i
y
Donderdag 25 Juli 1901.
45ste Jaargang No. 3647.
i
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTËNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverP- TRAPMAN.
MedewerkerJ. 1 Mi E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlik nummers 5 Cent.
ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bekendmakingen.
Gemeente Sc ha gen.
Binnenlandsch Nieuws.
Concours te Wognnm.
FEUILLETON.
Internationaal Damescomité
„Alcmaria."
KSïireau ÏLïi«ibs» 4.
Do Burgemeester van Schagen brengt ter kennis
van de binnen deze gemeente gevestigde verlofgangers,
dat zij hunne zakboekjes ter Secretarie moeten atbalen
vóór i Augustus a.s.
Gelegenheid hiertoe bestaat iederen werkdag van des
voormiddags 912 ure en des namiddags van 14
Schagen, 23 Juli 1901.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
't Beloofde 's morgens, toen we naar liet
Zang-concours te Wognum gingen,geduclit
warm te zullen worden, en als er ooit eene be
lofte in volle mate is vervuld geworden,dan is
het Zondag met de warmte 't geval geweest
't was om te puffen waar we ook kwamen
dien dag, nergens een plekje om eens een
moment uit te blazen.
Nu 't feest. We kunnen al dadelijk zeggen,
dat 't alleropgewektst is gevierd en uitstekend
is geslaagd.
Zooals men reeds weet, werd liet gevierd
ter gelegenheid van het 12Va-jarig bestaan
van de Zangvereeniging „Jacob Kwast" te
Wognum.
Te ongeveer 12 uur was het ontvangst van
de Zangers in het feestlokaal „De Vier
Heemskinderen" van den heer Best.
Door de Zangvereeniging „Jacob Kwast,"
onder leiding van den heer W. Saai, werd
een Welkomstgroet gezongen, die, het euvel
in aanmerking genomen dat allen feestgroeten
bijna aankleeft, opgewekt werd gekweeld.
Daarna trad de heer J. Best, de president,
naar voren en hield een welkomstrede.
Weest welkom in Wognumzoo begon de
heer Best, dat roep ik u toe namens de
vereeniging „Jacob Kwast," dat welkom roep
ook ik u toe. Welkom aan de dames en
heeren der mededingende vereenigingen,
welkom aan de Jury, welkom aan de leden
van het Fanfarecorps van Twisk, welkom aan
allen, die door hun tegenwoordigheid blijk
geven belang te stellen in het koperen feest
van „Jacob Kwast."
De heer Best vertelde ons verder, dat de
vereeniging, als „Zang-lust" opgericht, op dit
oogenhlijk van feestvieren een woord van
hulde en dank moest brengen aan de nage
dachtenis van haar stamvader Jacob Kwast,
wiens naam zij nu in haar vaandel voert,
den grondlegger van het muzikale leven in
de gemeente Wognum. Naast hem rijst
dadelijk op het beeld van ons aller leermeester,
zegt de heer B. verder, van meester Van
der Oord, aan wien wij zoo veel hebben te
danken. Dan past verder een woord van
hulde en dank aan den tegenwoordigen
directeur, den heer Saai, die door zijn ijver en
werklust Zanglast heeft opgevoerd tot
„Jacob Kwast.
Met een verheerlijking op den zang eindigt
de Voorzitter met: Zangers, laat pw zangen
straks klinken, laat uw liederen jubelen, de
heerlijkste melodieën door het kerkgebouw
ruischen, weerklank vindend in aller gemoed,
opwekkend de edelste gevoelens,allen bezielend,
en als dat geschiedt, heeft de vereeniging
„Jacob Kwast" haar doel met dit feest
bereikt. (Daverend applaus,) Daarna werd
de eerewijn aangeboden.
Nog vóór 1 uur trokken de zangers, voor-
-0-0-0
3.
Francine riep Claude Brun luide toe
„Wees voorzichtig, of ik zal je
dooden
Daar weerklonk eensklaps op den corridor
eene stem, alsof deze antwoord gaf op die
bedreiging
„Nu nu, wat valt hier voor
De deur werd opengerukt en de gestalte
van een jongen man vertoonde zich op den
drempel.
Claude Brun week verschrikt terug.
Francine haalde diep adem, wierp de
schaar weg en nam haar kind, dat angstig
weende, uit de wieg en drukte het aan
hare borst.
De onverwachte bezoeker trad haastig
binnen. Het was een jonge man van onge
veer vier-en-twintig jaar, in 't zwart
gekleed, met een mager, bleek gelaat en
nadenkende oogenzijn gansche persoon
verried vastheid van karakter. Opmerkzaam
sloeg hij den man en vervolgens de vrouw
gade. Dan wendde hij zich gebiedend tot
Claude Brun
„Waarom riep deze vrouw om hulp, en wat
doet ge hier Blijkbaar ziet men u hier
niet al te gaarnehet was beter dat ge u
verwijderdet."
De vriend van Jean boog het hoofd en
mompelde
„Ik ben een vriend van Dartigues, mijn-
afgegaan door het Muziekcorps „Westfrisia"
vau Twisk, naar het kerkgebouw der Ned.
Herv. Gemeente.
Toen we daar kwamen, was er geen plaatsje
onbezet; 't was er propvol en stikkend warm.
De kerk was bovendien duchtig versierd,
wat met het oog op den zang en de warmte
zeer onpractisch was, maar er was zooveel
werk aan gedaan, dat de bedrijvers wel een
bedankje mogen hebben vooj hun moeite.
De jury bestond uit de heeren B. Kwast,
Muziekdirecteur te Amsterdam, J. P. Groot,
Stadsmuziekmeester te Purmei-end, en J. van
Dissel, Stadsmuziekmeester te Hoorn.
Het eerst trad op Niedorp's Mannenkoor
met Damesafdeeling, onder leiding van den
heer D. Kuilman. De vereeniging begon met
Nieuw Leven van Beethoven. Bij het zingen
van het eerste versje, hebben we reeds ver
rast opgekeken, want 't moet ons eerlijk van
het hart, we hadden het zoo goed niet ver
wacht. Nog eenmaal hadden we het koor
gehoord, en dan vinden we, dat het zeer
is vooruitgegaan.
In de bede voor het vaderland van Valerius
vonden we het koor niet zoo gelukkig als in
't eerste. De inzet was o. i. heel aardig, maar
waar we komen aan „kunt maken stille"
en „lieven wille", was 't ons niet fijn, niet
wazig genoeg. En dan „Wij slaan het oog
tot U omhoog", daar wat vlugger, dat
tempo was te langzaam, en dat was dood
jammer, want de uitvoering had er beslist
veel door gewonnen. De slotsom is evenwel,
dat de indruk, dien we nu van het koor van
den heer Kuilman hebben gekregen, zeer
gunstig was.
Nu volgden „Enphonia" van Wijdenes en
„Zanglustvan Berkhout, en daarna „Apollo"
van Wieringerwaard, onder dhectje' van den
heer Stadt, dat eerst gaf „Avond", van S. van
Milligen en daarna „O Domine Jesu Christe."
Vooral het laatste werd mooi gezongen en
gedeclameerd voegen we er met opzet aan
toe't was vol uitdrukking, en met mooie
schakeering. 't Eerste lied vonden we niet zoo
goed, ofschoon het toch een goede vertolking
genoot, maar 't klonk eenigszins mat. Mooi
was de regel„een lelie in een marmren
vaas", en ook het slot: „heeft zich de wind
in slaap gezucht".
Dan volgde „Crescendo" van Bennipgbroek,
vervolgens „Thalia" van Hoogcarspel, onder
den heer J, Dijkstra, Wat ops dadelijk bij
dit koor aantrok, was de opgewektheid, waar
mede gezongen werdwe zouden wel willen
zeggen den jubel in den zang. De vereeniging
zong „Goeden nacht", van Brandts Buijs
en „Meikoeltje" van Kreipl. In het
laatste was de vereeniging verreweg
het gelukkigst. Bij 't eerste nummer waren
de beide slotregels niet in den haak, maar
zooveel te meer genpt sphonk bet tweede
nummer, Wat een mooie climax in „zij zingen
weer lustig, zij zingen weer vroolijk, zij zin
gen weer luide", enz,dat werd uitstekend
aangebracht.
De laatste vereeniging was Orpheus van
Oudcarspel, directeur de heer J. Sluis. Dit
koor hebben we met zeer veel genoegen ge
hoord. 't Meest hebben we genoten van de
opvatting van den directeur, welke uit den zang
sprak. We kregen een mooie schakeering
in heide liederen, afwisseling van tint, die
bewpes, dat cf© Jeidipg van dit koor aan uit
stekende handep is tppyerjïj-ouwd, 'Wat von
den we het jammer, dat dje tenor zoo domi
neerde, wat zou het 't ensemble tep goede
gekomep zijp als die wat minder hoorbaar
ware geweest. De vereepigipg zopg Linde
boom van E. D. Pijzei en Bpstendlgg van A.
heer Appel, ep woon pok jn dit Buis."
De jonge man scheen er volstrekt niet over
verwonderd dat men hem kende; hij sprak
op scherpen toon
,,'t Kan wel zijn, dat ge de vriend van
den echtgenoot zijt, de vriend vap de
vrouw zijt ge iu geen geval. Ga
Met een energieke handbeweging wees
hij naar de depr.
Zonder een woord te spreken en opgen-
schijnlijk onverschillig, stopd Francine daar,
haar kind in hare armen wiegend. Claude
wendde zich tot haar, om te zien of deze
handeling haar aangenaam was, maar zij
sloeg hare oogen niet op. Zij keek maar
naar haar kleinen Pierrp, dip had opgehou
den met huilen en nu lachte. Claude zuchtte,
en terwijl hij mijnheer Appel groette, ging
hij zwijgend, als was hij diep be'.eedigd,
de kamer uit.
Mijnhepr Appel behoorde tot de meest
bescheiden bewoners vap het huis, maar
werd toch als dep kpapstep man van de
wijk beschouwd. Als assistent-arts in het
hospitaal, behandelde hij de armen voor
niemendal. Meermalen waren andere doc
toren heel boos geworden over da concur
rentie, die de jonge man hun aandeed, en
ze hadden er protest tegen aangeteekend,
maar daar Appel geene vergoeding aannam
voor zijne hulp en alles uit medelijden en
barmhartigheid deed, was het onmogplijk
er iets aan te dopn. Hij was epn ernstig
werker en braoht halve nachten door
met studeerenzoo haalde hij den tijd in,
dien hij overdag verloor met zijne zooge
naamde praktijk. Tot aan het grauwen van
den morgen zag men de kleine lamp in
zijDe werkkamer branden. De magerheid en
bleekheid van zijn gelaat kon men gerust
stellen op rekeniDg van het overmatig studee
ren. Appel ging alleen uit als hij naar het
W. A. Heijblom. 't Koor staat nog maar
zeer kort onder leiding van den heer Sluis,
die beslist een woord van hulde verdient
voor hetgeen het nu reeds presteert.
De strijd liep tus-.chen de vier vereenigin
gen, hierboven opgenoemd, en de uitslag was
le prijs, verguld zilveren medaille, „Thalia"
van Hoogcarspel met 127 punten 2e prijs,
zilveren medaille, „Apollo" van Wieringer
waard met 122 punten3e prijs, bronzen
medaille, de zangvereeniging te Nieuwe I
Niedorp, met 114 punten.
De heer Kwast, die den uitslag bekend
maakte, zeide het jammer te vinden, dat de
Jury niet kon beschikken over een vierden
prijs, dien zij dan gaarne gegeven zou hebben
aan Orpheus te Oudcarspel met 109 punten.
In den tuin van den heer J. Best gaf vervol
gens „Westfrisia" van Twisk een concert. Het
programma werd door die vereeniging, die
pas twee jaar bestaat, correct uitgevoerd er
was bepaald veel goeds bij, en de heer Kool
haas, de directeur, heeft blijk gegeven, zijn
vereeniging te leiden in de goede richting het
corps ontwikkelt een beschaafden toon en
geeft een mooie nuanceering.
Te vijf uur sloeg het etensklokje en weldra
zaten er ongeveer een tweehonderd-tal ho.nge-
rigen in de zaal yap Jen heer Best, onder wie
ook de verslaggever, daartoe welwillend uit-
genoodigd, waarvoor hij deze een hartelijk
bedankje, evenals voor de zeer welwillende
wijze, waarop vpor hem als „pers" den gan-
schen dag is gezorgd geworden.
Te halfzeven concept van de Zangvereen.
„Jacob Kwast," met orgelbespeling van den
heer J. v. Dissel, eyepeeps in de Herv. Kerk.
Was het daar 's morgens vol, nu was het
nóg erger, en. we willen eerlijk zeggen, dat
ons den moed ontbrak daar binnen te gaan,
We hebben dan ook van het oogpept niet
alles gehoord, mpap toch wel zóóveel, dat
we kunnen zeggen, dat de heer Van
Dissel zijn gunstigen roep met zijn mooi
spel opnieuw heeft bevestigd, en dat de Zang
vereeniging een surperben indruk maaktede
uitvoering vau het tweetal nummers, dopp. an»
gehoord, was uitstekend, ep zoo we later
vernamen, hebbep we nog niet eens het neusje
van den zalm genoten.
De uitreiking der prijzen had plaats door
Ds. I. Busch Keiser, pred. te Wogppm en
eere-voor?itter der vereepigipg,
Nadat wij vertrokken waren, is er nog een
muziekuitvoering geweest van Twisk's fan
farecorps en verder het traditioneele bal, welk
deel van het program, naar we gelooven, wf4
even opgewekt zal zijn afgewerkt als do rest.
Onbillijke behandeling?
Men schrijft uit DELFT aan de N. Ct.:
Voor eenige dagen werd in de Delftsphö
Courant een ingezonden stuk geplaatst over
een meer dan ergerlijke behandeling, welke
een miliciep-kprpppaai bij het le bat. van
het 4e reg. Inf. moest ondervinden van zjip
compagnie-commandant.
Bedoelde korporaal naar zijn meening
door den kapitein onrechtvaardig gestraft en
had reeds te kennen gegeven, hiervan bij den
bataljonscommandant in appèl te zullen gpan,
toen hij, op de chambrée teruggekeerd, een
zenuwtoeval kreeg, die geruimen tijd aan
hield en waarhjj op last van den betrokken
kapitein geen geneeskundige hulp mocht wop-a
den verzocht. Een korporaal, die bvj het ge
beurde aanwezig was, schppef bedoeld inge
zonden stuk ep werd daarvoor gestraft met
4 dagen provoost.
De vader van eerstgenoemden korporaal, te
's-Gravenhage woonachtig, zal ziclp persoon
lijk tot den Ministpr van Qoplog wenden, ten-
ziekenhuis moest. Met papieren en hoeken
beladen placht hij steeds naar huis terug
te keeren, ep dap sloot hij zich in zijn
kamertje op oni te studeeren. Hij was een
man, die het genoegen nooit had gekend,
de plicht ging bij hem bovep alles, Zijn
tijd verdeelde hij tusschpq z\jn medische
en sociale stujiëp. Hj had een vriend,
wiens overwegende invloed op de richting
zijner ideeën niet te ontkennen was. Het
was de jonge afgevaardigde van Barre
Guemines, René des Barres. Dóe jaar ouder
dan Fredprik Appel, wiens lapdsman hij was,
had hij, een flink schrfjver, zijn vriend meege
sleept in den loop zijner gedachten, maar
een wezenlijk onderscheid tusschen hen
trad aan het licht in de wijze, waarop
beiden den vooruitgang van het mensch-
dom opvatten. Des Barreg was materialist,
terwfjl Appel meer spiritist was. De innige
vriendschap, die de jonge mannen voor
elkaar gevoelden, had zelfs bij dit meeningg-
verschil stand gehouden. Wat yoov minder
krachtige geesten een reden tot vijand
schap zou zjjp geweest, diende hier juist als
fundament voor wederzijdsche achting. Met
ware bevrediging streefden beiden er naar,
hun karakter zooveel mogelijk te louteren.
Zij gevoeldep dat zij verschilden in
de opvatting der dingen, maar zij dach
ten er piet aan, elkaar te willen overtuigen.
Zij achtten elkaar er des te meer om.
Des Barres verheugde zich reeds in eene
zekere beroemdheid, wegens zijn scherpe
polemieken, zijn vlammend redenaarstalent,
terwijl Appel nog onbekend op zyn kamertje
werkte. Daar bij geen vermogen had, wilde
de jonge arts zich vóór alles de middelen
verschaffen om te kunnen leven, om zich
dan onbezorgd te kunnen overgeven aan
zijne droomen van goeddoen en sociale
hervormingen in het leven te roepen.
einde voldoening te erlangen voor de onbil
lijke behandeling zijn zoon aangedaan.
Aan de vrouwen en moeders in Neder
land richt het comité „Alcmaria" tot leniging
van de nooden van vrouwen en kinderen in
de concentratie-campementen in Zuid-Afrika,
een ernstig woord.
Het doel van de vereeniging is, om zooveel
mogelijk leden aan te werven, zoowel in Ne
derland als in het buitenland, om op die wijze
een machtigen vrouwenbond te vormen, die
krachtig kan werken, om zoowel reeds nu
als later, waar dit noodig mocht zijn hulp te
kunnen verleenen.
Waar door onze zusteren zooveel ellende
wordt geleden, dat wij de beschrijving daar
van met het innigste medegevoel lozen, doen
wij een beroep op U allen om te trachten
leniging te brengen in don nood.
Laat ons de handen ineenslaanVeel wordt
er gevraagd, veel is er ook reeds gegeven,
maar de nood der vrouwen en kinderen wordt
steeds grooter. Laten wij, die het groote voor
recht genieten in vrede in een beschaafd land
te leven, met dankbaarheid voor al dat goede,
ons. yereenigen, en zooveel in ons is, helpen,
vooreerst door lid te worden van ons comité
en verder door het vormen van sub-comité's,
die, in samenwerking met het hoofd-comité,
hetzelfde doel bevorderen. Van de gelden, die,
zoo, wij hopen, ruim zullen vloeien, zal 't af
hangen in welken vorm, hetzij jp natura,
hetzij in geld de ondersteuning zal worden
verstrekt.
Het lidmaatschap is gesteld op minstens
25, ete, ten einde de deelneming zooveel mo
gelijk algemeen te maken,
j Groote giften zullen hoogst welkom zijn.
j Over het besteden vap de gelden zal de
Directrice van het Rroekhulsen-fonds in over
leg treden m§t het hoofd-comité.
T, de Cock Buning', Voorzitter,
S. A. C. Verdam—Dieph.pis.
A. C. Sleeswijk—Do Boer.
O. Kraalupap,
J. gjpaftn Thomas.
A, Buekers—Lingbeelt, le Secretaresse.
3. M. Maclaine Pont, 2e Secretaresse.
Alkmaar, 22 Juli 1901,
HARINGOAHSPEL, 22 Juli 1901.
Het vermoeden, in een vorig nommer der
Sphager Courant geuit, dat er op de Kermis
te Waarland weer gevochten zon worden, heeft
zich gelukkig piet bewaarheid. Ook schijnt
de vechtpartij to Blokhuizen de vorige week
nipt van zoo ernstigen aard geweest te zijn
als werd voorgesteld. .Althans van de politie
vernamen wij, dat hoogstens een paar klappen
werden uitgedeeld, zooals dat ook elders wel
geb.eurt.
Voor de goede reputatie der jongelui van
Zijdewind en uit het Waarland meenden we
dit te moetep madedeelen.
HARINGCARSPEL, 22 Juli 1901.
Gisterenavond omstreeks negen uur brak
plotseling een hevige brand uit aan den
Laanderweg, op de grens onzer gemeente. Het
hui§ vMi den hr. Van der Gracht werd een prooi
der vlammen. De bewoners waren juist ge
reed om zich te bed te begeven. Niets is gered,
daar bij de hevige dz-oogte alles in eens in lichte
laaie stond. De oorzaak van den brand is on
bekend. Huis en inboedel waren tegen brand
schade verzekerd. De prachtige avond lokte
tal van menschen uit, om een kijkje te gaan
nemen, zoodat de geheele Laanderweg ter
Na zijn tus3ehenkomst bij het bezoek van
Claude Brun aan vrouw Dartigues, bleef
Appel dikwijls in de gang staan, als hij
vrouw Francine met den kleinen Pierre
hoorde babbelen, en dan stak hij in den regel
zijn hoofd om het hoekje van de deur, om de 1
jonge vrouw goeden morgen te wenschen.
Hij keek dan naar het kir.d, gaf een raad,
en vroeg heel belangstellend naar wat er in
hst. kleine huishouden werd gebruikt. Nooit
sprak hij een woord over Clatule Brun
deze gebeurtenis scheen geheel uit zijne
gedachten te zijn verdwenen. Een paar
maal ontmoette hij Dartigues; dan echter
vergenoegde hjj zich met een paar woorden
tot hem te spreken, maar nooit trad hij
binnen als hij wist, dat Francine's man
thuis was, zoodat men wel merken kon,
dat Dartigues hein niet sympathiek was.
Deze spotte gaarne over den ernst en de
terughoudendheid van den arts. Zijn wilde
natuur was dat rustige, ernstige van Appel
onaangenaam.
„Wat doet dat jonge mensch toch altijd
thuis Mep hoort hem geen woord spreken,
zelfs zich niet bewegen. Ik ben ervan
overtuigd, dat hij niet eens kan lachen.
Claude zegt, dat hij bang is voor do
vrouwen, en leeft als een monnik van brood,
water en kuisehheid. En dat op een leeftijd
vau vier-en-twintig jaar. De arme kerel
Francine boog dan het hoofd diep over haar
werkzij antwoordde niet gaarne op zulke
sarcastische opmerkingen van haar man. Zij
wildo zich niet meer dan absuluut
noodwendig met den joDgen dokter bezig
houden, ea slechts wanneer ze tot het
uiterste geprikkeld werd, list ze zich som
wijlen een woord ontvallen.
„Jij kent hem toch; als ik er niet ben,
is hij er niet bang voor, binnen te komen,"
merkte Dartigues op een goeden dag op.
hoogte van den brand zwart zag van nieuws
gierigen.
De heer N. C. Me ij er Drees te
Deventer, vroeger te DIRKSHORN, slaagde
j. 1. Zaterdag te Zwolle hij 't examen voor
de Hoofdacte L. O.
Maandagochtend is te KAL-
VERDIJK een bijna twaalfjarig jongetje bij
het zwemmen in de Butbersloot verdronken.
—Bij beschikking van den Minis
ter van Justitie is na vergelijkend examen te
Doetinchem tot onderwijzer aan het Rijks
opvoedingsgesticht „Veldzicht" te Avereerst
benoemd de heer W. Wijker te WIERIN-
GERWAARD.
Verkiezingsvaria. Bij de
jongste Kamerverkiezing moet, naar ver
teld wordt, onder KOOTEN het volgende
zijn afgespeeld. Een lauwe kiezer ontvangt
bezoek van een socialist. Hij is echter onver
schillig en niet van plan om te gaan stemmen
het werk roept hem. Maar als je nu den tijd
vergoed krijgtveel kan ik je niet geven,
maar hier is 50 cent, ga dan Pieter Jelles
stemmen, aldus overreedt de socialist. De
kiezer neemt het aan en gaat.
Op weg naar het stembureau ontmoet hem
een ander verkiezingsagent. „Ga je stemmen
„Och, 't kan mij niet schelen hoor." „Welja
man, hier heb ie f2.50 daghuur als je Talma
stemt, wil je Een rijksdaalder, ja, aange
nomen, en met drie gulden in zijn zak ver
vult de kiezer zijn taak.
Later gevraagd hoe hij dat nu gedaan had,
zegt hij volkomen eerlijk te zijn geweesthij
had Talma en Troelstra heiden gestemd, en
twee witte puntjes zwart gemaakt.
Of 't geholpen heeft
Onweder.
Zaterdagnamiddag ontlastte zich boven,
's-IIERTOGENBOSCH een hevig onweder,
vergezeld van een niet minder hevige stort
bui, die ongeveer een half uur aanhield en
enkele straten voor een geruimen tijd over
stroomde. Maar erger dan dit is, dat de bliksem
in de militaire badinrichting sloeg en daar
een korporaal, S. genaamd, en een burgerjon-
geling J. doodde, terwijl de zoon van den heer
R„ de korporaal v. d. V. en de soldaat G.,
meer of minder ernstig door het hemelvuur
getroffen, onder geneeskundige behandeling
moesten worden gesteld. Nog andere personen,
met de getroffenen in de ontkleedkamer aan
wezig, brachten 't er met den schrik af. De
bliksem veroorzaakte geen brand.
De getroffenen bevonden zich alleen in het
hoofdgebouw der militaire zweminrichting.
De bliksem is langs den vlaggestok door de
deur in het hoofdgebouw binnengekomen. De
personen, die daar stonden, vielen allen eens
klaps op den grond, met het bekende voor
sommigen noodlottige gevolg. De bliksem
werd langs den muur geleid door het kope
ren netwerk voor de ramen en sloeg over op
den koperen knoop van het kepi van korpo
raal Spoor. Bij de ontkleeding van dezen laat
ste bleek, dat de bliksem door het geheele
lichaam was gegaan en in den schedel en in
de beide hielen een gaatje had veroorzaakt.
Bij de ontkleeding is op het lijk van den
jongenheer Jordans geen enkel wondje
j ontdekt. Hoogstwaarschijnlijk is deze dus ge
stikt. Andere personen, onder wie drie leden
van het personeel van de zweminrichting, die
aan de andere zijde van de zaal stonden, bekwa
men geen letsel.
De mannen van dat personeel hebben bij
het opwekken der levensgeesten bij de ge
kwetsten krachtig hulp verleend.
„En wanneer ge van hem spreekt, zou men
haast denken dat ge spreekt van den
keizer van China."
„Hij komt soms eens informeeren naar
de gezondheid van Pierre, sedert hij hem
heeft behandeld toen Pierre de mazelen
had."
„Brun beweert, dat hij eerder om de
moeder komt, dan om het kind."
Francine bloosde.
„Je zeidet toch zelf, dat hij bang is voor
de vrouwen."
„Voor de vrouwen in 't algemeen wel,
maar voor ééne misschien niet. Je kunt niet
weten."
„Wanneer jij meer thuis waart, zou je
ook beter weten, wat er in mijn huis go-
beurt 1" riep Francine heltig. „Bescherm
je vrouw, wanneer je wilt dat ze niet
voor jou verloren gaat 1"
Dartigues fronste de wenkbrauwen.
„Eene vrouw, die men beschermen moet,
is reeds voor de helft verloren."
„En anders zeg je steeds, dat er geen
vrouw is, voor wie men zich bjjzonder
warm moet maken. Nietwaar?"
„Toch niet't kan veel schelen welke."
Ondanks haar bloeiende schoonheid,schoon
Francine zich echter neer te leggen bij de
veronachtzaming van haar man. Zij ging
slechts één- of tweemaal in de week uit,
om de wasch af te leveren zij trok er zich
niemendal van aan, als de een of
andere onbeschaamde haar op straat volgde,
en wist iedere toenadering met ernstige
onverschilligheid af te weren. Zij geraakte
alleen dan wat verward, wanneer Frederik
Appel haar woning betrad.
WORDT VERVOLGD.