor, een glas wijn naar binnen spoelend, dat hij zichzelf had inge schonken. „Om meer dan één reden. In zulke ge vallen moeten de jongelui in kwestie het in de eerste plaats eens zyn," merkte er in verschillende opzichten verbeteringen kunnen en moeten komen. Bjj de oprichting wordt »1 dikwijls de fout begaan, dat bet gebouw niet kan voldoen aan de eischen, welke het bedrijf, dat daarin moet worden uilgeoefend, daaraan stelt. Een dergelijke fout wordt dan ingezien, wanneer het al te laat is, en hare verbetering gaat gepaard met groote kosten, fabrieken, welke thans worden opgericht, kunnen met de ervaring, elders opgedaan, haar voordeel doen. Maar wel kunnen en moeten de kaasfabrieken ver betering aanbrengen in de levering van de melk, zoodat de kaasmaker het geheele jaar door eene goede grondstof krijgt te verwerken. Gedurende de warme zomerdagen wordt er aan de fabriek wel melk geleverd, den vorigen avond gemolken, die door den kaasmaker mede verwerkt worden moet, al is hij er van over tuigd, dat zij geen deugdelijke kaasmelk is. Hjj zou ze gaarne weigeren, maar hij heeft er niet de macht toe, en zjj gaat met de betere melk in den kaasbak, albreuk doende aan de kwaliteit van het geheele product van dien dag. Slechts dan kunnen de melkproducten van hun kaasmaker redelijkerwijze verlangen, dat hij een goed product maakt, wanneer zij hem eene goede grondstof verstrekken. Wanneer veehouders, die vroeger ieder voor zich de melk hunner koeien verkaasden, zich te zamen ver eenigen, eene fabriek oprichten, waar de melk van allee gezamenlijk verwerkt wordt, om de netto op- brengst onder elkaar te verdeelen, heeft het bedrijf een geheel anderen vorm aangenomen, en de nieuw ingetreden toestand brengt zjjne eischen mede. Aan deze moet voldaan worden, zal de zaak goed gaan. Vroeger verwerkte ieder zijn eigen melkhoe zijn buurman met de melk handelde, of hij ze al of niet koelde, wanneer zulks noodig was, daarmede had hij niet te maken maar thans, nu beiden aan de fabriek leveren, heeft de eene leverancier er wèl belang bjj, hoe de andere de zaken behartigt. De een mag geen schade lijden door den ander. Op het bestuur der vereeniging rust de plicht zorg te dragen voor de gemeenschappelijke belangen der leden en daaronder behoort aan eene kaasfabriek wel in de eerste plaats de levering van goede melk. Welke middelen nu kunnen tot dit doel voeren? Aan de tegenwoordige kaasfabrieken is het de ge woonte, dat avondmelk tot den volgenden morgen op de boerderij bljjft, gedurende welken tijd zjj staat te roomen. Gedurende geruimen tijd en juist gedurende dien t(jd, in welken hare behandeling de meeste zorg vereischt, is de melk aan den leverancier toevertrouwd. Van de moeite, die hij zich geeft, en v»n de meer of minder goede inrichting van de boerderij wat eene doelmatige melkbehandeling betreft, vooral in den warmen tijd des jaars, hangt het onder anderen af, in welken toestand de avondmelk 's morgens aan de fabriek komt. De leveranciers, die de melk goed kun nen behandelen en zulks ook doen, lyden directe schade van degenen, die zich geen moeite geven of er slecht op zyn ingericht. Aangezien nn de behandeling van de avondmelk niet altijd aan alle leveranciers eener kaasfabriek kan worden toevertrouwd, ligt bet voor de hand verbetering hierin te zoeken, door die behandeling van de boerderij over te brengen naar de daarvoor goed ingerichte fabriek. Doch in het algemeen zjjn de fabrieken daarop niet gebouwd en de tegenwoordig in zwang zijnde gewoonte om met de morgenmelk de geroomde avondmelk te leveren, zal de meest gebruikelijke, althans voorloopig, zjjn. De belangrijkheid van de zaak brengt mede, dat alle belanghebbenden van de fabriek zooveel mo gelijk moeten bevorderen, dat er goed behandelde melk wordt geleverd. Daartoe moet de melk en moeten de melkleveranciers geeontróleerd worden. De contróle op de geleverde melk brengt vele moeilijk heden mede. Tusschen goede melk en absoluut on deugdelijke liggen zoovele soorten. De melk is eenmaal in de fabriek, het terugzenden gaat zoo moeilijk. En toch kan die twijfelachtige melk groote Snantiëele schade aanbrengen. Het onderzoek van de melk zou tjjd vereischen en het afkeurend oordeel zou komen als mosterd na den maaltijd. Nuttig kan die controle zijn, om den slechten leverancier te leeren kennen, en hem te dwingen zich te beteren, doch men heeft dan nog niet genoeg gedaanDoelmatiger is het, het kwaad in zp'n hartader aan te tasten, de kwade gevolgen te voorkomen, en dit doel streeft men nader, door contróle uit te oefenen op de melk behandeling op de boerderij zelve. Het is een teer punt; men is niet gaarne geeontróleerd; en toch zullen velen terstond toegeven, dat die ongewenschte contróle een noodzakelijk gevolg is van den gemeen- schappelijken bedrijfsvorm. Bleef iedere boer voor zich kazen, dan is dit toezicht niet noodig. De goede leveranciers zullen geen bezwaren tegen eene contróle hebben en gaarne medewerken tot het instellen van eene nuttige bepaling voor den bloei der onderneming. Zoo kan men verschillende bepalingen maken om trent de afkoeling van de melk, omtrent de wijze waarop zij te roomen moet worden gezet, alle bedoe lende eene goede behandeling der melkhoofdzaak is nu maar de gestrenge doorvoering. Een fout van de Noordhollandsche kaasfabrieken doet zich ook in dit opzicht gelden. In het algemeen missen zij een krachtige opperste leiding, een directeur zooals zuivelfabrieken in andere streken dien bezitten. Be kleed met het noodige gezag, moet hjj krachtig kunnen ten uitvoer brengen alles, wat het bestuur der fabriek goed heeft geoordeeldDe controle der melk en van hare behandeling zijn aan hem toevertrouwd. Men tracht nu hier en daar iu die leemte te voorzien door een afzonderlijken controleur aan te stellen, die de boerderjjen bezoekt; ook wel wordt de kaasmaker daar mede belast. Langs verschillende wegen kan men een doel naderbij komen of bereiken het doel is hier het verkrijgen van eene goede avondmelk en hoofdweg, die er heen voert, is het toezicht op de melkbehandeling op de boerderjj. Reinheid op bet vaatwerk, zjjoe doelmatige en oordeelkundige reiniging ec afkoeling der melk zjjn de hoofdzaken daarbij. Juist omdat deze moeite meêbrengen, werkt het voorbeeld van hen, die er zich niet druk mede maken, zoo licht aanstekelijk op an deren. „Wanneer hjj niet koelt, behoef ik het ook niet te doen", was 't antwoord op de klacht van den kaasmaker over de goore avondmelk. Wanneer die geest heerscht, dreigt er groot gevaar. Daartegen moet het bestuur van iedere kaasfabriek en allen, die er bjj geïnteresseerd zijn, waken I Dr. L, T. C. 8CHEIJ, Zuivelconsulent voor Noord-Holland. Hoorn, Mei 1901. Men leze het hoogst belangrijke „Verslag van een onderzoek naar de uitkomsten der fabriekmatige zuivelbereiding in Noordholland, ingesteld in op dracht van de Vereeniging tot Ontwikkeliog van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier", hetwelk pas is verschenen. De fabriek in aaubouw te Binuenwjjzend, wordt daarop ingericht. Frendlin spottend op. „Mijn zoon bemint, zooals gezegd, me juffrouw uwe dochter, en zooals hij mij verklaarde, gelooft hij ook bij haar tee kenen eener ontkiemende neiging te hebben waargenomen, maar de arme jongen is te schuchter om zelf zyn zaakje aan te pakken. Zoodoende moest ik me wel over hem er barmen." „Zooveel woorden, zooveel leugens," dacht Frendlin bij zichzelf. Hij wist wel, dat men George von Belgart ieder ander gebrek behalve schuchterheidkon aanwrijven. Hij wist ook dat die jonge man zijn dochter niet erg sympathiek was en hij koesterde er niet den minsten twyfel over, dat slechts de groote bruidsgift van Edith het lokaas was, waarnaar vader en zoon snakten. „Wanneer het alleen op mij aankomt," antwoordde Frendlin eindelyk, „moet ik u zeggen, dat ik tot dit huwelijk even min mijne toestemming zou geven, als tot dat andere, waarmede de menschen zich zoo ijverig bezighouden." De majoor stond op en zijn rood gelaat werd, zoo het mogelijk was, nog een schijntje rooder. „Een formeele weigering dus „Mijnerzyds, ja." „En de reden, als ik vragen mag „Ik wil nu eenmaal geen adellijke tot schoonzoon." De majoor mompelde zoo iets van „over haasting" en „leed doen", waarop hij met een korte buiging, die door don ander even afgemeten werd beantwoord, vlug heenging. Frendlin stapte met de handen op den rug op en neer. Na een poosje verbrak Emma het stilzwygen. Trekking van Woensdag 15 Mei. Vijfde klasse, 3e lijst. No. 19200 f 50.000. No. 4028, 5765, 10345, 19563 en 20804 elk f 1000 No. 8210, 15395 en 17197 elk f 400. No. 1330, 4350, 6358, 7852, 11588 en 15092 elk f 200. No. 242, 3317. 3510, 4464, 5343, 7009, 8018, 11672, 14150, 15796, 16405, 16762 en 18696 elk f 100. Prijzen van f 70. 60 2767 6175 8741 10888 12829 14810 17557 69 2851 6388 69 11174 879 15006 924 589 3004 6753 73 189 918 217 958 629 74 74 8994 195 13032 245 18286 677 3407 95 9210 382 043 298 530 880 3749 6937 99 396 061 346 773 962 77 7308 9311 504 071 451 916 1172 3850 7403 9417 575 504 472 19154 1321 4065 46 83 576 547 668 232 1486 4110 7587 9827 616 551 829 338 1580 4215 7669 32 668 648 869 350 1779 4412 78 39 735 759 J 6262 491 1972 32 7730 9951 944 772 266 726 96 80 48 10017 946 14868 290 829 99 4548 7811 061 12000 022 320 995 2161 4655 7931 269 118 075 343 20276 88 4834 8027 368 189 146 444 379 2212 81 8182 017 352 208 484 435 60 5165 38 638 507 409 806 496 81 5753 56 649 545 610 920 538 2525 5844 8288 783 686 687 976 583 33 77 8310 789 762 704 17026 654 2665 6049 38 846 771 712 053 921 99 6157 740 VERKRIJGBAAR bij Kattetongen a 16 ets, per ons. Wellington Bitterkoekjes Theebanket Weespermoppen Victoria-banket Conlit.-banket Arnh. meisjes Zandkoekjes Boterjanhagel Spaansch brood Allerhande Sprits Goudsche sprits Zandtaartjes Gevulde koeken Gemberkoek Ontbijtkoek a 10 en 20 v 14 w i, stuk. Beleefd aanbevelend. beveelt zich beleefd aan voor het le veren en maken van alle mogelijke Hopende door een nette en prompte bediening een ieders gunst te ver werven. „Je hebt hem wel wat al te grof afge wezen." „Je wilt dien baron zeker voor Edith in reserve houden, als de graaf haar zitten liet merkte Frendlin boos aardig op, terwijl hij voor zijn zuster bleef staan. „Voor een afwijzing was ik ook, maar jo waart Al te duidelijk." „Beslist niet. Waarom is die oude zuip lap „Maar Gustaaf!" „Och wat, noem het kind bij den rechten naam. Waarom kwam hij eigenlijk hier? Alleen om mij te ergeren. Eerst dat met het park. Hij kan het heel goed weten, dat de graaf het park mij voor niemendal wilde schenken. Ik heb het geschenk niet aange nomen, ik betaalde er hem de volle waarde voor. En nu komt zoo'n kerel maar waarom wind ik mij onnoodig daarover op. De lui doen, alsof ik den graaf heb uitge knepen, terwyl ik hem juist van de woeke raars heb verlost. Maar ik wed, dat achter al die praatjes mijn adellijke vrienden de gravin en de majoor zitten." „Neen Gustaaf, je ziet de zaken werkelijk te zwart in. Zij zyn beiden steeds vriende lijk en jij bent het, die hen terugstoot." „Als ik achter hun vriendelijkheid hunne bedoeling niet raadde. Het park met de villa incluis zou de gravin gaarne terughebben, als 't kon voor een spotprijsje. Ook het volkspark is haar een doorn in het oog. Vandaar kan nu elke plebejer in haar park kijken, 'tlslameus!" „Dat is de gravin. Maar wat heb je nu tegen den zoon?Doch vóór je antwoordt, feef ik je toe, dat hjj twee jaar geboemeld eeft, zoo erg als een luitenant dat maar van Opgericht 1859. IN VOORRAADde nieuwste modellen welke voor zeer lage pryzen worden van de hand gedaan. Stoffen Pantoffels, zeer goede kwaliteit f 1.10; Stoffen Pantoffels met hak, lakneusie' en zyden strik f 1.50Dames-Riemschoentjes met laknonsje er. zyden strik f 2,10; Dames Kam garen 1 aarsjes met mooi leêr f 3, Dames Kamgarenlaarsjes met fijn kalfsl'eêr' elegante nieuwe modellen, f 3.50 en f 4.—' gegarandeerd sterk; Dames Satinleeren Knoopschoentjes, sterke kwaliteit, reclame prijs f 2.75Dames bruin-leêren Pantoffels met hak en zyden strik f2.-. Voorts bruine Riemschoentjes en Knooplaarsjes, Chroom- leeren Knooplaarsjes, Knoopschoentjes Elas tieklaarsjes en fijne verlakte Schoentjes, tegen sterk concurreerenda pryzen. Méér dan 20 soorten Kinderschoentjes vanaf 40 ets. per paarHeeren gewaste Rijgschoenen met neusje f 2,75; Heeren Rijgschoenen met kamgaren, handwerk, f 3.25sterke Werk en Ploegschoenen f 2 50. Heeren-molières met laken, elastiek en knoopjes f 3.25. Concurrentie in dit artikel onmogelijk, terwijl voor de goede kwaliteit wordt inge staan. Zie verder de Etalage. Alle prijzen a contant berekend. Aanbevelend, Eerste prijs Complete II»- venCairw eener boerderij, bestaande uit 8 Koeien, 1 Paard, 12 Schapen, 2 Varkens, 2 Karren, 1 Dorschmachine, 1 Boterkarn, 1 Stroo- snijder, 1 Penensnijder, 1 Graanbreker en Boeren- en Bouwgereed schap, ter waarde van 3000 gulden. Tweede prijsEen Victoria- rij tuig- met, 2 paarden. 10 prijzen aangespannen rijtuigen, waarde 7000 gulden. Verder 1000 prijzen 10 Rijwielen, Gouden Horloges enz. 50.000 Loien. IreJcJcing 20 Mei a. s. Per Lot 50 ets. 11 voor f 5 Verkrijgbaar te SCHAGEN alleen bij 4. V. TwBlijver, hoofddepot, en bij ff. Peerebootll, Zadel maker te NIEUWE NIEDORP. beiast zich met den aan- en verkoop van effecten, plaatst en bezorgt'kleine en groote kapita len op hypotheek op zeer BILLIJKE VOORWAARDEN, neemt gelden a dóposito, opent rekening-courant met rentevergoeding, geeft geld op prolongatie, koopt cheques, coupons, vreemd bankpapier en specie voor de hoogste koersen, sluit verzekering tegen brand er. inbraak, verzekert op het leven, tegen invaliditeit en ongelukken, belast zich verder met alles wat op het kassiersvak betrekking heeft. Houdt. Donderdags te Schagen zit ting in het Café van den Heer Cor- nelis Zijdewind. kan doen. Hij dronk champagne, speelde, maakte schulden,evengoed als zoovele andore kameraden. Maar toen hij de uniform aan den wand hing en zich daardoor onttrok aan den invloed van zijne vrienden, bijvoor beeld van Belgart, toen werd hij een ander mensch dat hebt ge zelf toch reeds erkend." „Ik hoorde hem door de professoren der universiteit prijzen. Dat is alles. Anders zou Belgart evengoed mijn schoonzoon kunnen worden als hij." „Je weet, de Belgarts hebben nu niet zoo'n heelen besten naam. Wat beteekent dat toch, dat zijn vrouw gedurende de helft van het jaar alle badplaatsen bezoekt ofschoon ik eerlijk zeggen moet, dat die vrouw mij van de heele familie het best bevalt. Zoon en vader zyn er een paar, naar mijne meening, van slecht allooi. Uit Arabella zou iets hebben kunnen groeien, maar de beide mannen hebben haar glad weg bedorven. Nu gebruikt ze haar ver stand alleen maar om te intrigeeren. Ik verwonder my er steeds over, dat de gravin met een dergelijke tamilie kan omgaan." „Zoo Gaat ze met hen om „Zij noodigt hen steeds uit op haar feestavondjes. Arabella komt nog al veel zoo maar eens bij haar aanloopen." „Daar zal zy hare bedoelingen wel meê hebben." „My verwondert het ook, dat Arabella daar nog komt, nu Edgar zich zoo onaar dig tegenover haar heeft gedragen." „Toegegoven 1" zeide Frendlin, „en bent ge er dan niet bevreesd voor, dat Edith zich aan eenzelfde behaudeling blootstelt „Neen. Ik zeg je,dat ik in den jongen man het volste vertrouwen stel. Hij is zeer veranderd." WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 6