INGEZONDEN.
Arme Sascha.
Uit en voor de Pers.
Het goed recht der vrijzinnig
democraten.
TRANSVAAL.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Gemengd Nieuws.
ANNA PAULOWNA, 9 Juli. Heden
nacht, omstreeks half één, hrak er, hoogst
waarschijnlijk tengevolge van hooibroei, brand
uit in de hofstede „Zeeland", aan het Oude
Veer, in gebruik bij den heer C. Waiboer Rz.
en in eigendom behoorend aan het fonds De
Haas, te Haarlem. De hofstede werd bewoond
door den heer J. Keppel.
Door de goede zorgen van de brandweer
bleven de kapberg en twee schuren behouden.
Persoonlijke ongelukken of verlies van vee
valt niet te betreuren.
Landbouwgereedschappen en -werktuigen
waren op beurspolis verzekerdde inboedel
van den heer Keppel bij de Maatschappij te
Leeuwarden. Veel gereedschappen en werk
tuigen zijn gered, alsmede een groot gedeelte
van den inboedel.
ANNA PAULOWNA, 7 J u l i.
Hedenmorgen heerschte hier eenige oogen-
blikken een eigenaardige en aangename druk
te, toen het Wieringer muziekcorps per mo
torboot arriveerde. Na een paar nommers ge
blazen te hebben in Veerburg, vertrok het
weder onder de opwekkende tonen der mu
ziek. De tocht werd ook door verscheiden
dames meegemaakt, terwijl ook het fraaie
vaandel van het corps niet ontbrak.
Het geheel was wel „een kiekje" waard.
ANNA PAULOWNA. De heer H.
van den Berg, vroeger alhier, heeft met vol
doenden uitslag te Zwolle examen afge
legd als roeier der dranken.
ANNA PAULOWNA. In d e j 1. Z a>-
terdag gehouden vergadering der Commissie
tot wering van schoolverzuim zijn benoemd
tot voorzitter de heer G. Brands en tot secre
taris de heer K. L. van Gorkom.
Uitslag Gemeen teraadsver-
kiezing te HOOGWOUD. Opgekomen 328
van de ongeveer 350 kiezersvan onwaarde
3 biljetten, dus aantal geldige stemmen 325
en volstrekte meerderheid 163 stemmen.
Candidaten: van de liberale oppositie, K.
Broertjes, P. Kooij (aftr. lid) en W. Vijnvan
de R.-K. Kiesvereeniging, P. Groot Pz. en
C. Pijper Sr. (burgemeester, aftr. lid)van
een losse groep (op één na) R.-K. kiezers,
de drie aftr. leden K. Koenis, P. Kooij en
C. Pijper Sr.
Hiervan bekwamenK. Broertjes 157 st.,
P. Groot Pz. 114 st., K. Koenis 111 st., P.
Kooij 217 st., C. Pijper Sr. 203 st. en W. Vijn
143 st. Alzoo herkozen P. Kooij (L.) en C.
Pijper Sr. (L.), terwijl voor de plaats van K.
Koenis (R.-K.) herstemming moet plaats heb
ben tusschen de beide liberale opposanten
K. Broertjes en W. Vijn.
Uitslag Gemeente raadsver
kiezing te ALKMAAR
le district. GekozenMr. K. A. Cohen
Stuart (L.) HerstemmingC. G. de Wildt
(R. K.) en J. Kool (L.)
2e district. Gekozen C. Bosman (L.) Her
stemming D. A. Luitingh (L.) en H. J.
Vonk (L.)
3e district. GekozenJ. F. Moens (LO
Herstemming M. Uitenboscli (Arb.-partij) en
A. Goede Dz. (A.-R.)
In het laatst van Augustus,
op een nader te bepalen Zondag, zal te
SPANBROEK een openluchtmeeting voor
Drankbestrijding plaats hebben, uitgaande
van de afd. Hoogwoud, Medemblik, Hoorn
en Enkhuizen van de Ned. Vereen, tot af
schaffing van alcoholhoudende dranken, en
waar 4 verschillende sprekers van uiteen-
loopende godsdienstige en politieke richting
het woord zullen voeren.
Men meldt uit HAARLEM
Zondagmiddag was een 10-jarige jongen op
de heide te Velsen in een paal geklommen
van de electrische krachtlevering van de wer
ken aan de spoorbrug. Hij greep de leiding,
die onder vollen stroom stond, werd door een
electrische vonk getroffen en viel bewusteloos
uit den paal. Thuis gebracht, duurde het ge-
ruimen tijd vóór hij weder bijkwam, doch
later werd hij weder bewusteloos en zijn toe
stand is nu niet buiten gevaar.
Hand en hoofd vertoonen brandwonden.
VEENDAM. In een te Gro
ningen gehouden vergadering van gede
legeerden van het bestuur der Sociaal-Demo
cratische Arbeiderspartij is bepaald, dat de
heer J. H. Schaper voor het kiesdistrict Ap-
pingedam zal optreden. Er zal dus in het
kiesdistrict Veendam een nieuwe verkiezing
voor een lid der Tweede Kamer moeten plaats
hebben.
Vóór alles neutraal!
Te 's-GRAVENHAGE werden door een koop
man in de Spuistraat daar zoogenaamde jan
kende „piepballen" in den vorm van een
varken verkocht. Bij het leegloopen van het
beestje door het ontvlieden van de lucht be
zigde de koopman beleedigende uitdrukkingen
voor een minister van een bevriende natie,
waarin de politie aanleiding vond den ver
koop op die manier te verbieden.
Al even weinig neutraal toonden zich dezer
dagen de bewoners van Hoorn en Urk. Men
meldt althans uit eerstgenoemde plaats Drie
Engelsche toeristen, die met een pleizierjacht
onze stad bezochten, ondervonden een zoo
„onhartelijke" begroeting van de bevolking,
dat ze verplicht waren de haven te verlaten.
Naar wij vernemen, waren ze ook genood
zaakt geworden, uit Urk te vertrekken, wijl
men ook daar vijandig gezind bleek.
Op aanmoediging van om-
standers, met wien hij over hard loopen had
staan praten, hetgeen hij zeide zeer goed tc
kunnen, in ieder geval beter dan een hunner,
liep Dinsdag een min of meer onnoozel ge
houden 25-jarig veedrijver uit de Schoorsteen-
vegersgang in den Oppert te ROTTERDAM
tot drie malen toe de Veemarkt in het rond.
Bij het einde van de derde ronde viel hij
plotseling dood neder; volgens verklaring
van een ter hulp geroepen geneesheer tenge
volge van hartverlamming.
Maandag heeft H. M. de Ko
ningin-Moeder met den prins en de prinses
von Bentheim en gevolg een bezoek aan het
eiland MARKEN gebracht. Een der haven-
stoombooten van de firma Zurmühlen voerde
de hooge gasten van Amsterdam rechtstreeks
naar het voor vreemdelingen steeds aantrek
kelijke eiland, alwaar deze tegen één uur,
onder het gejuich en gezang der bewoners,
arriveerden. De burgemeester, de heer Vink,
geleidde het gezelschap vooreerst naar de
woning van Cornelis Kes, waar nog de oude
wijze van inrichting van een Marker huis is
bewaard. Maar het meest eigenaardige was,
dat een onlangs gehuwd paar, de heer D.
Peereboom en mejuffrouw E. Visser, zich voor
deze gelegenheid weer in bruidskostuum had
den gestoken. En juist daar deze gehuwde
lieden nog gekleed waren volgens oud-Marker
wijze, met al de doekjes, kantjes, knoopjes enz.,
die soms eeuwen oud zijn, was dit voor de
hooge bezoekers een aantrekkelijke bijzonder
heid" Ook de bouwvallige Hervormde kerk
werd bezocht.
Tijdens de bezoeken werden door de kinde
ren der openbare en chr. school verschillende
vaderlnndsche liederen gezongen, afgewisseld
door het zingen van een Psalm.
Na vriendelijkon dank aan den burgemees
ter en andore personen, werd de tocht voord
gezet via Monnikendam naar Broek in
Waterland.
Nu de Kamer-verkiezingen, althans voor
zoover 't gaat om de meerderheid in de Ver
tegenwoordiging, voorbij zijn en van liever
lede in de gemoederen, nog onlangs door den
feilen strijd verhit, de kalmte weerkeert, acht
de „Arnh. Ct." het niet van belang ontbloot,
het' geval van de zoogenaamde afscheiding
der vrijzinnig-democraten van de liberale partij,
eens nauwkeurig te bekijken, en te trachten
er eene juiste diagnose van te geven, iemeei
omdat, hoe eerder het wantrouwen, hetwelk
in den stembusstrijd van weerszijden is ge
zaaid. wijkt, des te sneller ook tot stand zal
kunnen komen, wat in de eerstvolgende jaren
onvermijdelijk het geval zal zijn, nl. de over
brugging van de klove, welke door de zoo
genaamde „afscheiding" is ontstaan tusschen
de vrijzinnig-democraten en de„Unie"-liberalen,
met welken naam wij bedoelen aan te duiden
hen, die hoewel principieel meer of minder
war'me voorstanders van algemeen kiesrecht,
uit overwegingen meerendeels van opportu-
nistischen of tactischen aard, weigerden voor
de invoering daarvan reeds in de thans gesloten
verkiezingscampagne propaganda te maken.
Het blad is namelijk overtuigd, dat een vier
jarig bewind der vereenigde kerkelijke partijen,
veel meer nog dan het vierjarige regeerings-
tijdperk onder het ministerie-Pierson, lien over
tuigen zal van de noodzakelijkheid om de samen
stelling der Volksvertegenwoordiging definitief
en op gezonden grondslag wettelijk te regelen.
De oorzaak der bitterheid, waarmede hier
en daar van liberale zijde de vrijzinnig-demo
craten bestreden werden, lag in hun zooge
naamde afscheiding van de liberale partij.
Terwijl in het noorden de verzwakking der
liberale partij uitsluitend ten goede komt aan
de sociaal-democraten, brengt zij overal elders
hoofdzakelijk voordeel aan de kerkelijke par
tijen de gevolgtrekking, uit deze verschijn
selen af te leiden, ligt voor de hand en is,
ook naar onze meening, zeer juist door het
„Handelsblad" gemaaktdat nl. aan een deel
der liberale partij de hervormingspolitiek van
het ministerie-Pierson mishaagde, omdat zij
te voorzichtig en te angstvallig was, en aan
een ander deel, omdat zij omgekeerd te kost
baar was en te zeer ingrijpend in de belangen
der bezittende klasse.
Hierin inderdaad ligt voor een groot deel
de verklaring van den verminderden invloed
der „liberale partij" onder de kiezers, maar
het blad zou er de vraag aan willen toevoegen
ligt hierin niet tevens de rechtvaardiging van
„de afscheiding" der vrijzinnig-democraten?
Niet voldoende is de eenstemmigheid omtrent
de noodzakelijke handhaving van één enkel
beginseldaartoe wordt vereischt ook over
eenstemming ten aanzien van de wijze waar
op het gemeenschappelijk beginsel toepassing
vinden zal in de mensclielijke samenleving
met hare verscheidenheid van verhoudingen.
Kan derhalve niet worden betwist, dat er
tusschen hen, die zich in de staatkunde aan
de linkerzijde scharen, overeenstemming be
staat van richting, onjuist is het daarom te
spreken van eene liberale partij, welke den
afstand overspannen zou om. het beeld te
bezigen waarvan in het eerste begrootings-
debat onder het ministerie-Pierson gebruik
gemaakt is tusschen Enschedé (den heer
Van Kol) en Utrecht (den heer Bastert). Zelfs bij
kleiner boog, waarvan de pijlers staan te
Groningen (mr. Drucker) en te Utrecht (de
heer Bastert), zou aan eene „liberale partij"
het noodzakelijk stemisei ontbreken.
Het groote verschilpuntde dringende nood
zakelijkheid van Grondwetsherziening, omdat
men alléén langs dien weg kan komen tot
een waarachtige Volksvertegenwoordiging,
acht het blad beslist meer van principiëelen,
dan van tactischen aard, omdat voor partij
vorming een onafwijsbare eisch is eenstem
migheid omtrent de wijze, waarop aan de
gemeenschappelijke beginselen practische toe
passing gegeven moet worden. Zonder ook
maarte twijfelen aan den ernst der „Liberale
Unie"-mannen, wat het verkrijgen betreft der
op hun program voorkomende sociale her
vormingen, scheidt hen toch een wijde kloof
van de vrijzinnig-democraten, die overtuigd
zijn dat ènuit het oogpunt der rechtvaardig
heid, èn uit dat der bereikbaarheid, aan de
uitvoering dier hervormingen invoering van
het eenig billijke kiesstelselalgemeen stem
recht met evenredige vertegenwoordiging,
moet voorafgaan. Die overtuiging is de „rai-
son d'être" hunner partijvorming, en aan die
overtuiging zouden zij verraad plegen, zij
zouden rechtmatigen twijfel doen ontstaan
aan hunnen ernst, indien zij niet in de prac
tische politiek naar die overtuiging hunne
gedragslijn bepaalden. Déarom hen te ver
ketteren, hen voor te stellen als verraders
van de liberale zaak,in de opwinding van
den verkiezingsstrijd is dit te begrijpen, maai
bij rustig nadenken moet door elk eerlijk man
dé onbillijkheid daarvan worden ingezien.
Nieuws komt er zoo goed als niemendal
los, en toch kunnen we gerust zeggen, dat
de toestand in den laatsten tijd voor de Boeren
nog nooit zoo gunstig is geweest als nu. Uit
alles blijkt dat. De Boeren-rapporten, die tot
ons doorkomen, zijn vol hoop. Uit een procla
matie der Boeren-regeeringen spreekt de
onverzettelijke wil tot volhouden, ja, zelfs de
blijde hoop op een gunstig einde. De gevechten
vlak bij Johannesburg, de vernieuwde spoor-
wegaadvallen, zijn zoovele bewijzen, dat het
den Engelschen geducht benauwd wordt ge
maakt. En in de Kaapkolonie is nog steeds
de Boeren-generaal Fouche, die met zijn ver
volgers knap den draak steekt en dan hier,
dan daar is. En waar hij verschijnt, daar
laat hij geduchte sporen achter.
Wat een eigenaardig verschijnsel is, is dit,
dat men in Engeland begint te mopperen op
Lord Kitchener, en dat sommige Jingo-bladen
reeds eischen zijne vervanging door een ander.
De moordenaar van Soedan lijkt voor Zuid-
Afrika te menschlievend, 't is niet een Boeren-
vreter genoeg naar den zin van sommigen. Er
moeten krassere maatregelen genomen worden;
de geest in Engeland moet worden opgezweept,
en voor dergelijke buitensporige maatregelen
schijnt Kitchener niet te vinden te zijn. De
man is een te humaan soldaat. Of zijne ver
vanging zoo heel spoedig zal plaats vinden,
gelooven we niet, maar deze praatjes bewijzen
toch al reeds dit éénedat de wjn(j ju Enge
land uit een anderen hoek begint te waaien,
uit den hoek die vrede wil, en dat. daarom de
oorlogspartij krassere maatregelen wil om die
vredesbeweging den kop in te drukken.
Het blad de „Petit Bleu" heeft
kennis genomen van berichten van Boeren-
zijde, die zeer rooskleurig moeten zijn,
vooral ten aanzien der uitbreiding van den
opstand in de -Kaapkolonie. De Boeren zjjn
nooit krachtiger opgetreden dan in den
laatsten tijd, en de mijnen bij Johannesburg
staan weer geheel stil. Gregorowsky moet
gezegd hebben, dat de Boeren het tenslotte
nog wel zullen winnen. Dan komt het vol
gende verhaal
In een gevecht, in de eerste dagen van
Juni geleverd, had De la Rey een Britsche
krijgsmacht van meer dan 1000 man omsin
geld. De parlementair, dien hij naar de
Engelschen gezonden had om van hen te
eischen dat zij zich zouden overgeven, kwam
niet terug, en De la Rey stuurde er nog een
burger heen. Ook deze bleef weg. Daarop
viel de generaal de Engelschen heftig aan,
hakte hen in de pan en maakte veel gevan
genen, onder wie den commandeerenden
majoor. Ondervraagd zijnde, bekende deze
dat hij de twee burgers had laten dood
schieten, daar hij hen voor opstandelingen
hield.
De la Rey heeft zich naar de bericht
gever verzekert toen bij Kitchener
beklaagd, en deze liet den majoor voor den
krijgsraad terechtstaande uitslag van zijn
geding is echter onbekend.
In het Engelsche Lagerhuis werd door den
Minister van Oorlog beweerd, dat Kruger
zou hebben geadviseerd tot voortzetting van
den oorlog. Dit blijkt waar te zijn, doch zijn
advies was geheel overeenkomstig het besluit,
hetwelk de leiders in Zaid-Alrika zeiven
reeds genomen hadden. De burgers zetten
dus den strijd niet alleen voort, omdat de
Staatspresident alzoo heeft geadviseerd, doch
eenvoudig omdat de groote meerderheid, die
zich niet onderwerpt, ook zelve begeert den
oorlog vol te houden en hoop heeft den'
krijg tot een goed einde te brengen.
Volgens de „Petit Bleu", hetzelfde blad
hierboven reeds aangehaald, bestaat er kans,
dat er door president Kruger kaperschepen
zullen worden uitgerust. In het begin van
den oorlog is door groote wapenfabrieken dat
voorste] reeds aan Kruger gedaan, die toen
weigerde. Nu is opnieuw een aanvraag tot
hem gericht. Weigert de president nu weer,
dan zouden de voorstellers van het denkbeeld
zelf de schepen uitrusten.
LONDEN, 9 Juli. De Staats-
courant bevat hedenavond een lang telegram
van lord Kitchener van 8 Mei, waarin een
overzicht wordt gegeven van de operaties in
Zuid--4frika sedert Maart.
Het telegram zegt o. m., dat de Boeren-
invallers in de Kaapkolonie ongetwijfeld een
zeker aantal recruten kregen van de kolonische
Hollanders en dat de vriendschappelijke ge
voelens van een aanzienlijk deel der landsbe-
volking hen ten allen tijde niet alleen over
vloedig voedsel en voorraden verzekert, doch
dat zij daardoor tevens tijdig bericht ontvan
gen van de bewegingen van de vervolgende
colonnes der Engelschen. Dit zijn twee punten,
die zeer zeker ernstig in hun voordeel zijn.
Schagen, 10 Juli 1901.
T. Schenk, aan het station
alhier, heeft met goed gevolg examen afge
legd voor het eerste gedeelte als klerk bij de
H. IJ. S. Mij.
De z o m e r-v acantie aan de
Gemeenteschool begint op Maandag 22 Juli,
terwijl de lessen op Vrijdag 9 Augustus
weder een aanvang zullen nemen.
A. Koot, leerling aan de open
bare lagere school alhier, is toegelaten tot de
lessen aan de Rijks Hoogere Burgerschool
te Den Helder.
Zondagavond had er op de
Loet een ongeval plaats, dat echter zonder
ernstige ongelukken afliep.
Van de Loet kwam een rijtuig, met een
jong paard bespannen. Het zou de Heeren
straat in rijden.
Twee dames op fietsen reden het achterop.
Om nog vóór het rijtuig in de Heerenstraat
te zijn, versnelden zij hare vaart. Op het
zelfde oogenblik dat één der dames, 't was
mejuffrouw Carpentier van Schagerbrug,
het rijtuig wilde passeeren en daarom een
draai nam, reed zij tegen de stoep voor 't
perceel van den heer J. Roggeveen Lz., kwam
hierdoor te vallen, doch gelukkig zonder zich
te bezeeren. De fiets werd echter geheel ver
nield door het paard, dat met de pooten in
de stangen der fiets vastraakte.
Fietsrijders kunnen toch ook nooit te voor
zichtig zijn.
De zeereerw. heer Stoffels,
inspecteur van 't R.-K. Bijzonder Onderwijs
in 't bisdom Haarlem, bezocht verleden Dins
dag de parochiale school alhier.
Onze vroegere plaatsgenoot,
de heer C. J. Plomp, is tot lid van den
raad te Amersfoort gekozen.
De anti-revolutionnaire partij te Amersfoort
heeft den minister van Binnenlandsche Zaken
verzocht, de verkiezing van den - heer
Plomp (vooruitstr. lib.) lot lid van den Ge
meenteraad nietig te verklaren, op grond, dat
zij het ambt van ontvanger der registratie
en domeinen onvereenigbaar acht met dat
van lid van den gemeenteraad.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik U beleefd verzoeken onderstaande
in uw courant te plaatsen
Naar aanleiding van een berichtje in de
Schager Courant, dat de gasprijs te Alkmaar
van 7 op 6 ets. gebracht was, werd de vraag
gedaan „Wanneer volgt Schagen
Het antwoord zou eenvoudig kunnen luiden
Wanneer de concessie verlengd wordt.
Om echter onbillijke beoordeeling te voor
komen, acht ik 't noodig hier iets bij te voegen.
Toen ik 10 jaar geleden de exploitatie der
gasfabriek overnam, leverde deze geen bestaan
op. Door aanmoediging van het gasverbruik
Op verschillende manieren en aanwending
van kapitaal tot uitbreiding en verbetering,
was dit na een zevental jaren wel 't geval.
Doch nauwelijks had ik 't zoover gebracht,
of de kolenprijzen stegen tot het dubbele
bedrag en zag ik de noodzakelijkheid aan
komen, om bij verdere toename van gasver
bruik de buizenleiding voor een gedeelte te
verzwaren.
De voorzichtigheid schreef mij voor, alvorens
hiertoe over te gaan, mij te overtuigen of ik
gelegenheid zou hebben, deze en andere
kosten weder terug te krijgen, zoodat ik
ongeveer anderhalf jaar geleden Burgemeester
en Wethouders verzocht een onderzoek in te
stellen naar de wjjze, waarop de concessie
zou kunnen worden verlengd. Door verschil
lende oorzaken, w.o. het vertrek van Burgo-
meester Berman en een concessie-aanvrage
voor electrische verlichting, is dit onderzoek
vermoedelijk vertraagd.
Later gaf ik nog in overweging voorloopig
alleen de concessie, zonder het contract voor
gemeente-verlichting, te verlengen, om zoo
doende de oprichting eener electrische centrale
te kunnen bevorderen, daar concurrentie zeer
zeker in 't belang van gemeente en ingezetenen
zou zjjn.
Het zal een ieder echter duidelijk zijn, dat
zoolang deze kwestie niet geregeld is, zelf
behoud mij voorschrijft, waar zelfs eigen ex
ploitatie door de Gemeente niet tot de onmo
gelijkheden behoort, de kans op verlies van
kapitaal niet noodeloos grooter te maken (de
billijke aanspraak om eenige vruchten van mijn
arbeid en risico te plukken nog daargelaten).
Zoolang is prijsverlaging voor mij dus een
voudig onmogelijk.
Ik geloof, dat niemand, die van zijn zaken
moet leven, in mijn omstandigheden anders
zou handelen.
Toen ik nog niet aan concessie-verlenging
twijfelde, heb ik getoond den gasprijs geleidelijk
zooveel mogelijk te willen verlagen.
De prijs van het gas voor verschillende
doeleinden was toen 7 '/j ets. met bijlevering
van kousen en glazen en zonder berekening
van meterhuur, hetgeen door elkaar kwam
op een netto-gasprijs van 6V2 a 63/, ets.,voor een
plaatsje als Schagen een ongekend lage prijs.
Nergens, hetzij bij particuliere of gemeente
exploitatie, werd of wordt, voorzoover mij be
kendis, in een plaats als Schagen met ruim 2000
zielen in het verlichtingsgebied, tegen zulk
een lagen prijs geleverd.
Levering van enkel lichtgas tegen lagen
prijs is voor Schagen m. i. ondoenlijk, wil
men niet door hooge exploitatiekosten in den
zomer verliezen, wat men 's winters verdient.
U dankend, M. de R., voor de gelegenheid
mij gegeven om een vraag, een zaak van zoo
algemeen belang betreffende in 't openbaar
te beantwoorden,
met de meeste achting
H. W. van ROSSEM.
Dieren, 5 Juli 1901.
Anna Paulowna, 7 Juii 1901.
Mijnheer de Redacteur
Foei, Trapman, Fooi,
Ia een der vorige nummers hadt U
„Foei, Bosman, Foei" tos opschrift ge
kozen ik neem thans Uw naam daarvoor.
Met walging nam ik keu ais van eeuige
woorden, voorkomende in de „Polder-
brieven."
Eerlijk beken ik, dat ik het nummer
van heden, wegens de onkiesche woorden,
niet aan mijne kinderen in handen durfde
geven.
Ofschoon ik niet geroepen ben, om te
waken voor de belangen der „Schagor",
durf ik wel voorspellen, dat, als er zulke
vieze woorden in blijven voorkomen, het
getal abonné's er niet door verhoogen zal.
En getuigt het van goed zijn verstand
gebruiken, waar men de feilen van
anderen aantoont, men tegelijkertijd in
dezelfde fouten vervalt
Yan een ontwikkeld man als u, ver
wacht men, dat hij alle aan zijn Blad
verbonden personen den eisch zal stellen
schrijf steeds waarheid, zonder aanzien
van personen lever mannenwerk, maar
zend geen vuile taal.
Dank voor de plaatsing,
H. Visssor.
In antwoord.
Waarde heer Visser I
Ik moet beginnen met U een woord
van hulde te brengen voor Uw scherpen
blik wat betreft de belangen der „Scha
ger Courant".
Immers, hetzelfde wat U mij verwijt,
dat heeft ook de heer Trapman mij
reeds verweten. Om der vriendschaps
wille zou hij mijn laatsten brief nog
plaatsen, maar zoo antwoordde hij
mij ik diende wèl in het oog te
houden, dat hij zijn blad niet met
„Extra Tijding" gelijk stelde.
Mocht ik dus voortgaan met dergelijke
N.B. „ordinaire" ontboezemingen, dan zou
ik mij voor het vervoig tot Staalman
hebben te wenden. Het zou mij dan
ook hoegenaamd niet verwonderen, wan
neer U, terwijl ik dit schrijf, reeds een
dankbetuiging van den heer Trapman
had ontvangen over mijn zoogenaamd
„unfair" optreden.
Zoolang ik echter de geestige volks
taal van mijn vrienden Jaap en Tijs voor
het eenige ware volksvoedsel houd op
geestelijk gebied, zóólang zal ik voort
gaan met te schrijven zoohls ik schreef.
Ik voorzie dan ook, dat de heer Trapman
mij te avond of te morgen zal bedanken en
dat ik, om mijn brieven toch gedrukt te
zien, wel spoedig bij mijn geestverwant,
den heer Staalman, zal moeten aan
kloppen.
Mocht u dus tegen mijn wijze van
schrijven gekant blijvenwend u dan met
uw klachten alvast tot „Extra Tijding"
Mijn vrienden Jaap en Tijs, wier be
wonderaar en volgeling ik ben, en met
wie ook gij tot nog toe toch altijd zoo hoog
hebt weggeloopen, zullen u ongetwijfeld
beter en deugdelijker het doeltreffende
van onze manier van schrijven uiteen
kunnen zetten, dan ik het vermag.
Teunis Ploeger.
Medisch schandaal te
Moskou In Moskou heeft men een
reeks schandelijke misdaden ontdekt, die
door een geneesheer en een ziekenver
pleegster bedreven zijn. Zij werden er
voor betaald, om kinderen, die hun ouders
tot overlast waren, te doen verdwijnon.
Het onderzoek heeft aan het licht ge
bracht, dat twintig kinderen aldus ver
moord moeten zijn.
Z aterdagochtend vertrok
Barnum's reusachtig circus uit Gleiwitz,
in Silezië, naar Beuthen. Twee van de
extra-treinen stonden op een zijspoor
toen zij plotseling werden aangereden
door een derden. Do schok was hevig.
Twee personen werden gedood, zeven
gewond en tien kostbare paarden gingen
verloren. Ook de materiëele schade
Barnum heeft zijn eigen spoorwegwagens
is vrjj belangrijk.
Een verhaal uit Poters burg.
00
Sascha was het zoontje van den koet
sier van den rjjken bankier Petrow.
Petrow was rijk geworden door specu
laties en, zooals de booze tongen beweer
den, door woekerniemand kon hem
echter iets bewijzen.
Kalm en deftig ging het in zijn huis
toe Hij hield een groot aantal bedien
den, die hij behoorlijk betaalde. In dit
huis groeide de kleine Sascha op. Toen
hij zeven jaar was, kreeg hij in den stal
een slag van een paard. Geneeskundige
hulp werd te laat ingeroepen zij betee-
kende ook niet veel, en de arme jongen
bleef kreupel.
Op een rijtoer vernam de bankier
Petrow van zijn koetsier, dat de kleine
Sascha door den bruiue, die voor het
rijtuig liep, voor zijn leven ongelukkig
was geworden, en nooit geschikt zou zijn
voor een betrekking, waarbij hij werken
moest.
„Het was beter geweest", zeide de
koetsier met een diepen zucht, „dat de
bruine mijn armen jongen maar ineens
bad doodgeslagen, want zijn brood zal
hij wel nooit kunnen verdienen. Hij
gaat een zorgelijk, hard leven tegemoet."
Welwillend luisterde de bankier naar
zijn koetsier, die in de stad bekend was
als een goed voerman. De man was
reeds verscheidene jaren bij hem in
dienst, en het eenige wat hij op hem
aan te merken had, was, dat hij dikwijls
meer borrels dronk dan goed voor hem was.
Petrow was in een goed humeur; hij
klopte den koetsier op den schouder en
zeide
„Nu, het was mijn paard, en jouw kind
is het slachtoffer geworden. Ik wil iets
voor je doen. Je jongen zal voor mijn
rekening naar school gaan en leert hij
wat, dan zullen wij mankpootje wel een
betrekking bezorgen en een oogje op
hem houden. Maar dan moet je van
heden at geen sterken drank meer go-
bruiken. Wil je me dat beloven P"
„Ja, vadertje, bij het geluk van mijn
kind, zweer ik u, ik drink geen sterken
drank meer."
De knaap kwam op school, doch on
danks zijn vlijt, ondanks alle aanspo
ringen, kon hij niet met de anderen
medekomen. De niets zeggende, waterige
blauwe oogen, de aarzelende spraak, de
gebrekkige figuur, getuigden maar al te
duidelijk, dat het niet geheel normale, ver
ongelukte wezen een droevige toekomst
tegemoet ging. Langer dan andere kin
deren moest Sascha op school blijven
gaan, en toen hij eindelijk ontslagen
werd met een getuigschrift „onvoldoende
voor alle vakken", had hij het alleen
aan do bescherming van zijn weldoener
te danken, dat hij een baantje kreeg als
archivaris bij de Petersburg-Moskou-
Spoorwegmaatschappij.
Van 's morgens tien tot 's namiddags
drie uur was hij op het bureau bezig.
Zijn chefs zagen spoedig, dat er van
dezen ambtenaar niet veel te verwachten
was, en zoo bleef hij vele jaren achter
een in zijn betrekking, met zijn eentonige
werkzaamheden en zijn klein salaris. Te
veel om te verhongeren, te weinig om van
te leven was het, en toch wist Sascha
met het beetje geld zoo uit te komen,
dat hij alle maauden twee roebels over
hield om in de loterij te spelen. Iedere
kopeke spaarde hij uit zijn mond alle
maanden bracht hij twee roebels bij zijn
weldoener, die hem beloofde te zorgen
voor een aandeel in een lot, dat bij de
bank bewaard zou worden.
Op zekeren dag, toen Sascha weer zijn
maandelijksch spaargeld kwam brengen,
gaf de bankier hem ook een nummer op.
Sinds dien tijd was de arme jongen ge
heel veranderd. Vroeger was hij altijd
treurig en gedrukt, doch nu wendde zijn
blik zich vrooiijk en welgemoed naar de
toekomst.
Bij het werk, onder het eten, in den
slaap, altijd zweefde hem het nummer
voor den geest, dat hem tot een rijk
man zou maken. Hij had slechts één
gedachte winnen, winnen
In den loop van dien tijd had hij zich
zoo geheel vereenzelvigd met zijn hoop,
dat hij met volkomen zekerheid een
groot bedrag verwachtte als aandeel in
zijn lothet was alleen de vraag, wan
neer dat gelukkige oogenblik zou geko
men zijn. Dan ging hij aan het plannen
maken.
Zijn vader zou het goed hebben. Eigen
paarden zou hjj voor hom koopen, hij
behoefde niet meer te dienen en mocht
dus ook zooveel borrels drinken als hij
maar lustte.
En zijn lieve, mooie, goede moeder
ja, voor die kon hij niets meer doen
zij was al vele, vele jaren dood. Tod1
had zij nog de groote, zalige vreugd
mogen smaken, dat haar kind, haar Sa
scha samen mocht leeren en spelen met
de zoontjes van hun patroon, en met
zooveel andere rijke, mooie kinderen. Zij
was gestorven in de beste verwachtingen
omtrent het lot van haar jongen, en nu
moesten die verwachtingen ook spoedig
vervuld worden, want de winst kon nie{
uitblijven al dat geld en zijn g«'
dachten duizelden. Het oude, vermolmde,
houten kruis van het graf zijner lievo
moeder moest ook wegdaar zou een
mooie zuil van zwart marmer komen,
met gouden ornamenten en bloemen e'