INGEZONDEN. Arme Sascha. Uit en voor de Pers. Het goed recht der vrijzinnig democraten. TRANSVAAL. PLAATSELIJK NIEUWS. Gemengd Nieuws. ANNA PAULOWNA, 9 Juli. Heden nacht, omstreeks half één, hrak er, hoogst waarschijnlijk tengevolge van hooibroei, brand uit in de hofstede „Zeeland", aan het Oude Veer, in gebruik bij den heer C. Waiboer Rz. en in eigendom behoorend aan het fonds De Haas, te Haarlem. De hofstede werd bewoond door den heer J. Keppel. Door de goede zorgen van de brandweer bleven de kapberg en twee schuren behouden. Persoonlijke ongelukken of verlies van vee valt niet te betreuren. Landbouwgereedschappen en -werktuigen waren op beurspolis verzekerdde inboedel van den heer Keppel bij de Maatschappij te Leeuwarden. Veel gereedschappen en werk tuigen zijn gered, alsmede een groot gedeelte van den inboedel. ANNA PAULOWNA, 7 J u l i. Hedenmorgen heerschte hier eenige oogen- blikken een eigenaardige en aangename druk te, toen het Wieringer muziekcorps per mo torboot arriveerde. Na een paar nommers ge blazen te hebben in Veerburg, vertrok het weder onder de opwekkende tonen der mu ziek. De tocht werd ook door verscheiden dames meegemaakt, terwijl ook het fraaie vaandel van het corps niet ontbrak. Het geheel was wel „een kiekje" waard. ANNA PAULOWNA. De heer H. van den Berg, vroeger alhier, heeft met vol doenden uitslag te Zwolle examen afge legd als roeier der dranken. ANNA PAULOWNA. In d e j 1. Z a>- terdag gehouden vergadering der Commissie tot wering van schoolverzuim zijn benoemd tot voorzitter de heer G. Brands en tot secre taris de heer K. L. van Gorkom. Uitslag Gemeen teraadsver- kiezing te HOOGWOUD. Opgekomen 328 van de ongeveer 350 kiezersvan onwaarde 3 biljetten, dus aantal geldige stemmen 325 en volstrekte meerderheid 163 stemmen. Candidaten: van de liberale oppositie, K. Broertjes, P. Kooij (aftr. lid) en W. Vijnvan de R.-K. Kiesvereeniging, P. Groot Pz. en C. Pijper Sr. (burgemeester, aftr. lid)van een losse groep (op één na) R.-K. kiezers, de drie aftr. leden K. Koenis, P. Kooij en C. Pijper Sr. Hiervan bekwamenK. Broertjes 157 st., P. Groot Pz. 114 st., K. Koenis 111 st., P. Kooij 217 st., C. Pijper Sr. 203 st. en W. Vijn 143 st. Alzoo herkozen P. Kooij (L.) en C. Pijper Sr. (L.), terwijl voor de plaats van K. Koenis (R.-K.) herstemming moet plaats heb ben tusschen de beide liberale opposanten K. Broertjes en W. Vijn. Uitslag Gemeente raadsver kiezing te ALKMAAR le district. GekozenMr. K. A. Cohen Stuart (L.) HerstemmingC. G. de Wildt (R. K.) en J. Kool (L.) 2e district. Gekozen C. Bosman (L.) Her stemming D. A. Luitingh (L.) en H. J. Vonk (L.) 3e district. GekozenJ. F. Moens (LO Herstemming M. Uitenboscli (Arb.-partij) en A. Goede Dz. (A.-R.) In het laatst van Augustus, op een nader te bepalen Zondag, zal te SPANBROEK een openluchtmeeting voor Drankbestrijding plaats hebben, uitgaande van de afd. Hoogwoud, Medemblik, Hoorn en Enkhuizen van de Ned. Vereen, tot af schaffing van alcoholhoudende dranken, en waar 4 verschillende sprekers van uiteen- loopende godsdienstige en politieke richting het woord zullen voeren. Men meldt uit HAARLEM Zondagmiddag was een 10-jarige jongen op de heide te Velsen in een paal geklommen van de electrische krachtlevering van de wer ken aan de spoorbrug. Hij greep de leiding, die onder vollen stroom stond, werd door een electrische vonk getroffen en viel bewusteloos uit den paal. Thuis gebracht, duurde het ge- ruimen tijd vóór hij weder bijkwam, doch later werd hij weder bewusteloos en zijn toe stand is nu niet buiten gevaar. Hand en hoofd vertoonen brandwonden. VEENDAM. In een te Gro ningen gehouden vergadering van gede legeerden van het bestuur der Sociaal-Demo cratische Arbeiderspartij is bepaald, dat de heer J. H. Schaper voor het kiesdistrict Ap- pingedam zal optreden. Er zal dus in het kiesdistrict Veendam een nieuwe verkiezing voor een lid der Tweede Kamer moeten plaats hebben. Vóór alles neutraal! Te 's-GRAVENHAGE werden door een koop man in de Spuistraat daar zoogenaamde jan kende „piepballen" in den vorm van een varken verkocht. Bij het leegloopen van het beestje door het ontvlieden van de lucht be zigde de koopman beleedigende uitdrukkingen voor een minister van een bevriende natie, waarin de politie aanleiding vond den ver koop op die manier te verbieden. Al even weinig neutraal toonden zich dezer dagen de bewoners van Hoorn en Urk. Men meldt althans uit eerstgenoemde plaats Drie Engelsche toeristen, die met een pleizierjacht onze stad bezochten, ondervonden een zoo „onhartelijke" begroeting van de bevolking, dat ze verplicht waren de haven te verlaten. Naar wij vernemen, waren ze ook genood zaakt geworden, uit Urk te vertrekken, wijl men ook daar vijandig gezind bleek. Op aanmoediging van om- standers, met wien hij over hard loopen had staan praten, hetgeen hij zeide zeer goed tc kunnen, in ieder geval beter dan een hunner, liep Dinsdag een min of meer onnoozel ge houden 25-jarig veedrijver uit de Schoorsteen- vegersgang in den Oppert te ROTTERDAM tot drie malen toe de Veemarkt in het rond. Bij het einde van de derde ronde viel hij plotseling dood neder; volgens verklaring van een ter hulp geroepen geneesheer tenge volge van hartverlamming. Maandag heeft H. M. de Ko ningin-Moeder met den prins en de prinses von Bentheim en gevolg een bezoek aan het eiland MARKEN gebracht. Een der haven- stoombooten van de firma Zurmühlen voerde de hooge gasten van Amsterdam rechtstreeks naar het voor vreemdelingen steeds aantrek kelijke eiland, alwaar deze tegen één uur, onder het gejuich en gezang der bewoners, arriveerden. De burgemeester, de heer Vink, geleidde het gezelschap vooreerst naar de woning van Cornelis Kes, waar nog de oude wijze van inrichting van een Marker huis is bewaard. Maar het meest eigenaardige was, dat een onlangs gehuwd paar, de heer D. Peereboom en mejuffrouw E. Visser, zich voor deze gelegenheid weer in bruidskostuum had den gestoken. En juist daar deze gehuwde lieden nog gekleed waren volgens oud-Marker wijze, met al de doekjes, kantjes, knoopjes enz., die soms eeuwen oud zijn, was dit voor de hooge bezoekers een aantrekkelijke bijzonder heid" Ook de bouwvallige Hervormde kerk werd bezocht. Tijdens de bezoeken werden door de kinde ren der openbare en chr. school verschillende vaderlnndsche liederen gezongen, afgewisseld door het zingen van een Psalm. Na vriendelijkon dank aan den burgemees ter en andore personen, werd de tocht voord gezet via Monnikendam naar Broek in Waterland. Nu de Kamer-verkiezingen, althans voor zoover 't gaat om de meerderheid in de Ver tegenwoordiging, voorbij zijn en van liever lede in de gemoederen, nog onlangs door den feilen strijd verhit, de kalmte weerkeert, acht de „Arnh. Ct." het niet van belang ontbloot, het' geval van de zoogenaamde afscheiding der vrijzinnig-democraten van de liberale partij, eens nauwkeurig te bekijken, en te trachten er eene juiste diagnose van te geven, iemeei omdat, hoe eerder het wantrouwen, hetwelk in den stembusstrijd van weerszijden is ge zaaid. wijkt, des te sneller ook tot stand zal kunnen komen, wat in de eerstvolgende jaren onvermijdelijk het geval zal zijn, nl. de over brugging van de klove, welke door de zoo genaamde „afscheiding" is ontstaan tusschen de vrijzinnig-democraten en de„Unie"-liberalen, met welken naam wij bedoelen aan te duiden hen, die hoewel principieel meer of minder war'me voorstanders van algemeen kiesrecht, uit overwegingen meerendeels van opportu- nistischen of tactischen aard, weigerden voor de invoering daarvan reeds in de thans gesloten verkiezingscampagne propaganda te maken. Het blad is namelijk overtuigd, dat een vier jarig bewind der vereenigde kerkelijke partijen, veel meer nog dan het vierjarige regeerings- tijdperk onder het ministerie-Pierson, lien over tuigen zal van de noodzakelijkheid om de samen stelling der Volksvertegenwoordiging definitief en op gezonden grondslag wettelijk te regelen. De oorzaak der bitterheid, waarmede hier en daar van liberale zijde de vrijzinnig-demo craten bestreden werden, lag in hun zooge naamde afscheiding van de liberale partij. Terwijl in het noorden de verzwakking der liberale partij uitsluitend ten goede komt aan de sociaal-democraten, brengt zij overal elders hoofdzakelijk voordeel aan de kerkelijke par tijen de gevolgtrekking, uit deze verschijn selen af te leiden, ligt voor de hand en is, ook naar onze meening, zeer juist door het „Handelsblad" gemaaktdat nl. aan een deel der liberale partij de hervormingspolitiek van het ministerie-Pierson mishaagde, omdat zij te voorzichtig en te angstvallig was, en aan een ander deel, omdat zij omgekeerd te kost baar was en te zeer ingrijpend in de belangen der bezittende klasse. Hierin inderdaad ligt voor een groot deel de verklaring van den verminderden invloed der „liberale partij" onder de kiezers, maar het blad zou er de vraag aan willen toevoegen ligt hierin niet tevens de rechtvaardiging van „de afscheiding" der vrijzinnig-democraten? Niet voldoende is de eenstemmigheid omtrent de noodzakelijke handhaving van één enkel beginseldaartoe wordt vereischt ook over eenstemming ten aanzien van de wijze waar op het gemeenschappelijk beginsel toepassing vinden zal in de mensclielijke samenleving met hare verscheidenheid van verhoudingen. Kan derhalve niet worden betwist, dat er tusschen hen, die zich in de staatkunde aan de linkerzijde scharen, overeenstemming be staat van richting, onjuist is het daarom te spreken van eene liberale partij, welke den afstand overspannen zou om. het beeld te bezigen waarvan in het eerste begrootings- debat onder het ministerie-Pierson gebruik gemaakt is tusschen Enschedé (den heer Van Kol) en Utrecht (den heer Bastert). Zelfs bij kleiner boog, waarvan de pijlers staan te Groningen (mr. Drucker) en te Utrecht (de heer Bastert), zou aan eene „liberale partij" het noodzakelijk stemisei ontbreken. Het groote verschilpuntde dringende nood zakelijkheid van Grondwetsherziening, omdat men alléén langs dien weg kan komen tot een waarachtige Volksvertegenwoordiging, acht het blad beslist meer van principiëelen, dan van tactischen aard, omdat voor partij vorming een onafwijsbare eisch is eenstem migheid omtrent de wijze, waarop aan de gemeenschappelijke beginselen practische toe passing gegeven moet worden. Zonder ook maarte twijfelen aan den ernst der „Liberale Unie"-mannen, wat het verkrijgen betreft der op hun program voorkomende sociale her vormingen, scheidt hen toch een wijde kloof van de vrijzinnig-democraten, die overtuigd zijn dat ènuit het oogpunt der rechtvaardig heid, èn uit dat der bereikbaarheid, aan de uitvoering dier hervormingen invoering van het eenig billijke kiesstelselalgemeen stem recht met evenredige vertegenwoordiging, moet voorafgaan. Die overtuiging is de „rai- son d'être" hunner partijvorming, en aan die overtuiging zouden zij verraad plegen, zij zouden rechtmatigen twijfel doen ontstaan aan hunnen ernst, indien zij niet in de prac tische politiek naar die overtuiging hunne gedragslijn bepaalden. Déarom hen te ver ketteren, hen voor te stellen als verraders van de liberale zaak,in de opwinding van den verkiezingsstrijd is dit te begrijpen, maai bij rustig nadenken moet door elk eerlijk man dé onbillijkheid daarvan worden ingezien. Nieuws komt er zoo goed als niemendal los, en toch kunnen we gerust zeggen, dat de toestand in den laatsten tijd voor de Boeren nog nooit zoo gunstig is geweest als nu. Uit alles blijkt dat. De Boeren-rapporten, die tot ons doorkomen, zijn vol hoop. Uit een procla matie der Boeren-regeeringen spreekt de onverzettelijke wil tot volhouden, ja, zelfs de blijde hoop op een gunstig einde. De gevechten vlak bij Johannesburg, de vernieuwde spoor- wegaadvallen, zijn zoovele bewijzen, dat het den Engelschen geducht benauwd wordt ge maakt. En in de Kaapkolonie is nog steeds de Boeren-generaal Fouche, die met zijn ver volgers knap den draak steekt en dan hier, dan daar is. En waar hij verschijnt, daar laat hij geduchte sporen achter. Wat een eigenaardig verschijnsel is, is dit, dat men in Engeland begint te mopperen op Lord Kitchener, en dat sommige Jingo-bladen reeds eischen zijne vervanging door een ander. De moordenaar van Soedan lijkt voor Zuid- Afrika te menschlievend, 't is niet een Boeren- vreter genoeg naar den zin van sommigen. Er moeten krassere maatregelen genomen worden; de geest in Engeland moet worden opgezweept, en voor dergelijke buitensporige maatregelen schijnt Kitchener niet te vinden te zijn. De man is een te humaan soldaat. Of zijne ver vanging zoo heel spoedig zal plaats vinden, gelooven we niet, maar deze praatjes bewijzen toch al reeds dit éénedat de wjn(j ju Enge land uit een anderen hoek begint te waaien, uit den hoek die vrede wil, en dat. daarom de oorlogspartij krassere maatregelen wil om die vredesbeweging den kop in te drukken. Het blad de „Petit Bleu" heeft kennis genomen van berichten van Boeren- zijde, die zeer rooskleurig moeten zijn, vooral ten aanzien der uitbreiding van den opstand in de -Kaapkolonie. De Boeren zjjn nooit krachtiger opgetreden dan in den laatsten tijd, en de mijnen bij Johannesburg staan weer geheel stil. Gregorowsky moet gezegd hebben, dat de Boeren het tenslotte nog wel zullen winnen. Dan komt het vol gende verhaal In een gevecht, in de eerste dagen van Juni geleverd, had De la Rey een Britsche krijgsmacht van meer dan 1000 man omsin geld. De parlementair, dien hij naar de Engelschen gezonden had om van hen te eischen dat zij zich zouden overgeven, kwam niet terug, en De la Rey stuurde er nog een burger heen. Ook deze bleef weg. Daarop viel de generaal de Engelschen heftig aan, hakte hen in de pan en maakte veel gevan genen, onder wie den commandeerenden majoor. Ondervraagd zijnde, bekende deze dat hij de twee burgers had laten dood schieten, daar hij hen voor opstandelingen hield. De la Rey heeft zich naar de bericht gever verzekert toen bij Kitchener beklaagd, en deze liet den majoor voor den krijgsraad terechtstaande uitslag van zijn geding is echter onbekend. In het Engelsche Lagerhuis werd door den Minister van Oorlog beweerd, dat Kruger zou hebben geadviseerd tot voortzetting van den oorlog. Dit blijkt waar te zijn, doch zijn advies was geheel overeenkomstig het besluit, hetwelk de leiders in Zaid-Alrika zeiven reeds genomen hadden. De burgers zetten dus den strijd niet alleen voort, omdat de Staatspresident alzoo heeft geadviseerd, doch eenvoudig omdat de groote meerderheid, die zich niet onderwerpt, ook zelve begeert den oorlog vol te houden en hoop heeft den' krijg tot een goed einde te brengen. Volgens de „Petit Bleu", hetzelfde blad hierboven reeds aangehaald, bestaat er kans, dat er door president Kruger kaperschepen zullen worden uitgerust. In het begin van den oorlog is door groote wapenfabrieken dat voorste] reeds aan Kruger gedaan, die toen weigerde. Nu is opnieuw een aanvraag tot hem gericht. Weigert de president nu weer, dan zouden de voorstellers van het denkbeeld zelf de schepen uitrusten. LONDEN, 9 Juli. De Staats- courant bevat hedenavond een lang telegram van lord Kitchener van 8 Mei, waarin een overzicht wordt gegeven van de operaties in Zuid--4frika sedert Maart. Het telegram zegt o. m., dat de Boeren- invallers in de Kaapkolonie ongetwijfeld een zeker aantal recruten kregen van de kolonische Hollanders en dat de vriendschappelijke ge voelens van een aanzienlijk deel der landsbe- volking hen ten allen tijde niet alleen over vloedig voedsel en voorraden verzekert, doch dat zij daardoor tevens tijdig bericht ontvan gen van de bewegingen van de vervolgende colonnes der Engelschen. Dit zijn twee punten, die zeer zeker ernstig in hun voordeel zijn. Schagen, 10 Juli 1901. T. Schenk, aan het station alhier, heeft met goed gevolg examen afge legd voor het eerste gedeelte als klerk bij de H. IJ. S. Mij. De z o m e r-v acantie aan de Gemeenteschool begint op Maandag 22 Juli, terwijl de lessen op Vrijdag 9 Augustus weder een aanvang zullen nemen. A. Koot, leerling aan de open bare lagere school alhier, is toegelaten tot de lessen aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Den Helder. Zondagavond had er op de Loet een ongeval plaats, dat echter zonder ernstige ongelukken afliep. Van de Loet kwam een rijtuig, met een jong paard bespannen. Het zou de Heeren straat in rijden. Twee dames op fietsen reden het achterop. Om nog vóór het rijtuig in de Heerenstraat te zijn, versnelden zij hare vaart. Op het zelfde oogenblik dat één der dames, 't was mejuffrouw Carpentier van Schagerbrug, het rijtuig wilde passeeren en daarom een draai nam, reed zij tegen de stoep voor 't perceel van den heer J. Roggeveen Lz., kwam hierdoor te vallen, doch gelukkig zonder zich te bezeeren. De fiets werd echter geheel ver nield door het paard, dat met de pooten in de stangen der fiets vastraakte. Fietsrijders kunnen toch ook nooit te voor zichtig zijn. De zeereerw. heer Stoffels, inspecteur van 't R.-K. Bijzonder Onderwijs in 't bisdom Haarlem, bezocht verleden Dins dag de parochiale school alhier. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer C. J. Plomp, is tot lid van den raad te Amersfoort gekozen. De anti-revolutionnaire partij te Amersfoort heeft den minister van Binnenlandsche Zaken verzocht, de verkiezing van den - heer Plomp (vooruitstr. lib.) lot lid van den Ge meenteraad nietig te verklaren, op grond, dat zij het ambt van ontvanger der registratie en domeinen onvereenigbaar acht met dat van lid van den gemeenteraad. Mijnheer de Redacteur Mag ik U beleefd verzoeken onderstaande in uw courant te plaatsen Naar aanleiding van een berichtje in de Schager Courant, dat de gasprijs te Alkmaar van 7 op 6 ets. gebracht was, werd de vraag gedaan „Wanneer volgt Schagen Het antwoord zou eenvoudig kunnen luiden Wanneer de concessie verlengd wordt. Om echter onbillijke beoordeeling te voor komen, acht ik 't noodig hier iets bij te voegen. Toen ik 10 jaar geleden de exploitatie der gasfabriek overnam, leverde deze geen bestaan op. Door aanmoediging van het gasverbruik Op verschillende manieren en aanwending van kapitaal tot uitbreiding en verbetering, was dit na een zevental jaren wel 't geval. Doch nauwelijks had ik 't zoover gebracht, of de kolenprijzen stegen tot het dubbele bedrag en zag ik de noodzakelijkheid aan komen, om bij verdere toename van gasver bruik de buizenleiding voor een gedeelte te verzwaren. De voorzichtigheid schreef mij voor, alvorens hiertoe over te gaan, mij te overtuigen of ik gelegenheid zou hebben, deze en andere kosten weder terug te krijgen, zoodat ik ongeveer anderhalf jaar geleden Burgemeester en Wethouders verzocht een onderzoek in te stellen naar de wjjze, waarop de concessie zou kunnen worden verlengd. Door verschil lende oorzaken, w.o. het vertrek van Burgo- meester Berman en een concessie-aanvrage voor electrische verlichting, is dit onderzoek vermoedelijk vertraagd. Later gaf ik nog in overweging voorloopig alleen de concessie, zonder het contract voor gemeente-verlichting, te verlengen, om zoo doende de oprichting eener electrische centrale te kunnen bevorderen, daar concurrentie zeer zeker in 't belang van gemeente en ingezetenen zou zjjn. Het zal een ieder echter duidelijk zijn, dat zoolang deze kwestie niet geregeld is, zelf behoud mij voorschrijft, waar zelfs eigen ex ploitatie door de Gemeente niet tot de onmo gelijkheden behoort, de kans op verlies van kapitaal niet noodeloos grooter te maken (de billijke aanspraak om eenige vruchten van mijn arbeid en risico te plukken nog daargelaten). Zoolang is prijsverlaging voor mij dus een voudig onmogelijk. Ik geloof, dat niemand, die van zijn zaken moet leven, in mijn omstandigheden anders zou handelen. Toen ik nog niet aan concessie-verlenging twijfelde, heb ik getoond den gasprijs geleidelijk zooveel mogelijk te willen verlagen. De prijs van het gas voor verschillende doeleinden was toen 7 '/j ets. met bijlevering van kousen en glazen en zonder berekening van meterhuur, hetgeen door elkaar kwam op een netto-gasprijs van 6V2 a 63/, ets.,voor een plaatsje als Schagen een ongekend lage prijs. Nergens, hetzij bij particuliere of gemeente exploitatie, werd of wordt, voorzoover mij be kendis, in een plaats als Schagen met ruim 2000 zielen in het verlichtingsgebied, tegen zulk een lagen prijs geleverd. Levering van enkel lichtgas tegen lagen prijs is voor Schagen m. i. ondoenlijk, wil men niet door hooge exploitatiekosten in den zomer verliezen, wat men 's winters verdient. U dankend, M. de R., voor de gelegenheid mij gegeven om een vraag, een zaak van zoo algemeen belang betreffende in 't openbaar te beantwoorden, met de meeste achting H. W. van ROSSEM. Dieren, 5 Juli 1901. Anna Paulowna, 7 Juii 1901. Mijnheer de Redacteur Foei, Trapman, Fooi, Ia een der vorige nummers hadt U „Foei, Bosman, Foei" tos opschrift ge kozen ik neem thans Uw naam daarvoor. Met walging nam ik keu ais van eeuige woorden, voorkomende in de „Polder- brieven." Eerlijk beken ik, dat ik het nummer van heden, wegens de onkiesche woorden, niet aan mijne kinderen in handen durfde geven. Ofschoon ik niet geroepen ben, om te waken voor de belangen der „Schagor", durf ik wel voorspellen, dat, als er zulke vieze woorden in blijven voorkomen, het getal abonné's er niet door verhoogen zal. En getuigt het van goed zijn verstand gebruiken, waar men de feilen van anderen aantoont, men tegelijkertijd in dezelfde fouten vervalt Yan een ontwikkeld man als u, ver wacht men, dat hij alle aan zijn Blad verbonden personen den eisch zal stellen schrijf steeds waarheid, zonder aanzien van personen lever mannenwerk, maar zend geen vuile taal. Dank voor de plaatsing, H. Visssor. In antwoord. Waarde heer Visser I Ik moet beginnen met U een woord van hulde te brengen voor Uw scherpen blik wat betreft de belangen der „Scha ger Courant". Immers, hetzelfde wat U mij verwijt, dat heeft ook de heer Trapman mij reeds verweten. Om der vriendschaps wille zou hij mijn laatsten brief nog plaatsen, maar zoo antwoordde hij mij ik diende wèl in het oog te houden, dat hij zijn blad niet met „Extra Tijding" gelijk stelde. Mocht ik dus voortgaan met dergelijke N.B. „ordinaire" ontboezemingen, dan zou ik mij voor het vervoig tot Staalman hebben te wenden. Het zou mij dan ook hoegenaamd niet verwonderen, wan neer U, terwijl ik dit schrijf, reeds een dankbetuiging van den heer Trapman had ontvangen over mijn zoogenaamd „unfair" optreden. Zoolang ik echter de geestige volks taal van mijn vrienden Jaap en Tijs voor het eenige ware volksvoedsel houd op geestelijk gebied, zóólang zal ik voort gaan met te schrijven zoohls ik schreef. Ik voorzie dan ook, dat de heer Trapman mij te avond of te morgen zal bedanken en dat ik, om mijn brieven toch gedrukt te zien, wel spoedig bij mijn geestverwant, den heer Staalman, zal moeten aan kloppen. Mocht u dus tegen mijn wijze van schrijven gekant blijvenwend u dan met uw klachten alvast tot „Extra Tijding" Mijn vrienden Jaap en Tijs, wier be wonderaar en volgeling ik ben, en met wie ook gij tot nog toe toch altijd zoo hoog hebt weggeloopen, zullen u ongetwijfeld beter en deugdelijker het doeltreffende van onze manier van schrijven uiteen kunnen zetten, dan ik het vermag. Teunis Ploeger. Medisch schandaal te Moskou In Moskou heeft men een reeks schandelijke misdaden ontdekt, die door een geneesheer en een ziekenver pleegster bedreven zijn. Zij werden er voor betaald, om kinderen, die hun ouders tot overlast waren, te doen verdwijnon. Het onderzoek heeft aan het licht ge bracht, dat twintig kinderen aldus ver moord moeten zijn. Z aterdagochtend vertrok Barnum's reusachtig circus uit Gleiwitz, in Silezië, naar Beuthen. Twee van de extra-treinen stonden op een zijspoor toen zij plotseling werden aangereden door een derden. Do schok was hevig. Twee personen werden gedood, zeven gewond en tien kostbare paarden gingen verloren. Ook de materiëele schade Barnum heeft zijn eigen spoorwegwagens is vrjj belangrijk. Een verhaal uit Poters burg. 00 Sascha was het zoontje van den koet sier van den rjjken bankier Petrow. Petrow was rijk geworden door specu laties en, zooals de booze tongen beweer den, door woekerniemand kon hem echter iets bewijzen. Kalm en deftig ging het in zijn huis toe Hij hield een groot aantal bedien den, die hij behoorlijk betaalde. In dit huis groeide de kleine Sascha op. Toen hij zeven jaar was, kreeg hij in den stal een slag van een paard. Geneeskundige hulp werd te laat ingeroepen zij betee- kende ook niet veel, en de arme jongen bleef kreupel. Op een rijtoer vernam de bankier Petrow van zijn koetsier, dat de kleine Sascha door den bruiue, die voor het rijtuig liep, voor zijn leven ongelukkig was geworden, en nooit geschikt zou zijn voor een betrekking, waarbij hij werken moest. „Het was beter geweest", zeide de koetsier met een diepen zucht, „dat de bruine mijn armen jongen maar ineens bad doodgeslagen, want zijn brood zal hij wel nooit kunnen verdienen. Hij gaat een zorgelijk, hard leven tegemoet." Welwillend luisterde de bankier naar zijn koetsier, die in de stad bekend was als een goed voerman. De man was reeds verscheidene jaren bij hem in dienst, en het eenige wat hij op hem aan te merken had, was, dat hij dikwijls meer borrels dronk dan goed voor hem was. Petrow was in een goed humeur; hij klopte den koetsier op den schouder en zeide „Nu, het was mijn paard, en jouw kind is het slachtoffer geworden. Ik wil iets voor je doen. Je jongen zal voor mijn rekening naar school gaan en leert hij wat, dan zullen wij mankpootje wel een betrekking bezorgen en een oogje op hem houden. Maar dan moet je van heden at geen sterken drank meer go- bruiken. Wil je me dat beloven P" „Ja, vadertje, bij het geluk van mijn kind, zweer ik u, ik drink geen sterken drank meer." De knaap kwam op school, doch on danks zijn vlijt, ondanks alle aanspo ringen, kon hij niet met de anderen medekomen. De niets zeggende, waterige blauwe oogen, de aarzelende spraak, de gebrekkige figuur, getuigden maar al te duidelijk, dat het niet geheel normale, ver ongelukte wezen een droevige toekomst tegemoet ging. Langer dan andere kin deren moest Sascha op school blijven gaan, en toen hij eindelijk ontslagen werd met een getuigschrift „onvoldoende voor alle vakken", had hij het alleen aan do bescherming van zijn weldoener te danken, dat hij een baantje kreeg als archivaris bij de Petersburg-Moskou- Spoorwegmaatschappij. Van 's morgens tien tot 's namiddags drie uur was hij op het bureau bezig. Zijn chefs zagen spoedig, dat er van dezen ambtenaar niet veel te verwachten was, en zoo bleef hij vele jaren achter een in zijn betrekking, met zijn eentonige werkzaamheden en zijn klein salaris. Te veel om te verhongeren, te weinig om van te leven was het, en toch wist Sascha met het beetje geld zoo uit te komen, dat hij alle maauden twee roebels over hield om in de loterij te spelen. Iedere kopeke spaarde hij uit zijn mond alle maanden bracht hij twee roebels bij zijn weldoener, die hem beloofde te zorgen voor een aandeel in een lot, dat bij de bank bewaard zou worden. Op zekeren dag, toen Sascha weer zijn maandelijksch spaargeld kwam brengen, gaf de bankier hem ook een nummer op. Sinds dien tijd was de arme jongen ge heel veranderd. Vroeger was hij altijd treurig en gedrukt, doch nu wendde zijn blik zich vrooiijk en welgemoed naar de toekomst. Bij het werk, onder het eten, in den slaap, altijd zweefde hem het nummer voor den geest, dat hem tot een rijk man zou maken. Hij had slechts één gedachte winnen, winnen In den loop van dien tijd had hij zich zoo geheel vereenzelvigd met zijn hoop, dat hij met volkomen zekerheid een groot bedrag verwachtte als aandeel in zijn lothet was alleen de vraag, wan neer dat gelukkige oogenblik zou geko men zijn. Dan ging hij aan het plannen maken. Zijn vader zou het goed hebben. Eigen paarden zou hjj voor hom koopen, hij behoefde niet meer te dienen en mocht dus ook zooveel borrels drinken als hij maar lustte. En zijn lieve, mooie, goede moeder ja, voor die kon hij niets meer doen zij was al vele, vele jaren dood. Tod1 had zij nog de groote, zalige vreugd mogen smaken, dat haar kind, haar Sa scha samen mocht leeren en spelen met de zoontjes van hun patroon, en met zooveel andere rijke, mooie kinderen. Zij was gestorven in de beste verwachtingen omtrent het lot van haar jongen, en nu moesten die verwachtingen ook spoedig vervuld worden, want de winst kon nie{ uitblijven al dat geld en zijn g«' dachten duizelden. Het oude, vermolmde, houten kruis van het graf zijner lievo moeder moest ook wegdaar zou een mooie zuil van zwart marmer komen, met gouden ornamenten en bloemen e'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 2