i y Donderdag 25 Juli 1901. 45ste Jaargang No. 3647. i Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTËNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverP- TRAPMAN. MedewerkerJ. 1 Mi E L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlik nummers 5 Cent. ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bekendmakingen. Gemeente Sc ha gen. Binnenlandsch Nieuws. Concours te Wognnm. FEUILLETON. Internationaal Damescomité „Alcmaria." KSïireau ÏLïi«ibs» 4. Do Burgemeester van Schagen brengt ter kennis van de binnen deze gemeente gevestigde verlofgangers, dat zij hunne zakboekjes ter Secretarie moeten atbalen vóór i Augustus a.s. Gelegenheid hiertoe bestaat iederen werkdag van des voormiddags 912 ure en des namiddags van 14 Schagen, 23 Juli 1901. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. 't Beloofde 's morgens, toen we naar liet Zang-concours te Wognum gingen,geduclit warm te zullen worden, en als er ooit eene be lofte in volle mate is vervuld geworden,dan is het Zondag met de warmte 't geval geweest 't was om te puffen waar we ook kwamen dien dag, nergens een plekje om eens een moment uit te blazen. Nu 't feest. We kunnen al dadelijk zeggen, dat 't alleropgewektst is gevierd en uitstekend is geslaagd. Zooals men reeds weet, werd liet gevierd ter gelegenheid van het 12Va-jarig bestaan van de Zangvereeniging „Jacob Kwast" te Wognum. Te ongeveer 12 uur was het ontvangst van de Zangers in het feestlokaal „De Vier Heemskinderen" van den heer Best. Door de Zangvereeniging „Jacob Kwast," onder leiding van den heer W. Saai, werd een Welkomstgroet gezongen, die, het euvel in aanmerking genomen dat allen feestgroeten bijna aankleeft, opgewekt werd gekweeld. Daarna trad de heer J. Best, de president, naar voren en hield een welkomstrede. Weest welkom in Wognumzoo begon de heer Best, dat roep ik u toe namens de vereeniging „Jacob Kwast," dat welkom roep ook ik u toe. Welkom aan de dames en heeren der mededingende vereenigingen, welkom aan de Jury, welkom aan de leden van het Fanfarecorps van Twisk, welkom aan allen, die door hun tegenwoordigheid blijk geven belang te stellen in het koperen feest van „Jacob Kwast." De heer Best vertelde ons verder, dat de vereeniging, als „Zang-lust" opgericht, op dit oogenhlijk van feestvieren een woord van hulde en dank moest brengen aan de nage dachtenis van haar stamvader Jacob Kwast, wiens naam zij nu in haar vaandel voert, den grondlegger van het muzikale leven in de gemeente Wognum. Naast hem rijst dadelijk op het beeld van ons aller leermeester, zegt de heer B. verder, van meester Van der Oord, aan wien wij zoo veel hebben te danken. Dan past verder een woord van hulde en dank aan den tegenwoordigen directeur, den heer Saai, die door zijn ijver en werklust Zanglast heeft opgevoerd tot „Jacob Kwast. Met een verheerlijking op den zang eindigt de Voorzitter met: Zangers, laat pw zangen straks klinken, laat uw liederen jubelen, de heerlijkste melodieën door het kerkgebouw ruischen, weerklank vindend in aller gemoed, opwekkend de edelste gevoelens,allen bezielend, en als dat geschiedt, heeft de vereeniging „Jacob Kwast" haar doel met dit feest bereikt. (Daverend applaus,) Daarna werd de eerewijn aangeboden. Nog vóór 1 uur trokken de zangers, voor- -0-0-0 3. Francine riep Claude Brun luide toe „Wees voorzichtig, of ik zal je dooden Daar weerklonk eensklaps op den corridor eene stem, alsof deze antwoord gaf op die bedreiging „Nu nu, wat valt hier voor De deur werd opengerukt en de gestalte van een jongen man vertoonde zich op den drempel. Claude Brun week verschrikt terug. Francine haalde diep adem, wierp de schaar weg en nam haar kind, dat angstig weende, uit de wieg en drukte het aan hare borst. De onverwachte bezoeker trad haastig binnen. Het was een jonge man van onge veer vier-en-twintig jaar, in 't zwart gekleed, met een mager, bleek gelaat en nadenkende oogenzijn gansche persoon verried vastheid van karakter. Opmerkzaam sloeg hij den man en vervolgens de vrouw gade. Dan wendde hij zich gebiedend tot Claude Brun „Waarom riep deze vrouw om hulp, en wat doet ge hier Blijkbaar ziet men u hier niet al te gaarnehet was beter dat ge u verwijderdet." De vriend van Jean boog het hoofd en mompelde „Ik ben een vriend van Dartigues, mijn- afgegaan door het Muziekcorps „Westfrisia" vau Twisk, naar het kerkgebouw der Ned. Herv. Gemeente. Toen we daar kwamen, was er geen plaatsje onbezet; 't was er propvol en stikkend warm. De kerk was bovendien duchtig versierd, wat met het oog op den zang en de warmte zeer onpractisch was, maar er was zooveel werk aan gedaan, dat de bedrijvers wel een bedankje mogen hebben vooj hun moeite. De jury bestond uit de heeren B. Kwast, Muziekdirecteur te Amsterdam, J. P. Groot, Stadsmuziekmeester te Purmei-end, en J. van Dissel, Stadsmuziekmeester te Hoorn. Het eerst trad op Niedorp's Mannenkoor met Damesafdeeling, onder leiding van den heer D. Kuilman. De vereeniging begon met Nieuw Leven van Beethoven. Bij het zingen van het eerste versje, hebben we reeds ver rast opgekeken, want 't moet ons eerlijk van het hart, we hadden het zoo goed niet ver wacht. Nog eenmaal hadden we het koor gehoord, en dan vinden we, dat het zeer is vooruitgegaan. In de bede voor het vaderland van Valerius vonden we het koor niet zoo gelukkig als in 't eerste. De inzet was o. i. heel aardig, maar waar we komen aan „kunt maken stille" en „lieven wille", was 't ons niet fijn, niet wazig genoeg. En dan „Wij slaan het oog tot U omhoog", daar wat vlugger, dat tempo was te langzaam, en dat was dood jammer, want de uitvoering had er beslist veel door gewonnen. De slotsom is evenwel, dat de indruk, dien we nu van het koor van den heer Kuilman hebben gekregen, zeer gunstig was. Nu volgden „Enphonia" van Wijdenes en „Zanglustvan Berkhout, en daarna „Apollo" van Wieringerwaard, onder dhectje' van den heer Stadt, dat eerst gaf „Avond", van S. van Milligen en daarna „O Domine Jesu Christe." Vooral het laatste werd mooi gezongen en gedeclameerd voegen we er met opzet aan toe't was vol uitdrukking, en met mooie schakeering. 't Eerste lied vonden we niet zoo goed, ofschoon het toch een goede vertolking genoot, maar 't klonk eenigszins mat. Mooi was de regel„een lelie in een marmren vaas", en ook het slot: „heeft zich de wind in slaap gezucht". Dan volgde „Crescendo" van Bennipgbroek, vervolgens „Thalia" van Hoogcarspel, onder den heer J, Dijkstra, Wat ops dadelijk bij dit koor aantrok, was de opgewektheid, waar mede gezongen werdwe zouden wel willen zeggen den jubel in den zang. De vereeniging zong „Goeden nacht", van Brandts Buijs en „Meikoeltje" van Kreipl. In het laatste was de vereeniging verreweg het gelukkigst. Bij 't eerste nummer waren de beide slotregels niet in den haak, maar zooveel te meer genpt sphonk bet tweede nummer, Wat een mooie climax in „zij zingen weer lustig, zij zingen weer vroolijk, zij zin gen weer luide", enz,dat werd uitstekend aangebracht. De laatste vereeniging was Orpheus van Oudcarspel, directeur de heer J. Sluis. Dit koor hebben we met zeer veel genoegen ge hoord. 't Meest hebben we genoten van de opvatting van den directeur, welke uit den zang sprak. We kregen een mooie schakeering in heide liederen, afwisseling van tint, die bewpes, dat cf© Jeidipg van dit koor aan uit stekende handep is tppyerjïj-ouwd, 'Wat von den we het jammer, dat dje tenor zoo domi neerde, wat zou het 't ensemble tep goede gekomep zijp als die wat minder hoorbaar ware geweest. De vereepigipg zopg Linde boom van E. D. Pijzei en Bpstendlgg van A. heer Appel, ep woon pok jn dit Buis." De jonge man scheen er volstrekt niet over verwonderd dat men hem kende; hij sprak op scherpen toon ,,'t Kan wel zijn, dat ge de vriend van den echtgenoot zijt, de vriend vap de vrouw zijt ge iu geen geval. Ga Met een energieke handbeweging wees hij naar de depr. Zonder een woord te spreken en opgen- schijnlijk onverschillig, stopd Francine daar, haar kind in hare armen wiegend. Claude wendde zich tot haar, om te zien of deze handeling haar aangenaam was, maar zij sloeg hare oogen niet op. Zij keek maar naar haar kleinen Pierrp, dip had opgehou den met huilen en nu lachte. Claude zuchtte, en terwijl hij mijnheer Appel groette, ging hij zwijgend, als was hij diep be'.eedigd, de kamer uit. Mijnhepr Appel behoorde tot de meest bescheiden bewoners vap het huis, maar werd toch als dep kpapstep man van de wijk beschouwd. Als assistent-arts in het hospitaal, behandelde hij de armen voor niemendal. Meermalen waren andere doc toren heel boos geworden over da concur rentie, die de jonge man hun aandeed, en ze hadden er protest tegen aangeteekend, maar daar Appel geene vergoeding aannam voor zijne hulp en alles uit medelijden en barmhartigheid deed, was het onmogplijk er iets aan te dopn. Hij was epn ernstig werker en braoht halve nachten door met studeerenzoo haalde hij den tijd in, dien hij overdag verloor met zijne zooge naamde praktijk. Tot aan het grauwen van den morgen zag men de kleine lamp in zijDe werkkamer branden. De magerheid en bleekheid van zijn gelaat kon men gerust stellen op rekeniDg van het overmatig studee ren. Appel ging alleen uit als hij naar het W. A. Heijblom. 't Koor staat nog maar zeer kort onder leiding van den heer Sluis, die beslist een woord van hulde verdient voor hetgeen het nu reeds presteert. De strijd liep tus-.chen de vier vereenigin gen, hierboven opgenoemd, en de uitslag was le prijs, verguld zilveren medaille, „Thalia" van Hoogcarspel met 127 punten 2e prijs, zilveren medaille, „Apollo" van Wieringer waard met 122 punten3e prijs, bronzen medaille, de zangvereeniging te Nieuwe I Niedorp, met 114 punten. De heer Kwast, die den uitslag bekend maakte, zeide het jammer te vinden, dat de Jury niet kon beschikken over een vierden prijs, dien zij dan gaarne gegeven zou hebben aan Orpheus te Oudcarspel met 109 punten. In den tuin van den heer J. Best gaf vervol gens „Westfrisia" van Twisk een concert. Het programma werd door die vereeniging, die pas twee jaar bestaat, correct uitgevoerd er was bepaald veel goeds bij, en de heer Kool haas, de directeur, heeft blijk gegeven, zijn vereeniging te leiden in de goede richting het corps ontwikkelt een beschaafden toon en geeft een mooie nuanceering. Te vijf uur sloeg het etensklokje en weldra zaten er ongeveer een tweehonderd-tal ho.nge- rigen in de zaal yap Jen heer Best, onder wie ook de verslaggever, daartoe welwillend uit- genoodigd, waarvoor hij deze een hartelijk bedankje, evenals voor de zeer welwillende wijze, waarop vpor hem als „pers" den gan- schen dag is gezorgd geworden. Te halfzeven concept van de Zangvereen. „Jacob Kwast," met orgelbespeling van den heer J. v. Dissel, eyepeeps in de Herv. Kerk. Was het daar 's morgens vol, nu was het nóg erger, en. we willen eerlijk zeggen, dat ons den moed ontbrak daar binnen te gaan, We hebben dan ook van het oogpept niet alles gehoord, mpap toch wel zóóveel, dat we kunnen zeggen, dat de heer Van Dissel zijn gunstigen roep met zijn mooi spel opnieuw heeft bevestigd, en dat de Zang vereeniging een surperben indruk maaktede uitvoering vau het tweetal nummers, dopp. an» gehoord, was uitstekend, ep zoo we later vernamen, hebbep we nog niet eens het neusje van den zalm genoten. De uitreiking der prijzen had plaats door Ds. I. Busch Keiser, pred. te Wogppm en eere-voor?itter der vereepigipg, Nadat wij vertrokken waren, is er nog een muziekuitvoering geweest van Twisk's fan farecorps en verder het traditioneele bal, welk deel van het program, naar we gelooven, wf4 even opgewekt zal zijn afgewerkt als do rest. Onbillijke behandeling? Men schrijft uit DELFT aan de N. Ct.: Voor eenige dagen werd in de Delftsphö Courant een ingezonden stuk geplaatst over een meer dan ergerlijke behandeling, welke een miliciep-kprpppaai bij het le bat. van het 4e reg. Inf. moest ondervinden van zjip compagnie-commandant. Bedoelde korporaal naar zijn meening door den kapitein onrechtvaardig gestraft en had reeds te kennen gegeven, hiervan bij den bataljonscommandant in appèl te zullen gpan, toen hij, op de chambrée teruggekeerd, een zenuwtoeval kreeg, die geruimen tijd aan hield en waarhjj op last van den betrokken kapitein geen geneeskundige hulp mocht wop-a den verzocht. Een korporaal, die bvj het ge beurde aanwezig was, schppef bedoeld inge zonden stuk ep werd daarvoor gestraft met 4 dagen provoost. De vader van eerstgenoemden korporaal, te 's-Gravenhage woonachtig, zal ziclp persoon lijk tot den Ministpr van Qoplog wenden, ten- ziekenhuis moest. Met papieren en hoeken beladen placht hij steeds naar huis terug te keeren, ep dap sloot hij zich in zijn kamertje op oni te studeeren. Hij was een man, die het genoegen nooit had gekend, de plicht ging bij hem bovep alles, Zijn tijd verdeelde hij tusschpq z\jn medische en sociale stujiëp. Hj had een vriend, wiens overwegende invloed op de richting zijner ideeën niet te ontkennen was. Het was de jonge afgevaardigde van Barre Guemines, René des Barres. Dóe jaar ouder dan Fredprik Appel, wiens lapdsman hij was, had hij, een flink schrfjver, zijn vriend meege sleept in den loop zijner gedachten, maar een wezenlijk onderscheid tusschen hen trad aan het licht in de wijze, waarop beiden den vooruitgang van het mensch- dom opvatten. Des Barreg was materialist, terwfjl Appel meer spiritist was. De innige vriendschap, die de jonge mannen voor elkaar gevoelden, had zelfs bij dit meeningg- verschil stand gehouden. Wat yoov minder krachtige geesten een reden tot vijand schap zou zjjp geweest, diende hier juist als fundament voor wederzijdsche achting. Met ware bevrediging streefden beiden er naar, hun karakter zooveel mogelijk te louteren. Zij gevoeldep dat zij verschilden in de opvatting der dingen, maar zij dach ten er piet aan, elkaar te willen overtuigen. Zij achtten elkaar er des te meer om. Des Barres verheugde zich reeds in eene zekere beroemdheid, wegens zijn scherpe polemieken, zijn vlammend redenaarstalent, terwijl Appel nog onbekend op zyn kamertje werkte. Daar bij geen vermogen had, wilde de jonge arts zich vóór alles de middelen verschaffen om te kunnen leven, om zich dan onbezorgd te kunnen overgeven aan zijne droomen van goeddoen en sociale hervormingen in het leven te roepen. einde voldoening te erlangen voor de onbil lijke behandeling zijn zoon aangedaan. Aan de vrouwen en moeders in Neder land richt het comité „Alcmaria" tot leniging van de nooden van vrouwen en kinderen in de concentratie-campementen in Zuid-Afrika, een ernstig woord. Het doel van de vereeniging is, om zooveel mogelijk leden aan te werven, zoowel in Ne derland als in het buitenland, om op die wijze een machtigen vrouwenbond te vormen, die krachtig kan werken, om zoowel reeds nu als later, waar dit noodig mocht zijn hulp te kunnen verleenen. Waar door onze zusteren zooveel ellende wordt geleden, dat wij de beschrijving daar van met het innigste medegevoel lozen, doen wij een beroep op U allen om te trachten leniging te brengen in don nood. Laat ons de handen ineenslaanVeel wordt er gevraagd, veel is er ook reeds gegeven, maar de nood der vrouwen en kinderen wordt steeds grooter. Laten wij, die het groote voor recht genieten in vrede in een beschaafd land te leven, met dankbaarheid voor al dat goede, ons. yereenigen, en zooveel in ons is, helpen, vooreerst door lid te worden van ons comité en verder door het vormen van sub-comité's, die, in samenwerking met het hoofd-comité, hetzelfde doel bevorderen. Van de gelden, die, zoo, wij hopen, ruim zullen vloeien, zal 't af hangen in welken vorm, hetzij jp natura, hetzij in geld de ondersteuning zal worden verstrekt. Het lidmaatschap is gesteld op minstens 25, ete, ten einde de deelneming zooveel mo gelijk algemeen te maken, j Groote giften zullen hoogst welkom zijn. j Over het besteden vap de gelden zal de Directrice van het Rroekhulsen-fonds in over leg treden m§t het hoofd-comité. T, de Cock Buning', Voorzitter, S. A. C. Verdam—Dieph.pis. A. C. Sleeswijk—Do Boer. O. Kraalupap, J. gjpaftn Thomas. A, Buekers—Lingbeelt, le Secretaresse. 3. M. Maclaine Pont, 2e Secretaresse. Alkmaar, 22 Juli 1901, HARINGOAHSPEL, 22 Juli 1901. Het vermoeden, in een vorig nommer der Sphager Courant geuit, dat er op de Kermis te Waarland weer gevochten zon worden, heeft zich gelukkig piet bewaarheid. Ook schijnt de vechtpartij to Blokhuizen de vorige week nipt van zoo ernstigen aard geweest te zijn als werd voorgesteld. .Althans van de politie vernamen wij, dat hoogstens een paar klappen werden uitgedeeld, zooals dat ook elders wel geb.eurt. Voor de goede reputatie der jongelui van Zijdewind en uit het Waarland meenden we dit te moetep madedeelen. HARINGCARSPEL, 22 Juli 1901. Gisterenavond omstreeks negen uur brak plotseling een hevige brand uit aan den Laanderweg, op de grens onzer gemeente. Het hui§ vMi den hr. Van der Gracht werd een prooi der vlammen. De bewoners waren juist ge reed om zich te bed te begeven. Niets is gered, daar bij de hevige dz-oogte alles in eens in lichte laaie stond. De oorzaak van den brand is on bekend. Huis en inboedel waren tegen brand schade verzekerd. De prachtige avond lokte tal van menschen uit, om een kijkje te gaan nemen, zoodat de geheele Laanderweg ter Na zijn tus3ehenkomst bij het bezoek van Claude Brun aan vrouw Dartigues, bleef Appel dikwijls in de gang staan, als hij vrouw Francine met den kleinen Pierre hoorde babbelen, en dan stak hij in den regel zijn hoofd om het hoekje van de deur, om de 1 jonge vrouw goeden morgen te wenschen. Hij keek dan naar het kir.d, gaf een raad, en vroeg heel belangstellend naar wat er in hst. kleine huishouden werd gebruikt. Nooit sprak hij een woord over Clatule Brun deze gebeurtenis scheen geheel uit zijne gedachten te zijn verdwenen. Een paar maal ontmoette hij Dartigues; dan echter vergenoegde hjj zich met een paar woorden tot hem te spreken, maar nooit trad hij binnen als hij wist, dat Francine's man thuis was, zoodat men wel merken kon, dat Dartigues hein niet sympathiek was. Deze spotte gaarne over den ernst en de terughoudendheid van den arts. Zijn wilde natuur was dat rustige, ernstige van Appel onaangenaam. „Wat doet dat jonge mensch toch altijd thuis Mep hoort hem geen woord spreken, zelfs zich niet bewegen. Ik ben ervan overtuigd, dat hij niet eens kan lachen. Claude zegt, dat hij bang is voor do vrouwen, en leeft als een monnik van brood, water en kuisehheid. En dat op een leeftijd vau vier-en-twintig jaar. De arme kerel Francine boog dan het hoofd diep over haar werkzij antwoordde niet gaarne op zulke sarcastische opmerkingen van haar man. Zij wildo zich niet meer dan absuluut noodwendig met den joDgen dokter bezig houden, ea slechts wanneer ze tot het uiterste geprikkeld werd, list ze zich som wijlen een woord ontvallen. „Jij kent hem toch; als ik er niet ben, is hij er niet bang voor, binnen te komen," merkte Dartigues op een goeden dag op. hoogte van den brand zwart zag van nieuws gierigen. De heer N. C. Me ij er Drees te Deventer, vroeger te DIRKSHORN, slaagde j. 1. Zaterdag te Zwolle hij 't examen voor de Hoofdacte L. O. Maandagochtend is te KAL- VERDIJK een bijna twaalfjarig jongetje bij het zwemmen in de Butbersloot verdronken. —Bij beschikking van den Minis ter van Justitie is na vergelijkend examen te Doetinchem tot onderwijzer aan het Rijks opvoedingsgesticht „Veldzicht" te Avereerst benoemd de heer W. Wijker te WIERIN- GERWAARD. Verkiezingsvaria. Bij de jongste Kamerverkiezing moet, naar ver teld wordt, onder KOOTEN het volgende zijn afgespeeld. Een lauwe kiezer ontvangt bezoek van een socialist. Hij is echter onver schillig en niet van plan om te gaan stemmen het werk roept hem. Maar als je nu den tijd vergoed krijgtveel kan ik je niet geven, maar hier is 50 cent, ga dan Pieter Jelles stemmen, aldus overreedt de socialist. De kiezer neemt het aan en gaat. Op weg naar het stembureau ontmoet hem een ander verkiezingsagent. „Ga je stemmen „Och, 't kan mij niet schelen hoor." „Welja man, hier heb ie f2.50 daghuur als je Talma stemt, wil je Een rijksdaalder, ja, aange nomen, en met drie gulden in zijn zak ver vult de kiezer zijn taak. Later gevraagd hoe hij dat nu gedaan had, zegt hij volkomen eerlijk te zijn geweesthij had Talma en Troelstra heiden gestemd, en twee witte puntjes zwart gemaakt. Of 't geholpen heeft Onweder. Zaterdagnamiddag ontlastte zich boven, 's-IIERTOGENBOSCH een hevig onweder, vergezeld van een niet minder hevige stort bui, die ongeveer een half uur aanhield en enkele straten voor een geruimen tijd over stroomde. Maar erger dan dit is, dat de bliksem in de militaire badinrichting sloeg en daar een korporaal, S. genaamd, en een burgerjon- geling J. doodde, terwijl de zoon van den heer R„ de korporaal v. d. V. en de soldaat G., meer of minder ernstig door het hemelvuur getroffen, onder geneeskundige behandeling moesten worden gesteld. Nog andere personen, met de getroffenen in de ontkleedkamer aan wezig, brachten 't er met den schrik af. De bliksem veroorzaakte geen brand. De getroffenen bevonden zich alleen in het hoofdgebouw der militaire zweminrichting. De bliksem is langs den vlaggestok door de deur in het hoofdgebouw binnengekomen. De personen, die daar stonden, vielen allen eens klaps op den grond, met het bekende voor sommigen noodlottige gevolg. De bliksem werd langs den muur geleid door het kope ren netwerk voor de ramen en sloeg over op den koperen knoop van het kepi van korpo raal Spoor. Bij de ontkleeding van dezen laat ste bleek, dat de bliksem door het geheele lichaam was gegaan en in den schedel en in de beide hielen een gaatje had veroorzaakt. Bij de ontkleeding is op het lijk van den jongenheer Jordans geen enkel wondje j ontdekt. Hoogstwaarschijnlijk is deze dus ge stikt. Andere personen, onder wie drie leden van het personeel van de zweminrichting, die aan de andere zijde van de zaal stonden, bekwa men geen letsel. De mannen van dat personeel hebben bij het opwekken der levensgeesten bij de ge kwetsten krachtig hulp verleend. „En wanneer ge van hem spreekt, zou men haast denken dat ge spreekt van den keizer van China." „Hij komt soms eens informeeren naar de gezondheid van Pierre, sedert hij hem heeft behandeld toen Pierre de mazelen had." „Brun beweert, dat hij eerder om de moeder komt, dan om het kind." Francine bloosde. „Je zeidet toch zelf, dat hij bang is voor de vrouwen." „Voor de vrouwen in 't algemeen wel, maar voor ééne misschien niet. Je kunt niet weten." „Wanneer jij meer thuis waart, zou je ook beter weten, wat er in mijn huis go- beurt 1" riep Francine heltig. „Bescherm je vrouw, wanneer je wilt dat ze niet voor jou verloren gaat 1" Dartigues fronste de wenkbrauwen. „Eene vrouw, die men beschermen moet, is reeds voor de helft verloren." „En anders zeg je steeds, dat er geen vrouw is, voor wie men zich bjjzonder warm moet maken. Nietwaar?" „Toch niet't kan veel schelen welke." Ondanks haar bloeiende schoonheid,schoon Francine zich echter neer te leggen bij de veronachtzaming van haar man. Zij ging slechts één- of tweemaal in de week uit, om de wasch af te leveren zij trok er zich niemendal van aan, als de een of andere onbeschaamde haar op straat volgde, en wist iedere toenadering met ernstige onverschilligheid af te weren. Zij geraakte alleen dan wat verward, wanneer Frederik Appel haar woning betrad. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 1